De aflevering van deze week
vervolgt met de herziening van de chronologie van de Assyrische koningen van de
negende en achtste eeuw v. Chr. Met de aflevering van 20.08.2018 behandelden we de koningen van Assyrië: Salmaneser IV,
Assur Dan III, Assur Nirari V en de legendarische Sardanapallos die we in
chronologische lijn met de koningen van het tienstammenrijk brachten. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=3109332
Als een gevolg van het
linken van Salmaneser III op de tijdsbalk aan de historisch-verifieerbare regeerperiode
van Achab van Israël (Zie het artikel van 02.07.2018
op dit blog, link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=3102210)
ontstaat er in de achtste
eeuw v. Chr. een tijdsperiode van 782 tot
761 v. Chr. waar de Bijbels-Assyrische koningen Jareb en Pul kunnen
ondergebracht worden evenals de legendarische Sardanapallos.

© Kronieken van de koningen
van Israël, 2017, Robert De Telder
Het zijn als het ware puzzelstukken
van een jigsaw-legpuzzel die met elk toegevoegd passend stukje het
historische plaatje zichtbaar maken. De Bijbels-historische koningen voor deze
periode zijn Jareb (Hosea 5:13 en 10:6) en de niet bij naam genoemde Assyrische
koning (Jona 3:1-10) die zich op de doemprediking van Jona, tot de God van
Israël voor uitredding keerde. Het onderbrengen van de legendarische
Sardanapallos op de tijdsbalk doen we via zijn identificatie met een van de
Mitanni-koningen. Mitanni-koningen die zoals we al eerder gezien hebben, niemand
anders dan de Assyrische koningen van de achtste en zevende eeuw v. Chr. zijn.
De Bijbelse koning van
Assyrië ten tijde van de profeet Jona kan moeilijk met Sardanapallos
geïdentificeerd worden. De ene koning roept namelijk bij een crisis een vasten uit
en keert zich tot de God van Israël voor uitredding en de andere zijn motto is:
Eet, drink en bemin, want al het overige is niet veel waard.
Volgens
mijn revisie van de geschiedenis van de oudheid is de Bijbelse koning Pul de
opvolger van Sardanapallos op de troon van Assur.
Met het
vermelden van Pul als een te onderscheiden Assyrische koning van Tiglath
Pileser III botsen we onmiddellijk met de
gevestigde Assyriologie. De Bijbelse koningsnaam Pul komt namelijk niet in
de Assyrische koningslijst voor. Er bestaat wel een Babylonische koning Pulu of
Poros die volgens de Ptolemeüs-canon, op de troon van Babylon zat van 22.02.731
tot 20.02.726 v. Chr. De orthodoxie gaat er van uit dat de Babylonische Pulu of
Poros met Tiglath Pileser III te identificeren is die onder een Babylonische troonnaam
over Babylon heerste. Zuiver chronologisch gezien kan dit echter niet aangezien
er ongeveer een periode van dertig jaar tussen de Bijbelse koning van Assyrië Pul,
en de Babylonische Pulu of Poros, zit. Volgens de grondtekst van de Bijbel zijn
Pul én Tiglath Pileser wel degelijk twee van elkaar te onderscheiden koningen.
1
Kronieken 5:25 Maar zij hebben tegen den God hunner vaderen overtreden, en de
goden der volken des lands nagehoereerd, welke God voor hun aangezichten had
verdelgd. 26 Zo verwekte de God Israels den geest van Pul, den koning van Assyrie, en den geest van Tiglath-Pilneser, den koning van Assyrie,
die voerde hen gevankelijk weg, te weten de Rubenieten, en de Gadieten, en den
halven stam van Manasse; en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan
de rivier Gozan, tot op dezen dag. (Statenvertaling)

©
Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert De Telder
Het
Bijbelboek 1 Kronieken 5:26 heeft het volgens de Statenvertaling duidelijk over
twee koningen. Ook de LXX Septuagint Bijbelvertaling (Hebreeuws/Grieks) heeft
de twee Assyriërs als twee te onderscheiden koningen vertaald:
1
Chronicles 5:26 And the God of Israel stirred up the spirit of Phaloch king of Assyria, and the spirit of Thagla-phallasar king of Assyria, and carried away Ruben and Gaddi,
and the half-tribe of Manasse, and brought them to Chaach, and Chabor, and to
the river Gozan, until this day.
De
Joodse historicus Flavius Josephus zag Pul en Tiglath Pileser III ook als twee
afzonderlijke Assyrische koningen: Joodse
Oudheden, Boek IX, xi.1.
And
after this manner it was that this Menahem
continued to reign with cruelty and barbarity for ten years. But when Pul, king of Assyria, had made an
expedition against him, he did not think meet to fight or engage in battle with
the Assyrians, but he persuaded him to accept of a thousand talents of silver,
and to go away, and so put an end to the war. This sum the multitude collected
for Menahem, by exacting fifty
drachme as poll-money for every head; after which he died, and was buried in
Samaria, and left his son Pekahiah his successor in the kingdom, who followed
the barbarity of his father, and so ruled but two years only, after which he
was slain with his friends at a feast, by the treachery of one Pekah, the general of his horse, and
the son of Remaliah, who laid snares for him. Now this Pekah held the
government twenty years, and proved a wicked man and a transgressor. But the king of Assyria, whose name was Tiglath-Pileser, when he had made an expedition against the
Israelites, and had overrun all the land of Gilead, and the region beyond
Jordan, and the adjoining country, which is called Galilee, and Kadesh, and
Hazor, he made the inhabitants prisoners, and transplanted them into his own
kingdom. And so much shall suffice to have related here concerning the king of
Assyria.
De
voortreffelijke Statenvertaling van de Bijbel werd door meer recente vertalingen
wat betreft het vertalen van het woordje en
in de grondtekst, niet gevolgd. De NBG
1951 en de NBV 2004 volgden het gezag dat de wetenschap der Assyriologie
intussen verworven had, en negeerden de grondtekst van de Bijbel zoals de
Statenvertaling het correct vertaalde:
1 Kronieken 5:26 Zo verwekte de God Israels den geest van Pul, den
koning van Assyrie, en den geest van Tiglath-Pilneser, den koning van
Assyrie,
Zowel
NBG als NBV voegden woorden aan de grondtekst toe zodat Pul en Tiglath Pileser
III in lijn met de Assyriologie, als één en dezelfde koning neergezet kunnen
worden:
1
Kronieken 5:26 wekte de God van Israël de geest op van Pul, de koning van
Assur, namelijk de geest van
Tillegatpilneser, de koning van Assur, en deze voerde hen weg: de Rubenieten,
de Gadieten en de helft van de stam Manasse. En hij bracht hen naar Chalach,
Chabor, Hara en de rivier van Gozan, waar zij zijn tot op de huidige dag. (NBG 1951)
1
Kronieken 5:26 ..Daarom zette de God van Israël koning Pul van Assyrië, ook bekend als Tiglatpileser, ertoe aan
om hen als ballingen weg te voeren. Hij bracht hen naar Chalach, Chabor, Hara
en de rivier van Gozan, en daar wonen ze tot op de dag van vandaag. (De Nieuwe
Bijbelvertaling NBV 2004)
Godzijdank
dat we vandaag de Statenvertaling in ons bezit hebben. Het oud-Nederlandsch neem ik er graag op de koop toe bij.
Met wat inspanning en goede wil is het nog altijd best verstaanbaar.
De
beschreven invasie van het gebied van het tienstammenrijk in het Bijbelboek 1
Kronieken 5:26 dateren we in 768 v. Chr.
en dit op basis van de Seder Olam (The Rabbinic View of Biblical Chronology,
translated and with commentary by Heinrich W. Guggenheimer, 1998, blz. 195). De
Joodse overlevering leert namelijk dat er een periode van 59 jaar zat tussen de vernietiging van het leger van Sanherib voor
Jeruzalem in het veertiende regeringsjaar van Koning Hizkia van Juda, (zijnde 709 v. Chr.), en de eerste Assyrische
invasie volgens 1 Kronieken 5:26. Het jaartal 709 v. Chr. als veertiende
regeringsjaar van Hizkia werd bekomen door het linken van de regeerperiode van
Hizkia van Juda aan het vijftiende jubeljaar. De constructie van Edwin R.
Thiele waarbij de chronologische gegevens van de Bijbel met de Assyrische
koningslijst aangepast werden wijzen we af. De Assyriologie dwingt voor het
kiezen 701 v. Chr. als jaartal voor de belegering van Jeruzalem door Sanherib,
wat een foutief verschil van acht jaar op de tijdsbalk betekent.
De
Seder Olam leert dat de Assyriërs met regelmaat het gebied van Israël en Juda
zijn binnengevallen. Ook in de Legends of the Jews, Louis Ginzberg, (Hoofdstuk
IX, The Two Kingdoms Chastised), lezen we dat de Assyrische invasies over
verschillende jaren verspreid liepen.
Wanneer
we de verkregen chronologische gegevens op de tijdsbalk aanbrengen blijkt dat de eerste invasie van Pul én Tiglath
Pileser III in het gebied van het tienstammenrijk geschiedde tijdens de periode
van anarchie zonder koning op de troon in Israël.
De tweede Assyrische invasie in het gebied van het tienstammenrijk vond plaatst in
het eerste regeringsjaar van Menahem in 763 v. Chr. Koning Menahem van het tienstammenrijk
regeerde historisch-verifieerbaar van 763 v. Chr. tot het voorjaar van 753 v.
Chr. Deze jaartallen zijn het resultaat van het verankeren van het veertiende
regeringsjaar van koning Hizkia met het vijftiende
sabbat- en jubeljaar van 709/708 v. Chr., en vanaf dit ankerjaar op de
tijdsbalk naar de regeerperiode van koning Uzzia van Juda te navigeren. De
regeerperiode van Menahem is namelijk gelinkt aan die van koning Uzzia van Juda.
Zie TIJD en TIJDEN, 2015, hoofdstuk:
Kroniek van koning Uzzia, blz. 279-284.
De
regeerperiode van de Bijbelse koning van Assyrië: Pul, zit op de tijdsbalk
verankerd vanaf het jaar van de meganatuurcatastrofe in 776 v. Chr. De
Babylonische Pulu of Poros van de Ptolemeüs canon is te onderscheiden van de
Bijbelse Pul als koning van Assyrië en blijft als koning van Babylon behouden
met de regeerperiode 731/726 v. Chr. Zie ook TIJD en TIJDEN, 2015, appendix 6: De Ptolemeüs-canon.
Hierna
het Bijbelcitaat dat de Assyriër Pul met Menahem verbindt.
2
Koningen 15:17 In het negenendertigste jaar van Azarja (Uzzia), de koning van
Juda, werd Menahem, de zoon van
Gadi, koning over Israël; hij regeerde
tien jaar te Samaria. 18 Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN; hij
week al zijn dagen niet af van de zonden die Jerobeam, de zoon van Nebat,
Israël had doen bedrijven, 19 Pul, de
koning van Assur, trok tegen het land op; Menahem gaf Pul duizend talenten zilver, opdat deze hem zou bijstaan om het
koningschap in zijn hand te bevestigen. 20 En Menahem hief dit geld van Israël,
van alle vermogende lieden, om het de
koning van Assur te geven: vijftig sikkels zilver per hoofd. Toen keerde de koning van Assur terug en bleef daar
niet in het land. (NBG Vertaling 1951)
In mijn
studie De Assyriologie herzien, 2012, Appendix I: Mitanni, toonde ik aan dat het zogenaamde Rijk van Mitanni in wezen
een fictief rijk was, door de moderne Egyptologie gecreëerd. Het Mitannische
Rijk wiens vorsten met de farao s Amonhotep III en IV correspondeerden is
niets anders dan het Assyrische Rijk van de achtste eeuw v. Chr., een eeuw waar
ook de Amarna-tijd thuishoort. Op basis van deze identificatie identificeerde
ik de Bijbelse Pul als de vader van Tiglath Pileser III en dit op basis van de identificatie
van Pul s alter ego in het Mythische Mitanni: Suttarna. Zie ook het artikel op dit blog van 24.03.2014: Het mythische rijk Mitanni. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1395615600&stopdatum=1396220400
De
regeerperiode van Pul laat ik aanvangen in het jaar van de meganatuurcatastrofe
776 v. Chr., na de dood van de legendarische Sardanapallos alias Artatama. Bij de dood van Pul werd deze
opgevolgd door zijn zoon Tiglath Pileser III alias Tusjratta. Tusjratta correspondeerde zoals eerder opgemerkt met de
Egyptische farao s Amonhotep III en IV. Dertien brieven in de vorm van
kleitabletten van Tusjratta zijn bewaard gebleven en maken deel uit van de
Amarna-briefwisseling. Het is brief EA17 van Tushratta aan Nimmoeria alias
Amonhotep III dat heel wat licht werpt op de troonsbestijging van Tiglath
Pileser III en de perikelen op dat gebied. De tijdsperiode die ik hier behandel
kreeg ook heel wat aandacht in mijn boek: De
zonaanbidder, 2016, blz. 45-51. Het was de tijd ook dat een Assur Uballit,
een zoon van Assur Nadin Ahe, met farao correspondeerde. Een periode duidelijk
met meer dan één troonpretendent in Assyrië. In de Bijbel zijn het Pul én
Tiglath Pileser III die als koningen van Assyrië vermeld worden. Tiglath
Pileser III heeft hierbij geruime tijd samen met zijn vader Pul als co-regent
geregeerd. Dat wordt duidelijk wanneer we op een tijdsbalk de regeerperiode van
koning Menahem chronologisch aanbrengen. Zowel Pul als Tiglath Pileser zijn met
Menahem verbonden. In de bewaarde annalen (Annals of Tiglat Pileser III, ANET 3
283) van Tiglath Pïleser III verwijst hij naar Menahem van Samaria.
De
gevestigde Assyriologie heeft op basis van de eponiemlijsten voor Tiglath
Pileser III een regeertijd van het jaar 745 tot 727 v. Chr., wat niet overeenstemt
met de Bijbels-chronologische gegevens over koning Menahem van Israël met de
jaren 763 tot 753 v. Chr.
Bovendien
hebben we in de bewaarde annalen (Chapter XIV, I, 770) van Tiglath Pileser III een
vermelding over koning Azaria/Uzzia van Juda:

©
Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert De Telder
Koning
Azaria van Juda wordt door Tiglath Pileser III beschreven als de leider van een
coalitie van Klein-Aziatische koningen tegen hem gericht. Koning Uzzia/Azaria
van Juda heeft Bijbels-chronologisch een regeertijd van het jaar 803 tot 750 v.
Chr. In het jaar 776 v. Chr. werd Uzzia/Azaria echter met melaatsheid geslagen
en in quarantaine geplaatst. Zijn zoon Jotham werd toen tot aan zijn dood, als
co-regent aangesteld. We moeten aannemen dat de verwijzing naar Azaria van Juda
als de leider van een Klein-Aziatische coalitie door TPIII, in de periode van
803 tot 776 v. Chr. op de tijdsbalk te plaatsen is, tijdens zijn gezonde
periode. Het is dezelfde periode dat Uzzia/Azaria ook Egypte onder zijn
controle had (De Zonaanbidder, 2016, blz. 36-39).
Het
moet duidelijk zijn dat de chronologische constructie van de Assyriologie voor
deze tijdsperiode, onverzoenbaar met de Bijbels-chronologische gegevens is. De enige conclusie is dat er hiaten in de
Eponiemlijsten voorkomen! Zelfs de constructie van Edwin E. Thiele in het
verkorten van de regeertijd van de koningen van Israël en Juda voor deze
tijdsperiode mist wanneer we de eerste helft van de regeerperiode van Azaria
met Tiglath Pileser III verbinden, haar doel. Ik meen dat het jaar van de
zevende olympiade in 748 v. Chr. gepaard gaande met een meganatuurcatastrofe
verantwoordelijk is voor een hiaat in de eponiemlijsten. Zo dadelijk wil ik dit
verduidelijken.

©
Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert De Telder
Dat er
een onderbrekingen in de eponiemlijsten vastgesteld kunnen worden heb ik in de
aflevering van 20.08.2018 aangetoond. Het eponiem van Nergal-nasir, de
gouverneur van Nisibis, meldt een opstand in Kalhu: [746/745] 783/782 Tijdens het eponiem van Nergal-nasir, de
gouverneur van Nisibis, opstand in
Kalhu.
Tussen rechte haken staan
de jaartallen van de Assyriologie met rechts daarvan de gereviseerde jaartallen
aan de hand van de chronologie van de koningen van Israël.
De opstand in Kalhu moet
zich over heel het land uitgebreid hebben en luidde aldus een periode van nooit
eerder geziene anarchie in. De Assyriologie laat volgens de eponiemlijsten
Assur Nirari V in 745 v. Chr. opgevolgd worden door Tiglath Pileser III. Maar
dit klopt niet met de historische realiteit.
Ik meen dat de usurpator
Tiglath Pileser III verantwoordelijk is voor het creëren van een hiaat een
damnatio memoriae, in de geschiedenis van Assyrië.
Volgens mijn herziening
laat ik Assur-nirari V na een periode van anarchie opgevolgd worden door de Sardanapallos van de Griekse legende,
gevolgd door Pul en Jareb. De eponiemlijst laat ik in 761 v. Chr. na een tijdshiaat
van eenentwintig jaar vervolgen met Tiglath Pileser III.
Scrol
naar beneden voor het vervolg van dit artikel met de eponiemlijsten (met
commentaar) die betrekking op Tiglath Pileser III hebben.
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder