Dit blog is een onderdeel van EVODISKU WAT IS DE BEDOELING EN WAAR STAAT DIT BLOG VOOR
****Wie meent dat alles inmiddels wel over de evolutietheorie gezegd is en dat de discussie gesloten kan worden, ziet over het hoofd dat de wetenschap niet stil staat.
***Wie meent dat inmiddels het creationisme definitief het pleit heeft verloren en dat de discussie gesloten kan worden , ziet over het hoofd dat het "creationisme" is geevolueerd ( en zal evolueren ) in nieuwere mimicrytische vormen( meme-complexen ) zoals bijvoorbeeld het ID(C)
***Dit blog is speciaal opgezet om de aktualiteit binnen het evolutie-creationisme debat te volgen en van kommentaren te voorzien ... waartoe de lezers zijn uitgenodigd bij te dragen ...
Let echter wél op het volgende :
"Je bent een rund als je hier met religie stunt " ....
Britse en Chinese wetenschappers (2) hebben een nieuw soort vliegend reptiel (1)ontdekt. Ze hebben twintig fossiele skeletten onderzocht die eerder dit jaar zijn gevonden in Noordoost-China, in rotsen die 160 miljoen jaar oud bleken te zijn.(ongeveer de grenslijn tussen Midden- en Laat - Jura ) Deze pterosurier vloog rond tijdens de overgang van de midden- naar de late jura, en minstens tien miljoen jaar eerder dan de eerste vogel, archeopteryx.
De onderzoekers doopten de nieuwe pterosaurus of vliegend reptiel (1-) Darwinopterus (de vleugel van Darwin), omdat hij het bewijs kan zijn voor een ongewone vorm van evolutie.
Wetenschappers kennen al langer twee verschillende groepen pterosauria-morfen : * De oudste zijn de"basale" pterosauriers 'rhamphorhynchoidae' :primitieve vliegende reptielen met relatief korte schedels voorzien van verschillende dinstinctieve "openingen ", lange cervicale ( nek) ribben , een korte metacarpus ( zoiets als een handpalm of een voetzool ) , lange staarten( met de onvermijdelijke uitzonderingen en een groot vliegmembraam dat is gespannen tussen de achterpoten= het cruropatagium ) Deze pterosaurus-groep dateert van die in het begin van het mesozoïcum (220-65 miljoen jaar geleden/ -->ze duiken voor het eerst op in het laat trias ) :ze zijn van (relatief)klein tot medium postuur Jeholopterus nichengensis http://www.universitario.com.br/noticias/noticias_noticia.php?id_noticia=8577 http://nl.wikipedia.org/wiki/Jeholopterus * De jongste groep zijn de Pterodactyloidae : complexere pterosauria met een korte staart .De schedels zijn lang en smal , er is vooraan een enkele grote opening ( ipv twee ) voor beide ogen ...de cervicale riben ontbreken, ze bezitten een lange metacarpus, het cruropatagium is allometrisch gereduceerder geworden ....Ze duiken op in het laat Jura en konden soms gigantische proporties aannemen .... *De laatste groep (pterodactyloidae) evolueerden uit de eerste groep, ( rhamphorhynchoidae) maar tussen beide groepen zat een enorm evolutionair gat.
De nieuwe Darwinopterus zit met zijn 160 miljoen jarige ouderdom zowat ( met zijn groep )in het midden van het plaatje. Het roofdier had lange kaken, scherpe tanden en een vrij flexibele nek en was ongeveer zo groot als een kraai. Volgens de onderzoeker kan je hem waarschijnlijk het best vergelijken met de hedendaagse havik.
Darwinopterus betekende ook een aantal niet bevestigde meer algemene (speculatieve )verwachtingen (=educated guesses ) voor ons, zegt David Unwin van de University of Leicester, een van de onderzoekers. (2) Maar dat leverde dcus wel heel veel nieuw fossiel (bewijs)materiaal op, ter ondersteuning van " gewijzigde " en nieuwe werkhypothesen over de evolutie van ( in dit geval) deze tussengroep van pterosauriers .. We hadden verwacht dat de transitie-groep ( waartoe deze darwinoptgerus als soort hoort ) tussen beide pterosauriers( de primitieve en de geavanceerde ) eengeleidelijke overgangzou tonen, zoals bijvoorbeeld een staart die noch lang noch kort zou zijn. Maar Darwinopterus heeft vreemd genoeg het het hoofd en de nek van de geavanceerde pterosaurus, terwijl de rest van het skelet, inclusief de erg lange staart, identiek is aan dat van de "primitieve "pterosaurussen.De geologische ouderdom van Darwinopterus en de bizarre combinatie van geavanceerde en primitieve kenmerken openbaart heel wat overde evolutie van deze pterosaurus. Die evolutie ging vooral heel snel met veel grote verandering op korte tijd.(Op geologische tijdschaal ). Voorts valt op dat hele groepen kenmerken die belangrijke structuren vormen, zoals de schedel, de nek of de staart,samen blijken te zijn geëvolueerd: eerst het hoofd en de nek, later gevolgd door het lichaam, de staart, de vleugels en de poten. Het lijkt er dus op dat natuurlijke selectie op hele modules inwerkte, en niet, zoals we verwachtten, op specifieke kenmerken zoals de vorm van de bek of van de tanden. Dat gegeven ondersteunt het controversiële idee van relatief snelle modulaire evolutie.(3) ( in de citaten staan de het rood gemaakte zinsneden voor mijn persoonlijke (vervangende ) interpreterende vertalingen (van bepaalde termen en zinnetjes ) of mijn toegevoegde nota's)
Het onderzoek staat in het britse Proceedings of the Royal Society B. zie bijlage ( onderaan /aan te klikken )
Figure 2. Holotype ZMNH M8782 (a,b,e) and referred specimen YH-2000 ( f ) of D. modularis gen. et sp. nov.: (a) cranium and mandibles in the right lateral view, cervicals 1-4 in the dorsal view, scale bar 5cm; (b) details of the dentition in the anterior tip of the rostrum, scale bar 2cm; (c) restoration of the skull, scale bar 5cm; (d) restoration of the right pes in the anterior view, scale bar 2 cm; (e) details of the seventh to ninth caudal vertebrae and bony rods that enclose them, scale bar 0.5 cm; ( f ) complete skeleton seen in the ventral aspect, except for skull which is in the right lateral view, scale bar 5 cm.
Figure 4. Phylogenetic relationships and evolutionary context of
Darwinopterus. (a) Phylogenetic analysis of Pterosauria (see the electronic supplementary material for details), possible alternative locations for Darwinopterus indicated by D1 and D2.
(
b) Schematic restorations of a basal pterosaur (above), Darwinopterus (middle) and a pterodactyloid (below) standardized to the length of the DSV, the arrow indicates direction of evolutionary transformations; modules: skull (red), neck (yellow), body and limbs (monochrome), tail (blue); I, transition phase one; II, transition phase two.
(c) Time-calibrated phylogeny showing the temporal range of the main pterosaur clades; basal clades in red, pterodactyloids in blue; known ranges of clades indicated by solid bar, inferred ghost range by coloured line; footprint symbols indicate approximate age of principal pterosaur track sites based on Lockley et al. (2008); stratigraphic units and age in millions of years based on Gradstein et al.(2005). 1, Preondactylus; 2, Dimorphodontidae; 3, Anurognathidae; 4, Campylognathoididae; 5, Scaphognathinae; 6, Rhamphorhynchinae; 7, Darwinopterus; 8, Boreopterus; 9, Istiodactylidae; 10, Ornithocheiridae; 11, Pteranodon; 12, Nyctosauridae; 13, Pterodactylus; 14, Cycnorhamphus; 15, Ctenochasmatinae; 16, Gnathosaurinae; 17, Germanodactylus; 18, Dsungaripteridae; 19, Lonchodectes; 20, Tapejaridae; 21, Chaoyangopteridae; 22, Thalassodromidae; 23, Azhdarchidae. Abbreviations:M, Monofenestrata; P, Pterodactyloidea; T, Pterosauria; ca, caudal vertebral series; cv, cervical vertebral series; mc, metacarpus; na, nasoantorbital fenestra; r, rib; sk, skull; v, fifth pedal digit.
Darwinopterus is in there, tooit's the small purple box numbered "7". You can see from this diagram that it is a pterosaur in a very interesting position, just off the branch that gave rise to the pterodactyls. How it got there is interesting, too: it's basically a pterosaur body with the head of a pterodactyl. Literally
Phylogenetic analysis confirms that, as strongly suggested by its apparent transitional nature, Darwinopterus is the sister-taxon to Pterodactyloidea (it has to be outside of this major clade, as published definitions are node-based*).
Pterodactyloidea [adjacent 'family tree', from Unwin (2003), Basal pterosaurs, aka 'rhamphorhynchoids', are down at the bottom in blue; pterodactyloids are in purple]. Diverse Links over pterosauriers
(1) Er wordt herhaaldelijk in dit artikel nogal ergerlijk en slordig gesproken over " vliegende dino's" Maar pterosauriers( = zoals ze gebruikelijk genoemd worden in in de spreektaal /maar eigenlijk zijn het pterosauria-morfen ) zijn zeker GEEN dinosauriers (= deze vliegende reptielenzijn zelfs geen dinosauro-morfen ) Het zijn archosauriers http://nl.wikipedia.org/wiki/Pterosauri%C3%ABrs .....Om een structuur te krijgen die de volle verwantschappen weergeeft en direct aansluit bij de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, kunnen we een cladogram gebruiken zoals dit van Unwin:[16]
(2) Hoofdonderzoeker is Junchang Lü /Institute of Geology, Chinese Academy of Geological Sciences, Beijing
(3) Modulaire evolutie levert de zogenaamde " mozaik"-types op (PZ MEYERS)" .....The transitional form between two species isn't necessarily a simple intermediate between the two in all characters, but may be a mosaic: the anatomy may be a mix of pieces that resemble one species more than the other. In this case, what happened in the evolution of the pterodactyls was that first a pterodactyl-like skull evolved in a pterosaur lineage, and that was successful; later, the proto-pterodactyls added the post-cranial specializations. Not everything happened all at once, but stepwise...."
zie ook --> Een voorbeeld van mozaik evolutie (Terrence 2010)
(Bart klink) http://evolutie.blog.com/2009/10/02/voorspellen-is-moeilijk-vooral-van-het-verleden/#comments (#31) - Voor vakmensen is het duidelijk dat je op grond van (!) de ET voorspellingen kunt doen. Deze voorspellingen worden echter niet gedaan om de waarheid van de ET te bewijzen, maar om vragen binnen de evolutiebiologie te beantwoorden, bijvoorbeeld of soort A meer verwant is aan B dan aan C. - Om leken te overtuigen van de waarheid van evolutie (hetgeen voor vakmensen dus niet meer nodig is), moet je expliciete voorbeelden aanhalen van uitgekomen voorspellingen.
Ditmaal gaat het om zowel fossiele bewijsstukken alsook om daaraan gerelateerde evidenties van mutaties in het genoom (=genetische blauwdrukken) van bepaalde huidige zoogdieren ... dat vormt opnieuw een zoveelste ondersteuning voor de theorie van Charles Darwin .(1)
De onderzoekers waren in staat om het geleidelijke verlies van tandglazuur bij sommige zoogdieren te correleren aan hun fossiel archief , én aan een gelijktijdig optredend moleculaire verval van een bepaald gen : Het gaat om het email ( enamelin )gen, dat betrokken is bij de vorming van tandglazuur bij zoogdieren.
Email is de hardste stof in het lichaam van gewervelden, en de meeste zoogdieren hebben tanden bedekt met dit glazuur . Er bestaan echter (huidige )zoogdieren zonder gemineraliseerde tanden (bijv. baleinwalvissen, miereneters, Schubdieren) en van zoogdieren met tanden maar zonder glazuur (bijvoorbeeld, luiaards, Aardvarkens en pygmee potvissen). (2)
Bovendien kon men opsporen wanneer in de relevante fossielen van deze geslachten , het glazuur is verloren is gegaan .
"Het fossielen bestand is vrijwel kompleet beperkt tot de harde weefsels zoals botten en tanden," aldus Mark Springer, een professor in de biologie, die de studie leidde. "Gezien deze beperking, zijn er erg weinig gelegenheden om onderzoek te doen naar de co-evolutie van genen in het genoom van levende organismen en de morfologische kenmerken zoals ze zijn bewaard in het fossiel archief ."
In 2007 begon Springer, samen met Robert Meredith en John Gatesy v/h departement Biologie aan de UC Riverside, met een studie van de zoogdieren zonder tandglazuur en de toestand van hun enamelin gen. Ze voorspelden dat we allerlei variante copies van het gen, dat codeert voor email-proteine zouden vinden , maar dat gen zou , in de glazuurloze zoogdieren , genetisch verval vertonen
"Zoogdieren zonder email stammen af van voorouderlijke vormen die wél tandglazuur " zei Springer. " We voorspelden dat glazuur-specifieke genen zoals enamelin , moleculair verval kunnen tonen , omdat deze genen niet langer nodig zijn in deze organismen , om te overleven.;deze genen kunnen bijvoorbeeld vestigaal en rudimentair of zelfs kapot /pseudo-gen geworden zijn "
De onderzoekers vonden in het lab ,bewijs gevonden van dergelijke moleculaire gatenkaas in het genoom van deze levende organismen. Met behulp van moderne genetische sequentie-technologie,ontdekte Meredith mutaties in het enamelin -gen datde codering ter vorming van het email -proteine verstoort ...wat de vernietiging van de genetische blauwdruk voor de vorming van glazuur ,veroorzaakt
Resultaten van de studie verschenen in het open access-E-tijdschrift PLoS Genetics van 4 september )
Darwin stelde dat alle organismen afstammen van een of enkele organismen ( common descent ) en dat de natuurlijke selectie (en de erfelijke variatie )instaan voor (ongerichte ) evolutionaire veranderingen (RM + NS mechanisme ) .
Uit de fossiele vondsten blijkt dat de eerste (oudste )zoogdieren tanden bezaten mét glazuur. Zoogdieren zonder glazuur moeten dus afstammen van zoogdieren met email bedekte tanden.
"We konden dus voorspellen dat de niet-functionele "overblijfselen" van de genen die coderen voor glazuur ,moeten worden gevonden in zoogdieren zonder tandglazuur," zei Springer. "Toen we onze voorspellingen maakten , beschikten we nog niet over de sequenties voor het enamelin gen in tandglazuur-loze zoogdieren. Sindsdien is in mijn laboratorium gewerkt aan het ontrafelen van deze sequenties, zodat we onze voorspelling konden testen."
Eerdere evolutiebiologische studies ,over de morfologische degeneratie gerelateerd aan fossiele organismen , hebben slechts beperkte en zeer algemene aanwijzingen opgeleverd van de moleculaire verval in het genoom. De studie onder leiding van Springer maakte gebruik van de hardheid van het tandglazuur om een meer robuust en gedetailleerd voorbeeld voor de correlatie genmutaties /fossiele morfologie neer te zetten
"De moleculaire tegenhangers van rudimentaire organen zijn de pseudogenen die afstammen van voorheen functionele genen," legde Springer uit. "In ons onderzoek hebben we duidelijk laten zien dat de parallelle evolutie van tandglazuur- verlies ( zoals vasttelbaar in het fossielen archief )en de genetische ( in dit voorbeeld ) verval-mutaties laten zien"
In grote lijnen bestond het onderzoek uit de volgende stappen:
*Ten eerste, Meredith verzamelde de DNA-sequenties betrokken van het enamelin gen bij diverse verschillende zoogdieren.
*Vervolgens analyseerden de onderzoekers de gevonden sequenties met behulp van een verscheidenheid aan moleculaire evolutionaire methoden, met inbegrip van de nieuwe benaderingen ontwikkeld door de groep Springer.
*Tenslotte, de groep gebruikt de resultaten van hun analyses om de vorige werkhypothesen te toetsen en nieuwe te genereren.
"Momenteel zijn we actief bezig met het ontcijferen van de evolutionaire geschiedenis van andere genen die betrokken zijn bij de vorming van glazuur," zei Springer.
Auteurs van de studie zijn
Springer; Meredith, a postdoctoral scholar in Springer's lab; Gatesy, an associate professor of biology; William Murphy of Texas A&M University; and Oliver Ryder of the San Diego Zoo's Institute for Conservation Research, Calif.
Meredith, the first author of the research paper, performed all the lab work and, under guidance from Springer and Gatesy, ran most of the computer analyses.
(1) De evolutie-theorie is allang "bewezen "( met behulp van duizenden papers )en is ook allang voorbij het beginpunt van Darwin ... Geen enkele zinnige of verantwoordelijke wetenschapjournalist mag nog triomfantelijk beweren dat nu een bewijs voor Darwin's theorie is geleverd ..
Dat toch doen is (misschien ) luie journalistiek , simpele bladvulling en tijd verprutserij .. Maar veel erger is dat het de (verkeerde) indruk wekt , dat de ET nog steeds controversieel is in de wetenschap ...Dat is NIET zo .
-Creationisten en ID-ots beweren natuurlijk ( uit zelotische , apologetische en propagandistische overwegingen ) dat het wél het geval is ... Beroeps (wetenschap)journalisten die vinden dat ze kritiekloos ( zonder verder daadwerkelijk onderzoek door de journalist in kwestie ) alle "aspecten"en partijen in het "publieke " debat moeten laten aan bod komen in naam van de "vrije meningsuiting ", vergeten bovendien nogal eens ( naast dom en lui-gedrag = klakkeloos iets over nemen !!! ) , dat het inhoudelijke(= het curriculum en de huidige lopende onderzoeken ) van de natuurwetenschap , GEEN gevolg is van een soort democratisch besluitvorming , waarbij de opinie van een algemene publieke (wissel)meerderheid primeert, maar een kennisgebied waar kunde ,expertise en vooral de materieele toetsing en/van/of de aangedragen materieele bewijstukken van de voorgestelde ( corroboreerbare ) oplossingen door de erkende vaklui ,de(voorlopige ) en vermoedelijk best voorhanden natuurwetenschappelijke verklaringen leveren ....
Vrijwel alle nieuwe ontdekkingen in de levenswetenschappen ondersteunen ,in de zin van nieuw "bewijs" ,de evolutietheorie Wetenschappers en rationalisten zijn dat natuurlijk gewend , maar de loochenaars zijn dat niet ; Evolutie-ontkenners ( =meestal zijn dat ook "komplot" denkers en zelfs niet persé "Democraten " ondanks hun lippendienst , want ze zijn meestal ook supporters van theocraten ) moeten we zonder aarzelen er met hun neus blijven in wrijven ...bij alle gelegenheden die zich voordoen ...
Symbols next to taxon names denote taxa having teeth with enamel, taxa having teeth without enamel, and edentulous taxa. Branches are functional (black), pre-mutation (blue), mixed (purple), and pseudogenic (red). Vertical bars on branches represent frameshift mutations (see Table S1). Frameshifts that map unambiguously onto branches are shown in black. Frameshifts shown in white are unique, but occur in regions where sequences are missing for one or more taxa (Figure S7) and were arbitrarily mapped onto the youngest possible branch. Homoplastic frameshifts (deltran optimization) are marked by numbers. Numbers after taxon names indicate the minimum number of stop codons in the sequence (before slashes) and the length of the sequence (after slashes).
Zoogdieren en middenoor Er is weer een zoogdier gevonden uit het reptielen tijdperk Het fossiel is afkomstig van de beroemde vindplaatsen in de Yixian formatiesin het NO van China ...
Chinese en Amerikaanse paleontologen publiceerden in het wetenschappelijke tijdschrift Science een artikel over een fossiele insecteneter. De ouderdom van het zoogdier wordt geschat op 123 miljoen jaar, midden in het Mesozoïcum, het tijdperk van de dinosauriers
Wat ons het meest interesseerde , is het oor van deze insecteneter, zei onderzoeker dr. ZheXi Luo, van het Carnegie Museum of Natural History. Zoogdieren hebben een veel gevoeliger gehoor dan andere gewervelde dieren.
MIDDENOOR
Zoogdieren hebben een veel beter ontwikkeld gehoor dan alle andere gewervelde dieren, en mede daardoor konden de zoogdieren een leefwijze ontwikkelen die sterk op dat goede gehoor berust.
Evolutiebiologen veronderstellen dat de ontwikkeling van een complexe en efficient gehoor een overlevingsvoordeel bood ; detectie van prooien en praedatoren werd vergemakkelijkt en de communicatie ( dus ook het vinden van een geschikte partner ) verbeterd
Dankzij de gevoelige middenoorstructuur hoort een zoogdier zowel hoge als lage tonen. Het zoogdier-middenoor, bestaat uit drie botjes (stijgbeugel, hamer en aambeeld) en een benige ring voor de trommelholte.
Juist daarom hebben paleontologen en evolutionaire biologen al langer dan een eeuw naarstig gespeurd naar aanwijzingen die zouden kunnen leiden tot inzicht in de evolutionaire ontwikkeling van het oor.
aantoonbare/waargenomen anatomisch tusenstappen in de middenoorstructuur van fossiele "primitieve " zoogdieren in elkaar zaten , bleef tot en met de ontdekking van Yanacodon onduidelijk....
De in 2007 ontdekte Yanocodon liet voor het eerst zo'n tussenliggende stap zien. Daar is nu de maotherium asiaticus bij gekomen
Vergelijking tussen het oor en de kaak van Yanocodon & Maotherium met die van verwanten
All modern mammals (platypus, opossum and human) have a middle ear separated from the lower jaw (see example from living opossum). This jaw-ear separation is an important evolutionary innovation. It becomes possible for mammals to have a delicate and highly sensitive ear structure for better hearing, and to have a more robust lower jaw and jaw hinge for better feeding. Also, the jaw and ear are not interfering with each other. By comparison, the middle ear bones are a part of the lower jaw and form the jaw hinge in pre-mammalian relatives (see the example of Morganucodon).
The ear bones in Maotherium are partly separated from the jaw, and more similar to those in modern mammals than to mammaliaforms, but still retain the pre-mammalian condition in which the jaw and the ear are connected to each other. Moreover, the connected jaw-ear structure of Maotherium is similar to the ear structure of modern mammals at embryonic and fetal growth stages. This phenomenon is known as paedomorphosis (paedo: child-like; morphosis: similarity) and is caused by timing change in growth. The analysis of the new fossil suggests that the evolutionary pattern of the mammalian ear is directly related to timing changes in growth, as well as in changes in genes for mammalian development.
(Photo Credit: Zhe-Xi Luo/Carnegie Museum of Natural History)
Maotherium is related to such modern mammals as Didelphis. But unlike marsupials and placentals, in which the middle ear is separated from the mandible, in Maotherium the middle ear is still attached to the mandible. Recent developmental biology studies have shown that the connection of middle ear to the mandible can re-appear as the genes control their development can change, and such genetic and developmental changes can impact evolution. Maotherium provides a strong case of how development has impacted fossil evolution in the deep history of Earth. Credit: Zhe-Xi Luo/Carnegie Museum of Natural History
De middenoorbotjes van Maotherium asiaticus zijn voor het grootste deel gelijk aan die van hedendaagse zoogdieren. Volgens de onderzoekers heeft het dier daarnaast een ongebruikelijke verbinding tussen de onderkaak en het middenoor, het verbeende Meckels kraakbeen. Deze structuur komt voor bij zoogdierembryos en in het middenoor van uitgestorven zoogdieren.
Fossiel zoogdier met unieke eigenschappen toont evolutie van middenoor Auteur: prof. dr. A.J. (Tom) van Loon
De vondst van een zoogdier in 2007 , dat 125 miljoen jaar geleden leefde in wat nu de Chinese provincie Hebei is, toonde voor het eerst hoe het middenoor - een van de meest kenmerkende verschijnselen van de moderne zoogdieren - zich evolutionair ontwikkelde.
Het dier, dat Yanocodon allini is genoemd, werd ongeveer 300 km van Beijing gevonden in de Yixian-Formatie; het is het eerste fossiele zoogdier dat in de provincie Hebei is gevonden. Het dier, dat 15 cm lang was en waarschijnlijk ongeveer 30 gram woog, had tanden die kenmerkend zijn voor dieren die insecten en wormen eten. Met zijn lange lichaam en korte poten met klauwen was hij goed toegerust om te graven of onder de grond te leven.
Het holotype van Yanocodon allini, aangetroffen op een splijtvlak waardoor het fossiel in beide stukken kan worden bestudeerd.
Bij onderzoek bleek dat het middenoor van Yanocodon het midden houdt tussen dat van de moderne zoogdieren en dat van de naaste verwanten; het biedt volgens de onderzoekers een zeldzame mogelijkheid om de ontwikkeling van het zoogdieroor te onderzoeken. Dat is niet alleen interessant omdat daarmee een van de specifieke evolutionaire aanpassingen van zoogdieren kan worden onderzocht, maar ook omdat daaruit blijkt hoe een complexe structuur geleidelijk door evolutie ontstaat (en niet door intelligent design zoals de creationisten beweren(= een IC ontwerp ).
Vindplaats van Yanocodon
Reconstructie van het skelet (door Mark A. Klingler, CMNH)
Daarnaast vertoont Yanocodon nog enkele unieke eigenschappen. Zo had hij verbazend veel wervels: 26 in zijn borst en heup, terwijl de meeste uitgestorven zoogdieren er slechts 19 of 20 hadden. Mede aan dat grote aantal wervels dankt hij zijn langgerekte vorm. Een andere zeldzame eigenschap is dat hij ook ribben ter hoogte van zijn middel had. Met al deze kenmerken lijkt Yanocodon soms dichter bij de Marsupialia (buideldieren) te staan dan bij de Placentalia (zoogdieren die bij zwangerschap een placenta ontwikkelen), soms juist andersom.
Reconstructie van Yanocodon allini (door Mark A. Klingler, CMNH).
Referenties:
Luo, Z.-X., Chen, P., Li, G. & Chen, M., 2007. A new eutriconodont mammal and evolutionary development in early mammals. Nature 446, p. 288-293.
* Hieronder heb ik, integraal een encyclopedisch artikel geplaatst van de univ. van California http://beta.revealedsingularity.net/article.php?art=mammal_ear Het artikel toont de fossiele "overgangen " aan die hebben geleid tot de uiteindelijke ontwikkeling van het huidige midden-oor-apparaat bij zoogdieren
Evolutie van het zoogdieren-middenoor
De evolutie van het zoogdieren middenoor is een uniek gebeuren binnen de tetrapoden . De drie gehoorbeentjes van het zoogdieren middenoor, zijn in feite een Synapomorfie / Synapomorphy/
Het is een veel gemaakte misvatting dat de transities , die uiteindelijk uitkwamen bij de "middenoorbeentjes van zoogdieren, "niet zou zijn voldoende gedocumenteerd en wél omdat de "middenoor"- beentjes eigenlijk veel te klein en te bros zijn om te worden bewaard en/of te worden achterhaald in het fossielen bestand ...zodat er dus geen feitelijk materieel bewijs( fossiele evidenties ) is voor deze transities
Figure 1. Cladogram with representative organisms showing the changes in relative position of the quadrate, articular, squamosal and dentary in the synapsid line. The outgroup used here is a tuatara (Sphenodon, Rhynchocephalia), which has a less heavily modified skull.
Mammalian and non-mammalian jaws. In the mammal configuration, the quadrate and articular bones are much smaller and form part of the middle ear. Note that in mammals the lower jaw consists of only the dentary bone. (wikipedia )
All non-synapsid
1.- *Lineage of tetrapods containing mammals 2.- *"Lizard-faces", including crocodiles, turtles, birds, and lizards
Amniotes have a jaw joint that has an articulation between the Quadrate bone and the articular bone( at the rear end of the lower jaw.) While many sauropsids have heavily modified their skulls[1], this two-bone articulation point is still readily observable1[2]. However, it can be seen that through a rather gradual process the point of articulation in synapsids grew to accommodate a two-joint articulation which finally became the middle-ear / jaw system in extant mammals. This, in turn, could grant them higher auditory sensitivity than is found in all other tetrapods, which only have the stapes[3] and lack the mammalian incus and malleus.
Looking at Figure 1, it can be seen that early synapsids, sauropsids, and thus the common ancestor of both employed an articulation point comprised of the quadrate and articular bones. However, even in early specimens such as Procynosuchus, the quadrate and articular are both strongly reduced
Figure 2. Varanid and snake skulls. Note the articulation between the articular and quadrate in the varanid, and the compound and quadrate in the snake. Modified with permission.
with respect to extant sauropsids. By the arrival of Probainognathus, the synapsid jaw articulation had been highly modified. Many of the various other jaw elements seen in Procynosuchus had fused into the dentary bone, and the articular and quadrate had been further reduced. For this animal, all four bones were articulating with each other, reducing the reliance on any individual bone (or pair of bones) for the articulation, allowing further modification of the jaw joint. There are other animals, such as Diarthrognathus, for which this articulation is even more evident2.
Upon the arrival of animals such as Morganucodon, the quadrate and articular were barely involved in the articulation, to the point where they become nearly invisible for diagrammatic purposes. This condition is then easily modified into the solely dentary-squamosal articulation present in mammals[4], represented in Figure 1 by a possum.
Figure 3. Diagram of the middle ear from Gray's Anatomy. Image taken from the public domain.
In modern mammals, the articular and quadrate reside in the middle ear, connected to the stapes in series and have lost their connection to the jaw, which is composed in mammals of only the dentary bone. This modification to the jaw makes it more robust, but the tradeoff is that mammals have less flexibility in their jaw movements and can never move their jaws in the way that a snake or monitor lizard might.
Simple presence of a change is insufficient, however, and the selective pressures for causing such a change are important to recognize. In dicynodonts, therocephalians, and cynodonts vibrations from the air passed primarily through the mandible,
Lower jaw. Just the dentary in mammals, but the collection of bones comprising the lower jaw in all other animals
to the quadrate, to the stapes.
The "stirrup" in humans
By loosening the bones
posterior
Toward the back of the animal
to the dentary, they became more free to vibrate and thus could transmit higher frequencies3. Once these became connected with the stapes[5], they permitted not only the hearing of higher frequencies but of lower amplitudes, as well, acting as an amplification system. The resulting excellent hearing fits with fossil finds that suggest Mesozoic mammals were primarily burrowing, climbing, and/or insect eating4. A plausible and generally the most well-accepted explanation for this series of adaptations being selectivly advantageous is that it permitted these Mesozoic premammalian ancestors to better hear insects and other small prey, most particularly during the night. This works with the fossil evidence and other hypotheses about
endothermy,
A more rigorous term for "warm-bloodedness"
molar shapes, and generally unremarkable mammalian color vision to conclude mammal ancestry is rooted in nocturnal insectivorous niches, because most other terrestrial niches were occupied by dinosaurs[6].
Philip Kahn University of California, Berkeley Submitted August 17, 2008
[1] Particularly among varanids and snakes due to cranial kinesis
[2] In snakes, the lower jaw bones have been fused into the dentary and the "compound bone" which includes the articular
[3] Known as the "stirrup" in humans
[4] Needless to say, the precise transformation of the ancestral jaw joint to the mammalian middle ear is more complicated than presented, and more detail can be found in the cited article by Luo (2007)
[5] In the ear, these bones are known as the incus and malleus, respectivley
[6] While there may be dinosaurs that were nocturnal and/or insectivorous, they were probably less of a direct threat to the Mesozoic synapsids
Pough et. al. 2004. Herpetology. ISBN 0-13-100849-8
Kitzmiller v. Dover trial testimony
Allin 1975. Evolution of the mammalian middle ear. Journal of Morphology.
Luo 2007. Transformation and diversification in early mammal evolution. Nature.
Castorocauda lutrasimilis /2006 http://www.sciencedaily.com/releases/02/060224195600.htm Onderzoek in China heeft in 2006 een bijzonder fossiel opgeleverd. Het gaat om de 164 miljoen jaar oude restanten van een primitief zoogdier uit de Jiulongshan Formatie in Binnen-Mongolië. Uit een reconstructie blijkt dat dit waarschijnlijk het oudst bekende zwemmende zoogdier moet zijn geweest.
Het dier behoort tot de docodonten, een inmiddels uitgestorven groep van zoogdieren die voor zover bekend leefden van het Midden-Jura tot het Laat-Krijt, en die niet direct verwant zijn aan de moderne zoogdieren.
De artistieke weergave (links) van Castorocauda lutrasimilis (Mark A. Klinger, CMNH) op basis van o.a. het gevonden skelet (rechts)
Holotype of Castorocauda lutrasimilis [Jinzhou Museum of Paleontology (JZMP) 04-117]. (A) Photograph of the holotype. (B) Osteological structures and preserved soft-tissue features. Abbreviations: as, astragalus; ca, caudal vertebrae; cn, ento-, meso-, and ecto-cuneiforms; co, coronoid process of dentary; cp, carpals; cs, calcaneus; ec, ectepicondyle and supinator shelf (humerus); ef, entepicondyle foramen; ep?, probable epipubis; is, ischium; J, jugal; L1-6, lumbar ribs 1 to 6; m, molars; mb, manubrium of malleus; mp, metacarpals; mx, maxilla; px, premaxilla; ra, radius; rc, radial condyle; S1-2, sacrals 1 and 2; sp, extratarsal ("poisonous") spur; t4-t14 (preserved ribs through thoracic 17); uc, ulnar condyle; ul, ulna.
Het fossiel / http://scienceblogs.com/pharyngula/2006/02/jurassic_beaver.php
Het goed bewaarde fossiel is Castorocauda lutrasimilis genoemd (çastoro is het Latijnse woord voor bever; cauda het Latijnse woord voor staart, lutra het Latijnse woord voor rivierotter, en similis is het Latijnse woord voor gelijkend). Het gaat dus om een dier dat lijkt op een rivierotter, met een beverstaart. De restanten tonen aan dat het skelet en de zachte weefsels het dier goede zwemeigenschappen gaven, en de tanden tonen aan dat het om een viseter ging. Het dier moet een dichtbehaarde pels hebben gehad, waarmee het het oudste zoogdier is waarvan vaststaat dat hij een haardos had. Hij had een dichte, korte ondervacht, die zijn huid beschermde tegen direct contact met water, met daaroverheen een langere vacht.
De levenswijze moet volgens de onderzoekers geleken hebben op die van een vogelbekdier. De meest waarschijnlijk leefomgeving was langs rivieren of meren. Daar peddelde hij rond, min of meer zoals honden dat nu doen, at waterdieren en insecten, en groef gangen om in de bodem een nest te bouwen. De beverachtige staart moet geholpen hebben bij de voortbeweging in het water, net zoals bij bevers. Daarop wijzen ook de botten in zijn staart, waarvan de bouw grote gelijkenis vertoont met die van recente bevers en otters.
Vindplaats van het fossiel.
De meeste Mesozoïsche zoogdieren waren klein (met een gewicht van minder dan 50 g), en ze waren terrestrisch (op het land levend). Vrijwel allemaal voedden ze zich met insecten. Castorocauda is met zijn lengte (zonder staart) van ten minste 42,5 cm (waarvan de schedel 6 cm uitmaakte), een geschat gewicht van 500-800 g en een dieet van waterdieren daarop een duidelijke uitzondering.
Referenties:
Martin, Th., 2006. Early mammalian evolutionary experiments. Science 311, p. 1109-1110. Ji, Q., Luo, Z.-X., Yuan, C.-X. & Tabrum, A.R., 2006. A swimming mammaliaform from the Middle Jurassic and ecomorphological diversification of early mammals. Science 311, p. 1123-1126.
Fotos welwillend ter beschikking gesteld door Zhe-Xi Luo, Carnegie Museum of Natural History (CMNH), Pittsburg, PA (Verenigde Staten van Amerika).
Het eerste in China ontdekte "oudste "zoogdier van de groep, is een kleine, op een huismuis lijkende diersoort met de naam Eomaia scansoria (vrij vertaald: oude moeder). Het eerder goed bewaard gebleven fossiel van dit diertje werd gevonden in China. Vindplaats is de beroemde Yixian formatie waar ook overblijfselen van gevederde dinosauriërs werden gevonden.
Het bijzondere van deze vondst is de goede staat waarin het (bijna complete) fossiel verkeert. Het fossiel is zo goed bewaard gebleven dankzij het vulkanische materiaal waarmee het werd bedekt. Botten van handen en voeten en een vacht waarin ten minste twee verschillende haartypen voorkomen kunnen worden onderscheiden.
Eomaia scansoria gevonden in sedimenten van de Yixian formaties in China. (bron: Carnegie Museum of Natural History)
Eerder gevonden resten van prehistorische zoogdieren bestonden slechts uit stukjes gebit. De onderzoekers hebben daarom een goed beeld van de manier waarop het diertje geleefd moet hebben. De vorm van de poten, afmetingen van de ledematen en lange vingers en tenen wijzen op een behendige klimmer.
Het ongeveer 16 cm lange diertje heeft meer overeenkomsten met de huidige placentale zoogdieren (inwendige dragers) dan met de buideldieren. Het oudste tot nu gevonden fossiel van een placentaal zoogdier had een ouderdom van 110 miljoen jaar. Deze vondst lijkt er nu op te wijzen dat de het oudste placentale zoogdieren minstens 125 miljoen jaar oud is. De splitsing tussen buideldieren en placentale zoogdieren heeft dus voor het ontstaan van Eomaia plaatsgevonden.
Alhoewel Eomaia waarschijnlijk niet de directe voorouder van alle(huidige ) zoogdieren is kan deze soort worden gezien als een zeer verre oom of tante van de mens.
Eomaia scansoria (Chinese Academy of Geological Sciences (CAGS) 01-IG-1a, b; holotype). a, Fur halo preserved around the skeleton (01-IG-1a, many structures not represented on this slab are preserved on the counter-part 01-IG-1b, not illustrated). b, Identification of major skeletal structures of Eomaia. c, Reconstruction of Eomaia as an agile animal, capable of climbing on uneven substrates and branch walking. Taken from ref (1)
150 miljoen jaar geleden werd de kunst van het termieten-eten voor het eerst uitgevonden.
Fruitafossor windscheffelia heet het beestje dat Zhe-Xi Luo en John Wible deze week in Science beschrijven. Het diertje ter grootte van een eekhoorn struinde rond op aarde toen de dinos het hier voor het zeggen hadden, zo'n 150 miljoen jaar geleden aan het van het tijdperk Jura.
Het bijzondere aan Fruitafossor is dat zowel zijn tanden als zijn pootjes lijken op die van hedendaagse termieteneters, zoals miereneters, aardvarkens en het gordeldier. Zo zijn de tanden van Fruitafossor hol, en bevatten ze geen laagje loeihard email. Kauwen kan je er niet mee, maar termieten met kop en staart wegslikken gaat uitstekend. Zo doen aardvarken, gordeldier en miereneter het immers ook, met een listige beweging van de tong.
Met zijn voorpootjes groef het dier waarschijnlijk termietenheuvels af, net zoals de hedendaagse insekteneters. Opmerkelijk is dat die laatste geen verwanten zijn van Fruitafossor ze ontstonden pas 100 miljoen jaar later. Termieteneters zijn dus zeker twee keer in de evolutie opgedoken, een verschijnsel wat biologen convergente evolutie noemen.
Oudste placentalia ?
2007 / Wible vond een nieuw zoogdierfossiel dat een placenta had.
Vergelijking van de schedels van Maelestes gobiensis (links) = De schedel die Wible en zijn collega's gebruikten in hun berekeningen en Parascalops breweri, een nu in Amerika voorkomende mol (rechts). de papierclip is van het kleinere soort 2,5 cm
De schedel van Maelestes gobiensis (zijaanzicht) / Een schets van de schedel.
Hij besloot ermee een grote berekening te maken, waarin hij andere fossielen en levende dieren meenam. De methode van Wible gaat als volgt. Hij deelde alle uiterlijke kenmerken, zoals hoektanden, in heel erg gedetailleerde categorieën in. De uiterlijke verschillen tussen dieren van nu zijn groter dan tussen de fossielen. Wible rekende terug naar het punt waar het verschil ophield. En voilà, het eerste placentale zoogdier. Deze anonieme voorouder zou 65 miljoen jaar geleden hebben rondgestruind. Dat rijmt aardig met de oudst gevonden verwant: het fossiel van een konijnachtig dier dat 63 miljoen jaar terug met moederkoek rondhuppelde Maar of er geen oudere zijn ?
Nieuw fossiel wijst op ontstaan van zoogdieren met placenta omstreeks K/T-grens
De zoogdieren bestonden, zoals tal van fossiele vondsten uitwijzen, al in het Mesozoïcum. Binnen de groep van de zoogdieren behoren de meeste soorten (5080 van de huidige 5416 bekende soorten) tot de Placentalia (zoogdieren waarvan het vrouwtje de foetus voedt via een placenta); daarnaast bestaan er nog buideldieren (Marsupialia) en enkele eierleggende zoogdieren (Monotremata).
Over het ontstaan van de Placentalia bestaat onenigheid. Volgens paleobiochemici zou die groep al voor de K/T-grens zijn ontstaan, volgens DNA-onderzoek 129-78 miljoen jaar geleden.
Opvallend genoeg zijn er echter nooit Mesozoïsche zoogdieren gevonden waarvan duidelijk was dat het Placentalia waren (maar zulke vondsten zijn er wel uit het begin van het Tertiair), dus veel paleontologen denken dat de groep omstreeks 65 miljoen jaar geleden moet zijn ontstaan.
De schedel van Maelestes gobiensis (onderaanzicht)
De vondst in Mongolië van een goed bewaard zoogdier lijkt het pleit in het voordeel van de paleontologen te beslechten. Het opvallende is dat deze conclusie niet eens direct voortkomt uit de vondst zelf, maar een gevolg is van onderzoek dat is uitgevoerd naar aanleiding van de vondst.
De onderzoekers wilden van het fossiel, dat werd gevonden in de 75-71 miljoen jaar oude Djadokhta-Formatie (en dat dus van 10 miljoen jaar voor de K/T-grens stamt), namelijk zijn juiste plaats geven binnen de zoogdieren.
Daarom deden ze een uitgebreid onderzoek naar de specifieke kenmerken van 69 taxa van de drie hoofdgroepen van uitgestorven en nog levende zoogdieren. Daarbij ging het om niet minder dan 409 anatomische karakteristieken. Bovendien onderzochten ze alle zoogdierrestanten van enige betekenis die bekend zijn uit het Krijt.
Het nieuw gevonden zoogdier zou behoren tot een tak die was afgesplitst van de omstreeks 125 miljoen jaar geleden ontstane Eutheria. Het zou nog niet tot de Placentalia hebben behoord, want die zouden pas kort na de K/T-grens zijn ontstaan.
Volgens deze zienswijze, die op veel overtuigende gegevens is gestoeld maar die ongetwijfeld veel kritiek zal krijgen omdat eerdere stambomen behoorlijk worden veranderd, is het oudst bekende zoogdier dat tot de Placentalia gerekend mag worden een konijnachtig dier uit Azië van ongeveer 63 miljoen jaar oud.
De plaats van Maelestes binnen de zoogdieren; het gele gebied bestrijkt de Placentalia
Simplified eutherian part of the strict consensus of three most parsimonious trees (2,296 steps; see Supplementary Information). Broken line, K/T boundary at 65 million years. Filled circle taxa, Laurasian (northern continents); open circle taxa, Gondwanan (southern continents). Circles and circles with thicker black lines indicate temporal occurrence of studied specimens. The grey box delimits Placentalia, the oldest member of which is the early Palaeocene Mimotona. Placentalia originates at or near the K/T boundary in Laurasia. Deccanolestes from the latest Cretaceous of India is nested among Asian clades and is more parsimoniously interpreted as an independent southern migration. The animal silhouette spotlights Maelestes.
Dat alles naar aanleiding van de vondst van een incomplete schedel, wat wervels, een paar incomplete ribben en nog wat botten.
De schedel vertoont enige gelijkenis met die van een recente mol, Parascalops breweri, maar had meer ruimte voor zijn tanden. Het dier was klein (de schedel is ongeveer 2,5 cm lang), zoals overigens vrijwel alle vroege zoogdieren. De onderzoekers hebben het dier Maelestes gobiensis gedoopt.
J. R. Wible, G. W. Rougier, M. J. Novacek & R. J. Asher Nature 447, 1003-1006(21 June 2007) doi:10.1038/nature05854
Left panel: reconstructions of Maelestes, Asioryctes and Zalambdalestes, the last two of which are redrawn from ref. 15. Right panel: incomplete Maelestes skull in left lateral (top) and ventral (bottom) views, and left Maelestes mandible in lateral view (middle). The large opening in the palate between the palatines and maxillae is a palatal vacuity. Maelestes probably had some upper incisors, but only a small non-tooth-bearing fragment of the premaxilla is preserved. Scale bars, 5 mm.
Uppers are shown in labial (a) and occlusal (b) views; lowers are shown in occlusal (c) and labial (d) views.
Resten van mensachtigen van 4,4 miljoen jaar oud, waaronder een onvolledig skelet met schedel, zijn 17 jaar na de ontdekking eindelijk wetenschappelijk beschreven.
Wetenschappers zijn na een zeventienjarige studie van oeroude Oost-Afrikaanse skeletten tot de conclusie gekomen dat het om een oude voorloper van de moderne mens( en mogelijk ook de australopithecinae ?) gaat.
Ardi, of de ardipithecus ramidus, zwierf 4,4 miljoen jaar geleden rond in de bossen van Noordoost-Ethiopië
Excavating Ardi http://www.nytimes.com/slideshow/2009/10/01/science/100109_Fossil_index.html Excavating Ardi Ze was 1m20 groot, maar zeker geen lichtgewicht; haar gespierde lichaam woog ongeveer 50 kilogram. Ze klauterde met gemak in bomen dankzij haar lange armen, enorme handen en grijptenen, maar "Ardi" kon ook gewoon rechtop lopen. Ze is daarmee de eerste menselijke voorloper die op twee benen liep.
Door haar vacht en vooruitstekend gezicht moet Ardi er meer als een aap dan als een mens uit gezien hebben. Maar de "mozaik" aan kenmerken die Ardi in het verhaal van de oorsprong van de mens plaatst , tekent zich nu veel scherper af, na een uitgebreid onderzoek van 110 fragmenten van gefossiliseerde beenderen afkomstig van de soort waartoe ze behoorde.
Het is nu duidelijk dat ardipithecus ramidus onmiskenbaar een lid van een geslacht ( genus ) in een lange afstamming die leidt tot de homo sapiens. Die lijn start bij de laatste gemeenschappelijke soort uit een genus dat we delen met de chimpansees, onze (huidige ) dichtste verwanten, waarvan (het homologe ) DNA voor 95 a 96 procent met dat van ons overeenstemt.
Wetenschappers hebben ook vastgesteld dat op basis van het onvolledig skelet van een vrouwelijke ardipithecus Ardi is haar koosnaam de oudste, meest volledige verzameling ( van verschillende specimen van die soort afkomstige )gefossiliseerde overblijfselen ( en model- reconstructie ) is van de vele voorlopers uit die oer- tijd en die voortkwamen sinds en uit de gemeenschappelijke voorloper( Last Common Ancestor ) , een tot dusver (nog fossiel) onbekende soort die waarschijnlijk 6 tot 7 miljoen jaar geleden op aarde rondliep.
Zeventien jaar lang bestudeerden wetenschappers elk aspect van de anatomie en de habitat van de ardipithecus. Deze presenteerden ze het resultaat van hun onderzoek, in de vorm van elf aparte wetenschappelijke bijdragen in het magazine Science.
"Deze fossielen verzameling ( en de huidige studies in Sciencemag ) is een van de belangrijkste ontdekkingen/ rapporten voor de studie van de menselijke ontwikkeling", aldus David Pilbeam, curator in het Peabody Museum of Archeology and Ethnology van de Universiteit Harvard. "(De reconstructie ) is vrij compleet, want hoofd, handen, voeten en enkele andere belangrijke delen zijn overgebleven(van de eerste vondst ) Het vertegenwoordigt een geslacht dat mogelijk voorafging aan de Australopithecus, het geslacht dat aan ons geslacht Homo voorafging."
De foto op de cover Van Science Geplette schedel , een aantal kiezen en tanden , twee armen, het bekken, een been en twee voeten .... http://johnhawks.net/weblog/fossils/ardipithecus/limb-proportions-photo-note-2009.html " .....The composite photo included in the main paper by White and colleagues (2009) is very poorly scaled. For example, the measurements given by Lovejoy and colleagues (2009) make the radius 95 percent the length of the femur, but the photo renders the radius quite a bit longer than the tibia:This has the effect of making the photo look much more like the proportions of a chimpanzee or gorilla (or Oreopithecus...) than is the case from the skeletal measurements.
Although I will say that the Matternes reconstruction has much more slender-looking hindlimb bones than the photos. Since one of the interesting aspects of Ardi is the large reconstructed mass (51 kg), I find the very gracile long bone reconstruction misleading, also.
Het vakblad pakt groot uit met het belangrijke nieuws over " ardi " , dat feitelijk een gedegen reconstructie is (er is 17 jaar aan gewerkt !!! en er grepen al die jaren vervolgonderzoeken en preparaties van het fossiel materiaal , plaats ) van een vroege mensachtige(4,4 miljoen jaar oud) waarvan resten in 1992 en 94 -95 zijn gevonden, en daardoor onze ( fossiel )best gedocumenteerde (tot nu toe ) bekende (zeer waarschijnlijk) rechtoplopende voorouder. Sciencemag komt met een speciale editie met liefst 11 wetenschappelijke artikelen die allen een ander aspect van de vondst belichten.
Kloof gedicht ? Voor het onderzoek werden verdere fossielen gezocht en gevonden op het terrein, die vervolgens in laboratoria geanalyseerd werden. Daaruit blijkt nu dat de vroege menselijke voorouder de kloof overbrugt tussen de in bomen levende, van ver verwante primaten en onze op twee benen lopende voorouders die het bos als habitat hadden ingeruild voor het grasland van de savanne.
Een van de verrassendste bevindingen is dat deze voorouders niet op hun knokkels steunden, zoals altijd werd aangenomen. Ardi kon trouwens niet rondlopen op haar "knokels " : wegens de té flexibele en voor dat doel té tere pols Soepele polsen , sterke opponeerbare duimen , flexible vingers en handpalmen met stevige grip : lijken te zijn aangepast aan het grijpen van stenen en stokken ..Ze lijken voorbestemd om , miljoenen jaren later , vuistbijlen en andere stenen werktuigen te hanteren en te maken ...en wat later instrumenten te bedienen ....
Het is nu duidelijk dat de chimpansees van vandaag even drastisch afwijken van onze laatste gemeenschappelijke voorloper als de mens van vandaag.
"Charles Darwin zei heel verstandige dingen over die kwestie. Hij zei dat we voorzichtig moeten zijn. De enige manier om iets te leren over die gemeenschappelijke voorouder is ernaar op zoek gaan", zegt professor Tim White van de University of California Berkeley, een van de leiders van het onderzoek. "Wel, vondsten van 4,4 miljoen jaar geleden komen dicht in de buurt. Zoals Darwin al stelde, zijn de mens en de aap onafhankelijk van elkaar geëvolueerd sinds hun pad scheidde, sinds de laatste gemeenschappelijke voorouder."
Nota : ...Wat Darwin werkelijk heeft geschreven aangaande dit alles zou ik wel eens willen weten en/of duidelijker gerefereerd willen zien ....of legt men hier Darwin simpelweg woorden in de mond ? Zie hierover vooral john Hawks http://johnhawks.net/weblog/reviews/tv/discovering-ardi-release-2009.html Het verhaal van de ardipithecus begon in december 1992, toen een student van professor White, Gen Suwa, in de buurt van het dorp Aramis in Noordoost-Ethiopië , weerkaatst zonlicht bemerkte op het gladde oppervlak van een maaltand (=kies ) van een mensachtige.... de lijn die vertrok van de laatste gemeenschappelijke voorouder.
Een paar jaar later hadden wetenschappers een rijke collectie gefossiliseerde beenderen verzameld van de ardipithecus ramidus. Datering wees uit dat de beenderen 4,4 miljoen jaar oud waren, meer dan een miljoen jaar ouder dan de oudste afstammeling tot dan toe, een soort die bekendstaat als de australapithecus afarensis, Ardi had net zoals Lucy hersenen, niet veel groter dan die van een chimpansee en ongeveer een derde van die van de moderne mens.
De schedelbasis van Ardi, de afstand tussen de achter- en voorkant van de schedel, is kort, wat aangeeft dat het hoofd op de ruggengraat rustte, zoals bij andere rechtoplopers, en geen hoek maakt met de ruggengraat, zoals bij apen.
In tegenstelling tot Lucy vertoonde Ardi wel nog een paar anatomische kenmerken in voeten en armen die erop wijzen dat ze ook in bomen klom. Met haar handen kon ze objecten vastgrijpen. Wellicht was dat een essentiële vaardigheid die primaten in staat stelde om zo enorm intelligent te worden. Zo konden ze dingen oprapen, ze manipuleren en in het geval van mensen en chimpansees ook als instrumenten gebruiken. Maar het zou nog een paar miljoen jaar duren voor de afstammelingen van Ardi de grote hersenen en de hogere intelligentie ontwikkelden die de mens onderscheiden van de rest van het dierenrijk. Het is nu ook duidelijk dat de toename van het hersenvolume pas plaatsgreep lang nadat de primaten op twee benen waren gaan lopen.
® The Independent /Publicatie datum : 2009-10-03 (De Morgen )
Ondanks de dagelijkse zoektocht naar fossielen van onze vroegste voorouders, hebben paleontologen nog maar een zestal (meestal niet volledige) skeletten van oude mensachtigen kunnen vinden. Het oudste dat in een wetenschappelijke publicatie is beschreven, is dat van Lucy, de Australopithecus afarensis van 3,2 miljoen jaar oud die in 1974 werd gevonden in de Afardriehoek in Ethiopië. Vlakbij, bij het dorpje Aramis, vonden wetenschappers in 1992 andere fossiele resten.
Reconstructie van het skelet Foto's : J.H. Maternes Ardipithecus was 120 cm lang en woog 50 kilo. Best zwaar en groot voor zon nog altijd aapachtige mensachtige.
-De in 1992 gevonden geplette schedel en het gedeeltelijke skelet waren dat van een vrouwelijke mensachtige, die de onderzoekers Ardipithecus ramidus noemen.
-Het hoogtepunt in de zoektocht en reconstructieproces lag in 1994-95, toen het team van Tim White onder een verhoging in het terrein stukjes van een bekken, een been, een voet en een schedel vonden, kortom een onvolledig skelet.
Ardi heeft veel meer dan Lucy sterkte aapaachtige kenmerken en had de bouw en de enorme grijphanden en voeten voor een (gedeeltelijk?) leven in de bomen.
Ardi's handen en polsen vertonen zowel primitieve kenmerken als modernere. -Een aapachtige of mensachtige hand ? ( verschil is te vinden in de vergelijking van het belangrijkste handwortelbotje)
Two views of the left hand of Ar. ramidus showing primitive features absent in specialized apes. (A) Short metacarpals; (B) lack of knuckle-walking grooves; (C) extended joint surface on fifth digit; (D) thumb more robust than in apes; (E) insertion gable for long flexor tendon (sometimes absent in apes); (F) hamate allows palm to flex; (G) simple wrist joints; (H) capitate head promotes strong palm flexion. Inset: lateral view of capitates of Pan, Ar. ramidus, and human (left to right). Dashed lines reflect a more palmar capitate head location for Ar. ramidus and humans, which allows a more flexible wrist in hominids. http://www.sciencemag.org/cgi/content/full/326/5949/70/DC2
Haar handpalmen waren kort en haar vingers flexibel, ze kon zich niettemin in een boom voortbewegen .
Ze had een unieke opponeerbare dikke teen . Tegelijk staan haar bekken en het achterhoofdsgat zodanig dat ze vrijwel zeker rechtop kon lopen. Mogelijk liep ze ook regelmatig staand door de bomen,( zoals bijvoorbeeld Gibbons soms doen ) over de takken, denken de ontdekkers onder leiding van de bekende paleontoloog Tim White. Mogelijk is ardi een overgangsvorm tussen een leefgedrag in de bomen door van boom naar boom te slingeren en rechtoplopen. De onderzoekers sluiten wel uit dat Ardi kon knokkellopen, zoals moderne chimpansees doen
* Ardi is een mensachtige die kan gelden als een mogelijk voorouder of een nauwe verwante aan een voorouder van australopithecus en latere homini . Ardi leefde ongeveer twee miljoen jaar na de geschatte laatste gemeenschappelijke voorouder van mens en apen, die rond de zes a zeven miljoen jaar(= de zogenaamde "split " = is berekend /geschat /hypothetisch voorspeld , volgens de 'moleculaire' klok ) geleden in Afrika voorkwam. Door de vulkanische lagen boven en onder het skelet te dateren kon de geoloog Giday WoldeGabriel bepalen dat eerstgevonden Fossiel 4,4 miljoen jaar oud is. Dat de fossiele resten miljoenen jaren oud waren, bleek ook uit de staat van het bot: bij de minste aanraking kruimelde het in stukken uiteen. De onderzoekers besloten niet alles ter plaatse met borstel en penseel uit de grond te halen, maar ze groeven grote blokken sediment uit en transporteerden die naar labs in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba, naar Tokyo en naar Ohio. Tim White deed er jaren over om in het Nationaal Museum van Addis Abeba all de kleigrond van de fossielen te verwijderen. Gen Suwa, de Japanse student die in 1992 de tand vond, puzzelde de 65 stukjes van de schedel in zijn lab in Tokyo virtueel weer in elkaar. Een andere medewerker van White, Owen Lovejoy deed hetzelfde voor het bekken in zijn lab in Ohio. Suwa was pas tevreden met de 10de reconstructie, die in maart dit jaar klaar was. Lovejoy had 14 pogingen nodig.(2-)
Dat Ardi ook rechtop kon lopen blijkt uit de manier waarop haar bilspieren op haar bekken en heupen lagen en waarmee ze zich in evenwicht kon houden. Daarnaast waren haar voeten stug genoeg om op te lopen, hoewel er ook nog steeds een duim aanwezig was om mee te kunnen klimmen.
Foot skeleton of Ar. ramidus (bottom; reconstruction based on computed tomography rendering shown) lacked many features that have evolved for advanced vertical climbing and suspension in extant chimpanzees (pan, top left). Chimpanzees have a highly flexible midfoot and other adaptations that improve their ability to grasp substrates. These are absent in Ar. ramidus. Credits: Reconstruction; copyright J. H. Matternes; chimpanzee climbing, J. DeSilva; bonobo and human feet, S. Ingham. http://www.sciencemag.org/cgi/content/full/326/5949/72/DC2
Over het rechtoplopen is niet iedereen het eens, maar feit is dat haar bekken even breed is als dat van Lucy( een veel jongere afstammeling of verwant ? ) , die ook rechtop kon wandelen
The Ar. ramidus pelvis has a mosaic of characters for both bipedality and climbing. Left to right: Human, Au. afarensis (Lucy), Ar. ramidus, Pan (chimpanzee). The ischial surface is angled near its midpoint to face upward in Lucy and the human (blue double arrows), showing that their hamstrings have undergone transformation for advanced bipedality, whereas they are primitive in the chimpanzee and Ar. ramidus (blue arrows). All three hominid ilia are vertically short and horizontally broad, forming a greater sciatic notch (white arrows) that is absent in Pan. A novel growth site [the anterior inferior iliac spine (yellow arrows)] is also lacking in Pan. http://www.sciencemag.org/cgi/content/full/326/5949/71/DC2.
3D-reconstructie van de schedel van Ardipithecus ramidus, een 4,4 miljoen jaar oude voorganger van de mens. (Illustratie Science) Haar hersenen hadden de omvang van die van een chimpansee.
Digital representations of the Ar. ramidus cranium and mandible. (A to D) The ARA-VP-6/500 and downscaled ARA-VP-1/500 composite reconstruction in inferior, superior, lateral, and anterior views (in Frankfurt horizontal orientation). (E) Individual pieces of the digital reconstruction in different colors. Note the steep clivus plane intersecting the cranial vault on the frontal squama (as in Sts 5 and not apes). (F and G) Lateral and superior views of the ARA-VP-1/401 mandible (cast). (H and I) Lateral and superior views of the ARA-VP-6/500 left mandibular corpus with dentition. http://scienceblogs.com/pharyngula/
*Mannetjes en vrouwtjes missen de zware hoektanden ( niet zoals chimps, maar net net zoals wij ) Het suggereert dat er GEEN uitgesproken sexueel dimorphisme was zoals bij chimpansees en gorilla's ( en het genus paranthropus ) .... Dat suggereert ook( althans dat is een speculatie van C. Owen Lovejoy http://johnhawks.net/node/2246 * ) dat er geen sterke man-man competie was( zoals bij chimps ) bij deze verre voorouder Maar het is nu eerst en vooral zoeken naar een mannelijke schedel zonder kam ; die deze vermoede eigenschap zou kunnen bevestigen ,en vooraleer dergelijke zwakke maar verregaande speculaties als "zeer waarschijnlijk " voor te stellen *het tandemail (dunner dan bij Lucy ,maar dikker dan datvan een chimp) wijzen op een omnivoor dieet :fruit , planten , insecten en kleine zoogdieren . Ardi en Lucy bezaten een andersoortig gebit in de details ; Lucy had grotere maalkiezen die eigenlijk geschikter waren op de savanne * Ardi kan natuurlijk ook een voorouder zijn in de basis van de australopithecinae-lijn
Dentitions from human (left), Ar. ramidus (middle), and chimpanzee (right), all males. Below are corresponding samples of the maxillary first molar in each. Red, thicker enamel (~2 mm); blue, thinner enamel (~0.5 mm). Contour lines map the topography of the crown and chewing surfaces. http://www.sciencemag.org/cgi/content/full/326/5949/69/DC2
Ardi leek niet echt op chimpansee De basis van de schedel toont aan dat Ardi niet met het hoofd voor haar ruggegraat liep, zoals bij viervoetige apen. Ook haar tanden lijken niet op die van moderne chimpansees geen scherpe bovenste hoektanden.
Volgens de onderzoekers toont dit aan dat de Ardipithecus ramidus helemaal niet op een chimpansee leek, en zich ook niet zo gedroeg.
Alan Walker, antropoloog aan Pennsylvania State University, zegt in Science dat uit de vondst blijkt dat we aan de hand van de anatomie van de aan ons verwante diersoorten (zoals de chimpansee), niet altijd kunnen leren over de lichaamsbouw en het gedrag van onze voorouders.
Het ziet ernaar uit dat de laatste gemeenschappelijke voorouder van mens en chimpansee veel minder op de moderne chimpansee leek dan we totnogtoe dachten.(1) "Ardipithecus is not a chimp. It's not a human. It shows us what we used to be." (Professor Tim White University of California Berkeley, one of the leaders of the research.)
Het skelet vertoont wél aapachtige kenmerken die niet voorkomen in moderne chimpansees en gorilla's. Dat betekent, schrijven ze nog in Science, dat ook de apen in Afrika nog een ingewikkelde ontwikkeling hebben doorgemaakt nadat ze in de evolutie hun eigen weg gingen (1)
Onze voorlopig oudste voorouder had meer gemeen met een mens dan met een aap en leefde in dichte regenwouden.
De nieuwe mensachtige heet Ardipithecus ramidus en haar anatomie ondergraaft enkele wijdverspreide inzichten in de evolutie van de mens. Ardi zoals ze de voorloper van Lucy noemen kon volgens het internationaal team van onderzoekers rechtop lopen, maar ook in bomen leven. Toch leek ze allerminst op een moderne chimpansee: ze liep niet op de knokkels, had een rechtopstaand hoofd en een rechte rug.
Professor White grapte ooit tegen een collega dat als je wilt weten hoe Ardi zich voortbewoog, dat je dan naar de bar in Star Wars moet gaan.
"De ardipithecus is geen chimpansee en geen mens. Het is wat wij ooit waren. Het is een mozaïekschepsel dat noch chimpansee noch mens is."
Zijn collega professor Owen Lovejoy van Kent State University voegt ( er nogal ongelukkig ) aan toe: "De nieuwe anatomie die we beschrijven in deze artikels wijzigt op fundamentele wijze onze kennis over de oorsprong van de mens en de vroege evolutie."
Hoewel laatste gemeenschappelijke voorouder van mens en chimpansee 6 miljoen jaar geleden leefde, leken de voorouders van de mens dus helemaal niet op moderne chimpansees. "Ardi is niet datgene wat men zou hebben voorspeld ... " zei antropoloog Bernard Wood (George Washington University.)
Een ongelukkig zinnetje waar natuurlijk door allerlei creationisten in de toekomst zal worden ( en nu al wordt geciteerd uit de context) naar verwezen Het is gebaseerd op een soort misvatting / en verdraaing gebaseerd op een gebrek aan kennis over wat voorspelbaar en niet voorspelbaar is in de paleontologie en o.a. door reeds hieronder door Bart klink en vooral Gerdien De Jong afdoende is aangekaart
-Ze was niet een tussenvorm tussen een mens en een chimpansee, maar anders.... BK: Natuurlijk niet, er is ook niemand met verstand van evolutie die dat ooit beweerd heeft.
-Zij liep rechtop, en niet zoals chimpansees op handen en voeten.? BK: Ardi liep rechtop, maar niet zo goed als wij dat kunnen en kon zeker niet goed rennen. Hetzelfde geldt ongeveer voor Lucy.
Dichtbegroeid regenwoud Sinds Lucy staat in de schoolboeken dat de mensachtigen rechtop begonnnen te lopen op grasland, en niet in bossen. Maar uit de analyse van fossiele planten- en dierenresten die in de buurt van het oude graf van Ardi werden gevonden, blijkt dat het gebied vroeger een dicht regenwoud was, met vele bomen waartussen Ardi soms eens slingerde van tak tot tak, en soms tussen de bomen op de grond gewoon rechtop wandelde.
-Ardi voldoet niet aan de verwachting dat een voorloper van de moderne mens op de open savanne leefde.? BK: De homininen liepen niet vanaf het prille begin op de open savanne, zoals blijkt uit bijvoorbeeld Orrorin. Gerdien de Jong : Het idee van de open savanne begint pas met Homo erectus: de eerste lange afstandsloper.
Chris verburgh Opvallend is dat de Ardipithecus zowel aanpassingen had om in bomen te leven, als om rechtop te lopen op de grond. Dat zou kunnen impliceren dat onze voorouders al rechtop liepen toen ze nog tussen en in de bomen leefden, en niet daarmee zijn begonnen toen Oost-Afrika bezaaid was met savannevlaktes. Eén van de populaire theorien die het rechtop lopen wil verklaren, ging er immers van uit dat onze voorouders rechtop begonnen te lopen omdat de bomen verdwenen om plaats te maken voor savannevlaktes en ze dan wel verplicht waren om op de grond te leven.
2.- Belangrijk Kommentaar van Gerdien De Jong comments #9 " .....Ik ben het volledig met Bart Klink eens dat een wezen met grofweg deze eigenschappen in deze tijd voorspelbaar was. Op grond van Sahelanthropus, Ororin en Lucy: rechtoplopend, met relatief lange armen.
*Je kunt voorspellen dat je - Homo erectus buiten Afrika op het vasteland van Eurazie zult vinden, gegeven dat Homo erectus om te beginnen op Java gevonden is, en alle eerdere hominiden in Afrika gevonden zijn. Ook kun je voorspellen uit welke tijdsperiode dat zou kunnen zijn: -na verschijnen in Afrika en voor opduiken op Java. Dat zijn allemaal vrij gemakkelijke voorspellingen: alleen maar samenhang in de gegevens gevraagd.
*Wat je niet kunt voorspellen is dat de oudste Homo erectus buiten Afrika in Georgie gevonden zou worden.
* Wat je wel kunt voorspellen is dat het de moeite waard is de Sahara en de Sahel (3)grondig voor fossielen af te zoeken als je op zoek wilt naar iets dat nog net een chimpansee voorouder kan zijn net als Arabie en Perzie voor een nog iets vroegere voorouder als ik de geografie van de Miocene mensapen goed heb onthouden.
*Er was niet te voorspellen dat er een Flores mens zou opduiken, of dat dat een Homo erectus vorm zou zijn. Wel was te voorspellen dat als er een Homo erectus op Flores zou hebben overleefd, die kleiner zou zijn dan de Homo erectus van grote eilanden en continenten.
*Niet voorspelbaar was de volgorde van veranderingen voordat er voldoende fossielen gevonden werden. Vandaar dat je in de oudere (intussen behoorlijk oudere) literatuur veelal vindt dat bipedalisme laat zal zijn.
*Wat duidelijk is, is dat voorspellingen uit de losse pols niet mogelijk zijn. Voorspellingen als: de samenhang van de fossielen vraagt (xx) zijn duidelijk wel mogelijk. Daaronder vallen Tiktaalik,(3) Anchiornis en Ardipithecus. Dit soort voorspellingen is natuurlijk niet te doen zonder een behoorlijk groot fossiel archief. . De Flores mens was niet voorspelbaar, omdat er geen fossielen waren waarbij de samenhang van de fossielen een Flores mens vroeg.
De wetenschappers die Ardi bestudeerden beweren echter NIET dat ze noodzakelijk of effectief evolueerde tot de australopithecinen en/of rechtstreeks tot de mensen van het geslacht homo leide ( dat is slechts één van de hypotheses ) Over Australopithecus & co (Tsjok45)<--(klik)
ook hier kan de ergvroege voorouderlijke oer-menselijke(homo) lijn zeer goed in allerlei aftakkingen zijn opgesplitst ( = een struik), waarbij de meesten zijn uitgestorven ( denk bijvoorbeeld ook ter vergelijking aan ( de veel later )optredende vertakkingen in het genus homo zelf--> Homo floresiensis en Neanderthaler, Australopithecinen zelfs ) Lucy's lijn kan bovendien zijn afgesplit van ardi's lijn lang voordat ardi leefde... Maar zelfs dan , zegt White te geloven dat zijn team een evolutionaire sequentie ( op het genus-niveau )heeft gedocumenteerd waaruit het genus homo uiteindelijk onstond( metof zonder de tussenstap Australopithecus ) Ardipithecus--->(mogelijk) dan Australopithecus, ----> Homo.
"Ardi vertelt ons toch meer dan Lucy We bezitten haar handen en voeten , een compleet beeld van haar leefomgeving , een complexer skelet, ouder , primitiever : Ardi toont ons hoe het de transformatie van gemeenschappelijke voorouder naar hominide kan zijn gebeurt ... " C. Owen Lovejoy
Three hypotheses of early hominin evolution. Top - That there was a straight line of hominin evolution, each "species" being the phase or grade of one true natural species. Middle - A single line of hominin evolution with a speciation event in the same area in which the earliest Australopithecus split from Ardipithecus ramidus. Bottom - Ardpithecus ramidus as one of the last members of a more archaic lineage which existed after a speciation event elsewhere in Africa that gave rise to the first Australopithecus. Published in this week's issue of Science.
(*)DezeC.Owen lovejoy is blijkbaar niet vies van het verkopen van nonsens en het doen van "sensationele "uitspraken ? http://johnhawks.net/node/2246 C. Owen Lovejoy, an anatomist at Kent State University and lead author of two of the journal reports, speculated that these hominids had a social system that involved less competition among males and that this suggested the beginning of pair bonding between males and females. Dr. Pilbeam disputed this conjecture, saying, This is a restatement of Owen Lovejoys ideas going back almost three decades, which I found unpersuasive then and still do. paleoanthropologist Andrew Hill of Yale University.was more blunt, calling Lovejoy's speculation "patent nonsense." http://www.latimes.com/news/nationworld/nation/la-sci-fossils2-2009oct02,0,3420742.story?track=rss De vondsten "are turning evolution on its head," zei Lovejoy( overigens een verdienstelijk en uitstekend wetenschapper die evengoed lang op zijn blote knieeen in het zand heeft gezeten tijdens ( ook deze ) opgravingen en expedities ) maar hij trekt wél de aandacht met zijn voorbarige miskleunen voor de camera's en de persmuskieten : Binnenkort staat ie in de kijkcijfers en misschien zelf eens op zijn hoofd kunstjes te maken en de aandacht verder op te eisen ?
http://sandwalk.blogspot.com/2009/10/good-science-bad-science-journalism.html Natuurlijk moeten ook Wetenschappers( Hier O.Lovejoy ) weer onvoorzichtige uitspraken doen , waarna journalisten fluks overgaan op hun geliefkoosde " conclusion jumping " en allerlei onzin gaan uitkramen omdat het o.a. zogenaamd"sensationeel" is het en geschikt voor de vluchtige oppervlakkige doorsnee lezer /kijker op zoek naar infotainment
(L.Moran )".....The press reports convey the message that, up until last week, scientists thought that humans evolved from chimps. Now, with the publication of the Ardi papers, scientists have to change the textbooks and teach that chimps evolved from humans.
Is that really what scientists want the general public to think? It makes them look very stupid and (therefore ) the public has a right to ask what "other false notions about evolution "are being taught in the universities.
Voor wie het nog niet wist * Mensen stammen niet af van apen * ( en het omgekeerde )Chimpansees stammen ook niet af van mensen Maar het ZIJN wél allebei (mens)apen
Er is gelukkig ook nog altijd betere journalistiek = Carl Zimmer , natuurlijk http://blogs.discovermagazine.com/loom/2009/10/01/ardipithecus-we-meet-at-last/ "...Just a Reminder: We Didnt Evolve From Chimpanzees Chimpanzees may be our closest living relatives, but that doesnt mean that our common ancestor with them looked precisely like a chimp. In fact, a lot of what makes a chimpanzee a chimpanzee evolved after our two lineages split roughly 7 million years ago. Ardipithecus offers strong evidence for the newness of chimps..."
http://scienceblogs.com/pharyngula/ Wat literalistische geloofsgekken en Creato's ( misschien )zouden kunnen zeggen ( volgens een ironische PZ Meyer ) ? : " ....This only shows that humans were created first, and all of these other hairy beasts the paleontologists are digging up are just degenerate spawn of the Fall....? "
1) Er zijn tot nu toe geen oude fossielen ( dicht bij de split ) uit de chimp-lijn bekend ... buiten een paar tanden ... Het is derhalve(nog)niet mogelijk vroege mensen en vroege chimps ( en hun gemeenschappelijke voorlopers) te vergelijken Creato's (2) Alvast één voorspelbare reactie : ..17 jaar (zogenaamd) onderzoek om leugens en just so stories , te fabriceren ? want Die atheisten en hun wetenschappelijke samenzweerders zijn tot alles in staat om de mensheid te bedriegen en te brain-washen ....
De stamboom van de mens staat opnieuw op zijn kop ? * er wordt helemaal niets gezegd over een "rechtstreekse voorouder" of over een "missing link " , tenzij in kranten * De mogelijke verwantschappen werden opgesteld als denkbare sequenties op het genus-niveau * Er IS ook helemaal geen stamboom(= struik ) van de hominem die op zijn kop wordt gezet door de eindelijk gepubliceerde beschrijving van Ardipithecus ramidus ( er is zelf nog een oudere verwant bekend ---> Ardipithecus Kabbada ? ) Integendeel zelfs : de mix aan eigenschappen die ardipithecus vertoont ( een mozaik)is datgene wat paleantropologen grofweg mochten verwachten van een fossiele voorouder van de "hominim" uit die tijd en op die plaats ...
Hoe gaan creationisten eigenlijk reageren ? Al even "voorzienbaar "als het bovenstaande : is deze opsomming van mogelijke argumenten ( en omdat de eerste reacties bij amerikaanse crea's zijn te verwachten is het uit enkele Engelstalige diskussies , overgenomen Bovendien zijn amerikaanse creationisten nog steeds de modellen van de crea's en inspiratiebron voor complotdenkers en anti-wetenschappers , wereldwijd ) * How will creationist handle this ? (Tsjok45)<--klik
Al jazeera & Ardi *volgens de Arabische nieuwsdienst zou verder onderzoek naar Ardipithecus ramidus aantonen dat de evolutietheorie verkeerd is. Volstrekte onzin natuurlijk, en opvallend is dat er op de Engelstalige site van Al Jazeera geen enkele link is naar het wereldschokkende artikel.
* Uiteraard konden ook sommige amerikaanse journalisten het niet laten om het publiek te misleiden en te schrijven dat de Ardipithecus vondsten Darwins evolutietheorie weerleggen. Chris Esparza van de Christian Living Examiner schrijft: "The idea of the missing link is that somewhere way back when, there was a primate who almost seemed to be half monkey and half human, proving that there was at some point an evolutionary split. A recent discovery in Ethiopia disproves that theory." *De Ardipithecus is nu net een prachtvoorbeeld van een 'tussensoort' (die eigenlijk zoals altijd een volwaardige soort op zich is). *Het is duidelijk dat Chris Esparza nooit de moeite heeft genomen éérst te weten wat de theorie precies zegt, en dàn pas te onderzoeken of het juist dan wel fout is. Meer in het bijzonder over hoe die tussensoort er uitziet zegt hij bepaald niet wat "the idea" was, maar integendeel wat een stel andere onwetenden hem hebben wijsgemaakt wat "the idea" was. Als je wil weten wat "the idea" werkelijk was kan je altijd Darwin zelf raadplegen - even voor het gemak aannemend dat Darwin ons kan vertellen wat de evolutietheorie zegt. Hier gaan we: I have found it difficult, when looking at any two species, to avoid picturing to myself, forms directly intermediate between them. But this is a wholly false view; we should always look for forms intermediate between each species and a common but unknown progenitor; and the progenitor will generally have differred in some respects from all its modified descendants. (Darwin, The Origin of species, hoofdstuk 9)
(3) Maar al te vaak wordt stilletjes vergeten dat de Paleontologie ook een geologische deel-wetenchap is -Van Tiktaalik en co ( er is namelijk een hele reeks gevonden ) werd voorspeld in welke geologische lagen , formaties en geologische ouderdomsperiode moest worden gezocht naar de overgansvormen tussen vissen- amfibieen ... -Net zo kan men wisselend succes in de prospectie van petroleumvoorraden en kolenlagen (gedeeltelijk) voorspellen *(naar Bart klink ) " Waarom gaan paleontologen dit soort mensachtige voorouderlijke fossielen gaan zoeken in Afrika, in Pliocene lagen? -Juist omdat ze voorspeld hebben dat die fossielen daar zitten! -Paleontologen doen niets anders in de praktijk. Ze weten waar ze moeten zoeken, juist op grond van voorspellingen. -of, is het toeval dat ze juist daar zijn gaan zoeken? " - dat geldt dus ook allemaal voor de voorspelling dat in de Sahel en Sahara ( ooit beboste waterrijke gebieden ) nog meer fossielen zullen worden gevonden die nog meer licht gaan werpen op de "split " Tot nu toe is daar o.a. de Sahelantropus Tchadensis , en Praeanthropus(?= Australopithecus ) bahrelghazali, gevonden Het is dus wachten op de definitieve beschijving van vooral de eerstgenoemde= Toumai
Is ID de wetenschappelijke (sic) uitleg voor creationiisten 150jaar Darwinisme... De evolutietheorie gewikt en gewogen David sorensen en revolutietheorie lalala DE VERRIJZENIS VAN DE JONGE VERDRONKEN KOE » Reageer (21) ID TOVERDOOS OVER SLECHTE ID-EETJES ,RESISTENTIE & TOVERDOCTORS c) OEC d) YEC
Een oeroud spoor Denisova : ZUID SIBERIË DENISOVA - mens
DMANISI AAP OF MENS DE OUDSTE ? » Reageer (1)Nakalipithecus nakayamai (<) Alweer eentje ? ..... De tand des tijds / Heidelberg-mens DE HEUPEN VAN EVA CASABLANCA MAN /erectus Hobbit is aparte soort ? » Reageer (2) NOG EEN BENDE BIJTERS POLONAISE met neanderthaler TANDEN UIT DE QESEM GROT Neanderthaler genoom Mitochondriale Genenkaart van Neanderthaler Xuchang mens
b)Biologie 1.-(EVOLUTIE ) NAS / IM Document 2008 (2) NAS / IM Document 2008 ( 1)
Cambrium & precambrium AVALON GABONESE chips
Evolutie in actie Opmerkelijk snelle adaptaties bij kroatische ruine-hagedissen:
EEN PLUIM VOOR CHINA Geef eens een pootje Pluimgewicht KLEIN DUIMPJE & DE REUS &VEREN Opnieuw gevederde Maniraptor Similicaudipteryx. Aerosteon riocoloradensis
Krokodillen
PAKASUCHUS KAPILIMAI Prestosuchus chiniquensis Terug naar zee viseter
Eritherium azzouzorum LJOEBA Darwinius masillae VLIEGENDE KATTEN ? Vleermuizen ALWEER EEN BELANGRIJK STUK UIT DE LEGPUZZEL Zee-zoogdieren ; Van de wal in de visgronden Indohyus / walvisevolutie Zeehonden-evolutie
*Blauwe en groene ( =nederlandse)teksten zijn meestal aanklikbare links *Engelse Wikipedia teksten verwijzen in de linkerkolom naar verschillende niet-engelse versies van het wikiartikel *Blauwe teksten tusssen "" , zijn voornamelijk ( gedeeltelijke)citaten afkomstig van mensen met andere meningen
Evolutie / Charles Darwin aan de basis: SELECTIE NATUURLIJK DE LEVENSBOOM UITSTERVEN DEEP TIME Biogeografie SEKSUELE SELECTIE Al jaren lang samen CO-EVOLUTIE De economie van de natuur Geleidelijke veranderingen
Unintelligent design:
IP Theorie Ons gebit , De appendix, Geboorte, De weg van het zaad , Nervus Laryngeus Recurrens, DNA , 75 mistakes , Het boek
Unintelligent design (1): Rechtop lopen Tomaso over het oog , oogspieren , Unintelligent Design (5): ZWEETVOETEN Unintelligent design (6): Vitamine C Unintelligent design (8): Kuitspieren