De
Assyrische annalen betreffende Adad Nirari III aan de chronologische gegevens
van de Bijbel aangepast.
De
Assyriër Adad Nerari III was een tijdgenoot van de Bijbelse koningen Joahaz en
Joas in Israël en van Joas en Amazia in Juda. De Assyrische minderjarige koning
Adad Nirari III volgde onder voogdijschap van zijn moeder koningin Sammurat,
zijn vader Shamsi Adad V op. Zijn regeringsjaren zijn volgens de orthodoxe
berekening: 812/783 v. Chr. Volgens mijn revisie regeerde hij echter van 847
tot 820 v. Chr. Zie link: http://www.shopmybook.com/nl/Robert-De-Telder/DE-ASSYRIOLOGIE-HERZIEN
Van de
moeder koningin en regentes Sammurat is een stele bewaard gebleven (gevonden te
Kalat Sherkat in Assyrië) waarin het co-regentschap met de minderjarige Adad
Nirari III vermeld wordt. Een andere vermelding (Sabaa stele) geeft een
periode van vijf jaar als de duur van het co-regentschap.
De
orthodoxie identificeert koningin Sammurat met de legendarische Semiramis, de
vrouw van de Bijbelse Nimrod, de eerste machthebber op aarde na de grote vloed.
De Bijbelse gegevens betreffende Nimrod worden door hen als mythe beschouwd.
Dit is echter niet mijn uitgangspunt. Het Bijbelboek Genesis is
geschiedschrijving. De Sammurat van de 9de eeuw voor Christus is dus te
onderscheiden van de Semiramis van het derde millennium voor Christus.
De eerder
vermelde Sabaa-stele verhaalt eveneens een militaire campagne van Adad Nirari
III naar Damascus in zijn vijfde regeringsjaar. Dit jaar is volgens de revisie
nu het jaartal 843 v. Chr.:
Against Aram I marched. Mari', king of Aram, in
Damascus his royal city, I shut up. The terrifying splendour of Assur
overwhelmed him and he laid hold of my feet, he became my vassal. 2300 talents
of silver, 20 talents of gold, 3000 talents of copper, 5000 talents of iron,
coloured woollen and linen garments, an ivory bed, an ivory couch...his
property and his goods, in immeasurable quantity, in Damascus, his royal city,
in his palace, I received.
Dit
gegeven past niet met de Bijbelse gegevens betreffende Damascus/Aram als
belager van het tienstammenrijk. Het Bijbelboek 2 Koningen geeft Aram weer als
een vijand van koning Joahaz van Israël tot praktisch het einde van diens
regeringstijd van zeventien jaar, van 847 tot 830 v. Chr.. Een Assyrische
belegering van Damascus met een verzwakking van Aram tot gevolg past niet in
dit tijdsschema. Hierna het betreffende Bijbelgedeelte:
2 Koningen
13:1 In het drieëntwintigste jaar van Joas, de zoon van Achazja, de koning van
Juda, werd Joachaz, de zoon van Jehu, koning over Israël te Samaria; hij
regeerde zeventien jaar. 2 Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN en volgde
de zonden na, die Jerobeam, de zoon van Nebat, Israël had doen bedrijven;
daarvan week hij niet af. 3 Daarom ontbrandde de toorn des HEREN tegen Israël,
en Hij gaf hen in de macht van Hazaël, de koning van Aram, en in de macht van
Benhadad, de zoon van Hazaël, al die tijd.
4 Maar
Joachaz zocht de gunst van de HERE, en de HERE hoorde naar hem, want Hij had
gezien hoe zwaar de koning van Aram Israël verdrukte. 5 En de HERE gaf aan
Israël een verlosser, zodat zij onder de overheersing van Aram uit kwamen en de
Israëlieten in hun tenten konden wonen zoals tevoren. 6 Toch weken zij niet af
van de zonden van het huis van Jerobeam, die hij Israël had doen bedrijven;
daarmee gingen zij voort. Ook bleef te Samaria de gewijde paal staan. 7
Waarlijk, hij had aan Joachaz geen krijgsvolk overgelaten dan vijftig ruiters,
tien strijdwagens en tienduizend man voetvolk; want de koning van Aram had hen
te gronde gericht en hen gemaakt als stof bij het dorsen. 8 Het overige van de
geschiedenis van Joachaz en alles wat hij gedaan heeft en zijn dappere daden,
is dat niet beschreven in het boek van de kronieken der koningen van Israël? 9
Joachaz ging bij zijn vaderen te ruste en men begroef hem in Samaria; zijn zoon
Joas werd koning in zijn plaats.
De
conclusie moet zijn dat de vermelding op de Sabaa stele betreffende de
belegering van Damascus in het vijfde
regeringsjaar van Adad Nirari III fout is. Hoogstwaarschijnlijk hebben we
met een schrijffout te maken en is het
vijftiende regeringsjaar van Adad Nirari III bedoeld. De Assyrische gegevens
onderling spreken elkaar ook tegen wat maakt dat ik van een foutieve Assyrische
kroniek kan uitgaan. De bekende eponiemlijsten geven namelijk voor het vijfde
regeringsjaar van Adad Nirari III geen campagne naar Damascus weer, maar een
veldtocht naar Arpad in Noord-Syrië. Wat vreemd is aangezien Arpad slechts een
provinciestad was en Damascus daarentegen de hoofdstad van het machtige Aram.
Hierna de Eponiemlijst van alle regeringsjaren van Adad Nirari III ter
illustratie. De jaren tussen haakjes zijn de jaartallen van de orthodoxe met
rechts mijn gereviseerde jaartallen:
[809/808] 847/846 During the eponymy of Adad-Nirari [III], the king of Assyria,
campaign against Media
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[808/807] 846/845 During the eponymy of Nergal-ilaya,
the commander in chief, campaign against Guzana.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[807/806] 845/844 During the eponymy of Bêl-dân, the
palace herald, campaign against Mannea.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[806/805] 844/843 During the eponymy of Sil-Bêli, the
chief butler, campaign against Mannea.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[805/804] 843/842 During the eponymy of Aur-taklak,
the chamberlain, campaign against Arpad.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[804/803] 842/841 During the eponymy of Ilu-issiya,
governor of Aur, campaign against Hazazu.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[803/802] 841/840 During the eponymy of Nergal-ere,
governor of Rasappa, campaign against Ba'alu.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[802/801] 840/839 During the eponymy of
Aur-balti-ekurri, governor of Arrapha, campaign against the Sealand; plague.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[801/800] 839/838 During the eponymy of Inurta-ilaya,
governor of Ahizuhina, campaign against Hubukia.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[800/799] 838/837 During the eponymy of ep-Itar,
governor of Nisibis, campaign against Media.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[800/799] 837/836 During the eponymy of ep-Itar,
governor of Nisibis, campaign against Media
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[799/798] 836/835 During the eponymy of
Marduk-imanni, governor of Amedi, campaign against Media.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[798/797] 835/834 During the eponymy of
Mutakkil-Marduk, the chief eunuch, campaign against Luia.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[797/796] 834/833 During the eponymy of
Bêl-tarsi-iluma, governor of Kalhu, campaign against Namri.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[796/795] 833/832 During the eponymy of
Aur-bêla-usur, governor of Habruri, campaign
against Manduate.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[795/794] 832/831 During the eponymy of Marduk-aduni,
governor of Raqmat, campaign against Der.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[794/793] 831/830 During the eponymy of Kinu-abua,
governor of Tuhan, campaign against Der.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[793/792] 830/829 During the eponymy of
Mannu-ki-Aur, governor of Guzana, campaign against Media.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[792/791] 829/828 During the eponymy of
Muallim-Inurta, governor of Tille, campaign against Media.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[791/790] 828/827 During the eponymy of Bêl-iqianni,
governor of ibhini, campaign against Hubukia.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[790/789] 827/826 During the eponymy of ep-ama,
governor of Isana, campaign against Itu'a.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[789/788] 826/825 During the eponymy of
Inurta-mukin-ahi, governor of Nineveh, campaign against Media.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[788/787] 825/824 During the eponymy of Adad-muammer,
governor of Kalizi, campaign against Media; foundations of the temple of Nabû
in Nineveh laid.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[787/786] 824/823 During the eponymy of Sil-Itar,
governor of Arbela, campaign against Media; Nabû entered his new temple.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[786/785] 823/822 During the eponymy of
Nabû-arra-usur, governor of Talmusu, campaign against Kisku.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[785/784] 822/821 During the eponymy of Adad-uballit,
governor of Tamnuna, campaign against Hubukia; [the god] Anu the Great went to
Der.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[784/783] 821/820 During the eponymy of
Marduk-arra-usur, governor of Arbela, campaign against Hubukia.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[783/782] 820/819 During the eponymy of Inurta-nasir,
governor of Mazamua, campaign against Itu'a.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
[782/781] 819/818 During the eponymy of Iluma-le'i,
governor of Nisibis, campaign against Itu'a.
De
conclusie moet zijn dat naar het einde toe van de regeringsperiode van Joahaz
van Israel, en los van de tegensprekelijke eponiemlijst een Assyrische invasie
in Aram heeft plaatsgevonden. Vermoedelijk in het vijftiende regeringsjaar van
Adad Nirari III.
De Assyriër
Adad Nirari III werd zodoende een verlosser voor Israël:
2 Koningen
13:5 En de HERE gaf aan Israël een verlosser, zodat zij onder de overheersing
van Aram uit kwamen en de Israëlieten in hun tenten konden wonen zoals tevoren.
De Bijbel
noemt de naam noch de nationaliteit van deze verlosser die hen van de
overheersing door Aram verloste. Maar ook in het Assyrische verslag wordt
bijvoorbeeld de naam van de koning van Aram niet genoemd. Er is slechts een
verwijzing naar een Mari, koning van Aram. Mari is hier geen eigennaam maar
betekent alleen HEER. De Assyrische berichtgeving voor deze tijdsperiode is
onduidelijk en levert vraagteken op vraagteken. Met de hulp van de historische
boeken van de Bijbel en de fragmentarische Assyrische gegevens is het mogelijk
een en ander te reconstrueren. De Eponiemlijst vermeldt in het vijftiende
regeringsjaar van Adad Nirari III een campagne naar Manduate. Dit gebied
wordt algemeen als de Beka-vallei in de Libanon geïdentificeerd. Het ligt voor
de hand aangezien het van de Beka-vallei slechts een steenworp naar Damascus
is, en in dat zelfde jaar Damascus belegerd werd. Er is ook een stele van Adad
Nirari III gevonden waar deze claimt schatting van koning Joas van Israël
ontvangen te hebben. Dit gegeven past ook in mijn gereviseerd jaar 833 v. Chr.
met het eerste regeringsjaar van Joas als co-regent met zijn vader Joahaz over Israël.
Zie Genesis versus Egyptologie: http://www.shopmybook.com/nl/Robert-De-Telder/GENESIS-versus-EGYPTOLOGIE
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert De
Telder
|