Met
onze aflevering van 04.11.2019 op
dit blog behandelden we de brieven van Jezus Christus aan de engel der gemeente
te Thyatira en te Sardis. Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3186456
Deze week
vervolgen we met de twee laatste brieven van Christus aan de gemeenten te Philadelphia
en te Laodicea. Hierbij vestigen we nogmaals de aandacht op het feit dat het laatste boek van het Nieuwe
Testament: Openbaring, inhoudelijk volledig over het herstel van Israël in de
toekomst gaat.
Openbaring 1:1 De openbaring van Jezus Christus, die
God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel
gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes
te kennen gegeven heeft; 2 Dewelke het woord Gods betuigd heeft, en de
getuigenis van Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft. (Statenvertaling)

© Map Public Domain, bewerkt door de auteur. De zeven Gemeenten in de
Romeinse provincie Asia kregen op de kaart een blauwe omkadering.
Openbaring
3:7 En schrijf aan den engel der
Gemeente, die in Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die
den sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand
opent: 8 Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en
niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord
bewaard, en hebt Mijn Naam niet
verloochend. 9 Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn,
en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en
aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat
Ik u liefheb. 10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo
zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de
gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. 11 Zie, Ik kom
haastelijk; houd dat gij hebt, opdat
niemand uw kroon neme. 12 Die
overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij
zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en
de naam der stad Mijns Gods, namelijk des
nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn
nieuwen Naam. 13 Die oren heeft, die
hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. (Statenvertaling)
Met
onze vorige aflevering van 04.11.2019
hebben we gezien dat de brieven van Jezus Christus aan Thyatira en te Sardis de
historische periode van Juda en Israël belichten van de koningen van Israël en
Juda af tot aan de ballingschap. De brieven aan Philadelphia en Laodicea gaan
over de historische periode van de diaspora tot aan de komst van Christus voor
Israël aan het einde van de antichristelijke nacht, de periode van ‘het beest’
van Openbaring. De betekenis van Philadelphia is broederliefde. De naam komt
niet in het Bijbelboek Handelingen voor noch in de brieven van Paulus, de
apostel der niet-Joden. Het is een brief geadresseerd aan een Gemeente waar
niets op aan te merken valt. De brief staat dan ook voor al degenen die trouw
aan God bleven tijdens de verdrukkingen van de laatste tweeduizend jaar. Vers
acht heeft het over het bewaren van Gods Woord en het niet verloochenen van
Zijn Naam. Tijdens de komende eindtijdperiode zullen velen in Israël de
pseudo-Messias volgen en diens naam aannemen.
Openbaring
13:16 En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen,
en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun
voorhoofden; 17 En dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken
heeft, of den naam van het beest, of
het getal zijns naams. 18 Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene
het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is
zeshonderd zes en zestig.
Zie ook
Openbaring 14:9-12.
De
Gemeente van Philadelphia zal met haar kleine kracht (vers 8) een geopende deur
gegeven worden zodat toch enigen uit de synagoge van de satan, die van
Laodicea, gered zullen worden uit de grote verdrukking van de eindtijd. De
overwinnaars van Laodicea zullen samen met de Gemeente van Philadelphia bewaard
worden van de ure de verzoeking en naar de over-Jordaanse woestijn in
veiligheid weggevoerd worden.
Hosea
2: 13
Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken. 14 En Ik zal haar
geven haar wijngaarden van daar af, en
het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als in de
dagen harer jeugd, en als ten dage, toen zij optoog uit Egypteland. 15 En het
zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE, dat gij Mij noemen zult: Mijn
Man; en Mij niet meer noemen zult: Mijn Baäl! 16 En Ik zal de namen der Baäls
van haar mond wegdoen; zij zullen niet meer bij hun namen gedacht worden. 17 En
Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds,
en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte des aardbodems; en Ik
zal den boog, en het zwaard, en den krijg van de aarde verbreken, en zal hen in
zekerheid doen nederliggen. 18 En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in
gerechtigheid en in gericht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden. 19
(En Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof; en gij zult den HEERE kennen.
(Statenvertaling)

Jeremia
31: 1
Ter zelfder tijd, spreekt de HEERE, zal Ik allen geslachten Israëls tot een God
zijn; en zij zullen Mij tot een volk zijn. 2 Zo zegt de HEERE: Het volk der overgeblevenen van het zwaard
heeft genade gevonden in de woestijn, namelijk Israël, als Ik henenging om
hem tot rust te brengen. 3 De HEERE is mij verschenen van verre tijden! Ja, Ik
heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met
goedertierenheid. 4 Ik zal u weder bouwen, en gij zult gebouwd worden, o
jonkvrouw Israëls! gij zult weder versierd zijn met uw trommelen, en uitgaan
met den rei der spelenden. 5 Gij zult weder wijngaarden planten op de bergen
van Samaria; de planters zullen planten, en de vrucht genieten. 6 Want er zal
een dag zijn, waarin de hoeders op Efraïms gebergte zullen roepen: Maakt
ulieden op, en laat ons opgaan naar Sion, tot den HEERE, onzen God! (Statenvertaling)
Voor de
chronologie der gebeurtenissen tijdens de Apocalyps, zie het artikel op dit
blog van 28.06.2017, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1498428000&stopdatum=1499032800
Openbaring
3: vers 11 luidt: ‘Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme’. Met dit Bijbelgedeelte
herkennen we weer die andere bedeling van de wet. Onder de bedeling van ‘de
genade’ zijnde weet een kind van God vandaag zich verzekerd te weten van de
liefde van God.
Romeinen
8:38 Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch
overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, 39 Noch
hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de
liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere.
Openbaring
3:13 Die oren heeft, die hore wat de
Geest tot de Gemeenten zegt.
De
opdracht tot ‘horen’ voor Israël vinden we al terug bij de aanvang van de Tien
Woorden die ze in 1483 v. Chr. vijftig dagen na de exodus bij het geven van de
Thora kregen:
Deuteronomium
6:4 Hoor, Israël! de HEERE, onze
God, is een enig HEERE!
‘Horen’
roept in de Bijbel op tot ‘gehoor’zamen en doen, tot ‘be’kering of ‘om’kering.
Romeinen
10:17 Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods,…
De
Gemeente van Philadelphia zijn dan ook overwinnaars met de belofte deel te
zullen uitmaken van het komende Vrederijk. Zij zullen naar de belofte van
Openbaring 13:12 als pilaren zijn in de nieuwe tempel die dan door de Koning
der koningen noordelijk van Jeruzalem opgericht zal worden. Na de vernietiging
van de Tempel van Salomo door de Babyloniërs en de wegvoering in ballingschap
beloofde de HEERE God hun niet los te laten:
Ezechiël
11:16 Daarom zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Hoewel Ik hen verre onder de heidenen
weggedaan heb, en hoewel Ik hen in de landen verstrooid heb, nochtans zal Ik
hun een weinig tijds tot een heiligdom
zijn, in de landen, waarin zij gekomen zijn. 17 Daarom zeg: Alzo zegt de
Heere HEERE: Ja, Ik zal ulieden vergaderen uit de volken, en Ik zal u
verzamelen uit de landen, waarin gij verstrooid zijt, en Ik zal u het land
Israëls geven. (Statenvertaling)
De
bekende voortreffelijke King James heeft het als het volgt vertaald:
Ezekiel 11:16 Therefore say, Thus saith the Lord God;
Although I have cast them far off among the heathen, and although I have
scattered them among the countries, yet
will I be to them as a little sanctuary in the countries where they shall come.
(KJV)
Ik neem
aan dat de synagoge met centraal het Woord van God dat wij (niet-Joden) het
Oude Testament noemen als een heiligdom gefungeerd heeft tot het bewaren van
het volk van God in de diaspora. De Gemeente van Philadelphia heeft hier de
proef doorstaan. De laatste gemeente die in het boek Openbaring wordt
aangesproken is die van Laodicea die een tegenpool van Philadelphia blijkt te
zijn.
Openbaring
3:14 En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de
Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: 15 Ik
weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart, of
heet! 16 Zo dan, omdat gij lauw zijt,
en noch koud noch heet, Ik zal u uit
Mijn mond spuwen. 17 Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en
heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk,
en arm, en blind, en naakt. 18 Ik raad u
dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk
moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande
uwer naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij
zien moogt. 19 Zo wie Ik liefheb, die bestraf en kastijd Ik; wees dan ijverig,
en bekeer u. 20 Zie, Ik sta aan de deur,
en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal
tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij. 21 Die overwint, Ik zal hem geven met Mij
te zitten in Mijn troon, gelijk als Ik overwonnen heb, en ben gezeten met Mijn
Vader in Zijn troon. 22 Die oren heeft,
die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
De
betekenis van het woord Laodicea is: volksregering. De plaatsnaam Laodicea
komen we ook tegen in de brief van Paulus aan de Colossenzen met een verwijzing
naar een christengemeente ter plaatse. Men zou verwachten dat de Heer Jezus die
de engel der Gemeente van Laodicea aanschrijft, de koning van de Gemeente is
maar dat is in Laodicea niet het geval. Het is een volksregering en geen
theocratie, met de Heer Jezus die buiten aan de deur staat en klopt (vers 20)
om binnen te mogen. De voltallige Gemeente wordt in vers 20 ook niet meer
aangesproken maar alleen nog individuen die ‘horen’. De term volksregering doet
me denken aan de moderne seculiere staat Israël die een democratische
staatsvorm kent en zich sinds het jaar 1948 in het Midden-Oosten handhaaft. Een
nationaal herstel dat de profeten weliswaar voorspelt hebben en vooraf gaat aan
het beloofde geestelijke herstel. Aan het wonen in het Beloofde Land zijn
echter voorwaarden verbonden, het houden van de Wet namelijk, met een niet mis
te verstane waarschuwing vanuit het verleden:
Leviticus
18:26 Maar gij zult Mijn inzettingen en Mijn rechten onderhouden, en van al die
gruwelen niets doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als
vreemdeling verkeert. 27 Want de lieden dezes lands, die voor u geweest zijn,
hebben al deze gruwelen gedaan; en het land is onrein geworden. 28 Dat u dat land niet uitspuwe, als gij
hetzelve zult verontreinigd hebben; gelijk als het het volk, dat voor u
was, uitgespuwd heeft. 29 Want al wie enige van deze gruwelen doen zal, die
zielen, die ze doen, zullen uit het midden van haar volk uitgeroeid worden. 30
Daarom zult gij Mijn bevel onderhouden, dat gij niet doet van die gruwelijke
inzettingen, die voor u zijn gedaan geweest, en u daarmede niet verontreinigt;
Ik ben de HEERE, uw God! (Statenvertaling)
Dezelfde
waarschuwing krijgt de engel der gemeente te Laodicea in vers 16 te horen: Zo
dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond
spuwen. Dit maakt uiteraard deel uit van de oude bedeling der wet. Een kind van
God vandaag weet zich vandaag verzekerd van Gods aanvaarding, zie o.a. Romeinen
8:14-16.
Efeze
2: 8
Want uit genade zijt gij zalig
geworden door het geloof; en dat niet
uit u, het is Gods gave; 9 Niet uit
de werken, opdat niemand roeme. 10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in
Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in
dezelve zouden wandelen.
De
huidige bedeling van de genade wordt in de toekomst afgesloten met de komst van
Christus voor Zijn Gemeente, die vandaag in de wereld verborgen is. De doden
die ‘in’ Christus gestorven zijn zullen dan eerst opstaan en vervolgens met die
laatste generatie van gelovigen die zonder de dood te moeten ondergaan, samen met
verheerlijkte lichamen naar de Stad van God: het Hemelse Jeruzalem weggevoerd
worden, hun Heer en Heiland Jezus tegemoet (zie 1 Thessalonicensen 4:13-18)
Wat daarna
volgt is een oordeelsperiode van zeven jaar verdeeld in twee gelijke
tijdschijven. De tweede tijdschijf is de
periode die Jezus beschreef als de nacht wanneer niemand werken kan.
Johannes
9:4 Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag
is; de nacht komt, wanneer niemand
werken kan.
Het is
een periode van twee en veertig maanden met een nooit eerder geziene
wereldwijde verdrukking waar het vooral het Bijbelboek Openbaring over handelt:
Openbaring
13:1 En ik zag uit de zee een beest
opkomen, hebbende zeven hoofden en tien hoornen; en op zijn hoornen waren tien
koninklijke hoeden, en op zijn hoofden was een naam van gods lastering. 2 En
het beest dat ik zag, was een pardel gelijk, en zijn voeten als eens beers
voeten, en zijn mond als de mond eens leeuws; en de draak gaf hem zijn kracht,
en zijn troon, en grote macht. 3 En ik zag een van zijn hoofden als tot den
dood gewond, en zijn dodelijke wonde werd genezen; en de gehele aarde
verwonderde zich achter het beest. 4 En zij aanbaden den draak, die het beest
macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan krijg voeren tegen hetzelve? 5 En
hetzelve werd een mond gegeven, om grote dingen en gods lasteringen te spreken;
en hetzelve werd macht gegeven, om zulks te doen, twee en veertig maanden. 6 En het opende zijn mond tot lastering
tegen God, om Zijn Naam te lasteren, en Zijn tabernakel, en die in den hemel
wonen. 7 En hetzelve werd macht gegeven, om den heiligen krijg aan te doen, en om die te overwinnen; en hetzelve werd macht gegeven over alle
geslacht, en taal, en volk. 8 En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve
aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging
der wereld. 9 Indien iemand oren heeft, die hore.
Vers
vijf en zes beschrijven de duur van de verdrukking en het feit dat de heiligen
(lees Israël) overwonnen zullen worden. Het is alleen in de wildernis van het
over-Jordaanse gebied (zie satellietafbeelding) dat een rest, een overblijfsel
van Israël veilig zal zijn. Het land westelijk van de Jordaan wordt dan door
vreemde legers overspoeld.
Tot
slot wil ik nog opmerken dat volgens de Bijbelvorser C.I. Scofield (1843/1921) de zeven brieven aan de zeven
Gemeenten een viervoudige toepassing hebben:
(1) lokaal, naar de Gemeenten die in 93 AD daadwerkelijk zijn aangesproken; (2)
vermanend, voor alle Gemeenten in alle tijden als beproevingen waarmee ze hun
ware spirituele staat in de ogen van God kunnen onderscheiden; (3) persoonlijk,
in de vermaningen aan hem "die een oor heeft", en in de belofte
"aan hem die overwint"; (4) profetisch, als het onthullen van zeven
fasen van de geschiedenis van de Gemeenten tot het einde. Volgens punt 3 zijn
de brieven voor de christen in de huidige bedeling als vermaning en bemoediging
gegeven zoals trouwens heel de Schrift (Romeinen 15:4 en 1 Korintiërs 10:6).
Wordt
vervolgd…
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Ontmoeten. Vragen. Ontdekken.
Zie: alphavlaanderen.be
Recente publicaties:
Boekentips: zie link: https://boekentips.com/auteur/2508383/robert-de-telder
Het
hierna vermelde boek kan gratis online gelezen worden:
EXODUS, 2016, zie link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html

Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document
gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)