Recent
heb ik drie afleveringen op mijn blog geplaatst met als onderwerp het
tijds-dal dat in verschillende oudtestamentische profetieën handelend over het
beloofde herstel van Israël voorkomt. Op 30.07.2019
kreeg de profeet Micha (5:1-3) en diens profetie over de geboorteplaats van de
Messias aandacht. Het tweede recente artikel op dit blog met als onderwerp het
tijds-dal, dateert van 06.08.2019 en
handelde over het tijds-dal in de profetie van de profeet Jesaja hoofdstuk 61.
Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3171307
Op 09.09.2019 ging het over het tijds-dal
bij de profetie van Zacharia (9:9-10) wanneer deze de intocht van de Koning van
Israël, de Messias of Gezalfde, in Jeruzalem zes eeuwen van tevoren voorspelde.
Een profetie die op zondag 2 april 30 AD in vervulling ging toen Jezus op een
ezelsveulen Zijn intrede te Jeruzalem deed (Matteüs 21:1-5).
Zacharia
9:9 Verheug u zeer, gij dochter Sions! juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen,
rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en
rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen. ( TIJDS-DAL)
De
verzen tien tot en met zeventien van Zacharia 9:9 gaan over het beloofde
Messiaanse vrederijk dat als een gevolg van de verwerping van Jezus van
Nazareth als Messias uitgesteld werd. Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1567980000&stopdatum=1568584800
Met de
aflevering van deze week wil ik in het bijzonder aandacht geven aan het
Messiaanse Vrederijk dat God s tijd, na het tijds-dal, in de toekomst opgericht
zal worden. Het zogenaamde Messiaanse vrederijk luidt ook een nieuwe bedeling
in. De draad met het Joodse volk wordt dan weer opgenomen en Israël als
heilsorgaan hersteld. De bedeling van de Ekklesia sinds de eerste eeuw na
Christus waarbij individuen uit de volken en uit Israël uitgeroepen werden tot
het Lichaam van Christus, is dan afgesloten. Volgens Zacharia 9:10 zullen bij
de aanvang van het Vrederijk alle oorlogswapens vernietigd worden en zal er
vrede zijn tot aan de einden der aarde. Een overblijfsel van de twaalf stammen
van Israël zal dan het Beloofde Land erven en vanuit Jeruzalem zal het Woord
van God uitgaan. Het laatste hoofdstuk van het Bijbelboek Zacharia geeft heel
wat nauwkeurige details over de laatste strijd om Jeruzalem en de aanvang van
het Vrederijk. In hoofdstuk 14:1-2 beschrijft de profeet hoe de HEERE God alle
heidenen (niet-Joden) tegen Jeruzalem zal laten optrekken die de stad op
gewelddadige wijze zullen innemen. In het heetst van de strijd zal de HEERE God
ingrijpen en strijden tegen de legers van de verenigde volken (Zacharia 14:3)
die tegen Jeruzalem zijn opgetrokken. Het is de gevreesde oorlog, een wereldoorlog
die in het laatste Bijbelboek Openbaring of Apocalyps beschreven worden
(Openbaring 16:16 en 19:11-21). Zacharia 14:4 beschrijft hoe de HEERE God op de
Olijfberg nabij Jeruzalem zal terugkeren, en dat dan de Olijfberg als gevolg
van een grote aardbeving middendoor zal splijten tot een groot dal strekkend van
het oosten naar het zuiden. Naar dit ontstane dal zal een overblijfsel, een nalezing,
van de bevolking van Jeruzalem in veiligheid kunnen vluchten. De aardbeving
wordt door de profeet Zacharia beschreven als gelijkaardig aan de kracht van de
historische aardbeving ten tijde van koning Uzzia, dat een meganatuurcatastrofe
was (zie het artikel op dit blog van 17.11.2017:
de moeder van alle verwoestingen, link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1510527600&stopdatum=1511132400). Het
slot van Zacharia s profetie is als het volgt:
Zacharia
14:6 En het zal te dien dage geschieden, dat er niet zal zijn het kostelijk
licht, en de dikke duisternis. 7 Maar
het zal een enige dag zijn, die den HEERE bekend zal zijn; het zal noch
dag, noch nacht zijn; en het zal geschieden, ten tijde des avonds, dat het
licht zal wezen. 8 Ook zal het te dien
dage geschieden, dat er levende wateren uit Jeruzalem vlieten zullen, de helft
van die naar de oostzee, en de helft
van die naar de achterste zee aan; zij zullen des zomers en des winters zijn.
(Statenvertaling)
In vers
zeven wordt nogmaals onderlijnd dat die dag alleen bij de HEERE God bekend is.
Vers acht beschrijft verder hoe er vanuit een nieuwe bron levende wateren
vanuit Jeruzalem zullen vloeien zowel naar de westelijke of Middellandse Zee
als naar de Dode Zee die als een gevolg van dit bronwater of levend water
gezond zal worden. Het is een profetie die we ook bij de profeten Ezechiël en
Joël in detail beschreven vinden.

In mijn
boek Kronieken van de koningen Israël,
2017, blz. 147-167, geef ik aandacht aan het herstel van de tien plus twee
stammen van Israël met focus op de stam Zebulon die volgens de profeet Ezechiël
zijn woonplaats in het vrederijk aan de nieuwe oostelijke zee zal hebben.
Zacharia
14:9 En de HEERE (JHWH) zal tot Koning
over de ganse aarde zijn; te dien dage zal de HEERE (JHWH) een zijn, en
Zijn Naam een. (Statenvertaling)
Na een tijds-dal
van nu bijna tweeduizend jaar waarvan de exacte duurtijd niet geopenbaard werd,
zal de HEERE God tot Koning over de ganse aarde zijn en vangt een nieuwe
bedeling van God s handelen met de mens aan. De duur van het Vrederijk is in
de Bijbel in tegenstelling met de duur van het tijds-dal, wel geopenbaard. In
Openbaring lezen we dat de duivel voor een periode van duizend jaar, de duur
van de bedeling van het Messiaanse Vrederijk, gebonden zal worden.
Openbaring
20:1 En ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel des
afgronds, en een grote keten in zijn hand; 2 En hij greep den draak, de oude
slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren; 3 En wierp hem
in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de
volken niet meer verleiden zou, totdat
de duizend jaren zouden geëindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd
ontbonden worden. (Statenvertaling)

De
profeet Jesaja (11:1-12) geeft eveneens heel wat details over de algemene
toestand der dingen in het Messiaanse Vrederijk. Flora en fauna zullen een
nooit eerder geziene ontwikkeling kennen. De paradijselijke toestand van Eden
wordt geëvenaard. Mens en (roof)dier zullen in harmonie met elkaar op aarde
leven.
Jesaja 11:6 En de wolf zal met
het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en
de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven. 7
De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen,
en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.
8 En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend
kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk. 9 Men zal nergens
leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN
zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken. 10 Want het zal
geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan
zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. 11
Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk
overgebleven zal zijn van Assyrië, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland,
en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. 12 En
Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van
Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden
des aardrijks.
De
verzen elf en twaalf van het hierboven geciteerde Bijbelgedeelte handelen over
de vergadering van een overblijfsel van Israël dat naar het land Israël na de
oordeelstijd teruggebracht wordt. Het Bijbelboek Jesaja is een bron van
informatie die over deze alsnog toekomstige tijd handelt. Tot aan praktisch het
einde van het Bijbelboek wordt keer op keer de waarschuwing en belofte van
herstel herhaald.
Jesaja 65:17 Want ziet, Ik
schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet meer
gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen. 18 Maar weest
gijlieden vrolijk, en verheugt u tot in der eeuwigheid in hetgeen Ik schep;
want ziet, Ik schep Jeruzalem een verheuging, en haar volk een vrolijkheid. 19
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem, en vrolijk zijn over Mijn volk; en in
haar zal niet meer gehoord worden de stem der wening, noch de stem des
geschreeuws. 20 Van daar zal niet meer wezen een zuigeling van weinig dagen, noch een oud
man, die zijn dagen niet zal vervullen; want een jongeling zal sterven, honderd jaren oud zijnde, maar een
zondaar, honderd jaren oud zijnde, zal vervloekt worden. 21 En zij zullen
huizen bouwen en bewonen, en zij zullen wijngaarden planten, en derzelver
vrucht eten. 22 Zij zullen niet bouwen, dat het een ander bewone; zij zullen
niet planten, dat het een ander ete, want
de dagen Mijns volks zullen zijn als de dagen eens booms, en Mijn
uitverkorenen zullen het werk hunner handen verslijten. 23 Zij zullen niet
tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad der
gezegenden des HEEREN, en hun nakomelingen met hen. 24 En het zal geschieden,
eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl zij nog spreken, zo zal Ik horen.
25 De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der
slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen
berg, zegt de HEERE. (Statenvertaling)
De levenscondities
die voor het Messiaanse Vrederijk beschreven worden overtreffen alles wat de huidige
wereld betreft. De levensduur van de mensen die in de huidige bedeling zeventig
tot tachtig jaar is (Psalm 90) zal dan gelijk zijn aan de dagen van een (eik)boom.
Een rechtvaardige zal de duizend jaar overleven en deel kunnen uitmaken van de
nieuwe bedeling die na het afsluiten van het duizendjarige vrederijk in de
Bijbel beschreven wordt. Een zondaar zal pas na honderd jaar door de vloek getroffen
worden. En het hoofdstuk sluit af met nogmaals de belofte dat mens en dier in
harmonie met elkaar zullen leven.
De
profeet Zacharia waar ik dit artikel met begon leert dat een overblijfsel van
de volken in het vrederijk aanwezig zal zijn. Deze volken zullen volgens de
profetie jaarlijks naar Jeruzalem moeten trekken ter viering van het
Loofhuttenfeest. Het weigeren van dit gebod houdt straf in.
Zacharia
14:16 En het zal geschieden, dat al de
overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn,
die zullen van jaar tot jaar optrekken om aan te bidden den Koning, den HEERE
der heirscharen, en om te vieren het
feest der loofhutten. 17 En het zal geschieden, zo wie van de geslachten
der aarde niet zal optrekken naar Jeruzalem, om den Koning, den HEERE der
heirscharen, te aanbidden, zo zal er over henlieden geen regen wezen. 18 En
indien het geslacht der Egyptenaren, over dewelke de regen niet is, niet zal
optrekken noch komen, zo zal die plage over hen zijn, met dewelke de HEERE die
heidenen plagen zal, die niet optrekken zullen, om te vieren het feest der
loofhutten. 19 Dit zal de zonde der Egyptenaren zijn, mitsgaders de zonde aller
heidenen, die niet optrekken zullen, om te vieren het feest der loofhutten. 20 Te dien dage zal op de bellen der
paarden staan: De HEILIGHEID DES HEEREN. En de potten in het huis des HEEREN
zullen zijn als de sprengbekkens voor het altaar; 21 Ja, al de potten in
Jeruzalem en in Juda zullen den HEERE der heirscharen heilig zijn, zodat allen,
die offeren willen, zullen komen, en van dezelve nemen, en in dezelve koken; en
er zal geen Kanaäniet meer zijn, in het huis des HEEREN der heirscharen, te
dien dage. (Statenvertaling)
De
profetie van Jesaja 65:17 over de nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de
vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en zullen in het hart niet
opkomen, is nog niet de vervulling van de belofte van Openbaring 21:1 en kan
best niet verward worden. Gedurende de bedeling van het Messiaanse Vrederijk
zal de dood nog niet uitgebannen zijn. Die toestand vangt pas aan na het
afsluiten van de toekomstige duizendjarige periode wanneer satan gebonden zal
zijn en niet in staat de mens te verleiden.
Openbaring
21:1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de
eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. 2 En ik zag de
heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid
als een bruid, die voor haar man versierd is. 3 En ik hoorde een luide stem van
de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen
, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, 4 en Hij zal
alle tranen van hun ogen afwissen, en de
dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer
zijn, want de eerste dingen zijn
voorbijgegaan. 5 En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak
alle dingen nieuw. (Enzoverder tot vers 27)
De mens,
geschapen met een vrije wil, gaat sinds zijn fatale keuze in de hof van Eden
zijn eigen heilloze weg. Hetzelfde hoofdstuk drie van Genesis waar de zondeval
beschreven wordt, vermeld ook de belofte (Genesis 3:15) dat de oude slang,
zoals satan in Openbaring 20:1 genoemd wordt, de kop vermorzeld zal worden door
het zaad van de vrouw: de Zoon van God, de Messias. Dit werd vervuld op
Golgotha door de Heer Jezus Christus. God is liefde, schrijft Johannes in zijn
eerste brief: 1 Johannes 4: 8 Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is
liefde. De Liefde is het hele Wezen van God. Zijn strijd is aldus gans
anders dan die van de tegenstanders. Hij zoekt niemand te onderwerpen. De
profeet Jesaja noemt Hem een God, die Zich verborgen houdt, maar uiteindelijk
volgens Zijn plan tot Zijn doel komt: de verlossing van de dood voor de mens en
het herstel van alle dingen.
Jesaja
45:15 Voorwaar, Gij zijt een God, Die Zich verborgen houdt, de God Israëls, de
Heiland.
De
verschillende bedelingen van de laatste zesduizend jaar tonen keer op keer dat
de mens op eigen kracht er niet geraakt en dat uitsluitend bij de HEERE God het
heil is. Alleen door het geloof kan iemand zijn of haar geestelijke ogen
geopend worden.
Over de
chronologie van de beschreven alsnog toekomstige gebeurtenissen in de Apocalyps
schreef ik eerder op 28.06.2017 op
dit blog een artikel: chronologie van de Apocalyps (vervolg), zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1498428000&stopdatum=1499032800
Toen ik met de studie van de
bedelingenleer begon vond ik de bedeling van het Messiaanse Vrederijk en in het bijzonder de afsluiting van deze
bedeling opmerkelijk, erg verrassend. Ik meende dat het met de mens na een
periode van duizend jaar leven in volkomen harmonie met God en Zijn Schepping,
volledig in orde zou zijn. Maar minder blijkt waar te zijn. Ook deze
toekomstige bedeling blijkt te eindigen in opstand en oordeel, net zoals de
vorige bedelingen. De boodschap is dat de mens er op eigen kracht niet geraakt
en in iedere bedeling door de dood ingehaald wordt. Uitsluitend in het
persoonlijk aannemen van Jezus Christus als Heiland is er hoop voor de mens
(Johannes 1:12-13). Het is alleen door de Genade, alleen door de Bijbel, het
Woord van God, dat eeuwige redding mogelijk is. Dit was de lijfspreuk van de
moedige hervormer Maarten toen die in 1517 AD het herontdekte evangelie
verkondigde: Sola Fide, Sola Gratia, Sola Scriptura. Alleen door het geloof,
alleen de genade en uitsluitend door de Heilige Schriften die zonder
tussenpersonen gelezen en geïnterpreteerd kunnen worden.
De hier
beschreven Ekklesia mag niet verward worden met het christendom. De Ekklesia is
het lichaam van Christus (1 Korintiërs 12:27 - Colossenzen 1:24) en is verborgen in de
wereld zoals de gelijkenissen in het Matteüs-evangelie leren.
Matteüs
13:44 Wederom is het Koninkrijk der
hemelen gelijk aan een schat, in den
akker verborgen, welken een mens
gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij
heen, en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker. 45 Wederom is
het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een
koopman, die schone paarlen zoekt; 46 Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden,
ging heen en verkocht al wat hij had,
en kocht dezelve. (Statenvertaling)
Het
christendom als godsdienst en plichtenleer verkondigt dat de parel van grote
waarde Christus is en dat de mens zich volledig moet inzetten ter verkrijging
van die parel. Volgens het evangelie echter is de parel van grote waarde de
Ekklesia en is het Christus die alles opgegeven heeft en de parel gekocht
heeft. Dit is een relatie binnen een nieuw, alsnog voor de wereld verborgen,
organisme dat per definitie geen godsdienst is maar een liefdesrelatie.
Johannes
15:12 Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad
heb. 13 Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette voor
zijn vrienden. 14 Gij zijt Mijn vrienden,
zo gij doet wat Ik u gebiede. 15 Ik heet u niet
meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat
heb Ik u bekend gemaakt. (Statenvertaling)
De
Ekklesia bestaat uit individuen uit de volken en uit Israël die sinds de komst
van de Trooster tot één lichaam gevormd worden.
Galaten
3:27 Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.
28 Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk
en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus.
Colossenzen
3:10(b).. die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn
Schepper, 11 waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of
onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is
Christus.
Wordt
vervolgd
.
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Ontmoeten. Vragen. Ontdekken.
Zie alphavlaanderen.be
Recente publicaties:
Boekentips: zie link: https://boekentips.com/auteur/2508383/robert-de-telder