Zoals
uiteengezet in mijn werk Genesis versus Egyptologie, 2009, hoofdstuk 23,
plaats ik de bouw van de grote piramide in de achtste eeuw v. Chr. De orthodoxe
Egyptologie daarentegen heeft de bouw van de grote piramide gelinkt aan de
regeerperiode van farao Khoefoe van de vierde dynastie: 2589/2566 v. Chr. Zij
meenden de door Herodotos vermelde
farao s Cheops, Chefren en Mykerinos met faraos van de vierde dynastie van
Manetho te kunnen identificeren. En dat farao Khoefoe in de helft van het derde
millennium v. Chr. op de tijdsbalk belande is een gevolg van hun foutieve
Sothis-kalender.

In mijn
studie identificeer ik de faraos Cheops, Chefren en Mykerinos van Herodotos
met de Aton-vereerders; de faraos Achnaton, Smenkhkare en Toetanchat(m)on van
de achttiende dynastie. In mijn boek TIJD
en TIJDEN, 2015, verklaar ik een en ander aanvullend in het hoofdstuk:
Mykerinos-Toetanchamon, blz. 345. Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

Volgens
mijn revisie van de geschiedenis van de oudheid begon de bouw aan de grote
piramide in het jaar 722 v. Chr., het jaar van de meganatuurcatastrofe, in het
sterfjaar van koning Achaz van Juda. De bouwheer was Achnaton alias Cheops, de
gestrenge en hardvochtige koning over Egypte zoals de profeet Jesaja hem had
verkondigd. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?ID=2706975
Volgens
de historicus Herodotus nam de bouw van de grote piramide een totaal van twintig
jaar in beslag. Het jaar 702 v. Chr. zag aldus de voltooiing van de grote
piramide. De periode voor de bouw van de grote piramide met de jaartallen
722/702 v. Chr. lijkt controversieel maar laat ons zien wat de historische
informatie uit de oudheid oplevert.

Doorsnede van de piramide van Cheops. Het vierkant grondoppervlak bedraagt ongeveer 220 meter per zijde. Met
een hoek van 52° verheft de piramide zich tot een (oorspronkelijke) hoogte van ongeveer
147 meter. De ingang ligt in het noorden, tegenover de poolster.
Ik hanteer
het getuigenis van twee historici uit de oudheid; Vooreerst Diodorus Siculus uit de eerste eeuw
voor Christus en daarna Herodotus
uit de vijfde eeuw voor Christus, ter staving van mijn stelling dat de grote
piramide geen vijfduizend jaar oud is zoals de orthodoxe Egyptologie beweerd
maar dat de piramide integendeel relatief jong is en pas in de achtste eeuw
voor Christus gebouwd werd.
The eighth king after Remphis was Chemmis (Cheops) of Memphis. He ruled for fifty years and built the
largest of the three pyramids, which are accounted among the most famous works
of the world. These pyramids are located a hundred and twenty stades from
Memphis and forty-five from the Nile on the Libyan side. All who behold them
are struck with a kind of wondrous awe at the size of the structures and the
skill of the workmanship. The largest of them is square in its ground plan;
each of its sides has a base length of seven plethra, and its height is more
than six plethra; but it slopes gradually from the base to the apex, until at
the top each side is but six cubits long. It is built entirely of a hard stone
which is difficult to work but lasts forever; for although they say no less than a thousand years have since
elapsed until our lifetime
Diodorus
die in de eerste eeuw voor Christus in Egypte de nodige opzoekingen deed,
verklaart dat de grote piramide in zijn tijd (circa. 90 v.Chr. circa. 30
v.Chr) minder dan duizend jaar oud was.

Het
tweede citaat is dat van de historicus Herodotus die eveneens een belangrijke tijdsaanduiding
van de bouw doorgeeft:
Down to the time when Rhampsinitos was king, they told
me there was in Egypt nothing but orderly rule, and Egypt prospered greatly;
but after him Cheops became king
over them and brought them to every kind of evil: for he shut up all the
temples, and having first kept them from sacrifices there, he then bade all the
Egyptians work for him. So some were appointed to draw stones from the
stone-quarries in the Arabian mountains to the Nile, and others he ordered to
receive the stones after they had been carried over the river in boats, and to draw
them to those which are called the Libyan mountains; and they worked by a
hundred thousand men at a time, for each three months continually. Of this
oppression there passed ten years
while the causeway was made by which they drew the stones, which causeway they
built, and it is a work not much less, as it appears to me, than the pyramid;
for the length of it is five furlongs and the breadth ten fathoms and the
height, where it is highest, eight fathoms, and it is made of stone smoothed
and with figures carved upon it. For this they said, the ten years were spent,
and for the underground he caused to be made as sepulchral chambers for himself
in an island, having conducted thither a channel from the Nile. For the making
of the pyramid itself there passed a
period of twenty years; and the pyramid is square, each side measuring
eight hundred feet, and the height of it is the same.
Herodotos,
Histories boek 2,124
De naam
van de bouwer van de grote piramide is bij Herodotus: Cheops. Deze naam is een
Griekse naam die ik identificeer met Achn-aton. De Cheops van Herodotos is de
farao die alle tempels van Egypte liet sluiten en dit past in het plaatje van
de hardvochtige ketterkoning Achnaton, de farao die inderdaad de tempels van de
god Amon, manu militari liet sluiten en de eredienst verbood. Wat het tijdstip
van de bouw van piramide op de tijdsbalk betreft, geeft Herodotus een goede
indicatie voor wanneer juist de piramide gebouwd werd. Wanneer we de lijst van
faraos overlopen die Herodotus (boek 2:102-172) doorgeeft blijkt dat we in de
achtste eeuw voor Christus belanden. Hierna de lijst:
Faraos: historische verankering:
Amasis laatste farao van Egypte 525 v. Chr.
Apriës Hofra, tijdgenoot profeet Jeremia
Psammis
Neko tijdgenoot koning Josia 605 v. Chr.
Psammetichos
Sabakoos Ethiopische periode
twaalf
koningen Ramessieden
Sethoos So, tijdgenoot koning Hosea
Anysis tijdgenoot Sanherib van Assyrië 709 v. Chr.
Asychis
Mykerinos piramidebouwer
Chefren piramidebouwer
Cheops de
grote piramidebouwer
Rampsinitos Amonhotep
III
Proteus Thothmosis
IV
Feroos Amonhotep
II
Sesostris Thothmosis III/Sisak, tijdgenoot
Rehabeam
Wanneer
we Herodotos volgorde van farao s als historisch correct hanteren, blijkt dat
de piramidebouwers Mykerinos, Chefren en Cheops, onmiddellijk voor de
Assyrische en Ethiopische overheersing op de tijdsbalk komen. Er is slechts één
naam, die van Asychis, tussen het tijdperk van de Assyriër Sanherib uit de achtste
eeuw voor Christus en de namen van de piramidebouwers op het Gizeh-plateau. Volgens
deze manier van rekenen belanden we voor de bouw van de grote piramide, in de
achtste eeuw voor Christus.
Voor de
orthodoxe Egyptologie is de faraolijst van Herodotos onbruikbaar. Alleen de
laatste koningen vanaf Amasis tot Sabakoos zijn volgens hen historisch te
plaatsen en de andere (in het Grieks overgeleverde) namen, zijn voor hen moeilijk
te identificeren of worden als een gevolg van hun foutieve Sothis-datering,
duizenden jaren verder de tijd in, op de tijdsbalk geplaatst.

Verder
is er een aanwijzing, een hint, dat de piramide ten tijde van de regeerperiode
van Thothmosis IV (de grootvader van Achnaton) nog niet gebouwd was. Van deze
farao is de zogenaamde droomstele bewaard gebleven. Dit is een stele die zich
tussen de poten van de Sfinx te Gizeh bevindt. De inscriptie verhaalt hoe de
jonge prins Thothmosis op een dag op jacht was in de woestijn en in de schaduw
van de sfinx in slaap viel. De god Re verscheen hem toen in de slaap en
beloofde dat wanneer hij het zand rondom de sfinx weghaalde hij koning zou
worden. Het is duidelijk propaganda met als resultaat wel dat de jonge prins de
vierde koning, met de naam Thothmosis, werd. De volledige tekstinscriptie kan van
het internet integraal gedownload worden. Wat moet opvallen wanneer men de
volledige tekst doorneemt, is dat er naast de Sfinx met geen woord over de
grote piramide gerept wordt. En de grote piramide is nochtans een gigantische
constructie die het Gizeh plateau domineert. Voor mij een aanwijzing om aan te
nemen dat de Grote Piramide, ten tijde van Thothmosis IV, nog gebouwd moest
worden.
Nog een
aanwijzing dat de grote piramide jong is blijkt uit de vondst van materiaal van
ijzer in de constructie. De grote
piramide werd gebouwd tijdens het ijzertijdperk. Het is alleen Egyptoloog
Margaret Murray die, naar mijn weten, in 1949 waarheidsgetrouw melding maakte
van het vinden van ijzer in de constructie van de piramide.
The use of iron in Egypt is peculiarly interesting
for it is found there sporadically at various times long before it came into
general use. The iron beads of the Gerzean period are the earliest worked iron
known; a piece of sheet iron was found
between the stones of the Great Pyramid and contemporary with that structure
by Egyptologist Margaret A. Murray, THE SPLENDOUR THAT
WAS EGYPT, 1949, Chapter V Art and Science.
Murray
was geboren in Calcutta als kind van een uit Engeland afkomstig gezin en kwam
in 1894 naar het UCL voor het bestuderen van hiërogliefen. Murray leidde ook
een van het eerste mummieonderzoeken in 1906 en deed belangrijke archeologische
ontdekkingen in Egypte en Syrië. Een aantal van honderdvijftig publicaties
waren uiteindelijk het resultaat van al haar onderzoeken. Geen enkele andere
orthodoxe Egyptoloog vermelde ooit in zijn of haar werk, naar de vondst van
ijzer in de piramide. Het vinden van ijzer in de grote piramide is orthodox
gezien moeilijk verklaarbaar.
De
grote piramide is tegenwoordig een hoop stenen waar zogenaamde kenners een
volmaakte driehoek over projecteren. De piramide is zo afgebrokkeld dat
precieze metingen moeilijk zijn. Vele mooie plaatjes vandaag zijn dan ook
bedrieglijk en niet naar waarheid getekend. De afmetingen van de grote piramide
door onderzoekers uit christelijke hoek zoals Charles Piazzi Smith (1819-1900)
in de negentiende eeuw gepubliceerd, werden later door de Egyptoloog Flinders
Petrie (1853/1942) gecorrigeerd. Als een gevolg van de foutbevinding wat de
afmetingen van de grote piramide betreft, zou men verwachten dat ook de theorie
van Smith fout bevonden zou worden, maar dat gebeurde niet en sindsdien blijven
wilde verwachtingen betreffende de grote piramide iedere keer te onpas
opduiken.
Zelfs
de geleerde onderzoeker Dr. Donovan A.
Courville (B.Th., B.A., M.A., Ph.D.) (The Exodus Problem and its
Ramifications, Volume 2 Chapter IV) gaat er in zijn studie vanuit dat de basis
van de piramide 365,24 el bedraagt en dit op basis van een veronderstelde
Piramide-el die gelijk zou zijn aan de Bijbelse Hebreeuwse el. Courville merkt
op dat de afmetingen van de basis van de grote piramide aantonen dat de oude
Egyptenaren vertrouwd waren met schrikkeljaren aangezien 365,2422 el gelijk
staat aan het aantal dagen dat een zonnecyclus heeft. Courville gebruikte deze
informatie ter weerligging van Eduard Meyer s theorie die er namelijk vanuit
ging dat de Egyptenaren deze kennis niet hadden en er daarom twee kalenders op
na hielden. Zie ook het artikel op dit blog van 09-03-2015: Salomo s huis; Woud van de Libanon. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1425855600&stopdatum=1426460400 en
scrol naar beneden.
Ik geef
deze informatie door omdat het door Courville gehanteerde argument, ook bruikbaar
is ter staving van de jonge leeftijd van de grote piramide. De Bijbel leert dat
in de oudheid de wereld aanvankelijk een zonnejaar van 360 dagen telde, wat
trouwens ook in andere beschavingen aldus genoteerd werd. Het is pas in de
achtste eeuw voor Christus dat wereldwijd kalenderhervormingen dienden
doorgevoerd te worden. De Bijbel geeft zelfs nauwkeurig aan wanneer een
kalenderhervorming echt nodig werd. Dit gebeurde in het veertiende
regeringsjaar van koning Hizkia van Juda.
"En dit zal u het teken
zijn van des HEREN kant, dat de HERE ook doen zal wat Hij gesproken heeft: zie,
Ik doe de schaduw op de treden waarlangs zij door de zon op de trap van Achaz
is afgedaald, weer tien treden teruggaan. En de zon ging tien treden terug op
de treden die zij gedaald was." Jesaja 38:6-8
Zie
mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015,
hoofdstuk: de noodzakelijke kalenderhervorming van de achtste eeuw v. Chr.,
blz. 331.
Moest
de piramide aan de basis 365,242 el meten zoals Courville beweerd, dan
bevestigt dit gegeven niet alleen de huidige zonnecyclus, maar ook vanuit
de catastrofetheorie gezien, dat de grote piramide pas na het veertiende jaar
van Hizkia of 709 v. Chr. voltooid werd.
Waarom werd de grote piramide gebouwd?
Deze
vraag zal men meestal beantwoord trachten te vinden in antroposofische werken.
Er wordt trouwens heel wat gespeculeerd, ook in de christenheid, naar de zin
van de grote piramide. Vanuit christelijke hoek wordt de bouwer van de grote
piramide bij Adam, Henoch of Job gezocht. Mijn plaatsing van de bouw van de
grote piramide in de achtste eeuw v. Chr. sluit al deze Bijbelse kandidaten
uit.
De
theorieën over de zin van de grote piramide worden dikwijls op een geloofwaardige
wijze gebracht. Maar aangezien we hier met een multidisciplinair gegeven zitten
is het niet eenvoudig om de verschillende vak-domeinen te overzien. De
boodschap moet vooreerst zijn om nuchter te blijven en een rationele verklaring
te zoeken.
Vooreerst
is het mogelijk dat de grote piramide als graftombe voorzien was. Een mummie of
stoffelijke resten werden echter in de koningskamer in de grote piramide niet
aangetroffen. Het blijft fascinerend te weten dat de stoffelijke resten van
farao Achnaton tot op de dag van heden niet gevonden werd. Moest in de toekomst
in de grote piramide nog een geheime kamer gevonden worden met de mummie van
Achnaton, dan zal een lichte extase zich van de schrijver van dit blog meester
maken. Maar we moeten nuchter blijven en het is onwaarschijnlijk dat de gehate
ketterkoning na zijn dood een laatste rustplaats gekregen heeft.
We
moeten bedenken dat planeet aarde in de negende en de achtste eeuw voor
Christus in een cyclus van meganatuurcatastrofes getroffen werd, die iedere
keer van die aard waren dat voor de ondergang van wereldrijken gevreesd werd.
Redenen genoeg om dan oude goden voor nieuwe te ruilen. De bouw van de grote
piramide had dan vermoedelijk voor Cheops/Achnaton de bedoeling om een
boodschap in steen van zijn afgod Aton te bewaren. Wanneer met het gangen- en
kamer-stelsel binnen de grote piramide bestudeerd komt een beeld, een
voorstelling van het mythologische hiernamaals tevoorschijn. Zie het schema
hierna:

Het
huidige schema van de binnenkant van de grote piramide is niet volledig. Anno 2002 werd vanuit de koninginkamer in de grote piramide door
het bekende National Geographic Genootschap in samenwerking met de Egyptische
autoriteiten, onderzoek in de zogenaamde luchtschachten gedaan. Met een
geavanceerde kleine computer gestuurde robot-camera-tractor werd doorheen een
eerder ontdekt deurtje in de zuidelijke luchtschacht met een steenboor een
andere deur blootgelegd. Wat zich hier achter bevindt blijft alsnog een
raadsel. Het is wachten op het voortzetten van dit boeiende project. Intussen is
dit niet bevorderlijk voor het een halt toeroepen aan allerhande theorieën en verwachtingen
betreffende de grote piramide.
Wordt
vervolgd
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
|