2 Koningen 13:12 Het overige nu der geschiedenissen van Joas, en
al wat hij gedaan heeft, en zijn macht, waarmede hij gestreden heeft tegen
Amazia, den koning van Juda, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israël? 13 En Joas ontsliep
met zijn vaderen, en Jerobeam zat op
zijn troon. En Joas werd begraven te Samaria, bij de koningen van Israël.
Met het
artikel van 22.02.2015 met de
Kroniek van Joas, behandelden we de chronologische aspecten van de
regeerperiode van koning Joas van Israël. (zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2851931)
We
sloten toen af met het hiervoor geciteerde Bijbelgedeelte uit 2 Koningen 13:13
En Joas ontsliep met zijn vaderen, en Jerobeam zat op zijn troon.
Toen
Joas in het jaar 816 v. Chr. stierf zat zijn zoon Jerobeam namelijk al als
co-regent op de troon.

Dit
chronologisch gegeven putten we uit het Bijbelboek 2 Koningen 15:1 waar
geschreven staat dat Azaria koning over Juda werd in het zevenentwintigste
regeringsjaar van Jerobeam:
2
Koningen 15:1 In het zeven en twintigste jaar van Jerobeam, den koning van Israël, werd
koning Azaria, de zoon van Amazia, den koning van Juda. 2 Hij was zestien jaren
oud, toen hij koning werd, en hij regeerde twee en vijftig jaren te Jeruzalem;
en de naam zijner moeder was Jecholia van Jeruzalem. 3 En hij deed dat recht
was in de ogen des HEEREN, naar al wat zijn vader Amazia gedaan had. (Statenvertaling)
Dit is
schijnbaar in tegenspraak met 2 Koningen 14:23 waar de regeerperiode van
Jerobeam II verbonden wordt met het vijftiende regeringsjaar van Amazia, de
vader van Azaria van Juda. De Bijbelkritiek meent de Bijbel hier op een fout te
betrappen. Wanneer we echter de chronologische gegevens eenvoudig op de
tijdsbalk aanbrengen, blijkt dat het niet om een fout gaat maar integendeel, dat
het zich zelfs logisch op de tijdsbalk laat invullen. Jerobeam II was namelijk voor
een periode van dertien jaar co-regent met zijn vader Joas. Op de tijdsbalk
rekenen we vanaf het eerste regeringsjaar van Azaria in oct803/sep802 v. Chr.
zevenentwintig jaar terug de tijd in, tot apr829/mrt828 v. Chr., het jaar dat
Jerobeam II als co-regent geïnstalleerd werd. In het artikel over de Kroniek
van Joas heb ik aangetoond dat men op deze wijze de eerste veldtocht van Joas
van Israël tegen Aram kan dateren. Het is logisch te veronderstellen dat dan
een jonge Jerobeam II te Samaria de staatszaken waarnam terwijl zijn vader op
campagne was.

2
Koningen 14:23 In het vijftiende jaar van Amazia,
den zoon van Joas, den koning van Juda, werd te Samaria koning, Jerobeam, de zoon van Joas, koning van
Israël, en regeerde een en veertig jaren. 24 En hij deed dat kwaad was in de
ogen des HEEREN; hij week niet van alle zonden van Jerobeam, den zoon van
Nebat, die Israël zondigen deed. 25 Hij bracht ook weder de landpale van Israël van den ingang van Hamath, tot aan de zee
van het vlakke veld; naar het woord des HEEREN, des Gods van Israël, dat Hij
gesproken had door den dienst van Zijn knecht Jona, den zoon van Amitthai, den
profeet, die van Gath-hefer was. 26 Want de HEERE zag, dat de ellende van
Israël zeer bitter was, en dat er geen opgeslotenen noch verlatenen waren, en
dat Israël geen helper had. 27 En de HEERE had niet gesproken, dat Hij den naam
van Israël van onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen door de
hand van Jerobeam, den zoon van Joas.
28 Het overige nu der geschiedenissen van Jerobeam, en al wat hij gedaan heeft,
en zijn macht, hoe hij gekrijgd heeft, en hoe hij Damaskus en Hamath, tot Juda
behorende, aan Israël wedergebracht heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van
Israël? 29 En Jerobeam ontsliep met zijn vaderen, met de koningen van
Israël; en zijn zoon Zacharia werd koning in zijn plaats.

Het is
spijtig dat het boek der kronieken van
de koningen van Israël waar naar in vers 28 verwezen wordt, verloren ging.
We zouden vandaag veel meer historische gegevens over de lange
eenenveertigjarige regeerperiode van Jerobeam II kunnen invullen. Nu moeten we
tevreden zijn met enkele verzen die vanaf vers 25 tot 28 de geschiedenis brengt
van de uitbreiding van het gebied van Israël ten koste van Aram.
Dat
Jerobeam in staat was zijn macht te vestigen en zelfs het gebied van Damascus
tot aan Hamath onder Israëlitische heerschappij kon brengen, valt op de
tijdsbalk gelijk met de periode van een zwak Assyrië. Tijdens de regeerperiode
van de Assyrische koningen Assur Dan III en Assur Nerari V begon de macht van
Assur te tanen. De betreffende Eponiemlijsten vermelden regelmatig jaren van
pestilentiën, revoluties, en meerdere malen de laconieke opgave: de koning
bleef in het land, wat in feite op niets doen wijst. Dit betekende een groot
verschil met de eerdere koningen van Assur die jaarlijks militaire veldtochten
hielden.
In mijn
chronologische revisie van de Assyrische koningen heb ik de regeerperiode van
Salmaneser III verbonden met het meganatuurcatastrofe-jaar 860 v. Chr., en met
de Bijbelse ankerpunten van koning Achab en Jehu van Israël op de tijdsbalk.
Vanaf 860 v. Chr. heb ik op de tijdsbalk teruggewerkt en de Assyrische
opvolgers van Salmaneser III tot koning Assur Nerari V, gerangschikt. In mijn
boek De Assyriologie herzien, 2012,
verklaar ik een en ander. Voor wie het boek wil aanschaffen, zie link: http://www.bol.com/nl/p/de-assyriologie/9200000049946824/.
Als een
gevolg van het linken van Salmaneser III aan de Bijbelse chronologische
gegevens ontstaat er in de achtste eeuw v. Chr., ruimte op de tijdsbalk voor
het inbrengen van enkele ontbrekende namen van koningen, die niet in de
Assyrische koningslijst vermeld werden.
In het
jaar 782 v. Chr. laat ik bij de dood van Assur Nerari V in Assyrië een
damnatio memoriae aanvangen. Het laatste eponiem van zijn regeerperiode heeft
als commentaar: opstand in Kalhu. Ik neem aan dat deze opstand zich over heel
het Assyrische gebied uitgebreid heeft en plaats maakte voor koningen zoals
Sardanapallos vanuit de Griekse overlevering en voor de Bijbelse koningen Jareb
en Pul.

Te
Megiddo werd in 1904 tijdens een van de eerste opgravingen aldaar door
archeologen een zegel van Jerobeam gevonden. Het is een bronzen zegel dat
behoorde aan een koninklijke minister van Jerobeam. Het is een vakmanstuk van
een gegraveerde leeuw met een inscriptie erop: Sjema, dienaar van Jerobeam.

Het
einde van de regeerperiode van Jerobeam II viel in het jaar van de bijzondere
constellatie van planeten in 776 v. Chr. Een constellatie/interactie die in het
verleden meerdere malen meganatuurcatastrofes op aarde veroorzaakte. Het is het
jaar van de grote aardbeving ten tijde van de regeerperiode van Azaria/Uzzia in
Juda. Voor het tienstammenrijk betekende het begin van een periode van anarchie
volgend op de dood van Jerobeam II. Het eerder geciteerde Bijbelgedeelte van 2
Koningen 14:29 leert dat wanneer Jerobeam ontsliep, zijn zoon Zacharia koning
in zijn plaats werd.
2
Koningen 15:8 In
het acht en dertigste jaar van Azaria,
den koning van Juda, regeerde Zacharia, de zoon van Jerobeam, over Israël te
Samaria, zes maanden.
Dit
Bijbelgedeelte leert dat Zacharia koning werd in het 38ste
regeringsjaar van koning Azaria van Juda, wat op de tijdsbalk het jaar
oct765/sep764 v. Chr. is. Of een periode van twaalf jaar anarchie in het
tienstammenrijk zonder koning op de troon. Dit is een toestand die de profeet
Hosea, die optrad in de dagen van
Jerobeam (1:1), geprofeteerd had:
Hosea
3:4 Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en
zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim.
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder