Ik
was vroeger een muziekliefhebber. Al waren de middelen wel beperkt. Begin jaren
zestig hadden de radio's gloeilampen die moesten opwarmen voor er klank uit de
luidspreker kwam. Fm bestond nog niet en van stereo was hoegenaamd nog geen
sprake. Onze radio bestond uit: 'korte golf, lange golf en midden golf'. Een
hele golfclub bijeen als het ware. Als tiener begon ik dan te experimenteren.
De radio zat met een stekker in een 'kattekop', zoals we dat vroeger noemden.
Achteraan de radio was een aansluiting voorzien voor een tweede luidspreker.
Cool! Ik had een bandopnemer waar ik met de micro favoriete nummers van de
radio opnam. Met het aansluiten van een tweede luidspreker zou dat simpel
worden. Geen micro meer moeten vasthouden tegen de radio. Wat een vooruitgang.
Weer een evolutie rijker. Via vrienden kreeg ik een luidspreker cadeau. Ik
maakte er een draad aan die lang genoeg was en bracht een stekker aan om hem in
de radio te steken. Ik was zenuwachtig. Benieuwd naar het resultaat. Het
programma begon zo dadelijk. Ik nam de stekker en stak hem in het stopcontact.
Met een harde knal als gevolg. De luidspreker ontplofte als het ware in mijn
hand. Mijn moeder zat in de zetel een boek te lezen, maar bewoog niet. Ik stond
stokstijf. Wat nu? Mijn moeder hield haar boek voor haar gezicht zodat ik haar
uitdrukking niet kon zien. Was ze kwaad? Was ze geschrokken? Ik had nog altijd
niet bewogen.
'Ga de plomb maar maken'! zei ze op gebiedende wijze. Ik had de stekker nog in
mijn hand. Ik bibberde van de schrik en liet alles vallen. De plomb maken was
niet zo moeilijk. Een koperen draad rond de stekker en klaar is kees. De
luidspreker heb ik weggegooid. De schrik voor elektriciteit zat er goed in. Tot
schrijfs. Tekst: Luc Verschooten.
Dag
3. Woensdag 8 juni 2016. Fietsknooppunten:
83-25-30-73-34-72-71-14-70-87-5-4-84-85-83-82-41-42-43-57-58-75-74-33-31-32-27-83.
Het
diner van gisteren was ons 'laatste' avondmaal. Na een zalige nachtrust worden
we gewekt om 07:30u. Het beloofd weer een stralende dag te worden. Blauwe
lucht, een aangename temperatuur van om en bij de 25° Celsius en 'top of the
bill' het blijft droog vandaag. Wat moet een mens nog meer? Na ons ontbijt
checken we uit en stoppen onze karige bagage in de koffer van de auto. We halen
de fietsen uit de stalling en maken ons klaar voor een fietstocht van ruim 50
kilometer. De auto laten we hier achter op de parking.
Het
is 09:15u als we vertrekken bij knooppunt 83. Vanmorgen heeft moeder de vrouw
nog een thermos koffie gemaakt en flesjes water hebben we ook mee. En 'last but
not least' er zijn onderweg nog wel 'kapelletjes' zeker? We beginnen onze
fietstocht tussen weilanden met koeien die vredig liggen te herkauwen. De
grazende paarden staan meestal rechtop. We zien veel paarden zelfs. Maneges
zijn dan nooit veraf. Ze staan wat verscholen achter rijen bomen die tijdens
gure weersomstandigheden de meeste wind opvangen. De maneges geven over het
algemeen, mits betaling uiteraard, ruiterstages, rijlessen of ruiterkampen.
Paard rijden geeft gegarandeerd uren rijplezier door hectaren bossen en heide.
Andere maneges bieden pension aan voor paarden en pony's in ruime droge
stallen. We rijden een bosrijk gebied in. We fietsen traag om het vogelgezang
in ons op te nemen. We worden als het ware opgeslokt door een heerlijk stuk
natuur. Links en rechts zijn paden die naar verscholen villa's leiden. De
woongebieden wordt afgeschermd door hoge ijzeren hekwerken.
In
Distelberg (straat) te Helvoirt vinden we, links van ons langs de kant van de
weg, een oorlogsmonument. Een groen geschilderd kruis, waarop een legerhelm is
aangebracht. Aan de voet van het kruis is een gedenksteen geplaatst met rondom
een bloemenperk. Een haag van coniferen omsluit bijna het geheel. De tekst op
de gedenksteen luidt: ''4 november 1944 'Ter gedachtenis aan hen die vielen
voor onze bevrijding'. Onder de tekst zijn de zes namen gegraveerd van de
Schotse soldaten. De jongste was 18 jaar en de oudste was 37 jaar jong. Een
naam is van een onbekende militair. Alle zes behoorden bij het 51ste Highland
Division. Later werd er nog Jeffrey Bradley 19 j. toegevoegd. Het monument is
opgericht door de bewoners van de Distelberg (straat).
Net
zoals afgelopen maandag rijden we tussen de vele aspergevelden. De witte
asperges groeien in ruggen van aarde en de groene asperges groeien boven de
grond met veel groen loof. Aan de overzijde van ons pad groeit langzaam de
buxus. In verschillende maten: laag, hoog, breeden smal. Hectaren
buxus. Momenteel fietsen we door een agrarisch landschap. Akkers en weilanden
baden in het zonlicht. Landbouwers rijden met een tractor over de velden. De
ene rijdt het hoge gras af en op een ander veld draait een tractor het
gedroogde gras om verder te drogen. Als het weer wat mee zit kan het hooi
morgen gebundeld worden en opgestapeld in de hooischuur.
Na
knooppunt 73 volgen we knooppunt 34 en genieten we van spectaculaire
uitzichten. De regio is rijk aan rust, ruimte en vooral aan natuur. De rust
wordt slechts onderbroken door het getjilp en gezang van vogels. Op de
achtergrond staan de bossen van de Loonse en Drunense Duinen. Gisteren maakten
we een zwerftocht door het Nationaal Park. Het grootste deel bestaat voor een
flinke portie uit ruige stuifzanden. De knoestige eiken en het zand winnende
naaldhout zijn veelal in de 19de eeuw aangeplant om het stuifzand vast te
houden en verdere verwoestijning te voorkomen. De sterke wind en het stuivende
zand wordt de bomen soms te veel. Ze knakken gewoon af.
Vervolgens
rijden we het centrum van Drunen binnen. De gemeente staat bekend om zijn leer-
en schoenenindustrie. Momenteel zijn er nog twee schoenfabrieken. We moeten
echter niet door het centrum maar fietsen linksaf om knooppunt 14 te volgen. De
zang van de vink vliegt als het ware met ons mee. Het lijkt alsof er in elke
top van een boom wel een zangvogel zit. In een naburige plas laten de kikkers
van zich horen. Dichtbij, maar aan de andere kant van de gracht spotten we een
reiger. Al wordt dit niet onze laatste. We volgen nog steeds knooppunt 14. De
ronde stenen molen uit het centrum van Drunen is van 1838 en noemt Hertogin van
Brabant. De molen was tot 1947 in bedrijf en raakte daarna in verval. Hij werd
opnieuw maalvaardig gemaakt na een restauratie in 1953-54. Weer kwam de
Hertogin van Brabant in verval. Twee jaar geleden, in 2014, werd opnieuw
gestart met een grondige restauratie. Eind oktober 2015 werd de korenmolen weer
feestelijk in werking gesteld. De nabijgelegen taverne-restaurant wordt
momenteel grondig gerestaureerd.
Als
we knooppunt 70 volgen komen we in het waterrijk land te Elshout. De naam
Elshout zou verband houden met de elzenbossen in de buurt. We volgen knooppunt
87. Het infobord bij een waterplas heet ons Welkom aan de Elshoutse Zeedijk
en geeft meer uitleg. In den gekroonden hoed. De Zeedijk werd al in de elfde
en twaalfde eeuw aangelegd als zijkade tijdens de ontginningsperiode van de
Langstraat. Na de Sint-Elizabethsvloed van 1421, waarbij onder andere de
Biesbosch ontstond, werd de Zeedijk versterkt en opgehoogd. Voorbij het dorp
ligt De Schaal tafel. De Schaal tafel staat symbool voor de vruchtbare
opbrengst van de land en tuinbouw in Elshout. Het is onderdeel van het
driedelig kunstwerk. Om en nabij een Tafel (1997, kunstenaar Tine van de
Weyer). In Drunen bevindt zich de Leest tafel en in Giersbergen de Magneet
tafel.
We
vervolgen onze weg op een fietspad over de voormalige Zeedijk(straat).
Slalommend tussen de bomen genieten we van exclusieve vergezichten langs beide
zijden van de dijk. Van mooie schilderachtige landerijen in diverse tinten.
Maïsvelden met nog jonge groene plantjes en tussendoor een waterplas met
talrijke watervogels en waterlelies. De bloemen groeien voornamelijk in
stilstaand en zwak stromend water. De lelies bloeien van juni tot augustus.
Tussen de vijvers staan echte raspaarden te grazen. Een stilleven.
Verderop
hebben we pech. Bij knooppunt 87 is de weg afgesloten. Zelfs de fietsers moeten
omrijden. Oranje signalisatieborden raden aan om route C te volgen. Bij gebrek
aan een ander initiatief doen we dat. We volgen tijdelijk knooppunt 86.
Sluierwolken schuiven voor de zon. De wind maakt het af en toe fris. Hopelijk
wordt de omweg niet te groot. We hebben tot hier toe 17 kilometer gefietst en
het is 11:20u. Bij knooppunt 86 staat het 'gebruikelijke' knooppuntenbord met
een plan van de regio en de eventuele knooppunten die de fietser nog kan
volgen. Nu kunnen we ons beter oriënteren. Vandalen hebben spijtig genoeg
nummers weggekrabd. Het lukt nog net. We besluiten om niet langer route C te
volgen maar in te springen naar knooppunt 85. Daar moeten we toch naar toe. We
laten dan wel de knooppunten 5-4 en 84 achterwege. Bij een driesprong zien we
geen bordje staan en fietsen we gewoon rechtdoor. Maar verderop krijg ik
argwaan. Geen knooppunten-bord meer te zien. Zelfs niet in tegengestelde
richting. Terug naar de driesprong en daar zien we, op de kruising, een klein
paaltje staan zonder bordje. We hadden daarstraks rechtsaf moeten slaan in
plaats van rechtdoor te rijden. Een bord in tegengestelde richting bevestigt
mijn vermoeden.
Oudheusden
grensde vroeger aan de Maas, maar van de oorspronkelijke loop is slechts een
smalle waterloop overgebleven. Het dorp bezit nog twee natuurgebieden met name:
Hooibroeken en Pax. We houden halt bij de Hervormde Begraafplaats van
Oudheusden. Een burgerbegraafplaats met oorlogsgraven van de Commonwealth War
Graves Commission en Nederlandse oorlogsgraven van soldaten die gesneuveld zijn
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Rechts, na de brede inrijpoort staat een
monument dat opgericht werd door de gemeente ter gedachtenis aan de
slachtoffers van 5 november 1944. In dit gezamenlijk graf rusten 134 lichamen
van slachtoffers die vielen toen het stadhuis van Heusden die dag werd
gebombardeerd door de bezetter. Op de gedenksteen staat te lezen: Hier rusten
onze geliefden die de dood vonden onder de puinhopen van het stadhuis dat door
de Duitsers bij hun aftocht werd opgeblazen. Die in de schuilplaats des
allerhoogsten is gezeten die zal vernachten in de schaduw des almachtigen.
De
oude verwaarloosde begraafplaats wordt overschaduwd door enkele stoere oude
beuken. Er ontbreken tal van burgerzerken. De meeste zijn vernield door
vandalisme of door de tand des tijd. Het oudste graf dateert van 19de eeuw.
Talrijke zerken zijn scheef weggezakt, blijven onbekommerd achter terwijl alles
groen kleurt van de boomsappen. Wortels en takken slingeren zich rond de
verweerde zerken. Het lijkt meer op het decor van een horrorfilm dan op een
begraafplaats. De meeste zerken dateren van de jaren zestig van vorige eeuw.
Het onkruid groeit welig. Achteraan rechts vinden we de twee grafzerken van het
Gemenebest. Ze worden duidelijk onderhouden door de CWGC. Het zijn twee Royal
Marines, gestorven in maart 1945. Ernaast rusten de twee Nederlandse
gesneuvelde soldaten. Deze zerken worden niet onderhouden. De tekst is niet
duidelijk leesbaar.
Als
we knooppunt 83 volgen krijgen we opnieuw weidse uitzichten over weilanden en
landbouwgronden. Links nog meer waterplassen. De favoriete plek van talrijke
vogels. Op een relatief kleine oppervlakte vinden ze hier weilanden, hagen en
moerasbosjes. De skyline vertoont een molen. Daar rijden we naartoe. We houden
halt in het prachtige vestingstadje Heusden. Rondom de gemeenteloopt de middeleeuwse ringdijk, die de
inwoners moest beschermen tegen de overstromingen van de Maas. Het grootste
gedeelte van deze ringdijk is meer dan 700 jaar oud en werd opgebouwd met grond
uit de omgeving. Dertig wielen herinneren aan die doorbraken. In de dijken
liggen nog enkele inundatiesluizen, die zowel voor de verdediging als voor de
lossing van het water dienden. Na 1968 werd de stad grondig gerestaureerd. Op
de dijk staan in totaal 17 informatieborden, om te bekijken. We volgen
knooppunt 82 en komen zo bij de molen. Deze molen werd in 1975 voltooid en
wordt tot op de dag van vandaag door vrijwilligers nog regelmatig in bedrijf
gesteld. Wandelend door de schilderachtige straatjes en smalle steegjes
ontdekken we tal van eeuwenoude panden en gevels. Bordjes langs de weg wijzen
ons naar een infokantoor. Het Heusdens Buro voor Toerisme is in het voormalige
stadhuis gevestigd. Het buro doet eveneens dienst als bezoekerscentrum. We
krijgen een plan mee van de stad met de nodige informatie. Tijd voor een
rondwandeling. De vestingstad Heusden is aan te raden vanwege zijn vele
galeries en zijn gezellige terrasjes. Er is altijd wel een plekje voor een
hapje en een droogje. Met honger en dorst kan je de gemeente Heusden niet
verlaten.
Even
verder vinden we 'Etablissement De Contente Mensch'. Een brood en
banketbakkerij met terras. Vier generaties geleden werd in dit pand een
bakkersbedrijf opgericht door de familie Vermeulen. Na een broodje gezond en
een kopje koffie wandelen we door de stadshaven met de oude brug over het
glinsterende water. Oude kanonnen staan schietensklaar op diverse plaatsen rond
de vesting. De prachtige havenpanden passen bij de typische standerdmolens die
rond de haven staan. De eerste walmolen staat bovenop de vestingwal werd
gebouwd in 1971. voor de bouw werd materiaal gebruikt van een oude
standerdmolen uit Lommel. Een jaar later, in maart 1972, werd de molen
opgestart. Een kleine honderd meter verder bevindt zich de tweede molen op de vesting.
Deze molen is echter niet maalvaardig wegens aantasting van het hout door de
bonte knaagkever. De Wiljoboot ligt aangemeerd tegen de wal. Werklui lossen een
vrachtauto en brengen voedsel en drank aan boort van het schip. Vanmiddag staat
er een rondvaart op het programma. Het lijkt ons een unieke manier om de Maas
te verkennen. Het schip is eveneens geschikt voor een gezellige dagtocht of
voor een feestje. De haven van Heusden is steeds van grote betekenis geweest.
De stad wordt in de 13de eeuw tolvrij. De poorters mogen van graaf Floris V van
Holland tolvrij varen. Bij de werken rond de verlegging van de Maas wordt de
oude stadshaven gedempt (1904). In het kader van de totale restauratie wordt in
1968 de oude haven in ere hersteld. De vismarkt is nooit veraf. Ze werd in 1796
op deze plaatsgevestigd waar voorheen
de gevangenpoort stond. In 1357 geeft de graaf van Holland de stad Heusden de
vismarkt. Niemand uit Holland mocht de vis voorbij Heusden brengen. De huidige
visbank 1796 is de vervanging van een overdekte visbank (-markt) uit 1639.
Om
13:30u rijden we vanuit het centrum van Heusden naar knooppunt 83 en vervolgens
richtingknooppunt 82 langs de
scheepswerf. Boven op de dijk fietsen we naast de Maas. Rechts rijden tractors
op het veld. Ze draaien het gras om zodat de andere zijde in de zon kan drogen.
Tussen twee akkers in spotten we twee reeën. We zijn niet de enige die halt
houden en foto's nemen. De dieren komen waarschijnlijk uit het naburige bos en
vinden de weg niet terug. Een wielertoerist houdt ook halt achter ons en neemt
een foto met zijn smartphone. 'Die lopen hier al een tijdje rond', weet hij
te vertellen. Niemand neemt het initiatief om de arme dieren te helpen. Hier
vinden ze zeker geen eten. Groenten groeien genoeg rondom hen. Maar dat lusten
de wilde dieren niet.
De
zon laat het afweten. Er komt een strakke wind opzetten. We rijden op een
fietspad, net breed genoeg om naast elkaar te rijden. Op sommige plekken
proberen boomwortels door het asfalt te breken. We volgen knooppunt 42 naar
rechts en verlaten de rivier. We rijden door Hedikhuizen. De oude
St-Lambertuskerk buiten het dorp heeft alleen nog het schip. Het eenbeukig
kerkje werd in de 15de eeuw gebouwd. De toren werd het laatst in 1939
gerestaureerd maar door de Duitsers in 1944 gebombardeerd. De brokstukken
liggen er nog, maar het onkruid heeft het meeste overwoekerd. In het schip van
de kerk zijn momenteel herstellingswerken in uitvoering. Ik vermoed dat het
kerkje in private handen is. Een gesprek met de huidige eigenaar bevestigd mijn
vermoeden. Veertig jaar geleden kocht een kunstenares het gebouw om er haar
hobby uit te oefenen. Het kwam echter nog meer in verval. Het gezin dat er nu
woont kocht het van de eigenares en beetje bij beetje wordt het kerkschip een
mooie warme woning.
Boven
de inkom staat de datum te lezen van een grote restauratie: '1749'. De eigenaar
laat de crypte ongemoeid. Er bevindt zich nog een oude grafsteen in de vloer.
Wat verder kunnen we een inundatiesluis bekijken. De Hoge Maasdijk, de regionale
waterkering, wordt gekruist door de historische inundatiesluis. Ze werd gebouwd
in 1862 en werd gebruikt om de polders bij Heusden onder water te zetten. Het
doel van deze inundatie was om de vesting Heusden te beschermen tegen een
vijandelijke aanval.
Om
14:30u rijden we het dorpje Haarsteeg binnen. Een gemeente van Heusden. We
maken even een kleine omweg naar 'De Hoeven' (straat). Ter hoogte van
huisnummer 54 werd een laag monument gemetseld met een plaquette in het midden.
Het monument is geplaatst ter herinnering aan de acht bewoners van De Hoeven
die omkwamen bij het neerstorten van een Engelse 'Lancaster' op 17 juni 1944.
Het plaquette werd aangeboden namens de vliegtuigbemanning door Miss
Dorris-Pettit uit Nieuw Zeeland op 17 juni 1994. Achter het gedenkteken groeit
een haag en vooraan werden bloemen geplant.
We
vervolgen onze weg langs de knooppunten. We hebben ondertussen 33 kilometer
gefietst. In de gemeente Vlijmen rijden we niet door het centrum. Moedwillig en
koppig rijden we toch naar de kerk van Vlijmen om een terrasje te doen. De
winkelstraat, in De Akker, heeft geen cafés maar het frituur verkoopt ook
frisdranken en ijsjes. We zetten ons aan een tafeltje op de stoep en genieten
van de verfrissing. Ondertussen slaan we de winkelende passanten gade.
Naderhand verlaten we weer het dorp en volgen knooppunt 75. We genieten weer
van weidse uitzichten met op de achtergrond een bosrijk gebied dat de
'Moerputten' noemt. De Moerputten is een prachtig natuurgebied van circa 119
hectare en wordt onderhouden door het Staatsbosbeheer. De zon is volledig
achter de wolken verdwenen. Bij ons knooppunt draaien de wieken van de Emma
molen. De stellingmolen behoort bij de gemeente Nieuwkuijk. Ze werd gebouwd in
1886 en is nog steeds in gebruik. Hij werd het laatst in 1966 gerestaureerd. De
molen beschikt tevens over een feestzaal en een gezellig terras waar het
heerlijk toeven is tijdens of na een fietstocht. We moeten linksaf om knooppunt
74 te volgen.
Om
knooppunt 33 te bereiken fietsen we langs het Drongelse Kanaal. Een
afwateringskanaal van 's Hertogenbosch naar Drongelen. Het kanaal werd gegraven
vanaf 1907 en werd voltooid in 1911. De zon breekt terug door de bewolking maar
de wind blijft krachtig waaien. Na het dwarsen van het kanaal fietsen we op bekend
grondgebied. Onze volgende gemeente is Cromvoirt. We zijn nog slechts één
kilometer verwijderd van Helvoirt. Om 17:40u staan we terug op de parking van
hotel Guldenberg. Nadat de fietsen op het draagrek staan drinken we nog iets op
het zonnige terras van het hotel. We hebben vandaag 55 kilometer afgelegd. Tot
schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
Dag
2. Dinsdag 7 juni 2016. Na een zalige nachtrust genieten we van een heerlijk
ontbijtbuffet. We nemen er onze tijd voor. Koffie of thee met een croissant,
een glas fruitsap, spek en eieren, verschillende soorten broodjes, kaas, hesp,
salami, enz. Of gewoon een toast met aardbeienconfituur. Er is voor iedereen
wel iets wat hij lust. Door het raam zien we het terras dat heerlijk baadt in
de vroege ochtendzon. De witte kwikstaart komt op het lage muurtje zitten om te
zien of er kruimels op de grond gevallen zijn. Teleurgesteld vliegt hij weer
weg. De tuin met bomen kleurt groen en lonkt ons naar buiten. Vandaag staat er
een wandeling door de Loonse en Drunense Duinen op het programma . Gisteren
hebben we rond het domein gefietst en vandaag wandelen we dwars door het
domein.
Onderweg
vallen er een paar regendruppels maar dat is zo voorbij. Uit voorzorg hebben we
onze opvouw regenjas meegenomen en een lichte trui voor in de bossen. We
parkeren de auto op de parking bij 'Hotel-Restaurant De Rustende Jager'. Het
hotel beschikt over 45 comfortabele en smaakvolle kamers en een diversiteit aan
zaalaccommodatie voor vergaderingen en feesten. Het is 09:10u en ondanks het
vroege uur zitten er op het terras reeds enkele bezoekers te genieten van een
kopje koffie. Misschien de hotelgasten? Een infobord heet ons welkom in het
Nationaal Park 'De Loonse en Drunense Duinen'. We lezen: U bevindt zich hier
aan de rand van het Nationaal Park. In het centrale deel ligt een grote open
stuifzandvlakte, die tot één van de meest uitgestrekte, nog levende
stuifzandgebieden van West-Europa behoort. Hier zijn nog stukken waar de wind
het zand van de ene plek wegblaast om het vervolgens ergens anders in de luwte
weer af te zetten. Dit levende stuifzand is een zeldzaamheid geworden en
daarmee ook de bijzondere dieren en planten die er voorkomen.
Sinds
april 2009 heeft Natuurmonumenten een aantal wandelroutes uitgestippeld:
De Bosch en Duinroute, een groene wandeling van 4km die vertrekt bij restaurant
Bosch en Duin in Udenhout.
De Capucijnenbergroute van 3,5km is een rode gemarkeerde wandelroute die hier
vertrekt.
En de Zwarte Bergroute is een witte wandeling van ongeveer 3,5km die start
vanuit 'Herberg De Drie Linden' in Giersbergen.
Wij
kiezen voor de Capucijnenbergroute die wordt aangeduid met rode pijltjes. Deze
afwisselende wandeling door bos en open stuifzand dankt zijn naam aan de
Capucijnenberg, één van de hoogste stuifheuvels in dit gebied. Vroeger werd
deze zandheuvel veel bezocht door de broeders van het Capucijnenklooster uit
Biezenmortel. Ons foldertje vermeld ook nog dat deze route ons door een fraai,
heuvelachtig bos brengt met dennen- en loofbomen. Afgewisseld met de woeste stuifzand-vlakte
van het natuurgebied waar we kunnen genieten van mooie vergezichten.
We
vertrekken over een asfaltweg, maar dat duurt niet lang en moeten we een bospad
indraaien. Verschillende vogels kwetteren en zingen boven onze hoofden.
Onmogelijk uit te maken welke soorten we horen. Een paar stappen voor ons
blijft een bruine kikker stokstijf zitten te midden van ons pad. We maken een
foto en alsof hij daarop gewacht heeft springt hij vervolgens het hoge gras in
langs de weg. Rondom ons is alles groen. Uitgezonderd de wandelpaaltjes die
bijna al de kleuren van de regenboog vertonen en in verschillende vormen de weg
wijzen: rechthoek, driehoek, vierkant, etc Tussen de hoge bomen is er totaal
geen wind. Als we stilstaan om vogels te spotten worden we aangevallen door een
horde muggen. Onze armen en benen zijn bloot en daar maken die beestjes
dankbaar gebruik van. We hadden beter een lange broek aangedaan en een T-shirt
met lange mouwen. Doorstappen dan maar. Ons bospad ligt bezaait met kleine
dennenappels en -naalden. Daaronder zien we het witte duinzand in de karige
zonneschijn schitteren. Een deel van denaaldbomen wordt gekapt, op die manier kan er meer licht tot de bosbodem
doordringen. Hierdoor krijgen nieuwe planten en (loof)bomen een kans om te
groeien.
Een
kwartier later bereiken we een open vlakte met veel zand en met hier en daar
een boom die voor wat schaduw zorgt. De wortels groeien boven het zand. Voor de
rest zien we alleen maar zand. Veel zand mag ik wel zeggen. Het zand is hier
tijdens de ijstijd door poolwinden in de vorm van een hoge dekzand rug afgezet
en was lange tijd door oerbos bedekt. Het lijkt op de Sahara met een oase van
bomen. Vooral de berk is sterk aanwezig. In de veertiende eeuw werd het bos ten
behoeve van brandhout en landbouwgrond gekapt. De heidevelden die hiervoor in
de plaats kwamen werden begraasd door het vee van de boeren. De heide werd
geplagd en vermengd met mest gebruikt om de akkers productief te houden. De
arme zandbodem van de heide verarmde door afvoer van voedingsstoffen steeds
meer, waardoor de heide zich steeds moeilijker kon herstellen. Er ontstonden
open plekken en de wind kreeg sinds lange tijd weer vat op het zand. In de
negentiende eeuw begon men aan een grootscheepse bosaanplanting. Zo kon het
stuivende zand de omliggende landbouwgronden geen overlast meer bezorgen.
Temidden van de bossen beweegt het zand nog altijd. Het dode hout blijft ter
plaatse liggen. Het dient als schuilplaats voor de talrijke insecten die hier
voorkomen en ze zijn een belangrijke voedselbron voor zeldzame keversoorten en
spechten. De veldkrekel heeft hier een groot leefgebied en er leven diverse
zandloopkevers en bijensoorten, zoals aardhommels en zandbijen. Vogels, zoals
nachtzwaluw, roodborsttapuit en veldleeuwerik treffen we hier aan. De hagedis
profiteert mee van het talrijke voedselbanket.
Het
temperatuurverschil tussen dag en nacht kan tijdens de zomer oplopen tot 50
graden Celsius. Het is hier sterk heuvelachtig en dat gaan we zometeen
ondervinden. De hoogteverschillen in het gebied zorgen dat wind, vocht, licht
en warmte in allerlei gradaties en combinaties voorkomen. In de open vlakte
treffen we planten aan die de barre omstandigheden van het stuifzand trotseren.
Vooral buntgras en zandzegge proberen steeds weer de kop op te steken in het
moordende zand. In de lagere delen is pijpenstrootje het eerste gras dat zich
op het zand vestigt. Waar de grassen voor enige luwte zorgen ontstaan
'korstmossteppen' met Ruig haarmos, bekermos en rendiermos. Deze leggen het
zand goed vast en raken daarna begroeid met heidestruiken of jonge boompjes.
Even opletten hoe we moeten lopen. Je kan langs alle kanten weg. In het open
stuifzandgebied zijn geen paden, er mag overal gelopen worden. Wij blijven onze
rode route volgen. Verdwalen willen we niet. De zon weerkaatst het licht door
het witte zand. In de verte turen is niet altijd evident. Het is moeilijk
stappen in het mulle zand. Ik kan me voorstellen dat je geen vijf kilometer per
uur loopt. We beginnen al vlug te hijgen van vermoeidheid. Halverwege de heuvel
nodigt een bordje uit om het landschap te fotograferen. Een moment om even uit
te rusten. Van muggen hebben we momenteel geen last. De blakende zon en het
aangename briesje houdt de lastige insecten weg. De skyline kleurt groen van de
bossen.
De
sporen in het zand zijn van kleine insecten of heel kleine vogels. De enige
insecten die we zien zijn de bosmieren. In een lange brede rij proberen ze zo
goed mogelijk vooruit te komen. Op weg naar een prooi. Het blijft klimmen en
dalen en we snakken naar een plaats om te zitten. De bewolking is helemaal open
getrokken en de zon straalt aan een helder blauwe hemel. De open vlakte maakt
plaats voor een bosgebied. Plots staan we weer voor een zandvlakte. Nog groter
en heuvelachtiger dan daarstraks.
Dit
moet de Capucijnenberg zijn. De vergezichten zijn prachtig. Met dit weer kan je
eindeloos ver kijken. We beginnen aan de afdaling. De zon begint te branden. We
hebben geen water bij. Truien uit en rond ons middel binden. Het doorkruisen
van het mulle zand vergt veel energie. Na een steile afdaling volgt een steile
klimming. Vanaf beneden zagen we op het hoogste punt een rustbank staan. Een
rustpunt en dat hebben we verdient. Als dat geen fata morgana is! In de verte
zien we een kudde schapen. Om de heidevelden open te houden wordt er een
schaapskudde ingezet.
Het
is rustig en stil. We zien totaal geen andere wandelaars in het gebied. Vanop
de bank hebben we een mooi uitzicht over de Loonse en Drunense Duinen. Alhoewel
we in een open vlakte zitten voelen we geen zuchtje wind. En dat hebben de
insecten ook geweten. Deze keer worden we geplaagd door dazen. We zitten in de
volle zon en normaal smeren we ons in tegen de ultraviolette stralen van de
zon. Maar ook dat hebben we niet bij. Een middel tegen insectenbeten dan?
Sorry, vergeten! Na de rustbank dalen we opnieuw af tot in een loofbos gebied.
Hier groeien nog
karakteristieke
bomen, zoals de ondergestoven zomereiken, die een belangrijke schuilplek voor
dieren vormen. Weer worden we belaagd door muggen. Uitkijken voor boomwortels
die boven ons pad groeien. We dachten even dat de wandeling op zijn einde liep,
maar weer belanden we in een open vlakte. Zand, zand en nog meer zand Het
lijkt wel alsof hier alleen maar stuifzand is, maar als we verder kijken zie we
ook de mostapijten, heideheuveltjes en wortels van bomen die boven het zand
uitsteken. De rust, de ruimte en het uitgestrekte duinlandschap met daaromheen
een grote diversiteit aan natuur is een parel om te koesteren. Natuurmonumenten
heeft er voor gezorgd dat de eentonige naaldbossen zich ontwikkelen tot een
natuurlijk bos. Sindsdien gaat het met de spechten beter dan ooit en is hun
geroffel steeds vaker te horen.
Om
11:00u zijn we terug bij 'De Rustende Jager'. In 1920 was het hotel nog een
kleine boerderij met een zijkamertje waar een borrel of frisdrank geschonken
werd aan de jagers of passanten die even wilden rusten. Aan het eind van WOII
werd de boerderij door de Duitsers in brand gestoken en na de oorlog weer
opgebouwd. Het werd meteen een woonhuis annex café. Niet alleen jagers maar ook
militairen die in de duinen op bivak waren konden een borreltje kopen. Nelly en
Jo werden de nieuwe huurders in 1972. De derde generatie. Het gebouw werd
gerestaureerd en kreeg zijn huidige vorm. In die tijd werden de Loonse en
Drunense Duinen gebruikt als oefenterrein van de militairen. In de jaren '80
van vorige eeuw werden de duinen verboden voor militairen en men zocht een
nieuwe klantenkring. Fietsers en wandelaars vonden hun weg naar bossen en
heide. Tot op de dag van vandaag beheren Jo en Nelly de Rustende Jager.
Het
begint volledig te overtrekken. Dit kunnen ze ons toch niet meer afnemen. Het
terras zit behoorlijk vol nu. We kunnen gelukkig nog een plaatsje bemachtigen.
We bestellen een hapje en een drankje. Het innerlijke moet opnieuw versterkt
worden.
Om
16:00u zijn we terug bij hotel Guldenberg en zetten ons nog even op het zonnige
terras. We genieten van een Guldenbergijs met fruit en besluiten daarna om hier
een wandeling te maken. Hotel Guldenberg ligt in een unieke bosrijke omgeving
van maar liefst 21 hectare eigen grond en grenst daarmee aan het Nationaal Park
De Loonse en Drunense Duinen. We volgen geen route maar slenteren op een pad
door het bos tot bij een grote waterpoel. Een rijke vegetatie siert de oevers
van de spiegelende waterplas. Het gonst er van het leven. Libellen zweven boven
het wateroppervlak. Kleine insecten maken een kringetje op het water als ze
komen drinken. Waterlelies en lisdodden nodigen uit om foto's te nemen.
Achter
ons horen we plots geritsel van bladeren en kraken van takken. Een ree springt
over het bospad en verdwijnt opnieuw tussen de bomen. Twee, drie seconden later
is het weer muisstil. Alsof er niets gebeurt is. Het grootste wild in dit
natuurgebied is het ree. Sinds 1942 deed het zijn intrede in dit domein. Er
leven naar schatting 100 reeën in het gebied.
Na
de verkwikkende wandeling worden we om half zeven in het restaurant verwacht.
We kunnen kiezen uit a la carte dineren of een thema diner. Wij kiezen als thema
het aspergemenu. Nu het nog lente is en de warme temperaturen voelbaar zijn, is
de aspergeoogst van start gegaan. Op de velden, waar asperges groeien, kan
ongeveer acht weken geoogst worden. Daardoor is de verkrijgbaarheid beperkt.
Dus is dit een unieke kans. We starten met een huisgemaakte aspergesoep,
geserveerd met stokbrood. De soep is gloeiend heet maar reuze lekker. Het
hoofdgerecht bestaat uit verse asperges met gegrilde zalm, krielaardappelen,
nootmuskaat, ei en hollandaisesaus. Een aangepast glas wijn mag hier zeker
niet aan ontbreken.
Tot
morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.