In mijn werk
Genesis versus Egyptologie, hoofdstuk 6, plaatste ik de aartsvader Jozef, de
zoon van Jakob, op de tijdsbalk ten tijde van de (gereviseerde) derde
Egyptische dynastie. Jozef was hier de onderkoning of grootvizier van farao
Zoser. De identificatie van Jozef met de Egyptische Imhotep ligt dan ook voor
de hand. Imhotep was namelijk de grootvizier van farao Zoser. Dit is een
identificatie trouwens die menig revisionist van de geschiedenis van de oudheid
al maakte. De betekenis van de naam Imhotep is: Hij die komt in vrede.
Imhotep was ook de Opzichter over de Zieners wat hem verbindt met de ziener-priesters
van On. En de Bijbelse Jozef wordt in Genesis 41:45 ook met de
Egyptische plaats On of Heliopolis, in verband gebracht. Hij was namelijk
getrouwd met de dochter van Potifera, de priester van On en overste van de
lijfwacht van de farao. De plaats On was het centrum van de verering van de
Egyptische god Ra, de zonnegod.
Het Bijbelboek
Genesis vermeldt dat Farao aan Jozef een nieuwe naam gaf: Safenat Paneach. De
betekenis hiervan blijft onduidelijk maar meer dan waarschijnlijk betekende het
Behouder van het leven. Hierna de geschiedenis van deze epoque in een
notendop:
Handelingen
7:8
en Isaak verwekte Jakob en
Jakob de twaalf aartsvaders. 9 En de aartsvaders verkochten uit naijver Jozef
naar Egypte, maar God was met hem, 10 en verloste hem uit al zijn
verdrukkingen en gaf hem genade en wijsheid tegenover Farao, de koning van
Egypte, die hem aanstelde tot hoofd over Egypte en over zijn gehele huis. 11
En er kwam hongersnood over geheel Egypte en Kanaän en grote verdrukking, en
onze vaderen vonden geen voedsel. 12 Maar toen Jakob hoorde, dat er koren was
in Egypte, zond hij onze vaderen de eerste maal daarheen; 13 en bij de tweede
maal maakte Jozef zich aan zijn broeders bekend en Jozefs afkomst werd aan
Farao openbaar. 14 En Jozef zond heen om zijn vader Jakob te laten komen en al
zijn bloedverwanten, vijfenzeventig zielen. 15 En Jakob trok af naar Egypte, en
hijzelf stierf, en onze vaderen; 16 en zij werden overgebracht naar Sichem en
bijgezet in het graf, dat Abraham voor een som gelds van de zonen van Hemor te
Sichem gekocht had.
De grootvizier
van farao Zoser bekend als Imhotep zou ook dezelfde persoon geweest zijn als de
legendarische Ptah-hotep. De betekenis van de naam is: Kom in vrede. Van Ptah-hotep
zijn er sagas bewaard gebleven uit de derde dynastie. En Ptah-hotep werd 110
jaar oud wat dezelfde leeftijd is die de Bijbel aan Jozef toekent. Dit zijn
allemaal puzzelstukjes die in het gereviseerde model mooi in elkaar passen.
Imhotep was ook
de architect van de eerste piramide in Egypte, de zogenaamde trap-piramide van
Zoser die gebouwd werd te Sakkara. Deze piramide werd door de Egyptenaren met
ri aangeduid, wat trap naar de hemel betekent. De gelijkenis met de droom
van Jakob, de vader van Jozef in de Bijbel is treffend. Jakob droomde te Bethel
in Kanaän een droom (Genesis 28:10-22) over een ladder waarvan de top tot aan
de hemel reikte, met engelen die
op en neder daalden.
Over
het tempelcomplex van Zoser te Sakkara kunnen we verder vernemen dat de
Egyptologen (Margaret A. Murray, The Splendour that was Egypt, Chapter 5, Art
& Science) vermoeden dat deze tempel en piramide zonder plan en dus
experimenteel gebouwd werd. Geen enkele Egyptische bron stond model.
In het
orthodoxe model plaatst men Jozef op de tijdsbalk ten tijde van de heerschappij
van de Hyksos over Egypte. De zogenaamde tweede tussenperiode, volgens de
fabricatie van de Egyptoloog Eduard Meyer. Er is weinig informatie over de
periode dat de Hyksos over Egypte heersten en men neemt aan dat er ten tijdens
deze periode ruimte was voor iemand zoals Jozef. Deze plaatsing op de tijdsbalk geeft wel
problemen met enkele historische feiten die nochtans gekend moeten zijn. Zo vereerden
de Hyksos de afgod Seth (Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, Chapter VII). De
Hyksos verkozen deze godheid boven alle andere goden van Egypte wiens
erediensten verboden waren.
Het Bijbelboek Genesis 41:45 leert echter
dat Jozef getrouwd was met Asnath, de dochter van Potifera, de priester van
On. De plaats On, in de Griekse taal; Heliopolis genoemd, was het
middelpunt van de Egyptische eredienst van de zonnegod Ra. En dit is een
bewijsstuk tegen de plaatsing van Jozef op de tijdsbalk ten tijde van de
Hyksos. Ik kan me geen eredienst van de Egyptische god Ra voorstellen ten tijde
van deze niets ontziende vreemde heersers.
Nog een bewijs dat Jozef geen onderkoning
van een Hyksos-farao geweest kon zijn is het feit dat volgens de Bijbel de Israëlieten
aan het hof van farao een tolk nodig hadden.
Genesis 42:22 Toen antwoordde Ruben hun: Heb ik u niet gezegd:
bezondigt u niet aan de knaap! Maar gij hebt niet geluisterd. Nu wordt zijn
bloed van ons geëist. 23 Zij wisten
echter niet, dat Jozef hen verstond, want zij gebruikten een tolk. 24 Toen wendde hij zich van hen af en
weende. Daarna keerde hij tot hen terug en sprak met hen; hij nam Simeon uit
hun midden en liet hem in hun bijzijn binden.
De Hyksos stamden uit Klein-Azie. Zij zijn hetzelfde
volk als de Bijbelse Amalekieten. En Amalek was een nazaat van Esau, de zoon
van de aartsvader Isaak. Hun talen en/of dialecten waren aldus verwant en voor
elkaar verstaanbaar. Net zoals men vandaag in eigen land van de Noordzeekust
tot aan de Schelde, tot aan de Maas en zelfs tot aan de Rijn een serie
dialecten kent van Vlaams, naar Brabants, naar Limburgs, naar Platduits, die
(met wat begrip) voor elkaar verstaanbaar zijn.
De Egyptische taal daarentegen was een vreemde taal
(zie Psalm 114:1). Indien Jozef ten tijde van een Hyksos-farao onderkoning was,
zou een tolk overbodig geweest zijn en zouden de broers niet onachtzaam met
elkaar gecommuniceerd hebben.
Wordt vervolgd
Met vriendelijke groet,
Robert De Telder
|