In zijn
boek ‘Werelden in botsing’, 1971, Deel II Mars, II, Het jaar -687, meent Dr. I.
Velikovsky (1895/1979) dat er twee belegeringen van Jeruzalem door Sanherib
plaatsvonden: de eerste in 702 of 701 v. Chr. en een tweede belegering in 687
v. Chr. waarbij het leger van Sanherib door de engel des HEEREN nabij Jeruzalem
catastrofaal vernietigd werd. Dit laatste jaartal haalde hij uit oud-Chinese
bronnen waar kosmische fenomenen voor deze periode beschreven worden. Alhoewel
Velikovsky bekend is vanwege zijn grondige revisie van de geschiedenis van de
Egyptische oudheid heeft hij de Assyriologie met haar plaatsing van de
Assyrische koningen op de tijdbalk in relatie tot Israël en Juda met rust
gelaten. Dit blijkt onmiddellijk aan de jaartallen die hij hanteert zoals
bijvoorbeeld voor de val van Samaria
door Sargon II in het jaar 722 v. Chr.
en de belegering van Jeruzalem door Sanherib in 701 v. Chr. Jaartallen die overigens volledig haaks staan op de
Bijbelse chronologie van de koningen van Israël en Juda.
Volgens
Assyrische bronnen zitten er éénentwintig
jaar tussen beide feiten: de val van Samaria in 722 v. Chr. met Sargon II
en de belegering van Jeruzalem door Sanherib in 701 v. Chr. Volgens de Bijbel
(2 Koningen 18:9-13) verliepen er slechts
acht jaar tussen beide feiten. Een van beide bronnen zit er volledig naast.
De jaartallen 722 v. Chr. en 701 v. Chr. zijn het resultaat van het linken van de
Assyrische eponiemlijsten door de Assyriologie aan het jaar 763 v. Chr. met de
vermelding van een zonsverduistering over Nineveh tijdens het eponiem van Bur
Sagale in het tiende regeringsjaar van Assur Dan III. Een eponiem zou een
ambtenaar voorstellen naar wie een bepaald jaar genoemd werd met af en toe in
de Eponiemlijst een belangrijke gebeurtenis vermeld zoals bijvoorbeeld een
zonsverduistering. Eponiemlijsten zijn samengesteld vanaf ongeveer 892 tot 648
v. Chr., een belangrijke periode eveneens in de geschiedenis van de koningen
van Israël en Juda. Het Assyrische ankerpunt voor de gehele lijst werd het jaar
van de zonsverduistering in 763 v. Chr. Al de andere vermelde gebeurtenissen en
regeringsjaren van koningen werden aan de hand van deze datum op de tijdsbalk
verankerd. De Assyriologie gaat er fundamentalistisch van uit dat de
koningslijst volledig is, dat de Assyrische koningen in opeenvolging geregeerd
hebben en vooral: dat er geen namen in de koningslijsten ontbreken. Dit laatste
is echter teveel verlangd. Er ontbreken zondermeer namen in de koningslijst en
meermaals waren er historisch aanwijsbare perioden in de geschiedenis van Assur
met meer dan één koning op de troon van Assyrië. Zie bijvoorbeeld met artikel
van 14.01.2019 op dit blog: De
Assyrische eponiemlijsten en kronieken nagerekend, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1547420400&stopdatum=1548025200
Wanneer
we de verschillende Bijbelteksten die over koning Jehizkia van Juda en de
belegering van Jeruzalemdoor Sanherib met elkaar vergelijken blijkt het echter
overduidelijk dat er slechts één
belegering was, die van het veertiende regeringsjaar van Jehizkia namelijk.
In TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 327-330, heb ik de regeerperiode van Jehizkia
besproken. Het cruciale Bijbelgedeelte is:
2 Koningen 18:9 Het geschiedde nu in het
vierde jaar van den koning Hizkia (hetwelk was het zevende jaar van Hosea, den
zoon van Ela, den koning van Israël) dat Salmaneser,
de koning van Assyrië, opkwam tegen Samaria, en haar belegerde. 10 En zij
namen haar in ten einde van drie jaren, in het zesde jaar van Hizkia; het was het
negende jaar van Hosea, den koning van Israël, als Samaria ingenomen werd. 11 En de koning van Assyrië voerde
Israël weg naar Assyrië, en deed hen leiden in Halah, en in Habor, bij de
rivier Gozan, en in de steden der Meden. 12 Daarom dat zij de stem des HEEREN,
huns Gods, niet waren gehoorzaam geweest, maar Zijn verbond overtreden hadden;
en al wat Mozes, de knecht des HEEREN, geboden had, dat hadden zij niet
gehoord, noch gedaan. 13 Maar in het veertiende jaar
van den koning Hizkia kwam Sanherib, de koning van Assyrië, op
tegen alle vaste steden van Juda, en nam ze in. (Statenvertaling)
Het
veertiende jaar van Jehizkia liep van najaar 710 tot najaar 709 v. Chr. De
Assyrische invasie met de belegering van Jeruzalem geschiedde in het voorjaar
van 709 v. Chr. De regeerperiode van koning Hizkia van Juda laat zich exact op
de tijdsbalk vastpinnen via het vijftiende Jubeljaar van oktober 709/september 708
v. Chr. als ankerjaar. Naar dit jubeljaar verwijst de profeet Jesaja wanneer
deze profeet in het veertiende regeringsjaar van koning Hizkia (Jesaja 36:1) de
koning tijdens de belegering van Jeruzalem door de Assyriër Sanherib, benaderd
met een bemoedigend woord van God:
Jesaja
37:30 En dat zij u een teken, dat men in dit jaar, wat van zelf gewassen is,
eten zal, en in het tweede jaar, wat daarvan weder uitspruit; maar zaait in het
derde jaar, en maait, en plant wijngaarden, en eet hun vruchten.
(Statenvertaling)

© Robert De Telder, Dertig Jubeljaren, 2018, pagina
266
Het
jubeljaar waar de profeet Jesaja naar verwijst liep van oktober 709 tot
september 708 v. Chr. Het woord van de profeet: ‘gij zult dit jaar eten wat
vanzelf opkomt’, situeert zich in het zevende sabbatjaar (april 709/ maart 708)
en ‘in het tweede jaar wat daarvan weder uitspruit’, slaat op het jaar april
708 tot maart 707 v. Chr., het houden van het jubeljaar liep tot september 708
v. Chr. Daarna kon er gezaaid en geplant worden: ‘maar zaait in het derde jaar,
en maait, en plant wijngaarden, en eet hun vruchten’ (zie Dertig Jubeljaren,
2018, blz. 97-98).
Het
veertiende regeringsjaar van Hizkia met de belegering van Jeruzalem door
Sanherib viel Bijbels-chronologisch in 709 v. Chr. Het is na de vernietiging
van de tegen Jeruzalem verzamelde Assyrische legermacht waarbij 185.000
soldaten het leven lieten, dat Hizkia ziek werd en er vijftien jaar aan zijn
leeftijd span werden toegevoegd.
Jesaja
38:1 In die dagen werd Hizkia krank
tot stervens toe; en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en
zeide tot hem: Alzo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis; want gij zult
sterven, en niet leven. 2 Toen keerde Hizkia zijn aangezicht om naar den wand,
en hij bad tot den HEERE. 3 En hij zeide: Och HEERE, gedenk toch, dat ik voor
Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uw
ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer. 4 Toen geschiedde het woord
des HEEREN tot Jesaja, zeggende: 5 Ga henen, en zeg tot Hizkia: Zo zegt de
HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen
gezien; zie, Ik zal vijftien jaren tot
uw dagen toedoen; 6 En Ik zal u uit de hand des konings van Assyrië
verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze stad beschermen. 7 En dit zal u een teken zijn van den HEERE,
dat de HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: 8 Zie, Ik zal de
schaduw der graden, die met de zon in de graden van Achaz' zonnewijzer
nederwaarts gegaan is, tien graden
achterwaarts doen keren. Dies is de zon tien graden teruggekeerd, in de
graden, die zij nederwaarts gegaan was.
Volgens
een Joodse legende (The Legends of the Jews,
Boek IX) geschiedde de vernietiging van het Assyrische leger voor Jeruzalem tijdens
de Pesach-nacht. ‘The Legends of the
Jews’ gecompileerd door Louis Ginzberg, 1909 (This is a massive collation of the Haggada--the traditions which have
grown up surrounding the Biblical narrative. These stories and bits of layered
detail are scattered throughout the Talmud and the Midrash, and other sources,
including oral. In the 19th century Ginzberg undertook the task of arranging
the Haggada into chronological order, and this series of volumes was the result),
lijkt een verstoring van de aarde in haar loop om de zon te leren:
…. A number of miracles besides were connected with the recovery of Hezekiah.
In itself it was remarkable, as being the first case of a recovery on record.
Previously illness had been inevitably followed by death. Before he had fallen
sick, Hezekiah himself had implored God to change this order of nature. He held
that sickness followed by restoration to health would induce men to do penance.
God had replied: "Thou art right, and the new order shall
be begun with thee." Furthermore,
the day of Hezekiah's recovery was marked by the great miracle that the sun
shone ten hours longer than its wonted time. The remotest lands were amazed
thereat, and Baladan, the ruler of Babylon, was prompted by it to send an
embassy to Hezekiah, which was to carry his felicitations to the Jewish king upon
his recovery.

De
belegering van Jeruzalem vinden we door Sanherib beschreven op zijn bewaard
gebleven prisma-stele. Het was de derde veldtocht van zijn co-bewind met Sargon
II. Hierna het betreffende
gedeelte:
“18
As for Hezekiah the Judahite, 19 who
did not submit to my yoke: forty-six of his strong, walled cities, as well as
20 the small towns in their area, 21 which were without number, by levelling
with battering-rams 22 and by bringing up seige-engines, and by attacking and
storming on foot, 23 by mines, tunnels, and breeches, I besieged and took them.
24 200,150 people, great and small, male and female, 25 horses, mules, asses,
camels, 26 cattle and sheep without number, I brought away from them 27 and
counted as spoil. (Hezekiah) himself,
like a caged bird 28 I shut up in
Jerusalem, his royal city. 29 I threw up earthworks against him— 30 the one
coming out of the city-gate, I turned back to his misery. 31 His cities, which
I had despoiled, I cut off from his land, and 32 to Mitinti, king of Ashdod, 33
Padi, king of Ekron, and Silli-bêl, 34 king of Gaza, I gave (them). And thus I
diminished his land. 35 I added to the former tribute, 36 and I lad upon him
the surrender of their land and imposts—gifts for my majesty. 37 As for Hezekiah, 38 the terrifying splendor of my majesty overcame him, and 39 the
Arabs and his mercenary troops which he had brought in to strengthen 40 Jerusalem,
his royal city, 41 deserted him. In addition to the thirty talents of gold and 42 eight hundred talents of silver,
gems, antimony, 43 jewels, large carnelians, ivory-inlaid couches, 44 ivory-inlaid
chairs, elephant hides, elephant tusks, 45 ebony, boxwood, all kinds of
valuable treasures, 46 as well as his daughters, his harem, his male and female
47 musicians, which he had brought after me 48 to Nineveh, my royal city. To
pay tribute 49 and to accept servitude, he dispatched his messengers.”
(Prisma-stele
kolom 2)
Met
waarheidsgetrouwe geschiedschrijving hield Sanherib zich niet bezig. Hij
beweerde propagandistisch dat hij een verslagen Hizkia als een vogel in een
kooi in Jeruzalem had ingesloten. De werkelijkheid was anders (2 Koningen 19:32-35).
Achthonderd talenten zilver beweerde hij bovendien van Hizkia als losgeld
verkregen te hebben. In werkelijkheid liet Hizkia volgens de Bijbel driehonderd
talenten zilver naar het bivak van Sanherib te Lachis afleveren.
2
koningen 18:14 Toen zond Hizkia, de koning van Juda, tot den koning van
Assyrië, naar Lachis, zeggende: Ik heb gezondigd, keer af van mij, wat gij mij
opleggen zult, zal ik dragen. Toen leide de koning van Assyrië Hizkia, den
koning van Juda, driehonderd talenten zilvers, en dertig talenten gouds op.

De zon die op de zonnewijzer van Achaz tien graden was
teruggekeerd betekende volgens de Joodse legende een periode van tien uur die
aan daglicht werd toegevoegd. Het mechanisme verantwoordelijk voor dit fenomeen
was volgens Velikovsky en anderen een kosmisch fenomeen. Bijbels-chronologisch
gezien viel dit in het voorjaar van 709 v. Chr. Het was in dat jaar dat het
leger van Sanherib geslagen moest afdruipen. De conclusie moet zijn dat er slechts één belegering van Jeruzalem plaatsvond.
Dit jaartal is een mijlpaal in de wereldgeschiedenis of zou het moeten zijn. Volgens
de eerder geciteerde ‘Legends of the Jews, nam ‘the new order’ toen een aanvang. De aarde werd toen in haar
omloop om de zon verstoord en als een gevolg daarvan kunnen er geen correcte
zonsverduisteringen voorbij het jaar 709 v. Chr. in de tijd uitgerekend worden
zonder met dit fenomeen rekening te houden. Het jaar 709 v. Chr. was één van
meerdere jaren in de achtste eeuw v. Chr. waarbij planeet aarde iedere keer danig
geschud werd. Tegen het einde van die eeuw aan werd een kalenderhervorming
noodzakelijk die in verschillende oudheid-bronnen terug te vinden is (TIJD en
TIJDEN, 2015, blz. 331-337).
Naar
mijn weten is er maar één onderzoeker geweest die op het feit van de kosmische
catastrofe in het veertiende regeringsjaar van Hizkia wees en het gevolg voor
exacte zonsverduisteringberekeningen voorbij dit jaar, en dat is Christoph Marx.
Zijn opmerking werd gepubliceerd in het Amerikaanse magazine ‘Ancient History
and Catastrophism’ in juni 1980 maar kreeg geen bijval en niemand maakte er
naar mijn weten, daarna gebruik van. De bevinding van de revisionist Christoph
Marx (1931/2016) zet ook het vermeende kosmische sleuteljaar 687 v. Chr. van de
revisionist Dr. Immanuël Velikovsky op de helling. Hierna een citaat van Marx: “Neither in his published
writings nor in the manuscripts I have seen is there an analysis by Velikovsky
questioning the year 687 BC. Nevertheless, this date depends entirely on the
solar eclipse actualistically calculated for 763 BC; it therefore is equally
wrong by at least the same margin of error.”
Het eerder geciteerde Bijbelgedeelte uit 2
Koningen 18:9-13 was voor de godgeleerde
Edwin R. Thiele onmogelijk in zijn chronologische reconstructie in te
voegen en dus verklaarde hij schaamteloos in zijn boek: The Mysterious Numbers of the Hebrew Kings, 1951, dat
deze passage kunstmatig aan de Bijbel toegevoegd werd.
Thiele ’s dramatische knieval naar de Assyriologie toe. Zie het artikel van 02.12.2017 op dit blog, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1511737200&stopdatum=1512342000
Wordt vervolgd….
Met vriendelijke groet,
Robert De Telder
Ontmoeten. Vragen. Ontdekken. Zie: alphavlaanderen.be

Recente
publicaties:
Boekentips: zie link: https://boekentips.com/auteur/2508383/robert-de-telder