2
Koningen 19:36 Zo vertrok Sanherib, de koning van Assyrië, en toog henen, en
keerde weder; en hij bleef te Nineveh. 37 Het geschiedde nu, als hij in het
huis van Nisroch, zijn god, zich nederboog, dat Adramelech en Sarezer, zijn
zonen, hem met het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van
Ararat; en Essarhaddon, zijn zoon, werd
koning in zijn plaats. (Statenvertaling)
We
vervolgen onze reeks over de koningen van Assyrië in hun relatie tot Israël en
Juda met Essarhaddon, de zoon en
troonopvolger van Sanherib. Voor de kroniek van de Assyrische koning Sanherib,
zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2893029

Het
sterfjaar van Sanherib was 680 v. Chr. Het eerste regeringsjaar van zijn zoon
Essarhaddon zit op de tijdsbalk verankerd in het jaar 680/679 v. Chr. De
overige jaren van zijn twaalfjarige regeerperiode lopen tot 669 v. Chr. Essarhaddon
staat bij naam in de Bijbel vermeldt in het Boek Ezra:
Ezra 4:2
Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot
hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden;
ook hebben wij Hem geofferd sinds de
dagen van Esar-haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen
optrekken. (Statenvertaling)
Aan het
woord zijn de vreemde volken ten tijde van Ezra, die Essarhaddon in het
ontvolkte Israël geplaatst, doen wonen heeft.
Tijdgenoot
van Essarhaddon in Juda was de afgodendienaar koning Manasse, de zoon van
Hizkia. Manasse werd uiteindelijk door de legeroversten van de koning van Assur
naar Assyrië in gevangenschap weggevoerd:
2
Kronieken 33:9 Manasse verleidde Juda en de inwoners van Jeruzalem ertoe, meer
kwaad te doen dan de volken die de HERE vóór de Israëlieten had verdelgd. 10 De
HERE sprak tot Manasse en zijn volk, maar zij luisterden niet. 11 Daarom bracht
de HERE over hen de legeroversten van de
koning van Assur, die Manasse grepen met haken, hem boeiden met twee
koperen ketenen en naar Babel voerden. 12 Maar, toen hij in het nauw geraakt
was, zocht hij de gunst van de HERE, zijn God; hij verootmoedigde zich diep
voor het aangezicht van de God zijner vaderen 13 en bad tot Hem; toen liet Hij
Zich door hem verbidden, hoorde zijn smeking, bracht hem naar Jeruzalem terug
en herstelde hem in zijn koningschap. En Manasse erkende, dat de HERE God is.
(NBG Vertaling 1951)
De naam
van de koning van Assyrië wordt in dit Bijbelgedeelte niet meegedeeld, evenmin
als het jaartal voor de wegvoering van Manasse, maar in de Legends of the
Jews lezen we dat Manasse in zijn tweeëntwintigste regeringsjaar naar Assur
werd weggevoerd, en daar tot inkeer kwam. Indien dit jaartal klopt gebeurde de
wegvoering ten tijde van de regering van de Assyriër Essarhaddon. Het land Juda
was in deze dagen schatplichtig aan Assyrië.
In het
tiende regeringsjaar in 671 v. Chr. rukte Essarhaddon met zijn legers tegen
Egypte op. Hij liet hierbij het land Juda links liggen en rukte langs de kust
naar Egypte op. Hierna
een citaat uit Essarhaddon s annalen dienaangaande:
From
the town of Ishupri as far as
Memphis, his royal residence, a distance of fifteen days march, I fought
daily, without interruption, very bloody battles against Tirhakah, king of Egypt and Ethiopia, the one accursed by all the
great gods. Five times I hit him with the point of my arrows, inflicting wounds
from which he should not recover, and then I laid siege to Memphis, his royal
residence, and conquered it in half a day by means of mines, breaches, and
assault ladders; I destroyed it, tore down its walls, and burned it down.
The
Sendjirli Stele translated by Luckenbill, Records of Assyria, II. 580.

Een anomalie voor de
orthodoxe Egyptologie is dat de annalen van de Assyriër Essarhaddon, naar een Egyptische
stad met de naam Ishupri verwijzen. De naam van de stad is vanuit
Egyptische bronnen onbekend en dit intrigeerde heel wat Oriëntalistische
wetenschappers toen de annalen van Essarhaddon begin twintigste eeuw bekend
werden. En wanneer de Duitser Albrecht Alt de oplossing vond gaf deze uitkomst nog
een groter probleem voor de orthodoxe Egyptologie. Albrecht Alt stelde namelijk
dat de Assyrische naam Ishupri verwees
naar farao Wesher-khepru-re van de
negentiende dynastie, beter bekend onder zijn Griekse naam: farao Sethos. Het Assyrische Ishupri betekende aldus burcht van Sethos of burcht van Khepru-re.
Een anomalie ontstond aangezien volgens de orthodoxe Egyptologie er ongeveer
zes eeuwen tijdsverschil zitten tussen Sethos en Essarhaddon en het
onwaarschijnlijk leek dat Essarhaddon zes eeuwen na de era van farao Sethos,
naar een stad met diens naam zou verwezen hebben.

In het model van Velikovsky echter is er slechts één generatie
verschil tussen Sethos en Essarhaddon, en is het logisch dat de Assyrische
kroniekschrijver naar de stad van Sethos
verwees wanneer hij de marsroute van het leger van Essarhaddon naar Egypte beschreef.
Zie TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 366-373, link voor eventuele aankoop: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

Te
Nahr-el-Kelb in Syrië liet Essarhaddon een inscriptie in een rotswand
aanbrengen ter vereeuwiging van zijn veroveringstochten. Farao Ramses II, de
zoon van Sethos, liet in zijn tweede regeringsjaar tijdens zijn eerste
veldtocht naar Klein-Azië, vlak naast de inscriptie van Essarhaddon zijn eigen inscriptie
achter. Volgens de orthodoxe Egyptologie zit er een tijdsverschil van zes
eeuwen tussen beide heersers en komt Ramses II voor Essarhaddon op de tijdsbalk
terecht? Volgens het revisionisme van de geschiedenis van de oudheid is er
slechts een tijdsverschil van minder dan een eeuw, en is het Ramses II die in
609 v. Chr. zijn inscriptie naast die van Essarhaddon aanbrengt.
Bij het bestuderen van
de annalen van Essarhaddon doen zich nog meer vraagtekens voor. Na het
onderwerpen van Tyrus aan de Middellandse Zeekust en aldus de flanken van zijn
leger beschermende, marcheerde Essarhaddon met zijn leger door Arzani naar Egypte. De plaatsnaam
Arzani identificeren en op de landkaart plaatsen blijft tot op heden een moeilijkheid.
De bijgevoegde kaart uit de The MacMillan Bible Atlas waar men Arzani nabij
Gaza geplaatst heeft, is giswerk geweest.
Het is de verdienste van
wijlen Dr. I. Velikovsky die aantoonde dat de Assyrische geografische term
Arzani in feite een verbastering is van het Hebreeuwse Arzenoe, wat ons
land betekent. Essarhaddon marcheerde aldus door het gebied van Samaria en
Juda richting Egypte waar als eerste plaats Ishupri ingenomen wordt, vooraleer Memfis te belegeren.

De
identificatie van Ishupri met Sethosburg behandel ik in TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 375-384. Hier identificeer
ik bovendien het Bijbelse Tachpanhes
van de profeet Jeremia met de stad Daphnai
in de Noordoostelijke Nijldelta. Ook postuleer ik dat de tot nu toe niet bloot
gelegde hoofdstad Saïs één en
dezelfde was als het in de Bijbel beschreven Tachpanhes. De Bijbelse plaatsnaam
Tachpanhes zou ook kunnen staan voor het Egyptische Te-haph ne-hes wat huis van de Nubiër betekend. Dit is een
puzzelstukje dat exact past in het plaatje bij de strijd van Essarhaddon tegen
de Nubiër of Ethiopiër Tirhaka in de Noordoostelijke Nijldelta. De stad met de
Assyrische benaming Ishupri is dezelfde plaats als het Bijbelse Tachpanhes dat
voor Te-haphne-hes staat en ook dezelfde plaats is als Daphnai.
Essarhaddon verwijst in
zijn annalen naar Tirhaka als de farao van Egypte én Ethiopië die hij volgens
zijn annalen in de strijd bij de belegering van Memfis dodelijk verwonde. Dit
ook echter is grootspraak van de Assyrië want Tirhaka kon na het verlies van
Memfis naar het zuiden ontkomen.
Tirhaka kwamen we al
tegen op de prismastele van Sanherib, de vader van Essarhaddon, toen in 709 v.
Chr. Sanherib Jeruzalem belegerde. Tirhaka was in slag bij Eltekeh door
Sanherib krijgsgevangen gemaakt en zat tijdens de belegering van Jeruzalem in het
Assyrische bivak in ketens. Na de vernietiging van het Assyrische leger nabij
Jeruzalem door de Engel des HEREN, werd Tirhaka door Hizkia bevrijd en huiswaarts gezonden. Achtendertig jaar later in 671 v. Chr.
stond hij opnieuw tegenover de Assyriërs, ditmaal tegen de zoon van Sanherib:
Essarhaddon.
Het waren volgens de
revisie van de geschiedenis van de oudheid de nadagen van de Egyptische
achttiende dynastie. Te Thebe had de oude Eje de weduwe van Toetanchamon
getrouwd en zich de troon toegeëigend. De vijfentwintigste Ethiopische dynastie
onder Tirhaka was een bondgenoot van de Aton-volgers, zie DE ZONAANBIDDER,
2016, blz. 73-75.
Na de onderwerping van heel
Egypte stelde Essarhaddon vazallen over het land aan die voor hem het land
schatplichtig maakte. De belangrijkste vazal en farao was volgens mijn revisie
van de geschiedenis van de oudheid: Horemheb. Hier volg ik een eigen variant
los van Velikovsky, die Horemheb door de Assyriër Sanherib liet benoemen. In
mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, blz.
357-359, werk ik dit uit. Ook in DE
ZONAANBIDDER, 2016, blz. 85 haal ik summier Horemheb aan. (zie link voor
eventuele aanschaf van het boek: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
Wordt vervolgd
Met vriendelijke groet,
Robert De Telder