"Ik breng u hier het bewijs van voorzienigheid van God in de anatomie van een luis"
donderdag 12 februari 2009 11:51 door Peter Louter
De uitspraak is van Jan Swammerdam die op 12 februari 1637 werd geboren in Amsterdam waar hij op 17 februari 1680 ook overleed. Als een van de eersten zag hij de mogelijkheden van de microscoop die net was uitgevonden. In zijn tijd was het een waagstuk om verder te kijken dan het oog kon zien.
Op de universiteiten in Europa werd nog de natuurkunde/biologie van Aristoteles en de geneeskunde van Galenus onderwezen. Swammerdam speelde in Europa met zijn fascinatie voor de mogelijkheden van de microscoop een leidende rol in het ontrafelen van de wijze waarop het lichaam functioneert. In het, in die tijd, verlichte' Nederland kon het verbod om lijken open te snijden gemakkelijker worden ontdoken dan elders. Hij ontdekte de rode bloedlichaampjes, zaadcellen en beschreef de structuur van de hersenen, longen en ruggenmerg. Hij was verder een uitnemend en inventief preparateur en een begaafd illustrator.
Zijn ontdekkingen brachten een schok te weeg in de academische en religieuze wereld van die tijd. Men meende dat er geen behoefte was aan andere kennis dan die van Aristoteles en Galenus. Meer nog verzette men zich tegen zijn vermetelheid om het werk van god' aan een onderzoek te onderwerpen. Swammerdam trok zich geïntimideerd terug uit het onderzoek van het menselijk lichaam en ging zich vooral richten op het ontleden van kleine dieren en insecten.
Met zijn uitspraak: "ik breng u hier het bewijs van voorzienigheid van God in de anatomie van een luis", hoopte hij de verwondering van mensen te wekken en religieuze bezwaren weg te nemen door te wijzen op de genialiteit van god. Het boek waarin hij al zijn bevindingen over insecten samenvatte verscheen echter pas in 1737. Dat hij zijn boek ' De Bijbel van de natuur' noemde heeft de publicatie van het boek niet kunnen versnellen.
Swammerdam was dan wel aangestoken door Descartes om de natuur te gaan onderzoeken, hij bleef echter tegelijkertijd diep religieus. Gedurende een aantal jaren zette hij zijn werk op een laag pitje om een strikt religieus leven te leiden.
Religie en wetenschap hebben het nooit goed met elkaar kunnen vinden. Die moeizame verhouding loopt als een rode draad door het leven van Jan Swammerdam, maar maakt ook nog steeds deel uit van ons leven. In zijn tijd was het snijden in lijken een religieus taboe, zoals dat vandaag geldt voor bijvoorbeeld stamcelonderzoek of embryoselectie.
Sinds Swammerdam zijn de grenzen die door god zouden zijn gesteld steeds verder opgeschoven. Wetenschap knaagt aan het gedachtegoed van religies en dwingt religies om steeds meer terrein prijs te geven.
Het is daarom verwonderlijk dat er nog steeds een paar miljard mensen zijn die, aangevoerd door pseudo-wetenschappers, nog steeds de voorkeur blijven geven aan geloof boven kennis. Mensen die vaccinaties weigeren omdat het ingaat tegen god's plan', de bijbel of koran letterlijk nemen en de evolutieleer afwijzen of het leven van een plantaardige in coma levende als heilig beschouwen.
Dat wordt mogelijk gemaakt door de ongepaste eerbied voor godsdienstige opvattingen. Terwijl de geschiedenis leert dat wetenschap telkens die opvattingen weerlegt, accepteert de samenleving dat grote groepen mensen leven vanuit achterhaald religieus gedachtegoed en bereid zijn daar voor te vechten. We leven zelfs in een tijd waarin religies hun greep op de samenleving lijken te versterken. De ongepaste eerbied voor religies geeft ze een bevoorrechte plaats in de samenleving waar ze gezien de geschiedenis volstrekt geen recht op hebben.
In het herdenkingsjaar van Darwin heb ik dan ook behoefte aan een nieuw onderzoeksgebied. Leg religies onder de microscoop zoals Swammerdam de levende natuur onder de microscoop legde. Bestudeer nauwgezet hoe religies functioneren. Bestudeer hoe ze er in slagen mensen te verenigen achter onhoudbare opvattingen. Bestudeer hoe ze mensen zo ver krijgen daar zelfs actief voor te strijden. Bestudeer hoeveel schade dat veroorzaakt in samenlevingen. Zet daar nu eens flink wat wetenschappers voor in en stel daar heel veel geld voor beschikbaar. Benoem religies nu eindelijk eens als het grootste probleem van de wereld.
Religies verspreiden het virus van obscurantisme. Een probleem waarvan de wereld zich nu al eeuwen van probeert te bevrijden.
"Darwin ontdekte een ogenschijnlijke wetmatigheid in levende materie, zoals Einstein dat ontdekte in dode materie. God is echter de uitvinder van deze materie en deze wetmatigheden. Toeval speelt een rol bij evolutie, maar doelbewustheid ook. Juist aan het begin van het leven moet doelbewustheid een veel grotere rol gespeeld hebben dan toeval. Je kunt een bak met chemicaliën en water twee miljard jaar schudden of op een hittebron zetten, maar aan het einde van de rit komt er heus niets uit die bak gekropen. Wie dat gelooft, is even naïef als degene die het Scheppingsverhaal letterlijk neemt. Als het wel waar zou zijn, zouden wij allang signalen van buitenaardse wezens gehoord en gemeten hebben."
Aldus de reactie van een gelovige op Hart en Ziel op een column over Darwin. Nog los van de verkapte ad hominem in de redenering ("Wie dat gelooft, is even naïef als degene die het Scheppingsverhaal letterlijk neemt.") zit er een wel heel grappige argumentum ad ignorantiam in zijn verhaaltje. Immers, deze persoon probeert het Scheppingsverhaal te bewijzen aan het feit dat we tot op heden nog geen aliens zijn tegengekomen. Kennelijk ontgaat het deze persoon dat, omdat we (nog) geen intelligent leven buiten de Aarde zijn tegengekomen, dit op zich nog geen bewijs vormt voor een Schepping of Intelligent Ontwerp. (Of evolutie, trouwens)
Het heeft er alle schijn van de onze planeet, de Aarde, zo'n 4,5 miljard jaar oud is. Dit lijkt al een heel erg lange tijd, maar dit staat in schril contrast met de leeftijd van het heelal.De extreme leeftijd van het heelal, ongeveer 13,7 miljard jaar, en het enorme aantal sterren, suggereren dat als de Aarde een redelijk typische planeet zou zijn, er toch ergens buitenaards leven zou moeten zijn. En toch zijn wij (vooralsnog) nog altijd alleen in het heelal.
Al in 1950 vroeg de fysicus Enrico Fermi zich af waarom, als er een veelvoud van geavanceerde buitenaardse beschavingen zou bestaan in de Melkweg, er geen bewijsmateriaal zoals ruimtevaartuigen of sondes zijn gezien. Dit probleem werd de Fermi-paradox genoemd: de schijnbare tegenstelling tussen hoge schattingen van de waarschijnlijkheid van het bestaan van buitenaardse beschavingen en het gebrek aan bewijs voor, of de kans op contact met deze beschavingen. Aanleiding voor Fermi's vraag "Waar is iedereen?" was een recente golf van UFO-rapporten en een cartoon, waarin de schuld van de verdwijning van gemeentelijke vuilnisbakken werd toegewezen aan plunderende vreemdelingen.
Één manier het Fermi-paradox op te lossen zou zijn het sluitend bewijs van buitenaardse intelligentie te vinden. Sinds 1960 zijn er verschillende pogingen geweest om een dergelijk bewijs te vinden, en enkele zijn nog in volle gang. Aangezien wij mensen niet beschikken over de mogelijkheid interstellair te reizen, beperkt dit de mogelijke ontdekking van beschavingen buiten de Aarde tot beschavingen die in hun omgeving op aanwijsbare manier een indicatie geven van hun bestaan, zoals radio-emissies. En niet- technologische beschavingen zijn daardoor zeer waarschijnlijk al helemaal niet waarneembaar vanaf de Aarde in de nabije toekomst.
Een van de moeilijkheden bij het zoeken is het vermijden van een te antropocentrisch (d.w.z. de mens als uitgangspunt) oogpunt. Gissingen over de aard van de aanwijzingen kunnen worden gevonden zijn vaak gericht op de aard van de activiteiten die mensen hebben, of zich waarschijnlijk zou presteren meer geavanceerde technologie. Intelligente "aliens" kunnen deze "verwachte" activiteiten voorkomen, of activiteiten uitvoeren die volledig nieuw voor de mens zijn. Kort gezegd, we moeten eerst weten waar we naar zoeken, alvorens iets te kunnen vinden.
Het bestaan van buitenaardse beschavingen is al heel lang een thema onder SF-schrijvers, denk maar aan "The War of the Worlds" van H.G. Wells uit 1898. En ook in de wetenschap zijn er een flink aantal hypotheses en theorieen verschenen over de vraag waarom we nog alleen zijn, zoals:
1. Er bestaan op dit moment geen andere beschavingen. (Vanuit een Darwinistisch principe kan men aanvoeren dat de omstandigheden waarop het leven zich op Aarde ontwikkelde, dermate uniek is, dat er geen andere beschavingen bestaan)
2. Het ligt in de aard van intelligent leven om zichzelf te vernietigen. (Denk aan een nucleaire, biologische of chemische oorlog, een Malthusische ramp, of sociologische ontwikkelingen)
3. Het ligt in de aard van intelligent leven om anderen te vernietigen. (Indien een beschavingen de voorgaande problemen het hoofd heeft weten te bieden, kan het andere beschavingen als bedreiging, concurrent of simpelweg inferieure soort beschouwen)
4. Alleen de mens werd gecreeërd. (Premisse: er bestaat toch een Opperwezen)
5. Ze bestaan wel, maar we zien ze niet. (Een van de grootste problemen binnen de biologie vormt de vraag wat leven nu eigenlijk is)
6. We zoeken gewoon nog niet lang genoeg. (Sinds 1960 lijkt voor ons lang, maar dit is niets op kosmologische schaal)
7. Intelligente beschavingen zijn te ver verwijderd in ruimte of tijd. (De speciale relativiteitstheorie staat sneller reizen dan het licht niet toe)
8. Intelligente beschavingen tonen geen belangstelling voor ons, of vinden ons te gevaarlijk, en negeren ons daarom.
9. Interstellair reizen is onmogelijk, te duur, of om andere redenen onhaalbaar. (Nog los van de speciale relativiteitstheorie speelt de vraag in welke mate interstellair reizen beslag legt op het gebruik van schaarse middelen)
10. Ze bestaan al lang, en leven ongemerkt tussen ons. (Dit werd quasi-serieus geopperd door fysicus Leó Szilárd, die Fermi zei dat buitenaardsen zijn al lang onder ons zijn, maar zich Hongaren noemden.)
Voorlopig rest ons niets anders dan veel, nauwkeurig, rustig, en vermoedelijk ook, langdurig zoeken naar aanwijzingen. Ten slotte is dit één van de meest fundamentele vragen die de mens zich kan stellen, naast die van het bestaan van een Opperwezen.
SF-schrijvers zijn voorlopig nog niet klaar met dit onderwerp, noch de wetenschappers zelf.
Mooi op een rijtje gezet. zonder feiten blijft het natuurlijk gissen. En een theorie die hopelijk (naar mijn mening) ooit bewezen kan worden. Het kan morgen gebeuren, of nooit. Ik hoop het eerste.
De ontdekking van nanobacteriën of nanoparticles - die behalve veel kleiner zijn dan volgens de norm voor "leven" voor mogelijk wordt gehouden ook nog eens bestand zijn tegen extreem hoge temperaturen - is in dat verband wel boeiend, omdat de wetenschap er nog niet over uit is of dat een werkelijke levensvorm is (vandaar dat ze ook vaak nanodeeltjes worden genoemd). Zie ook: Nanobacteria, Are they or aren't they alive?
In principe maken wij ons langzaam mar zeker bekend aan de rest van het heelal. Radiosignalen en dergelijke reizen nu al decennia met hoge snelheid van de aarde het heelal in. Ontnuchterende gedachte: de eerste piek in radiosignalen valt samen met de tweede wereldoorlog: Hitler, Mussolini, CHurchill, Stalin etc. brulden dat ze mekaar de kop in zouden slaan enzo. Als ik alien was, zou ik geen haast hebben om de Aarde te bezoeken.
@Meneer Opinie, Ja, dat aspect kwam al eens ter sprake in Carl Sagan's Contact. Maar het is misschien een schrale troost dat onze radiosignalen vanuit kosmisch standpunt slechts een slakkegangetje afleggen en al helemaal zijn weggestorven voordat onze signalen een noemenswaardige afstand hebben afgelegd.
Ina Dijstelberge13-02-2009 21:06
Wij zijn nog te onderontwikkeld om iets te vinden, dus we moeten gevonden worden. En aangezien we hier op aarde ook nog steeds nieuwe dingen ontdekken geeft dat al aan dat de kans dat wij gevonden worden erg klein is.
Leuke bijdrage. We ontdekken inderdaad nog steeds nieuw leven op aarde. Genoeg om onze nieuwsgierigheid bezig te houden. Ook de studie van andere culturen is nog niet compleet dus blijft er nog heel veel te leren.
Darwinistisch gedachtenexperiment over intelligentie
. Denken jullie voor de grap even met ons mee?
Stel; je bent getrouwd of woont serieus samen. Kijk eens opzij, wat zit daar naast je op de bank met een glaasje wijn en een zak chips? Precies, je partner. Nu is mijn vraag: Ben jij aanzienlijk slimmer dan je partner, aanzienlijk dommer, of is jullie intelligentie ongeveer vergelijkbaar?
Laten we eerlijk zijn; een partner die niets snapt van wat jij allemaal uitkraamt of blogt, dat gaat snel vervelen. Maar ook omgekeerd is het niet leuk om altijd maar geestelijk overtroefd te worden. Mijn vermoeden is dus dat het antwoord gemiddeld zal zijn; partners hebben een vergelijkbare intelligentie. Slim zit op de bank bij slim, dom zit op de bank bij dom.
Jij zit natuurlijk op de bank naast slim. Maar er zijn ook heel wat bankjes gevuld met dom naast dom.
Tijd voor de in de evolutietheorie zo belangrijke voortplanting. We verlaten de bank en gaan naar bed. Op dat moment worden de eigenschappen van de ouders genetisch meegegeven aan de kinderen. Nu zou het mij niet verbazen dat slimme ouders een grotere kans hebben op kinderen die nog slimmer zijn dan zijzelf. Terwijl domme ouders een grotere kans hebben op nog dommere kinderen dan zijzelf.
Als dat klopt dan zouden de intelligenties in ons land steeds meer uit elkaar moeten gaan lopen. Dat wordt nog een behoorlijke klus voor het onderwijs, met als uiteindelijk resultaat dat de MAVO leeg komt te staan.
Tenzij domme blondjes met slimme rijke mannen mijn gedachtenexperiment om zeep helpen.
Darwin schreef, zoals je heel goed weet, dat de overleving van een soort bepaald wordt door de sterksten en de omgeving waarin de soort zich bevindt. Overleving is afhankelijk van verschillende factoren. Niet slechts van intelligentie. Slimme mensen hoeven helemaal niet de toekomst van de mensheid te bepalen. Het zou best kunnen dat er zo veel slimme mensen op een gegeven moment zijn dat er niemand meer is die brood wil bakken of een huis kan bouwen. M.a.w. mensen die minder intelligentie nodig hebben om fysieke arbeid te kunnen verrichten. Is iedereen slim dan ben je in dit geval beter af wat minder slim te zijn door wel in staat te zijn voor je zelf te zorgen en als zodanig te overleven. Het is wat de omgeving verlangd om als ras te kunnen overleven. In dit geval, wanneer de omgeving dit vereist, zullen dommere echtparen intelligentere kinderen krijgen en slimmere echtparen juist dommere.
Zwollywood12-02-2009 10:10
Rami: de evolutie zal ook voor een omkering zorgen ....vanaf ongeveer het heden zijn er alleen nog maar domme mannen en slimme rijke blondjes! Hoewel dit bijna een racistische duiding is want wát te denken van al die slimme allochtone vrouwen die evengoed in dit evolutiebeeld meegaan.
Slim bedacht, Rami. Maar er zijn allerlei vormen van intelligentie. De studiebol die te klunzig is om een lekke band te plakken is aan de ene kant slim, maar aan de andere kant dom... Was er trouwens niet een theorie dat genieën vaak geboren worden uit zwakzinnige ouders ?
Het was stom om het 'droit du seigneur'af te schaffen. Sindsdien is de wereld er op achter uit gegaan Om het nog even ingewikkelder te maken: mijn vrouw beschouwt mij als dom-slim en zichzelf uiteraard als slim-slim
Wat het ook gecompliceerder maakt, is dat velen intelligent kunnen praten, maar niets kunnen bedenken. En als ze het niet begrijpen, hullen ze zich in slimme stilte. Da's best uit te houden naast elkaar op de bank en in bed. Aad Verbaast12-02-2009 12:57
In Singapore hangen ze deze theorie aan: slim met slim, maakt slim. Aangezien het beleid is dat Singapore meer slimme mensen nodig zal hebben, zijn er match programma's al op de middelbare school (enkel de goede) en krijgen slim-slim huwelijken met kinderen belastingvoordelen..Dom-dom huwelijken met kinderen niet. Stel je voor dat een politicus dat hier zou voorstellen.... Niet slim..
*Grijns* Domme blondjes (M/V) gooien echter inderdaad zand in de rails. Sociologen hebben al eens aangetoond dat 'aantrekkelijkheid op de huwelijksmarkt een combinatie is van rijkdom, schoonheid, intelligentie en nabijheid (de ware jacob(a) woont bijna altijd op minder dan 25 km afstand. En dat is dan de vaste relatie. Als het om one-night-stands gaat, zijn met name mannen niet bijster selectief. Als een vrouw wil, is dat goed genoeg...En ook uit one-night-stands komen wel eens kinderen.
Doet me denken aan het verhaal van een niet al te knappe maar wel hele slimme professor die door een dom - maar mooi - blondje schriftelijk werd uitgenodigd om eens samen een kindje te maken, "omdat het haar geweldig leek als die dan net zo mooi zou worden als zij en net zo slim als hij". Na een kleine overdenking schreef hij terug: "Mevrouw,uw voorstel klinkt aantrekkelijk maar ik zie er toch vanaf omdat ik het risico dat het een kindje wordt met mijn uiterlijk en uw intelligentie toch iets te groot acht."
@ Satuka: Volgens de overlevering zou het om Einstein en Monroe gaan. Maar ik denk dat het een Urban Myth is (en ik weet eigenlijk niet eens zeker of Monroe dom was). Desalniettemin wel behartigenswaardig.
Helaas, Rami, de mavo staat allang leeg, en is bij ons al meedogenloos afgebroken. De verfoeide vmbo is er voor in de plaats gekomen, maar die zal ook wel gauw van naam veranderen. Heeft met survival of the fittest te maken.
in de wetenschap dat blondjes vaak verre van, of helemaal niet dom zijn, tenzij blablabla (vul zelf maar in), weerleg ik deze theorie... want wie chips op de bank eet is sowieso dom...intelligente mensen doen andere dingen
Interessant maar er is wellicht hoop. Er zijn dingen die niet per definitie verdubbelen: gooi kokend water bij kokend water: het wordt echt nooit 200 graden... dus dom en dom = dommer..tja ik weet het niet
Meneer Opinie, ik ken hem met verschillende personages in de hoofdrol. En ik weet eigenlijk wel zeker dat Monroe helemaal niet dom was ;-).
Tsjok4513-02-2009 23:37
En als nu alle oudere slimme en nog kwieke mannen zich alleen maar bezig hielden met jonge "domme "blondjes ... Dan is de kans groter dat een betere verdeling van het "slim" zijn niet alleen tot de git-zwartharige bevolking van singapour zal beperkt blijven , maar bovendien ook nog eens eventuele erfgenamen van dergelijke blond-grijze koppels ook mogelijks langer zullen blijven leven net als hun krasse vaders ( het spreekt vanzelf dat in dit gedachtenexperiment minstens een groot aantal oudere mannetjes de echte natuurlijke vaders moeten zijn ... een goede reden waarom het dus altijd een gedachten-exeriment zal blijven ? ) ... Maar of dat soort bijwerkingen zo "slim" is in deze overbevolkte wereld , valt toch ook af te wachten ...
; in werkelijkheid zal ik nooit het woord dom voor iemand gebruiken, omdat ik als docent op het VMBO weet dat ook leerlingen met een wat lager IQ op bepaalde gebieden heel goed uitblinkers kunnen zijn. Niet te snel oordelen over het VMBO - er zijn een heleboel VMBO scholen waar heel mooi onderwijs wordt gegeven. Het grootste probleem van het VMBO is een negatief imago, iets dat de meeste van onze leerlingen niet verdienen...
In het plaatje is te zien hoe de wetenschappelijk methode hoort te werken. Je ziet iets, dan stel je over het waargenomen fenomeen een hypothese op. De gestelde hypothese wordt met gedachte- en fysieke experimenten getoetst. Vele malen. Als hij ook maar één maal faalt moet de hypothese aangepast worden. Dan begint het testen van de hypothese opnieuw. Dezelfde experimenten moeten herhaald worden en daarna moeten nog extra experimenten gedaan worden. En geen enkele keer mag de hypothese falen in haar verklaring van de observaties tijdens het experiment. Vervolgens wordt de hypothese pas een theorie. Geen voldongen feit nog, maar een theorie. Een theorie heeft bewezen in haar kinderlijke hypothesetijd sterk te staan. Een theorie wordt wederom vele malen getoetst middels experimenten. De theorie moet álle experimenten kunnen doorstaan. Doorstaat hij deze niet moet er een nieuwe hypothese gemaakt worden en kan de theorie komen te vervallen. Daarvoor in de plaats moet dan een nieuwe theorie komen. Pas nadat een theorie lange tijd is getoetst en er duidelijk verklaarbare wetmatigheden ontdekt zijn, die alle experimenten en resultaten volledig kunnen verklaren, kunnen deze als wetmatigheden beschreven worden. Dan kan nog altijd dit weer vervallen doordat wetenschappelijke experimenten aantonen dat de natuurwet niet alle werkelijkheid kan verklaren. Maar een hypothese moet wel heel sterk groeien, kan het een theorie wegbeuken, en een theorie moet een grote jongen/meid worden voordat het een wet kan kraken. :
woensdag 1 februari 2006 9:06 door tomaso_agricola
Er is daarbuiten een groep mensen die gelooft dat de mens is geschapen door God, naar zijn evenbeeld. Of dat er een intelligente entiteit is die de evolutie zo geleid heeft dat er uiteindelijk de mens uitkomt. Het grootste argument dat deze mensen hebben is dat het heelal, de natuur en de mens zo perfect in elkaar zitten dat hij niet door symbiose, mutatie en natuurlijke selectie kan zijn ontstaan, zoals de moderne evolutie theorie leert. Maar zit de wereld wel zo intelligent in elkaar als wij denken? Is ons lichaam werkelijk zo perfect in elkaar gestoken als deze mensen beweren?
Kijken we bijvoorbeeld eens naar onszelf. In tegenstelling tot de meeste andere dieren lopen wij rechtop. Dat is heel erg handig, want het betekent dat je je voorpoten, je handen, voor allerlei andere dingen kunt gebruiken. Met deze handen kunnen we voorwerpen vasthouden terwijl we lopen. Een tas met spullen bijvoorbeeld, of een speer. Dat laatste komt goed van pas wanneer je op de savanne achter een wildebeest aanrent. Je kunt al rennend de speer gooien en de kans wordt veel groter dat je een lekker stuk vlees te pakken krijgt. En met die handen kunnen wij ook allerlei spullen maken. Er wordt zelfs beweerd dat door het rechtoplopen ons gezicht meer naar onze buikkant draaide waardoor er bovenop het hoofd meer ruimte kwam voor de hersenen, waardoor we ook nog slimmer werden. Twee vliegen in 1 klap.
Maar, aan het rechtoplopen kleven ook duidelijke nadelen. De meeste nadelen kennen we uit eigen ervaring of van iemand uit de naaste omgeving. Rugproblemen, pijnlijke voeten en spataderen. Blijkbaar is er niet overal in het lichaam rekening gehouden met deze rechtopgang. De rug kan lang niet altijd de last van het lichaam aan, en ook de voeten kunnen het niet altijd verwerken, resulterend in platvoeten e.d. Het opmerkelijkst is misschien nog wel het ontstaan van spataderen. De aderen in de benen, waardoor het bloed weer naar boven moet naar het hart zijn bij veel mensen niet opgewassen tegen de verhoogde druk ten gevolge van het rechtoplopen.
Bovengenoemde problemen zijn door een ontwerper makkelijk te verhelpen. Aderen kunnen steviger worden gemaakt. Ook de voeten en de rug zouden met gemak verstevigd kunnen worden. Desnoods zet je er een tweede ruggegraat naast.
Waarom is dat niet gebeurd? Wanneer je uitgaat van een intelligente ontwerper dan lijkt het er toch sterk op dat hij hier een paar steekjes heeft laten vallen. Eerder een niet-intelligente ontwerper dus.
Uit evolutionair oogpunt is het wel te verklaren. We lopen namelijk nog niet zo vreselijk lang rechtop. Het brengt ons bepaalde voordelen die gemiddeld gezien opwegen tegen de genoemde nadelen. De genoemde nadelen ontstaan (1) vooral doordat bepaalde delen van het lichaam nog niet zijn ingesteld op de nieuwe manier van voortbewegen. Of dat in de toekomst nog verandert is niet te voorspellen. Wel is het zo dat de meesten van ons de savanne inmiddels hebben verlaten en dat de selectiedruk dus ook weer veranderd is.
De gebreken die genoemd worden treden meestal pas op nadat er voor nageslacht is gezorgd. Het is dus geen evolutionair selectiecriterium meer. Ouderdomskwalen worden niet via de evolutie opgelost, alleen tekortkomingen en verbeteringen daarop die aan het nageslacht kunnen worden doorgegeven.
-Tomasso,01-02-2006 11:04
@Hans, Ik ben dat niet met je eens. Er zijn veel mensen waarbij al op jeugdige leeftijd (aanzet pubertijd) een rugafwijking wordt geconstateerd. Ook zijn er veel kinderen die op basisschoolleeftijd al last hebben van voetafwijkingen, inclusief platvoeten. Voor de spataderen is het wellicht een ander verhaal, maar rug- en voetproblemen wachten meestal niet tot de persoon volwassen is.
Kor Bronts01-02-2006 11:31
Wijlen prof. Piet Vroon gaf in zijn boek "Tranen van de krokodil" als oorzaak van rugklachten het te vroeg rechtoplopen door te snelle ontwikkeling van de hersenen in de evolutie.
@Hans (en alle anderen) Daarbij ben ik de allerergste spatader van allemaal nog vergeten. Aambeien. Mede door de rechtopgang is de druk in de bloedvaatjes rond de anus veel groter dan in een dier dat op 4 benen loopt (daar is het zelfs bijna het hoogste punt van het lichaam).
peter borger13-10-2006 15:11
Gottegot, wat zullen die giraffes een last van aambeien hebben zeg met hun hoge bloeddruk. En wat dacht je van al die megalomaan-gegroeide dino's. Dat is natuurlijk ook de reden waarom ze zijn uitgestorven: ze struikelden over hun aambeien...
@ Peter, Over aambeien bij Giraffes weet ik niet veel. Wel is bekend dat Giraffes een aanpassing hebben in de benen omdat de bloeddruk in de onderbenen natuurlijk erg hoog is. In elk ander dier zou bij deze druk het bloed uit de aders worden gedrukt (een extreme vorm van spataderen, zal ik maar zeggen). De giraffen hebben de huid, als het ware, extra strak om hun onderbenen zitten. Het lijkt een beetje op een G-pak van een straaljager piloot. Ik vindt wel dat je reacties een beetje flauw beginnen te worden (Weet jij wat de bloeddruk van een dinosaurier was? Nee? Houdt dan asjeblieft dat soort retorische onzin voor je). Dit soort zaken kun je ook zelf even natrekken voordat je mij daar mee 'lastig' valt. Laat maar zien wanneer je kunt bewijzen dat het echt niet klopt, maar dit soort dommigheid zit ik niet echt op te wachten. Als het nivo nog verder daalt weet ik niet of ik hier nog zin in heb.
peter borger13-10-2006 17:07
Bovenstaande was natuurlijk, en dat begrijp jij ook wel, niet seriues. Dinosauriers van het grote, lange type hadden een extreem hoge bloeddruk en hadden extreem stevige bloedvaten hoorde ik onlangs op Phoenix (duits kanaal), vandaar. En nu we het toch over hun bloedvaten hebben, men heeft onlangs bloedvaten uit dinosaurus botten geisoleerd. Ze waren niet gefossiliseerd, nog steeds flexibel en de eiwitten konden gewoon worden geanalyseerd. Amazing...
....Grote vissen (360 miljoen jaar oud) die handen en voeten leken te hebben in plaats van vinnen. Wetenschappers ontdekten dat die vissen die handen en voeten (misschien) gebruikten om takken in het water weg te duwen. -In het amazonegebied leeft nu een heel klein visje die "handjes en voetjes" heeft: : net een heel klein mensje die zich vasthoudt aan stenen om zijn prooien beter te kunnen pakken.
elten01-02-2006 15:55
'Wel is het zo dat de meesten van ons de savanne inmiddels hebben verlaten....' Deze zinsnede veronderstelt dat Homo Erectus in de savanne overeind ging staan (na evolutie natuurlijk). *Maar dat is niet de enige verklaring. *De andere is die van migratie naar kustgebieden, met laagstaand (laguna type) voedselrijk zout water, waar HE tijdens het voedselverzamelen in het water (minderzwaartekracht) steeds meer voet aan de grond kreeg. En daar was de ruggegraat ook niet zeer door belast waardoor het uiteindelijk een tweevoeter werd. Rugklachten zijn dus van later orde, maar dat terzijde. Welke evolutie vond er plaats, savanne of laguna?
Er bestaat inderdaad ook de hypothese dat we het water zijn ingegaan. Dat zou o.a. de reden zijn waarom wij, net als meer waterzoogdieren, zo weinig haar hebben. Jaren geleden heb ik hier wel wat over gehoord, maar de laatste jaren niet meer.
Peter01-02-2006 18:19
- verlies aan haargroei (of pels)is genenbepaald, ergo erfelijk en overdrachtelijk in het mensenras. Geleidelijke klimaatwijzigingen over lange perioden op aarde en de aanpassing daaraan zullen er invloed op gehad hebben ? - rugklachten zijn deels erfelijk( botstructuur en groeistoornissen ) deels onstaan ze door werkomstandigheden (overbelasting) en ongezonde leefwijze ( minder bewegen, zwaarlijvigheid).
.....het oog is ook zo'n mooi voorbeeld: de oogzenuw die ons netvlies hindert in het zien van allerlei mooie dingen, ook zo'n evolutionaire toevalligheid die een snuggere designer er zeker uitgelaten zou hebben. Het argument van de creationisten zou dan zijn: "ja, maar we weten natuurlijk de bedoeling van die schepper niet met ons ontwerp" ja ammehoela!
Qabouter02-02-2006 09:26
Heel goed, het is belangrijk, vind ik, om als wetenschappers een duidelijk weerwoord te geven tegen de onzinnigheden die beweerd worden door ID'ers. Ik vind het fout dat wetenschappers als Plasterk niet in discussie willen met ID, omdat je ze dan serieus zou nemen. Dat is een misvatting vind ik, je moet blijven aangeven waar de fouten zitten in de gedachtegang, anders kan de ID-propaganda straffeloos het volk bespelen.
Wij vershillen genetisch toch maar twee procent of zo van chimpansees of oerang oetans?? Onze herseninhoud is vier keer zo groot De mens ging rechtop lopen was handig voor boven genoemde redenen Ik denk dat dat eigenzinnige wezen,dat iets wil omdat het kan denken en blijkbaar lang genoeg bestaat om genetisch te veranderen. Dat cultuur en kunnen denken dus de evolutie van de mense verandert heeft en dat wij dus niet zo'n inteligent design meer zijn Ik denk dat voor dieren dat meer geldt
Als jij het allemaal beter weet. Waarom ontwerp je dan geen nieuw mens. Help je zelf dan eerst naar een andere realiteit, dan kun je daar verder knutselen. Want mensen zoals jij, denken wellicht de wijsheid in pacht te hebben, omdat ze denken, dat de hoor hen aangeboden theoretische en praktische kennis superieur is aan die van een ander, Maar feitelijk zijn dit soort uitspraken nazistische ideevormingen. Ga leven man. In plaats van je zieke ideevormingen een plaats te geven op een blog, dat bedoelt is voor andere zaken dan mensen een rad voor ogen draaien.
Als je universitair docent bent. Hou je dan bezig met academische zaken. Maar vervuil dit blog niet, om jouw mening, neer te zetten als een voldongen feit, een waarheid.
@Leotje, Ik zie dat u het zeer druk hebt gehad de afgelopen dagen met mij een beetje afzeiken. Daarbij wordt mij niet helemaal duidelijk wat u eigenlijk wilt. Aan de ene kant moet ik niet alleen maar kennis verspreiden onder een select groepje elitairen. Aan de andere kant moet ik dit blog niet vervuilen met mijn mening ('het is maar een mining' zie Maxima, en Alexander was het volmondig met haar eens). Het is het 1 of het ander Leo. Make up your mind (niet dat ik ook maar enige intentie heb om wat dit betreft naar u te luisteren) Wie zegt dat ik een nieuwe mens wil maken? Ik wil hier alleen maar duidelijk maken dat de mens, wanneer hij ontworpen is, een slecht ontwerp is en geen intelligent ontwerp. Ik denk dat de mensen die ID propageren, of die ons willen laten denken dat de wereld zo mooi in elkaar zit dat het wel door een hogere macht geschapen moet zijn diegenen zijn die ons een rad voor ogen draaien. Wanneer u het met bovenstaand verhaal over rechtoplopen niet eens bent zou ik graag argumenten horen ipv het soort bagger dat u nu schrijft.
Als ik er eens zo over nadenk, is er nog een aspect wat met het rechtop lopen naar voren komt. Zodra het lichaam rechtop staat, zijn in één oogopslag het gezicht, de lichaamslengte en de schaamstreek zichtbaar. Dit zou wel eens een gigantische boost kunnen zijn geweest voor de hersenen.
Extra prikkelingen werden opeens waargenomen. Associatie die niet in op elk moment handig was. Reden om dit te denken is de wetenschap dat de mens seksueel opgewonden wordt bij het zien van de schaamstreek. Echter, een kind heeft dat niet, dus zal dit te meer het gevolg zijn van opgeslagen herinneringen aan geur en/of belevenis. Het dragen van kleding is volgens mij één van de eerste pogingen geweest dit probleem uit de wereld te helpen. Waarom niet bescherming tegen kou? Omdat men in eerste instantie de schaamstreek in gaan bedekken.
De evolutietheorie zoals Darwin hem opstelde gaat uit van geleidelijke veranderingen of, zoals Darwin het schreef, gradual change. Maar wat bedoelde hij daarmee? Bedoelde hij echt geleidelijk, zoals de meeste mensen het nu interpreteren?
Er is nog een andere interpretatie mogelijk. Op zijn reis met de Beagle kwam Darwin in Concepcion in Chili aan, vlak nadat daar een aardbeving was geweest. De aardbeving had veel huizen vernield, en had een groot aantal doden en gewonden veroorzaakt. Een, voor de wetenschap interessanter, gevolg was dat de kustlijn een metertje of wat omhoog was geschoven. Allerlei schelpen hingen hoog in de lucht terwijl ze eerst nog onder water hadden gezeten. Het opmerkelijke is dat Darwin deze plotselinge verschuiving in zijn notitieboekje beschreef als gradual!
Om dit te begrijpen moeten we even een stukje etymologie doen. De basis van het woord gradual is het latijnse woord gradus, wat zoiets als stap betekent. De geologische verandering van de kustlijn van Chili was duidelijk niet geleidelijk, maar stapsgewijs en zo werd het ook door Darwin genoteerd. Dit niet bijster duidelijke onderscheid tussen geleidelijk en stapsgewijs heeft voor wat spanningen gezorgd in de evolutietheorie met als gevolg 1 van de belangrijkste vernieuwingen van de theorie: Punctuated equilibrium van Eldredge en Gould. Zij stelden dat soorten in een stabiele omgeving morphologisch over lange tijd gelijk kunnen blijven, maar dat onder invloed van veranderingen in de omgeving de snelheid van evolutie plotseling veel hoger kan zijn.
Bewust of onbewust heeft Darwin, door gebruik van het woord gradual, deze veranderlijkheid in de snelheid van evolutionaire processen voorzien.
Het biologievak ecologie bestond 150 jaar geleden nog niet. Het was onder andere Darwin die ideeen ontwikkelde rond wat hij the economy of nature noemde. Die ideeen gingen over de relaties tussen dieren van dezelfde soort (seksuele selectie), de relatie tussen dieren van verschillende soorten (coevolutie) en de relatie die die individuele dieren hebben met hun omgeving (natuurlijke selectie). Hij zag hierin parallellen met producenten en consumenten in de economie (hebben we ook reducenten in de mensen economie?).
Had de natuur er voor Darwin uitgezien als een uitgebalanceerd geheel van naast en door elkaar levende soorten, na Darwin werd de natuur een omgeving die voortdurend in beweging was en waar iedereen maar moest zien hoe hij overleefde en zijn kostje bij elkaar scharrelde (sommigen spreken zelfs over oorlog en wapenwedlopen). De wisselwerking tussen dieren onderling en met hun omgeving bepaalde wie er zou overleven en vruchtbaar nageslacht zou voortbrengen.
Darwin legde hierbij de nadruk op competitie tussen dieren van dezelfde soort, de wisselwerking tussen jagers en gejaagden en onder wat voor omgevingsomstandigheden dieren al dan niet overleven. Allemaal zaken die nu nog steeds de hoofdmoot vormen van het onderzoek in de ecologie.
Afbeelding: Een glazen bol met een compleet ecosysteem van algen garnalen en bacteriën. Met wat zonlicht en warmte blijft dit systeem in evenwicht, totdat de garnalen van ouderdom sterven.
We kennen Darwin allemaal als degene die de basis legde voor de huidige evolutietheorie. Minder bekend is dat hij (toch meestal juist om die basis te leggen) allerlei verschillende, meestal biologische fenomenen onderzocht.
Bij mijn studie biologie was de eerste kennismaking met Darwin niet vanwege de evolutietheorie, maar omdat hij in zijn boek The Structure and Distribution of Coral Reefs (1842) heeft beschreven hoe een atol eiland ontstaat. Dit blijkt een langdurig proces te zijn wat weer een argument opleverde voor de ouderdom van de aarde.
In een ander boek Various Contrivances by which Orchids are Fertilised by Insectsand on the Good Effects of Intercrossing uit 1862 beschrijft hij een orchidee uit Madagascar met een bloemdiepte van 30 cm. Dit type orchidee wordt meestal bezocht door een soort motjes en Darwin leidde hieruit af dat er een mot moest bestaan met een enorm lange tong. Toen het dier uiteindelijk werd gevonden (20 jaar na Darwins dood!) kreeg het, vanwege deze voorspelling, de ondersoortnaam praedicta.
Vandaag de dag kennen we allerlei planten met hun insecten, gastheren met parasieten, algen samen met schimmels(korstmossen) en allerlei andere, meer of minder voordelige samenwerkingen die moeten zijn ontstaan vanuit een evolutionair process over miljoenen jaren. Dit proces van voortdurend aan elkaar aanpassen is een andere kracht in de evolutie en wordt, heel toepasselijk, co-evolutie genoemd.
Natuurlijke selectie wordt, wanneer men praat over de evolutietheorie, vaak naar voren gebracht als de grote bepaler van wie overleeft en wie er in staat zal zijn om vruchtbare nakomelingen voort te brengen. Maar er is nog een andere selector die actief is in het veld van de evolutie.
Al voordat Darwin de Origin of species publiceerde wist men dat er bij veel soorten verschil is in het uiterlijk van mannetjes en vrouwtjes. Je ziet het bij kevers, vogels (ziehier de fazant, het mannetje is uiteraard mooier dan het vrouwtje), zoogdieren, noem maar op... Darwin dacht dat deze verschillen wellicht belangrijk zouden kunnen zijn bij het kiezen van een partner om je mee voort te planten. Deze keuze (selectie) heeft een invloed op het reproductieve succes van de (niet) gekozenen.
Zijn boek The descent of man (1871) heeft als ondertitel Selection in relation to sex en in dit boek gaat Darwin dieper in op deze vorm van selectie die de naam seksuele selectie kreeg.
Vanaf toen konden verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes verklaard worden als het resultaat van processen die te maken hebben met parnterkeuze en competitie om een territorium, ipv het resultaat zijnde van Goddelijk design.
vrijdag 29 februari 2008 10:06 door tomaso_agricola
Bij het denken over evolutie was het voor Charles Darwin duidelijk dat hij er rekening mee moest houden dat dieren zich niet alleen zouden kunnen aanpassen aan een (nieuwe?) omgeving, maar ook dat ze kunnen migreren en dat het klimaat waarin de dieren leven kan veranderen. Beide zaken zouden van invloed zijn op de plaats waar bepaalde planten en dieren (kunnen) voorkomen. Tegenwoordig heet dit onderzoek de biogeografie.
Darwin zag zelf al dat de overeenkomsten van knaagdieren in de bergen en in de dalen van Noord en Zuid Amerika groter was binnen een continent dan tussen de dieren die in bergen of in dalen leven. Een eigenaardige eigenschap wanneer je veronderstelt dat dieren ontworpen zijn puur om aangepast te zijn aan een bepaald ecosysteem (berg of dal), maar begrijpelijk wanneer je er vanuit gaat dat dieren op hetzelfde continent qua afstamming dichter bij elkaar staan en via een evolutionair process zich hebben kunnen aanpassen.
In de tijd van Darwin was migratie de enige mogelijke verklaring om de verspreiding van soorten over de verschillende continenten te verklaren. Een eeuw later kwam daar het concept van platentektoniek bij. En ook plaattectoniek blijkt zeer goed te passen bij de biogeographische distributie die we nu zien bij verschillende soorten.
donderdag 28 februari 2008 10:06 door tomaso_agricola
...is een relatief nieuwe term die slaat op de tijd nodig om het uiterlijk van de aarde te verklaren door middel van langzame geologische processen.
Bij het schrijven van de Origin of Species was het voor Charles Darwin al duidelijk dat hij voor zijn theorie van biologische evolutie ontzettend veel tijd nodig had. Als het waar was moest de aarde ontzettend oud zijn.
Al in de 18e eeuw (een eeuw voor Darwin) schreef James Hutton dat de aarde veel ouder moest zijn dan de 6000 jaar die de Kerk toen voorschreef. De geoloog Charles Lyell nam dit concept over en beinvloede op zijn beurt Darwin. Darwin deed zelf ook geologische analyses. Hij berekende bijvoorbeeld de tijd die nodig was om bepaalde rotsformaties in Engeland te laten vormen. Hiermee benadrukte hij nogmaals de ouderdom van de aarde.
Lord Kelvin dreigde nog roet in het eten te gooien. Op basis van een afkoelingscurve van de aarde kwam hij tot een veel jongere leeftijd dan Darwin nodig had, maar de ontdekking van radioactiviteit (radioactief verval produceert warmte) zette deze berekeningen op losse schroeven.
Tegenwoordig wordt de leeftijd van de aarde op ongeveer 4,5 miljard jaar geschat. Echte deep time dus. In ieder geval meer dan genoeg om biologische evolutie te laten plaatsvinden.
woensdag 27 februari 2008 10:06 door tomaso_agricola
Naast het ontstaan van soorten moet er in de evolutietheorie, wanneer de natuurlijke selectie heel streng selecteert, ook rekening worden gehouden met het uitsterven van soorten.
Al vanaf het midden van de 18e eeuw was het duidelijk dat soorten kunnen uitsterven. Tenzij de soort een fossiel achterlaat, maar dat komt niet zo heel erg vaak voor (heeft u nog de schedel van uw overgrootvader bij de hand om te bewijzen dat u voorouders had en niet uit een schutting bent gezaagd?), zorgt dit uitsterven van een soort voor een gat in onze biologische kennis.
Het leven dat wij nu op aarde zien is niet de keten van soorten van primitief naar complex of van eencellig naar meercellig. Alle soorten hebben een evenlange evolutie ondergaan en geen van de huidige soorten kan gezien worden als een voorouder van een andere soort. Ze staan allemaal aan de punt van een tak van DE LEVENSBOOM en alle takken zijn even lang. De gemeenschappelijke voorouders en tussenvormen zijn gestorven en verdwenen.
Soms worden er fossielen gevonden die op de voorspelde tussenvorm lijken (bijvoorbeeld een voorspelde tussenvorm tussen landdier en walvis), maar dat vinden vraagt een grote portie geluk (en vaak, zie ook weer de walvis, een berekende inschatting waar je zou moeten zoeken).
dinsdag 26 februari 2008 10:06 door tomaso_agricola
Deze schets, gemaakt door Charles Darwin in 1837 vlak nadat hij teruggekeerd was naar Engeland van zijn reis rond de wereld met de Beagle, is zijn eerste schets van een levensboom' (tree of life). Het laat zien hoe hij dacht over het ontstaan van verschillende variaties en soorten als vertakkingen uit 1 enkele ouder' soort.
De schets ontwikkelde zich uiteindelijk tot de enige afbeelding die in 1859 in The origin of species is te vinden (zie onder).
Vele bomen zijn er nadien opgetekend, in het begin vaak alleen maar op basis van anatomische (en evt fysiologische) overeenkomsten, maar na de ontdekking van DNA ook op basis van het erfelijk materiaal van verschillende soorten, waarvan ik een mooi voorbeeld hier al eens heb laten zien (en hier op 30-11- 2007 09:51 gebruikt om aan een tweetal evolutie ontkenners uit te leggen wat genetische overeenkomsten en verschillen nou eigenlijk betekenen)
.
Voor de tijd van Darwin werden organismen ook al ingedeeld in een klassificatiesysteem (het systeem van Linnaeus was al een tijd in gebruik). Het concept van Darwins boom hield in dat de klassificatie in het vervolg op basis van de genealogische relatie van de soorten zou moeten worden gedaan. Soms zijn de overeenkomsten en verschillen tussen soorten vrij duidelijk en is dat geen probleem. Soms lijkt een soort alleen maar op zichzelf en dan lukt het niet. Een reden hiervoor kan zijn dat de mogelijke tussenvormen allemaal uitgestorven zijn. Om een goede klassificatie te doen is het altijd handig wanneer er fossielen zijn die mogelijke tussenvormen representeren. Tegenwoordig kan er ook op basis van het DNA nog een poging worden gedaan om de soort in te delen in het grotere geheel.
vrijdag 22 februari 2008 10:06 door tomaso_agricola
In 1803 verscheen het Essay on the Principle of Population van de econoom Thomas Malthus. Malthus merkte daarin op dat de groei van een populatie onvermijdelijk uit de pas zou gaan lopen met de groei in grondstoffen. Overpopulatie en tekorten waren daarvan het gevolg, iets wat tot dan toe niet onder ogen werd gezien.
Beide aardsvaderen van de evolutietheorie (Charles Darwin en Alfred Russel Wallace) pasten dit principe toe op de biologie. Niet alleen de mens, maar elk levend wezen produceert meer nakomelingen dan er kunnen overleven. Beiden merkten op dat die nakomelingen geen identieke meerlingen zijn. Er zit variatie in. Sommigen zijn beter aangepast aan de omgeving dan andere en zij zullen dan ook meer nakomelingen voortbrengen voor de volgende generatie. Wanneer de betere aanpassing erfelijk overdraagbaar is zal die aanpassing worden overgedragen op de volgende generatie.
Het organisme zal altijd proberen te reproduceren, de omgeving bepaalt wie er doorgaat voor de hoofdprijs (=vruchtbaar nageslacht).
Wallace legde zwaar de nadruk op natuurlijke selectie. Darwin deed dat wat minder, ook omdat hij andere mechanismen in gedachten had (zoals seksuele selectie en coevolutie, maar daarover later eventueel meer). De 3-eenheid van Reproductie, mutaties/variatie en selectie brachten het concept dat alle soorten 1 gemeenschappelijke voorouder deelden binnen handbereik.
In de tijd van Darwin en Wallace was men nog niet goed op de hoogte van hoe erfelijkheid werkt. In 1866 publiceerde Gregor Mendel zijn bevindingen met erwtenkruizingen, maar die lagen meer dan 30 jaar te suffen voordat onze eigen Hugo de Vries rond 1900 er iets in zag. Tot die tijd had men had het idee dat kinderen een soort vermenging waren van hun ouders, wat nooit tot een grotere variatie kon leiden. Vooral wiskundigen hebben er in die tijd op gewezen dat er iets niet kon kloppen aann de evolutietheorie van Darwin.
Bij het opstellen van de Moderne Synthese van de evolutietheorie in de loop van de jaren '30 en '40 van de vorige eeuw werd door J.B.S. 'Jack' Haldane, Ronald Fisher en Sewal Wright een begin gemaakt met populatiegenetica, een tak van de biologie die (ironisch genoeg) juist veel gebruik maakt van wiskundige modellen. Fisher, Wright en Haldane lieten o.a. zien dat een klein selectievoordeel een groot effect kan hebben op de uiteindelijke samenstelling van een populatie (= een groep organismen van dezelfde soort). Daarvoor is het wel noodzakelijk om goed gekwanificeerde metingen te doen aan die populaties. Goed tellen dus. En dan blijkt dat natuurlijke selectie echt zijn werk wel doet.
En een theorie die hopelijk (naar mijn mening) ooit bewezen kan worden.
Het kan morgen gebeuren, of nooit. Ik hoop het eerste.