Wij reizen om te leren.

01-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willemstadroute

Knooppunten met afwijkingen: 29 -24 -71 -25 -28 -27 -11 -12 -32 -42 -41 -30 -23 -29 = +/- 40,1 km. Parkeren: Lantaarndijk, aan de rotonde.

 

Zaterdag, 4 augustus 2018. Het is 08:20u en de temperatuur duidt al 29°C aan. We zijn begonnen aan onze tweede hittegolf deze zomer. Dagen van boven de 30°C zijn geen uitzondering meer. Iedereen snakt naar een verfrissing. Liefst koel water. Wij trekken noordwaarts, naar de provincie Noord-Brabant, meer bepaalt naar Willemstad. Een prachtige vesting die omgeven is door water. Daar waar de Volkerak en Hollandsch Diep elkaar ontmoeten. Het zal er beslist koeler zijn dan hier.

We plaatsen de auto op de bekende parkeerplaats en brengen eerst een bezoek aan de Belgische erebegraafplaats (hoek parking/Lantaarndijk). Op deze militaire begraafplaats liggen 159 Belgische soldaten begraven. De meesten, 134, waren krijgsgevangenen van de Duitsers en werden per schip naar gevangenkampen vervoerd. Zij kwamen om toen hun schip, de Rhenus 127, op het Hollandsch Diep op 30 mei 1940 op een mijn liep. Later werden hier op de begraafplaats nog 25 andere Belgische militairen begraven die elders waren gesneuveld.

We houden de begraafplaats rechts van ons en volgen meteen knooppunt 29. We fietsen richting vuurtoren in de Lantaarndijk. De Willemstadse vuurtoren dateert uit 1947 en heeft geen functie meer bij het begeleiden van het scheepvaartverkeer op het Hollandsch Diep. We komen bij de parking van de jachthaven. De moderne jachthaven 'De Batterij' heeft maar liefst 215 ligplaatsen op een steenworp van de historische en sfeervolle vesting Willemstad. We fietsen voorbij de grote kledingwinkel met bescheiden VVV-kantoor.

 

Na de bocht, op de Hellegatsweg, zien we rechts de 'Volkerak' stromen, die ontstaan is bij de Sint-Elisabethsvloed in 1421, waarvan ook het Hollandsch Diep nog een restant is. Tussen het Volkerak en het Hollandsch Diep werden in 1967 de Volkeraksluizen gebouwd en in 2008-2010 vervangen. Een complex van drie schutsluizen voor de beroepsvaart naast elkaar, vier spuisluizen en een jachtensluis. De Volkeraksluizen zijn Europa's grootste en drukst bevaren binnenvaartsluizen met ruim 400 doorgaande schepen per dag. 

 

Aan knooppunt 29 verlaten we onze route en blijven rechtdoor onder de A59 de Maltaweg  volgen. We fietsen voorbij de Anthoniegorzen. Een populaire plaats voor vogels. Een betonnen trap met enkele treden brengt ons bij een groen geschilderde deur waarachter een betonnen, overdekte ruimte is. We kunnen een kijkje nemen. Op ooghoogte zitten openingen en geven een weids uitzicht. Het is winderig maar het uitzicht is spectaculair. Vogels zien we niet. Ze zijn slimmer dan wij en hebben ergens een plekje gezocht in de schaduw. 

 

We rijden verder aan het kruispunt naar rechts en volgen het bordje 'Fort Sabina'. Fort Sabina is het best bewaarde geheim van West-Brabant. Maar liefst dertien hectare groot, met een unieke Napoleontische vierkante stenen toren, 'tour modèle no 1, onderaardse gangen en een kazerne. Napoleon liet het fort in 1811 bouwen als onderdeel van de kustverdediging tegen de Engelsen. Tijdens WOII werd het fort gebruikt als schuilplaats door de inwoners van Heyningen. Thans biedt het fort ruimte aan evenementen, voorstellingen en aan 'Bistro de Kletsmajoor' met terras.

 

Aan de ingang van het Fort Sabina staat een gedenksteen die herinnerd aan de nacht van 21 op 22 januari 1945 toen ganzen alarm sloegen door luidruchtig te gakken. Er slopen mensen rond in de buurt van het haventje nabij het fort. Een vijftiental Duitse commando’s waren met boten vanaf Goeree-Overflakkee het Volkerak overgestoken om krijgsgevangenen te maken. Na een kort maar hevig vuurgevecht moesten de Duitsers zich terugtrekken maar slaagden er toch in om twee Canadezen gevangen te nemen. Eén van hen raakte zwaar gewond tijdens zijn gevangenneming. Hij overleed nog diezelfde nacht op 21 jarige leeftijd. Het was de eerste en de laatste keer dat Fort Sabina werd aangevallen in zijn geschiedenis die teruggaat tot 1811. 

Na ons bezoek rijden we terug naar knooppunt 29 en slaan rechtsaf. Vanaf dit knooppunt maken we een tocht van 6,4 kilometer tot aan knooppunt 24 met prachtige vergezichten die onderbroken worden door de enorme windturbines die langzaam draaien. Ondanks de hitte van de afgelopen weken en de aanhoudende droogte kleuren de talrijke landbouwgronden nog groen. De oorzaak ligt bij het water dat hier steeds in de buurt is.

Bij de bocht naar links zien we voor ons de betonnen muren van 'Fort De Hel'. In 1748 werd op deze plek het allereerste fort gebouwd met de naam 'Anna'. In 1793 werd de naam veranderd in Fort Carolina, maar het fort was toen al vervallen. De Fransen bouwden dan hier in 1811 Fort l'Enfer voor de verdediging van Willemstad om een eventuele Engelse invasie te voorkomen. Binnen het fort werd een vrijstaande stenen toren gebouwd van het zogenaamde “tour-modèle no 3” waarvan er nog maar drie in Nederland zijn. De toren bood plaats aan veertien manschappen en 9500 kg buskruit. In 1813 kreeg het fort zijn huidige naam. Op 14 mei 1940 was het fort meer dan 120 man sterk toen het door de Duitsers werd aangevallen en door hen werd ingenomen. In 1961 eindigde het militaire gebruik. Vanaf 1994 wordt het fort verhuurd aan de stichting 'Vrienden van de Hel', die er een kunstatelier vestigen. Er worden tevens culturele activiteiten georganiseerd.

 

We fietsen ondertussen verder langs Helwijk. Een dorp in de gemeente Moerdijk dat vernoemd werd naar Fort de Hel. We komen niet door het centrum en fietsen even later rechtsaf over de A59. Vervolgens fietsen we zuidwaarts, evenwijdig met de A4. We rijden langs Heyningen, een dorp van de gemeente Moerdijk. We wijken even af van onze route. We fietsen op de Oude Heyningsedijk en ter hoogt van huisnummer 46 slaan we rechtsaf in de Hoge Heyningsedijk. Onmiddellijk links aanhouden aan de Y-splitsing in de Veluwestraat tot nummer 2. Het dorp heeft veel te lijden gehad door de watersnoodramp van 1953. Er vielen 76 slachtoffers of zowat 10% van de bevolking van toen. Deze woning in de Veluwestraat 2 is een volledig gerestaureerde 'geschenkwoning'. Destijds werden noodwoningen geschonken door de Zweedse regering om een oplossing te bieden voor het grote aantal daklozen dat Nederland kende na de ramp. Een hele stap vooruit qua comfort; want de noodwoning bleek voorzien van een douche. Een luxe in de jaren vijftig. De watersnoodwoning kan vrij bezocht worden. De woning herbergt een permanente tentoonstelling over de stormramp. Op de computersite wordt vermeldt dat het huis op dinsdag open is vanaf 14:00u. Een andere site laat verstaan dat de deur alle dagen open is.

Doordat we fietsen hebben we wat wind die ons verkoeling brengt. Er is voldoende zuurstof in de lucht. Het fietsen gaat ondanks de hoge temperatuur ons goed af. De onbedekte lichaamsdelen worden rijkelijk met een factor 50 ingesmeerd. Momenteel rijden we nog vaak in de blakende zon. Op tijd water drinken dus om het lichaam af te koelen en onze pet op.

We rijden terug tot aan de Oude Heyningsedijk en slaan rechtsaf en fietsen over de A4.

Aan de volgende straat rechtsaf tot knooppunt 24. We bevinden ons in Zevenhuizen, een buurtschap van de gemeente Moerdijk. Rechtsaf om knooppunt 71 te volgen voor 3,6 km tot Dinteloord. Als we weer over de A4 rijden fietsen we op de Postbaan tot bij de rotonde. Rechtdoor en over de 'Dintel'. De rivier vormt de benedenloop van de rivier de Mark. Ze werd in de beginjaren van de 19e eeuw met sluizen afgesloten en sindsdien kent het water geen getij meer. Na de volgende bocht wijken we even af naar rechts en rijden door Sasdijk. Rechts zien we de jachthaven van Dintel.

 

Na ons bezoek keren we terug om knooppunt 71 te volgen. We zijn dan in Dinteloord. Een dorp in de gemeente Steenbergen. Aan knppnt 71 staan enkele banken in de schaduw van de Wilhelminaboom. Een ouder koppel picknickt er en we vragen beleefd of we ook bij hen mogen plaats nemen. Geen probleem. Even wordt er over en weer gepraat want we willen van elkaar weten vanwaar we komen en naar waar we fietsen. We hebben ongeveer al 30 km in onze kuiten zitten. Het koppel naast ons komt van Goeree-Overflakkee. We wijken af van onze route en maken een kleine omweg door het dorp. Bij knooppunt 71 rijden we rechtdoor de Westvoorstraat in en houden het water links van ons. Rechtdoor tot aan het voormalige Raadhuis dat te herkennen is aan het torentje met uurwerk. Het gemeentehuis is in 1830 in gebruik genomen. In november 1944 is het gebouw beschadigd door een bombardement. In 1946 is begonnen met de restauratie die in 1949 is voltooid. Tot de gemeentelijke herindeling van 1977 heeft dit gebouw als gemeentehuis dienst gedaan. We komen bij de Nederlands Hervormde kerk. De eerste steen is gelegd op 15 april 1693. Het ontwerp is van bouwmeester en architect Van Swieten. Het wapen is van de Heer van Princeland, koning-stadhouder Willem III. In november 1944 is de kerk door een bombardement grotendeels verwoest. In 1948 is de kerk herbouwd. 

 

Voor het Raadhuis linksaf en de eerste straat rechtsaf is het Raadhuisplein. We fietsen tot het eind van de parking bij het monument. Op 4 november 1944 wachten de inwoners van het dorpje Dinteloord op hun bevrijders. Maar in plaats daarvan voerden geallieerde bommenwerpers een bombardement uit op de vermeende stellingen van de Duitsers. Tientallen woonhuizen en drie kerken werden verwoest of zwaar beschadigd. Bij het bombardement kwamen meer dan 45 inwoners om. Op het Raadhuisplein staat het bevrijdingsmonument dat is opgericht ter nagedachtenis aan alle Dinteloorders die tijdens oorlogshandelingen zijn omgekomen. Naast het monument werd een 'luisterplek van de Liberation Route Europe' geplaatst, met het verhaal van het bombardement. De Slag om de Schelde. De haven van Antwerpen was voor de geallieerden van groot strategisch belang. Ze konden die pas in gebruik nemen als ook de oevers van de Schelde en de toegangswegen daarheen vrij waren van Duitse troepen. Daardoor woedde hier in De Slag om de Schelde de oorlog in al zijn verschrikkingen. Met alle gevolgen voor militairen en burgers. Op 4 november 1944 zijn de inwoners van Dinteloord in afwachting van hun bevrijders. Maar geheel onverwachts bombarderen de geallieerden het dorp. De bevrijding komt uiteindelijk, maar Dinteloord is verwoest en treurt om de vele slachtoffers.  

Op de algemene begraafplaats aan het Zuideinde, over de apotheek, en op de Rooms Katholieke begraafplaats aan de Oostgroeneweg liggen de graven van de vele slachtoffers van het bombardement en vinden we de monumenten ter herdenking van de gevallenen. Het gemeenschappelijke graf is gerenoveerd. In de plantenbak zijn kolommen geplaatst, vijftien stuks ruw afgebroken. Zij symboliseren de abrupte levensbeëindiging, in de herfst van 1944, van deze vijftien oorlogsslachtoffers. De Oostgroeneweg bereiken we als we de Zuideinde blijven volgen tot het eind. Linksaf op de Oostgroeneweg tot aan de begraafplaats rechts van ons.

 

Op de Noordzeedijk hebben we een prachtig mooi groen uitzicht in 360°. Het is een lange ééntonige baan maar het prachtige landschap maakt dat allemaal wel goed. Ze brengt ons door het Prinsenland. Een dorp in de gemeente Steenbergen. Een paar honderd meter voor Stampersgat fietsen we door een industriezone. Links van ons zien we fabriek “Suiker Unie”. De fabriek verwerkt de suikerbieten tot kristalsuiker gedurende de jaarlijkse bietencampagne van ongeveer half september tot half januari. Het product wordt opgeslagen en aan afnemers geleverd in de gevraagde verpakkingsvorm. Rechts is het bijhuis waar eerst de bieten worden verwerkt.

 

Bij knooppunt 25 rijden we Stampersgat binnen. Een klein dorp van Halderberge, vlakbij de rivier Dintel dat enorm veel werk aanbiedt door de nabijheid van de industriezone die het gebied domineert. Rechts werd in het voetpad een inham gemaakt met twee rustbanken. Daar tussenin werd een maquette geplaatst op een ijzeren sokkel. Het is een kunstwerk van Adri Legierse met een gedicht van Nell van den Aarssen: “Stampersgat dicht aan de Mark en watertoren, een klein kern waar pit in zit en dat blijft je steeds bekoren, waar de spontane hartelijkheid en eenvoud is gebleven, in dit sympathieke dorp is het goed leven”.

Een betonnen trap leidt naar een grote waterplas waar het heerlijk toeven is. Links zien we de reusachtige watertoren van Stampersgat die gebouwd werd in 1952. Hij heeft een hoogte van 41,45 meter en het waterreservoir is 900 m³.  Sinds 2009 is de toren in gebruik als woning met een Art Gallery.

Als laatste houden we halt bij de Martelaren van Gorcumkerk van Stampersgat. Deze kerk werd in 1924 ingewijd en verving een noodgebouw uit 1899, dat sinds de stichting van de parochie in gebruik was. Het monument “Samenspraak” vlakbij trekt onze aandacht. Het is een bronzen creatie van Caroline van Lange dat werd onthuld op 31 augustus 2002. Wat verder in de Dennis Leestraat verlaten we reeds het centrum van Stampersgat.  

 

Vanaf knooppunt 27 fietsen we over een smal asfaltpad, dat meestal is afgeboord met loofbomen waardoor we meestal in de schaduw kunnen fietsen. Onderweg pauzeren we aan een opgemaakte tuintafel met stoelen waarop de eigenaars dikke kussens heeft gelegd. Je zou denken dat ze het voor zichzelf gedaan hebben maar een bordje: “Vrij fietsers rustpunt” nodigt ons echter uit voor een adempauze. Zelfs een asbak werd voorzien. We drinken een (plastiek) glas water met bubbels en denken dat het champagne is. Gezellig, even uit de hitte.

Enkele pedaaltrappen verder stoppen we bij een laagstam fruitplantage. De appels hangen rijkelijk in trossen aan de kreunende takken. Ondanks de droogte en de aanhoudende hitte lijkt het alsof deze plantage er geen last van heeft. Of zou de fruitboer gesproeid hebben? Veel moeite is dat niet door de naburige waterlopen en vijvers. Er hangen misschien minder vruchten aan of ze zijn wat kleiner dan andere jaren, wie zal het zeggen?

 

Net over het viaduct links, achter boerderij Mariahoeve, is op maandag 18 september 1944 te 14u30 een Engelse Glider neergekomen. De neergekomen Glider werd boven het Zeeuwse kustgebied door Flak (luchtdoelgeschut) getroffen. Het toestel werd vrijwel onbestuurbaar en het trekkende vliegtuig moest de kabel verbreken. De Glider maakte een noodlanding bij Fijnaart. Het toestel landde achter de boerderij de Mariahoeve en de militairen waren ongedeerd. In een vuurgevecht met de Duitsers zijn nadien twee militairen gewond geraakt. Een daarvan was zwaargewond en bezweek vier dagen later aan zijn verwondingen. De andere militairen werden gevangen genomen en afgevoerd naar Duitse kampen. Zij hebben de oorlog overleefd. We bereiken het buurtschap Oude Stoof dat in de voormalige gemeente Hontenisse lag, nu Hulst genaamd. Het telt ongeveer twintig à dertig huisjes.

 

Bij knooppunt 42 vinden we links de crashlocatie van een Canadese lichte bommenwerper, een Boston. Het 418 squadron van de RCAF, gestationeerd op vliegveld Debden in Engeland, kreeg de opdracht om in de nacht van 12 op 13 april 1942 de vliegbasis Gilze-Rijen van de Luftwaffe aan te vallen. Na het afwerpen van zijn bommenlast, werd de Boston Z2210 op de terugweg naar Engeland neergehaald door Duits afweergeschut. De drie bemanningsleden wisten bijtijds met hun parachute uit het vliegtuig te springen en kwamen ten zuiden van Klundert min of meer veilig op de grond. Ze werden krijgsgevangen genomen en hebben in verschillende kampen de oorlog overleefd.

 

We rijden Klundert binnen. De vestingstad werd al vroeg in haar geschiedenis geplaagd door rampen. Rond 1250 ontstond het dorp ‘Die Overdraghe’ aan een riviertje met dezelfde naam, tussen de Mark en het Hollandsch Diep. Toen het riviertje verzandde werd De Niewervart gegraven. Later werd daaraan De Clundert toegevoegd. In 1420 brandde de stad af en het jaar daarop overstroomde het gebied tijdens de Sint-Elisabethsvloed. In 1944 werd Klundert door terugtrekkende Duitse troepen in brand gestoken. Net enigszins hersteld, overstroomde in 1953 90% van haar grondgebied. Momenteel is er weinig volk op straat. Zouden ze hier een siësta houden? De Sint Johannes de Doper werd in 1890 in gebruik genomen. In 1944 raakte ze bij oorlogshandelingen beschadigd maar werd in 1947 grondig hersteld. Vanaf 23 juni 2013 werd het gebouw aan de eredienst onttrokken. In 2016 verkocht men het gebouw aan Stichting Cultureel Klundert. Het jaar daarop heeft de nieuwe eigenaar de kerk omgebouwd tot een Bistro. In de inkom werd rechts nog een kleine gebedsplaats voorzien. Op een altaar staat Maria met kind. Een kleine bank is voorzien om te knielen. Enkele kaarsen brandden en geven de sfeer weer van vervlogen tijden. Als we de voormalige kerk betreden zien we dat een enorme lange toog links voor de muur werd geplaatst. Tegen de wand werden open kasten aangebracht met de nodige glazen en flessen. Tafels en stoelen vormen nu het interieur. De kleurige glas-in-loodramen getuigen nog van een katholiek leven. De keuken bevindt zich in de aanpalende pastorie. We zetten ons buiten onder een parasol voor een welverdiende Duvel verfrissing.

 

Vanaf 1581 werd het vestingstadje Klundert voorzien van drie poorten waaronder de ‘Zevenbergsepoort’ die naast de haven lag. Van de poort is niets meer te zien maar het kanaal nog wel. Het water staat laag en kleurt groen van de algen. Verschillende stijlvormige bruggetjes overspannen het water. Rechts van ons bevindt zich de bibliotheek dwars op het water. Klundert biedt nog verschillende bijzondere bezienswaardigheden zoals de Nederlandse Hervormde kerk en de eerste gemeenteschool. De allereerste kerk werd afgebroken in 1618. De volgende kerk werd betaald door prins Maurits en in gebruik genomen in 1620. In 1737 echter brandde deze kerk af en in 1740 herrees een nieuwe kerk uit de grond. Ook in 1944 ging de kerk in de verwoestende vlammen op. De vierde kerk werd gebouwd in 1952 met de stenen van de oude kerk. Het witte gebouw op nummer 24 was in 1579 de eerste gemeenteschool van Klundert. Een gedeelte van de uitbreiding uit 1885 is er nog: het verenigingsgebouw ‘De Ring’. Nu is het gebouw opgedeeld in enkele woningen.

 

Na knooppunt 41 fietsen we langs het buurtschap Noordschans. Ze bezit een jachthaven met 650 ligplaatsen. Eens we links afgeslagen zijn fietsen we links van het Natuurgebied Buitengorzen langs de Noord-Brabantse oever van het Hollandsch Diep. Het betreft daar vooral weilanden, natte ruigten en rietvelden. Ons volgende gehucht is Tonnekreek met ongeveer zestig inwoners. Het is een L-vormige straat die in de polders is gelegen. Het gehucht stond tijdens de watersnood van 1953 onder water.

 

Verderop, aan de fameuze grote camping bevond zich Fort Bovensluis, een voormalig verdedigingswerk uit 1862 en verbouwd in 1888, bedoeld om ook Fort Sabina te beschermen. In 1953 werd het fort verkocht en diende een hele tijd als aardappelkoelruimte. In 1965 werd de vesting een familiecamping met restaurant en binnenspeeltuin. We blijven verder trappen en houden halt bij de aangelegde groene piramideheuvel met betonnen koepel. Een infobord legt uit: “Dit land-art kunstwerk, genaamd De Wachter is in opdracht van het Hoogheemraadschap van West-Brabant vervaardigd door Marius Boender. Aanleiding voor de opdracht vormde de voltooiing van het dijkverbeteringsproject Willemstad-Geertrudenberg. Het bevindt zich precies op de plaats waar de dijk in 1953 doorbrak. Op vrijdag 31 augustus 2001 werd het kunstwerk vrijgegeven. Het is vrij toegankelijk.

 

Voor we Willemstad binnenrijden blijven we staan voor het infobord van gecrashte Belgische Spitfire op vrijdag 3 november 1944. Die dag moesten enkele piloten een Duits geschut aanvallen in de omgeving van Klundert. Rond elf uur die ochtend vlogen de Spitfires vanuit België naar het noorden. Ten zuiden van Klundert werden onder meer een Duitse tank en verschillende militaire voertuigen aangevallen. De Duitsers beschoten de Spitfires met hun luchtdoelgeschut (de zogenaamde FLAK) en twee vliegtuigen werden neergeschoten. Een daarvan was het toestel van Paul Decroix. Hij werd gevangen genomen door de Duitsers en belandde in het krijgsgevangenkamp te Polen. Decroix overleefde de oorlog.

We bereiken het centrum van Willemstad en de bedoeling was om een wandeling in het centrum te maken, maar door de felle hitte zien we ervan af. We gaan nog iets verfrissend drinken en rijden naar huis.
























01-04-2019 om 16:40 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
18-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vichteroute

Fietsknooppunten: 96 -25 -98 -85 -93 -99 -9 -73 -68 -71 -86 -66 -84 -67 -21 -31 -13 -3 -6 -46 -45 -44 -56 -52 -65 -14 -96 = 43,5 kilometer.

Dinsdag 21 augustus 2018. Half acht, het is reeds 20°C. maar licht bewolkt. We rijden vandaag naar de provincie West-Vlaanderen voor een fietstocht door de Leiestreek met een ontbijt vooraf. De kinderen en kleinkinderen gaven ons een bongoboekje cadeau met verschillende adresjes. Wij kozen voor B&B ‘De Zoete Kers’ dat gelegen is aan de rand van het schilderachtige Wakken. Een dorp omringd door wandel- en trekpaden, halverwege Gent en Kortrijk. Het is een groene hoeve die enkele jaren geleden werd omgebouwd tot een B&B. We hoefden niet eerst een overnachting te boeken om van een stevig uitgebreid continentaal ontbijt te genieten. Gewoon een afspraak maken was voldoende om een flinke dosis energie op te slaan. Als welkomstdrankje werd een glas cava aangeboden. In het midden van de tafel stond een mand met een broodassortiment zoals wit, volkoren en pistolets. Ook een bord met kaas en fijne vleeswaren, verschillende confituren of gewoon choco, siroop en honing stonden uitgestald op tafel. Koffie werd in een thermoskan aangeboden en een theekannetje voor moeder de vrouw werd binnen handbereik geplaatst. Het was top.

Verzadigd rijden we met de auto verder naar Vichte, een deelgemeente van Anzegem. Het dorp Vichte is een toeristische regio die het verloop volgt van de Leie van Kortrijk tot Gent. Om 10u20 staan we op de parking in de Kerkdreef te Vichte, vlakbij de Oude Kerk. Hier hangt nog een hardnekkige mist doordat de wind volledig is weggevallen. Hopelijk komt de zon erdoor. We houden uit voorzorg maar onze trui aan. Op de fiets heb je altijd wel een beetje wind. We bevinden ons vlakbij het wandelnetwerk ‘Land van Streuvels’ waar men kan kennismaken met het glooiende landschap zoals Stijn Streuvels het in zijn romans omschreef. De wandelknooppunten zijn hier ook al ingeburgerd.

We beginnen onze fietstocht rond de kerk omdat we niet goed weten welke kant we uitmoeten. De Sint-Stephanus en Sint-Theodonicuskerk, een typische plattelandskerk, werd rond 1100 gebouwd als bidplaats voor de onderdanen van de heren Van der Vichte. Aan de westzijde was het gebouw afgesloten door een klokkenmuur. Deze eerder Franse bouwwijze valt te verklaren door de aanwezigheid op de linkeroever van de Vichtebeek van monniken uit de abdij van de ‘Gulden Berd’ te Reims. In de veertiende eeuw werd het kerkje omgebouwd tot kruiskerk. Het mooie portaal met deuromlijsting in Vlaamse barok kwam er in 1779. Omdat ze te klein werd, besloot men in 1962 in Vichte een nieuwe parochiekerk op te trekken. De Oude Kerk kreeg een nieuwe bestemming als bibliotheek en vormt sinds 1996 het decor voor concert- en expositieruimte.

We houden de Oude kerk rechts van ons en fietsen langs de Kerkdreef tot het eind. Rechtsaf op de Vichteplaats. Recht voor ons is café ‘Den Hert’ van Verhaeghe. Bij de hoge bomen werd een infobord geplaatst. “Vichte heeft een rijk verleden dat nog spreekt uit de overgebleven stenen getuigen. Op het einde van de elfde eeuw schonk de graaf van Vlaanderen Robrecht II aan zijn ridder Goswin een mooie partij bos in leen, gelegen op de rechteroever van de ‘Fluviolum Fifta’ of Vichtebeek. Omstreeks 1100 bouwde Goswin er een bescheiden kasteel. Het Oud Kasteel was bijna zes eeuwen lang het hoofdkwartier van het geslacht van der Vichte. Het oudste gedeelte is te situeren aan de achterzijde van het bestaande gebouw. Bij de brug die naar de binnenplaats leidt springt de merkwaardige toegangspoort meteen in het oog. Op de zijgevel van de vijftiende eeuwse schuur prijken de wapenschilden van Vichte en Vichte-Wielant die verwijzen naar de toenmalige heer en vrouw van Vichte. Naar verluidt was Karel V, de vermaarde keizer Karel, hier ooit te gast. Vanaf de zeventiende eeuw werd het kasteel verhuurd. Later kwam het in handen van de familie Verhaeghe, die het nog altijd bewoont.” Alhoewel het kasteel niet toegankelijk is voor publiek gaan we toch langs het brede kasseipad tot over de slotbrug voor een paar sfeerfoto’s. De tuin van de binnenplaats is prachtig aangelegd en heeft totaal niet te leiden van de droogte.

Terug naar café ‘Den Hert’, linksaf en nemen de tweede straat links in de Kerkdreef. In de bocht van de Kerkdreef staat de oude hoge wegkapel , opgedragen aan de Heilige Joseph in 1931 op de plaats van een oudere kapel die gebouwd werd, volgens opschrift, in 1877. De deur staat open en we werpen een blik op het interieur. De muren zijn bekleed met faiencetegels. Op een altaar werd een groot houten beeld gezet van Sint-Jozef met kind. Op het ijzeren hek werden paternosters opgehangen.

Op deze plaats zien we dat we in de verkeerde richting rijden. We hadden eerder moeten afslaan. We hadden het niet gezien. Terug tot een pad rechts ons in Kasteelpad loodst en knooppunt 96 aanwijst. Op de hoek werd verticaal een hoge ijzeren plaat neergepoot met een gedicht van Stijn Streuvels. Voor de spoorwegtunnel liggen koeien te grazen naast een ‘krater’ die gevuld is met regenwater. Of het een bommenkrater is laten we in het midden. We moeten onder de spoorweg tot het eind. We fietsen langsheen het ‘Koopcentrum Molecule’. Eens uit het centrum van Vichte wordt het landschap lichtglooiend. Af en toe nemen we een extra ondersteuning om heuvelop te geraken. Het prettige ervan komt achteraf. Dan laten we onze fiets de vrije loop met de vingers klaar om af te remmen. We houden het voorzichtig. In de bochten vertragen en niet te kort achter elkaar hangen. Voorkomen is beter dan genezen. In de Neerkouter rijden we op een smalle asfaltweg waar we omringd worden door hectaren landbouwgronden met voornamelijk maïs- en aardappelvelden. In de verte duikt weer bebouwing op. 

Na knooppunt 98 naderen we Otegem. Het landschap is groen. Zo te zien hebben ze hier geen of bijna geen last van de droogte gehad. We genieten onderweg van prachtige, heuvelachtige vergezichten. Zelfs door de mais, die blijkbaar van hoogte staat, moeten we niets missen van het landschap. De zon laat zich nog altijd niet zien maar de bewolking of mist begint op lossen. Het verschil is te voelen in de temperatuur. Onze trui verdwijnt in de fietstassen. Sommige akkers kleuren bruin. Het rijpe koren werd onlangs afgereden. Links, in de verte, zien we de vierkante spitse kerktoren van Tiegem tussen een rij bomen. Rechts van de toren prijkt de romp en wieken van de ‘Bergmolen’ van Tiegem. Prachtige beelden die je niet vaak meer in Vlaanderen tegenkomt.

We moeten door het centrum van Otegem dat een deelgemeente is van Zwevegem. Op de Otegemplaats staat de Sint-Amanduskerk op het hoogste punt van het dorp. De Sint-Pietersabdij van Gent laat in 1788 de huidige kerk bouwen op de plaats van de in 1776 afgebroken oude kerk. Ze werd pas voltooid in 1796. Tegen de koormuur staat de stenen calvarieberg uit 1789. De glasramen dateren tussen 1895 en 1955. De kerkpoort staat open voor bezichtiging maar we worden tegengehouden door een glazen wand. Links is een kapel waar je wel binnen mag, om te bidden of een kaars te branden. Het is een mooie kerk. Het interieur is onvoorstelbaar. Naast de kerk prijkt het bronzen beeld van Jef Planckaert. Hij werd geboren te Poperinge op 5 mei 1934. Jef Planckaert was een beroepswielrenner van 1956 tot 1965 en in de jaren van 1960 werd hij aanbeden als held in de Ronde van Frankrijk en vele wielerklassiekers. Hij overleed alhier in Otegem op 22 mei 2007 na een slepende ziekte. Naast het beeld van Jef Planckaert werd het monument 14-18 en 40-45 opgericht. Aan de overzijde staat het ‘gouden’ Heilig Hartbeeld in een plantsoen.

We verlaten het centrum van Otegem en moeten al vlug een omweg maken omdat een vrachtwagen de weg verspert over de volledige breedte van de rijweg. Een grijpkraan maakt de gracht terug open die bijna dichtgegroeid is. Ook aan de andere zijde is een gracht en we kunnen er niet langs. Een omleiding is niet voorzien. Dan maar op eigen houtje. Eerst rechtsaf, dan links en aan de volgende straat weer een bord dat wijst dat de straat is afgesloten. We zitten juist en vervolgen ons knooppunt 85. Het barst hier van de schilderachtige taferelen. We genieten van mooie vergezichten onder een mooie strakke blauwe hemel. Dit is genieten. De foto’s zijn ook mooier nu de zon schijnt. Hier doe je inspiratie op als kunstschilder, beeldhouwer of dichter. We komen gelijk tot rust. Tussen twee akkers spotten we een vierkante kapel die  omgeven wordt door een haag. Het rode pannendak steekt er net boven uit. Ons Rina trekt er te voet naar toe. 150 meter de akker in voor foto’s. het interieur kan ze door de deurraam fotograferen. Twee grote gekleurde beelden staan achter glas in een nis. Bloemen en kaarsen sieren de kapel op. Wat verder spotten we weer een kapel tussen twee akkers. We nemen deze keer van ver een foto. Boven de kruinen van de vele bomen steekt de kerktoren uit van Avelgem. De wind brengt het geluid mee van de klokken die net het middaguur luiden. Vlak voor het centrumbord zien we nog een kleine gemetselde wegkapel.

Op het kruispunt voor de kerk zien we een bruin bordje met de mededeling dat er rechtsaf de Tondeelmolen staat. Er wordt echter niet vermeld hoe ver of waar de molen staat. We wagen het erop. Rechtsaf tot het eind. We staan voor een straat die opengebroken ligt. Een laag asfalt werd verwijdert en nieuwe rioolbuizen liggen op het voetpad te wachten tot ze ingegraven worden. Aan de overzijde werd het voormalige station gebouwd in 1924 ter vervanging van een station uit 1869 dat tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar werd beschadigd. Het stationsgebouw wordt momenteel gebruikt door het Gemeentelijk Atelier voor Visuele Kunsten van Avelgem. Van een bordje dat een molen aangeeft zien we niets meer. Een toevallige voorbijganger weet ook niets van over molen in de buurt. Ons Rina wandelt tot voorbij het oud-station en speurt de skyline af. Niets dat op een romp of op wieken lijkt, zover ze kan zien. We draaien terug en vervolgen onze weg naar de kerk van Avelgem.

Avelgem is een dorp dat ligt tegen de grens van Oost-Vlaanderen en Henegouwen. Het is tevens de gemeente waar Stijn Streuvels, in zijn jonge jaren – en nog onder zijn echte naam Frank Lateur – bakker was. De huidige Sint Martinuskerk werd opgetrokken na WOI. De voormalige kerk werd tijdens zware bombardementen vernietigd en dateerde van 1869. Ook de kerk is een indrukwekkend gebouw, zowel van binnen als van buiten. Ze staat momenteel voor de helft in de steigers. Het is een heel lichte kerk doordat er gewone ramen zijn voorzien die de kerk volop in het daglicht zet. Slechts opzij en boven het oude altaar zien we prachtige glas-in-loodramen. Het H. Hartbeeld staat voor de kerk. Bij de kerk verlaten we even onze route. We slaan linksaf voor de kerk en blijven rechtdoor rijden tot bij de ‘Scheldeburcht’, of wat er van overblijft. Voor de aanleg van de Kasteelstraat in 1813 werden namelijk het poortgebouw en een vleugel gesloopt en de omwalling gedempt. Op de koop toe ging in 1957 nog een tweede vleugel tegen de grond, om plaats te maken voor de uitbreiding van het Sint-Jan Berchmanscollege. Het oorspronkelijk kasteel, dat in de vijftiende- en zestiende eeuw werd gebouwd, moet dus minstens drie keer zo groot zijn geweest. De familie d’Ursel, eigenaar vanaf 1701, liet het eind achttiende eeuw echter verkommeren. Vandaag de dag is enkel de oostvleugel bewaard. Hij biedt onderdak aan het plaatselijke conservatorium, het gezondheidscentrum en het consultatiebureau van Kind en Gezin. Het kasteel toont heel oud. De rode bakstenen kankeren weg. Ik twijfel er niet aan dat het interieur mooi gerenoveerd werd, maar de voorgevel moet dringend gerestaureerd worden. We rijden terug naar de kerk en volgen verder knooppunt 99.

We moeten voorbij een speeltuin waar volop ambiance is van roepende en gillende kinderen. Het is hoorbaar dat het nog steeds vakantie is. We moeten rechtsaf maar onze weg is afge-sneden door nadarhekken en een verkeersbord verbiedt doorgang langs beide zijden. Een omweg is niet voorzien. Het is “tirez votre plan”. De dranghekken zijn duidelijk geplaatst om de veiligheid van de spelende kinderen te garanderen die hier, god weet waarom, over en weer rennen. Voor het gebouw staan fietsen geparkeerd en wij wagen het erop. We loodsen onszelf voorbij de hekken en fietsen verder. Na het oponthoud wachten ons zitbanken die uitnodigen om onze meegebrachte picknick te verorberen. Op deze plek, achter de kerk van Avelgem zijn de rivierarmen, afgesneden meanders na het rechttrekken van de Schelde, nog steeds goed zichtbaar in het landschap. Ook een groot deel van de Scheldemeersen, het natuurlijke overstromingsgebied van de rivier, is als ongerept stukje groen intact gebleven. De marslanden vormen een natuurgebied van 450 hectaren. Na onze picknick fietsen we ongeveer 2 kilometer op de ‘Trimaarzate’. Het was ooit de bedding van spoorlijn 85, die Oudenaarde verbond met Moeskroen en aansloot op het Franse spoorwegnet. De naam verwijst naar de vele pendelaars of ‘trimaars’ die dagelijks de trein namen om in de Noord-Franse textielfabrieken te werken.

Het dorp Outrijve ligt aan de hoge oever van de Schelde en behoort bij Avelgem. Bij het inrijden van het dorp zien we in de verte de bovenkruin van een windmolen boven de bebouwing uitsteken. De wieken zijn nog aanwezig maar ze draaien niet. We hebben nog wat kilometers voor de boeg en besluiten er niet naartoe te rijden. We houden halt bij de kerk. De oorspronkelijke kerk van Outryve dateert uit de tiende eeuw en werd drie eeuwen later vervangen door de huidige Sint-Pieterskerk. De kerk van Outrijve is binnenin ook te bewonderen. Ook hier hangt een drieluik van O. L. Vrouw van altijd durende bijstand. Mooie sierlijke glasramen met nog onbekende heiligen. De tekst is nog in het latijn weergegeven. Op het kerkhof ligt een perk met 14 Britse militaire graven van gesneuvelden uit WOI. Een van hen kon niet meer geïdentificeerd worden. Ook op het bijhorende kerkhof ligt de Belgische wielrenner Paul Deman begraven. Geboren in Rekkem op 25 april 1889 en werd prof in 1910 tot 1925. Hij stierf in Outrijve in 1961. Deman was winnaar van de allereerste Ronde van Vlaanderen in 1913. Voorbij de kerk van Outryve bereiken we de linkeroever van de Schelde die hier de natuurlijke grens vormt tussen West-Vlaanderen en Henegouwen en is dus tegelijk de taalgrens. We volgen het jaagpad ongeveer twee kilometer tot op de plek waar het kanaal vanuit Kortrijk aansluiting vindt op de rivier. De sluis tussen beide overbrugt een verval van maar liefst 9,49 meter. De sluis meet 115m x 12,50m. We rijden over het kanaal Bossuit-Kortrijk na een foto van weelderige mooie bloemen.

Aan knooppunt 86 bevinden we ons in Bossuit, waar het kanaal uitmondt in de Schelde. We  moeten oorspronkelijk de eerste straat rechtsaf maar wij rijden nog 150 meter rechtdoor op de Doorniksesteenweg, of de N353, tot bij de Sint-Amelbergakerk. De kerk bestaat al sinds de tiende eeuw en in de negentiende eeuw tekende men de plannen voor de nieuwbouw. De bouwwerken startten in 1857 en negen jaar later werd de kerk officieel ingewijd. Ze werd deels vernield tijdens de Grote Oorlog maar werd heropgebouwd in de jaren van 1920. Toen de Sint-Amelbergakerk in 2007 bouwvallig werd verklaard ging men op zoek naar een nieuwe bestemming. Deze kerk werd opnieuw geruïneerd en ondertussen heeft de Britse Ellen Harvy de kerk getransformeerd tot het kunstwerk ‘Repeat’ een publieke ruimte in open lucht. De schaduwtekening op de terrazzovloer is een samenspel van de lijnen van het gebinte van de voormalige kerk en op het silhouet van de na WOI vernielde kerktoren. De officiële opening van het kunstwerk vond plaats op 13 juli 2014. Vooraan de kerk is nog steeds de begraafplaats aanwezig met verschillende negentiende eeuwse arduinen grafmonumenten. De bekende marmeren zerken zijn van de oud-strijders. Vooraan werd een monument opgericht voor de militairen en burgerslachtoffers van WOI. Het loont te moeite om even af te wijken.

We blijven de Doorniksesteenweg (N353) nog ongeveer 200 meter verder volgen tot we rechts het domein zien van een deels omwald kasteel. Het werd in 1710 door de heren van Bossuit verkocht aan burggraaf Michiel Maximiliaan Luytens. Die liet er een park aanleggen en gaf het oorspronkelijke kasteel een neoclassicistisch tintje. Toen het kanaal, dat vlakbij werd aangelegd, in 1860 officieel geopend werd, in aanwezigheid van koning Leopold I, werd het banket in het kasteel gegeven. De voorbije jaren kwam het imposante kasteel herhaaldelijk in het nieuws door een keiharde vete tussen de erfgenamen, de broers de Talhouet de Boisorhand. Het geschil is intussen bijgelegd en de jongste tijd werd hard gewerkt om het kasteel op te knappen en het een meer openbaar karakter te geven.

Terug via de N353 tot aan het kanaal. Linksaf op het jaagpad langs het 15 kilometer lange kanaal dat momenteel groen oogt door de algen. Er is ondertussen bewolking opgekomen maar de temperatuur blijft goed. We bevinden ons op het grondgebied van Moen. Een klein dorp langs het kanaal  dat de Schelde met de Leie verbindt. Aan knooppunt 67 zien we rechts de Sint-Pietersbrug. De negentiende eeuwse ijzeren hefbrug en de oude kanaalarm werden recent uitgeroepen tot mooiste plekje van de regio Zwevegem. De Sint-Pietersbrug is afgesloten met de bekende hekwerken. Een geel A5 blad werd eraan bevestigd met de mededeling dat de brug moet gerestaureerd worden. De gemeente vraagt een vergunning. Het onkruid staat op de meeste plaatsen meer dan een meter hoog. We houden een korte idyllische stop bij de picknicktafel voor een appeltje en een lauwe kop koffie. De meeste landbouwgronden zijn in toenemende mate ingenomen door maïs. Het wordt geteeld voor veevoeder. Wat verder fietsen we langs het Orveytbos. Een bos dat op het einde van de jaren 1980 werd aangelegd op een oud kleistort. Het gebied is rijk aan natuur met een overweldigende hoeveelheid fauna en flora. Met wat geluk spotten we herten, reeën of zwijnen.

Aan knooppunt 21 rijden we onder de ‘Smalspoorbrug’ van Zwevegem door. Ze werd vermoedelijk gebouwd op het eind van de jaren 1970, na de verbreding van het kanaal. Verderop werd het kanaal overspannen door de ‘Knokkebrug’. We fietsen op het grondgebied van Zwevegem als we boven de kruinen van de bomen een gemetselde schouw zien uitsteken. Ook een soort van watertoren waagt zich de hoogte in. Net voor WOI werd langs het Kanaal Bossuit-Kortrijk een elektriciteitscentrale gebouwd. Steenkool werd in elektriciteit omgezet. De productie werd in 2001 stopgezet. Een groot herbestemmingsproject zorgde ervoor dat het industriële erfgoed werd omgetoverd tot een locatie voor recreatie, toerisme, wonen en avonturensport zoals duiken, cultuurprojecten en allerlei events. Er worden volop renovatiewerken uitgevoerd aan de oude elektriciteitscentrale Transfo. De centrale werd gebouwd in 1911 en 90 jaar later buiten gebruik gesteld. De locatie bezit nog een unieke collectie ketels, machines en generatoren.

Vervolgens fietsen we onder de ‘La Flandre’ brug door die gebouwd werd vanaf november 1980 op de plek waar weverij ‘La Flandre’ stond die gesloopt werd. Op de steunpilaren van de brug werden tekeningen met graffiti aangebracht. Ongewoon prachtige kunstwerken.

Bij de rotonde aan knooppunt 6 moeten we ergens verkeerd gereden zijn. We fietsen langs een drukke baan, wat niet evident is voor het fietsknooppuntnetwerk. Naast ons razen de auto’s en vrachtauto’s ons voorbij. Na het rustige platteland is het weer even wennen. De drukte negeren kan niet. Aan de doorsteek naar rechts houden we halt en zien daar knooppunten bordjes hangen. Normaal gesproken moeten we daar fietsen want het bordje wijst knooppunt 46 aan. We vervolgen vanaf hier onze verdere route. Eens op het grondgebied van Stasegem fietsen we onder de E17 door en rijden we via de Beneluxlaan tot het eind. We zijn in het gehucht Stasegem. Normaal moeten we rechtdoor maar aan dit kruispunt slaan we linksaf en fietsen op de Steenbrugstraat 400 meter tot het volgende kruispunt. Linksaf in de Brouwerijstraat tot het eind. Hier vinden we, achter de bomen, een kasteel dat werd gebouwd in 1898 voor brouwer politicus Jules Deconinck-Laga. Tijdens WOI kwam er een hospitaal voor Duitse soldaten. Vandaag is het de privéwoning van vastgoedmakelaar Thiers. Terug naar de Steenbrugstraat. Rechtsaf en aan de Beneluxlaan linksaf op een voorbehouden fietspad dat ons over de spoorweg brengt tot bij de molen van Harelbeke.

Een Koutermolen op het provinciaal domein De Gavers. Opgericht tussen 1775 en 1789. In 1810 vervangen en op deze plek opgetrokken. De molen is ontoegankelijk wegens een rotte buitentrap. De priemende zon nodigt uit tot een terrasje. We passeren dus cafetaria “De Gavers” niet zonder een frisse sanitaire stop met vriendelijke bediening. Al wordt iedereen geplaagd door “luie wespen”. Moeder de vrouw drinkt een Pilaarbijter en ik hou het bescheiden bij een blonde Petrus. Schol!

We zijn in de Harelbeke. De stad aan de Leierivier met haar legendarische bochten.  We fietsen door het provinciaal domein ‘De Gavers’ van maar liefst 200ha dat ontstond rond het Gavermeer van 62 ha. Het biedt tal van ontspanningsmogelijkheden, van wandelen en fietsen tot water- en avonturensporten. Ook een vogelreservaat en een arboretum is aanwezig.  

Ons volgende dorp dat we vereren met een bezoek is Deerlijk. Als we rechtsaf slaan, in de Stationsstraat, moeten we oorspronkelijk direct linksaf, maar we fietsen ongeveer 400 meter verder en slaan linksaf in de Vercruysse de Solartstraat tot bij het Gaverkasteel. De straatnaam verwijst naar de adellijke familie die er eind negentiende eeuw een herenboerderij liet verbouwen tot een kasteel. Tijdens WOI werd het kasteel opgeëist door Duitse officieren die veel kostbaar meubilair naar Duitsland lieten overbrengen. Op bepaalde plaatsen werden silhouetten van de Groote Oorlog aangebracht met tekst. “Op 10 september 1914 gingen wraaklustige Duitsers op zoek naar de daders van een schietpartij eerder die dag. Boerderijen worden in brand gestoken. Ook hoeve Ostyn, die na de oorlog door het leven gaat als het ‘Verbrand Hof’. Zoon des huizes Gustaaf Ostyn wordt onterecht aanzien als dader en wordt met een lans omgebracht door de Duitsers. Hij is daarmee de eerste Deerlijkse burger die sterft in WOI.”

In 1956 werd het hele kasteeldomein aangekocht door de gemeente die er een sportcentrum creëerde. Het vroegere koetshuis werd een restaurant. Het kasteel van Gavers is niet echt indrukwekkend. De stenen pilaren aan de inkom ogen fraaier dan het kasteel. Het OCMW en de jeugdbeweging zijn in dit gebouw gevestigd. Momenteel zijn scouts een houten constructie aan het opstellen met palen die niet genageld of geschroefd worden. De palen worden aanéén gesjord met touwen. Er wordt dit weekend een fancy-fair gehouden. We fietsen dezelfde weg terug tot het eind. Rechtsaf in de Stationstraat en eerste straat rechtsaf voor het vervolg.

Aan het kruispunt van de Braamakkerstraat en de Kapel ter Rustestraat kunnen we niet naast de enorme kapel kijken. Een grote statige kapel met een bewogen leven.  Ze werd gebouwd in 1632 in opdracht van Jan du Bois, deken van het toenmalige kapittel. In de achttiende eeuw wordt de kapel gerestaureerd en krijgt een vernieuwd interieur. Vanaf 1810 wordt de kapel gebruikt als spinschooltje voor kansarme kinderen. In 1848 wordt beslist om de kapel tijdelijk in te richten tot hospitaal voor tyfusleiders. Na een grondige herstelling wordt de kapel terug opengesteld voor erediensten op 25 maart 1884. Tijdens WOI wordt de kapel opnieuw een bloeiende bedevaartsplaats.

Aan knooppunt 52 moeten we rechtsaf maar slaan eerst linksaf tot bij het museum van René De Clercq dat eertijds een winkel en herberg “Het Damberd” was. Dit is het geboortehuis van De Clercq en sinds 1991 een museum dat gewijd is aan deze dokter in de Germaanse filologie, dichter, essayist en Vlaams activist (1877-1932). Hij schreef ook heel wat liedjesteksten; liefst 144 componisten maakten daar dankbaar gebruik van. Een van de bekendste is Tineke van Heule. Over het geboortehuis van René de Clercq  werd een buste geplaatst van hemzelf. Op het einde van de straat staat de kerk in de steigers. De Sint-Columbakerk van Deerlijk is een romaanse kerk waarvan de oudste delen uit de twaalfde eeuw stammen. Gebouwd op de plek waar voordien een houten kerkje stond dat afgebroken werd omdat het niet meer voldeed aan de behoeften van de parochianen. Aan het eind van de zestiende eeuw lag de kerk echter gedeeltelijk in puin. De huidige kerk dateert van 1774.  Het monument voor de gesneuvelden werd in 1952 vervangen door het huidige exemplaar dat het “Heilig Hart” wordt genoemd.

In de Pontstraat dwarsen we eerst de Ringlaan en vervolgens fietsen we over de E17. In de Klijtstraat, omgeven door enorm veel groen komen we aan knooppunt 65. Rechtdoor dwarsen we tweemaal dezelfde spoorweg en rijden terug door Vichte. Vanaf de spooroverweg is de omgeving hier zo verstedelijkt dat je zelfs op veel mooie groene plekken in de verte toch nog altijd een trein of auto’s hoort.

Na knooppunt 14 dwarsen we de Beukenhofstraat en fietsen langs ‘Domein Beukenhof voor jeugd en lekkerbekken’. Het domein werd in 1973 door het gemeentebestuur aangekocht en opengesteld voor het publiek. Het is een groene long van 2,5 ha met een oud en gevarieerd bomenbestand, gedeeltelijk afgezoomd met een haag. Midden in het park prijkt een kasteel uit 1876 dat de toenmalige burgemeester Karel Vlieghe liet bouwen. Er kwamen ook een portiers- en hovenierswoning. Langs de Beukenhofstraat is een ijskelder bewaard gebleven. Er is een veilige speelweide voor kinderen en magazijnen en paardenstallen worden nu gebruikt door de plaatselijke jeugdbewegingen. Het kasteel zelf werd in 2005 grondig gerenoveerd en is een restaurant geworden. Na de bekende Sint-Jozefkapel in de Kerkdreef linksaf tot bij de auto. We hebben officieel 49,7 kilometer gereden.


























18-03-2019 om 12:51 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
03-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dieren in de binnenstad

Wie van 4 juli tot 31 juli 2018 in de binnenstad passeerde, kwam voor verrassingen te staan. Onder een bankje op de Groenplaats lag een levensechte python te wachten op haar prooi. Winkelen in de Nationalestraat werd opgefleurd door een wolk prachtige blauwe vlinders die boven een pleintje zweefden. Een luiaard vergezelde de basketters op de Sint-Andriesplaats. En wie van het Steenplein naar de stad wandelde moest oppassen, daar waren twee krokodillen op pad vanuit de Schelde.

In totaal werden de replica’s van 16 diersoorten losgelaten in Antwerpen-centrum. Bij elk beeld of beeldengroep stond uitleg en een plan waar de andere beesten te vinden waren. Zo kon iedereen een tochtje doen om ze allemaal te spotten. Ideaal voor het verzamelen van een reeks originele selfies met de dieren.

De belangrijkste attractie van de stad is jarig. Al 175 jaar is de dierentuin van Antwerpen de trekpleister van de seniorenstad. De ZOO werd geopend in 1843 en is daarmee één van de oudste ter wereld en dat vieren we mee. Op 14 juli en 17 juli 2018 is het prachtig weer. Het moment om de beestjes te spotten in onze provinciehoofdstad Antwerpen.


03-03-2019 om 15:20 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lottum

Zondag 12 augustus 2018 gaan we opstap met reizen Lauwers naar Lottum. Iedere twee jaar is het centrum van Lottum tijdens het Rozenfestival ondergedompeld in rozen. Een schitterend versierde kerk, oogverblindende tuinen en creatieve mozaïeken worden door vrijwilligers gemaakt. Maar eerst worden we rond 10u ontvangen in Hostellerie De Maasduinen Markt 15 Velden Nederland. We worden bediend van koffie, thee en een Limburgse vlaai.

Achteraf maken we met de bus een rondrit door de wondermooie Peel met de veenkolonies Helenaveen en Griendtsveen. De gids vertelt over het ontstaan van de turfwinning in dit gebied terwijl we genieten van prachtige vergezichten, natuurschoon en ontelbare watervogels. 

Helenaveen werd in 1853 gesticht door Jan van de Griendt (1804-1882), wiens vrouw Helena heette. Hij was één van de oprichters van de “Maatschappij tot ontginning en vervening van de Peel”, later omgedoopt in “Maatschappij Helenaveen”. De Maatschappij Helenaveen liet een particulier kanaal graven “De Helenavaart”. Aan dit kanaal werden zogenaamde drietandwijken verbonden, drie parallelle zijkanalen die aan het einde samenkwamen en zo in het kanaal overgingen. De gewonnen turf kon langs de Helenavaart worden afgevoerd naar de  Noordervaart. Later werd ook turfstrooisel vervaardigd en werd de concessie uitgebreid. Het turfstrooisel werd uitgevoerd naar geheel Europa en diende ter vervanging van stro in de Londense en Parijse paardenstallen voor leger en tram. Ook werden wegen aangelegd en huizen gebouwd voor de arbeiders. Oorspronkelijk waren dit deels strooien keten. Zo ontstond Helenaveen, bijgenaamd “Het Strooien Dorp”. De huizen kregen ook een stuk grond waarop de bewoners tuinbouw konden beoefenen. Uiteindelijk is Helenaveen een tuinbouwdorp geworden.
Griendtsveen werd rond 1885 gesticht. De geschiedenis van Griendtsveen is nauw verweven met de ontginning van de Peel. De spoorlijn van Eindhoven naar Venlo, aangelegd in 1866, was van groot belang bij de ontginning van het veengebied. Aannemer van deze spoorlijn was Jan van de Griendt. Na zijn dood in 1882 zetten zijn zoons Jozef en Eduard zijn werk voort en stichtten het dorp Griendtsveen. In Griendtsveen was de “Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij” actief. Zij verwerkte veengrond tot producten die voornamelijk voor agrarische en aanverwante activiteiten worden gebruikt. Het belangrijkste product was tot 1964 turfstrooisel en na dat jaar pot- en tuingrond. In 1983 werd de vervening in Nederland beëindigd en sindsdien worden de grondstoffen geheel in Duitse vestingen gewonnen. Uiteindelijk kreeg Griendtsveen een woonfunctie.

Rond twaalf uur worden we terug in Velden verwacht voor een middagmaal in Brasserie “De Zeuten Inval”.

Na een heerlijk maal rijden we naar Lottum, het Rozendorp van Nederland, waar we genieten van een leuke namiddag op het Rozenfestival. Liefst zeventig procent van de Nederlandse rozenproductie komt uit dit pittoreske dorpje in Noord-Limburg aan de Maas. Rondom ons ademt rozen in verschillende geuren en kleuren: de imposante kerk, het kasteel de ‘Borggraaf, de Kasteellaan, op verschillende pleinen en langs de gehele route zijn de rozen in alle vormen en kleuren terug te vinden. Rond 18u keren we huiswaarts.








03-03-2019 om 14:09 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-02-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Loenhoutroute

Fietsknooppunten: 93-90-90-56-51-30-13-21-20-19-52-53-28-33-94-95-90 = +/- 41 km.

Parkeren: Stoffezandstraat nabij de kerk van Loenhout.

 

Loenhout is vooral bekend om zijn jaarlijkse bloemencorso die plaats vindt op de tweede zondag van september. De eerste bloemencorso reed op 31 augustus 1952 uit ter ere van de vernieuwde weg van Brecht naar Loenhout. Het was een stoet die voorafgegaan werd door de burgemeester, de toenmalige raadslieden, de vele muziekkorpsen en 18 bloemenwagens. Vanaf dan trok elk jaar een bloemenstoet door de straten van het kempisch dorp Loenhout. De bloemenwagens worden dan telkens bedekt met duizenden kleurrijke dahlia's door de plaatselijke dorpsbewoners. We mochten er, dankzij ATV, in 2017 mee van genieten.

 

Het is zondagmorgen 8 juli 2018 en voor de zoveelste dag op een rij gaan we nogmaals een fantastische zonnige dag tegemoet. Het is momenteel al 20°C en het is nog maar half tien. Aan de hemelsblauwe lucht zijn enkele schapenwolkjes, maar volgens de weerprofeten lossen die vanzelf op. Een half uur later parkeren we de auto op de afgesproken plaats. Met de fiets aan de hand wandelen we tot bij het voormalige gemeentehuis van Loenhout op het Huffelplein 1. Door de fusie op 1 januari 1977 met Wuustwezel verhuisde de administratie en werd de bibliotheek hier in onder gebracht. In 2012 verhuisde ook de bibliotheek naar Wuustwezel en sindsdien heeft het voormalige gemeentehuis geen gemeentelijke functie meer. In 2015 werd het pand te koop aangeboden en nu is het een makelaarskantoor geworden. Het gebouw werd opgetrokken tussen 1882-1885. Tijdens WOI, tussen 1913 en 1915, werd het nog vergroot. De voorgevel moest bij restauratie of renovatie behouden worden. Deze vertoont nog het balkon en het wapenschild van Loenhout.

Naast het oud-gemeentehuis werd op 8 september 1991 een monument geplaatst ter ere van het 40 jarig bestaan van de Loenhoutse bloemencorso.

 

Aan de overzijde staat de Sint-Petrus en Pauluskerk. De parochiekerk wordt omringt door een grasveld waar vroeger de begraafplaats was. Deze parochiekerk dateert van 1525, maar werd grondig gerestaureerd in 1756. De toren is zelfs nog van 1485. Tijdens WOII werd de kerk zwaar beschadigd. Het was wachten tot 1949 voor de herstellingswerken uitgevoerd werden.

Naast de kerk werd op 10 juni 1995 het bronzen beeld onthuld van de “Kletterende Klompen”. Het staat symbool voor het landbouwdorp Loenhout en werd vervaardigd door Roger Pintens. Het werd aangeboden door de Landelijke Gilde ter gelegenheid van haar honderd jarig bestaan.

In de bocht aan de kerk werd het monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen geplaatst. Loenhout bleef tijdens WOI gelukkig gespaard van militaire acties. Het aantal gesneuvelde militairen uit Loenhout is echter opvallend hoog. Onderaan de sokkel staan de namen vermeld van de gesneuvelden. Op de hoge sokkel werd het Heilig Hartbeeld gezet.  Op het medaillon prijkt Koning Albert I en Koningin Elisabeth. Onder het medaillon rust de Belgische leeuw. In 1919 werd het oorlogsmonument plechtig ingehuldigd.

 

Tijdens WOII heeft Loenhout afgezien. In mei 1940 was het dorp één van de zwaarst getroffen gemeente in Vlaanderen. Op 11 mei van dat jaar vielen Duitse bommenwerpers het centrum aan om de opmars van Franse troepen te stoppen. De kerktoren spatte in drie grote explosies uiteen en brandde volledig uit. Ook tijdens de bevrijding in oktober 1944 leed het dorp enorme schade door zowel Duitse als Britse artillerie. Het duurde toch nog tot 27 oktober van diezelfde maand vooraleer het gehele grondgebied was bevrijd. Maar nog was niet alle leed geleden. Op 14 januari 1945 ontplofte een V2 in de Kapelstraat. Minstens 17 inwoners van Loenhout kwamen hierbij om het leven. Onder hen een moeder met zeven van haar kinderen. Op 11 november 1945 werden, achteraan het oorlogsmonument, twee maquettes aangebracht met de namen van de slachtoffers uit WOII. We wandelen rond de kerk waar nog enkele grafzerken te vinden zijn. De grootste zerk is omringt door een hekwerk. Het is de laatste rustplaats van de familie Montens d’Oosterwijck. Albert Montens d’Oosterwijck kwam in 1852 in het kasteel van Loenhout wonen. Hij droeg de adellijke titel van ‘jonker’ en werd burgemeester van 1855 tot 1864.

Achter de kerk vinden we nog een metalen kunstwerk dat ode brengt aan de plattelandsvrouw. Het kunststuk is vervaardigt naar aanleiding van het 100 jarig bestaan van de KVLV Loenhout.

Over de kerk bevind zich ‘Herberg De Keizer’ in een historisch gebouw. In de zeventiende eeuw was in dit pand een jeneverstokerij gevestigd. Halfweg de negentiende eeuw vond de toenmalige burgemeester, Albert Montens d’Oosterwijck dat de meisjes van het dorp recht hadden op regelmatig onderwijs. De oude jeneverstokerij, die leeg stond, leek een ideale locatie. Het gebouw werd gekocht en na enkele veranderingswerken werd de eerste klas in gebruik genomen. In oktober 1858 kwamen de kloosterzusters van Gijzegem zich in Loenhout vestigen en stelden zich ten diensten van de jeugd. Toen in 1984 de zusters na bijna 100 jaar dienstvol werk uit Loenhout vertrokken kreeg het gebouw een nieuwe bestemming. Na een grondige renovatie in 1996 werd ‘Herberg De Keizer’ een feit.

 

We verlaten de parking nabij de kerk en fietsen naar links om de Stoffezandstraat te blijven volgen. Na de Hofdreef, die we passeren aan onze rechterzijde, volgen we het knooppuntenbordje 93. We verlaten het centrum en worden onmiddellijk omgeven door een groene natuur. De schaduwrijke bermen kleuren nog door de geurige bloemen. Het tovert een glimlach op ons gelaat. Insecten vliegen af en aan om van de nectar te smullen. Na knooppunt 93 fietsen we langs Braken. Een klein gehucht in de gemeente Wuustwezel dat groeide rond de vroegere grensovergang naar Nederland. Het gras is door de droogte verdort. De gewassen kleuren echter nog volop groen. Zelfs de maïs staat bijna van hoogte. De koeien en de kalveren kunnen de warmte blijkbaar goed verdragen. De meesten staan in de zonneschijn te grazen. Slechts enkelen liggen in de schaduw maar worden geplaagd door de vele vliegen.

 

Na knooppunten 90 fietsen we over de grens met Nederland. We bevinden ons in de provincie Noord-Brabant met als hoofdstad 's-Hertogenbosch. De provincie heeft nog veel natuurschoon in de Nationale parken. Vooral Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide en Biesbosch zijn de bekendste. Maar er zijn er nog enkele meer. We rijden op het grondgebied van Maalbergen. Een buurtschap in de gemeente Zundert dat ongeveer 40 huizen telt met ca. 100 inwoners.

 

Als we knooppunt 51 volgen steken we opnieuw de grens over en fietsen op het grondgebied van Hoogstraten over een smalle asfaltbaan met veel groen. We moeten verderop door de Maalbergse Heide. Langs beide zijden afgeboord met loofbomen. Spijtig genoeg moeten we te voet naast onze fiets verder stappen. Het is een stofferig zanderig pad en onze fietsbanden zakken te diep weg om veilig te kunnen fietsen. Er is geen alternatief. Zelfs met de fiets aan de hand moeten we ploeteren om er door te geraken. We hebben nog geluk. De zon wordt door de overhangende takken tegen gehouden maar het blijft een vermoeiend stuk. Het is hijgen en puffen. Tijd voor een terrasje? Na de zandbak zijn we terug op Belgisch grondgebied met degelijk asfalt. We zijn in de Antwerpse Kempen en we worden onmiddellijk geconfronteerd met hectaren landbouwgronden en mooie vergezichten. Af en toe onderbroken door een oude hoeve met grote schuur of glazen serres. Op een groot stuk akker werden stinkertjes (Afrikaantjes) gezaaid. Het oogt mooi. Ze kunnen blijkbaar goed tegen de hitte. Het lijkt op een oranje tapijt.

 

Verderop dwarsen we de E19 bij Meer. Deze Europese weg loopt van Amsterdam tot Parijs en telt ongeveer 500 kilometer. Bij knooppunt 13 houden we halt naast de rivier Mark. Zij ontspringt bij de Zandvenheide in Koekhove bij Merksplas en via deze weg stroomt ze verder naar Nederland.

 

Tijdens de rit naar knooppunt 19 rijden we opnieuw de grens met Nederland over. We rijden door Castelré, een dorp van de gemeente Baarle-Nassau dat bijna geheel wordt omgeven door Belgisch grondgebied. Castelré bevindt zich tussen drie grensrivieren: de Hollandse Loop, de Mark  en het Merkske dat momenteel een natuurgebied is met prachtige wandelwegen. In de straat 'Hooiberg' stoppen we bij de ‘Noodkapel’. Een herdenkingsmonument van de Eerste Wereldoorlog dat werd opgericht in 1936 met een ingemetselde gedenksteen waarop we lezen: “U God van Vrede. Na oorlogsche dank van alle inwoners van Castelré. De pastoor E. H. Leo Baes, krijgsaalmoezenier van 't Bisdom Gent 1914-1918”. Achter het glaswerk staan drie beelden in een nis. Op deze plaats stond tijdens WOI een noodkerk die eveneens dienst deed voor de jeugd van Caslelré. De Duitse bezetters hadden de grens tussen Nederland en België gesloten door een elektrische draad van 2.000 volt. Dit om te voorkomen dat Belgische mannen zich via het neutrale Nederland bij de geallieerden konden aansluiten. Dit kapelletje werd op Hemelvaartsdag 1938 ingewijd en staat op de dezelfde plaats van het vroegere altaar van de noodkerk.

 

Nadat we voor de tweede maal de Nederlandse- Belgische grens oversteken fietsen we een tweede infobord voorbij van de ‘Dodendraadroute’. Een fietsroute die we in mei 2014 hebben gereden. Dit is bord nummer 8 en handelt over het einde van de Eerst Wereldoorlog. Enkele foto’s vertonen de vlucht van de bezetter en de feestvreugde van onze landgenoten.

Rechts zien we, in de verte, de kerktoren van Hoogstraten hoog boven de toppen van de bomen uitsteken. De toren staat volop in de steigers. We rijden door het centrum van Minderhout. Een deelgemeente van de stad Hoogstraten. In de Kapeldreef werd in 1650 de kapel Onze Lieve Vrouw van Smarten of Zeven Weeën gebouwd op de plaats van een kleine kapel van 1571. Destijds kwamen er van heinde en ver bedevaarders naar de kapel om de Heilige Maria aan te roepen die vooral aanbeden werd tegen de koorts. Tot tweemaal toe kende de kapel een uitbreiding tijdens de achttiende eeuw. Boven de ingang bevind zich houtsnijwerk met engelenhoofdjes met datum 1663. Het interieur heeft twee gebeeldhouwde groepen uit 1935. Het zijn kopieën uit 1694. Het zeventiende eeuwse portiekaltaar met bustes van de H. Joachim en St-Anna zijn de moeite om te zien. Een prachtige kapel met enorm veel beelden. De glas-in-loodramen van 1956 spreken tot de verbeelding.

 

Enkele minuten later staan we bij knooppunt 52. We wijken af naar rechts in de Molenstraat en fietsen tot aan de windmolen van Hoogstraten. De Salm Salmmolen toornt hoog boven ons uit. Deze bergmolen dateert van 1902 en werd gebouwd op dezelfde plek waar de vorige houten standaardmolen uit 1381 heeft gestaan die omver waaide in april 1902. De naam Salm Salm verwijst naar de vroegere adellijke eigenaars die de molen verkochten in 1845. De molen bleef maalvaardig tot 1968. In 1975 werd er grondig gerenoveerd, gerestaureerd zodat de molenberg en romp een woonbestemming kregen. Sinds 2008 staat de molen te huur of te koop. Terug naar knooppunt 52 en rechtsaf voor knooppunt 53.

 

Onze volgende halte is bij de “Laermolen”. Vanaf 1381 is er al sprake van een, vermoedelijk houten, olieslagmolen eigendom van de Heer van Hoogstraten. Deze molen brandde af in het geweld van de Tachtigjarige Oorlog van 1586. Daarna werd de molen meermaals ‘verbeterd en uitgebreid’: een verstening rond 1615, een dubbele molen met gigantisch strodak over de Mark in 1716, en een recht trekking van de Markrivier in 1744. Eind negentiende eeuw werd de molen minder rendabel en in 1911 stopte alle maalactiviteiten. Er restte anno 2000 slechts een ruïne van het rechtergebouw, welke door de VZW De Laermolen succesvol gerestaureerd werd. Vanaf april 2004 kan men het proces “van koolzaad tot olie” terug volgen. Ook vandaag is de molen opengesteld voor publiek. Er is tamelijk veel belangstelling. We kunnen binnen een kijkje nemen. Alles oogt nieuw maar het rad knarst en piept.

 

Bij knooppunt 53 moeten we oorspronkelijk rechtsaf op de N14 maar besluiten in het centrum van Hoogstraten een terrasje te doen. Het is druk in Hoogstraten. De horeca mag niet klagen. Elk terras zit stampens vol. We vinden gelukkig nog net een plaatsje in de schaduw van een parasol. Al is het een kwakkelende tafel, we drinken er een verfrissend biertje met een heerlijke pannenkoek. Meer moet dat niet zijn. Hoogstraten is het belangrijkste centrum van de aardbeienteelt in België. Jaarlijks worden hier ruim 9 miljoen kg aardbeien verhandeld. Na een klein uur zetten we onze tocht verder. Terug naar knooppunt 53. Zoals ik al vermelde staat de kerk in de steigers. Stofzeilen met de nodige reclame verhinderen het uitzicht op het kerkgebouw. De Sint - Katharinakerk en toren werden gebouwd tussen 1524 en 1546. De toren meet 104,70 m hoog. Op 23 oktober 1944, net voor de bevrijding werd de toren door wegtrekkende Duitse troepen gedynamiteerd. Alles werd na 1950 netjes herbouwd. We fietsen langs het begijnhof dat ontstond rond 1380. Het complex heeft nog steeds 36 huisjes, het begijnhofkerk en een schuur. In 1972 verliet de laatste begijn het hof. Na een grondige renovatie werd het domein vanaf 1997 opnieuw volledig bewoond.

Na knooppunt 33 rijden we opnieuw over de E19.

 

Na knooppunt 95 volgen we een tijdje knooppunt 90 tot aan de Oud-Dorpstraat van Loenhout. Even linksaf en onmiddellijk rechtsaf in de Weverstraat tot het eind. Op de hoek Sint-Lenaartseweg/ Hoogstraatseweg werd tussen 1650-'54 een kapel gebouwd die toegewijd is aan de Heilige Quirinus van Neuss op de plaats van een nog oudere vervallen kapelletje. Achteraan vinden we een oude waterput die volgens de legende een geneeskrachtige werking bezit. De put is echter met een houten deksel en een slot afgesloten. Binnen vinden we een arduinen gedenksteen voor Catharina De Perez (+ 1661), de vrouw die de kapel liet heroprichten.

Rechtsaf tot bij de kerk en onze trouwe vriend: de auto. Het is precies nog warmer geworden dan vanmorgen. De teller op onze fiets geeft aan dat we 44,3 kilometer afgelegd hebben. Home sweet home.  










01-02-2019 om 14:43 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
02-01-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leuvenwandeling

De WOI relicten blijven tot onze verbeelding spreken. Al een paar jaar willen we door het centrum van Leuven wandelen om de gebouwen en monumenten van de stad te bekijken die een zware tol eisten na de 'Slag om Leuven' die eigenlijk al begon op 4 augustus 1914 toen de Duitsers ons land binnenvielen. De bezetting van Leuven verliep vrij rustig maar toch deed het gerucht de ronde dat er Belgische soldaten in de buurt waren. De spanning liep hoog op bij de Duitse bezetter die op een bepaald moment vermoedden dat er vanuit de woningen op hen werd geschoten. Vanaf dan gedroeg de bezetter zich extreem slecht in het veroverde gebied. De onrust duurde enkele dagen en de Duitsers begonnen de huizen en de openbare gebouwen in brand te steken. De Sint-Pieters kerk brandde als een toorts waardoor de kunstwerken in het gebouw ten prooi vielen aan de vlammen. Ook het gemeentehuis werd in brand gestoken. De ergste vernieling was wel de bibliotheek. Een boekencollectie van ongeveer 900.000 stuks ging totaal verloren in een zee van vlammen. Meer dan duizend huizen gingen in de vlammen op. Daarmee was het leed nog niet geleden. Tweehonderd burgers kwamen om het leven en zeshonderd anderen werden opgepakt en naar Duitsland vervoerd om er te werken.

Na de wapenstilstand wou de Britse legerleiding van de stad één groot oorlogsmonument maken, maar dat was buiten de gevluchte inwoners gerekend. Met mondjesmaat kwamen ze terug. Met de goede wil van familie, vrienden en kennissen werd aan de wederopbouw begonnen.

 

Dinsdag 3 juli 2018. Het is buiten reeds 23° Celsius om 08:30u 's morgens. Het verrast ons niet meer want het zijn al enkele weken aan een stuk door fantastische temperaturen. Er heerst dan ook code rood in verband met brandgevaar. Gisteren werd de match België – Japan uitgezonden op TV. De achtste finale van de Rode Duivels eindigde met een 3 – 2 zege. We kunnen naar de kwartfinales. We rijden ondertussen op de ring rond Antwerpen. Het is behoorlijk druk alhoewel de grote vakantie al bezig is. Je zou toch denken dat iedereen nu aan de kust zit of ligt te zonnen. Niet dus. Om 09:30u rijden we het bord voorbij met “Welkom in Vlaams Brabant”. Het wordt heuvelachtig. Aan het kruispunt bij Machelen is het meer dan twee kilometer aanschuiven. Een reden zien we niet.

We rijden niet rechtstreeks naar Leuven. Het is daar heel druk en parkeren is totaal uitgesloten. Wij rijden naar Heverlee en het is dan 10:10u als we op de parking van de Kerspelstraat te Heverlee halt houden achter de begraafplaats. Voor ons bevindt zich het 'Arboretum van Heverleebos'. Het Heverleebos en het Meerdaalwoud bestaan al van na de laatste IJstijd. Samen meer dan 2000 ha groot. Groot genoeg om er te verdwalen, maar er bevinden zich bewegwijzerde paden en de wandelknooppunten tonen de weg. Vanaf deze parking nemen we de fiets voor een tocht van ongeveer 4 km tot het centrum van Leuven. Peace of cake, toch?

 

We rijden niet verder zonder een bezoek te brengen aan de militaire begraafplaats die naast de burgerlijke begraafplaats van Heverlee ligt. Hier rusten vele geallieerde soldaten van WOII, vooral bemanningen van de luchtvloot die rond Leuven sneuvelden. Een vijftigtal van deze slachtoffers overleed aan zijn verwondingen in het 101 Britisch General Hospital dat was ondergebracht in de vlakbij gelegen meisjesschool het Heilig Hartinstituut. Deze begraafplaats werd aangelegd in juni 1944 en wordt mooi onderhouden door de CWGC. De begraafplaats telt 30 doden uit WOI waarvan één slachtoffer niet meer kon geïdentificeerd worden. De doden waren afkomstig van een aantal kleinere begraafplaatsen uit de wijde omgeving. Verder rusten hier 988 slachtoffers uit WOII waarvan er 36 onherkenbaar waren. Vooraan werden de zerken geplaatst waar een eenheid van vrijwillige verpleegsters te rusten liggen, afkomstig  van het General Hospital.

 

We blijven de Kerspelstraat verder naar het noorden volgen. Rechts zien we achter een hoge afsluiting soldaten oefenen in de Heverlee kazerne ‘Cdt De Hemptinne’. Dit is de thuisbasis van de special forces en de jagers te paard. Momenteel stomen de officieren de soldaten klaar voor het defilé van de nationale feestdag op 21 juli. Links van ons zien we een grote Calvarieberg waar we uit nieuwsgierigheid naar toe rijden. Het is het kloosterkerkhof Annuntiaten met talrijke witte kruisjes, een calvarieberg met een levensgroot kruis waaraan een beeld van Jezus werd bevestigd. Naast het kruis staat het beeld dat Johannes de Doper voorstelt en aan de andere zijde werd Maria Magdalena geplaatst. Het jongste witte kruis dateert van 2 maart 2018, het overleden nonnetje was net 96 jaar oud geworden.  

 

We zijn nog steeds in Heverlee als we aan de Pakenstraat halt houden bij de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Troost waarvan de bouw begon in mei 1954. Op 15 april 1956 werd de torenklok ingewijd en in 1957 werd het bouwwerk opgeleverd. We kunnen binnen in de kerk voor een uitgebreid bezoek. Een donker en kaal interieur. De gewelven zijn in zachte tinten beschilderd met Christelijke taferelen. Naast de kerk werd in 1955 het kloostergebouw opgetrokken. Maar door een sterke afname van belanghebbende voor een roeping van priester werden de opleidingen gestaakt tijdens de jaren zestig van vorige eeuw. Er is een grote bibliotheek aanwezig die nog steeds door studenten regelmatig wordt bezocht. We mogen er niet rondlopen en worden onder lichte dwang naar buiten geloodst.

 

We zijn ondertussen in het centrum van Leuven belandt. De hoofdstad van de provincie Vlaams-Brabant ligt aan de Dijle rivier. De stad is vooral bekend om zijn universiteiten en het universitair ziekenhuis. Het is hier af en toe sterk heuvelachtig en dat gaan we nog meer ondervinden. In de Geldenaaksebaan houden we halt voor enkele foto opnames van de mooie graffiti muren op het spoorwegviaduct en aanpalende woning. Rechtsaf voor de Abdij van Park dat zich situeert in een oase van rust. Eerst fietsen we onder de Leeuwenpoort door. De toegangspoort dateert van 1725 en brengt ons de vele gebouwen van de Abdij van Park dat gesticht werd in 1129 door de graaf van Leuven. De volgende poort is de Mariapoort die genoemd werd naar de patroonheilige van de abdij. Ze werd oorspronkelijk gebouwd in de 16de eeuw. De huidige poort waar we onderdoor rijden stamt uit 1752. De abten van norbertijnen zetelden hier tot de Franse Revolutie. De abdij werd in 1789 geplunderd en voor een groot gedeelte vernield. Het Oostenrijks bestuur zette de norbertijnen op straat. In 1797 werd de abdij op militair bevel afgeschaft maar de norbertijnen kwamen terug in 1801. Het domein van ongeveer 42 ha bleef gespaard tijdens de beide Wereldoorlogen. Na een eerste erfpacht in 2003 volgde er een tweede in 2011 voor het volledige kloosterobject. Sindsdien werd er met de restauratie begonnen die opgeleverd wordt in 2025.

 

Abt Ambrosius Van Engelen bouwde een watermolen in 1534 tegelijk met de kern van de huidige Sint-Janspoort. Achter de molen en aansluitend bij de poort stond de smidse. De watermolen staat op de benedenloop van de Molenbeek. De norbertijnen verpachtten de molen aan een leek. Die maalde er tarwe, rogge en gerst, voor de abdij en voor de boeren uit de omgeving. De watermolen bleef eeuwen in gebruik omstreeks 1860 werd in het molengebouw een krachtige stoommachine geïnstalleerd die de maalcapaciteit gevoelig opdreef. De laatste molenaar, Marcel Morren, overleed in 1963. Sedertdien wordt er niet meer gemalen. 

We wandelen tussen de vele graven richting kerk. Tot de 18de eeuw lag er een grote boomgaard rond de abdijkerk en het klooster. De abdij had geen kerkhof nodig, want eertijds werd er begraven in de kerk. Sinds 1803 werd de kerk een parochiekerk genoemd en vanaf dan werd er rond de kerk begraven dat uitgroeide met religieuzen, professoren en politici. De norbertijnen hebben een eigen privé begraafplaats in de kloostertuin. Tegen de kerkhofmuur werd een replica Lourdesgrot gebouwd. In een nis staat een groot Mariabeeld. Bernadette is nergens te bespeuren.

De norbertijnen bouwden hun abdijkerk op de top van een natuurlijke helling. Al in 1131 stond er een kapel maar in de 13de eeuw werd de huidige kerk gebouwd. In 1628 werd het koor verlengd. Onder het koor, dichtbij het hoogaltaar werd een crypte gebouwd waarin de abten werden bijgezet. Er volgden nog enkele aanpassing maar in 1729 kreeg de kerk haar huidige uitzicht. Dat jaar werd ook de toren gebouwd. De kerk is afgesloten en kan niet bezocht worden.

 

Terug naar de Geldenaaksebaan en rechtsaf tot het grote kruispunt met de R23. Rechtsaf voorbij Sportoase Philipssite en opnieuw rechtsaf in de Nieuwe Kerkhofdreef voor de burgerlijke begraafplaats waar sinds het einde van de 18de eeuw begraven wordt. Hier werden de in Leuven gesneuvelde militairen en burgerslachtoffers gedurende WOI in een voorlopig massagraf begraven. In 1919 besloot de gemeente er een houten zuil als monument te plaatsen. Tijdens de volgende jaren werden tal van lichamen ontgraven om ze op een militaire begraafplaats te herbegraven. De overgebleven burgerlijke en militaire slachtoffers werden in een gezamenlijke crypte ondergebracht. Rechts achteraan, in een rotonde, werd op 27 juli 1924 het monument met crypte opgericht voor de Leuvense slachtoffers. Aan beide zijden ervan zijn de namen van de slachtoffers uitgehouwen. Terug naar de grote baan. Dwarsen de R23 en rijden naar links. We nemen de zevende straat rechts en komen in de Naamsestraat waar we halt houden bij de ‘Jezus in ’t Steentje kapel’ die gebouwd werd in 1814 ter vervanging van twee verwoeste kapellen uit 1798. Een serene plaats waar tientallen kaarsen branden. De kapel staat op het voormalige kerkhof van de Sint-Kwintenkerk. De kerk werd door Justus Lipsius beschouwd als de mooiste kerk van Leuven die men begon te bouwen in 1440 op de plaats waar voordien een kapel stond die dateerde uit de 11de eeuw. In de Eugène Gilbertstraat nemen we een foto van een reusachtige poster met de Rode Duivels.

 

We nemen de eerste straat linksaf en nemen de bocht naar rechts tot het eind. We dwarsen de straat en rijden rechtdoor via de Sint-Beggaberg. Aan het eind rechtsaf in het Groot Begijnhof. Een mega complex dat gesticht werd in 1232 en tot in de jaren 1980 onafgebroken door begijnen  bewoond. In de tientallen kleine huisjes leefden in de 17de eeuw een 360 begijnen. Sinds 1962 is het  eigendom van de Leuvense Universiteit die het liet restaureren en inrichten als woonerf voor studenten, professoren, buitenlandse gasten en medewerkers van de universiteit. We wandelen door smalle straatjes, pleintjes, tuinen en parken. We proberen de sfeer van vervlogen tijden op te snuiven. We komen bij de Sint-Jan-de-Doperkerk waaraan gebouwd werd van 1305 tot 1440 na afbraak van een oude vervallen kapel. Na ons bezoek aan het voormalige Begijnhof fietsen we terug naar de Naamsestraat. Linksaf, voorbij enkele hoge scholen die de stad rijk is. Voorbij de Parkstraat vinden we links de Van Dalecollege, rechts bevindt zich op het nummer 69 in de Naamsestraat de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. Verderop houden we halt bij de Sint-Michielskerk.

 

De Sint-Michielskerk geldt als één van de zeven wonderen van Leuven. Deze voormalige Jezuïetenkerk werd gebouwd van 1650 tot 1671. Er worden momenteel herstellingswerken uitgevoerd aan het portaal van de kerk. Hekwerken met spandoeken sluiten de inkom volledig af. De kerk is daarom ook niet open om het interieur te bewonderen. Vanop een afstand zien we wel de voorgevel met zijn kolossale zuilen en pilasters. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk bijna volledig vernield tijdens een luchtaanval in de nacht van 10 op 11 mei 1944. De voorgevel bleef als bij wonder gespaard. De renovatiewerken duurden tot 1950.

 

In de Naamse straat werd in 1979 het beeld Renée geplaatst ter ere van Renée Depret (1914 – 2001), ereburger van Leuven en medestichter van het Handelsverbond Leuven. Ze staat symbool voor de actieve vrouw en herinnert aan de vrouwelijke studentes die in deze straat hun eerste peda (studentenkamer) kregen. De Universiteitshal, op het nummer 22 in de Naamsestraat, werd gebouwd als Markthal in het begin van de 14de eeuw. Vanaf 1431 werd de lakenhal stelselmatig ingenomen door de universiteit. Tussen 1680 en 1690 werd er een verdiep aan toegevoegd. In 1723 – 1731 werd ten behoeve van de universiteitsbibliotheek een nieuwe vleugel toegevoegd, richting Oude Markt. Tijdens de nacht van 24 op 25 augustus 1914 drongen Duitse soldaten de bibliotheek binnen en stichtten er brand. De hele bibliotheek, met meer dan 900.000 boeken, oude drukwerken en manuscripten gingen in de vlammen op. Ook tijdens WOII, in mei 1944, werd opnieuw schade aangebracht aan de universiteitshal. Het eerste verdiep stortte in. Het duurde nog tot het eind van de jaren zestig van vorige eeuw voor er met de restauratie werd begonnen. Tegenwoordig herbergt dit complex de administratieve diensten van de universiteit en het rectoraat.

 

Volgende straat linksaf en weer linksaf om op de Oude Markt 13 achter de universiteitshal te staan. Hier bevindt zich de Katholieke Universiteit van Leuven, opgericht in 1968 en had in 2013 een capaciteit van 41.225 studenten. De Oude Markt is een rechthoekig plein dat grotendeels bestaat uit horecazaken. Op het plein staat de zitbank met de Kotmadam, een geschenk van de VVV aan de stad. Het beeld werd ingehuldigd op 16 mei 1985. We rijden terug naar de Naamsestraat en slaan linksaf tot op de Grote Markt.

 

Het historische gebouw op de Grote Markt van Leuven is één van de bekendste gotische stadhuizen ter wereld en de bevolking is er dan ook trots op. En met reden. Het eerste stadhuis stond op de Oude Markt tot men in de 15de eeuw besloot om een nieuw gebouw op te trekken op de Plaetse, de huidige Grote Markt. De eerste steen werd gelegd in 1439. De bouw duurde dertig jaar en heeft drie bouwmeesters gekend. De Leuvense ‘Hall of Fame’ telt maar liefst 236 beelden die pas na 1850 op de nissen in de gevel werden geplaatst. Het zijn 220 mannen- en 16 vrouwenbeelden. Op het gelijkvloers werden de Leuvense geleerden, kunstenaars en historische figuren geplaatst. Op het eerste verdiep staan de patroonheiligen van de verschillende parochies van Leuven. Daarboven prijken de graven en de Brabantse hertogen. In de toren werden overwegend Bijbelse figuren gezet. Het gebouw overleefde de gruwelen van WOI omdat het Duitse opperbevel er was gevestigd. Sinds de verhuis van de stadsdiensten eind 2009 wordt het stadhuis enkel nog gebruikt voor plechtigheden. Aan de zijkant vinden we het toeristisch infokantoor. Het stadhuis werd zoals verwacht meerdere malen gerestaureerd.

Naast de trappen van het Stadhuis bevindt zich de Raadskelder. Ze zijn slechts open op de derde zaterdag van de maand. De kelders stammen uit de 13de en 14de eeuw en zijn momenteel in gebruik door het Koninklijk Verbond der Jaartallen die hier hun museum hebben. Een groot deel van hun kaders, foto’s, vlaggen en kostuums worden hier tentoongesteld.

 

De Sint-Pieterskerk op de Grote Markt vervangt een romaanse kerk die even breed maar minder lang was. Aan koor en schip werd gebouwd tijdens de hele vijftiende eeuw. In de 17de eeuw werd met de werken gestopt maar de kerk werd nooit afgewerkt. De twee torens hebben nooit hun volle hoogte bereikt. De kerk bleef niet gespaard tijdens de beide Wereldoorlogen. Tijdens WOI brandde het dak af en tijdens WOII werd de kerk gebombardeerd. Veel kerkschatten zijn tijdens de beide oorlogen verloren gegaan. We kunnen binnenin een kijkje nemen. Het is een prachtige kerk met veel lichtinval.

 

Met het stadhuis in de rug fietsen we naar rechts. Als we de Grote Markt ten einde zijn staan we bij een ander plein. De Rector De Somerplein werd genoemd naar de eerste rector van de ééntalige Katholieke Universiteit van Leuven. Tot 2011 was dit het Fochplein, genoemd naar de Franse maarschalk, Ferdinand Foch (1851 – 1929) die in 1918 het commando over alle geallieerde troepen nam en ze naar de overwinning leidde.

Het monument van Fonske vinden we aan de overzijde van de Bontgenotenlaan. De volledige naam luidt Fons Sapientiae, latijn voor ‘Bron der Wijsheid’. Het beeld werd ter gelegenheid van de 550ste verjaardag van de Katholieke Universiteit Leuven in 1975 aan de stad geschonken.

 

We houden het standbeeld van Fonske rechts van ons en rijden op het Margarethaplein tot het eind. Rechtsaf op het Ferdinand Smoldersplein. We fietsen voorbij drie statige gebouwen: het gerechtshof, de rechtbank van eerste aanleg en de rechtbank van koophandel. Links van ons staat het standbeeld van Pieter Coutereel (1320  - 1373). Hij bracht in 1360 het stadsbestuur ten val en werd nadien schepen en burgemeester. Aan het volgende kruispunt linksaf in de Vaartstraat. Aan de Y-splitsing rechts houden en bij de derde straat slaan we linksaf in de Halfmaartstraat voor de Sint-Geertuiabdij. Een voormalige Augustijnenabdij die beperkt werd tot twaalf reguliere kanunniken van adellijke afkomst. Wie niet van adel was kwam er niet in. De abdij werd in 1796 afgeschaft en de gebouwen werden in loten verdeeld en als nijverheidsgebouwen gebruikt. In 1919 werd het geheel een benedictinessenabdij. De gebouwen werden hersteld en aangevuld met de Thiéry-vleugel, een fantasierijke heropbouw van gevels uit de stad die tijdens de brand van WOI vernield werden. De kerk werd tussen de 14de en 16de eeuw gebouwd. De toren is 71 meter hoog en werd pas in 1453 voltooid. In WOII liepen kerk en abdij zware schade op. Thans heeft het geheel een gemengde bestemming: administratie en wonen.

 

Verderop zien we rechts van ons het ‘Klein Begijnhof’. Een straat met twee doodlopende steegjes die in de 19de eeuw bewoond werd door begijnen. Oude documenten tonen aan dat in 1272 de huisjes al bewoond werden door een gemeenschap van vrouwen. De huisjes dateren uit de 17de-18de eeuw. We volgen verder de Halfmaartstraat. Bij de plaatselijke apotheek hangt een thermometer die +32° graden aanduidt. Tijd voor een verfrissing. Bij het kruispunt met de Mechelsestraat draaien we rechtsaf tot het eind. De Abdij van Keizersberg bevindt zich in een oase van groen. Deze benedictijnenabdij uit de 19de eeuw werd gebouwd door de monniken van de abdij van Maredsous. Een lange muur omgeeft de gebouwen en het omliggende terrein zodat het geheel doet denken aan een oude, versterkte burcht. De tuin is een openbaar park vanwaar men een mooi uitzicht op de stad heeft. We rijden terug en slaan rechtsaf in de Pereboomstraat tot het eind. Linksaf en weer tot het eind. Rechtsaf in de Tessenstraat tot het eind en rechtsaf in de Brusselsestraat tot bij de kerk.

 

We bevinden ons op het Sint-Jacobsplein bij, hoe kan het anders, de Sint-Jacobskerk. Zij was een halte op één van de wegen naar Santiago de Compostella en werd als bedevaartkerk ook een rijke kerk. Omdat haar funderingen niet sterk genoeg waren, deden zich al snel stabiliteitsproblemen voor. Het gebedshuis is dus in deze omstandigheden niet toegankelijk. 

Het standbeeld van Jozef Deveuster werd gemaakt in opdracht van de Katholieke Kring van Leuven en in 1894 ingehuldigd in het Sint-Donaaspark. In 1906 werd het kunstwerk naar deze plek overgebracht. Pater Damiaan werd geboren te Tremeloo in 1840 en stierf te Molokai in 1889.

De St-Jacobskapel bevindt zich op de hoek van de Brusselsestraat en de Pelgrimstraat met een beeld van Jacobus de Meerdere achter een smeedijzeren traliewerk. Langs de Brusselsestraat rijden we terug naar de Grote Markt. Net voorbij het UZ van Leuven fietsen we langs de ‘Romaanse Poort’ van 1218 – 1222. De Romaanse poort verleent momenteel toegang tot het cultureel centrum en is het enige overblijfsel van het Sint-Elisabethgasthuis dat hier omstreeks 1080 – 1090 gesticht werd.

We rijden naar de Bondgenotenlaan die tijdens 1914 nog Statiestraat noemde. De brede laan was de voornaamste boulevard van de stad. Halverwege de straat vinden we het standbeeld van Justus Lipsius (1547 – 1606). De man was één van de bekendste figuren van het humanisme, studeerde en woonde enkele jaren in Leuven. Het monument werd ingehuldigd in 1909. De staat schonk het beeld aan de stad ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van KU Leuven.

 

We nemen de volgende straat linksaf en rijden door de Leopold Vanderkelenstraat. Rechts zien we het moderne M-Museum. In het indrukwekkende gebouw huisvest een historische collectie van unieke 15de- en vroeg 16de eeuwse schilderijen en beelden. Naast deze collectie presenteer het museum tijdelijke tentoonstellingen van zowel oude meesters als hedendaagse kunstenaars. Verderop rijden we tot bij het Monseigneur Ladeuzeplein. De toenmalige Volksplaats werd aangelegd in 1806 en de eerste bebouwing verscheen in 1812. De imposante Centrale Bibliotheek werd gebouwd tussen 1921 en 1928 met geld dat de toenmalige president van Amerika Herbert Hoover verzamelde. Het gebouw bezit een klokkentoren met beiaard. Bezoekers worden uitgenodigd om de vijf verdiepingen van de toren te maken en op weg naar boven herbeleefd de bezoeker de verwoesting en wederopbouw van de stad. Na het vijfde verdiep heeft men vanop een balkon een mooi uitzicht over de omgeving. In de gevel zijn de namen van de Amerikaanse schenkers gebeiteld. In 1940 kreeg het plein de huidige benaming naar Paulin Ladeuze (1870 – 1940). Ladeuze was rector van de Leuvense Katholieke Universiteit en werd tot bisschop gewijd in 1929. Tijdens WOII ging ook dit gebouw bijna volledig in vlammen op. Op 16 mei 1940 werd het gebouw door de oprukkende Duitsers beschoten. Diezelfde nacht werd er brand gesticht. De schade werd na de oorlog gelukkig hersteld.

De gigantische kever die gespietst is door een 23 meter hoge inox naald op het plein is een werk van Jan Fabre dat de naam Totem kreeg. Het kunstwerk staat hier sinds 2005. Een geschenk van de Leuvense Universiteit aan de stad naar aanleiding van haar 575ste verjaardag. Vervolgens rijden we terug naar de Bondgenotenlaan 21.

 

We houden even halt voor de Stadsschouwburg. De aannemer startte de werken in 1864 en de plechtige opening vond plaats op 3 september 1867. Het gebouw werd tijdens WOI tot op de ruwbouw verwoest. Het duurde tot maart 1938 voor de nieuwe stadsschouwburg plechtig werd geopend. Tijdens bombardementen in 1944 – 45 liep het gebouw opnieuw schade op. Alles werd in 1952 vakkundig hersteld. Wat verder rijden we langs het Martelarenplein.

 

Het plein noemde tot 1918 het Stationsplein. Hier begon op de avond van 25 augustus 1914 de Duitse terreur. Duitse soldaten schoten op landgenoten omdat ze dachten dat het burgers waren, de zogenaamde ‘francs-tireurs’. Vervolgens gaf de Duitse leiding opdracht om vergeldingsmaatregelen. Burgers werden omgebracht en overal werd brand gesticht. Verschillende gebouwen gingen verloren en op dit plein werden executies uitgevoerd. De doden werden hier begraven. De sfeer was gespannen en mensen werden bang. Het terreur bleef aanhouden tot 28 augustus 1914. Het gehele Stationsplein werd eveneens zwaar getroffen door brandstichters. Ongeveer 15 burgers werden naar Duitsland gedeporteerd en kwamen eerst terug in januari 1915. 250 burgers stierven door de gruwelen van de bezetter. Na de oorlog werden 32 slachtoffers opgegraven en de hele omgeving werd heropgebouwd. Ter herinnering aan deze gebeurtenissen werd in 1925 het vredesmonument op het plein geplaatst. Tijdens WOII konden de anti-Duitse reliëfs op het monument op weinig sympathie van de bezetter rekenen. Ze werden verwijderd en vervangen door bakstenen. Tijdens een restauratie werden de reliëfs gereconstrueerd.

 

We rijden terug naar Heverlee en passeren de gevangenis ‘Leuven Centraal’. Met de aanvang werd in 1856 begonnen en in 1860 volgde de officiële openingen van de strafinrichting. Tijdens het interbellum werden werkhuizen bijgebouwd waar gedetineerden konden werken. Er ‘zitten’ hier soms tot 300 veroordeelden en 50 beklaagden.

Om 17:30u zijn we bij het kasteel van Heverlee. De heren van Heverlee bouwden een eerste kasteel in de 14de eeuw en vanaf de 16de eeuw werd het huidige kasteel opgetrokken. Vanaf de 19de – tot de 21de werden er nog ingrijpend renovatiewerken uitgevoerd aan het kasteel. De Hertog van Arenberg schonk het domein aan de universiteit in 1916. Het kasteel wordt momenteel gebruikt door de faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Om de dag af te sluiten hadden we een tafeltje voor twee besteld bij ‘Brasserie De Oude Kantien’. Een begrip in en rond Leuven. Niets wijst erop dat achter deze eenvoudige gevel ooit een ingetogen herberg van het kasteel van Arenberg schuilde. De sfeer is er charmant en past uitstekend binnen de eenvoud van de vierkanthoeve. Na het dessert, dat bestaat uit een koffie en een thee voor moeder de vrouw, fietsen we terug tot bij de auto in de Kerspelstraat. We hebben in totaal 20 km gefietst.




















02-01-2019 om 06:42 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-11-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liberationroute

Parkeren: Kerkstraat 29 te Driel Gelderland.

Fietsknooppunten: 59 – Veer – 53 – 37 – 09 – 10 – 87 – 07 – 82 – 84 – 85 – 34 – 44 – 26 – 93 – 94 – 41 – 54 – 36 – 35 – 22 – 29 – 28 – 27 – 59 – 26 - terug naar de kerk te Driel = +/- 35 km.

Maandag 25 juni 2018. Het is nog bewolkt en de temperatuur schommelt momenteel nog tussen de 15° en 16° Celsius. Te fris voor de tijd van het jaar had de weerman gisteren voorspelt. Maar ze beloofden toch een zonnige dag zonder één spatje regen. De natuur smacht echter naar hemelwater. In de verschillende natuurparken is zelfs code oranje van kracht. Wat duidt op hoog brandgevaar. De hoge uitkijktorens in de Kalmthoutse Heide worden uit veiligheidsoverwegingen overdag bemand om alles in het oog te houden. We mogen thuis de auto niet meer wassen en zelfs geen zwembadje voor de kinderen of kleinkinderen meer vullen. We gaan vandaag in ieder geval profiteren van een zonnige dag en rijden voor een verfrissende fietstocht met de auto naar Gelderland. Het is de grootste provincie van Nederland met als hoofdstad Arnhem. De provincie Gelderland werd bijzonder zwaar getroffen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De geallieerde “Operatie Market Garden” van September 1944 mislukte grotendeels, waardoor het oorlogsfront plots dwars door de provincie liep. De geallieerden wisten weliswaar Nijmegen en een deel van de Betuwe te bevrijden, maar de Slag om Arnhem veranderde de hoofdstad Arnhem, Renkum en omgeving in een ruïne.

Onderweg houden we even halt op een parking om de benen te strekken en een kopje koffie te drinken. Bij afslag 18 in Heteren verlaten we de A50 en volgen verder de instructies van onze GPS. Voor het centrum van Driel neemt moeder de vrouw een foto van een beeldje dat hoog op een kasseien sokkel staat. Het is ‘Kruuzemuntje’. Het beeldje werd aangeboden door de ‘Historische Kring’ van Driel. Het is een personage uit de gelijknamige Overbetuwse novelle van Jacob Jan Cremer (1827-1880) die in 1866 werd geschreven. Enkele minuten later rijden we door het centrum van Driel. Het dorp staat bekend om de “Slag om Arnhem”. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de plaats een belangrijke bijrol vanwege de luchtlanding en veldslag van de geallieerde troepen in september 1944. Driel werd bevrijd op 21 september 1944 door de Poolse 1ste Onafhankelijke Parachutisten-brigade onder leiding van Stanislaw Sosabowski. De brigade was bij Briel geland om in het kader van de “Slag om Arnhem” de Rijnbrug bij Arnhem vanuit het zuiden te veroveren. Veel huizen waren zwaar beschadigd.

Op het Polenplein parkeren we de auto vlakbij het Nationaal Monument voor de '1e Onafhankelijke Poolse Parachutisten Brigade' dat onthuld werd op 16 september 1961. In de gemetselde omheining werden enkele plaquettes ingewerkt met de vele namen van de  parachutisten van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade die in 1944, tijdens Operatie Market Garden, vermist zijn geraakt. Deze operatie vond plaats op 21 september 1944 in Driel. Die dag werden ongeveer 1.000 Poolse parachutisten, onder leiding van Generaal – Majoor Sosabowski, afgeworpen. De Polen moesten met het Drielse veer de Nederrijn oversteken om de bijna geheel omsingelde Britse luchtlandingstroepen in Oosterbeek te versterken. Het Drielse veer was alleen verdwenen en een klein deel wist tijdens twee nachtelijke oversteekpogingen onder vijandelijk vuur de overkant van de rivier te bereiken. Uiteindelijk konden door de komst van de Poolse parachutisten bij Driel de restanten van de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie uit Oosterbeek worden geëvacueerd.  We zien de wapenschilden van Polen en Warschau en het embleem van de Poolse brigade. Naast het Poolse monument werd het Sosabowski Memorial Appeal geplaatst. Het monument kwam er op initiatief van de Britse veteranen die samen met de Poolse para's streden tijdens Operatie Market Garden. Het monument werd onthuld op 16 september 2006 en herdenkt Generaal – Majoor Sosabowski. Het is een witte verticale gedenksteen met een ronde bronzen plaquette waarop de afbeelding van de Generaal-Majoor is bevestigd. De Poolse bevelhebber die leiding gaf tijdens de Slag om Arnhem. Hier vindt elk jaar in september een herdenking plaats. Tijdens deze plechtigheid die al vanaf 1946 wordt georganiseerd worden diverse toespraken gehouden. Aan het monument worden bij het Polenmonument en het Sosabowski Memorial Appeal kransen gelegd.

We stappen met de fiets aan de hand naar de overzijde van het plein tot bij de kerk van Driel. In 1796 werd de parochie gesticht en een kerk met pastorie gebouwd. Ze bleek al snel te klein zodat reeds in 1835 het gebedshuis werd vergroot en vernieuwd. In het najaar van 1868 werd op de huidige locatie de fundamenten gegoten voor de bouw van een nieuwe kerk. Op 22 december 1870 werd ze plechtig gezegend maar het noodlot sloeg weer toe tijdens WOII. De kerk bleef gespaard tot september 1944. Tijdens de 'Slag om Arnhem' werd ze samen met de pastorie zodanig verwoest dat het voordeliger was om een nieuwe kerk te bouwen.

De eerste steenlegging vond plaats in februari 1949 en een jaar later werd de huidige Maria Geboorte kerk ingezegend. Naast de ingang van de kerk werd een rechthoekig plaquette bevestigd in de muur ter herdenking aan parochiaan Johan Kosman. Een Drielse soldaat die voor zijn vaderland stierf op ‘Den Grebbeberg’ in mei 1940. Het Heilig Hartbeeld staat links voor de toren die dateert van 1960.

We kunnen de kerk binnenin ook bewonderen. Vooraan werd een prachtige muurschildering aangebracht door het kunstenaarsechtpaar Berry en Janny Brugman. Het kunstwerk werd gerealiseerd in 1982 en is een geschenk van de parochianen aan pastoor Helthuis van zijn 25-jarig priesterfeest. Achteraan de kerk heeft de 'Stichting Driel – Polen' een informatiecentrum opgericht door middel van paravents. Deze expositie belicht de strijd van de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade bij het dorp Driel tijdens Operatie Market Garden. Tevens gaat het in op het ontstaan van de Poolse brigade, de oneervolle behandeling van deze Polen na het mislukken van de operatie en de vriendschappelijke band die is ontstaan uit dankbaarheid tussen de Drielse bevolking en de Poolse parachutisten. Het informatiecentrum is dagelijks open van 09:00u tot 17:00u. De toegang is gratis.

We laten de katholieke kerk rechts van ons en fietsen tot aan de eerste straat rechts. Links zien we de Nederlandse Hervormde kerk. De protestantse kerk dateert van de 14de eeuw en was oorspronkelijk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouwe. De aangebouwde verdedigingstoren met schietsleuven stamt uit 1467. Het eenbeukig schip uit de 11de eeuw is voortgekomen uit een kasteelkapel die behoorde bij de Frankische hofstede ‘De Oldenburg’. Tijdens de Reformatie, rond 1580, kwam de kerk in protestantse handen. Ze werd op 11 juni 1915 volledig verwoest door een brand na een blikseminslag maar naderhand werd alle schade netjes hersteld. Op het nabijgelegen kerkhof ligt een militair begraven van de Tweede Wereldoorlog. Gesneuveld op 24 september 1944 op 33 jarige leeftijd.

We fietsen rechtsaf tot aan de driesprong bij de hoge dijk. Een markante plek die in 2013 is gerealiseerd door de gemeente en de inwoners van Driel. Dit en nog veel meer staat te lezen op het infobord aan de trap en de twee zitbanken onderaan de dijk. We laten de dijk links van ons om knooppunt 59 te volgen. Via de helling rijden we de Drielse Rijndijk op. Achter ons zien we het stuwcomplex in de Nederrijn dat zorgt voor de waterstand tussen Driel en Amerongen op peil te houden. Links stroomt de Nederrijn. Een Nederlandse rivier en een tak van de Rijn. Vanaf de dijk hebben we een mooi uitzicht op de omgeving. De skyline op de andere oever vertoont niets anders dan groene bossen van loofhout. Rechts, beneden de dijk staan de statige hoeves met rieten daken. De zijberm is afgeboord met draad. Zo wordt vermeden dat grazende schapen op de weg terecht komen. We fietsen voorbij hectaren fruitbomen. Borden langs de weg nodigen niet alleen uit om appels en peren te kopen, maar ook schapenwol wordt aan de man gebracht. Bij de woning met de naam “Drielse veer” is knooppunt 59.

Linksaf tot bij de rivier. We nemen de veerdienst naar het noorden die gelijk vertrekt als we aan boord stappen. Het veer vaart over de Nederrijn en verbindt Driel met Oosterbeek. De zonnepanelen op de pont zorgen voor het aandrijven van de motor. De overvaart duurt slechts enkele minuten en toch zijn we verbaast als het al na het middaguur is als we aan de overzijde toekomen.

Een zitbank nodigt uit om onze meegebrachte boterhammetjes op te eten. Het is heerlijk genieten met een beker warme koffie, al is het uit een thermos. We missen alleen de zon nog.

Om knooppunt 37 te volgen fietsen we op een smal asfalt pad tussen het groen. We naderen de woonkern Heveadorp dat in het dal ligt van de Seelbeek die vanouds de grens vormt tussen Doorwerth en Oosterbeek. Tijdens operatie Market Garden lag Heveadorp aan het front. Het Dorset regiment stak ongeveer op deze plaats de Rijn over om te pogen de Duitse stellingen op de Westerbouwing te veroveren. Vervolgens lag het dorp in de vuurlinie toen de Betuwe door de geallieerden was bevrijd en de Duitse troepen zich in de stuwwal ingroeven. In april en mei 1943 werden verschillende werknemers van de plaatselijke fabriek gefusilleerd door de Duitsers omdat ze het werk neerlegden en in staking gingen. Ook John Frost en zijn bataljon trokken door Heveadorp op weg naar de Arnhemse brug. Bij die hevige gevechten raakte het dorp zwaar beschadigd.  

We fietsen niet door Heveadorp maar slaan linksaf tot bij een prachtige statige woning met het opschrift: 'De tol'. Het gebouw werd in 1901 gebouwd als tolhuis en heeft tot 1926 dienst gedaan. Het is momenteel particulier eigendom maar we nemen toch een foto. Er komt een stevige bries opzetten maar toch blijven we positief want onderweg merken we dat de temperatuur al opgelopen is tot 19° C. Rechts gaat een steile helling de hoogte in. Aan de andere zijde gaat het steil naar beneden. Het is duidelijk dat we nu echt door de hoge Veluwe fietsen. We genieten van de rust, de ruimte en de natuur, vergezeld van verschillende vogelgeluiden. Even verder vangen we nog net een blik op van kasteel Doorwerth. Het bestond al in de tweede helft van de 13e eeuw toen het werd belegerd en in brand werd gestoken. Tijdens de daarop volgende eeuwen werd het kasteel meermaals herbouwd, gerestaureerd, gesloopt en weer opgebouwd. Tijdens Wereldoorlog Twee raakte het kasteel zwaar beschadigd maar werd achteraf geheel gerestaureerd. Momenteel is het Museum voor Natuur- en Wildbeheer in het kasteel ondergebracht.

Hijgend en puffend moeten we een helling op. Er zijn af en toe stevige kuitenbijters bij. We nemen een ondersteuning meer. Bij een afdaling houden we angstvallig onze vingers bij de remmen. We fietsen vaak onder een groen bladerdek. Eens er voorbij valt het op dat de bewolking open gebroken is en de zonnestralen doorlaten. Het wordt opslag enkele graden warmer. Infobordjes naast de weg geven talrijke wandelingen aan. Het moet fantastisch zijn om hier in de bossen van de Veluwe rond te dwalen. Genietend van het gekwetter, gezang en getjilp van talrijke vogels. Op de fiets zien we nog net een boomkliever die langs de stam van een boom naar beneden kruipt, maar dan krijgt hij ons in de gaten en vliegt tussen het loof van de bomen weg.

Bij knooppunt 37 nodigt een bordje ons uit om rechtsaf in de Holleweg te rijden voor de 'Benekomse uitkijktoren'. Het is een stevige klimming die professionele wielrenners zou doen tandenknarsen. We zien geen wegwijsbordje meer naar links of rechts en fietsen rechtdoor tot aan het derde kruispunt. We staan op het hoogste punt nog wat te hijgen en te puffen. Hier wijst hetzelfde soort informatiebordje naar de uitkijktoren maar dan naar beneden. Ergens moet hier een uitkijktoren staan maar we weten niet waar. Ergens links of rechts van ons. Doelloos rond fietsen zien we niet zitten en besluiten terug te keren naar ons knooppunt. Het gaat snel naar beneden. We halen zelfs een snelheid van 40 kilometer per uur. Onverantwoord vinden we achteraf. We moesten zelfs afremmen omdat het te gevaarlijk werd. Zonder kleerscheuren bereiken we toch ons doel. Rechtsaf om knooppunt 9 te volgen.

We fietsen een tijdje naast de A50, vervolgens dwarsen we de N225 en slalommen daarna tot over de A50 tot knooppunt 10. Rechtsaf en 100 m verder is knooppunt 87. We fietsen op de Bennekomseweg langs prachtige statige woningen met grote tuinen. De eigendommen worden netjes afgesloten met ijzeren sierhekken. Ondanks de droogte staat de maïs al hoog. Op de fiets kunnen we er nog gemakkelijk over kijken en genieten dan nog van de mooie vergezichten. We fietsen al geruime tijd in het zonnetje. Een zalig gevoel. Onze trui verdwijnt in de fietszakken. We houden meermaals halt om mooie panoramafoto's te maken. Paarden grazen in een weide die geel kleurt van bloemen. Een lust voor het oog.

We rijden door Heelsum. Een dorp in de gemeente Renkum ten noorden van de Nederrijn. Tijdens WOII speelde de omgeving een belangrijke rol vanwege de luchtlanding en veldslag van de geallieerde troepen in september 1944. In de meidagen van dat jaar was Renkum het toneel van gevechten. In de ochtend van de tiende mei worden een aantal bruggetjes opgeblazen door het Nederlandse leger. Het 5e Eskadron Huzaren-wielrijders heeft zich op het Jansbergje ingegraven om de Duitsers te vertragen. Het gevecht duurt tot ongeveer 18:00u. Op 17 september 1944 vinden grote luchtlandingen plaats op de Renkumsche Heide. Britse troepen trekken naar Arnhem. Op 1 oktober wordt de Heelsumse bevolking gedwongen geëvacueerd. Het dorp loopt leeg en wordt verschillende maanden blootgesteld aan artilleriebeschietingen en plunderingen door Duitse soldaten. Na de bevrijding begint de heropbouw van het dorp. Het kolossale oorlogsmonument waar wij bij poseren werd eind september 1945 geconstrueerd. Op de 17de september 1944, omstreeks één uur in de middag, landden troepen van de 1e Airborne Division op de heide in de omgeving van dit monument. Het is een antitankgeschut met tientallen Britse afwerp containers.

Voor knooppunt 85 moeten we rechtsaf en dan linksaf over de spoorweg met slagbomen. Aan de splitsing moeten we rechts houden. We fietsen door het buurtschap Buunderkamp dat nog slechts uit enkele woningen en een hotel bestaat. De Slag om Arnhem had veel verwoesting van gebouwen tot gevolg. Een aantal woningen en het landhuis werden niet herbouwd. Er staat nog wel een hotel dat sinds 1976 van de Bilderberggroep is. Aan de driesprong is knooppunt 85.

Nog voor knooppunt 44 fietsen we voorbij hectaren koren of graanvelden. Het is rijp om geoogst te worden. Het koren deint mee met wind en kleurt goudgeel door de zon. Het is een prachtig zicht. Na ons volgende knooppunt slaan we rechtsaf langs een voorbehouden fiets- en wandelpad en doorkruisen een bosrijk gebied. We fietsen langs het natuurgebied Reijerscamp. In 1944 landden op de voormalige akkers van Reijerscamp zweefvliegtuigen met geallieerde troepen aan boord. Het begin van operatie Market Garden was een feit. Via de Duitsekampweg bereiken we het centrum van Wolfheze, een dorp in de gemeente Renkum. Ongeveer een kilometer ten zuiden van het dorp liggen overblijfselen van een eerdere vestigingsplaats van het dorp Oud-Wolfheze. Aan het eind van de  negentiende eeuw vond men in het Wolfhezerheide gebied fundamenten van een elfde eeuws kerkje. Vervolgens laten we Wolfheze achter ons en fietsen over de A50 alsmaar rechtdoor over de Bilderberglaan en de Nico Bovenweg naast de spoorweg.

Wat verder zien we aan onze rechterzijde  de eerste huisjes van Oosterbeek. Een voormalige gemeente die vooral bekend werd door de Slag om Arnhem. Tijdens WOII speelde de plaats een belangrijke rol vanwege de luchtlanding en veldslag van de geallieerde troepen in september 1944, als onderdeel van Operatie Market Garden. De kerk van Oosterbeek deed dienst als verbandpost voor de geallieerde troepen. De kerk raakte zwaar beschadigd maar werd in 1946 hersteld. Vrijwel het gehele beneden dorp werd verwoest. In hotel Hartenstein werd het hoofdkwartier ondergebracht van de Eerste Britse  Luchtlandingsdivisie. Ook dit hotel werd grotendeels verwoest, maar na de oorlog weer opgebouwd. Sinds 1980 is hier het Airborne Museum gevestigd. De meeste gesneuvelde geallieerde militairen van de Slag om Arnhem liggen begraven op de Airborne War Cemetery.

Bij knooppunt 44 wijken we af voor de Oorlogsgraven van het Gemenebest. Linksaf over de spoorweg van Oosterbeek om even knooppunt 45 te volgen tot aan de ingang van de begraafplaats. Op 5 juni 1945 begon men met de aanleg van dit ereveld. Vanaf 1952 werden de witte kruisjes vervangen door de huidige natuurstenen zerken. Op dit ereveld liggen 1754 geallieerde militairen van de landmacht, luchtmacht en zeemacht begraven die in de periode september 1944 tot april 1945 sneuvelden (plus enkele burgers van de CWGC). Van de graven zijn er 1678 van Britse, 8 van Nederlandse en 73 van Poolse militairen. Rechtover de militaire begraafplaats bevindt zich de Gemeentelijke begraafplaats die dateert van 1899. ook hier vinden we nog de bekende zerken van het CWGC. De marmeren zerken zijn van RAF Militairen. Volgens info moet er hier ook een rustplaats zijn van Nederlandse Militairen maar we vinden ze niet zo gauw en verlaten de begraafplaats langs de westzijde. Hier werd een monument opgericht voor de Parachutisten van het RAS Corps.

We keren terug naar knooppunt 44. Linksaf op de Parallelweg tot knooppunt 26. We houden even de spoorweg links van ons tot aan de Mariëndaal (straat). Dan linksaf onder de spoorwegbrug die gebouwd werd in 1845. Rechtsaf aan de viersprong. We fietsen pal naast het Mariëndaal. Een historische buitenplaats tussen Oosterbeek en Arnhem. Een prachtig gebied met golvende bouwlanden, weilanden met vee, brede lanen, bossen, beekjes en vijvers. Te midden daarvan staan prachtige boerderijen. In het hoger gelegen deel werd in 1392 het Augustijnenklooster gesticht. In 1580, tijdens de reformatie, werd dit klooster opgeheven om tussen 1587 en 1607 te worden gesloopt. De stenen werden hergebruikt om de lanen in het landgoed te verharden en door de bevolking gebruikt om hun woningen te bouwen. Op een kunstmatige heuvel ligt een zwaar verwaarloosde zevenhoekige kapel die dateert van 1939/40, de Christuskoepel met beeldhouwwerken. Gebouwd in opdracht van Mevr. De Bruijn-Van Lede uit Oosterbeek. Zij kwam in 1938 in de ban van de oproep van Koningin Wilhelmina voor ‘morele en geestelijke herbewapening’ om zo een tegenwicht te bieden aan de totalitaire fascistische en communistische ideologieën die in opkomst waren. De Christuskoepel was een anoniem geschenk van haar aan het landgoed Mariëndaal. Omdat de kapel regelmatig slachtoffer was van vandalisme werden de drie toegangen met traliewerken afgesloten. We verlaten dit prachtig gebied via de Diependalseweg, de Callunastraat en de Tormentilstraat. We houden de spoorweg rechts van ons en langs de Noordelijke Parallelweg bereiken we knooppunt 93. 

Bij knooppunt 94 bevinden we ons in Arnhem. Linksaf rijden we op het Stationsplein. Na een relatief lange bouwtijd (1997-2016) is de nieuwe OV-terminal van de stad, Arnhem Centraal met een capaciteit van 110.000 trein- en busreizigers per dag, op 19 november 2015 feestelijk geopend. Het oogt gigantisch langs de buitenzijde. Tijd voor een verfrissing. Terwijl we genieten van een sanitaire stop zien we hier hoe vlot het verkeer verloopt. Het openbaar vervoer domineert hier met trolleybussen. Het enige nog bestaande netwerk in de Benelux.

Het monument verderop van een ruiter te paard is van de ‘Rijdende Artillerie’ dat werd opgericht in 1793 en in mei 1940 werd ontbonden. Het bronzen beeld dateert van 1963.  Linksaf en voorbij knooppunt 54 fietsen we langs de langs de gezellige Looierstraat met winkeltjes naar de Johnny van Doornplein.

Even rechtdoor werd aan de rechterzijde het  Musis Sacrum complex gebouwd. Een concertgebouw dat stamt uit 1847. Het is de thuisbasis van het Gelders Orkest. Het gebouw diende tijdens de Duitse bezetting als Wehrmachtheim en konden er geen concerten plaats vinden.

Verderop aan de linkerzijde werd in de jaren 1874-1876 de Sint-Martinuskerk gebouwd. De toren heeft een hoge spits. Boven de ingang in de toren werd in 1934 een Heilig Hartbeeld geplaatst. Een geschenk van de parochianen aan hun pastoor. De kerk leed weinig schade door de Tweede Wereldoorlog. Enkel wat ruiten sneuvelden door granaatinslagen. De kerk wordt momenteel gebruikt door de Poolse gemeenschap. Terug naar knooppunt 36. Linksaf voor knooppunt 35. We fietsen pal langs het Musispark, links van ons. Een groen park met grote vijver waar regelmatig evenementen worden gehouden.

Bij de rotonde is knooppunt 35 waar we halt houden bij het ‘Airborne monument’. Het monument op het Airborneplein werd geplaatst ter nagedachtenis aan de Slag om Arnhem in september 1944. Het bestaat uit een door de oorlog beschadigde zuil van het voormalig Paleis van Justitie dat op een voetstuk is geplaatst. Tijdens de Slag om Arnhem werd het gerechtsgebouw geheel verwoest. Dit fragment van één van de zuilen dat werd bewaard als herinnering. Op 17 september 1945 werd het monument onthuld. Op de zuil staat in vergulde letters: 17 september 1944.

We wijken af van onze knooppunten om de stad een bezoek te brengen. De stad staat internationaal bekend om de Slag om Arnhem. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde Arnhem een belangrijke hoofdrol vanwege de luchtlanding en veldslag van de geallieerde troepen in september 1944, als onderdeel van Operatie Market Garden. Het was de grootste operatie op Nederlands grondgebied tijdens WOII. Het was voor de geallieerden en Nederland grotendeels een mislukking doordat de laatste brug niet kon worden ingenomen en het westen van Nederland mede hierdoor niet bevrijd kon worden. Hierop kreeg het westen van Nederland te maken met de Hongerwinter. Arnhem zelf werd in grote mate door bombardementen van zowel de Duitse als de geallieerde zijde verwoest. Ook werd de stad geplunderd door de Duitse bezetter toen deze de stad in 1944 lieten ontruimen.

Als we op de rotonde staan bij knooppunt 35 zien we in de verte de spitse torens van de kerken. Daar moeten we naar toe.

Verderop op de hoek van het Kerkplein en de Koningstraat werd het ‘Duivelshuis’ of het Huis van Maarten van Rossum gebouwd. Op deze plek stond in de vijftiende eeuw een stadsboerderij. In 1539 kocht veldheer Maarten van Rossum de eigendom die het in 1543 liet verbouwen en liet hij de prachtige voorgevel aanbrengen. Het Duivelshuis dankt zijn naam aan de saters; wezens met het onderlichaam van een bok en het bovenlichaam van een mens. Een sater is een duivel. Maarten van Rossum overleed in 1555 te Antwerpen aan de pest. De volgende eeuwen kreeg het pand nog verschillende eigenaars. Uiteindelijk kocht de gemeente Arnhem in 1828 het Duivelshuis aan als stadhuis ter vervanging van het vervallen stadhuis op de Markt.  

Vervolgens wandelen we tot bij de Sint-Eusebiuskerk of Grote kerk op het Kerkplein. De grootste en voornaamste Protestantse kerk van de stad. Ze bepaalt al meer dan vijf eeuwen het stadsgezicht en vertelt de geschiedenis van de Gelderse hoofdstad vanaf de middeleeuwen tot aan de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw. De kerk behoorde tot de beeldenstorm van 1578-79 tot de Rooms-Katholieke bevolking. Sinds 1964 heeft de kerk een 93 meter hoge toren ter vervanging van de oorspronkelijke toren die in februari 1945 was ingestort als gevolg van de oorlogshandelingen bij de Slag om Arnhem. Karel van Egmond werd in deze kerk begraven. Zijn praalgraf in het koor is tot op heden een belangrijke bezienswaardigheid. Met een glazen lift die dwars door de kerktoren gaat kunnen we het carillon - één van de grootste van Europa - van dichtbij bezoeken. De lift voert ons verder naar een uitzicht op 73 meter hoogte. Via een wenteltrap is een nog hoger gelegen uitzichtpunt te bereiken. Vanaf dit jaar (2018) opende twee glazen balkons aan de oost- en westzijde van de toren. Het is een spectaculair uitzicht over Arnhem, de rivier en de bossen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de bekende beelden van de Disney figuren geplaatst. Ook het imposante carillon is van hieruit goed te zien. 

Aan de overzijde van de kerk is de Markt die we volledig dwarsen. We komen bij de laatst overgebleven stadspoort van Arnhem. De stad heeft ooit vier stadspoorten gehad. De  Sabelspoort maakte deel uit van een burcht die omringd was door een hoge muur met schietgaten. Later werd de poort ook gebruikt om gevangenen en krankzinnigen in op te sluiten. Tijdens WOII werd de poort ernstig beschadigd en in 1952 herbouwd. Momenteel maakt de poort deel uit van het ernaast gelegen Provinciehuis van Gelderland. Tijd om even te verpozen op en schaduwrijk terrasje. De foto spreekt voor zich.

Terug naar het Kerkplein en linksaf tot we rechts halt houden bij het Bartokpark. Op 12 september 2013 werd het kunstwerk ‘Feestaardvarken’ onthuld dat Burger’s Zoo aan de stad Arnhem schonk ter ere van zijn 100 jarig bestaan. Het beest dat op zijn of haar rug ligt werd vervaardigd van beton en staal. Het heeft een hoogte van negen meter en de lengte bedraagt 13 meter. Terug via Kleine Oord, Broerenstraat, Turfstraat en Walburgstraat tot aan de rotonde met knooppunt 35. We volgen knooppunt 22 via de Nijmeegseweg  en rijden over de John Frostbrug. Een verkeersbrug over de Nederrijn. Een belangrijke verbinding van Arnhem noord naar Zuid en visa-versa. De brug werd gebouwd tussen 1932 en 1935. Bij de Duitse invasie in 1940 werd de brug opgeblazen door de Nederlandse defensie om de Duitse opmars te vertragen. Na de capitulatie lag er een tijdelijke pontonbrug terwijl de brug werd hersteld. In augustus 1944 was de brug klaar. De brug werd in 16 september 1978 vernoemd naar John Dutton Frost, die als luitenant-kolonel van het tweede bataljon van de Eerste Britse Luchtlandingsbrigade tijdens de Slag om Arnhem de brug bereikte, maar er niet in slaagde deze geheel op de Duitsers te veroveren. Rechts van ons, in de verte, ligt de Nelson Mandelabrug over de Nederrijn. We maken een korte lus en bereiken knooppunt 22.

Links van ons ligt Malburgen, een wijk in de stad Arnhem, vernoemd naar de voormalige buurtschap Malburgen. In 1937 begon men met de opbouw van de wijk nadat de polder Malburgen voorzien was van dijken en gemalen. Tijdens WOII waren ongeveer 360 huizen klaar en werd er duchtig voorgebouwd tijdens de oorlogsjaren. Maar door de schaarste aan bouwmaterialen en mankracht vlotte het niet. Tijdens de Slag om Arnhem werd een groot deel van Malburgen verwoest. De dag van vandaag telt Malburgen meer dan 120 verschillende nationaliteiten en kunnen we spreken van een multiculturele wijk.

Even rechtdoor tot onder de N225 en dan linksaf fietsen we evenwijdig met de provinciale weg. Na de bocht naar rechts fietsen we naast de Batavierenweg. Rechts van ons bevinden zich de Stadsblokken-Meinerswijk. Een uiterwaardengebied van de Rijn tegenover het centrum van Arnhem. De vroegste sporen van bewoning van het gebied gaan terug tot de tijd van het Romeinse Keizerrijk. In het gebied liggen een aantal cultuur-historische objecten en een buurtschap De Praets. We fietsen tot knooppunt 28.

Net voorbij  knooppunt 28 is “Park De Steenen Camer” links van ons. Een bijzonder park met een natuur- of cultuurhistorische waarde. Het park is bestemd voor de bewoners van de wijk om er te wandelen, te fietsen en te spelen. Een deel van de bewoners heeft er een moestuin. Hier sloegen Duitse militairen tijdens WOII een gat in de dijk om zo de Betuwe onder water te laten lopen. Op deze manier probeerden ze een opmars van de geallieerden te voorkomen.

We rijden onder de spoorbrug Oosterbeek door. De eerste brug dateerde van 1879 en had meerdere bogen. Op 10 mei 1940 werd de brug tijdens de Duitse aanval opgeblazen, en op 19 november werd de verwoeste brug door de Duitse bezetters vervangen door een brug uit Zaltbommel (een vestingstadje aan de Waal). Tijdens de Slag om Arnhem werd de brug opnieuw verwoest. De huidige brug kwam er in 1952. Ze werd laatst in 2004 gerestaureerd.

Aan knooppunt 27 vinden we links van ons het monument Royal Engineers en Royal Canadian Engineers van Driel dat herinnert aan de evacuatie van de overlevenden van de Eerste Britse Luchtlandingsdivisie uit Oosterbeek. Deze evacuatie, met als codenaam operatie “Berlijn”, vond plaats in de avond en nacht van 25 op 26 september 1944. De storm- en aanvalsboten, die de evacuatie van de troepen aan noordzijde van de rivier mogelijk maakte, voerde langs twee routes heen en weer over de rivier. Toen de evacuatie rond 06:00u werd gestaakt waren ongeveer 2.400 manschappen, die ten  noorden van de rivier ingesloten waren geraakt, overgezet. Zij, die nog aan de noordelijke oever wachtte om opgehaald te worden, werden krijgsgevangen genomen. Dit monument werd onthuld op 15 september 1989.

De Nederrijn, rechts van ons is een deel van de Rijn dat door Nederland stroomt. De Nederrijn is de tak van de Rijn die loopt van het Pannerdensch Kanaal bij Angeren naar Wijk bij Duurstede. Daar splitst de rivier in de Lek en de Kromme Rijn. De rivier heeft een lengte van 54 kilometer en is 80 meter breed. Terug naar de parkeerplaats voor de auto. Het is 19:15u en de fietsteller staat op 41,5 km.


























12-11-2018 om 20:28 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
16-10-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge

Dag 5 

Fietsknooppunten: 60-71-28 -6-34-55 -35 -90 -66 -99 -45-59 -5 -40-88 -84 -26 -76.

Geplande afstand: 21,5 km.

Vrijdag 18 mei 2018. We worden blijgezind wakker. Ondanks de zware fietstocht van gisteren  hebben we een uitstekende nacht gehad. We voelen ons fit genoeg en verheugen ons op de laatste dag op de fiets. Het is slechts iets meer dan twintig kilometer tot in Blankenberge. Peace of cake dus. We gaan aan het strand van Blankenberge wat rondkuieren en nemen de trein terug naar huis. Helemaal tot in Ekeren. Al moeten we daarvoor een boemeltrein nemen. Maar eerst ontbijten. De afspraak was om acht uur maar door omstandigheden wordt het 08:30u. Geen probleem, we hebben tijd zat. We worden naar een andere plaats gebracht waar we mochten aanschuiven aan een rijkelijke gevulde tafel met op de achtergrond zachte   klassieke muziek. Het is een continentaal ontbijt om U tegen te zeggen. Ons Rina haar ogen beginnen te fonkelen als ze naar de rijk gevulde tafel kijkt. Het gezegde: 'ontbijt als een koning' is hier duidelijk van toepassing. Al wat je je maar kan bedenken van etenswaar werd overvloedig over de grote tafel verspreidt en in de buurt op de kasten. We zijn diep onder de indruk. We wisten echt niet meer wat eerst tussen onze boterhammen of zoete broodjes te smeren. Of zullen we eerst een stuk taart nemen? Koffie en thee was vanzelfsprekend à volonté. Zelfs een glaasje met huisgemaakte likeur stond ingeschonken. De ochtendkrant ligt op een vrije stoel naast mij. Zoals gewoonlijk lees ik slechts de koppen. Na meer dan een uur later nemen we met een volle maag afscheid van het vriendelijke echtpaar.

Het is zwaar bewolkt als we vertrekken en er staat weer een strakke wind. We rijden richting Damme. We worden meteen opgeslokt door een prachtig stuk natuur met weidse uitzichten. Een stilleven van weilanden, akkers en grachten die afgeboord zijn met oude knotwilgen. We kiezen ervoor om niet door het centrum van Damme te fietsen. Dat hebben we gisterenavond nog uitvoerig gedaan en we besluiten om knooppunt 6 te volgen. We slalommen via een smal asfaltpad tot aan de Damse vaart. Een kanaal van ongeveer 15 km lang. Na de aanzet van  Napoleon begint het graven in 1810. Koning Willem I komt in de plaats van de keizer en neemt ook de plannen over van het kanaal. De Damse vaart werd dwars door het centrum van Damme gegraven zodat heel wat gebouwen moesten verdwijnen.

We rijden de Damse Vaart over waar we links de witte Schellemolen zien. Er was al sprake van een molen in 1479. De huidige molen dateert van 1867 en maalde tot 1963. De toeristische boot met zijn rad achteraan ligt aan de oever te wachten. Het schip vertrekt stipt om 15:00u en vaart over de schilderachtige Damse vaart tot Brugge.

We fietsen op de Dammesteenweg op een oude betonbaan met aan weerszijde oude knotwilgen die hoognodig gesnoeid moeten worden. Voor de rest kleurt de omgeving al zomers groen. Dit is echt een streek voor genieters. Hier fiets je met plezier door een pittoresk landschap met een mix van akkers en weiden waar we volop lentegroen vinden. We rijden op het grondgebied van Oostkerke, een deelgemeente van de stad Damme, dat in 1974 verkozen werd tot het mooiste dorp van West-Vlaanderen. We fietsen echter niet door het centrum.

Na ons knooppunt linksaf in de Pompstraat waar we gelukkig verlost zijn van de drukke Dammesteenweg. We fietsen tot het eind waar we halt houden voor een laatste foto van de kerk en de witte molen van Damme. We fietsen door een stuk mooie natuur en het zou nog mooier zijn onder een stralende zon en wat minder wind. Maar je kan niet alles hebben.

We rijden verder en komen op het grondgebied van Brugge. De omgeving is buitengewoon prachtig. De skyline kleurt groen door talrijke bomen, afgewisseld met weide- en akkerland. Plekken waar we even kunnen halt houden en wegdromen. Zullen onze achterkleinkinderen nog van zo'n uitzicht kunnen genieten?

Om 10:30u zijn we in Dudzele belandt bij de Sint-Pieters-in-de-Bandenkerk met bijhorend kerkhof. Rechts staat de ruïne toren van de 12e eeuw. Dudzele was in de middeleeuwen een bekend bedevaartsoord. Het was zo succesvol dat men met de opbrengst ervan, vanaf 1150, een grote kerk bouwde. Uit documenten uit 1161 blijkt dat Dudzele reeds een imposante kerk had. Op de viering stond een witstenen klokkentoren. Ze werd eind 16e eeuw verwoest als gevolg van de godsdienst troebelingen. Uiteindelijk zou het hele gebouw instorten. De zuidelijke traptoren werd bewaard en in 1715 werd er een klokkentoren van gemaakt, die tot nu toe dienst doet. De nieuwe kerk werd pas in 1871 gebouwd op de grondvesten van de oude. Links op de hoek staat de ons bekende kapel die dateert van WOI. Na de Eerste Wereldoorlog besliste het gemeentebestuur om een gedenkteken op te richten ter ere van de Dudzeelse gesneuvelden tijdens de “Groote Oorlog” van 1914-1918. In andere gemeenten en steden was dit een plaat, een standbeeld of een monument, alleen in Dudzele werd er een kapel gebouwd. Op 6 juli 1920 werd ze ingewijd. In de kapel wordt hulde gebracht aan de gesneuvelden en zijn er gedenkenissen te zien van de Dudzeelse oorlogsslachtoffers van beide Wereldoorlogen. In 1923 besliste het 'Komiteit van de Kapel der Gesneuvelden' om naast de kapel een ereperk voor Oud Strijders aan te leggen met uniforme zerken. We hebben ondertussen reeds elf kilometer gefietst.

Via de Herdersbruggestraat rijden we tot aan de N348. De Herdersbruggestraat is een brede straat met mooie woningen die tamelijk recent lijken. We steken het Boudewijnkanaal over via de Dudzeelse Brug. Deze werd in 1996 gebouwd om een draaibrug te vervangen die dateerde van 1906. Waar de brug precies zou komen werd een bitse strijd tussen Dudzele en Lissewege. Een infobord ter plaatse legt alles uit! Voorbij de brug moeten we eigenlijk rechtsaf slaan. We houden echter halt aan een houten zitbank met een propeller van een vliegtuig. Aan drie hoge palen hangen verschillende vlaggen te wapperen in de gure wind. Een infobord werd geplaatst als herinnering aan de bemanning van de Bristol Blenheim R3896 LS van het 15de RAF Squadron die op 7 juli 1940 neerstortte in dit kanaal. Verdere uitleg staat op het infobord dat geplaatst werd met de plechtige inhuldiging van deze herdenkingssite op 28 juni 2014 ter gelegenheid van 70 jaar bevrijding van Dudzele. Vervolgens fietsen we naast het 12 kilometer lange Boudewijnkanaal dat gegraven werd van 1896 tot 1906. Na de A11 fietsen we onder de spoorlijn Brugge-Knokke door. We bevinden ons in de Kuststreek. We blijven naast het kanaal fietsen tot knooppunt 59.

Linksaf naar het centrum van Lissewege, één van de tien mooiste dorpen van Vlaanderen. De huisjes in het oude dorpscentrum zijn sinds eeuwen wit geschilderd. Het dorp is trouwens nog volledig aangelegd met kasseien ook. Dat zie je niet alleen, dat voel je. De natuur roept en we besluiten om in dit gezellige dorp met zijn vele terrasjes een sanitaire stop te houden. Onze keuze valt bij 'Den Artist' een cultuur café waar het momenteel uitzonderlijk rustig is.

Na een natje en een droogje wandelen we met de fiets aan de hand naar de O. L. Vrouwkerk.  De gotische kerk is van de 13e eeuw. Tijdens de godsdienstoorlog, in 1586, werd de kerk door  een brand verwoest maar weer herstelt. Ze was tevens een bedevaartsoord met een mirakelbeeld van de Heilige Maria dat ook in 1586 door de Geuzen werd vernield. De kerktoren is bijna 50 meter hoog en kan in juli en augustus bezocht worden na 264 treden te beklimmen. Het monument voor de gesneuvelde soldaten dateert van 1920. Verder op het Marktplein werd een beeldengroep in brons geplaatst van Willem van Saeftinghe. Een lekenbroeder van de cisterciënzerabdij Ter Doest die een belangrijke rol speelde bij de overwinning van de Vlamingen in de Guldensporenslag van 1302. Het standbeeld, gemaakt door Jef Claerhout, werd hier in 1988 onthuld.

Aan de overzijde bevindt zich het 'Dorpspoortje'. Langs dit poortje van 1225 liep de weg naar de losplaats voor Doornikse steen voor de bouw van de kerk. Deze steen werd over de Lisseweegse watergang aangevoerd. De watergang werd met dit doel door de dorpsterp gegraven.

Aan knooppunt 40 rechtdoor de spoorweg over. Rechts het voormalige stationsgebouw van 1906. In 2009 werd het vervallen gebouw particulier verkocht en na een grondige restauratie werd er op 16 juli 2011 een tentoonstellingsruimte en kunstgalerij geopend. Sinds 2014 werd er in het gebouw een brasserie en een vakantieappartement bij gevestigd.  

Aan knooppunt 84 fietsen we naast de spoorweg tot in het centrum van Blankenberge. Eén kilometer verder stoppen we ter hoogt van het station. Het is 12:45u en we hebben precies 23 kilometer gefietst. We 'parkeren' onze fietsen aan de voorgeschreven fietsstalling. Met een bang hartje laten we ze alleen achter tot we de trein nemen. We gaan eerst poolshoogte nemen in het station. Het eerste stationsgebouw van Blankenberge werd in gebruik genomen op 3 april 1937 en werd gesloopt in 2013. Het werd vervangen door het huidige gebouw dat plechtig ingehuldigd wordt op 4 juli 2018. Het biedt meer reizigerscomfort voor de duizenden pendelaars en toeristen. We betreden de ruime hal met loketten, automaten en dergelijke meer. Het is druk aan de loketten. Een vriendelijke ambtenaar staat ons gewillig te woord en geeft ons de nodige info. Hij blijft zelfs vriendelijk als we hem een tweede keer iets vragen, gewoon om zeker te zijn. Om kort te gaan: onze trein vertrekt op perron 2 om 16:54u en rijdt van Blankenberge tot Genk. In Brussel Zuid stappen we over. Met de fiets stappen we dan om 19:20u uit op het perron van Ekeren. Het is een mondelinge overeenkomst en is dus niet bindend. Maar we zijn opgelucht als we terug uit het stationsgebouw stappen. Zo ver zo goed. We gaan nog enkele uren wandelen langs het strand. Een broodje eten en iets drinken terwijl we nakaarten over het afgelopen midweek. Al bij al veel geluk gehad met het weer. Dat was eigenlijk onze grootste zorg geweest. We werden op elke B&B goed ontvangen. We hebben heerlijk geslapen en fantastisch ontbeten. Volgens kenners: 'de belangrijkste maaltijd van de dag'. We wandelen ondertussen langs de zeedijk. Er is minder wind dan verwacht. Zelfs op het strand is het aangenaam wandelen. Op enkele strandjutters na is het strand verlaten. Het schuim wordt door de wind op het zand geblazen.

Om 16:15u staan de fietsen al in de trein. Mijn fiets wordt door de stationschef in het voorbehouden compartiment geplaatst waar geen plaats meer is voor de tweede. Normaal hangen de tweewielers aan een haak tegen het plafond, maar een e-bike hangen ze daar niet aan. Gelukkig zou ik zeggen. De andere fiets blijft in de gang staan. Er wordt mij gevraagd om hem in het oog te houden dat hij zeker niet valt bij vertrek of tijdens het afremmen. We staan het dichts bij de wagon van 1ste klas. We mogen daar plaats nemen tot aan station Zuid. Hier zitten we rustig. De trein vertrekt stipt op tijd. Dat mag ook eens gezegd worden. Het compartiment wordt niet druk bezet. Toch verwonderd het mij dat er zoveel jongeren voor eerste klas kiezen. Echt rustig zitten kan ik niet. Ik maak me zorgen om de fiets. Als hij maar niet omvalt, en als hij valt hoop ik dan maar dat er geen passagier gewond geraakt die net passeert. Als de fiets valt is er zeker schade. In Brussel Zuid komt de kaartjesknipper het compartiment openen waar de andere fiets staat. Ze helpen echter niet om de fiets op het perron te zetten. Het lukt me vrij snel. Ik was bang om tussen het perron en de trein te sukkelen maar het viel mee. Zo snel mogelijk naar de lift, afdalen naar het gelijkvloers en daar de lift naar het volgende perron te nemen voor onze verbinding naar Ekeren. De trein is hier weer op tijd. Zo snel mogelijk iemand vinden die ons helpt de fietsen te plaatsen. Zenuwslopend is het. Een compartiment met een fietslogo helpt ons, maar de fietsen inladen moeten we voor eigen rekening nemen. Het compartiment zit vol reizigers zonder fiets. Rechts zit een man met een gewone fiets. Links maakt een jonge man plaats zodat ons Rina haar fiets tegen de klapstoelen kan zetten en nog kan zitten ook. Noodgedwongen moet ik mijn fiets tegen haar fiets stallen en kan ik nog net een zitplaats bemachtigen. In Berchem stappen de meeste pendelaars uit en kunnen we onze fietsen apart opstellen en vastmaken. Normaal gesproken moet de verantwoordelijke de deur openmaken om reizigers met een fiets te laten uitstappen. De man met de gewone fiets wacht aan de deur maar niemand komt opdagen. Dan maar zijn fiets op de schouder, twee, drie treden omhoog naar het volgende compartiment en daar verlaat hij de trein. Blijkbaar is het niet zijn eerste keer dat hij dit doet. Dat zie ik ons niet doen met een elektrische fiets. No way. Als we Antwerpen bereiken komt de kaartjesknipper langs en vraagt of de man met de gewone fiets al uitgestapt is. Wat we glimlachend beamen. We drukken er nogmaals op om de deur te openen in Ekeren en hij beloofd om het niet te vergeten.

Stipt op tijd houd de trein halt in het station van Ekeren. Zoals beloofd komt de kaartjesknipper de deur openen. Nogmaals moet ik de fietsen alleen uit de trein laden. Met het gevaar tussen de trein en het perron te sukkelen. Maar eens uit de trein slaken we een zucht van verlichting. We hebben het gehaald. We zijn thuis. Een bekende auto stopt vlak voor ons. Onze oudste zoon en schoondochter, Danny en Veerle en in het bijzonder hun oogappel Brent wilden ons komen opwachten en hij dacht dat de trein wel vertraging zou hebben. Verkeerd gedacht dus. Toch leuk dat ze ons komen verwelkomen. Toch?
















16-10-2018 om 06:36 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-10-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Assenede naar Moerkerke (Damme)

Fietsknooppunten: 51 -52 -55 -61 -64 -74 -73 -76 -85 -89 -91 -16 -15 -6 -3 -65 -15 -82 -63 -60. Geplande afstand: 34,9 kilometer.

Dag 4. Donderdag 17 mei 2018.

We zijn gisterenavond als een blok in slaap gevallen. Ondanks de felle wind buiten hebben we er hier in de woonwagen bijna niets van gewaar geworden. De kleine ramen hebben dubbele beglazing en het karkas van de woonwagen werd grondig geïsoleerd. Een elektrisch vuurtje hield de koude buiten en maakte het binnen gezellig warm. De ramen konden voldoende afgedekt worden zodat er bijna geen licht doorkwam. We worden wakker rond 07:30u en wachten op het ontbijt dat men ons brengt. Buiten is de wind gelukkig wat geluwd. Het leek gisteren wel of het herfst was in plaats van lente. Nu schijnt de zon en na het lekkere ontbijt nemen we afscheid van onze gastvrouw en  -heer. Onze fietsen mochten we gisteren in het atelier stallen en daar waren we blij om want met die wind zouden ze omgevallen zijn en hoogstwaarschijnlijk schade opgelopen hebben. Onze batterijen moesten niet opgeladen worden. We kunnen nog minstens vijftig kilometer fietsen.

Bij ons vertrek volgen we nog even knooppunt 51, naar Damme, naar het westen toe. We moesten ons niet afvragen welke richting het was. De wind steekt een tandje of twee bij en we moeten weer af en toe op onze trappers staan. Als we dan afslaan naar links of rechts voelen we ons weer koning te rijk. De boordcomputer wijst onmiddellijk een snelheid aan van 18 km/u. Even toch want de volgende straat moeten we weer richting westen. We kunnen toch nog onderweg genieten van prachtige vergezichten. Het stille groene landschap is een bont lappendeken van akkers en weiden waar koeien vredig liggen te herkauwen. Ik vraag me vaak af welke dorpen er in de verte schuilgaan achter de bomen waarvan we enkel de spitse kerktorens zien.

Vanaf knooppunt 52 fietsen we op de voormalige tracé van spoorlijn 55. De sporen werden verwijderd en na de asfaltering werd dit een volwaardig fietspad. We rijden niet door het centrum van Bassevelde maar nemen wel een foto van de kerk waarvan de toren in de steigers staat. 

Aan knooppunt 64 rijden we rechtsaf door de Kaprijkestraat waar de waterloop is omzoomd met schilderachtige oude knotwilgen of -essen. De beek doorkruist een contrastrijk landschap. De bomen geven door haar scheve groei de heersende windrichting weer. Aan knooppunt 74 moeten we rechtsaf op een smal onverhard pad dat bijna dicht gegroeid is. Links bevindt zich een smalle gracht en rechts is een verhoging die de akkers aangeeft. Hier fietsen stelt onze zenuwen danig op de proef. Ik begin te slingeren en besluit om het pad te voet te doorkruisen. Voorkomen is beter dan genezen. Gelukkig is het slechts achthonderd meter. In de verte spotten we de romp van een stenen graan- en oliewindmolen. Opgericht in 1804 en in 1866 werd er een stoommachine geplaatst. De kap en het wiekenkruis zijn in 1920 door een storm afgewaaid. Op één van de akkers ligt een vracht mest. Het ligt klaar om met een tractor over de akker te verdelen. De wind waait de geur de andere kant op. De volgende straat moeten we rechtsaf en het aroma komt ons tegemoet.

Aan knooppunt 89 moeten we oorspronkelijk rechtdoor maar besluiten rechts af te slaan naar het centrum van Sint Laureins. Het dorp is een gemeente van Oost-Vlaanderen dat vooral bekendheid verwierf door zijn polders, kreken en waterlopen. De kreken zijn nog getuigen van de overstromingen vanaf de 12e eeuw. Links in de Dorpstraat houden we halt bij een hoge wegkapel. Er is net gepoetst. De stoep is nog nat en het ruikt naar javel. De kapel Heilig Hart en Heilige Blasius werd gebouwd in 1906 op vraag van de plaatselijke pastoor en weduwe De Smet-Baeyens. De dubbele glazen deur is op slot maar de twee glas-in-loodramen opzij laten net genoeg licht binnen voor een foto al moet ze getrokken worden door het glas in de deur. Er staat een Heilig Hartbeeld op het houten altaar.

Wat verder in de Dorpstraat hangt een thermometer aan de voorgevel van de plaatselijke apotheek die 19° Celsius aangeeft. We houden halt bij de Sint-Laurentiuskerk die oud is en roept om gerestaureerd te worden. De romaanse kerktoren werd in het begin van de 14de eeuw gebouwd. De kerk zelf dateert van 1554-57. Enkele jaren later moest de kerk al vergroot worden wegens het groeiende aantal parochianen. We kunnen de kerk van binnen bewonderen en dat is niet te veel gezegd. Het interieur is buitengewoon prachtig. In het hoofdkoor rijzen in mensengrootte gestalte de vier evangelisten op en de patroonheiligen: Sint-Laurentius en Sint-Blasius. Er is een rondgang met kapellen achter het altaar maar bezoek is niet toegelaten. De glasramen zijn oogverblindend. Bij het verlaten van de kerk komen we langs het bronzen Heilig Hartbeeld dat in 1947 werd geplaatst. Rondom de kerk worden momenteel werkzaamheden uitgevoerd. De begraafplaats werd ontruimd en bomen werden gerooid. Zou de kerk gerestaureerd worden?

In Dorpstraat 91 werd het gemeentehuis gebouwd op de plaats van een oude in 1894 gesloopte pastorie. In 1902 werd met de bouw gestart met op het gelijkvloers een café en conciërgewoning die dienden tot 1940. Op 1 mei 1995 werd een nieuwe administratie vleugel in gebruik genomen. Aan de voorgevel werden twee gedenkplaten aangebracht. Eén ervan is voor de '4th Canadian Armoured Division' die Sint Laureins bevrijdde in september en oktober 1944. Voor het gemeentehuis , tegen een muur van bloeiende rode rododendrons, werd een monument opgericht met een vos als afbeelding. Reynaert de Vos torent op een granieten zuiltje boven enkele eenden in zijn buurt uit. In de Reynaert-iconografie komen naast kippen echter heel wat eenden voor, wellicht als verbeelding van “Als de vos de passie preekt, boer pas op uw ganzen”. Tussen de purperen rododendrons en de groene aanplanting werd in 1920 het oorlogsgedenkteken opgericht voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. Een picknicktafel nodigt uit om onze meegebrachte lunch op te eten. De zon schijnt en we verwarmen ons aan haar warme stralen.

Zelfs een klein dorp als Sint Laureins heeft als toerist veel te bieden. Boven de daken van de huizen steekt een ronde koepel met een veelvuldig glazen torentje uit. We zijn nieuwsgierig en fietsen er na onze lunch naar toe. Het blijkt een voormalig Godshuis te zijn dat gebouwd werd tussen 1843 en 1849 om tegemoet te komen aan het leed van de armen en zieken van de streek. In 1940 en ook tijdens de bevrijding in 1944 vond de bevolking er beschutting tijdens zware gevechten. In de jaren 90 van vorige eeuw stond het pand te bekommeren. Sinds 2004 is het gerestaureerde 'Godshuis' terug open en is het een prachtig complex dat ingericht is als hotel en worden er nog vaak seminaries en feesten georganiseerd.

Op de hoek Kruiskenstraat en Caatsweg, richting knooppunt 91, houden we halt. Over de driehoekige verhoogde berm werd in 1841 de kapel van de waterhoek gemetseld. Ze is hoogdringend aan restauratie toe. Ondanks dat wordt ze nog mooi onderhouden. Het gebied  is prachtig landelijk en rustiek. Het is een feit dat de bordjes van het fietsroutenetwerk ons langs de mooiste plekjes in de regio brengen.

We fietsen nog een stuk door het Meetjesland en daarna door het Brugse Ommeland. We dwarsen het ‘Afleidingskanaal van de Leie’ of Schipdonkkanaal over de Celiebrug. De ijzeren ophaalbrug werd tijdens WOII verwoest en rond 1947 heropgebouwd. Het kanaal loopt over een lengte van 56 km vanaf Deinze tot in Zeebrugge waar ze uitmondt in de Noordzee. Het graven en afwerken van het kanaal verliep tussen 1846 en 1860. Het kanaal was samen met het Leopoldkanaal één van de eerste grote infrastructuurwerken in het jonge België. Tijdens de beide Wereldoorlogen speelde het kanaal een belangrijke strategische rol. Tegenwoordig is het Schipdonkkanaal een toeristisch lint doorheen het Meetjesland. We houden even halt bij knooppunt 15 voor een paar foto’s. Het wordt beslist een pittige tocht langs het water want vanaf dit knooppunt tot knooppunt 60 fietsen we 11,4 km langs het kanaal. Het is constant opboksen tegen de wind. De zon schijnt maar we worden er niets van gewaar. Onze jassen worden tot tegen de kin dichtgeritst. Onze kap op het hoofd en dichtgeknoopt. We halen amper een snelheid van 13 km/u. We nemen een ondersteuning meer en halen nu toch een 15 à 16 km/u. We proberen desondanks toch een beetje te genieten van onze tocht langs het kanaal. Doch blijft het een zware opgave. Maar we klagen niet want we houden het droog.

We rijden onder de Leestjesbrug van Maldegem door. Aan het volgende knooppunt 15 wijken we af naar Moerkerke. Het is nog te vroeg om naar ons slaapadres  te rijden. Op de kruising van de Waterhoek en de Vissersstraat staat de witgekalkte kapel O.L.Vrouw van de Waterhoek. Op het eind van de achttiende eeuw stond hier op deze plek al een kapel. De huidige kapel werd gebouwd rond 1870. Het is trouwens een welgekomen afwisseling dat we afwijken naar Moerkerke na de koude strakke wind waar we tegenaan moeten fietsen. De snijdende wind behoord nu toch even tot het verleden. We willen in het dorp van de gelegenheid gebruik maken om wat avondeten mee te nemen. De bebouwing neemt toe, we naderen het centrum van Moerkerke. We hebben pech de meeste winkels hebben vandaag hun sluitingsdag. De kerkklokken slaan net twee uur als we voor het kasteel van Moerkerke staan dat nog grotendeels door water omgeven is. Het prachtig slot was tijdens de middeleeuwen een omwald kasteel dat rond 1100 werd gebouwd. Tijdens de bezetting van WOII wordt het kasteel geplunderd en raken de gebouwen in verval. In 1964 wordt het kasteel gerestaureerd, vergroot en omgevormd tot etablissement voor feestelijkheden en huwelijken. In de jaren 70 en 80 van vorige eeuw werd er nog een linker- en rechtervleugel aangebouwd. Het is nu een restaurant. Op de plaats waar de huidige kerk staat stond oorspronkelijk een kapel die rond het jaar 1600 verwoest werd. Ze werd heropgebouwd maar werd in de helft van het jaar 1800 afgebroken om een grotere kerk te bouwen die in 1870 ingehuldigd werd, opgedragen aan de heilige Dionysius. Tijdens WOII kwam de kerk onder zwaar vuur te staan. De toren werd eraf geschoten maar werd netjes terug hersteld. Ook deze kerk staat momenteel in de steigers.

Terug naar knooppunt 15 en linksaf naast het water. Terug opboksen tegen de strakke wind maar het is niet ver meer. Het is rustig fietsen langs het water tot we opgeschrikt worden door de luidkeelse discussie van een paar eksters die in de groene stilte de rust verstoren. Aan knooppunt 63 slaan we linksaf. Achteraf gezien was rechtdoor rijden naar knooppunt 67 een beter idee geweest want als je daar linksaf slaat waren we sneller bij onze B&B. Maar swat, we zijn  ondertussen verlost van de gure wind. We zijn totaal (heerlijk) uitgewaaid. We worden goed ontvangen en krijgen een rondleiding in ons huisje “Natsha”. We drinken een kopje koffie en besluiten naar Damme te rijden om iets te eten.

Terug naar knooppunt 60 en vervolgens 71 en dan 28. We bevinden ons, na drie kilometer, in het centrum van Damme. Een toeristisch stadje met nog veel oude gebouwen en een lange geschiedenis. In de 17de eeuw was Damme een versterkte stad met een stervormig grondplan gevormd door zeven bastions. Het vestingwerk is gedeeltelijk verdwenen. In de Kerkstraat stoppen we op de brug over het Zuidervaartje dat werd gegraven in 1841-1848 om het overtollig water vanuit Sint-Michiels, Sint-Kruis en Asbroek af te voeren. Deze brug vervangt een ouder houten exemplaar met eveneens houten balustraden. Aan de linker kant staat nog steeds de zesdelige ophaalmechanisme.

Nog voor de kerk bevindt zich de eerste van twee kazematten. De tweede bevindt zich aan de overzijde van de weg. Dit waren vermoedelijk de soldatenverblijven of wapendepots van het 17de eeuwse Spaanse garnizoen die de middeleeuwse stadspoorten moesten bewaken. Ze werden in basaltblokken tussen de kasseien aangebracht. Momenteel is het een onderkomen als winterschuilplaats voor vleermuizen.

We fietsen tot bij de O.L.Vrouw Hemelvaartkerk. De kerk ontstond vermoedelijk in 1180. Ze werd tijdens de afgelopen eeuwen meerdere malen gerestaureerd, afgebroken, geplunderd en uitgebreid terug opgebouwd. In 1704 was de kerk zo erg in verval geraakt, bij gebrek aan fondsen, dat men genoodzaakt werd om te slopen. Het transept en het schip werden verwijderd en in 1727 werd de torenspits afgebroken. In 1807 werden toen reeds tal van grafzerken uit de kerk verwijderd. In 1890 en 1904 werden er weer restauratiewerken uitgevoerd maar haar lot was bezegeld. De westertoren is 43 meter hoog en na 209 treden, genieten we van een spectaculair uitzicht. In de verte zien we de witte korenmolen langs de Damse Vaart. Beneden ons, op het dak van het oude rusthuis naast de kerk, huizen ooievaars. Ook het interieur van de kerk zelf kan bezocht worden wat echt de moeite loont.

Elk gebouw heeft zijn eigen verhaal zoals het rustoord Sint-Jan in de Kerkstraat 33. Het was oorspronkelijk het Sint-Janshospitaal van de 13de eeuw. Daarna volgden nog uitbreidingen tot de 20ste eeuw. Het oudste gebouw van het complex werd in 1249 opgetrokken in opdracht van Margaretha II van Vlaanderen. Nu is er het oudheidkundig museum in het hoofdgebouw onder gebracht en aanpalend is het OCMW voor bejaarden gekomen.

We fietsen verder langs oude monumentale gebouwen die ons doen terugkeren naar die goede oude tijd. Ze getuigen stuk voor stuk van een rijk en boeiend verleden. De achtzijdige gietijzeren waterpomp bij huisnummer 38 dateert uit de 19de eeuw. In het waterbekken werden bloemen aangeplant.

Verderop is het stadhuis van Damme dat gebouwd werd in 1464-1467 op de plaats van een bouwvallige grotere halle van 1241. Het huidige gebouw werd herhaaldelijk gerestaureerd.  Een gedenkplaat voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog werd in natuursteen aan het stadhuis geplaatst op 23 juli 1922. Op de voorgrond staat het beeld van Jacob van Maerlant, onthuld op 9 september 1860. Hij was gekend als 'De vader der Nederlandse Letteren' die zich in Damme vestigde rond 1265 waar hij schepenklerk wordt. Hij sterft te Damme rond 1292 en word begraven onder de toren van de kerk.

Na ons diner fietsen we terug naar ons overnachtingsadres in B&B Vandenstampershoek aan de Zuiddijk 19 Moerkerke.
















01-10-2018 om 05:05 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
18-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Hulst naar Assenede

Dag 3.

Fietsknooppunten: 47 - 46- 45- 44- 43- 74- 71- 73- 29- 26- 27- 20- 13-12-Philippine -12 -88 -86 -91 -51.

Geplande afstand: 38,8 kilometer.

Woensdag 16 mei 2018. We zijn heel vroeg wakker geworden. Onze slaapkamer heeft bijna rondom ramen. Er hangen wel overgordijnen maar die kunnen niet alle daglicht buitensluiten. Na het fantastische ontbijt nemen we afscheid van onze gastheer. Onze fietsen staan klaar voor een tocht terug naar België. Het weer speelt een spel met ons. De zon schijnt maar er is heel wat bewolking die vaak voor de zon schuiven. Er staat tevens een strakke wind. Dus weer geen T-shirt dag. Vandaag fietsen we nog een tijdje door de provincie Zeeland dat voor een groot gedeelte op en onder zeeniveau ligt. Sinds de middeleeuwen wordt hier strijd geleverd tegen het water. Aanwinst en verlies van land wisselen elkaar af. Het is stipt 09:00u als we vertrekken. We moeten rechtdoor via de Tivoliweg. We steken de N290 over en gaan de eerste straat linksaf op de Parallelweg West. Even verder, links van ons, vloeit de Oude Vaart die nog ongeveer drie kilometer lang is. De voormalige waterweg vloeide van landgoed Groot Eiland richting Hulst in de vestinggracht. De Oude Vaart heeft geen scheepvaartfunctie meer. Verderop aan de driesprong is knooppunt 46.

Het is voorbij knooppunt 46, in de Havikdijk, als we een eind voor ons langs de kant van de weg een hinde zien. Haar kop verscholen tussen enkele struiken met bessen waar ze rustig van snoept. We houden halt op een behoorlijke afstand zodat ons Rina er een foto van kan nemen maar blijkbaar maken we teveel geluid. Haar kop schiet de hoogte in en onze ogen staren elkaar aan. Niet voor lang echter want als een vuurpijl loopt ze de dijk af en verdwijnt tussen de bomen. We volgen ze met onze ogen en we zijn ervan overtuigt dat een bambi haar volgt. Dit alles gebeurt in een tijdspanne van enkele seconden maar we zijn blij dat we een wilde hinde met jong gezien hebben. Nog steeds boven op de dijk hebben we een prachtig uitzicht over de Zeeuwse Vlaamse Polders. Het is een smal fietspad met aan één zijde statige hoge bomen.

Na knooppunt 45 is het nog rechtdoor via de Havikdijk. Nog meer polderlandschap dat meer en meer op een lappendeken lijkt. We kunnen er niet genoeg van krijgen. Elke vierkante centimeter landbouwgrond lijkt bezaaid of beplant. Nu is het aan de zon en de regen om haar werk doen. Hier zijn aardappel- en aspergeplantages in de meerderheid. Hopelijk wordt het een vruchtbaar jaar. Nog steeds fietsen we langs de Oude Vaart. Op de andere oever grazen bruine koeien langs nog meer waterplassen met talrijke watervogels. Een stilleven. We rijden door buurtschap Vijfhoek. Het omvat slechts ongeveer tien huizen met ca. 25 inwoners. Op de Klein Cambrondijk fietsen we opnieuw tussen het groen waar we even beschut zijn voor de wind.

Voorbij knooppunt 44 fietsen we door Luntershoek, een buurtschap in de gemeente Hulst. Het bestaat uit een tiental woningen en enkele boerderijen. Bij de Y-splitsing houden we links aan en vervolgen onze weg langs de Nieuwe Zeedijk tot het eind. We fietsen pal naast het water van de Spuikreek. De Spuikreek is een aantrekkelijk visgebied binnen de Kanaalzone.  We bevinden ons op het grondgebied van Axel.

Na een tijdje bevinden we ons in buurtschap Kijkuit. Rondom rond landbouwgrond met een eenzame hoeve. De weg loopt over de ‘Oude Linie’ gracht. Dit water vormde de grens tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648). Eerste straat rechtsaf in de Liniedijk. Deze dijk werd opgetrokken om de polder onder water te zetten. Op deze manier controleerden de strijdende partijen strategische plaatsen in de frontzone. De skyline wordt gedomineerd door  windturbines. Ze zijn haast niet te tellen. Daartussen, in de verte, spotten we de wieken van de stadsmolen van Axel. Een korenmolen uit 1750 die nog regelmatig draait. De Buijzestraat brengt ons in de gemeente Axel. We rijden niet pal door het centrum. We fietsen tot aan de rotonde waar een bronzen Zeeuws paard op een hoge sokkel werd geplaatst, vlak voor de visvijver 'De Grote Kreek'. Het kunstwerk werd gemaakt in opdracht van de gemeente Axel door Josje Esselman. Op de Grote Kreek wordt veel gevist door de leden van de visvereniging. Er komen in dit water vrij veel vissoorten voor: snoek, voorn, brasem, paling en karper. Ons knooppuntenbord hangt aan een paal maar door omstandigheden werd het verdraaid zodat het lijkt of we rechtsaf moeten. Maar we moeten rechtdoor, daar is geen twijfel over want aan het volgende kruispunt is knooppunt 74.

Verderop fietsen we langs de N686 alsmaar rechtdoor. Links van ons ligt het natuurgebied de ‘Axelsche Kreek’. Een van de grootste kreken van Zeeuws-Vlaanderen. Het is een restant van de eens zo machtige stroomgeul die vanuit de Westerschelde vanuit de  Braakman, via Axel tot in Hulst stroomde en die via het Hellegat terug in de Westerschelde uitmondde. Met de indijking van de Bewesten Blijpolder in 1790 werd deze open verbinding afgesloten.

We rijden noordwaarts langs de Sasweg met zijn talrijke statige loofbomen. Aan de splitsing rechts houden door de Graaf Jansdijk. Deze dijk liep in de Middeleeuwen van Knokke via Assenede naar Terneuzen. Na de grote stormvloed van 1404 gaf de graaf van Vlaanderen Jan zonder Vrees de opdracht om deze dijk te herstellen. In 1488 brak de dijk bij Hoek door waardoor een groot aantal polders tussen Terneuzen en Assenede onder water kwam te staan. Tenminste zeven dorpen verdwenen onder de golven. Achter de oude dijk werd toen een nieuwe dijk aangelegd. Door krijgshandelingen kwam in 1584 bijna heel Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen opnieuw onder water te staan. Bij het herbedijken van de ondergelopen polders volgde men zoveel mogelijk het tracé van de oude dijk. Uiteraard volgt de dijk nu niet meer overal het oorspronkelijke tracé. Door latere inpoldering verloor de Graafjansdijk zijn taak als zeewering. Het viaduct is in 1913 gebouwd over de spoorlijn Mechelen-Terneuzen. De laatste trein reed er in 1968 onderdoor en sinds 1990 zijn de rails verwijderd. We fietsen bijna in het duister doordat de kruinen van de bomen, aan beide zijden van ons pad, in elkaar gegroeid zijn. Rechts ligt er een brug over de Spuikreek. De weg leidt naar buurtschap Schapenbout. 

We laten Schapenbout rechts liggen en fietsen rechtdoor tot in Spui. Een klein dorp in de gemeente Terneuzen met een circa 300 inwoners. Linksaf op de Spui (straat). De skyline vertoont tientallen windturbines. Het is geen zicht. Tussen de grauwe wolken komt de zon tevoorschijn en we kunnen een glimlach niet onderdrukken. Links zien we de witte beltmolen ‘Eben Haëzer uit 1807 die tot 1952 in gebruik was. De gemeente Axel kocht de molen in 1985 en liet hem restaureren. De molen draait nog regelmatig. Als het begint te druppelen stoppen we onder het bladerdek van enkele bomen om onze regenkledij aan te doen. Maar na een paar druppels is de bui al over gewaaid. Toch houden we onze regenkledij aan. Het beschermt ons tegen de strakke koude westenwind. Wat verder bevindt zich aan de linkerkant  van de weg het voormalige gebouw van de Gereformeerde kerk dat werd opgetrokken in 1941. Sinds 1974 is het een vrijmetselaarsloge.

Rechts van ons ligt Terneuzen. De Tweede Wereldoorlog begon in Terneuzen op 20 mei 1940 met het bevel van de Belgische militaire commandant aan de bevolking om de stad te verlaten in verband met een dreigend bombardement. De Duitsers trokken de stad in op 24 mei 1940. de oorlog eindigde er begin september 1944 met de vlucht van Duitse troepen over de Schelde. De Polen trokken de stad in op 20 september 1944. We blijven de Hoofdweg N61 volgen. Ons traject loopt evenwijdig met de N62. We fietsen over het kanaal Gent Terneuzen dat, in opdracht van Willem I, werd gegraven gedurende de jaren 1825-1827. We fietsen steeds over dijken. Net voor knooppunt 27 houden we halt bovenop het viaduct over de N62 waar we een weids uitzicht hebben over het omringende landschap. Een open vlakte met akkers. Geen enkele woning te bespeuren. In de verte domineert een molen het landschap. We dwarsen de N62.

Na knooppunt 20 fietsen we al op het grondgebied van Philippine. We bezoeken de stad die bekend staat als mosselstad, een traditie die overgebleven is aan de vroegere haven die in verbinding stond met de Westerschelde. In de negentiende eeuw ontwikkelde Philippine zich tot een bloeiende plaats van vissers en mosselkwekers. Door verregaande verzanding van de Braakman moest in 1900 een kanaal worden gegraven om de stad toch een verbinding te laten behouden met de zee. Maar Philippine verloor zijn belangrijke positie meer en meer aan het groeiende Terneuzen, dat direct aan de Schelde lag. De afdamming van de Braakman in 1952 betekende het einde van de mosselcultuur. Alle vestingwerken werden gesloopt om plaats te maken voor nieuwe woonwijken. Wat bleef is de faam van de mosselrestaurants. Tijdens het mosselseizoen kan je hier over de koppen lopen van de vele toeristen die van een mosselmaaltijd willen genieten in één van de zeven mosselrestaurants. We houden halt bij de reusachtige mosselschelp waaruit een beetje water spuit. Het monument werd in 1988 gemaakt door J. van Driel. Professor Dokter Wisse Dekker schonk terzelfdertijd een toepasselijk bankje dat er naast kwam te staan. Het heeft de vorm van een opengeklapte mosselschelp.

De O.L.V. Hemelvaartkerk van 1862 werd in 1924 vervangen aan het Philipsplein. Deze kerk werd echter in 1944 door oorlogsgeweld verwoest. Deze koepelkerk verrees in 1953-54. De koepel heeft een doorsnede van 18 meter die geheel vrij in de lucht, zonder ondersteuning werd gebouwd. Op het Stadhuisplein zien we het voormalig stadhuis 'De Schotse Hoek' dat gebouwd werd in 1869, voor de helft als stadhuis en voor de andere helft als lagere school. In 1905 werd de school overgebracht naar een nieuw schoolgebouw 'De Meerpaal' en kwam er een bewaarschool voor in de plaats. In 1970 verloor het stadhuis zijn functie door een gemeentelijke samenvoeging. De bewaarschool was al eerder vertrokken. Nu fungeert het gebouw als cultureel centrum. De herkomst van de naam 'De Schotse Hoek' is niet achterhaald, maar heeft waarschijnlijk te maken dat de oorspronkelijke rechte hoek aan het gebouw later is vervangen door een schuine 'schotse' hoek. Vanaf 'De Schotse Hoek' kijken we over het Philipsplein waar in de tijd van de vesting het exercitieterrein lag. Nabij de historische wegwijzer staat de grenspaal, die herinnert aan de tijd (ca. 1720) dat Zeeuws-Vlaanderen onder Oostenrijks gezag stond. Ook de oude gietijzeren waterpomp doet ons denken aan de mensen die vroeger geen leidingwater hadden en daarom hier emmers water moesten vullen om thuis de kinderen en of kleding moesten wassen. Het restaurant 'In Den Vlaemschen Pot' is open en we kunnen er iets drinken. We hebben zin in poffertjes en bestellen een portie bij ons drinken. Geen enkel gedekte tafeltje is bezet. Het is nochtans voorbij het middaguur. Als we afscheid nemen van de zaakvoerder komen er toch vier personen het restaurant binnen voor een potje lekkere mosselen. 

Bij knooppunt 88 fietsen we langs grenspaal No. 319. We rijden door buurtschap Posthoorn dat slechts uit enkele wegen bestaat. Vroeger moet hier een herberg hebben gestaan met de naam Posthoorn. We rijden vlak op de grens van Nederland en België. We bevinden ons meteen in het Meetjesland, een regio van de provincie Oost-Vlaanderen. Het noordelijk deel van het Meetjesland werd gewonnen na eeuwen strijd tegen de zee. Hier in de vlakte liggen tal van dorpen begraven die ooit door de Honte of Westerschelde van de kaart werden geveegd. Vooral de Elisabethsvloed, van 1376, zette grote stukken polder voor meer dan 100 jaar opnieuw onder water. Na deze rampzalige vloed, waarbij duizenden mensen het leven lieten, werd het Meetjeslandse poldergebied nog getroffen door verschillende overstromingen. In totaal gingen liefst 17 parochies, ook in Zeeuws-Vlaanderen, verloren. Ondertussen fietsen we langs verschillende waterlopen, kreken, polders en dijken. Dit alles vormt het gelaat van Assenede. Een infobordje: 'Bodemloze Put 1808 – 2008': vertelt over de hevige noordwester-storm in 1808 en 1809 waardoor een aantal polders in Assenede overstroomden. Voor zover bekend vielen er toen twee menselijke slachtoffers te betreuren. Als we links afslaan om de Hollekensstraat te volgen rijden we over het 'Zwarte Sluiswatering 1832-1967-2007'. Een infobord werd geplaatst door het bestuur van de Zwarte Sluispolder  en onthuld op zondag 2 december 2007. Dit als herinnering aan het feit dat dan 175 jaar geleden het uitwateringskanaal naar Boekhoute werd gegraven; en bovendien als herinnering aan het plan 40-jarig bestaan van de Zwarte Sluispolder.

We rijden verder zuidwaarts. Vlak voor knooppunt 91 zien we rechts de Rode Geul. De Rode Geul is 10 ha groot en het resultaat van zware overstromingen van honderden jaren geleden. De Elisabethsvloed van november 1376 liet een spoor van dood en vernieling achter. Hele dorpen verdwenen in de golven. Toen de zee zich uiteindelijk terugtrok bleven de kreken achter als stille getuigen. Uiteraard is het een paradijs voor vogels, kleine fauna en zeldzame vegetatie. Langs ons pad is een werkman bezig een infobordje aan een paaltje over de Rode Geul. Omdat wij belangstelling tonen wil hij in geuren en kleuren vertellen wat hij allemaal weet over het water dat zich voor ons uitstrekt. Spijtig genoeg praat hij in het plaatselijk dialect waardoor we niet alles begrijpen wat hij zegt. We danken hem toch hartelijk voor zijn vriendelijke uitleg en fietsen verder. Op de hoek Oude Molen en de Hollekensstraat nemen we onze zoveelste foto van het Mariabeeldje van Assenede.

We volgen knooppunt 51 slechts voor een gedeelte. Aan ‘café Passé’ moeten we rechtsaf. Het etablissement lijkt leeg en verlaten, of het heeft net vandaag zijn sluitingsdag. We vangen nog een glimp op van de Rode Geul en links zien we het water van de Grote Geul die beiden deel uitmaken van het Asseneedse krekengebied. Het Krekenlandschap is bij overstromingen ontstaan na het wegtrekken van de zee. De Grote Geul is 14 ha. groot en kronkelt meer dan twee kilometer door de polder.

Het is iets na 15:00u als we bij ons overnachtingsadres ‘Buitengewoonslapen’ aankomen. Te vroeg blijkbaar. We bellen aan maar niets roert zich. We besluiten om verder te rijden naar Assenede dorp. Drie kilometer verder. In een supermarkt hopen we om wat avondeten te kunnen kopen.

De poldergemeente Assenede is één van de oudste gemeente van Vlaanderen. De Sint-Petrus en Sint-Martinuskerk op de Markt kende een woelige geschiedenis. De oudste delen van de kruiskerk komen uit de dertiende eeuw en tijdens de veertiende eeuw werd het koor uitgebreid. De periode 1940-1945 was een woelige tijd waarin vele gebouwen en kunstvoorwerpen verloren gingen. Ondanks langdurige gevechten had de kerk over het algemeen niet al te veel schade opgelopen. Maar toen de oorlog ten einde liep, bij de bevrijdingsgevechten in september 1944, sloeg het noodlot toe. Bij het naderen van de geallieerden beseften de Duitsers dat de uitkijktoren die ze installeerden in de kerktoren niet in handen mocht vallen van de Canadezen. Om dit ten allen kosten te vermijden, staken ze de toren, gevuld met stro en benzine, in brand. De gevolgen waren catastrofaal: de kerkklokken smolten door de hitte, de brandende torenspits viel op de bedaking van de middenbeuk waardoor de brand oversloeg naar de ganse kerk en het waardevolle interieur in vlammen opging. Vier jaar later begon men met de restauratie en op paaszondag van 1950 werd de kerk weer ingezegend. Momenteel wordt de kerk wit geschilderd. Ze is tevens open voor een bezoek.

Bij de kerk staat de schandpaal met ketting en handboei. De paal dateert uit de achttiende eeuw en werd tijdens de Franse revolutie afgebroken. In de negentiende eeuw kende de schandpaal een tweede leven als pomplichaam, het begin van zijn reis door de gemeente. Pas in 1980 verscheen hij opnieuw op zijn oorspronkelijke plaats, als een stille getuige na een woelig verleden. Het infobordje is praktisch onleesbaar geworden doordat de ketting er tegen schuurt.

Aan de overzijde werd in 1871 de pastorie gebouwd. Het voormalige gemeentehuis op de Markt nummer 4 wordt gerestaureerd. De voorgevel vermeld het jaartal 1771 en werd toen oorspronkelijk gebouwd als land- of schepenhuis. Tot 2006 waren de gemeentediensten hier ondergebracht.

We vinden een supermarkt en doen onze inkopen voor vanavond. Daarna fietsen we terug naar de Kapellestraat 60. Op ons aanbellen komt er nu toch iemand om ons te verwelkomen. We worden rondgeleid door een prachtige locatie waarop de woonwagen staat. We krijgen borden en bestek om in de woonwagen te eten. Het is er gezellig warm bij een elektrisch vuurtje. Buiten steekt er een krachtige wind op. Gelukkig moeten we nu niet fietsen. Alleen voor het sanitair moeten we nog buiten. De douche bevindt zich achter het atelier van onze gastheer die steenkapper op rust is. We hebben in totaal 47 km gefietst. Foto’s: Rina Meurs.














18-09-2018 om 08:52 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-09-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling Hulst

Dag 2

Dinsdag 15 mei 2018. Na een zalige nachtrust ontwaken we door de zon die langs de kieren van de gordijnen onze slaapplaats binnen gluurt. Het beloofd een mooie dag te worden met een wolkenloze blauwe lucht. Het uitgebreid ontbijt wordt, zoals afgesproken, om acht uur, naar de kamer gebracht. Het is meer dan we op kunnen, met dank aan B&B Carpé Diem. Vandaag fietsen we niet. We gaan een wandeling maken in Hulst-centrum. Slenteren langs de unieke monumentale gebouwen, struinen door de zonovergoten smalle bijzondere straatjes met een rijke geschiedenis en op tijd en stond een natje en een droogte in één van de talrijke horecagelegenheden. Hulst is een oud stadje net over de Nederlandse grens in Zeeuws-Vlaanderen. Misschien wel 'De meest Vlaamse stad van Nederland'. De dag van vandaag hoor je het niet meer, maar ik herinner me nog goed, toen je vroeger de mensen vroeg waar ze gingen winkelen of wandelen, werd er steevast Hulst genoemd. De stad is tevens één van de best bewaarde vestingsteden van de Lage Landen. De 3,5 kilometer lange wandellus over de intacte wallen is een schitterend tochtje. Deze verdedigingswal werd met aarde opgeworpen tijdens de tachtigjarige oorlog. In dit conflict in de zeventiende eeuw werd de grens tussen Nederland en België bepaald. Tot dan behoorde Hulst bij Vlaanderen. De wallen moesten de stad beschermen tegen Spaanse soldaten. De smalle steegjes van het historisch centrum zorgen voor een sfeervol decor. We wandelen terug, via de Tivoliweg, naar de wallen die de stad omsluiten, en houden halt bij de dubbele poort. Ze werd gebouwd in 1619/1620 en genoemd naar de Dobbele of Bollewerckpoort. Het jaartal boven de linker boogpoort (1771) verwijst naar een hoognodige restauratie. Oorspronkelijk bestond slechts de middelste boogpoort, maar ten behoeve van de toegenomen verkeersdrukte in 1932 werd deze uitgebreid met een tweede doorgang en een voetgangerstunnel.

Na de poort slaan we linksaf en volgen even de oude vestingwallen. De verdedigingswal, van tien meter hoog, werd met aarde opgeworpen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Tijdens dit conflict in de zeventiende eeuw werd de grens tussen Nederland en België bepaald. Tot dan behoorde Hulst bij Vlaanderen. De wallen moesten de stad beschermen tegen Spaanse soldaten. De Nederlanden maakten toen deel uit van Spanje. Hulst wilde zich afscheiden en bouwde daarom deze moeilijk in te nemen vesting. We staan vervolgens voor de windmolen die hoog op een dijk werd gebouwd. Daar krijgen de wieken de meeste wind. De stadsmolen werd gebouwd in 1792 op last van de Generaliteit en is daarom een stuk jonger dan de aarden wal. Oorspronkelijk maalde de molen het graan voor de soldaten van het versterkte stadje. Na de Franse tijd ging de molen in particuliere handen. De molen werd door de gemeente aangekocht in 1954 en weer maalvaardig gemaakt. Boven de oostelijke ingang bevindt zich het wapen van de Generaliteit.

Langs de parking van het Galgenbolwerk komen we bij de Begijnepoort of Grauwse Poort. Gebouwd in de eerste helft van de 17de eeuw onder het bestuur van burgemeester Benjamin de Beaufort. In 1704 werd de poort vernieuwd. Het landverkeer van en naar Grauw ging door deze poort. Voor de poort lag een ravelijn dat door houten bruggen met de stad verbonden was. Een ravelijn is een buitenwerk van een vesting. Een eiland dat zich omgeven door water in de vestinggracht bevindt. Ooit bevond er zich de galg waar ter dood veroordeelde mensen opgeknoopt werden. Tot 1859 werden de poorten 's avonds gesloten met houten deuren. De rechter doorgang is begin jaren zestig van vorige eeuw gerealiseerd ten behoeve van het voetgangers- en fietsverkeer.

Langs de Begijnestraat wandelen we tot op de Grote Markt. We bezoeken de protestantse Sint-Willibrordusbasiliek. Sinds 31 mei 2009 de 'Mooiste Kerk van Nederland' genoemd. De bouw vond plaats van 1200 tot 1534 in de rijke Vlaamse cultuur. De tegenstelling Katholiek en Protestant ontstond pas in de 16de eeuw. In 1645 veroverde Frederik Hendrik de stad Hulst en gingen er veel kunstschatten verloren. De kerk werd protestant. Ook de Tachtigjarige oorlog tekende de basiliek. Door twee Beeldenstormen en de verovering van Hulst door Frederik Hendrik gingen veel kunstschatten verloren. Alhoewel de protestanten er een kale kerk van maakten kwam hierdoor wel de prachtige Gotische bouwkunst volkomen tot zijn recht. In 1806 werd de basiliek een simultaankerk toen Napoleon bepaalde dat ook de katholieken recht hadden op een gedeelte van de kerk. In 1944 werd de toenmalige toren door de bevrijders van de kerk geschoten. In 1957 stond er een nieuwe toren op. Onbegrepen en verbijsterd voor de bevolking, die een meer traditionele toren ambieerden en ook verwacht hadden. Voor de grote Sint-Willibrordusbasiliek preekt de mooiprater, Reinaert de Vos, onder andere de passie voor een familie goedgelovige ganzen. Bij de hoofdingang van de kerk staat ook nog de oude stadspomp. Vroeger was er geen waterleiding en moesten de inwoners hun water bij de stadspomp halen met emmers. Het water kwam uit een diepe bron.

Het stadhuis is een met ledesteen, een geel witte kalksteen uit Oost-Vlaanderen, bekleed gebouw met Halletoren. De dubbele adelaar werd verleend door Maximiliaan van Oostenrijk aan zijn keizerstad. Het gebouw werd in 1452 door de Gentenaren verwoest. In de strijd tegen Gent door de bevolking van Hulst in 1485 in brand gestoken. Herbouwd van 1518 tot 1534 door de Gebroeders Keldermans en Willem van Sassen. In 1844 verlaagde men de kap en werden de dakkapellen en ornamenten verwijderd. De wapenstenen in het bordes zijn afkomstig van een vroegere torenbekroning van de basiliek.

Het bronzen herdenkingsbord aan het stadhuis werd geplaatst voor de opvang van honderdduizenden Belgische vluchtelingen van WOI. De vluchtelingen werden ondergebracht bij burgers in schuren, openbare gebouwen, het gemeentehuis, de kerk en in de open lucht. Er wapperen twee vaandels aan het gebouw met de afbeelding van een Vlaamse Leeuw. Een infobord legt uit: “Graaf Philips van den Elzas verleende Hulst in het jaar 1180 stadsrechten en een aantal handelsprivileges, waaronder tolvrijdommen in Vlaanderen. Deze voorrechten waren van grote betekenis voor de ontwikkeling van Hulst. Het beroemde dierenepos Van den Vos Reinaerde herinnert aan de middeleeuwse periode. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog raakte de stad meermalen betrokken bij de strijd tussen de Spaanse en Staatse troepen. Aanvankelijk maakte Hulst deel uit van het graafschap Vlaanderen (Zuidelijke Nederlanden), totdat Prins Maurits de stad in 1591 veroverde. Enkele jaren later, in 1596, plaatste Aartshertog Albertus van Oostenrijk, die na de dood van de Hertog van Parma enige tijd landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden was, Hulst opnieuw onder Spaans gezag. Tussen 1615 en 1621 werden de stadswallen, bolwerken, contrescarpen en ravelijnen aangelegd, deze speelden een belangrijke rol bij de verdediging van de stad. Hulst zou tot 1645 deel blijven uitmaken van de Spaanse gebieden. In dat jaar werd Hulst veroverd door de Staatse troepen onder leiding van Prins Frederik Hendrik. Onder het Staatse bewind was handel op de Schelde verboden. De betekenis van Hulst als handelsstad ging hierdoor verloren. In 1795 was de verbinding met de Westerschelde volledig dichtgeslibd. Na de Tweede Wereldoorlog werd Hulst opnieuw een bloeiend koopcentrum.

De gemeentewinkel, aan de overzijde, werd oorspronkelijk gebouwd als gouverneurshuis van het kapittel van Kortrijk, de “Rijckenborch”. In de 17de eeuw ingrijpend verbouwd om als woning te dienen voor Hendrik van Nassau Siegen, de eerste Staatse gouverneur van Hulst. Begin 19e eeuw werd het pand aangekocht door de familie Seydlitz en door deze bewoond tot 1973. De voorgevel is in 1990 in oorspronkelijke stijl herbouwd. Omdat ons Rina dringend moet en omdat dit een openbaar gebouw is gaan we vragen of ze naar het toilet mag, maar we worden onder lichte dwang naar de winkelstraat verwezen.

Langs de winkelstraat, waar moeder de vrouw van één van de vriendelijkste winkelierster van de straat, van het sanitair mag gebruiken maken, komen we weer bij de Gentse poort waar we door wandelen. De poort werd gebouwd in 1780. Het front bestaat uit een stellingwerk van pilasters, een architraaf en ornamenten. De doorgang is niet recht gebouwd, maar met een kromming om vijandelijke kogels het binnendringen te beletten. De coupure in de vestingwal links van de poort is in 1902 gemaakt ten behoeve van de stoomtram “Hulst- Walsoorden”. De vestinggracht is hier gedempt. Links, aan de voorzijde van de Gentse poort werd het Reinaertmonument geplaatst dat ontworpen werd door de Antwerpse beeldhouwer A. Damen. Het monument werd in 1938 onthuld op de Houtmarkt. Na de Tweede Wereldoorlog werd het kunststuk naar hier verplaatst. De bezoeker ziet de verbondenheid van de Reinaertstad Hulst met het verhaal “Van den Vos Reinaerde” uitgebeeld. Van den Vos Reinaerde is geschreven omstreeks 1260 in een Vlaams dialect door “Willem”. Aan de overzijde van de Gentsepoort werd een beeld geplaatst op een hoge sokkel van de 'Tamboer en Vaandeldrager. Gebeeldhouwd door Nederlander Gerard Brouwer en ingehuldigd in 2005.

We dwalen langs de straatjes door het centrum. De beiaard laat van zich horen. Het is net elf geworden als we in de Steenstraat belanden bij een prachtige herenwoning. Het “Refugium Ter Duinen” dat in de 15de eeuw gebouwd werd als gevangenis (Het Steen) en later in gebruik genomen werd als Lombardenhuis. De Cisterciënzers van Duinen uit de Potterstraat kochten het als vluchthuis voor de monniken die de uithof Te Zande in het huidige Kloosterzande bewoonden.  Na 1645 in gebruik als Princehof. Omstreeks 1800 werd het gebouw ingericht als jeneverstokerij. Nadien werd het gebouw gerenoveerd als dokterswoning. Thans is hier het museum van de Oudheidkundige Kring “De Vier Ambachten” gevestigd. Het traptorentje is na de Tweede Wereldoorlog van een bekapping voorzien. Aan de overzijde werd “Het Cachot” gebouwd. Dit is het 'S Landshuis', het gerechtshuis en bestuurshuis van het Hulster Ambacht. Op 28 mei 1561 door baljuw Jan Boxtale gekocht van jonkvrouw Marye Swulfs. Eerder werd er vergaderd in een huis aan de Vlasmarkt. In 1596 werd het gebouw vernield door Spaans kanonvuur. Het was wachten tot 1710 voor het huis werd herbouwd en van een hollands-klassicistische gevel en een daktorentje voorzien. In 1844 in gebruik genomen als marechaussee-kazerne. De wapenschilden boven de ingang zijn in de Franse tijd weggehakt.  Thans is hier het VVV-kantoor gevestigd, dat net vandaag zijn sluitingsdag heeft.

Langs een oude waterpomp in blauwe hardsteen belanden we bij een oude woning op de hoek van de Steenstraat en de Pierssensstraat. Er hangt een infobordje: “Refugium van Cambron. Oorspronkelijk hadden de Cisterciënzer monniken van Cambron hun vluchthuis aan de Vlasmarkt. Na de stadsbrand van 1562 kochten zij dit huis. In de 19de eeuw is dit pand door de burgemeestersfamilie Pierssens bewoond geweest. Aan de achterzijde bevindt zich een koetshuis. In de zijgevel zijn tekens van geglazuurde bakstenen te zien. Mogelijk stellen ze odalrunen voor, tekens ter afwering van onheil”. Thans biedt een vastgoedwinkel hier zijn waren aan.

Hoog tijd voor een verfrissing. We bereiken de nieuwe Bierkaai, waarvan de uitvoering begon in het jaar 2009. Het meest in het oog springend is de waterpartij met brug. Op de plek waar nu het water is was vroeger de haven gevestigd. We wandelen voorbij het bronzen beeld dat een 'Winkelende Vrouw' moet voorstellen. Op een schaduwrijk terras van een Grieks restaurant drinken we een koel biertje en kijken in het water naar de talrijke vissen die een plaatsje zoeken in het zonnetje. Naderhand wandelen we over de brug tot aan het infobord: “De Haven van Hulst. In vroeger eeuwen kronkelde zich door Oost-Zeeuws-Vlaanderen de Hulsterhavengeul, de verbinding van de stad Hulst met de Westerschelde. De haven was eeuwenlang van groot belang voor de stad. Iedereen die turf, wijn, zout, haring of mosselen vervoerde door de haven moest daarvoor tol betalen. Toen eind vijftiende eeuw werd begonnen met de aanleg van een aarden wal en een gracht rond de stad, bleek het punt waar de haven de stad bereikte een zwakke plek in de verdediging. Daarom werd daar een indrukwekkend stenen verdedigingswerk gebouwd waarvan de huidige Keldermanspoort een restant is. Via een 30 meter lange en 6 meter hoge tunnel kon het water van de haven onder twee poorten door de stad instromen tot aan de Vismarkt. Behalve Vismarkt verwijzen ook de huidige straatnamen Overdam, Bierkaai en Oude Havensteeg nog naar het bestaan van deze stadshaven”.

We wandelen langs de waterpartij die nog sporen vertoont van de dikke oude kademuur en een pijler van de oude Vischbrugghe. De Keldermanspoort was een land- en waterpoort. Ze liet mensen en boten binnen in het vestingstadje. Bij de inval van de Gentenaars in 1491 en tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd de poort verwoest en grotendeels door aarde bedekt. In 1952 werden de restanten ontdekt en is de opgraving begonnen. Sinds 2012 is de Keldermanspoort opnieuw verbonden met de binnenstad via het project Bierkaai. Voor de poort werd in 2005 een monument geplaatst van Kathleen Verhegge en Ronald de Maet “De Overwonnene”. Twee bronzen beelden staan op een voetstuk. De winnaar kijkt neer op de verliezer die zijn zwaard aanbiedt ten teken van overgave.

Na een rustpauze in de speeltuin met klim- en speelattributen uit de Tachtigjarige Oorlog wandelen we terug door de Keldermanspoort tot op de open vlakte met een hoge gemetselde stenen muur. Dit was de tuinmuur van het Franciscaner klooster. In 1448 werd het klooster, dat buiten de Asschepoort stond, afgebroken en hier op de Schelphoek in vierkante vorm herbouwd. In 1645 moesten de gebouwen ontruimd worden, waarna ze werden ingericht als weeshuis en diaconie. De verdreven paters trokken naar Sint – Niklaas. De kerk is in 1821 afgebroken. In een gedeelte van het voormalige klooster was van het begin van de 19e eeuw tot 1972 de bierbrouwerij “De Halve Maan” gevestigd. De tuinmuur is het enige dat nog herinnert aan de Minderbroeders. Vanaf hier maken we een wandeling over de intacte wallen van het vestingstadje. Langs enkele exemplaren van geschut kanonnen die nog opgesteld staan. De stadswal kronkelt omdat hij in een stervorm aangelegd werd. Dat was gemakkelijker voor de soldaten om de stad te verdedigen. Het word warmer en we besluiten om terug te gaan naar ons B&B huisje. Aan het Brederode Bolwerk dalen we de wallen af en via de Tivoliweg zijn we binnen enkele minuten terug 'thuis'. In de tuin genieten we nog lang na op een schaduwrijk plekje. Een uitstekend idee om te rusten. Morgen trekken we opnieuw verder met de fiets richting kust. Tot schrijfs. Foto's: Rina Meurs.












01-09-2018 om 09:52 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
13-08-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met de fiets naar de kust

Dag 1. Van Ekeren naar Hulst.

Fietsknooppunten: 96 -54 -56 -57 -59 -41 -44 -20 -47 -50 -7 -6 -5 -71 -2 -72 -74 -81 -80 -50 -52 -49 -47. Geplande afstand: 42 km.

Maandag 14 mei 2018. Het is half negen in de morgen. Gisteren waren we nog opgetogen over de voorspelde weerberichten. Er werden middagtemperaturen verwacht van maximum 25° Celsius. Maar daar gaat vandaag niets van in huis komen. Het is mistig en er waait een strakke wind van minstens drie beaufort. Daarbij duid de temperatuur slechts 12°C aan. Een trui en een fleece jasje zijn geen overbodige luxe. En ik had gedacht dat we in een T-shirt zouden kunnen vertrekken. Niet dus. Onze fietszakken zitten vol met de nodige kleding voor vijf dagen. De duur van onze fietstocht. We zijn er klaar voor en na een foto, die één van de buren van ons samen neemt vertrekken we van Ekeren naar Blankenberge aan zee. Gust, een andere buurman, komt nog buiten staan om ons uit te waaien en wenst ons nog een behouden aankomst. We fietsen eerst via de kortste weg naar de Oude Landen. We rijden door een uniek stedelijk natuurgebied waar ook, sinds kort, BPost deels eigenaar van is. We vinden in dit domein nog een verrassend stukje wilde bosnatuur met oude wilgen en vanaf het voorjaar zingende en kwetterende vogels.

Eens uit het natuurgebied volgen we knooppunt 54. We rijden door de wijk Luchtbal verder. In deze buurt werd de tv-serie de Familie Backeljau opgenomen. Een Vlaams komische televisieserie dat tussen 1994 en 1997 werd uitgezonden. We fietsen onder de A12 door. Links van ons is de spoorweg met het station ‘Antwerpen Noorderdokken’. Wat verder rijden we onder de 'Burgemeester Jozef Masurebrug' door. Genoemd naar Jozef Masure die tussen 1977 en 1982 burgemeester van Merksem was. Vanaf hier moeten we een omleiding volgen. De Argentiniëlaan ligt volledig opengebroken. Er wordt een nieuw fietspad aangelegd zodat de straat groener en veiliger wordt. De omleiding is duidelijk aangebracht en enkele minuten later bereiken we de Noorderlaan. Als we de N180 kruisen zien we rechts het complex van de vroegere Metropolis. Het opende de deuren in 1993, maar werd in 2011 veranderd in Kinepolis. Er zijn momenteel 24 zalen. We nemen een ondersteuning meer en fietsen de Straatsburgbrug op (N101) die over het Straatsburgdok ligt. Deze brug werd in 1996 gebouwd en heeft een lengte van 264 meter. Het Straatsburgdok verbindt het Albertkanaal met de Antwerpse haven. Het dok werd gebouwd in 1930. We laten restaurant ‘Het Pomphuis’ rechts liggen. Het  bouwen van het Pomphuis begon in 1918 en duurde tot 1920. De pompen pompten het naastgelegen droogdok leeg zodat een schip onderhouden kon worden. We fietsen over de Siberiabrug en aan het eind van de Letlandstraat is knooppunt 54.

Vanaf knooppunt 54 rijden we via de Kattendijkbrug over het ‘sasdok’. Links zien we het Red Star Line Museum. De Belgische rederij die een geregelde dienst onderhield tussen Antwerpen en New York of Philadelphia. Ze werd gesticht in 1872 maar ging failliet in 1929. De Rijnkaai brengt ons tot aan hangar 27 met de ATV studio’s en knooppunt 56.

We fietsen nog meer zuidwaarts langs de verschillende kaaien. Het is even na 10:00u als we aan het Kiel in de D’Herbouvillekaai bij knooppunt 41 zijn. Rechtsaf om langs de Fietserstunnel onder de Schelde naar Linkeroever te rijden. We zijn blij dat de liften naar behoren werken en verdwijnen diep onder de grond, verlost van de wind, van de kou en de mist. We fietsen niet alleen door de tunnel. Veel mensen maken er gebruik van om van en naar hun werk te rijden. Zelfs een eenzame jogger loopt rustig naar de rechter oever. 700 meter verder is knooppunt 44.

Bij knooppunt 20 rijden we voorbij de psychiatrische gevangenis voor zowel mannen als vrouwen. Een spandoek werd aan de hoge afsluiting geplaatst en vermeld: “Van gevang naar zorg”. Een campagne van “Te Gek?” in samenwerking met de Vlaamse gevangenissen, de justitiehuizen en nog veel meer organisaties. Tijdens deze campagne werden heel wat projecten opgezet. We rijden rechtdoor via de Beatrijslaan. Links van onze rijrichting vloeit de Schelde waarvan we slechts nu en dan een glimp opvangen. Rechts zien we de Burchtse Weel dat gevormd werd door een dijkdoorbraak tijdens de Middeleeuwen. Ze werd vergroot en uitgediept tot recreatievijver. Rond 1965 werd een aanpalend dok gegraven waar prefab elementen voor de Kennedytunnel gebouwd werden. Burchtse Weel en dok werden in 2011 heraangelegd tot een slikken- en schorrengebied. Slikken zijn de delen die bij elke vloed overspoeld worden. De schorren liggen hoger en komen enkel met springtij helemaal onder water te staan. 

We arriveren in Burcht, een deelgemeente van Zwijndrecht. In de Dorpstraat verlaten we even ons knooppuntnetwerk en fietsen regelrecht naar het kerkplein met de Sint-Martinuskerk. Volgens de legende zou de kerk gesticht zijn in 910. De huidige kerk dateert echter van 1899-1904. Ze werd meermaals gerestaureerd. Het is marktdag vandaag. Er staan slechts drie of vier kramen nabij de kerk en druk is het zeker ook niet. Naast de kerk werd in augustus 1967 de eerste “stalen openluchtbeiaard” van Vlaanderen gebouwd, naar aanleiding van het 20-jarig burgemeesterschap van Paul Van Goethem. Er hangen maar liefst 37 bronzen klokken. In 1968 werd de 15 meter hoge beiaard ingehuldigd. De beiaard werd in het jaar 2000 vernieuwd. Het prachtig gerestaureerde hoge gebouw naast de kerk is de voormalige broederschool, Sint-Joseph, dat in 1908 werd opgetrokken. Boven de bakstenen toegangspoort werd het bouwjaar aangebracht in Romeinse cijfers (MCMVIII). Enkele jaren geleden werd het gebouw opnieuw gerenoveerd tot volwaardige appartementen. De pastorie op het nummer 29 werd gebouwd in 1659. Uiteraard werden de nodige restauratiewerken uitgevoerd. Op de hoek, over de kerk, nemen we een eerste sanitaire stop bij 'De Klok'. We drinken een kop koffie of thee en rusten even uit. Het is 10:41u.

We vervolgen achteraf onze weg door de Kerkstraat. Net buiten het centrum van Burcht heeft een circus zijn tenten opgeslagen. Langs het recente fietspad, langs de Schelde, zien we drie levensechte dromedarissen en een longhoorn grazen. Ze lopen vrij rond op en naast het pad. We slalommen tussen de uitwerpselen van de grote dieren. Gelukkig zijn ze niet agressief. Via de Pastoor Coplaan fietsen we over de E17, nemen de eerste straat links en fietsen op een voorbehouden fietspad, evenwijdig met de snelweg.

We rijden op het grondgebied van Zwijndrecht. We komen niet echt door het centrum. Aan de Y-splitsing maken we een scherpe bocht naar links en vervolgen onze weg langs de Nieuwlandstraat. Net buiten het centrum rijden we over een voorbehouden fietspad. De weilanden zien geel van de hoge boterbloemen. Ik gok op de 'Scherpe boterbloem', maar het kan ook één van de 600 andere soorten boterbloemen zijn. Enkele paarden grazen in de wei maar door de onaangename smaak laten de dieren de bloemen vanzelf staan. Het weer wil maar niet beteren, maar we klagen niet want de regen blijft uit. We rijden tot over de N419 of de Krijgsbaan. We rijden langs de achterzijde rond het fort van Zwijndrecht. Het fort werd in 1870 gebouwd en in 1912 gerenoveerd. Alle historische gebouwen bestaan nog, al werden er wel nieuwe loodsen bijgebouwd. Het fort is eigendom van de Belgische overheid en wordt nog steeds gebruikt door het leger. Het is dus niet toegankelijk.

Aan de eerste spoorwegovergang, voor knooppunt 50 houden we halt bij een pijlerkapel “Maria ten Doorn”. Een statieommegang uit het derde kwartaal van de negentiende eeuw. We volgen een tijdje het spoor links van ons. Hier is het rustig en een bank nodigt uit om hier te picknicken. Net buiten het centrum van Melsele spotten we in de verte de romp van een oude molen. Dit is de molen “Van Hove of de Nieuwe Molen” met vijf zolders. Gebouwd op het einde van de achttiende eeuw en in 1822 volledig gerestaureerd tot een ronde stellingmolen. Reeds in 1924 werden de wieken verwijderd. Tijdens WOII was er een Duitse uitkijkpost gevestigd. Na de oorlog maalde de molen verder met een elektromotor tot 1975. De romp doet nog slechts dienst als bergingsruimte. We fietsen richting Beveren.

Vlakbij het kasteel Cortewalle staat het kunstwerk 'Paard verdedigt veulen tegen stier', omgeven door kleurrijke lentebloemen. Kasteel Cortewalle is een Vlaamse waterburcht en dateert van de vijftiende eeuw. Met trots mag het zelfs het oudste kasteel van het Waasland genoemd worden. Het werd tot 1960 bewoond, waarna in 1966 de gemeente Beveren het domein aankocht. Het kasteel maakt momenteel deel uit van het Cultuurcentrum 'Ter Vesten'. Over het kasteel bevindt zich het 18de eeuwse koetshuis met oranjerie dat nu een taverne – restaurant is. We fietsen door het uitgestrekte park tot aan de N70.

We steken de grote drukke baan over tot bij de parochiekerk Sint-Martinus. Ze werd gebouwd in de elfde en twaalfd eeuw met Doornikse kalksteen. De toren werd in de dertiende eeuw verhoogd. In de vijftiende eeuw werd de kerk gesloopt en vervangen door een gotisch gebouw rond de behouden toren. De schandpaal dateert van april 1777. De kapiteel met vaas werd in 1984 aangebracht. De arduinen gemeentepomp op de Grote Markt heeft een diamantkop en een kroonlijst. Het monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen trekt onze aandacht. Bij heel warm weer wordt de fontein gebruikt voor afkoeling door de plaatselijke jeugd. Waterpret verzekerd. Aan de linkerzijde van de grote baan werd het gemeentehuis opgetrokken. Het oude gedeelte werd in 1863 gebouwd. Het verving het “Landhuis” dat dateerde van 1652. Het nieuwe gedeelte, achteraan, kwam in twee fases tot stand: in 1981 en 1992. In de gevel werden de wapenschilden aangebracht van de acht deelgemeenten. In het driehoekige fronton staat de Heilige Martius afgebeeld. Het gemeentehuis heeft nog steeds zijn administratieve functie. Verder langs de winkels in de Vrasenestraat.

In Vrasene houden we kort halt bij de Heilige Kruiskerk. Reeds voor het jaar 1183 was hier al een Romaanse driebeukige kerk, maar dan zonder toren. Deze werd door volkstoename vervangen in de vijftiende eeuw met vierkante westtoren. Dichtbij staat het oorlogsmonument dat de inwoners gedenkt die zijn omgekomen of vermist tijdens de beide Wereldoorlogen. Ook werd in de buurt van de kerk de oude schandpaal van 1765 geplaatst.

Bij knooppunt 2 houden we halt naast de kapel op de hoek van de Kortbroekstraat en de Smisstraat. De kapel van de Heilige Barbara werd in 1814 gebouwd ter vervanging van een tijdens de Franse revolutie gesloopt heiligdom. Het interieur wordt prachtig onderhouden. In de Puchelstraat werd de kapel van de Heilige Rita gebouwd in het tweede kwartaal van de twintigste eeuw. Boven de dubbele deur werd het opschrift aangebracht: “Helpster in onmogelijke en hopeloze zaken”. Ook dit interieur mag gezien worden. Het beeld van de Heilige Rita staat temidden van gevleugelde engelen.

De windturbines zijn niet meer uit het landschap weg te denken. Bij knooppunt 72 draaien er maar liefst vier naast elkaar. Een bord legt uit: “In november 2012 werd het windpark Duikeldam in bedrijf genomen. Het park omvat vier windturbines, waarvan één in Sint-Gillis-Waas en drie op het grondgebied van Vrasene. Samen produceren deze voldoende stroom voor ca. 6.000 gezinnen”. We fietsen langs hectaren fruitboompjes. Reeds van ver zien we de rode appels schitteren. De akkers rondom kleuren groen. Vooral de maïs domineert de omgeving. De plantjes zijn echter nog pril. Ze staan nog maar enkele centimeters boven de grond. We kunnen nog volop genieten van weidse uitzichten. Bij de akkers met hoge ruggen vraag ik me af of er aardappelen of asperges groeien? Het lijkt of elk stukje landbouwgrond is bezaaid of beplant met groenten. Als nu het weer nog wat mee wil kan de groei beginnen. De mist houdt echter nu nog hardnekkig stand. Ook de wind wil niet luwen.

We fietsen over het Klingspoor tussen twee waardevolle natuurgebieden op een oude spoorwegbedding langs het Stropersbos. Het Stropersbos strekt zich uit langs de Belgische kant van de grens en is ongeveer 300 hectare groot. Daardoor is het één van de grootste bos- en natuurgebieden van Oost-Vlaanderen. Tussen 2001 en 2010 werd hier een groots natuurinrichtingsproject gerealiseerd om de natuur meer kansen te geven. De Clingse bossen bevinden zich aan de Nederlandse kant. We naderen het Belgische dorp Klinge. Bij het voormalige treinstation van Klinge houden we een sanitaire stop aan de 'Oude Statie'. Meteen komt de zon tevoorschijn. De wolken breken open en we zetten ons aan het enige vrije tafeltje op het terras. Proost.

Het is 15:45u als we over de grens van Nederland rijden, op het grondgebied van Zeeland. We moeten nog ongeveer 5 kilometer fietsen. We rijden door het historische drukke centrum van Hulst. In het oude vestingstadje is het feest. Op de markt, bij de kerk, draait de kermis op volle toeren. Kinderen kraaien van de pret. Hekwerken staan langs de stoeprand te wachten op de wielrenners. We fietsen langs de Dubbele poort naar de Tivoliweg tot bij het B&B huisje: 'Carpe Diem'. Onze gastheer leidt ons rond in ons moderne stulpje. Onze fietsen mogen in de garage om de batterijen op te laden. We hebben vandaag 52 kilometer gefietst. Het is zonnig geworden en een paar graden warmer. Wat later stappen we terug naar het centrum van Hulst voor een welverdiend avondmaal. Foto’s: Rina Meurs.












13-08-2018 om 09:34 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-08-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Asroute

Fietsknooppunten: 41 – 565 – 551 – 60 – 61 – 63 – 62 – 532 – 64 – 567 – 29 – 30 – 535 – 565 – 41.

Geplande afstand: 41,9 km.

Vertrek: Vlakbij het voormalige station in de Stationsstraat van As.

 

Zondag 6 mei 2018. Het is rond acht uur in de vroege morgen als we met de auto richting Luik vertrekken. Het is redelijk rustig op de ring rond Antwerpen. Het scheelt een pak als er geen vrachtwagens rijden. Een half uur later bevinden we ons al in de provincie Limburg. We zijn net het bord voorbij gereden waarop de vriendelijke Limburgers ons welkom heetten. Aardig toch? Aan afritnummer 24 verlaten we de E314 en rijden richting Tessenderlo. Ons Rina heeft van de kinderen en vrienden een Bongobon cadeau gekregen voor haar zestigste verjaardag. Een uitstekende reden om eerst eens uitvoerig te gaan ontbijten voor we onze educatieve fietstocht aanvatten. We houden halt op de parking aan de Zavelberg nabij taverne 'Ter Scoete' in Tessenderlo, aan de rand van het drieduizend hectare groot natuurgebied 'Gerhagen'. Het domein Gerhagen is de groene long van Tessenderlo. Het domein heeft een oppervlakte van 945 ha en is samen met de Merodebossen één van het grootste aaneengesloten bossencomplex van Vlaanderen. Naast het gezellige eetcafé bevindt zich het Bosmuseum. Een bezoekerscentrum dat informatie over de natuur aanbiedt.

 

In het weekend kan je hier bij taverne 'Ter Scoete' ontbijten. Voor de hongerige wandelaar en fietser staat er een uitgebreid ontbijtbuffet klaar met diverse koude en warme gerechten. Al of niet voorafgegaan met een glas bubbels. Binnen in de taverne zijn alle tafels en stoelen bezet of gereserveerd en we krijgen een tafeltje op het terras aangeboden. De temperatuur wijst momenteel 15 à 16° Celsius aan. Het wordt beslist warmer vandaag maar nu houden we nog onze truitjes aan. We zijn trouwens niet de enigen die op het terras ontbijten. Er worden zelfs nog meer tafeltjes gedekt op het enorme terras. Na afloop van ons heerlijk ontbijt vertrekken we naar de Limburgse gemeente As.

 

Een paar minuten voor 11:00u draaien we de parking op naast het voormalige station van As. Het 'Station Asch' is het ideale vertrekpunt voor een fietstocht rond en door het Nationaal Park Hoge Kempen. Het is het  oudste station van Limburg. In de jaren '20, van vorige eeuw werd dit het beginstation van de kolentreinen. Vanaf dan speelde het station jarenlang een centrale rol in de steenkoolontginning in deze streek. Van hieruit vertrokken de vele mijnwerkers en kolenwagens naar de nabij gelegen mijnen in Eisden, Waterschei en Winterslag. Het mijnverleden is hier nooit ver weg. Nu staat er een gerestaureerde trein met het smalste bezoekersonthaal van het Nationaal Park. Het vroegere stationnetje is nu een gezellig eetcafé waar je de sfeer van weleer nog steeds kan opsnuiven. Het perron doet dienst als terras waar momenteel al enkele dorstige of hongerige aan picknicktafeltjes op een consumptie zitten te wachten in het vroege lentezonnetje. Aan de overzijde van het perron staan verschillende kraampjes opgesteld. Muziek klinkt uit de luidsprekers. Vandaag is het de tweede dag van 'Smaak'. Een foodtruckfestival die het 'Station As' omtovert tot één groot sfeervol openluchtrestaurant. Van Aziatisch tot Zuid-Amerikaans, er is voor iedereen wat wils. Er is, voor straks muziek en dans, een openluchtfilm en volop animatie voorzien. Genieten tussen de treinen dus. We laten de fietsen nog even op het fietsrek en wandelen langs de geurige kraampjes naar de oude historische treinstellen die werden opgesteld. Een buffetwagen en een slaapwagon zijn aan elkaar gekoppeld. Op deze manier wandelen we tot bij de uitkijktoren.

 

De 31 meter hoge uitkijktoren is een replica van de boortoren waarmee de Leuvense professor André Dumont in 1901 op 541 meter diepte de eerste steenkool in Limburg ontdekte. Het is 'slechts' 130 trappen klimmen tot het hoogste punt. Het loont te moeite. Hier boven hebben we een weids uitzicht over de stations site en het Nationaal Park. In de verte zien we de twee hoge terrils van de voormalige steenkolenmijn, ook van de Mechelse Heide en Maasmechelen vangen we een glimp op. Na nogmaals 130 trappen naar beneden, wandelen we terug langs het gesloten bezoekerscentrum en het oude station naar de auto.

 

Voor we aan onze route beginnen fietsen we eerst langs de Stationstraat, we laten het stationnetje links liggen, en slaan dan de eerste straat rechtsaf in. Dit is de Schuttenbergstraat die we volgen tot achter de sporthal. Hier ligt, net buiten het centrum van As, de Geologische Wand, een overblijfsel van de voormalige grindhoeve Hermans. De wand van deze Grindgroeve toont de geologische afzettingen van de laatste 300.000 jaar. Via de trappentoren van 8,5 meter, kunnen we de wand op diverse niveaus bekijken. Eens boven, na 50 trappen, staan we in een gemengd bos van loof- en dennenbomen. De stilte wordt slechts onderbroken door het gezang van verschillende vogels. Een lust voor het oor. De loopbrug vormt de verbinding tussen de bodem van de groeve en het oorspronkelijk niveau. Eens terug beneden fietsen we weer naar de grote baan die we oversteken en knooppunt 41 volgen. We duiken meteen het bos in. Linksaf over een asfalt pad richting station van As. We houden een fotohalte bij het monument voor de op 21 juni 1944 neergestorte RAF Lancaster III LM580 DX-L. Een bommenwerper die hier vlakbij neerstortte met als opdracht om een olie-installatie in het Wesseling Ruhrgebied (D) te bombarderen. Het toestel steeg op in Groot Brittannië op 21 juni 1944 om 23:07u. Boven Eindhoven (NL) werd het vliegtuig beschoten door Duits afweergeschut. Op bevel van de jonge piloot Ginger Guy (22) zijn zes bemanningsleden uit het vliegtuig gesprongen. De piloot trachtte het toestel vliegend te houden maar is in valvlucht met de volledige bommenlading neergestort, hier aan het station, ongeveer op de plek van dit monument. De piloot kwam daarbij om het leven. Hij is begraven op het kerkhof van As. Het monument werd ingehuldigd op 21 juni 2014.

 

Via het smalspoor van het minitreintje fietsen we opnieuw langs de hoge uitkijktoren. Voorbij de spoorweg moeten we rechtsaf langs de parking. Het is een stevige klimming op de nieuwe fiets- en voetgangersbrug over de N75 of de Europalaan. De brug is gebouwd in 2013-2014 en heeft een lengte van 90 meter. Na knooppunt 41 duiken we het bos in van het Nationaal Park Hoge Kempen 'Mechelse Heide'. De Mechelse Heide is hét wandelgebied bij uitstek in het Nationaal Park. De wandelingen ten zuiden van deze weg brengen de wandelaar naar de hoogste punten van de Hoge Kempen met vergezichten tot in Duitsland. Op 23 maart 2006 werd het Nationaal Park Hoge Kempen officieel geopend. In dit natuurreservaat worden meer dan 5000 hectaren bos en heide beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid. De regio heeft iets bijzonders met zijn uitgestrekte natuur. Op de fiets en zelfs bij een wandeling proef je van al dat moois dat de streek te bieden heeft. Op een foldertje van “Kolenspoor” staat te lezen: 'De Hoge Kempen is het grootste bos- en natuurgebied van heel Vlaanderen. Grote waterplassen bleven achter daar waar zand en grind werd gewonnen. De hoogste 'toppen', 100 m hoog, bieden schitterende vergezichten. Het is een thuis voor tal van zeldzame en bijzondere dieren. Een ontmoeting met een ree is geen uitzondering en vlinders zoals de koninginnenpage kleuren de zomer. Bijzondere bewoners zijn de gladde slang, de mierenleeuw en de bijenwolf. Grote stenen en kleine keien getuigen van de laatste ijstijden en geven een magisch gevoel'. Als we de E314 voorbij zijn komen we automatisch bij Camping Kikmolen aan de Kikmolenstraat. Van de Kikmolen, naast de Kikbeek, rest slechts het molenhuis zonder molenrad. De korenmolen werd gebouwd in 1480 maar werd herhaaldelijk gerestaureerd en gerenoveerd. 

 

Na knooppunt 61 rijden we op het grondgebied van Maasmechelen door de gemeente Opgrimbie. We geven onze ogen de kost want we fietsen langs recent gebouwde villa's met prachtige siertuinen. We staan soms stil om van de azalea's, rododendron struiken en seringen te genieten. We proberen hun geur op te snuiven. Sommige tuinen kleuren geel van de brem die  volop staat de bloeien. Een streling voor het oog. We fietsen momenteel op een hoogte van 42 meter. We fietsen daarna langs de rand van het natuurpark.

 

Voorbij knooppunt 63 fietsen we over de 'Ziepbeek'. Het water van de beek is erg zuiver en voedselarm. Verderop rijden we terug door een uitgestrekt dennenbos dat wordt afgewisseld met heide. Het is nog te vroeg om te genieten van paars bloeiende heide.

 

Bij knooppunt 62 moeten we rechtdoor fietsen maar houden eerst een verfrissende stop bij het “IJsparadijs”. Er is niet veel plek meer in de schaduw. Het is bijna een wedloop naar een schaduwrijk tafeltje met twee stoelen. Terwijl ons Rina geniet van een Yoghurtijs met stracciatelli, offer ik mij op bij een koele verfrissende en lekkere Duvel. Het is niet alleen een komen en gaan van fietsers en  wandelaars want ook talrijke auto's houden halt op de grote parking naast het ijssalon. Naderhand  fietsen we voldaan weer verder, pal naast een grote weide met boter- en paardenbloemen die in het zaad staan. Een rukwind blaast de pluisjes de hoogte in. Het lijkt net heel fijne sneeuw. Best niet inademen. We hebben momenteel 20 kilometer gefietst. De lucht is nog steeds lenteblauw. Geen wolkje aan het firmament te bespeuren. Volgens mij meet de temperatuur meer dan 25° C aan. Goed dat we niet constant in de zon moeten fietsen. Het bladerdek in het park en de bossen beschutten ons tegen de felle zonnestralen. We rijden door Stalken, een gehucht van Zutendaal. Bij de grote veldkapel, die gewijd is aan O.L. Vrouw van Rust, houden we even halt. Het interieur oogt mooi door de vele plaasteren beelden op het altaar. De muren zijn wit geschilderd en met fotokaders behangen. Enkele stoelen nodigen uit om te mediteren. Naast en over de kapel staan twee villa's te koop. Ons Rina heeft snel haar keuze gemaakt en wil al morgen verhuizen. Maar ik denk dat mijn pensioen niet toereikend is. We blijven in ieder geval hopen op een mirakel.

 

Even verder werd een monument opgericht van Jeroen Brouwers in 2007. “De zin van het leven”. Is dit mogelijk de zin van het leven: 'Sporen achter laten?'. Verderop rijden we via een brug over de 'Bezoensbeek'. De beek ontspringt ter hoogte van Kalken en kabbelt rustig door het landschap.

 

Bij het volgen van knooppunt 29 fietsen we door het industrieterrein van Zutendaal. Het is rustig rijden momenteel omdat het zondag is. Morgen moet je hier uiterst voorzichtig zijn en waarschijnlijk slalommend tussen de trucks fietsen en heb je ogen te kort om je veiligheid te garanderen. Net voor het centrum van Genk slaan we rechtsaf. Het is heuvel op en af. Het is hier hoorbaar stil. Niets dan groen rondom ons. Goed dat er nog vogels zijn. Een lust voor het oor. We zijn de enige levende zielen. Momenteel staan we stil op een open plek met enkele hoogspanningsmasten. De hoge pylonen misstaan hier tussen het vele groen. We proberen ze weg te denken maar verderop staat er weer één. Vlakbij werd een infobord geplaatst: 'De 380 kv-hoogspanningslijn vertrekt in Zutendaal en komt na 40 kilometer toe in Maaseik'. Rechts van ons in de vallei bevindt zich recreatievijver 'Papendaalheide'. Een surfplas van Zutendaal waar ook wordt geroeid, gekajakt en gezwommen. Een afrijs eindigt net boven het water. Op het strand liggen de zonnekloppers.

 

We komen bij de muur van 'kattevennen'. Een van de poorten tot het Nationaal Park Hoge Kempen.  Hier ligt het accent op de kosmos. In de cosmodrome verken je het heelal in de 360° dome. Naast sterrenkijken kan men hier minigolven, wandelen, fietsen en paardrijden. Paardrijden is tegenwoordig een heerlijke bezigheid geworden. In draf door de bossen of galopperen langs de uitgestrekte heidevelden. In augustus wandel je door zeeën van paarse heide. Het is een heerlijke brok ongerepte natuur van 5.700 hectare met dennenbossen, paarse heidevlaktes, glinsterende vijverlandschappen en hoge rotstoppen met eindeloze vergezichten. Het Europlanetarium is één van de vijf actieve volkssterrenwachten van Vlaanderen.

 

Het is 30° Celsius als we terug bij de auto zijn. We hebben in totaal 45,8 kilometer gefietst. Het is druk nu aan het stationnetje van As. Bij de kraampjes zitten mensen te eten en te drinken. De sfeer zit er goed in. Wij rijden naar huis. Tot schrijfs. Foto's: Rina Meurs.












01-08-2018 om 07:43 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
17-07-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Etten - Leur

Dag 3, zondag 22 april 2018. Bewolkt en winderig. Niet echt het ideale weer voor een fietstocht. We besluiten om een wandeling te maken in het centrum van Etten-Leur voor we naar huis toe keren. In Etten-Leur willen we van de gelegenheid profiteren om meer te weten te komen over het leven en het werk van Vincent van Gogh. De Nederlandse kunstschilder werd geboren te Zundert in 1853 en stierf op jonge leeftijd te Frankrijk in 1890. Hij verbleef in dit dorp van 1875 tot 1882. We parkeren de auto op een gratis parking in de Wipakker (straat). De dorpjes Etten en Leur werden in 1969  samengevoegd tot één gemeente met een rijk verleden. Het dorp heeft sinds 2005 een vernieuwd centrum en dat gaan we duidelijk merken.

 

We wandelen de Wipakker teneinde en komen vanzelf op de Markt (straat). Linksaf tot bij de Sint-Lambertuskerk. Een kruisbasiliek met toren uit 1877. Net vandaag is het de grote dag voor de eerste communiekanten. Hopelijk kunnen de mooi uitgedoste kinderen genieten van een aangenaam feest zowel in de kerk als thuis. Het Heilig Hartbeeld vooraan dateert uit 1926.

 

Het oude Raadhuis, verderop aan de Markt, is het vroegere gemeentehuis van Etten. In de gevel staat het bouwjaar 1776 vermeld. Het prachtige pand met bordes doet nu vooral dienst als vergadercentrum. De meeste ambtenaren zitten sinds 2015 in het Stadskantoor aan de Roosendaalseweg.

 

Na zijn besluit om kunstenaar te worden keerde Vincent van Gogh terug naar zijn ouderlijke huis, achter de kerk, in de niet meer bestaande pastorie van Etten. Hij gaat steeds serieuzer tekenen. Naast de Van Gogh kerk, waar zijn vader predikant was, bevindt zich de voormalige kosterswoning. Dit karakteristieke en pittoreske pandje werd in 2007 verbouwd en ingericht als informatiecentrum van de Stichting Vincent van Gogh Etten – Leur. Op 19 december 2014 werd de kerk officieel geopend voor het publiek. In de kerk tonen negen kleurrijke ramen de thema's van zijn Ettense periode.

 

De Meiboom of Moeierboom is, volgens gegevens, van 1774. Vincent van Gogh begon zijn carrière in 1881, hier in Etten. Hier liet hij zich inschrijven als kunstschilder en richtte hij zijn eerste echte tekenatelier in. Vrijwel dagelijks passeerde hij dit natuurmonument, de Moeierboom. Vincent wandelde hier vaak. Hij hield van het dorpse karakter en van het landschap. In Etten vond Van Gogh inspiratie. Zijn verblijf hier was het kantelpunt in zijn leven.

 

Het uitzonderlijk beeld 'Un Stijloor' op de Markt is van kunstenaar Ron Dinven. Het beeld werd vervaardigd ter gelegenheid van het 44 jarig bestaan van de carnavalsgroep De Stijloren. Het kunstwerk werd onthuld in 1996.

 

't Kapelleke dat gewijd is aan Maria werd gebouwd in 1955. Achter de kapel werd in december 2014 de voormalig Nederlands Hervormde Kerk omgedoopt tot Van Gogh kerk. Het gebouw dateert uit de dertiende eeuw als overgebleven gedeelte van een verder verdwenen 16de eeuwse hallenkerk. De toren werd in 1771 opgetrokken. De vader van Vincent van Gogh, Theodorus, was hier van 1875 tot 1882 predikant. De kerk is sinds 1986 in gebruik als Raadzaal van de gemeente.

 

Het bronzen Vincent van Gogh beeldje werd in 1990 onthuld bij de stadskantoren ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Vincent van Gogh. Hier, ongeveer op deze plek, woonde het gezin Van Gogh van 1875 tot 1882. In de riante domineeswoning had Vincent zijn eerste atelier. Op 22 jarige leeftijd woonde Vincent niet meer bij zijn ouders, maar keert wel regelmatig terug naar het ouderlijk huis. Vaak omdat hij geld nodig heeft. In 1881, toen Vincent 28 jaar geworden was, trok hij negen maanden in bij zijn ouders, om zich volledig aan de schilderkunst te wijden. Op deze plek lag een prachtige tuin. Geheel vanuit zijn fantasie schilderde Vincent van Gogh in zijn meest kleurrijke Franse periode 'Herinnering aan de tuin in Etten'.

 

Op weg naar het Van Goghplein wandelen we langs de Nieuwe Nobelaer. Een cultureel centrum dat bestaat uit een theater, bibliotheek, een kunstuitleen en een speel-o-theek. Het complex dateert oorspronkelijk uit 1958 en werd al snel in de jaren zestig en zeventig uitgebreid. In 2014 echter besloot de gemeente tot een nieuwbouw omdat door betonrot het gebouw niet meer kon onderhouden worden.

 

Het heeft wat geduurd maar uiteindelijk vinden we het Vincent van Goghplein. De meeste inwoners weten zelf niet waar het plein zich bevind en enkelen sturen ons naar de Vincent van Gogh kerk als ze horen dat we een kunstwerk over Vincent van Gogh zoeken. Een jonge vrouw stuurt ons dan toch gelukkig de goede richting uit. Het plein bevind zich, op wandelafstand, buiten het centrum. Het kunstwerk “De zonnebloemen met de kraaien” staat te midden van een parking en werd onthuld in 2003. Het werd vervaardigd ter gelegenheid van de 150ste geboortedag van Vincent van Gogh. Het bronzen beeld is 1,26 meter hoog en werd geïnspireerd op het schilderij “Het korenveld met de kraaien” dat Vincent aan het einde van zijn leven in Auvers (Frankrijk) schilderde.

 

Een prachtige afsluiter van een heerlijk weekendje in Nederland. Meer moet dat voor ons niet zijn. We wandelen terug naar de auto en rijden naar huis. Tot schrijfs. Foto's: Rina Meurs.








17-07-2018 om 01:42 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-07-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rucphenroute

Fietsknooppunten: 54-73-74-61-98-12-77-76-65-64-75-73-54.

Dag 2. Zaterdag 21 april 2018. Weer een stralende zonnige dag vandaag. We maken een tweede fietstocht door enkele Nederlandse dorpen met klinkende namen zoals Rucphen, Sprundel en Sint-Willebrord. We houden het hotel links van ons en volgen knooppunt 54. Het gebied heeft nog heel veel groen. 

Even voorbij knooppunt 54 houden we halt over de spoorweg Roosendaal – Dordrecht voor een prachtige foto van het voormalige station. Het werd opgetrokken als dienstgebouw in 1855. In 1884 werd er een verdiep op geplaatst en kreeg het de volwaardige naam van station. Vanaf 1999 werd het station omgebouwd tot winkel. Nu is het een volwaardige bloemenzaak geworden. We fietsen voorbij een tankstation langs de weg dat de bestuurders laat weten dat de E95 loodvrije benzine 1,53 euro kost. Een 20 eurocent duurder dan bij ons.

Na knooppunt 73 fietsen we via een viaduct over de E312. De Europese snelweg heeft een lengte van 160 km. Hij vertrekt ter hoogte van Vlissingen en eindigt bij het knooppunt Batadorp. Na de afdaling houden we halt bij een boerderij met een melktapperij in een blokhut. Je gooit geld in de automaat en de melk begint in de beker te stromen die je er onderhoud. De melk is fris en lekker. We zetten ons even buiten aan de picknicktafel om van dit moment te genieten. Verderop rijden we links van de Rucphenseweg op een fietspad dat afgeboord is met statige hoge loofbomen. Af en toe fietsen we in het zonnetje.

Aan knooppunt 74 wijken we af van onze route en volgen even knooppunt 72. Rechtsaf dus op de Gastelsebaan. Linksaf in de Heimolendreef tot aan de volgend kruispunt met de molen. De ronde stenen Heimolen is een beltkorenmolen die werd opgericht in 1844. In 2008 kocht de gemeente de molen en werd deze volledig gerestaureerd. Sinds 2012 draait de molen weer regelmatig door de hulp van een groep vrijwilligers. We keren terug naar knooppunt 74 en vervolgen onze weg over de Rucphenseweg die ons naar het dorp Rucphen brengt. Van ver zien we reeds de spitse kerktoren boven de daken van de huizen uitsteken. Het dorp Rucphen is gelegen in de luwte van de West-Brabantse stedenrij. Een vrijwel aaneengesloten gebied van bossen en heide bedekt één vijfde van haar grondgebied. Rucphen is een groene gemeente en heeft een rijk Rooms Katholiek verleden. De huidige Sint-Martinuskerk is een rooms Katholieke kerk van 1933. De voormalige oudere kerk en klooster dateerde van 1809 onder het bewind van het koningschap Lodewijk Napoleon. De kerk werd te klein bevonden en gesloopt. Om de kerk uit te breiden moest het klooster er ook aan geloven. De huidige toren werd in 1944 als gevolg van oorlogsschade verwoest en weer opgebouwd, echter in gewijzigde vorm. Het Heilig Hartbeeld is eveneens van 1933. Naast de kerk, staat de pastorie die dateert van 1869. Het dak werd rond 1900 vernieuwd en de garage werd in de jaren van 1920 bij aangebouwd. Het glas-in-loodraam stelt Sint Maarten en de bedelaar voor. In 2015 werd de pastorie verkocht om de nodige renovatie van de kerk te betalen. 

We verlaten het centrum en belanden bij de Rucphense bossen. De Rucphense Bossen zijn onderdeel van een omvangrijk natuurgebied van zo'n 1200 ha. Waar nu de bossen staan, lag vroeger stuifzand. Het gebied kent een uitgebreid routenetwerk voor zowel wandelaars als fietsers. Als we de Pierestraat indraaien ligt rechts het buurtschap ‘De Posthoorn’ met een enorme camping. Je vindt er staanplaatsen voor stacaravans en chalets. Het wordt onze eerste sanitaire stop. De chalet dient vandaag als rustplaats voor een verkwikkende marching waar talrijke wandelaars aan deelnemen. Op deze plek kan je even verpozen met hapje en een drankje aan democratische prijzen. Wij genieten mee.

Na knooppunt 61 fietsen we langs een open landschap met heide. We twijfelen er niet aan dat het tijdens de bloeimaand hier prachtig moet zijn. Het gebied wordt omzoomd door hoge dennen- en loofbomen. We worden verwend door het overdaad aan groen. Bomen langs ons pad en daarachter hectaren weide- en akkergrond.        

Bij knooppunt 76 zijn we pal in het centrum van Sprundel. Een rustig dorpje met talrijke parkeer mogelijkheden. We slaan rechtsaf, richting knooppunt 6, in de Sint Janstraat. Aan de Hertogstraat toornt de spitse kerktoren hoog boven ons uit de lucht in. We houden halt bij de kerk voor een paar foto's. De Sint-Johannes de Doperkerk is van 1922. De westertoren is echter ouder en dateert van eind 15e en begin 16e eeuw. Van 2012 tot 2014 werd de kerk een laatste maal verbouwd tot een multifunctionele accommodatie waarin kerkelijke en maatschappelijke activiteiten plaats kunnen vinden. Dat is duidelijk te zien aan de zijkant van de kerk. Er werden ramen en deuren aangebracht en het interieur vertoont enkele bureaus met stoelen en kasten voor archieven. In de Sint Janstraat, naast de kerk, werd in 1842 de pastorie gebouwd met aanpalende school. Ze heeft uiteraard veel verbouwingen gekend. De laatste renovatie gebeurde vier jaar geleden. Sindsdien is het pand een Brasserie geworden. We vervolgen onze weg langs de Sint Janstraat tot op de hoek bij café De Drie Zwaantjes. Hier moeten we rechtsaf in de Molenbaan. Eerste straat linksaf is de Molenerf met molen ‘De Hoop’. De stenen beltmolen werd in 1840 gebouwd op een natuurlijke of kunstmatig opgeworpen zandheuvel, de molenbelt genaamd, een aarden omwalling begroeid met gras. Op die manier werd het mogelijk om met paard en kar de molen binnen te rijden om de graanzakken te laden en te lossen. In 1970 kocht de gemeente Rucphen de molen die hem restaureerde en maalvaardig maakte. We krijgen een uitgebreide rondleiding. Vanaf de begane grond tot in de nok van de molen. De molenaar en de leerling molenaar laten zien hoe ze de wieken in de richting van de wind draaien. Het is geen werk voor watjes. De zeilen moeten aan de wieken gespannen worden omdat er te weinig wind stond. Eenmaal de wieken draaien dalen we terug af naar beneden en drinken gezamenlijk een kopje koffie. Er wordt nog nagepraat, gelachen en grappen vertelt, maar we moeten verder. We rijden terug naar knooppunt 76.

Vanaf knooppunt 65 fietsen we rechtdoor voor het centrum van Sint-Willebrord. Reeds van ver is de karakteristieke toren met de vier bij-torens zichtbaar. In 1841 werd er een parochie gesticht en een kerk gebouwd. Sinds 1885 is de gemeente een bedevaartsoord en in dat jaar werd een Lourdesgrot gebouwd vlak naast de kerk. In 1925 werd de huidige Rooms Katholieke Sint – Willibrorduskerk gebouwd. Vlak naast de kerk staat een mooie kopie van de grot van Lourdes die dateert van 1926. Voor de kerk is het processiepark dat ook in 1926 werd aangelegd. De beelden werden geplaatst tussen 1932-34. Langs de Poppestraat verlaten we het centrum en moeten we weer de E312 over en via een smalle asfaltweg passeren we grote prachtige woningen met reusachtige voortuinen. Rechts van ons zoeft een trein voorbij richting Roosendaal.

Nog voor knooppunt 73 fietsen we langs het ‘Breda International Airport’. Het vliegveld wordt voor verschillende doeleinden gebruikt zoals zakenvluchten, rondvluchten en lessen. Het vliegveld stond bekend onder de naam Seppe Airport dat in 1949 in gebruik werd genomen als zweefvliegveld. Later kwamen er de motorvliegtuigen bij. Sinds maart 2014 werd de naam gewijzigd. Aan knooppunt 54 moeten we rechtdoor tot ons hotel. De fietsteller staat op 27,5 km. Foto’s: Rina Meurs.








01-07-2018 om 00:24 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
03-06-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bosschenhoofd

Fietsknooppunten: 54-56-83-81-70-1-71-54-56 = 19 km.

Parkeren Pastoor van Breugelstraat 45. Bosschenhoofd.

 

Vrijdag 20 april 2018. Het is prachtig weer en dat zou voor het hele weekend zo zijn. Om 10:00u duidt de boordcomputer van de auto al 24°C aan. Dat is dan nog in de schaduw. Met de wagen rijden we noordwaarts. Eens over de grens van Nederland belanden we in de provincie Noord-Brabant met als hoofdstad 's Hertogenbosch. Onze bestemming, Bosschenhoofd, is slechts een half uur rijden. Peace of cake dus. Nog verder naar het noorden rijden we het dorp binnen dat een gemeenschap in de gemeente Halderberge is. De gemeente wordt omringd door landbouwgronden op heide ontginning. We plaatsen de auto op de private parking van Hotel Golden Tulip “De Reiskoffer”. Een viersterrenhotel met 56 kamers en 12 vergaderzalen. In de omgebouwde kapel wordt het ontbijt gereserveerd. Dit hotel wordt onze overnachtingslocatie voor twee nachten. Bij de incheckbalie worden we zoals steeds vriendelijk ontvangen. We krijgen nog folders toegestopt over de naburige dorpen en steden. Het is te vroeg om onze intrek te nemen en we besluiten een kleine fietstocht te ondernemen naar Oudenbosch. We hebben onze eigen fietsen meegebracht op het draagrek achteraan de auto, maar je kan hier ook fietsen huren. Straks kunnen we onze fietsen hier stallen en de batterijen eventueel opladen.

 

Om knooppunt 56 te volgen houden we het hotel rechts van ons en even verder moeten we al onmiddellijk rechtsaf. Net buiten het centrum van Bosschenhoofd worden we meteen opgeslokt door groene natuur. De bossen nodigen tevens uit voor een uitdagende wandeling. Niet alle bomen staan in volle bloei maar toch snuiven we de geur op van het jonge groen van de verschillende loofboomsoorten. Sommige bomen verbergen mooie villa's waarvan we slechts de enorme grote voortuin mogen zien. Het is nog te vroeg in het seizoen om van kleurige bloemen en planten te spreken. De kruinen van de bomen, aan weerszijden van ons pad, zijn zo in elkaar gegroeid dat ze amper zonlicht doorlaten. We genieten van de zang van verschillende vogels. We fietsen op een smalle baan die betegeld is met klinkers. Het is geen asfalt, maar toch aangenamer om op te fietsen dan oude kasseien.

 

Na knooppunt 56 fietsen we langs het Park Bosbad Hoeven 'Molecaten' waar waterpret verzekerd is. Je kan hier huren of kamperen in een bosrijke omgeving. Een ideale vakantiebestemming voor gezinnen met kleine kinderen en tieners. In het voor- en najaar is het voor de rustzoekers een heerlijke uitvalsbasis voor fiets- en wandelroutes door een Bourgondisch Brabant. Een rustbank in de buurt nodigt ons uit om te picknicken. Met zelfgemaakte boterhammen en een thermos koffie genieten we volop van de natuurgeluiden. We snuiven de zoete bosgeur op. Daarna fietsen we verder en rijden voorbij een stuk landschap met een hoge betonnen toren. Het lijkt op een oude watertoren waarvan men het reservoir heeft verwijderd. In de buurt, achter de huizen en tussen het vele groen bevindt zich het caravan- en chaletpark 'De Haspel'. Het domein heeft een oppervlakte van ongeveer 2,5 hectare. Rust en comfort verzekerd. Bij de rotonde tussen de Bosschendijk (straat) werden een serie van zestien silhouetten tentoongesteld met de naam 'De Stoet'. Een werk van beeldend kunstenaar Léon Vermunt dat werd onthuld in 2005. De figuren die achter elkaar een stoet vormen op de rotonde verwijzen naar karakteristieke elementen van Oudenbosch, zoals o.a. de kwekerijen, het verenigingsleven, het rijke religieuze leven en ook bijvoorbeeld de Zouaaf dat nog steeds bepalend is voor het beeld van Oudenbosch.

 

 

Knooppunt 83 brengt ons in het centrum van Oudenbosch waar we geen knooppuntenbordje meer vinden. Een zorg voor straks. Een belangrijke pijler in Oudenbosch is het cultureel erfgoed. De gemeente heeft een bijzonder religieus verleden, waarin de Basiliek van H. H. Agatha en Barbara een hoofdrol vertolkt. Maar er zijn meer monumentale gebouwen en kunstvoorwerpen die onze aandacht opeisen. Om te beginnen houden we halt bij de gemeentelijke begraafplaats van Oudenbosch. Naast de ingang werd op 15 augustus 1922 het Heilig Hart van Jezus geplaatst in het midden van een halfronde muur. Bovenop de gemetselde muur werd een neobarokke boog in natuursteen geplaatst die nauw aansluit op de architectuur van de basiliek. Voor het beeld is een hekwerk aangebracht. Naast de ingang laat een bordje de bezoeker weten dat op de begraafplaats Nederlandse Strijdkrachten begraven liggen. We parkeren onze fietsen bij de ingang. De rooms katholieke begraafplaats is in gebruik vanaf 1440. De meeste zerken zijn echter niet ouder dan 150 jaar. Opvallend is het praalgraf van pastoor W. Hellemons. Het graf van de huisarts, dokter Huijsmans, is voorzien van een beeld van de barmhartige Samaritaan. Het witte kapelletje van de Heilige Barbara en Heilige Agatha werd in 1894 opgericht met stenen van de in 1892 gesloopte toren van de oude parochiekerk. De kapel is open en we bewonderen het interieur. De vele stoelen voor het altaar doen vermoeden dat hier nog diensten worden opgedragen. Alles wordt mooi onderhouden. We wandelen verder langs een aantal uitbundige grafmonumenten en praalgraven. Rond de Calvarieberg werden de pastoors en priesters begraven. Bij het monument van de Nederlandse Strijdkrachten werden vooraan twee plaquettes met tekst gelegd. Dit monument brengt hulde aan de slachtoffers van de oorlog in Nederlands-Indië 1942-1945. Oudenbosch bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog van grote rampen gespaard. Zonder bloedvergieten en zonder verwoestingen werd de gemeente op 30 oktober 1944 bevrijd. We verlaten de gemeentelijke begraafplaats en wandelen met de fiets aan de hand naar rechts. Het grote kruis op de groene koepel van de basiliek toornt boven de bebouwing uit en leidt ons de weg.

 

De voorgevel van het voormalige klooster 'Sint-Anna Pensionaat' is nu onderdeel van het nieuwe gemeentehuis dat opzij nieuw werd aangebouwd. Het klooster Sint Anna werd gesticht in 1836 in opdracht van de zusters van Sint Anna met school en weeshuis. Boven de hoofdingang aan de Markt staat een tufstenen beeld van Sint Anna met Maria. Op de hoek van de Sint Annastraat is een St. Franciscusbeeld uitgehouwen. In 1925 en 1936 volgden nog uitbreidingen. Het dak is in 1959 voorzien van dakkapellen, zodat er slaapkamers gemaakt konden worden voor de zusters. Er rest nog slechts één gebouw uit 1890. De rest werd afgebroken. In 1994 verlieten de laatste zusters het gebouw. Het complex werd gerenoveerd en kreeg tot 2008 een nieuwe bestemming als raadzaal en gemeentehuis. 

 

Tussen het pensionaat en de Basiliek, aan Markt 61, staat de voormalige kloosterkapel van het Sint-Annainstituut. De Oudenbossche architect J. Speet heeft de kapel in 1888 gebouwd. De kapel werd het jaar daarop ingewijd. In 1926 en 1936 zijn de zijgalerijen verhoogd. In 1965 werd de kapel nog geheel gemoderniseerd. Vervolgens werd in 1995 het kloostercomplex verbouwd tot gemeentehuis waarbij de kapel horizontaal gesplitst werd door het aanbrengen van een verdiepingsvloer. De begane grond wordt als bibliotheek gebruikt.

 

We zijn wat te vroeg, de deuren van de Basiliek gaan eerst weer open om 13:00u. We worden toch al overweldigd door de immense afmetingen van de voorgevel van het gebedsgebouw. De basiliek is nochtans zestien keer kleiner dan haar grote broer in Rome. Het wapen van de paus en van de basiliek sieren de voorgevel. In de blakende zon wandelen we dan naar het Jezuïetenplein, aan de overzijde, van de straat waar een zonnig terras uitnodigend wacht voor een hapje en een drankje. We hebben zicht op Sterrenwacht Tivoli, het voormalig Volkssterrenwacht Simon Stevin, dat opgericht werd in 1961, en gevestigd is in het voormalige Jezuïetenklooster. Tien jaar later verhuisde de sterrenwacht naar de Bovenstraat in Hoeven wegens de grote belangstelling die duurde tot de jaren negentig. In 1994 werd de nieuwbouw plechtig geopend door koningin Beatrix. Het recreatiegebied 'Molecaten' nam de sterrenwacht over. In juli 2008 werden echter de deuren gesloten omdat er geen interesse meer was. Nu, ruim 50 jaar na het vertrek van de Sterrenwacht Simon Stevin uit Oudenbosch naar Hoeven, is in 2013 besloten om de sterrenwacht opnieuw te openen in het voormalige klooster onder de naam 'Tivoli'.

Na onze verfrissing worden we in de basiliek van de Heiligen Agatha en Barbara vriendelijk ontvangen door de plaatselijke gids. Toen hij hoorde dat we van België waren stond hij erop om ons te gidsen. Het initiatief tot het bouwen van deze Romeinse kerk werd genomen door  Willem Hellemons. Hij was pastoor van 1842 tot 1884 en had een voorliefde voor de paus en de stad Rome, omdat hij daar vanwege zijn studie jarenlang had gewoond. De kerk werd tussen 1865 en 1892 gebouwd naar een ontwerp van twee Romeinse kerken. De koepel is een verkleinde kopie van de Sint-Pietersbasiliek en de voorgevel is een kopie van de Sint-Jan van Lateranen in Rome. De inhoud van de kerk is 16 keer kleiner dan de St. Pieter in Rome. De kerk kreeg in 1912 de rang van 'Basiliek'. In de loop der jaren raakte het gebouw zodanig in verval dat aangrijpende maatregelen noodzakelijk waren. De werkzaamheden zijn in 1959 begonnen en na jarenlange arbeid in 1987 voltooid. Het duurde lang maar het resultaat mag gezien worden. De koepel heeft een middellijn van 22 meter en begint op een hoogte van 28 meter. Voor moedige mensen is het mogelijk om na de beklimming van 140 treden de indrukwekkende koepel te bezichtigen met uniek uitzicht over de omgeving. In 2006 heeft een grote verbouwing van de crypte plaatsgevonden. Alle lokalen werden nu met elkaar verbonden. De winkel heeft nu de beschikking over drie aaneengesloten lokalen en daarnaast ligt het museum met unieke, kostbare liturgische gebruiksvoorwerpen. Muren hebben prachtige schilderwerken van Cornelis Raaymakers. Vakmannen imiteerden marmer op muren en pilaren. Het is niet van echt te onderscheiden. Onze foto's spreken voor zich.

 

Het Zouavenmonument, voor de Basiliek, stamt uit 1911. Het stelt Paus Pius IX voor met aan zijn voeten een stervend lid van de Pauselijke Zoeaven. Eind negentiende eeuw richtte Paus Pius IX een internationaal vrijwilligersleger op, ter verdediging van het pauselijk rijk. De vrijwilligers werden 'Zouaven' genoemd. Oudenbosch vormde in de jaren 1864-1870 het verzamelpunt voor de Nederlandse Zouaven. Links van de Basiliek werd een beeldengroep op een sokkel geplaatst. Een plaquette vermeld: 'Ter dankbare herinnering aan de Eerwaarde Zusters van Sint Anna en Eerwaarde Broeders van Sint Louis voor hun begeleiding van de jeugd sinds 1838.'

 

Tegenover de Basiliek bevind zich de ingang van de Botanische Tuin 'Arboretum Oudenbosch', een voormalige kloostertuin. De rijke historie van de tuin is begonnen toen in 1835 de Latijnse School naar het terrein van het huidige arboretum verhuisde. In 1987 is men begonnen met de inrichting en collectievorming van het gebied tot een botanische tuin. De ingang is gevestigd in de voormalige bakkerij van het klooster. We wandelen rond in de tuin aan de achterzijde van 'Restaurant Tivoli'. Het gebouw behoorde tot de congregatie van de Broeders van Saint Louis. Ze verkochten in 1982 hun tuin voor een symbolisch bedrag aan de gemeente Oudenbosch. De broeders deden dit op voorwaarde dat het terrein onbebouwd zou blijven en de grote tuin voor de inwoners van Oudenbosch open zou worden gesteld. Een namaak Lourdesgrot, waar Bernadette Maria zag verschijnen. Het heeft iets nostalgisch. Het Heilig Hartbeeld en de schaatsvijver laten nog altijd de oorspronkelijke bestemming zien. 

 

De kapeltoren van Saint-Louis steekt boven de daken van Oudenbosch uit. Het is een baken die ons de weg wijst naar het Saint-Louisplein. De kapel werd gebouwd van 1865 tot 1866, geïnspireerd op de Romeinse architectuur. De voorkant is net als de Basiliek ontworpen naar het voorbeeld van de Sint-Jan van Lateranen te Rome. Op de kroonlijst staat de tekst 'Sinite Parvulos ad me Venire' (Laat de kinderen tot mij komen). De afwerking binnen en buiten duurde tot ongeveer 1880. De koepel is gebouwd in 1888 tot 1889. De lantaarn bovenop de koepel is geïnspireerd op de lantaarn van de koepel van Sint-Pieter in Rome. De kapel wordt spijtig genoeg alleen op zondagmiddag opengesteld voor het publiek. Het plein wordt ingesloten door het voormalig jongensinternaat 'Instituut Saint-Louis'. Het Aloysiusgebouw, links van de kapel, stamt uit 1850 en is gebouwd als tegenhanger van de Vincentiusbouw, rechts, en is geïnspireerd op de Romeinse architectuur. Boven de entree staat het opschrift 'Exemplum dedi vobis (Een voorbeeld heb ik u gegeven). Op de Aloysiustoren staat een beeld van de H. Aloysius met in zijn hand een verzilverde lelietak. In 1850 was dit het hoogste gebouw van het dorp. Op de begane grond bevonden zich de refter en de grote keuken. De eerste verdieping was in gebruik als slaapzaal. In oktober 1960 werd in de Aloysiustoren een volkssterrenwacht ingericht door broeder Erich de Rijk. Deze sterrenwacht verhuisde in 1965 naar het vroegere Jezuïetenklooster. Het gebouw bleef tot 1996 in gebruik als internaat. Hierna is het gebouw verbouwd tot appartementencomplex.

 

Het Vincentiusgebouw van het internaat Saint Louis is gebouwd in 1843, geïnspireerd op de Romeinse architectuur en geheel wit gepleisterd. Op de begane grond bevonden zich lokalen. De eerste verdieping was in zijn geheel slaapzaal. Bij de entree staan de opschriften Custodi innocentiam (bewaar de onschuld) en Castitas ni floreat institutum pereat (als de zuiverheid niet bloeit, zal het instituut ten onder gaan). In 1900 is de vleugel aan de noordzijde gebouwd. In 1909 is de bouw aan de zuidzijde uitgebreid. Vanaf 1956 was hier tijdelijk de hbs gevestigd. In 1967 werd een deel van de bovenverdieping gesloopt. Tot 2003 is het gebouw onderdeel van het internaat geweest. In 2014 zijn er appartementen in gekomen waarbij de bovenverdieping in stijl is herbouwd.

 

 

Tegenover de kapel bevindt zich de 'Voorbouw Saint Louis' die gebouwd werd in 1923. De begane grond was ingericht met een entree, ontvangstkamers en een bezoekzaal met houten wanden met daarin glas-in-loodpanelen. Deze zaal werd 'De Box' genoemd. De twee verdiepingen waren ingericht als slaapruimten met houten chambrettes en sanitair. De slaapzalen werden later verbouwd tot kleinere zalen voor de jongste leerlingen en eigen slaapkamers voor de oudere leerlingen. De voorbouw bleef tot 1996 in gebruik als internaat. Hierna zijn er op de begane grond kantoren gekomen en op de verdiepingen appartementen. Boven de voordeur zijn mooie tegeltableaus te zien.

 

Laat me duidelijk zijn: rondom de Markt (straat) werden er meerdere prachtige gebouwen opgetrokken die getuigen van een rijk leven. Elke stijl vindt men hier terug. Bijvoorbeeld: het postkantoor aan Markt 42-44 is een prachtig gebouw dat opgetrokken werd in chalet-stijl in 1899. Van deze soort 'stijl' had ik nog nooit gehoord.

 

Het voormalig raadhuis, aan Markt 31, werd gebouwd in 1776 als vrijheidshuis in opdracht van de schepenbank van Oudenbosch. Het is ontworpen door architect August Canters uit Breda. De voorgevel heeft geblokte pilasters en een hardstenen bordestrap. Tot 1972 was het een gemeentehuis, en vanaf 1975 is het Nederlands Zouavenmuseum erin gevestigd. Hier vindt men de originele uniformen, unieke schilderijen, kostbare vaandels, brieven, foto's, dagboeken, souvenirs en onderscheidingen. Vanaf hier rijden we verder in de hoop een knooppuntenbordje tegen te komen. Gelukkig is dat ook zo.

 

We wijken even af van ons fietsknooppunt en draaien de Fenkelstraat in. Bij de plaatselijke bakker kopen we enkele koffiekoeken die we op een zitbank heerlijk laten smaken. Het huisnummer 26, in deze straat, is een herenhuis dat gebouwd werd in 1562. Het huis is meermalen hersteld en verbouwd. Vanaf het Twaalfjarig bestand (1609) tot de vrede van Munster (1648) vonden in dit pand Protestantse Erediensten plaats. In het laatste jaar namen de Protestanten de Rooms Katholieke kerk en pastorie over. Vanaf dat moment werd dit representatieve pand door verschillende notabelen bewoond. In 1750 werd het eigendom van de abdij van Sint-Bernaerts en bestemt tot woning van de pastoor. In 1798 vervielen alle eigendommen van de abdij aan de Staat waarna de pastoor en kapelaans in 1804 met geweld uit het pand werden gezet. De Katholieken kregen hun oude kerk en pastorie terug en de Protestanten kregen de eigendom over dit pand. In 1809 schonk koning Lodewijk Napoleon bij een bezoek aan Oudenbosch een som geld waarmee in 1819 in de aangrenzende tuin een nieuwe kerk werd gebouwd. Het gebouw is sinds 1819 hoofdzakelijk in gebruik als pastorie.

 

Bij knooppunt 81 verlaten we Oudenbosch en slaan linksaf. We fietsen weer terug tussen de groene natuur over een asfaltweg. Een picknicktafel nodigt uit om even te verpozen. Weilanden en boomgaarden worden afgewisseld met prachtige woningen die ooit boerderijen geweest zijn. De eeuwenoude boerderijen herinneren aan de tijd dat het boerenleven het karakter bepaalde. We vervolgen onze tocht tussen akkers en weilanden, over smalle paadjes en dan weer over fraaie dreven. De talrijke akkers liggen in grote, aaneengesloten, complexen bij elkaar.

 

In de Langenbergsestraat fietsen we langs bomenrijen met een palet aan verschillende kleuren. Grote dennen wisselen af met statige loofboomsoorten. In een siertuin staat een eenzame treurwilg. De zijbermen tonen prachtige kleuren van wilde bloemen. Het hoge gras, verderop, verbergt een sloot langsheen ons traject. We fietsen op het grondgebied van Oud Gestel in Noord-Brabant. Langs de Oude Roosendaalsebaan ligt een lang stuk spoorweg dat doodloopt op een buffer. Hopelijk is de machinist ervan op de hoogte. We bereiken knooppunt 1.

 

We draaien af in de Nieuwenberg. Rechts is een afgespannen dennenbos en links zijn er hectaren landbouwgronden. Groen en nogmaals groen. We geven de ogen de kost. Het is een smal asfalt pad waar we op fietsen. In de Sint Maartenstraat rijden we al door het gebied van Zegge. Eens in de woonkern van Rucphen wordt landbouwgrond omheind en grazen er koeien waarvan sommigen in het zonnetje liggen te herkauwen. Het landschap is prachtig als de zon schijnt. Moest hier een strakke wind waaien en de regen met bakken uit de lucht vallen zouden we vloeken, ketteren, zeuren en klagen. Alhoewel dat niet helpt. In de Lage Zegstraat zien we links de spitse kerktoren boven de daken van het dorp Zegge uitsteken. Op het eind van de straat is ons knooppunt.

 

Linksaf fietsen we naar het centrum van Zegge waarvan we de charme gaan ontdekken. Het is een feit dat de knooppuntenborden ons langs de mooiste plekjes van de regio stuurt. We rijden door de O-L-Vrouwestraat met prachtige vrijstaande woningen met sierlijke voortuintjes. Bij de kerk houden we halt. De Heilige Maria Boodschapkerk en de naastgelegen pastorie werden gebouwd in 1911-1912. Bij de kerk werd in 1924 een Heilig Hartbeeld geplaatst. In 1944 leed de kerk ernstige schade waarbij de toren werd verwoest en de gewelven instortten. In 1958 werd eerst alles herstelt.

 

De kapel O-L-Vrouw van de Zeg, over de kerk, dateert van 1922 en vervangt een veel oudere kapel. Zegge is een bedevaartsoord geworden door een miraculeus Mariabeeld. Jaarlijks trekt het de kapel duizenden pelgrims. Vooral ter afsluiting van de meimaand trekt de kapel nog duizenden pelgrims aan voor de plechtige processie. We houden nog een sanitaire stop in Zegge waarbij we de dorstigen laven. Daarna fietsen we verder. Eens uit het dorpscentrum leiden de gewassen ons als een rode draad verder. De Bosschenhoofdseweg is een kaarsrechte weg met afgebakende rode fietsstroken. De weg brengt ons terug in Bosschenhoofd bij knooppunt 54.

 

Op weg naar ons hotel staan we stil voor het voormalig Retraitehuis Seppe dat in 1912 werd geopend. Het werd bestuurd door de paters Redemptoristen en de zusters van de Heilige Joseph. Tijdens WOII werd het gebouw gebruikt als toevluchtsoord. Op het eind van de jaren zestig van vorige eeuw was het een centrum van vormingswerk voor jongeren. In 1988 werden er vakantiewerken voor gehandicapten georganiseerd. Van 1997 tot 2000 werden er asielzoekers gehuisvest. Vanaf 2002 zijn er woningen in het hoofdgebouw en op het terrein gebouwd.

 

Verderop werd de Rooms Katholieke kerk, het Heilig Hart van Jezus in 1928 gebouwd op de fundatie van een kleinere kerk uit 1886 in de Pagnevaartdreef 1. De kruiskerk werd in 1944 nog door oorlogshandelingen zwaar beschadigd. In 1946 is de huidige vorm tot stand gekomen. De laatste restauratie dateert van 2008. De kapel van de Heilige Clemens dateert van 1952.

 

Het noviciaat Sint Stanislaus is in 1954 gebouwd aan de Pastoor van Breugelstraat. Vervolgens werd het pension 'Kuca Morava waar Joegoslavische meisjes werden ondergebracht die als gastarbeiders werkzaam waren maar onder een streng regiem leefden. Nu is het hotel 'Golden Tulip'. De van oorsprong Nederlandse hotelketen “Golden Tulip” bestaat al sinds 1962. De hotels vindt je ondertussen in de meeste grote steden in verschillende landen van Europa. We zijn terug ter bestemming. Tot schrijfs. Foto’s: Rina Meurs.












03-06-2018 om 10:35 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
22-05-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alblasserdamroute

Fietsknooppunten: 68 - 14 - 13 - 12 - 8 - 9 - 40 - 41 - 42 - 1 - 30 - 31 - 3 - 2 - 19 - 7 - 5 - 6 - 67 -68 = 46,6 km.

Parkeren: Fortuijnplein 25 Groot Ammers.

Woensdag 18 april 2018. Een warme zonnige dag waar niet alleen wij van profiteren. Nederland kwam massaal op straat om te wandelen en te fietsen. Het was er het weer voor. We vertrekken al vroeg in de morgen naar Groot-Ammers. Het dorp is gelegen aan de Lek-rivier en vooral bekend door de ooievaars. Door de dieren in gevangenschap te laten broeden is het ooievaarsdorp ‘Het Liesvelt’ ontstaan. Dankzij het broedprogramma gaat het goed met de ooievaar en werd het domein een streekcentrum met een veel grotere functie. Vanaf de parkeerplaats in Groot-Ammers houden we het “Gezondheidscentrum” rechts van ons en rijden de straat uit tot het kruispunt. Linksaf tot het volgende kruispunt. We wijken even af van onze fietstocht en rijden rechtdoor tot aan de Hervormde kerk. De middeleeuwse parochiekerk is een bakstenen gebouw van de 19e eeuw. Boven de zijingang werd een arduinen tegel ingemetseld met het jaartal 1898. Het jaar dat de kerk werd voltooid. De huidige kerk werd gebouwd op de plaats van een oudere kerk van omstreeks 1500. We fietsen terug tot het kruispunt en slaan rechtsaf om knooppunt 68 te volgen. De Kerkstraat ten einde moeten we rechtdoor fietsen tussen twee waterplassen. In de verte spotten we onze eerste molens.

Onze eerste molen, waar we halt houden, is de 'Gelkenes Molen'. De wipwatermolen dateert  van voor 1760, want in dat jaar werd deze molen aangewezen als peilmolen van de polder Gelkenes. De molen maalde tot in 1965 de polder Liesveld. De Gelkenes molen werd in 1979 gerestaureerd en maalt tegenwoordig op vrijwillige basis. De molen is een familiewoning en slechts op afspraak te bezoeken. Van de volgende molen is niets geweten. Er werd zelfs geen  infobord bijgeplaatst. In de bakstenen gevel van de molen werd wel een natuursteen met tekst ingemetseld. De tand des tijd heeft echter de woorden onleesbaar gemaakt. Ook bij de derde molen werd geen infobord geplaatst. Wat we wel weten is dat hij gebouwd werd in 1805. Al kan dat ook een restauratiejaar zijn. Bon, we fietsen tot bij knooppunt 68 waar de ‘Achterlandse Molen’ staat. De laatste van de vier molens aan de Molenkade, gebouwd langs het water van de Ammersche Boezem. De molen dateert van 1596 of eerder. Pas in 1866 is hij bewoonbaar gemaakt. In 1899 kreeg de molenaar toestemming een voetveer te openen op de Ammersche Boezem, vlak bij de molen. Het pontje zette tot rond 1972 voetgangers met of zonder kleine rijtuigen over. De molen heeft tot 1969 de Polder Liesveld bemaald. De molen is de dag van vandaag nog steeds bewoond. De laatste restauratie dateert van 2006 en de molen draait op vrijwillige basis. Ook deze molen is slechts op afspraak te bezoeken. Naast de molen is een brug voor wandelaars en fietsers. We moeten dus rechtsaf over het water en fietsen op de Brandwijksedijk met weidse vergezichten. We fietsen op een smalle asfaltbaan tussen groene weilanden met hier en daar een boom die voor het vee wat schaduw zorgen. Beter één boom dan geen boom. Er wordt geen prikkeldraad gebruikt om de weilanden af te boorden. Sloten, beken en kanalen nemen die taak over. Bij de in en uitgang van een weiland werden houten hekjes gezet.

De Damseweg, richting knooppunt 13, brengt ons in het dorpje Brandwijk. De wateren rondom: de Graafstroom en de Boezem zijn onderdeel van de schaatstocht 'de Molentocht'. Momenteel fietsen we tussen een brede en een smalle beek. Over het water niets anders dan landbouwgrond. Het weer is uitstekend geschikt voor het werk op het land en we zien dan ook menig tractor over de akkers rijden. Ploegen of zaaien? Een auto raast ons met volle snelheid voorbij. Je mag hier 60 p/u en dat doen ze dan ook, zonder te vertragen als ze fietsers passeren.

Bij knooppunt 13 fietsen we door Vuilendam, een buurtschap van de gemeente Molenwaard. Rechtsaf over de Gijbelandsedijk die ons door het buurtschap Gijbeland brengt dat gelegen is aan het veenriviertje Graafstroom. Een gegraven kanaal met een lengte van zes kilometer. Aan de overzijde van het kanaal zien we het lintdorp Molenaarsgraaf liggen. Een dorp in de Alblasserwaardse gemeente Molenwaard met amper 400 inwoners. Heel ver voor ons zien we reeds de wieken van een molen. Op de berm groeit en bloeit de knotwilg. De boom komt vrij veel voor in het polderlandschap langs sloten en beken. Ze geven door hun scheve groei de heersende windrichting weer. De bomen beginnen te botten en krijgen een groene lentekleur. Nostalgische beelden! De sierstruiken in de voortuintjes staan reeds in volle bloei. Bij een brug over het kanaal nemen we even de tijd voor een foto. Het is al een poos de middag voorbij maar we hebben nog geen zitbank of picknicktafel langs de kant gezien. We zetten ons dan neer op een brede aanlegsteiger tegen de groene berm op het kanaal. Een idyllisch moment. De scholen zijn uit en dat dat is duidelijk te merken aan de vele kinderen die met de fiets naar huis rijden. Bewonderenswaardig want het is druk langs het kanaal. Al moet ik toegeven dat de autobestuurders bij het naderen van de fietsende kinderen gas terug nemen en geduldig achter hen blijven rijden tot ze op een veilige manier langs de jeugd kunnen verder rijden. Het is heerlijk toeven naast het water. Er is bijna geen wind en de zon brand. Ons regelmatig insmeren met een zonnebrandcrème is geen overbodige luxe.

Voor knooppunt 12, op de baan Meulenbroek staat aan de overzijde van het kanaal een molen. We kunnen er niet bij maar een infobord werd langs ons pad geplaatst. Deze molen is de 'Middelmolen'. Een wipwatermolen waarvan niemand weet hoelang hij hier staat. De naam zegt het al; er waren hier minstens drie molens, de Zuidmolen verdween in 1952, en de noordelijke molen De Kraak die verdween al 1890. Deze drie molens maalden parallel uit op de Graafstroom. Het dichtst bij de Graafstroom stond de Westeindse molen, die ook verdwenen is. We rijden verder tot aan de volgende molen, links van ons, met info. Dit is de ‘Hofwegensemolen’. Hier stond in 1513 al een molen die in juli van dat jaar door plunderende Gelderse soldaten in brand werd gestoken. Op 29 januari 1514 stond er alweer een nieuwe molen. Om bij weinig wind meer rendement te krijgen werd de vlucht, de afstand tussen de uiteinden van twee wieken, van 24,27 meter naar 27,20 meter gebracht. Volgens het infobord is de ene wiek 30 centimeter korter dan de andere. Het verschil is van op deze afstand niet te zien. De molen werd in 2007 gerestaureerd en maalt op vrijwillige basis de polder.

Het is bijna 13:00u als we vlak naast het dorp Bleskensgraaf fietsen. Over het kanaal zien we de kerk. Boven ons hoofd zingt de vink uit volle borst. Hij 'Suskewiet' alsof zijn leven ervan afhangt. De dorpskern van Bleskensgraaf is betrekkelijk nieuw. De oude kern is door een bombardement in de vroege morgen van 12 mei 1940 volledig verwoest. Zeven mensen kwamen om het leven. Veertig huizen werden vernield. Het raadhuis werd met de grond gelijk gemaakt terwijl de kerk onherstelbare schade opliep. We fietsen rechtdoor naar knooppunt 8. Voor we het centrum verlaten houden we halt voor een foto van de Industrie- en poldermolen ‘De Vriendschap’ die in Heulenslag 3 staat. We rijden er niet naar toe maar we weten wel dat de molen werd opgetrokken in 1890 ter vervanging van een wipkorenmolen uit ca 1680. De huidige molen bleef regelmatig draaien tot 1971. Er wordt niet meer gemaald maar de molen draait nog regelmatig.

Tussen knooppunt 8 en 9 fietsen we landelijk langs ‘De Alblas’. Een riviertje met een lengte van tien kilometer dat vroeger druk bevaarbaar was. Dat is soms nog duidelijk te zien aan de boerderijen die hun voorgevel richting water hebben. Vandaag de dag wordt het water nog gebruikt voor recreatieve doeleinden. In de verte zien we drie molens aan de andere oever van de rivier staan. Van één molen draaien de wieken langzaam door het wegvallen van de wind. Aan knooppunt 9 linksaf voor knooppunt 40. We rijden op de N481. Links van ons zien we de  korenmolen ‘De Hoop’ van Oud Alblas staan. We rijden er niet naar toe. We weten wel dat de stellingmolen in 1844 werd gebouwd op de plaats van een oudere standerdmolen. De huidige molen draait nog bijna dagelijks. We fietsen rechtdoor op de Peilmolenweg (N481). We houden halt bij de Peilmolen waarvan zeker is dat voor 1527 op deze plaats al een molen stond. In 1817 brandde de oude peilmolen af. Voor iets meer dan 10.000 gulden stond er een jaar later de molen waar we nu naar kijken. De peilmolen bemaalt het oorspronkelijke peilgebied Zuidzijde van 630 ha groot. Zij maalt het polderwater circa 1,2 meter omhoog naar de lage boezem van de Nederwaard die in verbinding staat met de molens van Kinderdijk. Tot 1861 werd deze molen aan molens in de buurt met wiekenstanden, vlaggen of lampen de noodzaak tot 'malen' of 'stoppen' geseind, afhankelijk van het polder- of boezempeil. Vandaar de naam Peilmolen. De molen is bewoond. Er worden momenteel schilderwerken uitgevoerd. De schilders werken met een hoogtewerker en dragen allen veiligheidsriemen. Na de rotonde wordt de baan de N214.

Aan knppnt 41 zien we links van ons het dorp Papendrecht. Het gemeentewapen heeft als afbeelding drie molens die spijtig genoeg niet meer bestaan. In het park ‘Noorse Hoekse Wiel’ staat sinds 30 augustus 1980 een verkleinde weidemolen als herinnering aan die tijd. De molen is ondertussen gerestaureerd en draait nog vaak. We fietsen noordwaarts voor 1,7 km tot knooppunt 42.

Vanaf knooppunt 42 rijden we linksaf op Westeinde en fietsen we opnieuw naast de rivier ‘De Alblas’. De rivier volgt golvend zijn weg naar het westen tot aan de gemeente Alblasserdam waar ze sinds 1277 werd afgedamd. Net na het gemeentebord van Alblasserdam is een gezellig terras met zonneschermen die zorgen voor de nodige schaduw. We nemen er een welgekomen verfrissing. Het is druk omdat je hier bootjes kan huren. Meestal voor een rondvaart langs de molens van Kinderdijk. Het etablissement 'Het Pannenkoekhuisje' verzorgt eveneens familie uitstapjes per boot: de 'Vinkenwaard Rondvaarten'. Na onze sanitaire stop vervolgen we onze weg langs de Vinkenpolderweg tot knooppunt 1.

Bij knooppunt 1 fietsen we een stuk rechtdoor. Dwars door een gedeelte van Alblasserdam met nog enkele scheepswerven waar tegenwoordig nog slechts luxe jachten worden gebouwd. De beeldengroep op de Dam is van de Nederlandse beeldhouwer Marcus Ravenswaaij. De vier mannen beelden een beroep uit van de scheepsbouw. Het beeld werd onthuld op 10 april 1986. Tijdens WOII werd er nabij de ‘Brug over de Noord' zwaar gevochten. Bij zware bombardementen van mei 1940 werd het oude centrum en de sluis van Alblasserdam zwaar getroffen. Het Raadhuis, een kerkgebouw, winkels en bakkerijen werden totaal verwoest. De dag van vandaag telt de gemeente nog vijf kerken, een zaal van de Jehova’s getuigen en een moskee. Een gezellig centrum met talrijke winkels en uitgebreide terrasjes waarvan elke stoel bezet is. Gouden dagen voor de horeca. We fietsen naast de ‘Noord’. De Noord is een druk bevaren rivier voor de binnenscheepvaart tussen Rotterdam en het achterland. De jachthaven is uniek zo vlak bij het centrum. Een overnachting met de boot kost 1,20 per meter. Het moderne beeld op Haven-Noord werd op 18 december 2017 onthuld. Het benadrukt de toegangspoort tot werelderfgoed Kinderdijk. Het is een kunstwerk van Rosalinde van Ingen Schenau.

Na knooppunt 30 verlaten we de rivier Noord en fietsen richting Kinderdijk. Kinderdijk is een dorp dat ligt halfweg tussen Rotterdam en Dordrecht, op de plaats waar de Noord en de Lek samenvloeien tot de Nieuwe Maas. Hier zien we nog enkele scheepswerven in gebruik. We slaan rechtsaf bij knooppunt 3 en fietsen tussen de ‘Hooge Boezem van de Overwaard’ en de 'Molendijkse Nederwaard'. Al van ver zien we de wieken van de verschillende watermolens van Kinderdijk. Het gaat om 19 authentieke molens die uitsluitend te voet of per fiets goed te zien zijn. Ze torenen hoog uit boven de polders van de Alblasserwaard. Hun wieken trots in de wind. Dit is misschien wel één van de meest gefotografeerde landschappen van Holland. De voormalige molens dateren van de 15e eeuw, maar de huidige molens werden gebouwd vanaf 1738 tot 1740. De twee rijen molens zorgden voor de afwatering van de Alblasserwaard dat oorspronkelijk een moerasgebied was. Eind 13e eeuw werden de eerste dijken aangelegd om dit gebied tegen overstromingen door de zee en de rivieren te beschermen. Halverwege de achttiende eeuw verschenen bij Kinderdijk de windmolens om overtollig water weg te pompen. De typisch Hollandse molens hebben in het begin van de twintigste eeuw hun functie verloren. Moderne gemalen, eerst met stoom en later met diesel- en elektromotoren aangedreven, zorgen nu voor droge voeten. 

In museum Nederwaard ontmoeten we een echte molenaar die toont hoe een windmolen werkt. Als er voldoende wind is draaien de wieken. De hele molen is in zijn oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Het interieur, met bedstee en vintage woonkamer, stamt nog uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw toen de laatste bewoner deze molen verliet.

Buiten wacht de ijscokar. Een vriendelijke man bedient de mensen met een lach en een grapje. We zetten ons op een aanlegsteiger en genieten van de sfeer, de gezelligheid en de drukte. Na de aangename afkoeling fietsen we weer verder. Ook na knooppunt 2 fietsen we opnieuw tussen de molens die 'Het Nieuwe Waterschap' bemalen.

Vanaf knooppunt 19 fietsen we gelijk met het kanaal ‘Groote- of Achterwaterschap’. Tussendoor zien we nog meerdere molens lang het water. We kunnen er niet bij. Linksaf bij knooppunt 7. Rechts van ons zien we de Broekmolen. De wipwatermolen van Streefkerk is in 1581 gebouwd. Het opschrift duid echter 1846 aan. Wat waarschijnlijk een restauratiedatum is. De molen bleef tot 1951 in bedrijf. De laatste restauratie dateert van 2010. We dwarsen de N480 en even verder houden we halt bij een grote ronde vijver. Het lijkt of hier tijdens WOII een krater werd gemaakt door enkele bommen. Oude knotwilgen groeien er rond. Ze werden onlangs nog vakkundig gesnoeid. Verderop is knooppunt 5.

We rijden rechtdoor tot het eind bij de Lekrivier. De brede stroom met een lengte van 62 km is belangrijk voor de scheepsvaart tussen Rotterdam en Duitsland. We fietsen door de Dorpstraat van Streefkerk. Het dorp grenst aan de Lek en heeft een jachthaven. Vervolgens fietsen we door het natuurgebied 'De Kooi'. Een zandweg met putten en kuilen. Een prachtig klein gebied met een eendenvangpijp. Overal op en rond de waterplassen zitten eenden en zwanen. Met tientallen tegelijk. Het waterkieken mag hier dan ook niet ontbreken. Voorbij Streefkerk staat 'De Liefde' molen. Nadat de achtkante grondzeiler was afgebrand werd op dezelfde plaats in 1893 een stellingmolen op een vierkante voet gebouwd. In 1935 werd de bedrijfsruimte vergroot voor het malen van veevoeder. Sinds 2009 is de onderbouw van molen De Liefde in gebruik als kantoor van SIMAV, de regionale molenstichting. Vanaf knooppunt 6 is het nog 2,3 kilometer tot in Groot-Ammers. Terug naar het Fortuijnplein en onze auto. Onze fietsteller staat op 5O kilometer. Tot schrijfs. Foto Rina Meurs.
















22-05-2018 om 16:48 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
30-04-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tulpenroute

Fietsknooppunten: 76 – 47 – 77 – 81 – 82 – 89 – 84 – 85 – 74 – 75 – 76 = +/- 39,4 km. Parkeren: Hoek Westelijke Achterweg en West Krakeelstraat Sommelsdijk.

Dinsdag 17 april 2018. Het is 16°C, net zoals in Antwerpen, maar hier op het eiland Goeree Overflakkee staat er een strakke noordwestenwind. Als we wind in de rug hebben zullen we snel rond zijn. We parkeren onze auto pal bij de oude windmolen die hoog boven ons op de Westdijk staat. Dit is ‘De Korenbloem’ stellingmolen. Een ronde stenen korenmolen die gebouwd werd in 1705 en daarmee de oudste molen van het eiland Goeree-Overflakkee werd. Deze molen is een opvolger van een standerdmolen die op 9 december 1703 door een zware storm zodanig beschadigd werd dat men besloot tot de bouw van een nieuwe molen. Molenaars hadden tot 1918 de verplichting om éénmaal per jaar voor de armen van het dorp gratis een zak tarwe te malen. In 1973 werd de molen eigendom van de toenmalige gemeente die de molen grondig liet restaureren. We houden de molen rechts van ons en fietsen tot bij een infobord dat een tragedie herdenkt van Wereldoorlog II. In de vroege morgen van zondag 28 mei 1944, omstreeks 2:40u, verschijnt een Engelse Lancaster bommenwerper boven het dorp Sommelsdijk. Het toestel werd op de huid gezeten door een Duitse nachtjager en probeert uit alle macht te ontkomen. De uit acht leden bestaande jonge bemanning, onder leiding van Pilot-Officer Allen, is echter een gemakkelijke prooi voor de zeer ervaren Staffelkapitän Ernst-Wilhelm Modrow van het beruchte Nachtjagdgeschwader 1. Het toestel vliegt in brand, cirkelt nog een aantal keren rond boven het dorp alsof hij een geschikte plaats zoekt voor een noodlanding, maar tevergeefs. Het toestel stort met bemanning neer achter een boerderij. Daarop volgt een enorme explosie vanuit het vliegtuigwrak wanneer een achtergebleven bom ontploft. Geen enkel bemanningslid overleefd de ramp. Op 30 mei worden de resten van de lichamen op de begraafplaats van Sommelsdijk begraven. We fietsen richting knooppunt 76.

Ons eerste tulpenbollenveld vinden we links van ons, wanneer we net uit het centrum van Sommelsdijk fietsen. Het lijkt een oase van witte tulpen en van ver leek het eerst alsof er een sneeuwwittapijt lag. De kleur van onschuld en puurheid bovenop een groene stengel. In het voorjaar veranderen de akkers van Goeree – Overflakkee in een grote bloemenzee. Het landschap wordt is bont lappendeken van tulpenakkers, weilanden met vee, omgeploegde akkers en bossen. Aan de overzijde beheerst de landbouwgrond de omgeving. Toch zien we middenin een groen veld van tulpen die angstvallig zijn bloem in het omhulsel houdt. Ze hebben duidelijk nog geen zin om hun kopjes te tonen aan wandel- en fietstoeristen. Hier op de open vlakten is er minstens een windkracht van 4 tot 5 beaufort. Je zou voor minder binnen blijven. Verderop, bij een prachtige hoeve, huppelen enkele kleine kangoeroes rond. Dit zijn de echte Wallabies die klaarblijkelijk het Nederlandse klimaat goed kunnen verdragen. Kangoeroes kunnen niet tegen droogte en ze voelen zich precies thuis in dit vochtige landje. Bij de eerste zitbank staat een infobord over 'Bloemdijken Flakkee'. Verder rechtdoor tot knooppunt 76.

Op het eiland is het gevoelig kouder dan in het binnenland en dat is duidelijk te zien aan de loofbomen en sierstruiken. De stevige koude wind zorgt ervoor dat de bladknoppen nog dicht blijven. Wij fietsen nogmaals met de wind op kop halen met moeite 13 km/u. Het leek alsof we drie trappen vooruit fietsten en twee achteruit. Als ridders op een stalen ros tarten we de natuur. We vechten tegen de wind als Don Quichot tegen windmolens. We nemen een ondersteuning meer en fietsen nu op een normaal tempo. We rijden langs een perenplantage. De witte bloesems waren reeds van ver te zien en het leek alsof het net gesneeuwd had. Het zijn miljoenen bloempjes die uitgroeien tot sappig fruit. Een uniek natuurfenomeen. Ons volgende tulpenbollenveld oogt roze. De kleurige tulpen tekenen zich scherp af tegen het groene en zandkleurige landschap. We kunnen er niet genoeg van krijgen.

We rijden op het grondgebied van Dirksland. We dwarsen de N215 en fietsen pal naast de voormalige haven van Dirksland. De drie kruiwagens bij de bietenkaai zijn van kunstenaar Michel Snoep. Hij overleed ten gevolge aan de zeldzame ziekte FTD. Hij was 57 jaar jong. We fietsen door het centrum van Dirksland, waar we halt houden bij het infobord 'Trambrug over de haven'. 'In 1909 gaat er over Goeree-Overflakkee een tram rijden van de 'Rotterdamsche Tramweg Maatschappij'. Vanaf het station in Middelharnis loopt er een spoor naar Ouddorp en één naar Ooltgensplaat. De totale lengte bedraagt bijna 50 kilometer. De tram heeft tot eind 1956 op het eiland gereden. Daarna wordt de brug verwijderd. Na de Deltawerken, waarbij de haven in 1970 is afgesloten voor de scheepvaart, wordt er tussen de oude brughoofden van de RTM-brug een vast bruggetje voor fietsers aangelegd. Daar rijden we dus over en staan pal voor het bekendste gebouw van het eiland. Het ‘Van Weel-Bethesdaziekenhuis’. De eerste steen van het complex werd op 27 juli 1932 gelegd. De officiële opening vond plaats op 9 maart 1934. Het Paviljoen werd gebouwd in 1946. De nieuwe lighallen dienden voor de opvang van tbc patiënten en langdurige zieken. In 1974 wordt het ziekenhuis uitgebreid en in het Paviljoen komen kantoren.

In Korteweegje 28 werd de hoeve 'Boomvliet' gebouwd. Een boerderij uit 1698 met puntgevel, afgedekt door een rollaag. Aan de oprit werden twee gepleisterde bakstenen hekpijlers gemetseld met een smeedijzeren toegangshek. De pijlers zijn bekroond door voluten en pijnappels. Op ooghoogte prijken twee kleurrijke gemeentewapens.

We rijden door het voormalig dorp Kralingen waar net buiten het centrum van Dirksland de oude watertoren staat. Hij werd gebouwd van 1939 tot 1941. De toren heeft een hoogte van 62,50 meter. In 1944 hebben de Duitsers circa 400 kg springstof aangebracht in de acht buiten- en vier binnen kolommen waarop het reservoir rust. Ze wilden in mei 1945 de toren opblazen. Dit is echter nooit gebeurd. Een paar dagen later werd de springstof verwijderd. In 1987 wordt de watertoren buiten gebruik gesteld. Van 2007 tot 2009 was de toren als restaurant in gebruik. Sindsdien staat de toren leeg. Aan de overzijde van de straat vinden we nog een akker met fruitbomen. Van bloesems is nog niets te zien. Voor de appelbloesem is het trouwens nog te vroeg. Nog voor we bij knooppunt 81 zijn houden we halt bij een knalrood tulpenveld. Al is de kleur adembenemend mooi, het lijkt net een enorme bloedplas tussen het groen. Het is een feeëriek tafereel dat zich elk jaar rond deze tijd afspeelt. Ook hier zijn de naburige tulpenbollenvelden nog groen. Moest ik een tulp zijn, ik zou ook wachten op hogere temperaturen of op een zacht briesje voor ik mijn kopje uit mijn omhulsel zou opsteken.

Middag nadert en we zoeken een romantisch picknickplekje. Na het volgende witte tulpenbollenveld rijden we voor een gedeelte door het centrum van Nieuwe-Tonge. We komen niet voorbij de Protestantse Kerk. Het dorp heeft tijdens de watersnood van 1953 zwaar geleden. In totaal verdronken er in de gemeente 90 mensen. Aan de Molendijk houden we halt bij de korenmolen ‘D’Oranjeboom’ uit het jaar 1768. Tot circa 1960 was deze molen in bedrijf. De laatste restauratie werd in 2017 uitgevoerd. Aan de overzijde van de straat staat een bushokje. Een uitgelezen moment voor onze picknick. Even verpozen uit de wind. Dat scheelt ons ongeveer drie beaufort. De school is uit en de jeugd fiets massaal naar huis.

Ze zoeven ons voorbij en hebben er precies geen moeite mee om te fietsen. Ze zijn met ruwe weersomstandigheden opgegroeid. Of is het omdat ze in de tegenovergestelde richting rijden? Auto's blijven angstvallig op een sukkeldrafje achter de fietsers rijden door de smalle straten. De lucht hangt vol vogelgeluiden. Hoog in de bomen horen we de vink ijverig suskewieten.

We moeten gedurig opboksen tegen de wind. We juichen als we links of rechts moeten afslaan en fietsen gelijk één of twee kilometer per uur sneller. Mooie liedjes duren echter niet lang. Aan het volgende kruispunt moeten we weer afslaan en hebben we weer wind op kop. Terug naar af. Maar toch wordt elke inspanning beloond met een mooi gekleurd vergezicht. Ons volgende tulpenveld is nog volledig groen. We zijn blijkbaar een week of twee te vroeg. Langs de Oudelandsedijk werd menig landbouwgrond omgeploegd. Het is wachten tot er gezaaid kan worden. Het teeltseizoen gaat stilaan beginnen. Een week of twee weken later dan verleden jaar. Langs de grote waterloop werd een monument opgericht voor een neergestorte bommenwerper. In 2007 graaft waterschap Hollandse Delta hier een waterplas. In de grond vinden ze de restanten van het vliegtuig van eerste luitenant Robert E. Stover. De Koninklijke Luchtmacht en de gemeente Oostflakkee hebben de wrakstukken geborgen. Op de plaats van de crash staat nu een monument ter nagedachtenis aan Stover en zijn bijdrage aan de strijd voor de vrede. Tijdens een luchtgevecht verlaat Stover zijn toestel. Hij sneuvelt, omdat zijn parachute niet opengaat. Het toestel stortte neer in de ochtend van 30 juli 1943. De piloot wordt gevonden in een suikerbietenveld, 150 meter van de Molendijk bij Den Bommel. Het monument vertoont één van de vier schroeven van het neergestorte vliegtuig.

Bij elke waterplas, beek of rivier zwemmen verschillende watervogels. Zwanen, eenden en heel veel waterhoenen. Het is maar een deel van de talrijke vogelsoorten die hier jaarlijks broeden. We slaan linksaf bij knooppunt 89. Nu hebben we de wind een hele tijd in de rug. De zon gaat ondertussen schuil achter witte sluierwolken. De temperatuur zakt daardoor ook enkele graden. We hebben ondertussen al 20 kilometer gefietst. Ons volgende bloemenveld is gigantisch. Witte en rode tulpen pronken naast elkaar en doet mij denken aan de kleuren van voetbalclub Antwerp. De liefdevolle kleuren. Doordat we bovenop de dijk fietsen hebben we een prachtig uitzicht over de tulpenbollenvelden. De beste manier om te genieten van de plaatselijke cultuur. Op sommige plaatsen wordt de waterloop omzoomd met schilderachtige oude knotwilgen. Terug op de Oudelandsedijk tot knppnt 84.

Via de Oostmoersedijk fietsen we over een smal asfaltbaan tussen het groen dat slechts heel in de verte wordt onderbroken door een eenzaam huisje of een prachtige hoeve. Via de Molendijk rijden we de ‘Stad aan ’t Haringvliet' binnen. Nog voor het centrum houden we halt bij de molen 'De Korenaer'. De korenmolen werd gebouwd in 1746 ter vervanging van een eerdere standerdmolen uit 1598. De huidige molen bleef tot in 1958 in bedrijf en raakte van dan af in verval. De gemeente kocht de molen en liet hem in 1969 restaureren. We moeten niet via de kerk maar we wijken even af van onze route voor een paar foto's van het gebedshuis. Achteraan is er nog steeds de begraafplaats. De historische dorpskerk werd gebouwd rond het tweede kwartaal van de 16e eeuw. Ze kende een bewogen leven en werd in de loop der eeuwen meermaals gerestaureerd. De toren werd eerst gebouwd na een brand in 1898. Een arduinen steen vermeld: 'De eerste steen van deze toren werd gelegd op 31 juli 1923 in bijzijn van de burgemeester en de beide Wethouders.'

We volgen terug knooppunt 85 en op de hoek van de Nieuwstraat en de Achterdijk vinden we een bronzen monument van de 'Wijzende jongen' op een voetstuk van basaltblokken. Op een aluminium plaquette kunnen we met moeite “maart 2000 lezen”. Hoogst waarschijnlijk de maand en jaartal van plaatsing. Het dorp Stad aan 't Haringvliet is een echte trekpleister voor watersportliefhebbers. Naast de oude haven in het centrum is er ook een grote jachthaven aan de Zeedijk. Langs de Zeedijk fietsen we verder. Rechts van ons, boven de Zeedijk, vloeit de ‘Haringvliet’. Een voormalige zeearm van de Noordzee. Deze werd in 1970 afgesloten door de Haringvlietdam en van de zee afgesloten.

We rijden het pittoreske dorpje Middelharnis binnen dat samen met Sommelsdijk één woonkern vormt sinds 2012. Aan knooppunt 74 staat een infobord “Van Pallandtpolder” met informatie over de zandplaat voor de haven van Middelharnis, de plaat Flakkee. Middelharnis               heeft een oud centrum met een redelijk groot winkelaanbod. Aan de haven bevinden zich de talrijke cafés en restaurants die uiteraard een extra troef bieden. Een fris Belgisch biertje hoort er nu eenmaal bij. Middelharnis heeft een lange visserijhistorie. Dit en nog meer staat te lezen op het infobord bij de haven. De vele prachtige monumenten van het dorp getuigen van een rijk en boeiend verleden. Zoals het beeld van een jonge knaap op een voetstuk van basaltblokken. Het noemt de 'Kofjekoker'. Het jongste bemanningslid op een vissersboot. Op het einde van de Voorstraat rijden we recht op het prachtige oud Raadhuis af dat dateert van 1639. Het gebouw is tot eind 1986 in gebruik geweest als gemeentehuis. Op de benedenverdieping zijn nog een oude gevangenis en een gijzelkamer aanwezig. Aan de voorgevel hangen enkele hals stenen die overtreders kregen omgehangen als zij 'aan de kaak' werden gesteld. De drie beelden op de kroonlijst stellen gerechtigheid, liefdadigheid en voorzichtigheid voor. Tussen het raadhuis en de kerk werd een monument geplaatst voor de gesneuvelden van Nederlands-Indië.

We fietsen door het 'Kerkstraatje'. Een geheel gerestaureerd 17e eeuws straatje waarvan de even nummers het Streekmuseum Goeree-Overflakkee vormen. De achterzijde van dit museum wordt door de oude koormuur van de kerk gevormd. De breedte van de huisjes wordt bepaald door de vroegere steunberen van het kerkgebouw: dit is nog duidelijk zichtbaar. In de gevel van huisnummer 9 bevindt zich een gevelsteen uit 1598 afkomstig van het gesloopte veerhuis op de kaai. De Mariakerk dateert oorspronkelijk van 1499. Ze werd verschillende malen weer opgebouwd na een brand. De oorspronkelijke kerk was een stuk groter dan de huidige versie. Naast het portaal werd een steen ingemetseld met gotisch opschrift waaruit blijkt dat de kerk in 1499 werd voltooid. Voor de kerk van Sommelsdijk werd eveneens een beeld geplaatst van een kleine jongen op een voetstuk van basaltblokken. “Het Koeienwachtertje” was de jongste telg van het gezin die vroeger op de leeftijd van 9 jaar met ongeveer tien koeien op stap ging. Dit monument is een eerbetoon aan al die jonge kinderen die hun jeugd moesten missen om een paar centen te verdienen. Na een wirwar van kleine straatjes bereiken we terug de auto bij de molen te Sommelsdijk.

 

Met de auto rijden we naar Batteloord. De bekende locatie van februari 2018. Nu nog zijn er flamingo's te zien. Ditmaal aan de linkerzijde van de kleine jachthaven. Hun aantal is echter wel geslonken, maar het blijft ons tot de verbeelding spreken. Het drassige landschap voor het water kleurt grijs en wit door de verschillende soorten eenden. Het is een kabaal van geroep en gekwetter van jewelste. Er zijn buiten ons nog wandelaars en vogelspotters. Hoewel de drukte van februari niet te evenaren is. Tot schrijfs. Foto's: Rina Meurs.















30-04-2018 om 09:42 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
16-04-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Goghroute

Fietsknooppunten: 79 – 34 – 35 – 99 – 95 – 97 – 98 – 80 – 73 – 74 – 70 – 69 – 33 – 34 – 79.

Afstand: +/- 37 kilometer.

Parkeren: Berg(straat) Nuenen. Alternatief: Wettenseind 16, buiten het centrum van Nuenen.

 

Zondag 8 april 2018. We vertrekken om 9u30 vanuit Ekeren. De temperatuur wijst amper 16° Celsius aan maar er worden  temperaturen voorspelt tot 23°C in de schaduw. We snakken er met zen allen naar. Door het wegvallen van de wind blijft er nog een tijdje een sluier voor de zon hangen. Het is druk op de snelwegen in België en Nederland. Blijkbaar wil iedereen vandaag van het uitzonderlijke weer genieten. Ik kan ze geen ongelijk geven. We rijden richting Eindhoven. Om 10u40 parkeren we de auto in de Berg(straat). We bevinden ons in de provincie Noord-Brabant in de gemeente Nuenen, een dorp, dat zich situeert tussen Eindhoven en Helmond. Van hieruit vertrekken we voor onze eerste fietstocht van het jaar. De Van Gogh fietsroute bestaat uit een tocht van in totaal 335 kilometer en is onderverdeeld in vijf unieke routes. De route is gekoppeld aan de bekende fietsknooppunten en brengt de fietser langs vijf Brabantse gemeenten die een bijzondere band hebben met Vincent Van Gogh: Zundert, Tilburg, Etten-Leur, Nuenen en 's-Hertogenbosch.

 

Vincent Willem Van Gogh werd in Zundert (Nederland) geboren op 30 maart 1853 en overleed te Auvers-sur-Oise (Frankrijk) op 29 juli 1890. Vincent Van Gogh was één van de grootste schilders van de 19e eeuw, maar werd eerst na zijn dood beroemd. In december 1883 woont Vincent met zijn ouders in Nuenen waar hij niet alleen het harde boerenleven op zijn doeken schilderde maar ook enkele windmolens legde hij voor het nageslacht vast. Een kwart van zijn totale werk is in deze gemeente gemaakt. In en rond het dorp werden 18 informatiezuilen geplaatst die zijn leven en werk toelichten. In het jaar 1885 verhuisde Vincent naar Antwerpen, maar in 1886 vertrok hij richting Parijs. In mei 1890 vertrok Vincent naar Auvers-sur Oise waar hij in juli overleed aan inwendige bloedingen. Vincent en zijn broer Theo liggen begraven op de begraafplaats van Auvers-sur Oise.

 

We fietsen eerst noordwaarts, naar knooppunt 78, 600 m verder. We blijven de Berg(straat) volgen en komen automatisch in de Gerwenseweg. Aan het knooppunt zien we rechts de molen op een kunstmatige heuvel staan. Toen Van Gogh in 1883 in Nuenen aankwam, stond deze molen nog in de bouwsteigers, maar hij werd pas afgewerkt nadat een tragisch ongeval had plaatsgevonden. Tijdens de bouw stortte de molen in, waarbij een dodelijk slachtoffer viel. We zien de Roosdonckmolen  regelmatig terug in Van Goghs schilderwerken. De korenmolen werd tot zeven keer getekend door de kunstenaar. Niet alleen in zijn landschappen, maar ook in zijn portretten van wevers en boeren. De molen is in particuliere handen en is nog wekelijks in gebruik.

                                                                             

 

We rijden terug naar knooppunt 79. Links op het plein staat de oude gietijzeren waterpomp van omstreeks 1890-1899. Vooraan ligt een decoratief deksel op de gerestaureerde waterput die men tijdens graafwerkzaamheden herontdekt heeft. De waterput dateert waarschijnlijk uit 1872. Het deksel werd ontworpen door kunstenares Liesbeth Rutten. Het is een druppelvormig kunstwerk waarmee water en vuur wordt gesymboliseerd. De eeuwenoude 'Gerechts- of Dorpslinde” boom domineert het plein. Hij werd in de eerste helft van de 17e eeuw geplant. In vroeger tijd werd onder deze boom recht gesproken. Tijdens een noodweer, in 1994, braken enkele zware takken af en werden er ernstige aantastingen waar genomen. De top werd afgezaagd zodat er nog een prieelachtige linde overbleef. De boom heeft een stamomvang van 6.50 meter.

Achter de oeroude linde werd op 31 juli 1932 het stenen monument onthuld ter ere aan Vincent Van Gogh. Het beeld is een molensteen van Beierse zwerfsteen waarop een basaltblok uit Zuid-Frankrijk staat met daarin een stralende zon gebeiteld. Achter het monument noemt het plantsoen 'Prullekeshof'. Dit project werd geschonken door de 'Stichting Nuenen' als blijvende herinnering aan de Nuenenaren die geboren werden in het Millenniumjaar 2000. De namen en geboortedata zijn vastgelegd in tegels. In 1994 heeft de burgemeester van Nuenen bij gelegenheid van zijn 12- jarig ambtsjubileum in het midden een 'Koningslinde' geplant, ter vervanging van de huidige 'Gerechtslinde'. Een symbool van een onafhankelijke gemeente Nuenen.

 

We draaien linksaf zodat we het driehoekig pleintje links van ons houden en rijden terug noordwaarts, langs de Papenvoort(straat) tot bij nr 2a. Het Van Goghkerkje is een Hervormde waterstaatkerk uit 1824. Het kerkje is bijzonder schilderachtig gelegen met op de achtergrond het groen van het Park Houtrijk, een oude villatuin. Theo Van Gogh, de vader van Vincent, preekte hier van augustus 1882 tot maart 1885. Het kerkje werd in januari 1884 op doek vastgelegd door Vincent Van Gogh. Speciaal voor zijn moeder, omdat ze haar dijbeen had gebroken en niet naar de kerk kon komen. Het schilderij is in 2002 gestolen en nooit teruggevonden. In het torentje werd in 1963 een 18-klokkencarillon geplaatst. Het is de dag van vandaag een zeer gewilde locatie voor het voltrekken van huwelijken.

We stappen met de fiets aan de hand rond het gebedshuis en belanden in de straat Papenvoort. Ons Rina spot een riddermonument aan op een sokkel. Het blijkt Hertog Jan II te zijn. Het bronzen beeld werd geschonken door de Stichting Nuenen. Het herinnerd aan het feit dat de hertog van Brabant op 4 december 1300 gemeenterechten verleende. Het beeld werd op 23 april 2001 officieel onthuld. Het beeld staat aan de oprit die naar het 'nieuwe' gemeentehuis leidt. Het gemeentehuis werd in 1930 opgetrokken voor Baron van Hardenbroek van de Kleine Lindt. In 1953 werd de villa als gemeentehuis in gebruik genomen. In 1969 en 1982 vonden de nodige uitbreidingen plaats. Het kleine gebouw vooraan links is nog een gedeelte van een voormalig linnenfabriek uit 1837. Het gebouwtje deed later dienst als koetshuis, tinnegieterij en thans doet het dienst als het Van Gogh documentatiecentrum.

 

Terug tot aan Berg 29 waar we halt houden voor het Vincentre, het  voormalige Raadhuis van Nuenen, Gerwen en Nederwetten, dat dienst deed tot 1953. Aanvankelijk waren hier ook het cachot, de gemeentelijke brandweer en de botermijn. In de oorspronkelijke staat bevonden zich beneden dezelfde vensters als boven. Onder het overstekende dak bevindt zich het in zandsteen vervaardigde gemeentewapen. Links en rechts geflankeerd door de namen van de burgemeester en de wethouders. Daarboven werd een uurwerk aangebracht waarop we lezen dat het elf uur is geweest. Sinds 2010 vindt in het Vincentre een permanente expositie plaats over het leven van Van Gogh. Je ervaart hoe Vincent Van Gogh leefde en schilderde in Nuenen en zijn eerste meesterwerk 'De Aardappeleters' maakte. Nuenen is trouwens een openluchtmuseum met maar liefst 23 gebouwen en plekken in het landschap die herinneren aan de kunstschilder Van Gogh. Het gebouw dat dateert van 1874 is eveneens een VVV kantoor. 

 

Het domineeshuis aan Berg 26 heeft een rijke historie. In de voorgevel werden muurankers geplaatst met het jaartal 1749. Het pand werd gebouwd toen de gemeente verplicht werd om voor de Hervormde predikant een pastorie te bouwen. In 1766 werd hier de geschiedschrijver ds. Stephan Hanewinkel geboren. Van 1882 tot 1885 woonde de familie Van Gogh in dit huisje. Aan de linkerzijde bevindt zich nog het oorspronkelijke atelier van Vincent Van Gogh. In dit gebouw leefde en werkte de Nederlandse kunstschilder tot hij in mei 1884 zijn atelier naar een andere locatie verhuisde. Na Vincent hebben er meer kunstenaars gewoond. In het huis rechts woonde Margot Begemann. Vincent en zij werden verliefd op elkaar. Tot een relatie kwam het echter niet. Een dramatische en mislukte zelfmoordpoging van Margot dreef hen uit elkaar. Achteraf bleek uit Vincents brieven dat Margot zijn grootste liefde is geweest. Precies 175 jaar na haar geboorte werd een monument onthuld in de voortuin. De buste op hoge sokkel is gemaakt door kunstenaar Peter Nagelkerke.

 

Verderop houden we halt aan het driehoekig park met verschillende zitbanken. De groene oase werd in de 19e eeuw aangelegd met een achthoekige muziekkiosk. Ze werd opgetrokken omstreeks 1920-'25. De vroegere drinkkuil werd omgebouwd tot vijver met fontein en een sierlijk bruggetje. Hier vinden we het standbeeld van Vincent Van Gogh, bovenop een ruwe sokkel. Ongeveer zo, met tekenmap en potlood, heeft hij over de wegen en door de velden van het dorp gewandeld. Het beeld van Vincent is groter dan hij in werkelijkheid was. Vincent Van Gogh was 1,64 meter groot. Het standbeeld werd op 30 maart 1984 onthuld.

 

Ook een monument dat de 'Zusters van Liefde' herdenkt werd hier geplaatst, op initiatief van het comité '100 jaar Klooster Nuenen'. Het monument symboliseert de belangrijke bijdrage die de kloosterorden hebben geleverd aan de 'verheffing van Brabant'. In de sokkel werd een tekst aangebracht: 'Eer aan alle Kloosterorden die volk en land van Brabant de kracht gaven zich te verheffen.' Het monument werd op 13 september 1987 onthuld. Het voormalige klooster bevindt zich er tegenover. Uit de nalatenschap van Mgr. J. Cuyten (geboren te Nuenen in 1799) werd de bouw van dit gesticht mogelijk in 1887 en was beter gekend als het 'Heilig Elisabethgesticht'. Het gebouw behoorde toe aan de Zusters van de Sociëteit van Jezus, Maria en Jozef. De zusters hadden hier de zorg over onderwijs, zieken en bejaarden. Het rechter gedeelte werd in 1937 aangebouwd als verpleeghuis en kraamkliniek. Het klooster functioneerde tot 1977 waarna het gebouw een cultureel centrum werd.

 

We draaien ons 180° en kijken recht op de heilige Clemenskerk die in 1872 werd gebouwd op de fundatie van een katholieke schuurkerk met strodak. Met de restauratie van 2003 is het interieur weer zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat gebracht. In de 60 meter hoge toren hangt onder andere de Mariaklok, die uit 1490 stamt en 1420 kilogram weegt.

In het voorjaar van 1884 huurde Van Gogh een atelier bij de koster van de kerk. Het huis stond links van de kerk, nu de nummers 43 en 45. Hier schilderde Vincent de 'Aardappeleters'. Sinds 2015 staat er een bronzen beeldengroep op het plein, geïnspireerd op het schilderij van Vincent Van Gogh. Een extra stoel nodigt uit om te gaan zitten.

 

We fietsen even tot op de hoek van de Parkstraat en Boordseweg. Aan de rechterzijde werd een bronzen monument op een sokkel geplaatst van de smid te Nuenen. Op deze plaats stond van 1850 tot 1994 een Smederij-landbouwmachinefabriek met de klinkende naam 'Automobielbedrijf Antoon de Rooij'. Het beeld werd in juli 1997 onthuld. Het ontwerp is gemaakt door G. Hoock in 1917.

 

Vlak voor we het centrum van Nuenen verlaten houden we halt om een foto te nemen van de 'Opwettense watermolen'. Tussen de twee gebouwen zijn nog duidelijk de dubbele slagmolens te zien die als koren-, olie-, zaag- en volmolen dienst deden. De ouderdom is echter niet te achterhalen. Mogelijk dateert hij uit de elfde eeuw en werden ze gebouwd in opdracht van de monniken van de abdij van Sint-Truiden. Maar wellicht dateert de molen van het begin van de dertiende eeuw. De molens draaien in de Kleine Dommel. Het grote rad is van de korenmolen en heeft een doorsnede van 9,3 meter. Het kleine rad behoort tot de oliemolen en heeft een doorsnede van 7,6 meter. Ook deze molens werden door Vincent op doek vastgelegd. We verlaten het centrum en worden onmiddellijk omgeven met prachtige vergezichten. 

 

De bomen zijn nog kaal. Echt groen is er nog niet te bespeuren. Het heeft te lang koud geweest. Struiken vertonen daarentegen al wel wat kleur. We zien in de tuintjes al sierbomen en -struiken in volle bloei staan zoals de tulpenboom en het Chinees klokje. Een teken dat de lente is ingezet. Na knooppunt 35 rijden we de 'Kleine Dommel' over. De beek vormt de grens tussen Nuenen en Eindhoven en mondt uit in de Grote Dommel. We fietsen door het buurtschap Opwetten bij Nuenen dat langs de weg naar Tongelre ligt. We fietsen over de Wolvendijk en daarna over het viaduct van de A270 en slaan linksaf om over het Van Gogh Roosegaarde fietspad te rijden. Een ontwerp van licht en kleur dat een magische belevenis wordt tijdens de schemering. Het pad wordt bij valavond verlicht door duizenden fonkelende steentjes. Het project werd geïnspireerd op het schilderij “The Starry Night (De Sterrennacht)” van Vincent Van Gogh. Het fietspad is 600 meter lang. Bij knooppunt 99 moeten we rechtsaf, richting Tongelre.

 

We rijden door het centrum van Tongelre. Een stadsdeel van de gemeente Eindhoven met 2 wijken: Oud-Tongelre en De Laak. We blijven ten noorden van Oud-Tongelre. In 't Hofke stoppen we even bij het voormalige Raadhuis op nummer 15. Het Oud Raadhuis werd gebouwd in 1911 en doet sinds 1957 dienst als buurthuis en wijkcentrum. Ernaast staat een fotogeniek gebouw dat onze aandacht trekt. Deze boerderij is één van de oudste panden van Eindhoven en stamt uit 1584. Rond 1600 werd het woongedeelte uitgebreid met een opkamer, met daaronder een kelder. In de achttiende eeuw was er weer een grote wijziging in het uiterlijk van de boerderij. De gevel aan de straatkant en het stalgedeelte werden vernieuwd. De boerderij lag prominent aan het inmiddels verdwenen dorpsplein van Tongelre. In 1993 is bij archeologisch onderzoek rechts van de boerderij een afvalkuil gevonden met daarin vondsten uit de zeventiende eeuw, waaronder Delfst aardewerk en gebrandschilderd glas. Na de bocht fietsen we voorbij de prachtige gevel van de Sint-Martinuskerk. Gebouwd in 1890-'91. De torens werden nooit voltooid.

De eerste pastorie is te vinden op 't Hofke 22. Deze werd gebruikt tot 1918. Nadat de begraafplaats naast de kerk verplaatst werd, werd op die plaats een nieuwe pastorie gebouwd op 't Hofke 3. Beide gebouwen fungeren momenteel als woonhuis. Na de brede Jeroen Boschlaan fietsen we door het Villapark van wijk De Laak en bereiken na 4,3 kilometer knooppunt 95. Voor het centrum van Eindhoven werd het beton van de viaducten artistiek behandeld met graffiti.

 

 

Na knooppunt 95 rijden we door het centrum van Eindhoven. De gemeente is de grootste stad van Noord-Brabant. Er bevinden zich enkele grote parken waaronder het Stadspark dat niet alleen wandelroutes heeft maar ook een fietspad dat het park doorkruist. Ook het Henri Dumantpark, dat in 1972 werd aangelegd, is een stukje natuur in de stad waar het leuk toeven is. Ook de Dommel loopt door Eindhoven. De rivier is 120 kilometer lang, waarvan 85 km op Noord-Brabants grondgebied en de rest door Belgisch Limburg stroomt. Het Stationsplein van Eindhoven is een belangrijke uitgangslocatie. Het is hier druk door de vele Grand-cafés, overvolle terrasjes en restaurants. Het is hier behoorlijk druk van wandelaars, fietsers, bromfietsers en auto's. Oppassen is de boodschap. We zien niet direct een knooppuntenbordje en gaan te voet naast onze fiets de buurt verkennen. Een bestelwagen verkoopt ijsjes en we kunnen het niet laten. Ons eerste ijsje van het jaar. Het is prachtig weer en iedereen schijnt te genieten. Na een tijd zijn we het eens. We moeten niet richting wolkenkrabber 'Philips'. Langs de Stationsweg, onder de spoorweg met de Romeinse beelden, bereiken we knooppunt 97. Een rit van één kilometer.

 

We kijken op de Veldmaarschalk Montgomerylaan op naar de hoge flatgebouwen. Door een wirwar van straatjes komen we bij het TU terrein, de Technische Universiteit van Eindhoven. Gesticht in juni 1956 en heeft ondertussen meer dan 10.000 studenten die een diploma kunnen halen in diverse studiekeuzes. We dwarsen de Dommel nog een paar keer alhoewel we daar niet elke keer iets van zien. De rivier stroomt onder de straten verder zuidwaarts. In een boomrijke straat kunnen we nog van een tapijt van gele paasbloemen (narcissen) genieten. Op de achtergrond zien we een groot kunstwerk met bowlingbal en kegels.

In de Sumatralaan rijden we langs de 'Karpendonkse Plas', rechts van ons. De plas is aangelegd door zandwinning voor het spoorwegnet dat klaar was in 1953. Het 'meer' is omgeven door naaldbomen  en rododendron. Op het water zien we ontelbare watervogels.

 

We fietsen vervolgens naar Nederwetten. Het kleine dorp ligt in een vruchtbaar dal van de Dommel te midden van akkers, weiden en bossen. Toch bezit Nederwetten enkele bezienswaardigheden die je moet gezien hebben. Voor we het kleine dorp binnenrijden blijven we de bocht naar links volgen. We verlaten ons knooppunt in de Soeterbeekseweg. Deze weg gaat over in de Kerkhoef, die ons tot bij de Oude Toren brengt. Op deze plaats stond de eerste Sint-Lambertuskerk die dateerde van omstreeks 1250. In de 15e eeuw werd ze vernieuwd en omgevormd tot protestantse kerk tot in 1700. In 1898 werd de kerk gesloopt, maar de toren werd behouden en gerestaureerd en diende nog tot 1920 als 'luidtoren'. De klokken werden daarna overgebracht naar de nieuwe kerk. In 1938 waaide de spits van de toren af. We kunnen de toren niet betreden. Er werd een houten hekwerk rond geplaatst waar normaal renpaarden worden gedresseerd.

We rijden terug naar de Soeterbeekseweg. Bij de splitsing houden we links aan en volgen de Hoekstraat naar knooppunt 73. In de Hoekstraat op nummer 46 werd in 1894-'95 de 'nieuwe' Rooms Katholieke kerk Sint-Lambertus gebouwd. Achter de kerk is nog steeds de begraafplaats gelegen. Vooraan de kerk staat het Heilig Hartbeeld van 1930. De naastgelegen pastorie werd opgetrokken in 1895. Het is ondertussen 15:00u geworden. Tijd om de dorstige te laven. Ons Rina neemt een thee met appeltaart. Het was een grote spie en ik moest mij dan opofferen om de overschot op te eten. Maar het was lekker. We verlaten het dorp langs Broekdijk en via het buurtschap Spekt en Nieuwe Dijk bereiken we knooppunt 73.

 

In het Populierenlaantje vinden we infozuil 8. Het is alleen te zien als je goed kijkt maar vanaf dit punt schilderde Van Gogh een herfstig Populierenlaantje. De sloot onder de weg is een goed oriëntatiepunt. De weg liep hier in zijn tijd rechtdoor, direct naar de boerderij verderop. Die staat er nog steeds, maar de weg buigt inmiddels af.

 

Voor knooppunt 74 rijden we het kerkdorp Gerwen binnen. Op de plaats van de Sint-Clemenskerk hebben drie kerken gestaan: van 1350-1400 een eenvoudige stenen zaalkerk, van 1420-1612 een driebeukige kruiskerk en vanaf 1620 werd deze kerk gebouwd. Van Gogh tekende de Sint Clemenskerk in december 1883. Deze kerk is op een kleine periode na altijd katholiek geweest. Toen de kerk in 1798 weer katholiek werd verhuisde de protestantse gemeente naar een andere locatie: de protestantse kerk waar vader Van Gogh preekte. De nieuwe moderne Sint-Clemenskerk werd groter gebouwd in 1967. Achter de kerk bevindt zich een bronzen beeld van 'Het Nederlandse Trekpaard'. Gemaakt door Toon Grassens en geplaatst in 1990.  We zijn aan knooppunt 74.

 

Na de oogverblindende manege rijden we langs de gemeentelijke begraafplaats Oude Landen van Nuenen waar sinds 2011 de overledenen hun laatste rustplaats vonden. Via het viaduct rijden we  over de N270 tot bij knooppunt 69. Het grindpad dat ons naar knooppunt 33 moet brengen ligt vol putten en kuilen. We proberen ze zoveel mogelijk te vermijden. We fietsen nochtans door een bosrijk gebied. Het is één en al groen door de dennenbomen links en rechts van ons pad. Langs de kant van de slechte weg werd een infobord geplaatst met zeven namen van slachtoffers uit WOII. Het bord vermeld: 'In Memoriam. Op 29 juni 1943 stortte hier rond drie uur 's nachts een Lancaster bommenwerper neer. Deze Lancaster behoorde tot het 44 (Rhodesia) Squadron van de RAF, dat gelegerd was op Dulholme Lodge. Hij werd neergeschoten door Oberst Günter Radusch. In de nacht van 28 op 29 juni 1943 waren 608 vliegtuigen opgestegen met als doel Keulen. Hiervan keerden 25 toestellen niet terug, deze Lancaster was er één van. De zes Engelsen en de Australiër zijn begraven op de begraafplaats De Oude Toren te Woensel.'

 

Vanaf knooppunt 33 fietsen we noordwaarts tussen twee plassen. Rechts bevindt zich de vijver van de Hengelsportvereniging  't Pluimke. Links is het Laco Strandbad van Nuenen. Een recreatieplas, omgeven door een ligweide. Je kan er ook kano's en waterfietsen huren. Verderop rijden we weer over de A270 en rijden het centrum van Nuenen binnen. Na knooppunt 34 is het nog ongeveer twee kilometer fietsen tot aan onze auto. 

Foto's: Rina Meurs.















16-04-2018 om 17:17 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
13-03-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goeree Overflakkeeroute

Zondag 18 februari 2018. Een stralende mooie dag met volop zon en geen wolkje aan de lucht. Alles zag wel spierwit door de aanvriezende mist. De temperatuur wijst maar drie graden Celsius aan. De normale temperatuur voor de tijd van het jaar zou Frank Deboosere zeggen, en dan zijn wij content. We rijden naar het noorden via de A12 Havenweg richting Bergen op Zoom. Via de N659 rijden we Tholen binnen. In Steenbergen nemen we de N257 richting Sint-Philipsland. Aan de Rijksweg 51 rijden we het gehucht Heense Molen binnen en houden onze eerste stop bij de ronde stenen 'De Vos' molen uit 1714. De molen heeft tot 1961 op windkracht gemalen en is in 1979 aangekocht door de gemeente die hem liet restaureren. Het malen van graan gebeurt nog op vrijwillige basis.                                                                                

      

We rijden verder en slaan rechtsaf op de Philipsdam en langs de Grevelingendam bereiken we het eiland Goeree-Overflakkee.

Goeree en Overflakkee waren eens twee afzonderlijke eilanden. Goeree heeft een hoge ouderdom terwijl Overflakkee aanmerkelijk jonger is. De eerste inpoldering vond plaats in 1416 en in 1751 wordt een dam gelegd tussen de twee eilanden en is er sprake van één eiland. Een eiland in de provincie Zuid-Holland. Het eiland, dat vroeger uit verschillende kleine eilandjes bestond, werd in de loop van de geschiedenis door mens en natuur bij elkaar gebracht. Dat de inwoners eeuwenlang van de landbouw leefden is nu nog duidelijk te zien in het landschap. Nu nog worden er in het voorjaar de tulpenbollen geplant die tijdens de maand april in volle bloei staan. Ze zijn een trekpleister voor fietsers en wandelaars. Het eiland wordt omsingeld door de Noordzee, het Haringvliet, het Volkerak-Randmeer en het Grevelingenmeer. Door de eeuwen heen werd het eiland regelmatig getroffen door overstromingen. De ergste overstroming was de Watersnood van 1 februari 1953. Bij deze ramp kwamen er 481 mensen om het leven. Ook Battenoord werd zwaar getroffen door de watersnoodramp. Er kwamen 35 mensen om het leven. De huisjes direct aan de haven zijn allemaal verloren gegaan. Na de ramp kreeg Battenoord een nieuwe, hoge dijk met een stevige laag asfalt als bescherming.

 

Eens op eiland is het slechts nog enkele minuten rijden tot de Battenoordsedijk bij het eeuwenoude jachthaventje van Nieuwe-Tonge. Battenoord is een gehucht en licht aan de dijk met het Grevelingenmeer, een zoutwatermeer dat door verschillende watervogels bezocht wordt.

De zeearm Grevelingen werd in 1971 door de Brouwersdam afgesloten van de zee. Er is nu geen eb en vloed meer. Het zilte karakter blijft behouden dankzij zout water dat via de Brouwerssluis binnenstroomt. Het waterpeil is nu 20 cm beneden NAP, waardoor zandbanken en slikken altijd boven water liggen. Tienduizenden vogels komen er om veilig te broeden, te rusten en te eten.

 

Links en rechts van de jachthaven is er voldoende parkeermogelijkheid. Het jachthaventje is van de watersportvereniging Battenoord die opgericht werd in 1970 en telt ongeveer 80 ligplaatsen met uitsluitend  zeilschepen en motorbootjes. De één al wat groter dan de ander. Twee prachtige schepen liggen te wachten op een nieuwe koper. Wij  beklimmen eerst de vijf meter hoge uitkijktoren naast het haventje. In de jaren vijftig en zestig, tijdens de koude oorlog, stond hier een luchtwachttoren als onderdeel van een dekkend net van observatieposten. Vanaf deze posten konden laagvliegende, vijandelijke vliegtuigen, gesignaleerd worden die niet op de radar te zien waren. Toen de vliegtuigen sneller werden en de radar verbeterde, waren deze posten niet meer nodig. De luchtwachttoren werd gesloopt en er werd een nieuwe uitkijktoren gebouwd. Er staat slechts een zacht briesje maar hier boven hou je het toch niet lang vol door de snijdende koude wind. We genieten toch van een prachtig uitzicht over het Grevelingenmeer. Een prachtig recreatieoord voor de actieve watersporter. In de omgeving kan men kite- en windsurfen of duiken en hier in Battenoord wordt tijdens het seizoen volop gekajakt. Nu en in het voorjaar kan men genieten van een uitgestrekt natuurgebied. Met onze verrekijker zien we de grauwe ganzen, rotganzen en een groep spierwitte zwanen op het water. In de verte overwintert jaarlijks een kleine kolonie flamingo's. De meeste zijn dieproos getint en samen met andere steltlopers staan ze tot aan hun knieën of enkels in het ondiepe water. Flamingo's zijn wit als ze geboren worden. Door het eten van algen, schelp- en schaaldieren krijgen ze zoveel pigmenten binnen dat hun veren verkleuren. Hun snavel is aangepast om er voedsel mee uit het water te filteren. We maken een wandeling langs het Grevelingenmeer richting Herkingen. Een wandeling van bijna vier kilometer lang tot aan de jachthaven. Met de verrekijker zien we één van de twee havens. Tientallen zeilmasten steken de hoogte in. Rechts van ons is de hoge geasfalteerde dijk waar eveneens op gewandeld kan worden.   Links, vooraan, in de slikken werden hekken en palen met prikkeldraad gespannen om de kijklus-tigen op afstand te houden. De rotganzen komen massaal op het afgespannen stuk om een graantje mee te pikken. Als de wandelaars te dicht naderen trekken ze zich schuchter terug naar het water. Op enkele strategische punten worden foto's van de vogels genomen. Vooral de flamingo's zijn erg in trek. Het is een komen en gaan van fietsers en wandelaars met verrekijkers en fototoestellen in verschillende kleuren en grootte.

 

We wandelen terug langs de hoge dijk waar we een vergezicht hebben over landbouwgrond die slechts onderbroken wordt door prachtige hoevens. Bij de auto warmen we ons op door een mok gevuld met koffie. De zon heeft het interieur van de auto goed opgewarmd. We rijden vervolgens naar het centrum van Nieuwe-Tonge. Molenwieken leiden ons tot bij de d'Oranjeboom uit 1768. De molen heeft een  gevelsteen met een oude tekst: “Deese moole is genaemt oranie boom is gesticht door Arent Zoon en Leyntje van Kasant Den eersten steen aen deesen moolen is gelegt door den jongen H. Huibregt Samuel van der Burgt aengehuuwde zoon van den H. Sebastiaen Anemaet Bailliuw van Klinkerlant Schout Secretaris van de Nieuwe Tonge Jan Dekker 16-5-1768 Mr Molemaker”.

Tot 1960 is de molen in bedrijf geweest. Sinds 1988 is de molen eigendom van de Molenstichting.

 

 

Op het hoogste punt in het centrum staat de Protestantse Kerk, omgeven door een ringvormige brede gracht met water. Enkele bruggen geven toegang tot het eiland maar ze zijn afgesloten door smeedijzeren toegangshekken dat aan de noordzijde getooid werd met hardstenen pijlers. De toren, het schip en het koor kwamen omstreeks 1500 tot stand. Het koor was voorheen als school in gebruik.

 

In de Voorstraat 2 werd in 1927 het voormalig gemeentehuis of Raadhuis gebouwd. In de voorgevel werd het beeld, uit 1776, geplaatst van 'Vrouwe Justitia', symbool van de rechtspraak. Het is momenteel niet duidelijk welke functie het gebouw nu heeft. We wilden hier een sanitaire stop houden maar hier vinden we geen etablissement om ons op te warmen of iets warm te drinken. Geen toiletten zijn voorzien. Verder dus.

 

We rijden vervolgens naar Sommelsdijk. Tijdens WOII, begin maart 1944, werden bijna 200 jonge mannen uit het dorp een maand in Kamp School geïnterneerd wegens belediging van het Duitse leger en de Nederlandse politie. Met de bouw van de kerk werd begonnen in 1464 tot eer van God en de maagd Maria. De kerk werd plechtig ingewijd in 1499. In 1632 echter brandde ze af maar werd drie jaar later weer herbouwd. Ook in 1799 werd de kerk en de toren verwoest door een brand, waarna de kerk slechts ten dele is herbouwd. Van het koor is alleen de noordelijke muur gespaard, die als achtermuur van de huisjes aan de Kerkstraat dient. De dichtgemetselde vensters zijn nog duidelijk te zien. Eerst in 1807 werd de kerk opnieuw ingehuldigd. In 1817 zijn de toren en klokken hersteld. De kerkklok wijst net geen twee uur aan. We kunnen door een traliehek tot bij de ingang maar de poort is niet open. We wandelen rond de kerk waar eenzaam een grafkelder staat van de familie Van Aerssen. Het geslacht Van Aerssen behoorden tot de rijkste families tijdens de zeventiende eeuw. Ze behoorden niet tot de adel maar werden door de prins van Oranje in de Ridderschap van Holland geplaatst. Deze grafkelder is gebouwd tussen 1611 en 1641. De kelder bevond zich vroeger in het koor van de kerk. De huidige ingang dateert van 1782 en kwam uit in de zuidelijke koormuur van de kerk. De indrukwekkende marmeren praaltombe is verloren gegaan bij de kerkbrand van 1799. Het is de laatste rustplaats van enkele groten uit de vaderlandse geschiedenis. Op een horizontale grafsteen werd een verticale herdenkingssteen geplaatst voor de voormalige burgemeester van Sommelsdijk A. J. De Graaff. Geboren op 18 februari 1844 en overleden op 6 augustus 1910. Het monument werd geschonken door 'Den Raad en De Ingezetenen van Sommelsdijk'. Er staan of liggen nog enkele oude grafstenen zerken op het voormalige kerkhof. Blijkbaar nog vooraanstaande bewoners van Sommelsdijk.

 

We wandelen verder tot bij de molen van Sommelsdijk. De Korenbloemmolen is nog één van de oudste molens van Nederland. Deze molen werd gebouwd in 1705 op de plaats van een oudere molen die op 9 december 1703 door zware storm zo erg beschadigd werd dat men besloot een nieuwe te bouwen. In 1973 werd de gemeente Sommelsdijk eigenaar die de molen liet restaureren. Het malen van graan gebeurt op vrijwillige basis.

 

Rechts, in de verte, zien we een vrijstaand gebouw met grote vitrines. Neonreclame achter een raam nodigt uit om binnen te komen. Eindelijk een café gevonden. Het was nodig want het water stond al in mijn ogen. Het Grand Café is een ouderwets café met een gaskachel. Het is er gezellig en warm. Op de hoek van de houten toog zitten slechts twee stamgasten. De andere acht hoge barkrukken zijn leeg. Een tv, op de achtergrond, toont een buitenlandse match. We drinken iets en nemen een snack als late lunch. Een uurtje later kunnen we weer verder.

We komen bij de voormalige haven van Sommelsdijk. De eens drukbevaren haven ligt er na de afsluiting in 1970 eenzaam en verlaten bij. Hier was vroeger van alles te beleven. Het laden en lossen van schepen zorgde voor de nodige bedrijvigheid. Vooral in het najaar, als de landbouwproducten werden verscheept, was het een drukte van belang. Boerenkarren reden af en aan. De vrachten werden gewogen op de weegbrug en daarna gestort op het kadeterrein. Het meeste gebruikte scheepstype was de tjalk. Nog tot ver in de twintigste eeuw werd met deze zeilschepen gevaren. Later kwamen er motorschepen in de vaart. Vanaf 12 september 2015 ligt er weer een oud vrachtschip in de haven, niet van hout maar van staal. Dit kunstwerk is samen met de contouren van het voormalige weeghuisje aangeboden aan de gemeenschap.

 

Langs de N215 verlaten we Sommelsdijk en rijden langs de toren van Dirksland. De ronde watertoren werd gebouwd in 1939-41. Door de Tweede Wereldoorlog en de strenge winter duurde de bouw twee jaar. De toren heeft een hoogte van 62,50 meter. Van 2007 tot 2009 was de watertoren in gebruik als restaurant. Maar staat momenteel leeg. Het landschap rondom is poldergrond. In de verte zien we slechts de daken van enkele hoevens. We naderen aan het eind van de N215 rijden we Stellendam binnen. We zijn slechts een paar honderd meter van de oude witte stellingmolen. Op de Molenkade prijkt de 'Korenlust', een ronde stellingmolen uit 1856. Gebouwd op de fundamenten van een voorganger die in november 1838 door een storm verwoest werd. De huidige molen is op zaterdag en op afspraak te bezichtigen.

Op een rotonde in het centrum werd een monument opgericht ter nagedachtenis aan de 69 slachtoffers die in deze gemeente verdronken tengevolge van de watersnoodramp van 1 februari 1953. Op het monument dat dateert van 1993 vluchten een vrouw en een jong meisje voor een grote watergolf. Begin van deze maand werden er bloemen en kransen neergelegd.

 

We slaan linksaf op de N57 naar Ouddorp. Het dorp heeft met 18 kilometer strand de grootste badplaats van Nederland verworven.

De Hervormde kerk heeft een opmerkelijke toren die rood/oranje geschilderd is. De uurwerken werden in de toren vervaardigd. Ze vertellen ons dat het bijna vijf uur is. Het kerkgebouw werd in 1819 opgetrokken. Op 2 juli 1820 werd de kerk ingewijd. In 1923 vonden verbouwingen plaats en werd er meteen uitgebreid. Naast de kerk werd het monument geplaatst van een man en een kruiwagen. Elks op een aparte sokkel. Een informatiebordje vermeld: 'Ter herinnering aan het 'uitmijnen' en 'omzetten' van de Ouddorpse akkers in het begin van de 20ste eeuw. Door het 'uitmijnen' ontstond het unieke zandwallengebied. Het monument werd in 1998 ingehuldigd. Een recenter monument is van 2005. Het werd geplaatst 'Ter herinnering aan de ramp met de OD1'. De vloot van Ouddorp kwam op 6 april 2005 in het nieuws toen op een viskotter Ouddorp1 drie bemanningsleden omkwamen door een bom uit WOII. De bom was in de netten terecht gekomen en aan boord bij het legen van de netten ontploft.

Naast dit monument werd een stenen monument opgericht 'Voor hen die vielen' van 1940 – 1945. De namen van de gesneuvelden werden in een arduinen steen gegraveerd.

 

Het raadhuis in de Raadhuisstraat is een schitterend monumentaal pand uit 1904. Boven de dubbele inkompoort prijkt het gemeentewapen met datum: 1901. Het gebouw herbergt momenteel de bibliotheek en Museum Ouddorp.

 

De wieken van een molen lokken ons naar de  ronde stenen stellingmolen die dateert van 1846 en is sinds 1998 eigendom van de Molenstichting Goeree-Overflakkee. In de molen is een klompenmuseum te bezichtigen wanneer de molen draait. Aan de overzijde van de straat is de begraafplaats met een parking. We brengen een bezoek aan de slachtoffers van de tweede Wereldoorlog. Als eerste zijn de twee graven van burgerslachtoffers: Eeuwit Hameeteman en Adrianus Aren Breen aan de beurt. Vervolgens rusten er meer dan 10 gevallenen uit het Gemenebest. Een uit de Eerste Wereldoorlog en de overigen uit WOII. Meer dan de helft is onbekend. Een horizontale tegel herinnert aan de watersnoodramp van 1953. Hier rust Krijn Hameeteman geboren op 8 augustus 1873.

 

We verlaten het eiland via de N57 en langs de Brouwersdam komen we op het eiland Schouwen-Duiveland. Via de N59 doorkruisen we een gedeelte van het eiland. Vlak voor het gehucht Moriaanshoofd staat de hoge korenmolen 'De Zwaan' uit 1886. Hij behoort tot de plaats Kerkwerve. De GPS loodst ons over de Zeelandbrug tot Noord-Beveland. Voor we de snelweg oprijden nabij Goes spotten we nog enkele oude windmolens.

















13-03-2018 om 12:14 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Broekemwandeling
  • Meerhoutwandeling
  • Nieuwmoerwandeling
  • Herfstwandeling Neerijse
  • Lepelstraatroute
  • Tremeloroute
  • Ekerenroute
  • Mozesbrugwandeling
  • Putteroute
  • Pijnvenroute
  • Tielt-Wingeroute
  • Kapelle-op-den-Bosroute 2
  • Borgloonroute
  • Tulpenwandeling
  • Meldertwandeling
  • Vordenstein 2019
  • Lentewandeling 2019
  • Kluizenroute
  • Fietswaterbus
  • Retiewandeling
  • Spildoornwandeling
  • Kesselse Heidewandeling
  • Parkwandeling Ekeren
  • Bokrijkroute
  • De Grote Schijn
  • Tervurenwandeling
  • Vennenwandeling
  • China Light
  • Brouwerij De Koninck
  • Hobokense Polderwandeling
  • IJzerlaantochtje
  • Bazelroute
  • Bevrijdingswandeling Antwerpen
  • Tulpenwandeling
  • Beeltjes te Ieper
  • De Legende van Veltwijck
  • Waterbustrip
  • Willemstadroute
  • Vichteroute
  • Dieren in de binnenstad
  • Lottum
  • Loenhoutroute
  • Leuvenwandeling
  • Liberationroute
  • Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge
  • Van Assenede naar Moerkerke (Damme)
  • Van Hulst naar Assenede
  • Wandeling Hulst
  • Met de fiets naar de kust
  • Asroute
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief per maand
  • 11-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 03-2014
  • 02-2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    happykrantje
    www.bloggen.be/happykr
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    cullinair
    www.bloggen.be/cullina
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    vantjen
    www.bloggen.be/vantjen
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    leon10
    www.bloggen.be/leon10
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    deinze
    www.bloggen.be/deinze
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    tlissewegenartje
    www.bloggen.be/tlissew
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    broedereverard
    www.bloggen.be/broeder

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs