Deuteronomium 28:64 En
de HEERE zal u verstrooien onder alle volken, van het ene einde
der aarde tot aan het andere einde der aarde; en aldaar zult gij andere goden
dienen, die gij niet gekend hebt, noch uw vaders, hout en steen. 65 Daartoe
zult gij onder dezelve volken niet stil zijn, en uw voetzool zal geen rust
hebben; want de HEERE zal u aldaar een bevend hart geven, en bezwijking der
ogen, en mattigheid der ziel. 66 En uw leven zal tegenover u hangen; en gij
zult nacht en dag schrikken, en gij zult van uw leven niet zeker zijn. 67 Des
morgens zult gij zeggen: Och, dat het avond ware; en des avonds zult gij
zeggen: Och, dat het morgen ware; vermits den schrik uws harten, waarmede gij
zult verschrikt zijn, en vermits het gezicht uwer ogen, dat gij zien zult.
(Statenvertaling)
Het hiervoor geciteerde
Bijbelcitaat gaat terug tot het voorjaar van 1443 v. Chr. aan de vooravond van
de inbezitneming van het Beloofde Land Kanaän door de twaalf stammen van Israël.
Dit Woord van God werd door Mozes uitgesproken kort voor zijn dood. De
geschiedenis van Israël volgend op de intocht in Kanaän werd gekenmerkt door
vallen en opstaan in hun verbond met de HEERE God. Uiteindelijk werden zij in
70 AD, veertig jaar na de verwerping van de Messias, uit het land gerukt en
begon hun wereldwijde verstrooiing of diaspora. De Romeinen onder leiding van
Titus vernietigden toen de Tempel en Jeruzalem. Geen steen bleef op de andere
staan, het leek alsof het definitief met Israël voorbij was. Het Europese christendom
dat later binnen het Romeinse Rijk politieke macht verwierf, leek in de plaats
van Israël geplaatst te zijn. Nochtans leert de Bijbel een herstel van de
Israëlieten in het oude land der vaderen, zowel geestelijk als nationaal.
Deuteronomium 30:1 Voorts
zal het geschieden, wanneer al deze dingen over u zullen gekomen zijn, deze zegen of deze vloek, die ik u
voorgesteld heb; zo zult gij het weder ter harte nemen, onder alle volken,
waarheen u de HEERE, uw God, gedreven heeft; 2 En gij zult u bekeren tot den
HEERE, uw God, en Zijner stem gehoorzaam zijn, naar alles, wat ik u heden
gebiede, gij en uw kinderen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel. 3 En de
HEERE, uw God, zal uw gevangenis wenden, en Zich uwer ontfermen; en Hij zal u weder vergaderen uit al de
volken, waarheen u de HEERE, uw God, verstrooid had. 4 Al waren uw
verdrevenen aan het einde des hemels, van daar zal u de HEERE, uw God,
vergaderen, en van daar zal Hij u nemen. 5 En
de HEERE, uw God, zal u brengen in het land, dat uw vaderen erfelijk
bezeten hebben, en gij zult dat erfelijk bezitten; en Hij zal u weldoen, en zal
u vermenigvuldigen boven uw vaderen. (Statenvertaling)
Het eerder vermelde
christendom is niet te verwarren met de Bijbelse Ekklesia, het Lichaam van
Christus, dat sinds Pinksteren 30 AD over de eeuwen heen ‘uit’geroepen wordt en
bestaat uit individuele Joden en niet-Joden zowel mannen als vrouwen (Efeze
2:14-22). Het is een organisme dat vandaag in de wereld verborgen is (Matteüs
13:44). De relatie onderling tussen Christus en christenen is er één zoals
tussen vrienden en niet een zoals tussen een heer en zijn dienstknechten (Joh.
15:12-15). Ook de bedeling van de Genade, volgend op de bedeling onder de Wet
(Galaten 4:24) zal echter ooit afgesloten worden, waarna de draad met het oude
Israël, dat wonder boven wonder over de eeuwen heen in de volkeren-zee bewaard
is gebleven, door God opnieuw opgenomen wordt. Voor een overzicht van de
bedelingenleer, zie de hierna vermelde link met een artikel dienaangaande uit
het Zoeklicht van 11/2016, link: http://www.dekoningkomt.nl/debedelingenleer.html
Het laatste boek van de
Bijbel in het Nieuwe Testament gaat inhoudelijk volledig over het herstel van
Israël in de toekomst.
Openbaring 1:1 De openbaring van Jezus Christus, die
God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel
gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes
te kennen gegeven heeft; 2 Dewelke het woord Gods betuigd heeft, en de
getuigenis van Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft. (Statenvertaling)

©
Map Public Domain, bewerkt door de auteur. De zeven Gemeenten in de Romeinse
provincie Asia kregen op de kaart een blauwe omkadering.
Vooraleer het Bijbelboek
Openbaring de toekomstige gebeurtenissen als vooraf geschreven geschiedenis behandelt
wordt de oude geschiedenis van Israël in de zeven brieven geadresseerd aan
zeven gemeenten in Klein-Azië, zeer herkenbaar weergegeven. De zeven gemeenten
bevonden zich in de volgende plaatsen: Efeze, Smyrna, Pergamon, Thyatira, Sardes,
Philadelphia en Laodicea. De zeven plaatsen lagen in het westelijke gedeelte
van de Romeinse provincie Asia tegenover de Egeïsche zee. Het karakter van de
zeven plaatselijke Gemeenten was heel verschillend van elkaar en was een type
van de geschiedenis van het oude Israël vanaf de Exodus tot de komst van de
Messias. Volgens de Bijbelvorser C.I. Scofield (1843/1921) hebben de zeven brieven
aan de zeven Gemeenten een viervoudige
toepassing: (1) lokaal, naar de Gemeenten die in 93 AD daadwerkelijk zijn
aangesproken; (2) vermanend, voor alle Gemeenten in alle tijden als
beproevingen waarmee ze hun ware spirituele staat in de ogen van God kunnen
onderscheiden; (3) persoonlijk, in de vermaningen aan hem "die een oor
heeft", en in de belofte "aan hem die overwint"; (4) profetisch,
als het onthullen van zeven fasen van de geschiedenis van de Gemeenten tot het
einde. Volgens punt 3 zijn de brieven voor de christen in de huidige bedeling
als vermaning en bemoediging gegeven zoals overigens heel de Schrift (Romeinen
15:4 en 1 Korintiërs 10:6).
Het woord: Gemeente in onze
Bijbelvertaling is een vertaling van het Griekse woord: EKKLESIA. Een Grieks
woord dat in de Bijbel ook gebruikt wordt voor de aanduiding van ‘kring’ en/of
‘vergadering’ wat de betekenis van het woord EKKLESIA weergeeft. Het woord werd
ook in het oude Griekenland gebruikt voor een vergadering van burgers ‘uit’ geroepen
tot een publieke positie. De geestelijke lessen in iedere brief zijn in
tegenstelling tot het historische niet aan een tijdsperiode gebonden. De
Bijbelse Nieuwtestamentische Gemeente is een vergadering, een kring van
gelovige individuen, zowel mannen als vrouwen en bestaande uit zowel niet-Joden
als Joden die over de eeuwen heen door God ‘uit’ geroepen worden.
Alle zeven brieven zijn
iedere keer gericht aan de engel der
gemeente: ‘Schrijf aan de engel der Gemeente te
…’. Hier kan alleen maar de Joodse gemeente of synagoge mee bedoelt zijn.
Tussen de Ekklesia, het lichaam van Christus, en de Heer Jezus Christus, het
hoofd van de Ekklesia, staat er namelijk geen engel of andere tussenpersoon. “Waar
twee of drie in mijn naam vergaderd zijn, daar ben Ik in uw midden”, zegt
Christus tot iedere kring van christenen, zonder tussenpersoon. De in de wereld
verborgen Nieuwtestamentische gemeente is bovendien standenvrij:
Galaten 3:27 Want gij allen, die in
Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. 28 Hierbij is geen sprake van Jood of Griek,
van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in
Christus Jezus…
Colossenzen 3:10b … die
vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper, 11 waarbij
geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en
Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus.
In God ’s relatie met
het oude Israël bevonden er zich tussenpersonen. De profeet Daniël vestigt bijvoorbeeld
de aandacht op de aartsengel Michael in diens bijzondere relatie en bediening
tot Israël.
Daniël 12:1 En te dier
tijd zal Michaël opstaan, die grote vorst, die
voor de kinderen uws volks staat,
als het zulk een tijd der benauwdheid
zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op
dienzelven tijd toe; en te dier tijd zal uw volk verlost worden, al wie
gevonden wordt geschreven te zijn in het boek.
In Psalm 82 wordt naar
engelenmachten als goden over volken verwezen. Goden die op God ’s tijd ook
geoordeeld zullen worden.
Psalm 82: 1 Een psalm van Asaf. God staat in de
vergadering Godes; Hij oordeelt in het
midden der goden; 2 Hoe lang zult gijlieden onrecht oordelen, en het
aangezicht der goddelozen aannemen? Sela. 3 Doet recht den arme en den wees;
rechtvaardigt den verdrukte en den arme. 4 Verlost den arme en den behoeftige,
rukt hem uit der goddelozen hand. 5 Zij weten niet, en verstaan niet; zij
wandelen steeds in duisternis; dies wankelen alle fondamenten der aarde. 6 Ik
heb wel gezegd: Gij zijt goden; en
gij zijt allen kinderen des Allerhoogsten; 7 Nochtans zult gij sterven als een
mens; en als een van de vorsten zult gij vallen. 8 Sta op, o God! oordeel het
aardrijk, want Gij bezit alle natiën.
Ik meen hier aangetoond
te hebben dat engelen als tussenpersonen altijd in een bijzondere relatie tot
Israël gestaan hebben zoals ook de brief van Paulus aan de Hebreeën vermeld:
1:14 Zijn zij niet allen
gedienstige geesten, die tot dienst
uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen?
Het is aldus niet verwonderlijk
dat de brieven van Christus aan de zeven gemeenten in Asia aan engelen gericht
zijn. De eerste brief van Christus was
gericht aan de engel der Gemeente te Efeze. Hierna het betreffende
Bijbelgedeelte:
Openbaring 2:1 Schrijf aan den
engel der Gemeente van Efeze:
Dit zegt Hij, Die de zeven sterren in
Zijn rechter hand houdt, Die in het midden der
zeven gouden kandelaren wandelt: 2 Ik
weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet
kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen
zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden; 3 En gij hebt
verdragen, en hebt geduld; en gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid, en zijt
niet moede geworden. 4 Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. 5 Gedenk dan, waarvan gij
uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u
haastelijk bij komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u
niet bekeert. 6 Maar dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaieten haat,
welke Ik ook haat. 7 Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten
zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.
De brief aan Efeze beschrijft de geschiedenis van het oude Israël vanaf
Pinksteren 1483 v. Chr. met het geven van de Tien Woorden op de berg Gods in de
wildernis, vijftig dagen na de Exodus uit Egypte. Het was de periode van
‘ondertrouw’ van Israël op weg naar het Beloofde Land Kanaän. De profeten Hosea
en Jeremia beschrijven de bijzondere liefdesverhouding tussen de HEERE God en
Zijn verbondsvolk tijdens deze periode. De betekenis van ‘Efeze’ is dan ook de
‘lieflijke’.
Hosea 11:1 Als Israël
een kind was, toen heb Ik hem liefgehad,
en Ik heb Mijn zoon uit Egypte geroepen.
Jeremia 2:1 En des
HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: 2 Ga en roep voor de oren van
Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik gedenk der weldadigheid uwer jeugd, der liefde uwer ondertrouw, toen gij
Mij nawandeldet in de woestijn, in
onbezaaid land. 3 Israël was den HEERE een heiligheid, de eerstelingen Zijner
inkomste; allen, die hem opaten, werden voor schuldig gehouden; kwaad kwam hun
over, spreekt de HEERE.
Deuteronomium 7:6 Want
gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God; u heeft de HEERE, uw God, verkoren,
dat gij Hem tot een volk des eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die op den
aardbodem zijn. 7 De HEERE heeft geen lust tot u gehad, noch u verkoren, om uw
veelheid boven alle andere volken; want gij waart het weinigste van alle
volken. 8 Maar omdat de HEERE ulieden
liefhad, en opdat Hij hield den eed, dien Hij uw vaderen gezworen had,
heeft u de HEERE met een sterke hand uitgevoerd, en heeft u verlost uit het
diensthuis, uit de hand van Farao, koning van Egypte.
De betekenis van de zeven sterren en de kandelaren van Openbaring 2:1 wordt in het
twintigste vers verklaart. Schrift verklaart zich met Schrift!:
Openbaring 1:20 De
verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechter hand, en
de zeven gouden kandelaren. De zeven
sterren zijn de engelen der zeven Gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven Gemeenten.
Dit zijn gegevens die we in
het Oude Testament terugvinden:
Leviticus 26:11 En Ik zal
Mijn tabernakel in het midden van u zetten; en Mijn ziel zal van u niet walgen.
12 En Ik zal in het midden van u
wandelen, en zal u tot een God zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn. 13
Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land der Egyptenaren uitgevoerd heb,
opdat gij hun slaven niet zoudt zijn; en Ik heb de disselbomen van uw juk
verbroken, en heb u doen rechtop staan.
Deuteronomium 23:14 Want de
HEERE, uw God, wandelt in het midden van
uw leger, om u te verlossen, en om uw vijanden voor uw aangezicht te geven;
daarom zal uw leger heilig zijn, opdat Hij niets schandelijks onder u zie, en
achterwaarts van u afkere. (Statenvertaling)
De HEERE God wil niets anders dan een volmaakte liefdesrelatie met zijn
verbondsvolk. Het fundament hiervan is ‘de eerste liefde’ zoals ze alleen
tussen twee geliefden bestaat. Men mag dan als individu nog zo ijverig zijn in
werk, arbeid en al de andere punten die in vers twee aangehaald worden, indien
men de eerste liefde verlaat is het alles voor niets geweest. Indien men zich
hiervan niet omkeert wordt de kandelaar die men moet zijn door de HEERE God uiteindelijk
weggenomen, en is men geen lichtdrager meer in een duistere wereld. Dit is bij
het oude Israël letterlijk in vervulling gegaan. Zij zijn na de Exodus als
lichtdrager begonnen (Exodus 19:1-6 en Jesaja 49:6) maar faalden al kort na de dood
van Jozua en de inname van Kanaän. De HEERE God had de generatie van de intocht
gewaarschuwd dat er zeven verdrukkingen zouden volgen indien zij hun ingeslagen
weg zouden aanhouden. In mijn laatste uitgave: Dertig Jubeljaren, 2018, blz. 15-21, heb ik de zeven historische
verdrukkingen geduid. Ook na de zevende verdrukking: de zeventigjarige
Babylonische Ballingschap, volharden zij in de keuze van hun weg en dit ondanks
de vele onheilswaarschuwingen door de profeten en leiders geleverd. In de
volheid der tijden openbaarde zich de Messias, de knecht des HEEREN, zoals door
de profeet Jesaja hoofdstuk 53, voorspelt, maar ook het aangeboden heil in
Jezus Christus werd afgewezen. Tijdens de periode die het Bijbelboek
Handelingen beschrijft werd Israël nog opgeroepen alsnog de opgestane Heer en
Heiland Jezus Christus aan te nemen (Handelingen 2:36, 3:12, 7:1-60, 28:17). Het
is opmerkelijk dat het Bijbelboek Handelingen eindigt met de geschiedenis van
de evangelieverkondiging van Paulus aan de voornaamsten der Joden te Rome, een
prediking die afgewezen werd.
Handelingen 28:24 En sommigen geloofden wel, hetgeen gezegd werd, maar
sommigen geloofden niet. 25 En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als
Paulus dit ene woord gezegd had, namelijk: Wel heeft de Heilige Geest gesproken
door Jesaja, den profeet, tot onze
vaderen, 26 Zeggende: Ga heen tot dit
volk, en zeg: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende
zult gij zien, en geenszins bemerken. 27 Want het hart dezes volks is dik
geworden, en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij
toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de
oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze.
28 Het zij u dan bekend, dat de zaligheid Gods den heidenen gezonden is, en
dezelve zullen horen. 29 En als hij dit gezegd had, gingen de Joden weg, veel
twisting hebbenden onder elkander.

© Reverend Clarence Larkin (1850–1924). Het schema hierboven toont het
tijds-dal van bijna tweeduizend jaar dat de profeten van het Oude Testament
niet te zien kregen wanneer zij over de komst van de Messias en het herstel van
alle dingen profeteerden (Romeinen 16:25-26, Efeze 3:9). De profeten van het
Oude Testament zagen één bergtop de komst van de Messias voorstellende en niet de
tijdskloof van 30 AD tot op heden tussen beide bergen. Tijdens deze periode wordt
de Ekklesia gevormd en is Israël als heilsorgaan (tijdelijk) opzijgezet.
De periode van dertig jaar tussen 30 AD met de uitstorting van de
Heilige Geest, de beloofde andere Trooster, over de eerste Gemeente te
Jeruzalem en 60 AD met het definitieve afwijzen van Jezus als de geprofeteerde
Messias door Israël werd gekenmerkt door een
bijzondere prediking tot het Joodse volk. Gedurende dertig jaar deed zich
tijdens de Gemeentesamenkomsten het fenomeen van de tongentaal voor. Gemeenteleden die in een vreemde taal en
engelentaal in de samenkomst een boodschap van God doorgaven. In de eerste
Korintiërsbrief van Paulus krijgt dit fenomeen aandacht via instructies die
tijdens de samenkomst in acht dienden genomen te worden (1 Kor. 14:1-40). Die
instructies waren blijkbaar hoogstnodig vanwege de verwarring die zich in
Korinthe voordeed. In 1 Korintiërs 14:21 haalt Paulus hierbij de profetie van
Jesaja aan:
Jesaja 28: 11 Daarom zal Hij door belachelijke lippen, en door een andere tong tot dit volk spreken; 12 Tot dewelken Hij
gezegd heeft: Dit is de rust, geeft den moeden rust, en dit is de verkwikking; doch zij hebben niet willen horen.
(Statenvertaling)
1 Korintiërs 14:20 Broeders, wordt geen kinderen in het verstand, maar
zijt kinderen in de boosheid, en wordt in het verstand volwassen. 21 In de wet
is geschreven: Ik zal door lieden van
andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen
zij Mij niet horen, zegt de Heere. 22 Zo dan, de vreemde talen zijn tot een teken niet dengenen, die geloven,
maar den ongelovigen; en de profetie
niet den ongelovigen, maar dengenen, die geloven. (Statenvertaling)
Na de gebeurtenissen zoals in het Bijbelboek Handelingen hoofdstuk 28
beschreven hield het fenomeen van de bijzondere tongentaal op en verstomde deze
gave:
1 Korintiërs 13:8 De liefde vergaat nimmermeer; maar hetzij profetieën,
zij zullen te niet gedaan worden; hetzij
talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden.
Gedurende dertig jaar zou de Heilige Geest van de HEERE God de deur voor
Israël op een kier laten en kregen zij gelegenheid alsnog Jezus Christus aan te
nemen en de ‘tijden der wederoprichting aller dingen’ te laten aanvangen. Zoals
Petrus het te Jeruzalem in 30 AD verkondigde:
Handelingen 2:38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van
u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en
gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. 39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar
verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.
Handelingen 3:19 Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen
uitgewist worden; wanneer de tijden der
verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren, 20 En Hij
gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u tevoren gepredikt is; 21 Welken de
hemel moet ontvangen tot de tijden der
wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van al
Zijn heilige profeten van alle eeuw.
In 60 AD zo een dertig jaar na Pinksteren met het begin van de Gemeente
werd de kandelaar weggenomen. Een nieuwe bedeling in Gods handelen met de mens
nam hier een aanvang. Vanaf nu zou ‘de zaligheid Gods den heidenen gezonden worden’.
De Efeze-brief van de apostel der heidenen: Paulus, dateren we in het jaar van
de gebeurtenissen van Handelingen hoofdstuk 28. Over het Israël van het Oude
Verbond kwam een verharding van Godswege:
2 Korintiërs 3:12 Dewijl wij dan zodanige hoop hebben,
zo gebruiken wij vele vrijmoedigheid in het spreken; 13 En doen niet
gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht leide, opdat de kinderen Israëls niet zouden sterk
zien op het einde van hetgeen te niet gedaan wordt. 14 Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want
tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden
Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan
wordt. 15 Maar tot den huidigen dag toe,
wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart. 16 Doch zo wanneer
het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen.
(Statenvertaling)
Na het afsluiten van de huidige bedeling der genade, een tijdsperiode
die geen Oudtestamentische profeet ‘gezien’ heeft, zal de draad met het oude
Israël opgenomen worden en worden zij door de HEERE God hersteld: geestelijk en
nationaal in het oude land der vaderen. Het Bijbelboek Openbaring leert dit
duidelijk. De zeven brieven aan de zeven Gemeenten waar het Boek mee opent
nemen de draad op met de geschiedenis van Israël vanaf het geven van de Wet of
Tien Woorden met Sjavoeot in 1483 v. Chr. tot aan de komst van de Messias.
Tot slot wil ik opmerken dat de brief van Paulus aan de heidenchristenen
(Efeze 3) te Efeze haaks staat op de brief aan de Joodse Gemeente in diezelfde
plaats. Wanneer we de inhoud van de brief van Christus aan de Gemeente te Efeze
in het boek Openbaring vergelijken met de Efeze-brief van Paulus blijkt
duidelijk dat we met twee verschillende bedelingen of huishoudingen Gods in de
tijd te maken hebben. Het hoofdthema van de Efeze-brief van Paulus is ‘het
geheimenis van de roeping der heidenen'. Paulus ontvouwt Gods plan om mensen
uit elk volk, zowel vrouw als man van welke afkomst ook, samen te brengen in
Christus. In dit Lichaam is iedereen gelijk. Dit Lichaam is de Gemeente van
Christus. De Efeze-brief van Paulus leert dat een mens alleen door genade
behouden kan worden.
Efeze 2:4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote
liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, 5 Ook toen wij dood waren door de
misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden), 6 En heeft ons mede opgewekt,
en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus; 7 Opdat Hij zou betonen
in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de
goedertierenheid over ons in Christus Jezus. 8 Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat
niet uit u, het is Gods gave; 9 Niet uit
de werken, opdat niemand roeme. 10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in
Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in
dezelve zouden wandelen. 11 Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen
waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen, die genaamd zijn
besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; 12 Dat gij in dien tijd
waart zonder Christus, vervreemd van het
burgerschap Israëls, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen
hoop hebbende, en zonder God in de wereld. 13 Maar nu in Christus Jezus, zijt
gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. 14 Want Hij is onze vrede, Die deze beiden een
gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, 15 Heeft
Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in
Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende; 16 En opdat Hij
die beiden met God in een lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap
aan hetzelve gedood hebbende. 17 En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede
verkondigd u, die verre waart, en dien, die nabij waren. 18 Want door Hem
hebben wij beiden den toegang door
een Geest tot den Vader. 19 Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en
bijwoners, maar medeburgers der
heiligen, en huisgenoten Gods; 20
Gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de
uiterste Hoeksteen; 21 Op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd
zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den Heere; 22 Op Welken ook gij mede
gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest.
Met een te volgen aflevering wil ik de brief van Christus aan de
Gemeente te Smyrna bespreken: de tijdsperiode van Israël in de wildernis op weg
naar het Beloofde Land.
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Recente
publicaties:

Dertig Jubeljaren,
2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU
Kronieken van de koningen van Israël, 2017, zie link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016,
zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
Dit
boek kan inmiddels volledig online
gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html
De Zonaanbidder, 2016,
zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015,
Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede Wereldoorlog door de ogen van een neutrale
Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis versus Egyptologie, 2009, dit boek is
uitverkocht maar kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek
is uitverkocht maar op een PDF-document gratis op eenvoudig verzoek per email
bij de auteur verkrijgbaar)