Op de
website van weet-magazine (zie link: http://www.weet-magazine.nl/artikelen/Weet%2010%20-%20Salomo%20en%20David.pdf) vond ik een artikel
van Prof. Dr. Mart-Jan Paul van augustus 2011 dat mijn aandacht trok: DAVID EN
SALOMOS RIJK BESTONDEN ECHT. Het voorwoord luidde: er is veel discussie rond
de koninkrijken van David en Salomo. Sommige geleerden menen dat de Bijbelse
berichtgeving grotendeels een mythe is. Zij nemen aan dat Jeruzalem in Davids
tijd niet meer was dan een dorp op een heuvelrug, zonder stadsmuren. In later
eeuwen zijn de verhalen over de eerste koningen dan steeds meer aangedikt. De koninkrijken
van David en Salomo bestonden echt. Daarna volgen 10 redenen waarom critici de bal
misslaan.
Sommige
van de redenen ter weerwoord aan de critici zijn leerrijk, maar het
hoofdprobleem dat maakt dat seculiere historici het rijk van Salomo tot mythe
verklaren, wordt niet opgelost, namelijk de datering van de archeologische
aardlagen in Israël. Deze aardlagen worden gedateerd aan de hand van de
orthodoxe Egyptologie. In grote lijnen worden de verschillende levels van de
onderzochte stedenheuvels in Israël als volgt gedateerd:
VROEG
BRONS 3000/1900 v. Chr.
MIDDEN
BRONS 1900/1550
LAAT BRONS 1550/1200
IJZER I 1200/930
IJZER II 930/586
Koning
Salomo regeerde rond 1000 v. Chr. en aldus wordt Salomo en zijn bouwwerken in
het IJzer tijdperk gedateerd. In de levels van het IJzertijdperk is echter weinig
of niets terug te vinden dat getuigt van de vele bouwwerken van Salomo zoals de
Bijbel deze uitvoerig beschrijft. En daarom wordt het Rijk van Salomo door vele
historici (terecht?) tot mythe verklaard.
Het is pas
wanneer men de orthodoxe Egyptologie en haar dateringsmethode afwijst en men de
nieuwe tijdsdatering van het revisionisme van de geschiedenis van de oudheid
invoert dat de bouwwerken van Salomo te voorschijn komen. Hierna het
gereviseerde schema met in de rechterkolom de correcte jaartallen voor de
aardlagen:
v. Chr.: v. Chr.:
VROEG
BRONS 3000/1900 1889/1443
MIDDEN
BRONS 1900/1550 1443/1000
LAAT BRONS 1550/1200 1000/860
IJZER I 1200/ 930 860/709
IJZER II 930/586 709/586
De era van
Salomo hoort thuis in het Laat Brons tijdperk. Vooral te Megiddo werkt de
herziening van de datering van de verschillende niveaus voor archeologen openbarend
en worden de bouwwerken van Salomo herkend.
In hetzelfde
gereviseerde model gaat LAAT BRONS tot 860 v. Chr. met de meganatuurcatastrofe
die de oude wereld toen trof. Vanaf 860 v. Chr. tot 709 dateer ik het IJzertijdperk
I, en IJzer II loopt nu van 709 tot 586 v. Chr. Het was een periode met een
cyclus van meganatuurcatastrofes die ongeveer om de dertien jaar plaatsvonden.
Het was ook een periode dat de Assyriërs ten tijde van de koningen Tiglath Pileser III,
Salmaneser V, Sargon II en Sanherib haast jaarlijks campagnes naar het westen
van Klein-Azië uitvoerden, wat iedere keer met de nodige vernielingen gepaard ging. Dat is dan
ook het beeld dat in de archeologische lagen dienaangaande in Israël voorkomt. Wanneer
men in deze aardlagen Salomo moet zoeken krijgt men inderdaad een vals beeld en
zal men snel verklaren dat de Bijbelse berichten betreffende de bouwwerken van
Salomo niet kloppen. Het feit dat seculiere wetenschappers het rijk van Salomo via
de plaatsing ervan in het IJzertijdperk, tot mythe verklaren heeft dus niet
altijd met onwil of ongeloof te maken maar alleen met het feit dat de aardlagen
verkeerd gedateerd werden en als een gevolg daarvan werd Salomo in de verkeerde
lever gezocht.
Dat de
auteur van het artikel de conventionele Egyptologie volgt is duidelijk door
zijn verwijzing naar de Amarna-kleitabletten die door de orthodoxie in de
veertiende eeuw voor Christus gedateerd worden. Het revisionisme van de
Egyptologie heeft deze datering met ongeveer tot zeshonderd jaar op de
tijdsbalk ingekort. Ik zou nu een hele lijst van revisionisten kunnen opnoemen,
mijn werk incluis, maar wens me nu even te beperken tot de Egyptoloog David
Rohl en zijn revisie van de Egyptische koningslijsten. De man is namelijk in
Nederland en België bekend geworden vanwege de aandacht van de E.O. voor zijn
werk. In 1995 zond de E.O. de videoreeks op televisie uit: FARAOS EN DE BIJBEL.
Volgens het werk van David Rohl waren de Amarna-correspondenten in Israël Saul
en David. Het is deze revisie die meer recht doet aan de historische boeken van
de Bijbel en archeologisch gezien veel op zijn plaats zet. Ik verwees op deze
blog al eerder naar het werk van David Rohl met het artikel Het Ebers-papyrus
op 10-01-2014.
Wat de
schrijfkunst betreft, aangehaald door de auteur van het artikel in
weet-magazine, geeft het revisionisme van de geschiedenis van de Oudheid betere
bewijzen. Op dit blog schreef ik op 09-01-2014 een artikel over Oegarit in
Syrië en de vondst van kleitabletten aldaar met spijkerschrift in verschillende
talen beschreven waaronder het oud-Hebreeuws. De stad Oegarit had gereviseerd haar
bloeiperiode ten tijde van de era van David en Salomo. In het orthodoxe model
ging de stad ten onder lang voor de era van Salomo.
De
vergelijking met de enkele potscherven met Hebreeuwse tekens erin gegrift die
de professor aanhaalt zijn als kruimels in vergelijking met de rijkdom aan
materiaal dat in Oegarit ontdekt werd.
De
conclusie moet zijn dat het rijk van Salomo zoals de Bijbel het beschrijft met
veel moeite in het IJzertijdperk te zoeken is en dit alles omdat de orthodoxe
Egyptologie ertoe dwingt om daar te zoeken. Dat vele onderzoekers het als een
gevolg daarvan tot mythe verklaren is te verwachten. Het artikel van Prof. Dr.
Mart-Jan Paul blijft op verschillende onderwerpen leerrijk maar zou pas
volledig zijn indien gehanteerd binnen het juiste tijdskader van het
revisionisme.
Dezelfde
David Rohl die ik aanhaalde weerlegt in zijn studies de Sothis-cyclus van de
Egyptoloog Eduard Meyer. Heel het gefabriceerde bouwwerk met de zogenaamde
opkomst van de Hondsster in Egypte in een veronderstelde Egyptische dubbele
kalender in een veronderstelde cyclus van telkens 1460 jaar is weerlegd. Er is
geen enkele reden meer dat Bijbelgetrouwe onderzoekers nog de orthodoxe
Egyptologie zouden moeten volgen.
De tegenstellingen
die er momenteel nog zijn tussen de verschillende revisionistische onderzoekers
onderling in het herschikken van de Egyptische dynastieën op de tijdsbalk en de
relatie naar tijdgenoten van de faraos in Klein-Azië blijven een hinderpaal. Maar
dit mag geen excuus zijn om nog langer de dateringen van de archeologische
lagen in Israël foutief verankerd aan de conventionele Egyptologie te blijven volgen.
Voor gelovigen is er geen probleem bij het lezen van studies zoals DAVID EN
SALOMOS RIJK BESTONDEN ECHT. Voor een seculiere onderzoeker blijft het
getoonde bewijsmateriaal echter te mager om het Bijbelbericht over de
bouwwerken van Salomo serieus te nemen. En daarom is het werk van het
revisionisme van de geschiedenis van de oudheid zo belangrijk.
Er is geen
verzoening mogelijk tussen de orthodoxe egyptologie en haar rangschikking van
de farao s op een tijdslijn en de Bijbelse historische boeken. Alleen met een
categorisch afwijzen en weerleggen van de zogenaamde Egyptische Sothis-kalender
kan een nieuwe invulling aan de geschiedenis van het oude Nabije Oosten met de
Bijbel als richtlijn gegeven worden.
Met
vriendelijke groet,
Robert De
Telder
|