De
geschiedenis over het hoe, waar en wanneer koning Omri van het tienstammenrijk
zijn hoofdstad Samaria grondveste vinden we in het Bijbelboek 1 Koningen
behandelt. De jaartallen van de regeerperiode van Omri verankeren we op de
tijdsbalk met de gegevens die we in de Bijbel over Asa, de koning van Juda of
het tweestammenrijk bezitten. Het is de koningslijst van Juda met zijn
jaartallen die als een kostbaar snoer de tijd overspant vanaf Salomo tot aan de
Babylonische ballingschap en verankeringspunten op de tijdsbalk geeft voor de chronologie
van de koningen van Israël en in sommige gevallen voor die van de buurvolken. In
TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 225-228: Kroniek van de koningen Abiam en Asa van
Juda, heb ik de regeerperiode van Asa chronologisch van 948 v. Chr. tot 906 v.
Chr. op de tijdsbalk ondergebracht. De verkorte chronologie van Edwin R. Thiele
(1895/1986), A Chronology of the Hebrew Kings, 1977, met in totaal zesendertig
jaar verifieerbare geschiedschrijving verwijderd, werd afgewezen en een nieuwe
chronologie op basis van de sabbat- en jubeljaren volgens de wijze van rekenen
van William Whiston uitgewerkt. Het inkorten van de regeerperioden van de
koningen van Israël en Juda door Thiele was om reden deze te laten passen met
de chronologie van de Assyrische koningen. Thiele achtte de Assyrische koningslijst
op basis van de Eponiem-lijsten gezaghebbender dan die van de Bijbel. Volgens
de nieuwe chronologie valt de dood van Salomo en de splitsing van het Verenigd
Koninkrijk van Israël nu in het jaar 967 v. Chr. en zijn het de koningen van
Assyrië wiens regeerperiode op de tijdsbalk herschikt worden. De herziening van
de Assyrische chronologie krijgt regelmatig aandacht op dit blog. Het recentste
artikel dienaangaande dateert van 28.10.2019,
zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3185368

©
Robert De Telder, Kronieken van de koningen van Israël, 2017, blz. 48
Hierna
het betreffende Bijbelgedeelte over de regeerperiode van Omri:
1 Koningen 16:15 In het zeven en twintigste jaar van Asa,
den koning van Juda, regeerde Zimri zeven dagen te Thirza; en het volk had
zich gelegerd tegen Gibbethon, dat der Filistijnen is. 16 Het volk nu, dat zich
gelegerd had, hoorde zeggen: Zimri heeft een verbintenis gemaakt, ja, heeft ook
den koning verslagen; daarom maakte het ganse Israël ten zelfden dage Omri, den krijgsoverste, koning over Israël,
in het leger. 17 En Omri toog op, en gans Israël met hem van Gibbethon, en
belegerde Thirza. 18 En het geschiedde, als Zimri zag, dat de stad ingenomen
was, dat hij ging in het paleis van het huis des konings, en verbrandde boven
zich het huis des konings met vuur, en stierf; 19 Om zijn zonden, die hij
gezondigd had, doende wat kwaad was in de ogen des HEEREN, wandelende in den
weg van Jerobeam, en in zijn zonde, die hij gedaan had, doende Israël zondigen.
20 Het overige nu der geschiedenissen van Zimri, en zijn verbintenis, die hij
gemaakt heeft, zijn die niet geschreven in het
boek der kronieken der koningen van Israël?
21 Toen werd het volk
van Israël verdeeld in twee helften; de helft des volks volgde Tibni, den zoon
van Ginath, om hem koning te maken; en de helft volgde Omri. 22 Maar het volk,
dat Omri volgde, was sterker dan het volk, dat Tibni, den zoon van Ginath,
volgde; en Tibni stierf, en Omri regeerde.

23 In het een en dertigste jaar van Asa, den koning van Juda, werd
Omri koning over Israël, en regeerde twaalf jaren; te Thirza regeerde hij zes jaren. 24 En hij kocht den berg Samaria van Semer,
voor twee talenten zilvers, en bebouwde den berg; en noemde den naam der stad,
die hij bouwde, naar den naam van Semer, den heer des bergs, Samaria. 25 En Omri deed wat kwaad was
in de ogen des HEEREN; ja, hij deed erger dan allen, die voor hem geweest
waren. 26 En hij wandelde in alle wegen
van Jerobeam, den zoon van Nebat, en in zijn zonden, waarmede hij Israël
had doen zondigen, verwekkende den HEERE, den God Israëls, tot toorn, door hun
ijdelheden. 27 Het overige nu der geschiedenissen van Omri, wat hij gedaan
heeft, en zijn macht die hij gepleegd
heeft, zijn die niet geschreven in het
boek der kronieken der koningen van Israël? 28 En Omri ontsliep met zijn
vaderen, en werd begraven te Samaria; en zijn zoon Achab regeerde in zijn
plaats.

©
Robert De Telder, Kronieken van de koningen van Israël, 2017, blz. 52
Het geciteerde
Bijbelcitaat begint met de geschiedenis van Zimri die in het zevenentwintigste
regeringsjaar (oktober 921/september 920 v. Chr.) van koning Asa van Juda, zijn
heer en koning Ela te Thirsa in de toenmalige hoofdstad van het tienstammenrijk
doodsloeg en voor een periode van slechts zeven dagen zich het koningschap over
Israël toe-eigende. Zimri was volgens het Bijbelbericht, de bevelhebber over de
helft van de krijgswagens. De legeroverste van Israël was Omri die op het
moment van de samenzwering, met zijn leger de stad Gibbethon in Filistea
belegerde. Bij het vernemen van de moord van Elah brak Omri de belegering van
Gibbethon af en spoedde zich met zijn krijgsmacht naar de hoofdplaats Thirsa. Zodra
Zimri merkte dat de stad ingenomen was, ging hij in de burcht van het
koninklijk paleis en verbrandde het koninklijk paleis boven zich met vuur. Wat daarna
volgde was een tweestrijd in Israël tussen Omri en een andere rivaal voor het
koningschap: Tibni. De ontstane burgeroorlog zou aanslepen tot het eenendertigste
regeringsjaar van Asa van Juda, of oktober 917/september 916 v. Chr. In dat
jaar leert het Bijbelbericht stierf de rivaal Tibni en werd Omri koning over
Israël. Omri zou twaalf jaar over het tienstammenrijk heersen, waarvan zes jaar
in de oude hoofdstad Thirsa en zes jaar te Samaria, de nieuwe hoofdstad die hij
op een strategisch gelegen heuvel liet bouwen. De grondvestiging van Samaria
dateren we aldus zes jaar gerekend vanaf de dood van Zimri, in het jaar 914 v.
Chr. De naam Samaria is afgeleid van de vorige eigenaar van de berg met de naam
Semer. Samaria (met de klinker a) en Semer (met de klinker e) zijn namen die we
daarna in de loop der geschiedenis bij de buurlanden Egypte en Assyrië
verbasterd aantreffen. Ik vermeld de klinkers A en E tussen haakjes omdat
deze later zijn toegevoegd. Het Hebreeuws en andere oudheidtalen kenden geen
klinkers. Als er dus bijvoorbeeld in de Egyptische Amarna-briefwisseling in de
Akkadische taal verwezen wordt naar Sumur dan is dit dezelfde naam als Semer of
Samaria (zie de zonaanbidder. Achnaton, de strenge en hardvochtige farao
volgens de profeet Jesaja, 2016, blz. 125-130). De Assyriërs verwijzen in hun
bewaard gebleven annalen naar Samaria als Samerinaja. De klinkers zijn hier ook
door de vertalers toegevoegd.
Dat we
Samaria in de historische bronnen van de buurvolkeren terugvinden heeft te maken
met het feit dat Omri van Samaria een grootmacht in de regio gemaakt heeft. Het
Bijbelcitaat van 1 Koningen hoofdstuk zestien, vers zevenentwintig verwijst
naar een overige geschiedenis van Omri en zijn macht die hij gepleegd heeft
dat in het boek der kronieken der koningen van Israël opgeschreven werd. Een
boek dat over de eeuwen heen niet bewaard gebleven is, wat betreurenswaardig
is. Wanneer tweeëndertig jaar na de dood van Omri generaal Jehu van het leger
van Joram, de kleinzoon van Omri, naar het bivak van de Assyrische koning
Salmaneser III met tribuut optrekt, verwijzen de Assyriërs op hun bewaard
gebleven annalen nog naar Jehu van het huis/dynastie van Omri.
De zoon en
troonopvolger van Omri: Achab, vinden we ook in de Assyrische annalen
opgetekend. De Assyrische koning Salmaneser III vermeld Achab als de aanvoerder
van een coalitie van Klein-Aziatische vorsten in de slag bij Karkar tegen hem.
Volgens de Karkar-stele zou Achab een leger gehad hebben van tweeduizend
strijdwagens. De vermelding van tweeduizend strijdwagens toont de
onbetrouwbaarheid va de Assyrische geschiedschrijving aan. Het aantal
tweeduizend is sterk overdreven en vermoedelijk door de Assyriërs aangedikt om
hun overwinning extra in de verf te zetten. Ik meen dat ongeveer honderdvijftig
wagens en driehonderd paarden realistischer is, het aantal namelijk dat in
Megiddo in de door Salomo aangelegde wagenpaardenstallen kon ondergebracht
worden. Over de chronologie van Salmaneser III en diens verankering op de
tijdsbalk met de koningen van Israël schreef ik eerder op 02.07.2018, op dit blog een artikel: de Assyrische koning
Salmaneser III gereviseerd, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1530482400&stopdatum=1531087200
In mijn boek
Kronieken van de koningen van Israël, 2017, bespreek ik uitvoerig de
regeerperioden van Omri en Achab.
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert De
Telder
%%%FOTO4%%%
Ontmoeten.
Vragen. Ontdekken. Zie: alphavlaanderen.be
Recente
publicaties:
Boekentips:
zie link: https://boekentips.com/auteur/2508383/robert-de-telder
In mijn boek
Kronieken van de koningen van Israël, 2017, bespreek ik uitvoerig de
regeerperioden van Omri en Achab.
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert De
Telder

Ontmoeten.
Vragen. Ontdekken. Zie: alphavlaanderen.be
Recente
publicaties:
Boekentips:
zie link: https://boekentips.com/auteur/2508383/robert-de-telder