We
vervolgen deze week onze afleveringen over de herziening van de chronologie van
de Assyrische koningen in relatie tot de Bijbelse koningen van Israël en Juda.
Met onze aflevering van 02.07.2018
op dit blog gaven we aandacht aan de regeerperiode van Salmaneser III en
brachten deze Assyrische koning chronologisch in lijn met de koningen Achab en
Jehu van het tienstammenrijk. Zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3102210
Het
einde van de regeerperiode van Salmaneser III werd gekenmerkt door een opstand
en algemene rebellie tegen het gezag van Salmaneser III. In het licht van de
kosmische catastrofetheorie was de oorzaak voor de rebellie de tekenen aan de
kosmische hemel die de voorbode van een meganatuurcatastrofe op aarde betekende.
De boosdoener was de planeet Mars – de Assyrische godheid Nergal – die volgens
de catastrofetheorie onheilspellend op een geschatte afstand van 200.000 mijl
de baan van aarde en haar maan om de zon verstoorde (Donald W.
Patten, Ronald R. Hatch and Loren C.
Steinhauer, The long day of Joshua and six other catastrophes, 1973, Chapter
VI).

Ik
besef dat het aanvaarden van een cyclus van meganatuurcatastrofes van kosmische
oorsprong in de oudheid, voor menigeen moeilijk is. Men kan de schouders
ophalen voor een theorie die ontwikkeld en gebaseerd is op mythisch-historische
overleveringen en niet op astrofysische waarneming. Het lijkt dan ook
fantastisch wanneer men bedenkt dat het zonnestelsel dat in de huidige tijd als
een klokwerk loopt, ooit tot slechts 2650 jaar terug de tijd in, in beroering
was. Wat chronologie betreft zijn de cyclus-rampjaren een hulpmiddel tot het verankeren
van heel wat bepaalde regeerperioden van koningen op de tijdsbalk.

Het
fenomeen van de afgoderij dat in de oudheid telkens opnieuw de kop opstak in
zowel Israël als de buurvolken had als oorzaak de cyclus van
meganatuurcatastrofes van kosmische oorsprong die planeet aarde met intervallen
vanaf de vierentwintigste eeuw v. Chr. tot de zevende eeuw v. Chr. getroffen
heeft. De wereld van de oudheid was voor een lange tijd in beroering en een
bron van afgoderij bij de volkeren en Israël die meenden in de planeten in
beroering, goden aan het werk te zien.

©
Robert De Telder, Kronieken van de koningen van Israël, 2017
Het was
in een tijd van een planeet ‘aarde in beroering’ dat Shamsi Adad V zijn vader
Salmaneser III opvolgde. De eponiemlijst die op de regeerperiode van Shamsi
Adad V betrekking heeft vermeldt voor zijn eerste drie jaar van regeren dat er
‘opstand of rebellie’ in het land was. De orthodoxe Assyriologie geeft Shamsi
Adad V een regeerperiode van 822 tot 809 v. Chr. Dit op basis van hun
gehanteerde ankerpunt op de tijdsbalk: de genoteerde zonsverduistering over de
hoofdstad Nineveh in het eponiem van Bur Saggile in 763 v. Chr. De slag bij
Karkar hebben we gezien in het artikel over Salmaneser III, wordt in het jaar
853 v. Chr. gedateerd aan de hand van het terugtellen van negentig eponiemjaren
vanaf het ijkpunt op de tijdsbalk: 763 v. Chr.
Een
eponiem zou een Assyrische ambtenaar voorstellen naar wie een bepaald jaar
genoemd werd met een verwijzing naar een bijzondere gebeurtenis dat jaar zoals
een zonsverduistering, een nieuwe koning die aantrad, een veldtocht enzoverder.
De Eponiemlijsten zijn samengesteld vanaf 892 tot 648 v. Chr. wat ook een
belangrijke periode in de geschiedenis van de koningen van Israël en Juda was.
De
geleerde Edwin R. Thiele (1895/1986)
zag het in de vorige eeuw als zijn opdracht de Bijbelse chronologie van de
koningen van Israël Juda in lijn met de Assyrische koningslijsten te brengen , die
hij een groter gezag toekende. De regeerperiode van de Bijbelse koningen Achab
en Jehu bracht hij op de tijdsbalk in lijn met de Assyrische gegevens. Zijn
werk “The Mysterious Numbers of the Hebrew Kings” wordt door velen vandaag
beschouwd als de definitieve Bijbelse chronologie en vindt men in menig
Bijbelatlas en naslagwerk terug. Thiele verkorte de regeringsduur van bepaalde
koningen van Juda en Israël om deze te laten passen in het Assyrische
tijdskader. Het resultaat was een inkorting van de regeertijd van de koningen
van Israël en Juda tot ongeveer veertig jaar. De val van Samaria en de
wegvoering van de tien stammen van Israël in Assyrische ballingschap in lijn
brengen met de Assyrische chronologische gegevens bleek onmogelijk. De
regeerperiode van Hizkia van Juda voor deze periode en vooral dan diens zesde
regeringsjaar staat hier haaks op de Assyrische en dus verkondigde Thiele dat
de Bijbelse gegevens van 2 Koningen hoofdstukken 17 en 18 foutief waren en
kunstmatig aan de Bijbel toegevoegd.
Het is
dan ook een dilemma voor velen. Welke keuze maakt men? De Bijbelse chronologie
aanpassen aan de Assyrische? Of een Bijbelse chronologie op de tijdsbalk voor
de eigen achterban uittekenen die echter door seculiere onderzoekers schouderophalend
afgewezen wordt? De zaak is nochtans uiterst belangrijk geworden. Sinds de
tweede helft van de twintigste eeuw met de publicatie van de boeken van Dr.
Immanuël Velikovsky wordt er namelijk wereldwijd door onderzoekers aan een
herziening van de chronologie van de geschiedenis van de oudheid gewerkt. De
meeste onderzoekers die ik ken hanteren hierbij de gefabriceerde chronologie
van de koningen van Israël en Juda van Thiele en verkrijgen als een gevolg
hiervan verkeerde uitkomsten. Een voorbeeld is de revisionistische egyptoloog
David Rohl (A Test of Time, 1995, Part Three, Chapter Nine) die van Saul en
David tijdgenoten van farao Achnaton maakt maar hierbij de uitgedokterde
jaartallen van Edwin R. Thiele voor de regeerperiode van Saul en David hanteert
die zesendertig jaar van de historische werkelijkheid afwijken.
Volgens
mijn herziening van de chronologie van de koningen van Assyrië heeft Shamsi
Adad V nu een regeerperiode van 860/859 tot 848/847 v. Chr.
Hierna de relevante
eponiemgegevens van Shamsi Adad ’s regeerperiode. Tussen haakjes staan de
jaartallen van de orthodoxe Assyriologie met daarnaast in vette cijfers de gereviseerde
jaartallen:
[822/821] 860/859 Tijdens het eponiem van ©am¹i-Adad [V], de koning van
Assyrië, opstand.
[821/820] 859/858 Tijdens het eponiem van Yahalu, de opperbevelhebber, opstand.
[820/819] 858/857 Tijdens het eponiem van Bêl-dan, de paleis maarschalk, de opstand werd neergeslagen
[819/818] 857/856 Tijdens het eponiem van Inurta-ubla, gouverneur van [...],
veldtocht tegen Mannea
[818/817] 856/855 Tijdens het eponiem van ©ama¹-ilaya, gouverneur van [...],
veldtocht tegen [...]¹umme
[817/816] 855/854 Tijdens het eponiem van Nergal-ilaya, gouverneur van Isana,
veldtocht tegen Tille.
[816/815] 854/853 Tijdens het eponiem van A¹¹ur-bunaya-usur, de opperdienaar,
veldtocht tegen Tille.
[815/814] 853/852 Tijdens het eponiem van
©arru-hattu-ilpe, gouverneur van Nisibis, veldtocht tegen Zaratu.
[814/813] 852/851 Tijdens het eponiem van Bêl-lu-ballat, de opperbevelhebber,
veldtocht tegen Der; Anu de Grote ging naar Der.
[813/812] 851/850 Tijdens het eponiem van Mu¹ekni¹, gouverneur van Habruri,
veldtocht tegen Ahsana.
[812/811] 850/849 Tijdens het eponiem van Inurta-a¹ared, gouverneur van
Raqmat, veldtocht tegen Chaldaea.
[811/810] 849/848 Tijdens het eponiem van ©ama¹-kumua, gouverneur Arrapha,
veldtocht tegen Babylon
[810/809] 848/847 Tijdens het eponiem van Bêl-qate-sabat, gouverneur van
Mazamua, de koning bleef in het land.

©
Robert De Telder, Kronieken van de koningen van Israël, 2017
De vermelding ‘de koning bleef in het land’ tijdens
het eponiem van Bêl-qate-sabat, gouverneur van Mazamua, betekent zoveel als
niets doen. Bij het volgende eponiem zou Adad Nerari III de kroon van Assyrië
overnemen.
Tijdgenoten van Shamsi Adad V in
Israël en Juda waren de koningen Jehu en Joas.

©
Robert De Telder, Kronieken van de koningen van Israël, 2017
De
Assyrische minderjarige koning Adad Nirari III volgde onder voogdijschap van
zijn moeder koningin Sammurat, zijn vader Shamsi Adad V op. Zijn regeringsjaren
zijn volgens de orthodoxe berekening: 812/783 v. Chr. Volgens mijn revisie
regeerde hij echter van 847 tot 820 v. Chr. Adad Nerari III was een tijdgenoot
van de Bijbelse koningen Joahaz en Joas in Israël en van Joas en Amazia in
Juda.
Van de
moeder koningin en regentes Sammurat is een stele bewaard gebleven (gevonden te
Kalat Sherkat in Assyrië) waarin het co-regentschap met de minderjarige Adad
Nirari III vermeld wordt. Een andere vermelding (Saba’a stele) geeft een
periode van vijf jaar als de duur van het co-regentschap.
De
orthodoxe Assyriologie die pretendeert de juiste leer aangaande het oude Assur
te bezitten identificeert koningin Sammurat met de legendarische Semiramis, de
vrouw van de Bijbelse Nimrod, de eerste machthebber op aarde na de Grote Vloed.
De Bijbels-historische gegevens betreffende Nimrod worden door hen als mythe
beschouwd. Dit is echter niet mijn uitgangspunt. Het Bijbelboek Genesis is
geschiedschrijving. De Sammurat van de negende eeuw voor Christus is te
onderscheiden van de Semiramis van het derde millennium voor Christus.
De
eerder vermelde Saba’a-stele verhaalt eveneens een militaire campagne van Adad
Nirari III naar Damascus in zijn vijfde regeringsjaar. Dit jaar is volgens de
revisie nu het jaartal 843 v. Chr.:
Against Aram I marched. Mari', king of Aram, in Damascus his royal city, I shut up. The
terrifying splendour of Assur overwhelmed him and he laid hold of my feet, he
became my vassal. 2300 talents of silver, 20 talents of gold, 3000 talents of
copper, 5000 talents of iron, coloured woollen and linen garments, an ivory
bed, an ivory couch...his property and his goods, in immeasurable quantity, in
Damascus, his royal city, in his palace, I received.
De
vermelding past echter niet met de Bijbelse gegevens betreffende Damascus/Aram
als belager van het tienstammenrijk tijdens deze periode. Het Bijbelboek 2
Koningen geeft Aram weer als een vijand van koning Joahaz van Israël tot
praktisch het einde van diens regeringstijd van zeventien jaar van 847 tot 830 v. Chr. Een Assyrische belegering
van Damascus met een verzwakking van Aram tot gevolg past niet in dit
tijdsschema. Hierna het betreffende Bijbelgedeelte:
2 Koningen 13:1 In
het drieëntwintigste jaar van Joas, de zoon van Achazja, de koning van Juda,
werd Joachaz, de zoon van Jehu, koning over Israël te Samaria; hij regeerde
zeventien jaar. 2 Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN en volgde de
zonden na, die Jerobeam, de zoon van Nebat, Israël had doen bedrijven; daarvan
week hij niet af. 3 Daarom ontbrandde de toorn des HEREN tegen Israël, en Hij
gaf hen in de macht van Hazaël, de
koning van Aram, en in de macht van Benhadad,
de zoon van Hazaël, al die tijd. (NBG 1951 vertaling)

©
Robert De Telder, Kronieken van de koningen van Israël, 2017
De
conclusie moet zijn dat de vermelding op de Saba’a stele betreffende de
belegering van Damascus in het vijfde
regeringsjaar van Adad Nirari III fout is. Hoogstwaarschijnlijk hebben we
met een schrijffout te maken en is het
vijftiende regeringsjaar van Adad Nirari III bedoeld. De Assyrische
gegevens spreken elkaar onderling ook tegen wat maakt dat ik van een foutieve
Assyrische kroniek kan uitgaan. De bekende eponiemlijsten geven namelijk voor
het vijfde regeringsjaar van Adad Nirari III geen veldtocht naar Damascus weer,
maar een veldtocht naar Arpad in Noord-Syrië. Wat vreemd is aangezien Arpad
slechts een provinciestad was en Damascus daarentegen de hoofdstad van het
machtige Aram. Hierna de Eponiemlijst van alle regeringsjaren van Adad Nirari
III ter illustratie. De jaren tussen haakjes zijn de jaartallen van de orthodoxie
met rechts mijn gereviseerde jaartallen:
[809/808] 847/846
During the eponymy of Adad-Nirari [III],
the king of Assyria, campaign against Media
[808/807] 846/845
During the eponymy of Nergal-ilaya, the commander in chief, campaign against
Guzana.
[807/806] 845/844
During the eponymy of Bêl-dân, the palace herald, campaign against Mannea.
[806/805] 844/843
During the eponymy of Sil-Bêli, the chief butler, campaign against Mannea.
[805/804] 843/842
During the eponymy of A¹¹ur-taklak, the chamberlain, campaign against Arpad.
[804/803] 842/841
During the eponymy of Ilu-issiya, governor of A¹¹ur, campaign against Hazazu.
[803/802] 841/840
During the eponymy of Nergal-ere¹, governor of Rasappa, campaign against
Ba'alu.
[802/801] 840/839
During the eponymy of A¹¹ur-balti-ekurri, governor of Arrapha, campaign against
the Sealand; plague.
[801/800] 839/838
During the eponymy of Inurta-ilaya, governor of Ahizuhina, campaign against
Hubu¹kia.
[800/799] 838/837
During the eponymy of ©ep-I¹tar, governor of Nisibis, campaign against Media.
[800/799] 837/836
During the eponymy of ©ep-I¹tar, governor of Nisibis, campaign against Media
[799/798] 836/835
During the eponymy of Marduk-i¹manni, governor of Amedi, campaign against
Media.
[798/797] 835/834
During the eponymy of Mutakkil-Marduk, the chief eunuch, campaign against
Lu¹ia.
[797/796] 834/833
During the eponymy of Bêl-tarsi-iluma, governor of Kalhu, campaign against
Namri.
[796/795] 833/832
During the eponymy of A¹¹ur-bêla-usur, governor of Habruri, campaign against Manduate.
[795/794] 832/831
During the eponymy of Marduk-¹aduni, governor of Raqmat, campaign against Der.
[794/793] 831/830
During the eponymy of Kinu-abua, governor of Tu¹han, campaign against Der.
[793/792] 830/829
During the eponymy of Mannu-ki-A¹¹ur, governor of Guzana, campaign against
Media.
[792/791] 829/828
During the eponymy of Mu¹allim-Inurta, governor of Tille, campaign against
Media.
[791/790] 828/827
During the eponymy of Bêl-iqi¹anni, governor of ©ibhini¹, campaign against
Hubu¹kia.
[790/789] 827/826
During the eponymy of ©ep-©ama¹, governor of Isana, campaign against Itu'a.
[789/788] 826/825
During the eponymy of Inurta-mukin-ahi, governor of Nineveh, campaign against
Media.
[788/787] 825/824
During the eponymy of Adad-mu¹ammer, governor of Kalizi, campaign against
Media; foundations of the temple of Nabû in Nineveh laid.
[787/786] 824/823
During the eponymy of Sil-I¹tar, governor of Arbela, campaign against Media;
Nabû entered his new temple.
[786/785] 823/822
During the eponymy of Nabû-¹arra-usur, governor of Talmusu, campaign against
Kisku.
[785/784] 822/821
During the eponymy of Adad-uballit, governor of Tamnuna, campaign against
Hubu¹kia; [the god] Anu the Great went to Der.
[784/783] 821/820
During the eponymy of Marduk-¹arra-usur, governor of Arbela, campaign against
Hubu¹kia.
[783/782] 820/819
During the eponymy of Inurta-nasir, governor of Mazamua, campaign against
Itu'a.
[782/781] 819/818
During the eponymy of Iluma-le'i, governor of Nisibis, campaign against Itu'a.

De
conclusie is dat naar het einde toe van de regeringsperiode van Joahaz van Israël,
en los van de tegensprekelijke eponiemlijst een Assyrische invasie in Aram
heeft plaatsgevonden. Vermoedelijk in het vijftiende regeringsjaar van Adad
Nirari III. De Assyriër Adad Nirari III werd zodoende een verlosser voor
Israël:
2
Koningen 13:4 Doch Joahaz bad des HEEREN aangezicht ernstelijk aan; en de HEERE
verhoorde hem; want Hij zag de verdrukking van Israël, dat de koning van Syrië
hen verdrukte. 5 (Zo gaf de HEERE Israël een
verlosser, dat zij van onder de hand der Syriërs uitkwamen; en de kinderen
Israëls woonden in hun tenten, als te voren. (Statenvertaling)
De
Bijbel noemt de naam noch de nationaliteit van de verlosser die hen van de
overheersing door de Syriërs (Aram) verloste. Maar ook in het Assyrische
verslag wordt bijvoorbeeld de naam van de koning van Aram niet genoemd. Er is
slechts een verwijzing naar een ‘Mari, koning van Aram’. Mari is echter geen
eigennaam maar betekent alleen HEER. De Assyrische berichtgeving voor deze
tijdsperiode is onduidelijk en levert vraagteken op vraagteken. Met de hulp van
de historische boeken van de Bijbel is het mogelijk een en ander te
reconstrueren. De Eponiemlijst vermeldt in het vijftiende regeringsjaar van
Adad Nirari III een campagne naar ‘Manduate’. Dit gebied wordt algemeen als de
Beka-vallei in de Libanon geïdentificeerd. Het ligt voor de hand aangezien het
van de Beka-vallei slechts een steenworp naar Damascus is, dat in datzelfde
jaar Damascus belegerd werd.
Er is
ook een stele van Adad Nirari III gevonden waar deze claimt schatting van
koning Joas van Israël ontvangen te hebben:
“Adad-nirari [III], … great king of Assyria … by Ashur,
his lord; who has made submit to
his feet the princes within the four rims
of the earth; conquering … the Hittites,
Amurru, Tyre, Sidon, Palestine [Philistines] [Joash of] Israel [lit. Omri],
Edom, … submit to my feet, imposing
tribute … king Mari [Ben-Hadad-III] of Damascus
I received 2,300 talents of silver,
20 talents of gold, 5,000 talents of iron, garments of linen with multicolored trimmings, a bed (inlaid) with ivory, a couch mounted and
inlaid with ivory...”
(Omri-land Stela from Calah/Nimrod of Adad-nirari III,
796 BC)
Dit
gegeven past ook in mijn gereviseerd jaar 833/832 v. Chr. met het eerste regeringsjaar
van Joas als co-regent met zijn vader Joahaz over Israël.
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Recente publicaties:

Kronieken van
de koningen van Israël, 2017, zie
link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie
herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis
versus Egyptologie, 2009, dit boek is
uitverkocht maar kan online gelezen
worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document
gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar).