De
regeerperiode van Salmaneser of Salmanasser III wordt volgens de Assyriologie
op de tijdsbalk van 859 tot 824 v. Chr.
geplaatst. Zijn Assyrische naam vanuit het spijkerschrift ontleed, luidt: ©ulmānu-a¹arēdu,
wat vrij vertaald: “de god Sulmanu is uitmuntend", betekent.
Zijn
lange regeerperiode van vijfendertig jaar werd gekenmerkt door de vele
veldtochten die hij tegen de buurlanden ondernam. Deze gebeurtenissen vinden we
jaar na jaar in de Eponiemlijsten vermeld. Van de slag bij Karkar tegen een
coalitie van Klein-Aziatische vorsten is bovendien een stele bewaard gebleven. Hierna
volgt het gedeelte van de stele dat betrekking op Achab van het tienstammenrijk
heeft:
“Ik
vernietigde en verbrandde de stad Karkar, de koninklijke stad. 1,200 wagens,
1,200 cavalerie, en 20,000 soldaten van Hadad-Ezer ("Arad-idri") van
Damascus; 700 wagens, 700 cavalerie, en 10,000 soldaten van Irhuleni, de
Hamathiet; 2,000 wagens en 10,000
soldaten van Achab, de Israëliet; 500 soldaten van Byblos; 1,000 soldaten
van Sumur; 10 wagens en 10,000 soldaten uit het land van Irqanatu; 200 soldaten
uit Matinu-Ba'al van de stad Arvad; 200 soldaten uit het land van Usanat; 30
wagens van Adon-Ba'al uit het land
©ianu; 1,000 dromedarissen van Gindibu uit Arabië; ... Honderden
soldaten van Ba'asa uit Bit-Ruhubi, de Ammoniet. Deze twaalf koningen nam hij
als geallieerden. Zij streden tegen mij.”

De
Assyriërs claimen in de slag bij Karkar tegen onder andere Achab van Israël
gestreden te hebben. Twaalf jaar later in 841 v. Chr. vermeldt Salmaneser III schatting
ontvangen te hebben van Jehu van de dynastie van Omri van Israël.
De slag bij Karkar wordt vandaag
door de Assyriologie in het jaar 853 v.
Chr. geplaatst. Zij arriveren op de tijdsbalk bij dit jaartal door vanaf hun ankerpunt de zonsverduistering over Nineveh van juni 763 v.
Chr., negentig jaar terug te tellen. De zonsverduistering over Nineveh staat
genoteerd in het tiende regeringsjaar van Assur Dan ten tijde van het eponiem
van Bur Sagale. Een eponiem zou een Assyrisch ambtenaar geweest
zijn naar wie een bepaald jaar genoemd werd met in de lijst voor dat jaar een
vermelding naar een belangrijke gebeurtenis zoals bijvoorbeeld een veldtocht,
een pestziekte, het eerste regeringsjaar van een Assyrische koning, een zonsverduistering
enz.
De Eponiemlijsten vermelden per
eponiem negentig namen tussen de zonsverduistering en de slag bij Karkar in het
zesde jaar van Salmaneser III. Men gaat er hier echter vanuit dat er geen namen
van koningen of gebeurtenissen in de Eponiemlijsten ontbreken. Ik meen echter
in mijn boek ‘De Assyriologie herzien,
2012, isbn 978 16 1627 424 5’ aangetoond te hebben dat meerdere namen van
koningen van Assyrië voor een of andere reden uit de koningslijsten verwijderd
werden. Het chronologische gebruik van de eponiemlijsten door de Assyriologie
is aldus onbetrouwbaar, tenzij bevestigd door andere bronnen.
De wetenschap Assyriologie heeft nochtans
zoveel gezag dat men in de twintigste eeuw de Bijbelse chronologie van de
koningen van Israël aan de Assyrische koningslijst en haar datering aangepast
heeft. Menig Bijbelvorser werd door het wetenschappelijk gezag van de
Assyriologie in verlegenheid gebracht totdat Thiele kwam. De geleerde Edwin
R. Thiele (1895/1986) dokterde in de twintigste eeuw een nieuwe chronologie
van de koningen van Israël en Juda uit, die in lijn met de Assyriologie
gebracht werd. Zijn werk “The Mysterious
Numbers of the Hebrew Kings” wordt tegenwoordig algemeen beschouwd als de
definitieve Bijbelse chronologie en vindt men in menig Bijbels atlas en
naslagwerk terug.
Thiele
verkorte de regeringsduur van bepaalde koningen van Juda en Israël om deze te
laten passen in het Assyrische tijdskader. Met het inkorten van sommige
regeerperioden van Israëlitische koningen verdedigde hij de zogenaamde ‘dual
dating’ en paste het enkele malen toe, ook daar waar de Bijbel niet expliciet
duidelijk over is.
In de
chronologische constructie van Thiele wordt de slag bij Karkar in het laatste regeringsjaar van Achab geplaatst
en Jehu’ s eerste regeringsjaar, twaalf jaar later. De aangereikte jaartallen door
de Assyriologie: 853 v. Chr. en 841 v. Chr. werden voor Thiele zogenaamde
sleuteljaren op de tijdsbalk vanwaar hij de koningen van Israël naar voor en
naar achter in de tijd rangschikte. Het resultaat was onder andere dat de
scheuring van het Verenigd Koninkrijk van Israël bij de dood van Salomo nu in het
jaar 931/930 v. Chr. gedateerd wordt. Daar waar men voorheen het jaartal 975 v.
Chr. hanteerde. Een jaartal dat men in studiebijbels van voor de publicatie van
Thiele ’s werk tegenkomt. Een verschil van zo maar even vierenveertig jaar?
Wanneer men bijvoorbeeld vandaag de
exodus foutief rond circa 1445 v. Chr. dateert is dit een gevolg van het
voor waar houden van de chronologische fabricatie van Thiele.
Een oefening die Thiele moest uitvoeren was het linken
van de regeerperiode van koning Achab van het tienstammenrijk aan het verkregen
jaartal voor de slag bij Karkar in 853 v. Chr. De regeerperiode van Achab
corrigeerde hij naar de jaren 874/853 v. Chr. Thiele liet Achab aan de strijd
bij Karkar deelnemen in zijn laatste regeringsjaar, hetzelfde jaar dat hij aan
zijn einde kwam in de slag bij Ramoth Gilead tegen Aram. Dezelfde Arameeërs met
wie Achab volgens de Karkar-stele in datzelfde jaar in bondgenootschap tegen de
Assyriërs te Karkar streed? Dezelfde Arameeërs met wie Achab voor het grootste
gedeelte van zijn regeerperiode in oorlog was? Indien Achab aan de slag bij
Karkar heeft deelgenomen, want de Bijbel zwijgt over dit wapenfeit, dan is het
toch de logica zelve dat hij dit deed ten tijde van het drie jaren-bestand (1
Koningen 22:1) tussen Israël en Aram (zie TIJD
en TIJDEN, 2015, blz. 243-249), dat er ooit bestond tussen Aram en Israël.

© Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert
De Telder
Koning Achab van Israël was één van de antagonisten van Salmaneser
III tijdens de slag bij Karkar en heeft een
Bijbels-historisch verifieerbare regeerperiode van 909 v. Chr. tot 888 v. Chr.
In mijn boek Kronieken van de koningen
van Israël, 2017, heb ik de koningen van Israël en Juda op de tijdsbalk
chronologisch geschikt binnen het raamwerk van de historische Bijbelse sabbat-
en jubeljaren.
In mijn boeken ‘De Assyriologie herzien, 2015’ en
‘Kronieken van de koningen van Israël, 2017’ heb ik de Assyrische
chronologische gegevens met de Bijbelse ankerpunten verbonden en aldus een
nieuwe chronologie voor de koningen van Assyrië uitgewerkt. Salmaneser III
krijgt nu op de tijdsbalk een regeerperiode van 895 tot 860 v. Chr.
De historische Boeken van de Bijbel zijn overigens
veel beter geplaatst om een chronologische reconstructie van de buurvolken van
het oude Israël te maken. De Bijbel levert een raamwerk van chronologie van
koning Salomo af tot de wegvoering in Babylonische ballingschap in 586 v. Chr.
De regeerperiode van de Bijbelse koningen Jojakim, Jojachin en Zedekia, de
laatste koningen van Juda, zijn bovendien in de Bijbel verankerd met de
regeerperiode van de Babylonische vorst Nebukadnezar wiens regeerperiode door
middel van vermeldingen van twee zonsverduisteringen op bewaard gebleven
tabletten absoluut vastligt. Zie het artikel van 31.10.2016 op dit blog: het jaartal van de vernietiging van de
Tempel van Salomo door de Babyloniërs. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1477868400&stopdatum=1478473200
De regeerperioden van de koningen van het
tienstammenrijk zijn verankerd met de koningen van Juda. Men kan dus vrij
nauwkeurig een betrouwbare chronologie van de koningen van Juda en Israël op de
tijdsbalk uitwerken die tot 1000 v. Chr. loopt. Een geschiedschrijving
overigens die uitvoeriger gedetailleerd is dan de summiere eponiemvermeldingen
over de koningen van Assyrië. Dat men deze historische bron die de Bijbel is
niet als chronologisch ankerpunt gebruikt, heeft te maken met het feit dat men
de Bijbel uitsluitend als een godsdienstig boek wil zien. Alsof de bewaard
gebleven Assyrische annalen vrij van religie zouden zijn?
Jozua 24:15 Doch zo het kwaad is in uw ogen den HEERE
te dienen, kiest u heden, wien gij
dienen zult; hetzij de goden, welke uw vaders, die aan de andere zijde der
rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten, in welker land gij
woont; maar aangaande mij, en mijn huis,
wij zullen den HEERE dienen!
Het zesde regeringsjaar van
Salmaneser III met de slag bij Karkar wordt in de revisie het jaar
april 889/maart 888 v. Chr. wat op
de tijdsbalk gelijk loopt met het eenentwintigste regeringsjaar van
Achab. De
historische werkelijkheid is dat Achab aan de slag bij Karkar tegen de
Assyriërs deelnam in coalitie met Aram/Damascus, in de periode van de drie jaar
rust tussen beide landen zoals beschreven in:
1 Koningen 22:1 Nadat men drie jaar stilgezeten had, zonder
oorlog tussen Aram en Israël, 2 gebeurde het in het derde jaar….
Een jaar later zou er opnieuw
oorlog met Aram zijn. Een slag om het bezit van Ramoth-Gilead dat Achab ditmaal
geallieerd met Josafat/Juda uitvocht en waar hij smadelijk aan zijn einde kwam.

© Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert
De Telder
Een anomalie
in de constructie van Thiele is dat Jehu van het huis van Omri (tienstammenrijk)
schatting aan Salmaneser III overhandigd in diens eerste regeringsjaar. Het
jaar dat Jehu de dynastie van Omri al uitgeroeid had en als generaal de kroon
in bezit genomen. De Assyrische inscriptie verwijst echter naar Jehu van het
huis of dynastie van Omri?
Deze
anomalie wordt opgelost door het correct verankeren van de regeerperiode van
Salmaneser III met de chronologische gegevens van koning Achab van Israël. Het
tijdstip van het betalen van de schatting door generaal Jehu van het huis van
Omri aan Salmaneser III valt nu in het jaar 877/876 v. Chr. wat op de tijdsbalk
twee jaar oplevert vooraleer generaal Jehu overgaat tot het uitroeien van de
dynastie van Omri door het doden van koning Joram.
De Assyrische vermelding dat Jehu
van ‘het huis van Omri’ was klopt dus. In de constructie van Thiele is Jehu al
koning en blijken de Assyriërs schijnbaar niet op de hoogte van wie hen
schatting brengt, wat absurd is.

Van het betalen van schatting
door Jehu is een Assyrische overwinningsobelisk bewaard. Deze zwarte obelisk
bevindt zich in het British Museum te Londen en toont Jehu die letterlijk op
zijn knieën en gezicht voor Salmaneser III ligt.
Conclusie: mijn revisie van de chronologie van de Assyrische
koningslijst en in het bijzonder de regeerperiode van Salmaneser III blijkt te
kloppen. Het zesde regeringsjaar van Salmaneser III hoort op de tijdsbalk
thuis in de periode van wapenstilstand tussen Israël en Aram: zijnde de
jaren 891/888 v. Chr. Het achttiende regeringsjaar van Salmaneser III wanneer
deze schatting van Jehu van het huis van Omri ontvangt is nu 877/876 v. Chr. en
geschiedt voor de uitroeiing van de dynastie van Omri door generaal Jehu in 875
v. Chr.

© British Museum
Ik was ooit in Londen voor een dag-bezoek aan het British Museum. Het was
de tijd voor de smartphone en had mijn beste camera meegenomen om een en ander
van Assyrische en Egyptische artefacten te kunnen vereeuwigen. Tot mijn
verrassing was de ruimte waar de zwarte obelisk opgesteld staat voor het
publiek die dag afgesloten. Ik had mijn hoofd tussen de zeilen aan de ingang
van de expositieruimte gestoken en begreep dat men nog niet met de geplande
werkzaamheden begonnen was. Ik klampte daarop de supervisor aan en verzocht hem
vriendelijk of ik toch even de ruimte mocht betreden, ik was tenslotte helemaal
uit het verre Belgium gekomen om de zwarte obelisk van Salmaneser III te
bewonderen. Heel dankbaar was ik toen ik de toelating kreeg om alleen de ruimte
te betreden. Ik had de zaal helemaal alleen voor mezelf en kon naar hartenlust
een filmrolletje aan Assyrië besteden.

©
Kronieken van de koningen van Israël, 2017, Robert De Telder
Het resultaat op de tijdsbalk met de verankering van
de regeerperiode van Salmaneser III met koning Achab en generaal Jehu van het
tienstammenrijk is dat zijn laatste regeringsjaar in 860 v. Chr. valt. Niet
toevallig trof toen in oktober van het jaar 860 v. Chr. een
meganatuurcatastrofe de oude wereld.
Een meganatuurcatastrofe van
kosmische oorsprong die volgens de theorie van een cyclus van catastrofes die
sinds de Grote Vloed planeet aarde teisterden, aan de basis ligt van het
vertrek van Dido uit Tyrus op weg naar een nieuwe vestigingsplaats. Tot die bevinding kom ik door de
betreffende chronologische gegevens van Flavius Josephus te verankeren met mijn
revisie van de koningen van Israël en Juda. Flavius Josephus (Against Apion
Book I, 17) schrijft dat er een
tijdsduur van 143 jaar en acht maanden zit tussen het vierde regeringsjaar
van Salomo, met het begin van de bouw van de tempel, dat gelijk is aan het
twaalfde jaar van de Feniciër Hiram en dat het vanaf deze datum 143 jaar en
acht maanden zijn tot het zevende
regeringsjaar van de Feniciër Pygmalion en de bouw van Carthago. Het vierde
regeringsjaar van Salomo was, op basis van William Whiston, een sabbatjaar
gevolgd door een jubeljaar. Deze constructie levert het jaar 860 v. Chr. op
voor de wereldwijde meganatuurcatastrofe.
De catastrofetheorie had mijn aandacht in TIJD en
TIJDEN, 2016, blz. 157 -163, 169-175, 193 en 331-338. Het is de studie van Donald
W. Patten, Ronald R. Hatch and Loren C. Steinhauer met hun boek ‘The long day of Joshua and six other
catastrophes, 1973, chapter VI’, dat ik onderzocht en toepaste in mijn
reconstructie van de geschiedenis van de oudheid.
Het mega-natuurcatastrofejaar van 860 v. Chr. in
Salmaneser ’s laatste regeringsjaar geeft een verklaring voor de oproer in
Assyrië die er genoteerd staat voor zijn laatste vier regeringsjaren. Ik kan me
voorstellen dat de meganatuurcatastrofe die volgens de studie van Patten
&Co van kosmische oorsprong was, voor de bijgelovige Assyriërs een teken
aan de wand was dat Salmaneser III in ongenade bij de goden gevallen was. De eponiemlijst
met betrekking tot Salmaneser ’s regeerperiode heeft voor de laatste vier jaar
tijdens het eponiem van Dayan-A¹¹ur, A¹¹ur-bunaya-usur, Yahalu en Bêl-bunaya de laconieke
vermelding: opstand (De Assyriologie herzien, 2015, blz. 45-46). De rebellie die tijdens deze periode uitbrak zou nog
enkele jaren onder Salmaneser ’s opvolger: Shamsi Adad V, aanhouden. De oorzaak
waren volgens de herziening van de Assyrische chronologie, de tekenen aan de
kosmische hemel.
In het vervolg van de nieuwe serie afleveringen over
de koningen van Assyrië in relatie tot de koningen van Israël en Juda, zal ik
aantonen dat de genoteerde zonsverduistering over Nineveh in 763 v. Chr. aan de
hand van de cyclus van rampen die met intervallen tijdens de achtste eeuw v.
Chr. planeet aarde teisterden, opnieuw gedateerd kan worden. Een serie meganatuurcatastrofes
ligt aan de basis voor het ontbreken van naar schatting vijfenzestig jaar
kroniekschrijven in Assyrië.
De belangrijkste meganatuurcatastrofe van kosmische
oorsprong die de Bijbel voor de achtste eeuw voor Christus vermeldt vinden we
bij de profeet Jesaja in hoofdstuk 38:1-8 vermeldt. In het veertiende
regeringsjaar van koning Hizkia van Juda ging de schaduw van de zon tien voet
op de zonnewijzer van Achaz terug. Ook in ‘The Legends of the
Jews’ gecompileerd door Louis Ginzberg, wordt het fenomeen over de zon vermeldt:
“Furthermore, the day of Hezekiah's recovery was marked by the great miracle
that the sun shone ten hours longer than its wonted time”.
Het is mijn overtuiging dat de gebeurtenissen in het
veertiende regeringsjaar van Hizkia bepalend waren dat de aarde toen van een
jaar van 360 dagen naar een jaar van 365,25 dagen ging. Het mechanisme dat
hiervoor verantwoordelijk was, was vermoedelijk een planetaire interactie. Het
is de verdienste van Dr. Immanuël Velikovsky dat deze onderzoeker als eerste onderzoeker
dit Bijbelbericht als historisch correct beschouwde en in zijn werken aantoont
dat dit kosmisch fenomeen ook door andere oude beschavingen genoteerd werd.
Een conclusie die vele revisionistische onderzoekers
echter niet maken is dat wanneer de vermelde historische gebeurtenis van het
teruggaan van de zon zoals vermeld door de profeet Jesaja een feit is, men geen
correcte zonsverduisteringen voorbij het jaar 709 v. Chr. in de tijd kan
uitvoeren! Het orthodoxe ankerpunt met de zonsverduistering berekend in 763 v.
Chr. wordt hiermee op losse schroeven gezet.
Naar mijn weten is er maar één onderzoeker geweest die
op het feit van de kosmische catastrofe in het veertiende regeringsjaar van
Hizkia wees en het gevolg voor het berekenen van exacte zonsverduisteringen
voorbij dit jaar, en dat was de Duitstalige Zwitser de heer Christoph Marx (1931-2016). Zijn
opmerking werd gepubliceerd in het Amerikaanse magazine ‘Ancient History and
Catastrophism’ in juni 1980 maar kreeg geen bijval en niemand maakte naar mijn
weten, daarna gebruik van zijn bevinding. De Assyriologie blijkt in de geesten
van sommige onderzoekers nog een heiliger koe dan de Egyptologie te zijn.
De vermelding van een zonsverduistering in het eponiem
van Bur Sagale in het tiende regeringsjaar van Assur Dan hoort gereviseerd op
de tijdsbalk thuis in 800 v. Chr. Het is een bijzonder jaar dat we met de
Bijbel kunnen reconstrueren als het jaar van ‘de aardbeving van Amos’.
Amos 8:9 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de
Heere HEERE, dat Ik de zon op den middag
zal doen ondergaan, en het land bij lichten dage verduisteren. 10 En Ik zal
uw feesten in rouw, en al uw liederen in weeklage veranderen, en op alle lenden
een zak, en op alle hoofd kaalheid brengen; en Ik zal het land stellen in rouw,
als er is over een enigen zoon, en deszelfs einde als een bitteren dag.
(Statenvertaling)
Zie mijn uitgave: De zonaanbidder, 2016, blz. 7-12 en
TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 331-337.
In nog te volgen afleveringen op dit blog zal ik
aantonen dat de herziening van de chronologie van de koningen van Assyrië op de
tijdsbalk in de achtste eeuw v. Chr. ruimte geeft tot het invullen van
ontbrekende namen in de Assyrische koningslijsten. Een voorbeeld is de koning
van Assyrië die zich op de doemprediking van de Hebreeuwse profeet Jona tot de
God van Israël keerde voor uitkomst. Zie het artikel op dit blog: De moeder van
alle verwoestingen van 17.11.2017, zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1510527600&stopdatum=1511132400
Wordt vervolgd…
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Recente publicaties:
Kronieken van
de koningen van Israël, 2017, zie
link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie
herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis
versus Egyptologie, 2009, dit boek is
uitverkocht maar kan online gelezen
worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document
gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar).