De
aflevering van deze week vervolgt met de herziening van de chronologie van de
Assyrische koningen van de negende en achtste eeuw v. Chr. Met de aflevering
van 16.07.2018 behandelden we de
koningen van Assyrië: Shamsi Adad V en Adad Nirari III, die we in
chronologische lijn met de koningen van het tienstammenrijk brachten.
Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=3104354
De
opvolger van Adad Nirari III op de Assyrische troon was Salmaneser IV. Volgens
de gevestigde Assyriologie regeerde hij van 781/780 tot 772/771 v. Chr. Volgens
mijn herziening van de chronologie van de koningen van Assyrië zat hij van
818/817 tot 809/808 v. Chr. op de troon van Assur. Een historisch verifieerbaar
verschil van zevenendertig jaar.

© Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert
De Telder
De
regeerperiode van Salmaneser IV laat zich aan de hand van de Eponiemlijsten op
de tijdsbalk invullen door vanaf het laatste jaar van Adad Nerari III naar onze
tijd toe te rekenen. Hierna volgen de eponiemlijst-gegevens die betrekking
hebben op de regeerperiode van Salmaneser IV:

© Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert
De Telder
[781/780]
818/817 Tijdens het eponiem van ©almaneser [IV], de koning van Assyrië,
veldtocht tegen Urartu
[780/779]
817/816 Tijdens het eponiem van
©am¹i-ilu, de opperbevelhebber, veldtocht tegen Urartu.
[779/778]
816/815 Tijdens het eponiem van
Marduk-remanni, de opperdienaar, veldtocht tegen Urartu.
[778/777]
815/814 Tijdens het eponiem van
Bêl-le¹er, de paleis maarschalk, veldtocht tegen Urartu.
[777/776]
814/813 Tijdens het eponiem van
Nabû-i¹deya-ka'in, de maarschalk, veldtocht tegen Itu'a.
[776/775]
813/812 Tijdens het eponiem van
Pan-A¹¹ur-lamur, gouverneur van A¹¹ur, veldtocht tegen Urartu.
[775/774]
812/811 Tijdens het eponiem van
Nergal-ere¹, gouverneur van Rasappa, veldtocht tegen de cederberg.
[774/773]
811/810 Tijdens het eponiem van
I¹tar-duri, gouverneur van Nisibis, veldtocht tegen Urartu en Namri
[773/772]
810/809 Tijdens het eponiem van
Mannu-ki-Adad, gouverneur van Raqmat, veldtocht
tegen Damascus.
[772/771]
809/808 Tijdens het eponiem van
A¹¹ur-bela-usur, gouverneur van Kalhu, veldtocht tegen Hatarikka.
Tijdgenoten
van Salmaneser IV in Israël en Juda waren de koningen Joas en Jerobeam II van
het tienstammenrijk en koning Amazia van Juda. De veldtocht in Salmaneser ’s
voorlaatste jaar bracht hem in de nabijheid van de noordelijke grenzen van
Israël. Vermoedelijk verzwakte de veldtocht tegen Damascus door Salmaneser IV
verder de macht van Aram. Tegen het einde aan van de regeerperiode van
Salmaneser IV zat Jerobeam II al acht jaar op de troon van het tienstammenrijk.
Jerobeam II zou volgens een woord van de profeet Jona, de zoon van Amitthai, in
het noorden de grenzen van het verenigd koninkrijk van Israël van weleer
herstellen.
2
Koningen 14:23 In het vijftiende jaar van Amazia, den zoon van Joas, den koning
van Juda, werd te Samaria koning, Jerobeam,
de zoon van Joas, koning van Israël, en regeerde een en veertig jaren. 24 En
hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij week niet van alle zonden van
Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed. 25 Hij bracht ook weder de landpale van Israël van den ingang van Hamath,
tot aan de zee van het vlakke veld; naar het woord des HEEREN, des Gods van
Israël, dat Hij gesproken had door den dienst van Zijn knecht Jona, den zoon
van Amitthai, den profeet, die van Gath-hefer was. 26 Want de HEERE zag, dat de
ellende van Israël zeer bitter was, en dat er geen opgeslotenen noch verlatenen
waren, en dat Israël geen helper had. 27 En de HEERE had niet gesproken, dat
Hij den naam van Israël van onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste
hen door de hand van Jerobeam, den zoon van Joas. 28 Het overige nu der
geschiedenissen van Jerobeam, en al
wat hij gedaan heeft, en zijn macht, hoe hij gekrijgd heeft, en hoe hij Damaskus en Hamath, tot Juda
behorende, aan Israël wedergebracht heeft, zijn die niet geschreven in het
boek der kronieken der koningen van Israël? (Statenvertaling)
Zie ook
mijn boek: Kronieken van de koningen van Israël, 2017, blz. 105-115.

© Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert
De Telder
Dit
Schriftwoord ging in vervulling tijdens de regeerperiode van de opvolger van
Salmaneser IV: Assur Dan III. De eponiemlijsten die betrekking hebben op de
regeerperiode van Assur Dan III
tonen in het begin van zijn regering enkele veldtochten waarna de militaire
macht van Assur begon af te brokkelen. Vanaf het zevende jaar van Assur Dan III
komen vooral vermeldingen over pestepidemieën, opstanden en een schrikbarende
ongewone verduistering van de zon, voor. Dit naast de laconieke vermeldingen
zoals: de koning bleef in het land, wat een eufemisme voor niets doen
betekende:
[771/770]
808/807 Tijdens het eponiem van A¹¹ur-dan [III], koning van Assyrië,
veldtocht tegen Gananati.
[770/769]
807/806 Tijdens het eponiem van
©am¹i-ilu, de opperbevelhebber, veldtocht tegen Marad.
[769/768]
806/805 Tijdens het eponiem van
Bêl-ilaya, gouverneur van Arrapha, veldtocht tegen Itu'a.
[768/767]
805/804 Tijdens het eponiem van
Aplaya, gouverneur van Mazamua, de
koning bleef in het land.
[767/766]
804/803 Tijdens het eponiem van
Qurdi-A¹¹ur, gouverneur van Ahizuhina, veldtocht tegen Gananati.
[766/765]
803/802 Tijdens het eponiem van
Mu¹allim-Inurta, gouverneur van Tille, veldtocht tegen Medië.
[765/764]
802/801 Tijdens het eponiem van
Inurta-mukin-ni¹i, gouverneur van, veldtocht tegen Hatarikka; pest.
[764/763]
801/800 Tijdens het eponiem van
Sidqi-ilu, gouverneur van Tu¹han, de
koning bleef in het land.
[763/762]
800/799 Tijdens het eponiem van
Bur-Saggile, gouverneur van Guzana, opstand
in Libbi-ali; in Simanu eclips van de
zon.
[762/761]
799/798 Tijdens het eponiem van
Tab-bêlu, gouverneur van Amedi, opstand in
Libbi-ali.
[761/760]
798/797 Tijdens het eponiem van
Nabû-mukin-apli, gouverneur van Nineveh, opstand
in Arrapha.
[760/759]
797/796 Tijdens het eponiem van
La-qipu, gouverneur van Kalizi, opstand
in Arrapha.
[759/758]
796/795 Tijdens het eponiem van
Pan-A¹¹ur-lamur, gouverneur van Arbela, opstand
in Guzana; pest.
[758/757]
795/794 Tijdens het eponiem van
Ana-bêli-taklak, gouverneur van Isana, veldtocht tegen Guazana; vrede in het
land.
[757/756]
794/793 Tijdens het eponiem van
Inurta-iddin, gouverneur van Kurba'il, de
koning bleef in het land.
[756/755]
793/792 Tijdens het eponiem van
Bêl-¹adua, gouverneur van Tamnuna, de
koning bleef in het land.
[755/754]
792/791 Tijdens het eponiem van
Iqisu, gouverneur van ©ibhini¹, veldtocht tegen Hatarikka.
[754/753]
791/790 Tijdens het eponiem van
Inurta-¹ezibanni, gouverneur van Talmusu, veldtocht tegen Arpad; terugkeer van A¹¹ur.

© Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert
De Telder
Het was
tijdens de periode van Assyrië ’s neergang van als militaire macht dat Jerobeam
II van Israël het gebied noordelijk van Israël inpalmde.
In
de zomer van 800 v. Chr. werd de oude wereld geteisterd door een
meganatuurcatastrofe van kosmische oorsprong. In het artikel van 02.07.2018 verwees ik naar het eerdere rampjaar
860 v. Chr. wat het einde van de regeerperiode van Salmaneser III markeerde en
toonde aan dat er toen een cyclus van rampen over de oude wereld gaande was. Zie
link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3102210
De catastrofetheorie gaf ik aandacht in mijn boek TIJD en TIJDEN, 2016, blz. 157 -163,
169-175, 193 en 331-338. Het is de studie van Donald W. Patten, Ronald R. Hatch
and Loren C. Steinhauer met hun boek ‘The
long day of Joshua and six other catastrophes, 1973, chapter VI’, dat ik
onderzocht en toepaste in mijn reconstructie van de geschiedenis van de
oudheid.
Het
eponiem van Bur Sagale in het tiende regeringsjaar van Assur Dan valt niet
toevallig volgens mijn revisie in het jaar 800 v. Chr. Dat jaar blijkt op basis
van Bijbelse chronologie het jaar van de aardbeving te zijn waar de profeet
Amos het begin van zijn bediening aan koppelt.
Amos 8:9 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de
Heere HEERE, dat Ik de zon op den middag
zal doen ondergaan, en het land bij lichten dage verduisteren. 10 En Ik zal
uw feesten in rouw, en al uw liederen in weeklage veranderen, en op alle lenden
een zak, en op alle hoofd kaalheid brengen; en Ik zal het land stellen in rouw,
als er is over een enigen zoon, en deszelfs einde als een bitteren dag.
(Statenvertaling)

Zie ook mijn uitgave: De zonaanbidder, 2016, blz.
7-12. Een
gewone eclips van maan/zon was het niet. In het kosmische catastrofemodel was
het een ander hemellichaam dat verantwoordelijk voor de zonsverduistering was.
Volgens de al eerder geciteerde geleerde Donald W. Patten was het de planeet
Mars die in haar verstoorde omwenteling om de zon, planeet aarde voor parten
zorgde. De planeet Mars was voor vele volken tijdens deze periode en de
volgende eeuwen, de oorlogsgod. De Assyriërs noemden hem Nergal.
De opvolger van Assur
Dan III was Assur Nirari V. Opnieuw maken we gebruik van de
eponiemlijst-gegevens om deze koning op de tijdsbalk te plaatsen. Slechts acht
jaar zou Assur Nirari V de Assyrische kroon torsen. Tijdgenoten van Assur
Nirari V in Israël en Juda waren de machtige koningen Jerobeam II en Uzzia.
Onder het bewind van deze koningen zouden Juda en Israël gans het gebied van wijlen
koning David onder hun scepter brengen.
[753/752] 790/789 Tijdens het eponiem van A¹¹ur-nirari [V], koning van Assyrië, de koning bleef in het land.
[752/751]
789/788 Tijdens het eponiem van
©am¹i-ilu, de opperbevelhebber, de
koning bleef in het land.
[751/750]
788/787 Tijdens het eponiem van
Marduk-¹allimanni, de paleis maarschalk, de
koning bleef in het land.
[750/749]
787/786 Tijdens het eponiem van
Bêl-dan, de opperdienaar, de koning
bleef in het land.
[749/748]
786/785 Tijdens het eponiem van
©ama¹-kenu-dugul, de maarschalk, veldtocht tegen Namri.
[748/747]
785/784 Tijdens het eponiem van
Adad-bela-ka'in, de gouverneur van A¹¹ur, veldtocht tegen Namri.
[747/746]
784/783 Tijdens het eponiem van
Sin-¹allimanni, de gouverneur van Rasappa, de
koning bleef in het land.
[746/745]
783/782
Tijdens het eponiem van Nergal-nasir, de gouverneur van Nisibis, opstand in Kalhu.
Voor
Assyrië betekende deze periode een tijd van teloorgang. Vijf maal lezen we in
de eponiemlijst dat de koning ‘in het land bleef’. Geen expedities van welke
aard ook werden ondernomen. De uitdrukking: de koning bleef in het land’ is dan
ook een eufemisme voor nietsdoen.
Het
laatste eponiem vermeld een opstand in Kalhu. Een revolutie die zich over heel
het land moet uitgebreid hebben en zo een periode van nooit eerder geziene anarchie
inluidde.
De
Assyriologie laat volgens de eponiemlijsten Assur Nirari V opgevolgd worden
door Tiglath Pileser III. Maar dit klopt niet met de historische realiteit.
In mijn
revisie van de chronologie van de Assyrische koningen meen ik dat het eponiem
van Nergal-nasir gereviseerd naar 782 v. Chr. het begin van een breuk in de
Eponiemlijst zag.
Het is
de usurpator Tiglath Pileser III die vermoedelijk verantwoordelijk is voor het
creëren van een hiaat een ‘damnatio memoriae’, in de geschiedenis van Assyrië.
De
extra tijdsperiode die in de herziening van de chronologie van de koningen van
Assyrië gecreëerd wordt zorgt voor ruimte op de tijdsbalk voor het invullen van
namen van Assyrische koningen die door Tiglath Pileser III ‘deleted’ werden.
In mijn
herziening laat ik A¹¹ur-nirari V na een periode van anarchie opgevolgd worden
door de Sardanapallos van een
Griekse legende. Ook de Assyrische koning die zich op de prediking van Jona tot
de God van Israël voor uitredding keerde, krijgt in deze tijdsspanne een plaats
op de tijdsbalk. De ramp die Jona in Nineveh aankondigde was die van het jaar
776 v. Chr. Zie het artikel op dit blog: De
moeder van alle verwoestingen van 17.11.2017,
zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1510527600&stopdatum=1511132400
De Assyrische koning Sardanapallos kennen we alleen uit een Griekse legende en komt in
de bewaard gebleven Assyrische koningslijst niet voor.
Hierna
een extract uit een oud geschiedenisboek dat ik een tijd terug in een
antiquariaat kon aankopen.
(P.H.
Witkamp, De Sagen-tijd der Oude Volken, 1889)
“De
Griekse geschiedschrijvers kenden de namen der grote Assyrische koningen van de
achtste eeuw v. Chr. niet, en dachten met hun gewone lichtzinnigheid een gehele
reeks van onbetekenende koningen uit, die zij van Ninus en Semiramis lieten
afstammen. Als de laatste dezer koninklijke fantasiebeelden noemden zij Sardanapallos. Deze, zo verdichtten
zij, bracht de meeste tijd in zijn harem door, droeg zelfs vrouwen-klederen en
vond smaak in vrouwelijke arbeid. Hij was een wellusteling zoals niemand voor
hem, en gaf zich over aan natuurlijke en onnatuurlijke zonden. Zinnelijk genot
was zijn enig levensdoel, en dit gaf hij ook onverholen te kennen, o.a. in een
opschrift op zeker gedenkteken. Dit opschrift luidde: “Sardanapallos, zoon van Anaxeyndaraxas, heeft Anchiale en Tarsos op
één dag gebouwd. Eet, drink en bemin,
want al het overige is niet veel waard.” Twee belastingplichtige vorsten, Arbakes van Medië en Belyses van Babylon, waren in opstand
gekomen. Dit wekte Sardanapallos uit zijn lethargie op, en de dapperheid van
zijn geslacht herleefde in zijn gemoed. Hij was de opstandelingen tegemoet
getrokken, had hen verscheidene malen verslagen en zou hen vernietigd hebben,
zo niet uit Baktrië teruggekeerde Assyrische troepen, in plaats van hem
bijstand te bieden, tot de vijanden waren overgelopen. Hij werd binnen Nineveh
belegerd, doch bood twee jaar tegenstand. In
het derde jaar was de Tigris buiten zijn oevers getreden en had daardoor de
stadsmuur zodanig ondermijnd, dat twintig stadiën daarvan in puin stortten. Nu
herinnerde Sardanapallos zich een orakel, dat hem zolang de zegepraal beloofde
totdat de rivier zich tegen hem zou keren. Om de vijanden niet levend in handen
te vallen, besloot hij zich met zijn vrouwen, zijn paleis en zijn kostbaarste
bezittingen te verbranden. Op een 125 meter hoge brandstapel liet hij een kamer
van 32 meter lengte en een gelijke breedte voor zich inrichten. Honderdvijftig
gouden, met tapijten bedekte rustbedden warden daarin neergelegd, en aan het
einde der zaal onwaardeerbare schatten van edel metaal, vonkelende stenen en
kunstwerken opgehoopt. Toen dit gereed was, nam hij met zijn vrouwen op de
rustbedden plaats, en liet door gesnedenen, de enigen die met zijn voornemen
bekend waren, de brandstapel aansteken. Veertien dagen duurde de brand. Het
volk merkte niet van dit alles, en meende dat de rook kwam van een groot offer.
Welhaast werd nu Nineveh ingenomen en verwoest. Dat gehele verhaal is een
verdichtsel.
%%FOTO6%%%
De Engelse kunstschilder Ford Maddox Brown
(1821/1893) uit de negentiende eeuw, maakte een prachtig schilderij over de
dood van de legendarische Sardanapallos en voegde met zijn penseel terecht in
de linkerbovenhoek een eclips, een kosmisch fenomeen aan de zon, aan zijn
afbeelding toe.
Alhoewel
de hierboven geciteerde historicus het ‘gehele’ verhaal als een verdichtsel
bestempeld plaatst hij toch in zijn studie Sardanapallos op de tijdslijn tussen
de regeerperioden van Assur Nirari en Tiglath Pileser III in, in de achtste
eeuw v. Chr. wat opmerkelijk is. De geleerde P.H. Witkamp leefde en werkte voor
de tijd dat de Assyrische koningslijst te Khorsabad in Irak in de eerste helft
van de twintigste eeuw, ontdekt werd. Tegenwoordig wordt Sardanapallos door de orthodoxe Assyriologie met de Assyrische
koning Assurbanipal geïdentificeerd.
Dit is echter ook gissen door de Assyriologie. De beschrijving die we van de
historische Assurbanipal hebben komt niet overeen met de beschrijving die de
oude Grieken aan Sardanapallos toedachten.
Enkele jaren geleden werd ik thuis door onze
Radio 1-mensen gecontacteerd in verband met de uitspattingen van Sardanapallos.
Het was de tijd dat de legendarische naam in de media gehanteerd werd om de toenmalige
(2007/2011) baas van het IMF de heer Dominique Gaston André Strauss-Kahn
(1949-) en de vermoede seksschandalen rond zijn persoon te beschrijven en RADIO
1 wilde graag meer informatie over de pikante details van de persoon van de
historische (?) Sardanapallos te weten komen. Aan de telefoon gaf ik in het
kort de beschrijving aan de hand van de studie van de geleerde P.H. Witkamp uit
de negentiende eeuw. Men vroeg me of ik bereid was later op de dag opnieuw
gecontacteerd te worden ter directe uitzending op de radio. Ik was uiteraard
graag bereid en hield mij beschikbaar. Later op de dag had men echter een
Assyrioloog uit Den Haag gecontacteerd en besloot om de academisch geschoolde
dame op de radio te interviewen. De Assyrioloog identificeerde echter in lijn
met de gevestigde Assyriologie, Sardanapallos met Assurbanipal. Van
Assurbanipal weten we dat deze koning in tegenstelling een cultuurmens was die onder
andere in zijn tijd al aan archeologie deed en een bibliotheek samenstelde. De
historische Assurbanipal lijkt nergens op de beschrijving van de wellusteling
Sardanapallos van de Griekse legende. Ik herinner me dat de Radio-interviewer
alleen maar interesse had in de pikante details van Sardanapallos en niet in
bibliotheken. Een interesse die de Assyrioloog echter over de telefoon niet kon
bevredigen. Ik was zo vrank en vrij om na de uitzending de studio in Brussel te
bellen met de mededeling dat ik het beter gekund had.
De
Griekse legende bevat zo veel schijnbaar historische details dat het verhaal
voor mij heel aannemelijk overkomt. Zo worden de twee antagonisten van
Sardanapallos bij naam en plaatsnaam genoemd: Arbakes van Medië en Belyses van
Babylon. Twee tegenstanders van Sardanapallos die tegen hem in opstand kwamen.
Wat ook altijd al mijn aandacht had was de vermelding bij de belegering van
Nineveh door Arbakes en Belyses, over het buiten de oevers treden van de rivier
de Tigris, in het derde jaar van de belegering. Ook Egyptische bronnen geven
informatie over hetzelfde fenomeen waarbij de Nijl ten tijde van aangetoonde
meganatuurcatastrofes van kosmische oorsprong (buiten het seizoensgebonden
overlopen), buiten zijn oevers trad.
Ik meen
dat het einde van Sardanapallos en het buiten de oevers treden van de Tigris op
de tijdsbalk gelijk loopt met de bijzondere tekenen aan de hemel in 776 v. Chr.
Er zit naar mijn mening een hoge graad van historische werkelijkheid in de Griekse
legende over Sardanapallos.
Als een
gevolg van het linken van Salmaneser III op de tijdsbalk aan de regeerperiode
van Achab van Israël ontstaat er een
tijdsperiode van 782 tot 761 v. Chr. waar de Bijbels-Assyrische koningen
van de achtste eeuw v. Chr. kunnen ondergebracht worden zoals ook de
legendarische Sardanapallos. Het zijn zelfs puzzelstukken die het historische
plaatje compleet maken. De Bijbels-historische koningen voor deze periode zijn
Jareb (Hosea 5:13 en 10:6) en de niet bij naam genoemde koning (Jona 3:1-10)
die zich op de prediking van Jona tot de God van Israël keerde. De koning van
Assyrië ten tijde van de profeet Jona kan moeilijk met Sardanapallos
geïdentificeerd worden. De ene koning roept bij een crisis een vasten uit en
keert zich tot de God van Israël voor uitredding en de andere zijn motto is: ‘Eet,
drink en bemin, want al het overige is niet veel waard’. Er blijven nog heel
wat vraagtekens over.
De Assyriër Jareb staat bij naam als koning van Assur in de Bijbel vermeld, daar kan geen twijfel
over bestaan.
Hosea 10:5 De inwoners van Samaria zullen verschrikt
zijn over het kalf van Beth-aven; want zijn volk zal over hetzelve treuren,
mitsgaders zijn Chemarim (die zich over hetzelve verheugden), over zijn
heerlijkheid, omdat zij van hetzelve is weggevaren. 6 Ja, datzelve zal naar Assur gevoerd worden, tot een geschenk voor den koning Jareb; Efraïm zal schaamte
behalen, en Israël zal beschaamd worden vanwege zijn raadslag. (Statenvertaling)
We moeten ons wel bedienen van de oude
Statenvertalingbijbel die de naam ongeschonden
als een eigennaam weergaf. Latere vertalingen van de Bijbel door godgeleerden
volgden de gezaghebbende Assyriologie en vertaalden de eigennaam JAREB naar een
synoniem toe. De NBG-vertalers van anno 1951 vertaalden Jareb naar ‘Strijdlust’
en de NBV-vertalers van 2005 vertaalden naar ‘Kemphaan’.
Hosea 5:13 Toen Efraïm zijn
krankheid zag, en Juda zijn gezwel, ging
Efraïm naar Assur en zond boden naar koning Strijdlust (JAREB). Deze echter
kan u geen genezing schenken, en zal het gezwel van u niet wegnemen. (NBG
Vertaling 1951)
Hosea 5:13 Toen Efraïm merkte hoe
ziek het was, en Juda zijn zwerende wonden zag, wendde Efraïm zich tot Assyrië om hulp te zoeken bij koning Kemphaan
(JAREB). Maar die kan geen genezing brengen, die heeft geen middel tegen
hun kwalen. (NBV 2005)
We hebben hier nochtans met een
eigennaam van een Bijbelshistorische Assyrische koning te doen die in de
achtste eeuw voor Christus op de tijdsbalk ondergebracht moet worden. Ook de
Septuagint-vertalers in de derde eeuw v. Chr. die de Bijbel van het Hebreeuws
naar het Grieks overzetten, hanteerden de naam van een voor hen toen bekende
Assyrische koning, zij het met een kleine afwijking van de Masoretische tekst.
Hosea 5:13 And Ephraim saw his
disease, and Judas his pain; then Ephraim went to the Assyrians, and sent
ambassadors to king Jarim: but he
could not heal you, and your pain shall in nowise cease from you. (LXX, naar het Engels vertaald)
Waar exact JAREB of JARIM in de achtste eeuw v. Chr.
op de tijdsbalk geplaatst moet worden, is alsnog moeilijk. In mijn boek ‘De
Assyriologie herzien, 2012’, appendix 1, Mitanni, heb ik de Bijbelse Jareb
ingevuld als de opvolger van Assur Nerari V alias Artatama. Ik besef nu dat ik
hier voorbarig geweest ben. De Mitannische Artatama is vermoedelijk de
legendarische Sardanapallos, en Jareb komt op de tijdsbalk na hem terecht.
Verder vermeld ik in mijn boek: De Assyriologie
herzien’ al de Assyrische koningen vanaf Shamsi Adad tot Essarhaddon met opgave
van hun vermoedelijke alter ego’s in Mitanni. Mitanni is een staatverzinsel van
de Egyptologie, en staat gewoonweg voor Assyrië. Hierna het betreffende
gecorrigeerde schema met in de linkse kolom de Mitanni-namen en rechts daarvan hun
hoogstwaarschijnlijke alter ego’s in Assur:
Kirta Shamsi Adad 860/847
Suttarna I Adad Nerari 847/818
Baratarna Salmaneser IV 818/808
Parsatatar Assur Dan III 808/790
Saustatar Assur Nerari V 790/782
Artatama Sardanapallos 782/776
Suttarna II Pul 776/761
Artashumara Jareb 776/???
Tushratta Tiglath Pileser III 768/730
Kurtiwazza Salmaneser V 730/712
Sattuara I Sargon II 721/686
Vashasatta Sanherib 716/680
Sattuara II Essarhaddon 680/668
Misschien dat Jareb geïdentificeerd kan worden met de
Mitannische naam Artashumara, een zoon van Suttarna II alias Pul. Artashumara werd
vermoord en er is verder weinig over hem bekend. De oorzaak is de ‘damnatio
Memoriae’ door Tiglath Pileser III uitgevoerd.
Conclusie: de stelling van de vakwetenschap
Assyriologie dat de Eponiemlijsten het chronologische kader bevatten van een
volledige ononderbroken lijst van Assyrische koningen is weerlegd. In de
Bijbel, in de werken van Flavius Josephus en andere bronnen zijn er duidelijke
aanwijzingen dat bepaalde namen van Assyrische koningen zoals onder andere die
van Jareb uit de lijst verwijderd werden, en dat als een gevolg de aangeboden
chronologie van de Assyrische koningen door de orthodoxe Assyriologie vraagtekens
oproept.
Wordt
vervolgd…
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Recente publicaties:
Verwacht voor het najaar van 2018:
Dertig
Jubeljaren, 2018
Korte inhoud: Dertig verifieerbare historische Jubeljaren zitten er
op de tijdsbalk voor het oude Israël vanaf de inname van het land Kanaän in de
vijftiende eeuw voor Christus tot aan het openbaar worden van de Messias.
Het gebod op het Jubeljaar was een belangrijk
onderdeel van de Tien Woorden van de HEERE God dat met Sjavoeot (Pinksteren)
vijftig dagen na de Exodus op een sabbatdag aan de Israëlieten gegeven werd.
Het doel van het Jubeljaar was om uiteindelijk alle mogelijk individueel
verlies van land en andere bezittingen aan het einde van een zeven maal
zevenjarige sabbatjaarcyclus en met Jom Kippoer in het negenenveertigste jaar
te herstellen via een Losser aan de rechtmatige eigenaar terug te geven. De
toepassing van de wet betekende een garantie tegen blijvende verarming van
onfortuinlijke. Door middel van de Tien Woorden en in het bijzonder van de Wet
op het Jubeljaar zou in het Beloofde Land de ideale maatschappij werkelijkheid
worden en dit in contrast met de buurvolken die in de lijn van de tegenstander
van het eerste uur Nimrod sindsdien een samenleving op basis van slavernij en
uitbuiting kenden. Het negeren van het Jubeljaargebod door de Israëlieten hield
de voorzegde zware straf van de verwijdering uit het Beloofde Land in.
Diegene die in de oudheid de onfortuinlijke in het
Jubeljaar in zijn of haar bezit herstelde werd de Goël of Losser genoemd. In
geestelijk opzicht is de wet op het Jubeljaar een gelijkenis, een beeld van de
Messias die bij Zijn komst alles herstellen zou. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat het openbaar worden van de Messias bij de aanvang van het
dertigste Jubeljaar geschiedde. Bij zijn tweede komst zal Hij volgens de
profeet Jesaja hoofdstuk 61 dan ook een Jubeljaar uitroepen en alles definitief
herstellen.
Kronieken van
de koningen van Israël, 2017, zie
link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie
herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
|