Het Ebers
papyrus is een document van twintig meter lang en dertig centimeter breed en ruim drieduizend jaar oud; het wordt in de Bibliotheek van de universiteit van Leipzig bewaard.
Het werd in Egypte in 1873 door professor Georg Ebers verkregen die later het
papyrus aan de universiteit schonk. Het document beschrijft vooral ziektes en de
voorgeschreven medicijnen van die tijd. Op de achterzijde van een van de vellen
staat een vermelding naar een soort kalender.
De vermelding
naar een vermeende Sothis-Hondsster-opkomen op een vel van de achterzijde van
het papyrus is de tweede schakel van een lange ketting waarmee de algemeen
aanvaarde chronologie van de Egyptoloog Eduard Meyer, verankerd is.
De eerste schakel
en aanzet voor de orthodoxie was het werk dat CENSORINUS in het jaar 239 AD
schreef. Een boek genaamd DE DIE NATALI ter eren van de verjaardag van
Censorinus broodheer; QUINTUS CAERELLIUS. In dit boek schreef Censorinus dat
in het jaar 139 AD de Hondsster verschenen was op de eerste dag van de maand
Thoth, en dat die dag gelijk viel met 19 juli van de Romeinse kalender. Die dag
zou dus een nieuw Sothis-tijdperk hebben zien aanvangen.
Eduard
Meyer ging er van uit dat de vorige keer dat zulk een heliakaal-opkomen
waargenomen werd 1460 jaar eerder gebeurde in 1317 v. Chr., en daarvoor in 2773
v. Chr. Hij ging daarna op zoek naar geschreven informatie in Egypte waarin
naar een heliakaal opkomen van de Hondsster verwezen werd.
Het
Ebers-papyrus met de vermelding van het opkomen van Sopdet of Hondsster had
zijn aandacht. Eduard Meyer meende in de tekst een verwijzing te kunnen zien
naar een heliakaal opkomen van de Hondsster.
Daarenboven
kon een link met een dan regerende farao gemaakt worden. Het Ebers-papyrus
verwijst namelijk naar het negende regeringsjaar van een farao Zeserkere die
waarschijnlijk Amonhotep I van de achttiende dynastie is. Het jaar 1317 v. Chr. werd
zo verankerd met het negende jaar van Amonhotep III en de overige faraos van
deze dynastie werden eveneens op de tijdsbalk gerangschikt. Dit alles in de
veronderstelling dat er zoiets als een Sothis-periode van 1460 jaar bestond en in
een kalender gehanteerd werd. Het jaar 1317 v. Chr. werd zo de eerste schakel
van de chronologische ketting.
Een
ketting is echter maar zo sterk als haar zwakste schakel. Het is de verdienste
van de Egyptoloog David Rohl en revisionist van de geschiedenis van de oudheid,
dat hij de orthodoxe verbindingsschakel, van de door hen gefabriceerde
chronologie, verbroken heeft. In zijn werk A TEST OF TIME (Chapter 5, The Ebers
Calendar, 1995) maakt hij duidelijk dat het Ebers-papyrus helemaal niet
verwijst naar een heliakaal opkomen van de Sothis of de Hondsster, maar naar de
kroning van de farao die zo een nieuwe kalender wilde inluiden, de
regeringsjarenkalender. Tenminste dat was de intentie van de farao, volgens
Rohl. Hierna de Eberskalender met vertaling.
1. Year 9, under the person of the dual king
Djeserkare, living forever;
2. New Years festival, month III of Shemu, day 9, the
going forth of Sopdet;
3. Tekhy, month IV of Shemu, day 9, the going forth of
Sopdet;
4. Menkhet, month 1 of Akhet, day 9, the going forth
of Sopdet;
5. Huther , month II of Akhet, day 9, the going forth
of sopdet;
6. Kaherka, month III of Akhet, day 9, the going forth
of sopdet;
7. Shefbedet, month IV of Akhet, day 9, the going
forth of sopdet;
8. Rekeh (1st), month I of Peret, day 9, the going
forth of sopdet;
9. Rekeh (2nd) month II of Peret, day 9, the going
forth of sopdet;
10 Renutet, month III of Peret, day 9, the going forth
of sopdet;
11. Khonsu, monh IV of Peret, day 9, the going forth
of sopdet;
12 Khentykhet, month I of Shemu, day 9, the going
forth of sopdet;
13 Ipet, month II of Shemu, day 9, the going forth of
sopdet;
Het
papyrus werd in Egyptisch Hiëratisch schrift van rechts naar links geschreven.
Op het papyrus zijn duidelijk de herhalingstekens vanaf lijn drie te merken, waar
in lijn twee the going forth of Sopdet vermeld staat. Dit gegeven is in
tegenspraak met de orthodoxe verklaring voor dit papyrus. De orthodoxie zoekt
een melding van een eenmalig opkomen van de Hondsster terwijl het Ebers-papyrus
een opkomen voor iedere maand opgeeft, wat in geval van de Hondsster niet
mogelijk is aangezien deze slechts eenmaal per jaar verschijnt. De conclusie
is, dat de hele constructie/fabricatie waar de orthodoxie de Egyptische
dynastieën op de tijdsbalk mee rangschikt, fout is. Met
een beetje ironie, eigen aan de Britten, merkt Rohl tot slot het volgende op:
So, I cast off the tethering rope of Egyptian history from this long used but now
corroded and insecure anchor..
Dat het
hanteren van het Ebers-papyrus om het begin van een nieuw Sothis-tijdperk te
bewijzen, fout is, leerde Cecil Torr al in 1896 AD toen deze Egyptoloog zijn boek
Memphis en Mycenae publiceerde, waarin deze met zijn tijdgenoten in discussie
trad over de Sothis-datering. Zijn publicatie werd in 1988 opnieuw uitgegeven
door ISIS in het Verenigd Koninkrijk. Hierna volgt het relevante gedeelte met
Torrs commentaar betreffende het Eberspapyrus. Hij maakt duidelijk dat de
Egyptische jaarkalender ten tijde van Amonhotep, een jaar van 360 dagen telde
en men aldus wanneer men een huidig zonnejaar van 365,25 dagen in een kalender
die op 360 dagen gebaseerd is, inleest, tot foute bevindingen komt.
Memphis and Mycenae, Cecil Torr, Chapter IV, Egyptian
Chronology: The Calendar, etc. ISBN 0 9513811 0 5
In a calendar, written on the back of a papyrus, the
rising of the dog star is placed on day 9 of month 11 in year 9 of king
Ser-ka-Ra. This is presumably Ser ka Ra Amen-hetep of Dyn. 18; and he came to
the throne in 1249 at latest. Had there been 365 days to the year, day 9 of
month 11 would have been 57 days from day 1 of month 1 in the year after; and
then year 9 of king Ser ka Ra would have been assignable to 1550 BC, that being
four times 57 years before 1322 BC, the supposed date of the rising of the dog
star on day 1 of month 1. But this calendar proceeds from day 9 of month 12 to
day 9 of month 1 just as it proceeds from day 9 of any other month to day 9 of
the next; so that it clearly is intended for the year of 360 days with twelve
months of thirty days apiece and nothing added. And thus it will not serve to
fix the date of king Ser ka Ra Amen-hetep, as there is nothing to fix the date
at which the dog star rose on day 1 of month 1 in these years of 360 days
apiece.
Tot slot
merkt Cecil Torr het volgende op betreffende de Sothis- dateringsmethode:This all looks as though the cycle was invented by
the later Greeks at Alexandria. Nor is there anything to indicate that it was
known to the Egyptians in earlier times; no mention of it being found in their
inscriptions or papyri, though occasionally these note the rising of the
dog-star.
Conclusie:
de dateringsmethode van de orthodoxe Egyptologie is onderuit gehaald en de
schikking van de Egyptische dynastieën op de tijdsbalk zal nu moeten gebeuren
via andere ankerpunten. De historische boeken van de Bijbel bevatten zulke
ankerpunten.
Met vriendelijke
groet,
Robert De
Telder

|