In TIJD en TIJDEN,
2015, blz. 323-326, gaf ik aandacht aan de archeologische site te Oegarit nabij
het huidige Ras Shamra in Syrië. De plaats bleek al in het derde millennium vóór Christus tijdens het Neolithicum-tijdperk
bewoond te zijn. Ten tijde van de Vroege en de Late Bronstijd was Oegarit een
Kanaänietische zeehaven die de stad met Cyprus, Egypte en de Griekse wereld verbond.
Oegarit was in deze periode een stadstaat met een koning aan het hoofd. De stad
werd volgens de orthodoxe tijdrekening, na haar vernietiging door vuur rond
1190 v. Chr. verlaten en werd bij toeval in 1928 AD herontdekt. Een autochtone landbouwer
opende bij het ploegen van het veld een graf wat leidde tot de ontdekking van
de necropolis van Oegarit en vervolgens werd de oude stad en haven door
archeologen blootgelegd. Haar belangrijkste bloeiperiode was tijdens het Laat
Brons tijdperk. Een periode die volgens de orthodoxie foutief van de zestiende
tot het einde van de dertiende eeuw v. Chr. op de tijdsbalk gedateerd wordt. En
hier wringt het schoentje. Het is de gefabriceerde chronologie van de
Egyptologie die verantwoordelijk is voor de plaatsing van het einde van het
Laat Brons tijdperk in de dertiende/twaalfde eeuw v. Chr. De archeologische
lagen in Kanaän worden aan de Egyptische chronologie gekoppeld en dusdanig gedateerd.
Een chronologie die gebaseerd is op de
veronderstelling van het gebruik van een dubbele kalender in het oude Egypte:
de Sothis-kalender. Een kalender die echter door het revisionisme van de
geschiedenis onderuit gehaald is. Zie o.a. het artikel op dit blog van 27.02.2017: over de chronologie van het
oude Egypte, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1488150000&stopdatum=1488754800
Volgens de tijdsconstructie van de egyptologie bracht Ramses III in 1177
v. Chr. een halt toe aan de invasie van de Zeevolken in de Levant en Egypte. In
mijn uitgave ‘De zonaanbidder, Achnaton de strenge en hardvochtige farao
volgens de profeet Jesaja, 2016’ plaatst ik de invasie van de Zeevolken in 712
v. Chr. en verhuist de breuk tussen Laat Brons en IJzer van de dertiende eeuw
v. Chr. naar de achtste eeuw v. Chr. Mijn verhaal laat ik aanvangen aan het
begin van de achtste eeuw v. Chr. wanneer een meganatuurcatastrofe de oude
wereld trof en verantwoordelijk was voor het opgang komen van heel wat
volksverhuizingen. De vernietiging van Oegarit past in dit kader. De achtste
eeuw v. Chr. werd gekenmerkt door een cyclus van meganatuurcatastrofes die de
oude wereld van toen teisterde. Keer op keer mislukten als een gevolg oogsten
en volgden er grote volksverhuizingen. Ook zijn er veelvuldig vermeldingen naar
pestplagen. De jaren 800, 790 761, 748, 735, 722 en 709 v. Chr. duid ik aan als
rampjaren wat ook aansluit bij de
klimaatverstoring die de profeet Jesaja voor deze periode voorspelt hadt.
Jesaja 5:5 Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken, wat Ik Mijn wijngaard
doen zal; Ik zal zijn tuin wegnemen, opdat hij zij tot afweiding; zijn muur zal
Ik verscheuren, opdat hij zij tot vertreding. 6 En Ik zal hem tot woestheid
maken; hij zal niet besnoeid, noch omgehakt worden, maar distelen en doornen
zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken gebieden, dat zij geen regen daarop
regenen. (Statenvertaling)
Zie het artikel van 15.07.2019 op dit blog: DNA
onthult gevreesde Filistijnen, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1563141600&stopdatum=1563746400

Reconstructietekening
van het paleis van Oegarit, het huidige Ras Shamra in Syrië. Rechtsonder: een
afbeelding van het spijkerschrift-alfabet
Ramses III hoort in de achtste eeuw v. Chr. op de
tijdsbalk thuis en niet in de twaalfde eeuw v. Chr. Hij is een van de twaalf
koningen die de oudheidhistoricus Herodotos vermeld, die farao Sethos opvolgde,
een tijdgenoot van de Assyriër Sanherib. Zie het artikel op dit blog van 03.06.2019: Farao Sethos volgens de
faraolijst van de oudheidhistoricus Herodotos, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1559512800&stopdatum=1560117600
Een belangrijke vondst was de bibliotheek van
Oegarit gevuld met archieven van schrijftabletten met teksten in
spijkerschrift. De bevolking van Oegarit bestond uit diverse etnische groepen
en talen. Twee van die talen waren eenvoudig te herkennen: het Soemerisch en
het Akkadisch. Verbaasd waren de eerste onderzoekers over het gebruikte alfabet
van dertig tekens en dat de derde taal het oud-Hebreeuws geschreven in
spijkerschrift was. De vierde taal was het Char, de plaatselijke taal van een
groot deel van de bevolking. Dr. I. Velikovsky (eeuwen in chaos, 1977,
hoofdstuk 5) identificeert het Char als de taal van de Cariërs en maakt
overtuigend de link naar de Griekse wereld. Volgens de orthodoxe foutieve
tijdsdatering is het gebruik van oud-Hebreeuws te Oegarit een anomalie.
Gereviseerd naar de achtste eeuw v. Chr. passen alle puzzelstukjes in het
plaatje. Het catastrofale einde van Oegarit valt volgens mijn revisie van de
geschiedenis van de oudheid in 709 v. Chr., het jaar van de meganatuurcatastrofe.
Het gebruik van het Hebreeuws te Oegarit is nu geen anomalie meer. De
archeologische lagen in de Levant dienen her-dateert op basis van de Bijbels-historische
data. Zie het artikel op dit blog van 12.08.2019: de datering van de archeologische
b reuklijnen in Kanaän, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1565560800&stopdatum=1566165600
Mijn keuze voor het jaar 709 v. Chr. in de cyclus
van meganatuurcatastrofes in relatie tot Oegarit wordt mee bepaald door de
vondst van een vermelding van een onbekende koning over het verdrijven van
zeevolken na de ramp:
“Een of andere binnenvallende koning decreteerde
dat de Jaman (Ioniërs), het volk van Didyme (Danuna), de Char (Cariërs), de
Cyprioten, alle vreemdelingen, tezamen met koning Nikmed uit Oegarit verbannen
moesten worden, al degenen die u beroven, al degenen die u onderdrukken, al
degenen die u te gronde richten.”
In ‘De zonaanbidder, Achnaton de strenge en hardvochtige farao volgens
de profeet Jesaja, 2016’, heb ik deze epoque in het bijzonder behandeld. De
Amarna-periode met de Aton-ketter farao Achnaton op kop wordt op de tijdsbalk
naar de correcte plaats geloodst, en tijdgenoot gemaakt met de Bijbelse
koningen van Israël en Juda: Pekah, Hosea en Achaz alias Labaja, Rib Addi en
Abdi Hiba van de Amarna-correspondentie. Verder identificeer ik Achnaton met farao Anysis van de vader der historie:
Herodotos, en geef opnieuw aandacht aan het werk van Dr. Immanuel Velikovsky:
Oedipus en Achnaton. De Griekse legende heeft haar oorsprong in het Egyptische
Thebe. Het zijn puzzelstukjes die alle in het plaatje van de achtste en begin
zevende eeuw v. Chr., passen. Over Herodotos’ farao Anysis uit de stad Anysis
plaatste ik dit jaar op 13.05.2019 nog een artikel op mijn blog: Herodotos’
ANYSIS, de blinde farao uit de gelijknamige stad Anysis, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1557698400&stopdatum=1558303200
Wordt vervolgd…
Met vriendelijke groet,
Robert De Telder
%%% FOTO2%%%
Ontmoeten. Vragen.
Ontdekken. Zie: alphavlaanderen.be
Recente publicaties:
Boekentips: zie
link: https://boekentips.com/auteur/2508383/robert-de-telder