Vrijdag 1
mei 2015. We staan op om half acht. Op dat moment is er een helder blauwe lucht
met een matige wind. Een uur later gaat de zon alweer schuil achter grauwe
grijze wolken. De wind wakkert aan en we bereiden ons voor om naar Lelystad te
rijden. Op de Bataviawerf kan je het Bataviaschip uit de film Michiel de
Ruyter zien. Het transportschip uit de 17de-eeuw was een zeilschip dat goederen
en personen vervoerde en was zwaar bewapend met kanonnen. In de jaren 1985-1995
werd een reconstructie gebouwd en deze is te bezichtigen op de Oostvaardersdijk
01-09 te Lelystad.
Als we om
09:15 uur de sleutels van de caravan overhandigen is de bewolking over
gewaaid.Lelystad is de hoofdstad van de
provincie Flevoland. Onze GPS brengt ons op de Oostvaardersdijk 01 tot staan.
Hier is echter geen Batavia te bespeuren. Zelfs een eindje wandelen helpt ons
niet verder. We vragen het aan een plaatselijke bewoner. We moeten een eind
terug, bij de hoge pyloon, op de Bataviawerf. Daar toegekomen kijken we uit
naar een parking. Maar plotseling rij ik terug op de grote baan. We houden het
voor gezien. We rijden naar de jachthaven van Almere. Daar ligt het
Pannenkoekenschip aangemeerd. Een lekkere pannenkoek om de week af te sluiten.
Lucy brengt ons terug de snelweg op.
In nog geen
40 jaar tijd verrees de stad Almere uit de grond. De skyline van moderne
architectuur tekent zich al duidelijk af vanaf de A6. Bij de haven vinden we
een rustige plek om lang te parkeren. De temperatuur in de auto is aangenaam,
maar als we uitstappen moeten toch terug een jas aantrekken. Het is ondertussen
11:30 uur. Flevoland wordt omringd door negentigduizend hectare water. Er zijn
dan ook talloze vaargebieden met mooie aanlegplaatsen. Almere Haven is er één
van. Een wandeling waard. De restaurants aan het water nodigen uit om op het
terras te lunchen of te dineren. In de gezellige havenkom van de haven ligt
restaurant t Pannenkoekschip Johanna, een schip met een bewogen
geschiedenis. Het werd gebouwd in 1939 als motorvrachtschip aan de Roode Vaart
bij Moerdijk. Op de dag van haar proefvaart werd de mobilisatie in Nederland
afgekondigd. Het schip werd daarop verhuurd aan het Rode Kruis, om na een
grondige verbouwing dienst te doen als medisch hulpschip aan het front. Na de
capitulatie van Nederland wist het schip aan vordering te ontkomen door van
onderduikadres naar onderduikadres te varen. Zo heeft het schip zonder een
schrammetje de oorlog doorstaan. De eerste reis na de oorlog was alsnog voor
het Rode Kruis: hulpgoederen vervoeren naar Rotterdam, waar een groot gebrek
was aan alle eerste levensbehoeften. Na een lang leven als binnenvaartschip is
de Johanna verbouwd tot een driemaster zeilschip. Met haar 50 meter lengte en
haar trotse 30 meter lange masten is de Johanna een zeer bijzonder
etablissement sinds 1977. Geopend vanaf 12:00 uur.
We slenteren
in het zonnetje naar het centrum waar toevallig de wekelijkse markt wordt
gehouden. Onderweg passeren we drie muurschilderingen op de zijmuur van een
supermarkt. Het leven in de zee met gekleurde vissen. De ruimte met planeten en
duizenden sterren. Als laatste een polderlandschap met tulpenveld, molens,
bootjes op het water en de hedendaagse hoogbouw van stad Almere. Alles
realistisch geschilderd met personen die net echt lijken. Dan zijn we bij de
kleine knusse markt waar het gezellig kuieren is tussen de kraampjes. We houden
van de gezellige sfeer op een markt en kijken wat hier zoal te koop wordt
aangeboden. Hier kan je terecht voor verse groenten, fruit, etenswaren, vis,
bloemen en nog zoveel meer. De muurschildering Restaurant De Burgemeester tegen
een zijgevel is een verhaal op zichzelf: Toen Almere in 1976 zijn eerste
bewoners verwelkomde viel de stad nog onder het gezag van het Openbaar Lichaam
Zuidelijke IJsselmeerpolders, met aan het hoofd landdrost Han Lammers. Er was
geen gemeenteraad, maar een adviesraad. In 1984 kreeg Almere zijn eerste
gemeentebestuur. Han Lammers wordt burgemeester. Op deze muurschildering zijn
alle burgemeesters tot nu toe afgebeeld. Maar ook de twee secretaressen van de
burgemeester kregen een plaats op de gevel. Als laatste kregen Bob Friedländer
en Henk Kruit een plaatsje op de muurschildering. Bob werkt al vanaf 1980 in
Almere als (pers)fotograaf en Henk was troubadour en journalist. Hij woonde
vanaf 1977 in Almere. Schreef veel artikelen en columns over het bestuur van
Almere. Henk Kruit overleed in 2003.
Na de markt
wandelen we tot bij het kunstwerk van een zilverkleurige dolfijn op een granito
tafel. Op de rand werd een kalender aangebracht die loopt van 10 mei 1940 tot
en met 15 augustus 1945. Een oorlogsmonument op een plaats zonder
oorlogsverleden. Het werd gebeeldhouwd door de kunstenaar Marcel Smink. Langs
de Kerkgracht zien we op het water een grote dames mozaïekschoen op een houten
vlot tentoongesteld. Er nestelt zich een familie meerkoeten tussen de hak en de
zool. Ze hebben veel bekijks. De carillon in de toren, bij de Goede Rede kerk
werd opgeleverd in 1979 met vijftig klokken. Samen goed voor vijf ton. Elk
kwartier klinkt er een melodie over de haven. Over de gevel van de kerk prijkt
sinds 2004 een muurschildering van 17 meter breed dat een Bijbelverhaal
verbeeldt.
We belanden
terug bij de haven. Bij de steiger van het Pannenkoekenschip is een ander soort
boot aangemeerd. Een infobord verschaft uitleg: De Almeerse Botter AM1. De
Zuiderzee had vroeger een geringe diepte. Om toch te kunnen vissen werden
zogenaamde rond- en platbodems ontwikkeld. Deze botter is zon platbodem die vroeger
veel werd gebruikt voor de visserij. Kort na 1900, toen er sprake van was dat
de afsluitdijk gebouwd zou worden, werd de bouw van deze typische
vissersschepen gestaakt. Toch gebruikten de vissers de botter nog tot 1965.
Deze botter, de AM1, is in 1890 gebouwd op de werf van firma Schaap te Huizen.
Van 1920 tot 1955 viste zij op de Zuiderzee. In de periode 1975-1979 werd het
schip totaal gerestaureerd en in het jaar 2000 werd de botter aangekocht door
de gemeente Almere. De botter heeft geen kiel. Om niet door de wind zijwaarts
af te drijven heeft het schip twee zijzwaarden.
Het
interieur van het pannenkoekenschip is smaakvol ingericht, zelfs de menukaart
is in scheepssfeer uitgevoerd. Het schip biedt plaats aan 180 gasten binnen en
70 personen kunnen buiten op het fraaie verzonken terras aan dek. Of je nu
bakboord of stuurboord, midscheeps of in de boeg zit, overal proef je die
typische sfeer van een zeilschip. Het kombuis dat dagelijks geopend is tot
21:00 uur, biedt enkele mogelijkheden. De keuze bestaat uit meer dan 100
soorten ambachtelijke gebakken pannenkoeken. Of je kiest voor het Piratenbanket,
waardoor je zo veel pannenkoeken mag eten als je op kunt. Voor ons is dat
teveel van het goede. Smakelijk.
Van de
dienstjuffrouw krijgen we wat folders toegestopt met informatie over de stad.
De stadsgids is een handig boekje in pocket formaat. Na het voorwoord door de
burgemeester van Almere lezen we enkele cijfers over de stad: De eerste
bewoners vestigden zich in 1976 in de stad, naast 52,4 % land is de stad
omgeven door 47,6 % water. De gehele stad ligt 2 tot 5 meter onder zeeniveau.
Daarna komt de geschiedenis van Almere aan de beurt: Vanaf 4.000 voor Christus
woonden er al mensen waar nu Almere is. Jagers en verzamelaars leefden er in
tenten en hutten, gemaakt van stro en dierenhuiden. Het land wordt overspoeld
door de zee. De bewoners zijn genoodzaakt om naar droge gebieden in het oosten
en zuiden te trekken. In 44 na Christus: De Romeinse geograaf Pomponius Mela
geeft in zijn aardrijkskundige werk het gebied de naam Mare Flevum. Om het meer
wonenRomeinen die tijdens de vierde
eeuw ook de streek moeten verlaten vanwege overstromingen. Na hun vertrek
blijft het gebied onbewoond achter. Ook eeuwen later, in 1686 blijven
overstromingen Nederland teisteren. Noord-Nederland wordt grotendeels
overstroomd door de Sint-Maartensvloed. 1558 mensen komen om. Het duurt tot
1890 als de waterbouwkundige Cornelis Lely een plan maakt voor de afsluiting
van de Zuiderzee. Krap 30 jaar later gaat het parlement akkoord. We schrijven
1932 als de Afsluitdijk wordt gedicht en het IJsselmeer ontstaat. Flevoland
wordt drooggelegd. Men hoopt met het ontstane landbouwgebied het voedseltekort
van na WOI te kunnen opvangen. Ook de Noordoostpolder valt droog. Onderduikers
en pioniers maken tijdens WOII dankbaar gebruik van het nieuwe gebied. In 1944
worden veel onderduikers opgepakt en afgevoerd. Dertig jaar later kampt het
Noordelijk deel van de Randstad met ruimtegebrek. De Rijksoverheid besluit om
een stad te bouwen in de IJsselmeerpolders: Almere. In 1975 worden de eerste
woningen in Almere-Haven gebouwd. Vijf jaar later verwelkomt Almere haar
tienduizendste bewoner. De bouw van het stadsdeel Stad begint. Vanaf 1986 gaat
het snel. Almere passeert de 50.000 inwoners. Er zijn inmiddels drie
stadsdelen: Almere Haven, Almere Stad en Almere Buiten. Verleden jaar, 2014,
vierde men de 30ste verjaardag van de gemeente! Almere is een
volwaardige stad en hard op weg naar de top vijf van grootste Nederlandse
steden.
De gids
vervolgt met nuttige adressen om te overnachten in luxe hotels, in een beach lodge
of op een kampeervlot. Het kan ook bij een local in een Bed & Breakfast, in
je eigen boot of zelfs met een hele groep. Vervolgens komen de bijzondere
locaties aan bod. De hotspots om lekker culinair te genieten. Even uitblazen in
het centrum tijdens het shoppen op de vele terrasjes aan het Belfort of de
Grote Markt. Verder in het boekje vinden we een stratenplan van Almere. Eén
centrum, zeven werelden. Wij terug naar de markt. We vinden echter het
stadhuisplein niet. We spreken een lokale bewoner aan. Dan moeten jullie naar
Almere centrum. Dit is hier Almere Haven. Jullie kunnen best de auto hier laten
staan en het openbaar vervoer nemen. Neem bus 1 tot bij Esplanade. Een twintig
minuten rijden.
We volgen de
goede raad op en rijden met de bus naar Almere Stad. In het centrum van Almere
wanen we ons in een andere wereld. De opzet, waarin zeven pleinen een hoofdrol
spelen, is uniek in Nederland. Ieder plein heeft zijn thema en eigen karakter. Almere
Centrum is de winkelstad met meer dan 400 winkels en is zeven dagen per week
geopend. Almere staat bekend om de bijzondere bouwwerken en gedurfde
architectuur in de stad. Bepaalde gebouwen zijn tentoonstellingen op zich. Op
de Esplanade kan je je helemaal ontspannen. Jaarlijks hoogtepunt is het
Bevrijdingsfestival. Flevoland en de rest van Nederland lopen dan massaal uit
om in Almere de vrijheid te vieren. Ons volgende plein kan je helemaal niet vergelijken
met een ander plein. Hier ontdek je creativiteit, architectuur en cultuur. We
wanen ons voor even op de Times Square of Trafalgar Square. We wandelen voorbij
de megabioscoop van Almere. Sport 2000 heeft een ruim assortiment aan de
nieuwste sportartikelen en sportmode. Met de roltrap worden we naar het Belfort
gebracht. Uitgebreide kunstwerken in mozaïek staan tentoongesteld tussen Chez
Alexander en La Cubanita, een tapasketen met zuidelijke hapjes en drankjes.
Langs de roltrap terug naar beneden, belanden we al kuierend op het
Stadhuisplein. Het middelpunt van het centrum. Alle werelden komen hier samen.
We kijken onze ogen uit door de majestueuze winkels. Dan is het shoppingcenter
van Wilrijk er niets tegen. Vanaf hier slenteren we naar de Grote Markt.
Gezelligheid is troef. De terrassen zitten overvol.
Na het
Stationsplein keren we terug naar de Esplanade. Het is nogmaals twintig minuten
rijden tot Almere Haven. Voor we vertrekken neemt ons bomma nog een laatste
foto van een kunstwerk dat gemaakt werd door Paul de Reus. Een persoon werd
ondersteboven tot de schouders in de grond geplant. Een reuzenbol met honderden
verschillende gezichten steunt op de beide voeten van de persoon. Het kunstwerk
werd onthuld op 26 augustus 2010. Tijd om terug naar België en Ekeren te
rijden. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Fotos: Rina Meurs.
Donderdag 30
april 2015. Vandaag rijden we de tweede tulpenroute. Niet met de fiets maar met
de auto. Er staat nog maar eens een strakke wind. Het is droog met dikke witte
wolken. We stoppen bijna steeds bij een tulpenveld. Bomma fotografeert vanuit
verschillende hoeken de vele mooie tulpenvelden. Ze gaat, indien mogelijk, zo
dicht mogelijk bij de bloemen zonder ertussen door te lopen. Op de foto lijkt
het dan net alsof ze er zelf tussenin zit. Door wegenwerken moeten we omrijden
en belanden we in Bant. Het kleine dorp is ontstaan in 1951 en vierde in juni
2011 zijn zestigjarig bestaan. Een infobord verteld over de korte geschiedenis
van de gemeente. De bantsiliek, de voormalige katholieke kerk, is nu een
openbaar gebouw voor de gemeenschap. Ze doet nog wel dienst als trouwlocatie. Voor
de kerk staat een mozaïek met als thema circus. Het bestaat geheel uit
tulpenkoppen. Het is mooi van ver. Alleen van dichtbij merk je dat het gemaakt
is van tulpen. Een kleurige clown jongleert met ballen op een verhoog. Dit
vrolijke onderwerp leent zich uitstekend voor het gemengde kleurpalet aan
tulpen wat hier in Noordoostpolder rijk aan is. Het geeft de mogelijkheid om
creatief met kleuren te experimenteren.
Verderop laat
ik de auto weer stoppen bij een tulpenveld om mooie fotos te nemen. Ons Rina
heeft weer alle kleuren van de regenboog op de gevoelige plaat kunnen
vastleggen. De tulpenroute loopt nog tot en met 5 mei en verschillende velden
ogen al groen. Een tractor met speciale messen heeft de kopjes van de tulpen
verwijderd. De tulpenkweker verdiend meer aan het kweken van tulpenbollen dan
aan de tulpenbloemen. Nadat de keuringsagent groen licht geeft worden de tulpen
gekopt en kan de bol heel de zomer groeien. Daarna worden ze verpakt en naar
Amerika of Japan verhandeld. Sommige tulpenvelden liggen in het midden van het
polderlandschap. We genieten dan van kleurrijke weidse vergezichten. Ons Rina
navigeert mij aan de hand van het jaarmagazine. Een boekje met een
activiteitenagenda en een evenementenkalender 2015, inclusief een toeristische
kaart met de te volgen trajecten. Ons volgende dorp is Creil. Deze gemeenschap
is nog jonger dan Bant. Er werd met de bouw begonnen in 1953. Ook hier werd de
katholieke kerk herbouwd tot een dienstencentrum. Momenteel zijn er een
huisarts en een apotheker in gehuisvest. Ook de lokale kunstenaar kan hier
exposeren. Bij de protestantse kerk staat ook een mozaïek met als thema het
circus. Vervaardigd met tulpenkopjes. Het stelt eveneens een clown voor die
stiekem de zaal inkijkt of al de stoelen bezet zijn.
Onderweg
naar ons volgende dorp houden we nog enkele keren halt bij de bekende
tulpenvelden. Ze vormen telkens een schitterend schouwspel van felle kleuren in
het polderveld. Elk tulpenveld heeft zijn eigen kleur en vorm. De verschillende
vormen lenen zich perfect voor close-up fotos.
Via het
Espelerpad rijden we Espel binnen. Het ligt op een steenworp van de polderdijk
met daarachter het IJsselmeer. De dorpen worden steeds jonger. Men begon hier
in 1956 te bouwen. In 1962 werd de Una Sanctakerk gebouwd. Het was na het dorp
Hoogvliet de tweede plaats in Nederland waar de Hervormde Gemeente en de
Gereformeerde Gemeente besloten één kerkgebouw te delen: Una Sancta. Een
kunstwerk op de verhoogde berm is van 1976. Jan Kip, de kunstenaar, noemt het
Dukdalf met meeuwen. Het kunstwerk bestaat uit een dukdalf zoals ze nog
steeds in de kanalen en vaarten van de Noordoostpolder kunnen worden
aangetroffen. Er bovenop is een groep vliegende meeuwen uitgevoerd in metaal. De mozaïek sofa is eveneens een
bezienswaardigheid en een mozaïek van tulpenkoppen doet ons hier uitgeleide. Een
close-up van een kind clown die jongleert met enkele ballen.
Om 11:30 uur
zijn we terug bij de caravan voor een middagmaal. Om 14:00 uur vertrekken we
weer met de auto richting Luttelgeest. Tien minuten later stoppen we op de
parking bij de Orchideeën Hoeve in de Oosterringweg 34. Deze professionele
kwekerij van diverse orchideeën bestaat geheel uit glazen serres. We wandelen
binnen in de grootste tropische tuin van Europa. Hier liggen de werelddelen
dicht bij elkaar. We trekken van de ene bestemming naar de ander zonder de
Nederlandse grens te passeren. Met een aangename temperatuur van 21° Celsius is
het aangenaam kuieren op de wandelpaden terwijl we de vier verschillende tuinen
bezoeken. De Tropische tuin is rijk aan bloeiende bloemen en planten soorten.
We vinden hier duizenden soorten wilde en zeldzame orchideeën. De meeste
groeien op natuurlijke wijze op boomstammen. De hangende luchtwortels
onderstrepen het bijzondere karakter van deze planten. Sommige orchideeën
hebben een beetje uitleg nodig. Een infobord staat erbij en we lezen: Lycastes
zijn orchideeën die oorspronkelijk uit Zuid-Amerika komen. In de natuur komen
ongeveer 50 soorten voor. Eén daarvan is de Anguloa die beter bekend staat als
de tulpenorchidee zoals u kunt zien. De Lycaste bloeit in de lente en rust in
de winter. Tip: Zorg voor goed licht. De kleur en de geur van de jungle zorgen
voor het mysterieuze gevoel in het regenwoud. Af en toe wordt er nevel
gesproeid. Het meest zijn we onder de indruk van de Vlinder Vallei. Tussen
enorme rotsformaties fladderen duizenden oogbetoverend vlinders vrolijk rond
langs kabbelende beekjes en kleurrijke nectarplanten. De zang van tientallen
tropische vogels brengen ons naar Australië.
De Lorituin
is een belevenis op zich. Ontelbare Loris vliegen je om de oren. Het zijn
kleine kleurrijke papegaaien die steeds honger hebben. Wie wil kan een bakje
nectar kopen voor 1. Het levert mooie fotos op wanneer enkele papegaaien op
je arm landt en snoept van de aangeboden nectar. De Maleisische tuin ademt de
sfeer van een vissersdorpje in de tropen. Een brug van 20 meter lang vormt de
verbinding tussen de paalwoningen en geeft een prachtig overzicht. Stromende
bergbeken en watervallen monden uit in een vijver met koikarpers. Als ze je
zien of horen openen ze hun bekjes voor voer. De talrijke schildpadden rusten
onder de rode lampen. De Taiwanese tuin, vol invloeden uit Oosterse culturen,
kent een volkomen harmonie tussen mens en natuur. Bij de geïmproviseerde
huisjes werden zitbanken geplaatst die uitzicht geven op bonsai en bomen met
snoeivormen. Een oase van rust. Kinderen genieten nog na in het Mangrovebos.
Een waterrijke binnenspeelplaats. Als afsluiter drinken we in het
café-restaurant een kop koffie met appelgebak. Daarna rijden we terug naar de
caravan.
Het is reeds
over vijven als we de fiets nemen naar het centrum van Emmeloord. Eerst naar De
Deel voor de Poldertoren met beiaard klokken. De voor en achterzijde wordt
beschermd door twee stenen leeuwen. De rest van De Deel is parking, maar nu
staat er een grote kermis. We maken de
fietsen vast in De Lange Nering. De straat van de stad met een mengeling van
bekende en minder bekende winkelketens. De meesten zijn al gesloten. Het is
bijna zes uur. We kunnen nog de C&A binnen, maar als we buiten komen begint
het klokkenspel van de Poldertoren te luiden. Alle winkels sluiten hun deuren.
We rijden terug naar de camping. Tot morgen. Tekst: Luc Verschooten. Fotos:
Rina Meurs.
Woensdag 29
april 2015. We rijden vanaf camping Het Bospad, met de auto, naar Schokland. Schokland,
eiland op het droge, biedt een unieke combinatie van cultuurhistorie en natuur.
Dit voormalige eiland staat symbool voor de strijd van Nederland tegen het
water. Op de parking van Museum Schokland Middelbuurt 3, is plaats genoeg.
Vanaf hier vertrekt onze fietsroute. Het is nog te vroeg voor een museumbezoek,
maar volgens de info ervaar je ter
plaatse, hoe het leven vroeger was en wat het nu is. Al in de prehistorie
werden de eerste bewoners er door het water verdreven. Later vochten de
middeleeuwse boeren en de vissers vanaf hun terpen tegen de stormvloeden en
overstromingen.
Ons bomma neemt
fotos van drie soorten, kolossale, massieve rotsblokken die werden geschonken
door de Noorse gemeente Ringerike in 1980, ter bevestiging van de
vriendschapsbanden. Een oude unieke verweerde boot rust op stelten. Een trapje
onderaan nodigt uit om door een opening in de romp naar binnen te kijken. Omringd
door het geluid van de golven, de roepende meeuwen en de geur van oud hout en
teer vaar je terug naar een stukje verleden. We vertrekken via een smal
fietspad naast het museum richting knppnt 47. Er staat weer een strakke wind,
maar het zonnetje doet haar best. Het waait altijd op Schokland, waardoor het
altijd doet denken aan een eiland. Het is een bijzonder gebied: vrijwel
zesduizend jaar onafgebroken bewoond en nu een eiland op het droge. De oudste
sporen van de mens zijn ca. 10.000 jaar oud. Op het eiland woonden ongeveer 650
bewoners op drie terpen, genaamd Emmeloord, Middelbuurt en Zuidert. Toen er in
1859 geen bestaansmogelijkheden meer waren, werd het eiland permanent ontruimd
door Willem III. De strijd tegen het water was verloren. Door inpoldering in
1942 kwam het eiland op het droge te liggen. In 1984 ontdekten archeologen
menselijke voetafdrukken van de prehistorische mens van ruim 4.000 jaar oud.
De weerman
voorspeldde gisteren dat het voor de middag droog zal blijven. In de late
namiddag kans op een bui. Het weer wordt in ieder geval beter dan gisteren. De temperatuur:
12°C, maar de gevoelstemperatuur ligt een paar graden lager.
Langs ons
pad staan verschillende infoborden waar we beknopt kunnen lezen wat er op
Schokland gebeurde tijdens de voorbije eeuwen. Eén kilometer verder staat links
van ons, op een heuvel, een geschilderd klein houten huisje. Oorspronkelijk
bestond het kleine dorpje hier uit zestien houten huisjes. Door de vele
overstromingen was het leven er onmogelijk geworden. Dit houten gebouwtje werd
op de terp nagebouwd. Door de strakke wind laten we de fietsen niet graag
alleen achter. Als ze omvallen is er beslist schade. Eerst gaat bomma een
kijkje nemen. Daarna is het mijn beurt terwijl moeder de vrouw de fietsen een
beetje ondersteunt. De deur staat open en de ramen hebben plexiglas, in plaats
van gewoon glas. Er is geen interieur. In het huisje wonen enkel en alleen
zwaluwen. Tegen de houten wanden zijn infoborden aangebracht. Een paar meter
voor de houten barak staat de in 2003 gerestaureerde waterput.
De omgeving beneden
de terp is vlak. Braakliggende grond is begroeit met paarden- en boterbloemen.
Hier waait en duwt de wind constant tegen de bomen. Het verwonderd mij dat er
nog bomen zijn met rechte stammen. Onze volgende halte wordt gehouden bij de
kerkruïne van Ens. Hier stond in de veertiende eeuw al een kerkje. In 1717 was
de toenmalige kerk dusdanig in verval geraakt dat hij buiten gebruik werd
gesteld en tijdens een hevige storm in 1825 goeddeels werd verwoest. De ruïne
bleef tot de ontruiming van het eiland in 1859 in gebruik als begraafplaats. Pas
in de eerste helft van de 19de eeuw werd het inmiddels vervallen gebouw met de
grond gelijk gemaakt. Toen in 1859 alle Schokkers het eiland voor altijd
moesten verlaten, bleven de doden eenzaam achter in hun graven. Wat verder
vinden we de resten van een ronde vuurtoren. Reeds in 1618 werd op dit punt
voor het eerst een vuurbaak ingericht. In 1635 werd dan een vierkante, 7 meter
hoge, brandaris gebouwd. Een stormvloed, in 1825, verwoeste met zijn drie
meter hoge golven 26 huizen en de vuurtoren. Een nieuwe vuurtoren werd gebouwd.
Ditmaal een ronde, maar nog steeds werd licht gegeven door met kolen te stoken
tot in 1845. Dan nam de petroleumlamp en vervolgens de gaslamp het werk over. In
1944 werd de vuurtoren weggehaald.
Dan zijn we
bij knppnt 47. De picknicktafels hebben een mooie tekening bovenaan. Een kaart
van Schonkland met de bezienswaardigheden. Op de achtergrond, tussen de bomen,
kleurt de poldergrond rood en roze. Een tulpenveld dat we straks beter zullen
zien. Linksaf op de Palenweg met wind op kop. We stoppen om enkele fotos van
tulpenvelden te nemen. Hectaren groot. Links rijdt een tractor over een
landerij. Machinaal maakt hij kleine maar enorme lange heuveltjes. We zijn er
nog niet uit of er asperge of aardappelen onder de aarde zitten. De tractor laat
een grote stofwolk achter zich.
We dwarsen
de Ramsweg en nemen het fietspad naar boven op de dijk. We blijven niet boven op
de dijk fietsen. Een betonbaantje brengt ons naar beneden, zodat we vlak naast
het water gaan fietsen. Links van ons bevindt zich het Ramsdiep dat ontstaan is
bij de aanleg van de Noordoostpolder. Ontelbare watervogels cirkelen boven ons
hoofd. Ze proberen tegen de wind over het water te vliegen. Het blijft bij een
poging. Alleen de meeuw heeft geen enkel probleem met de wind. Hij komt en
vliegt waar hij wil. Zelfs met onze elektrische fietsen halen we net geen
snelheid van 14 km p/u. Af en toe nemen we een extra ondersteuning.
Na 11 km
fietsen rijden we onder de A6 door en maken een grote bocht zodat we de wind in
de rug krijgen. Niemand die klaagt overigens. Nu halen we bijna een super
snelheid van 16 km p/u. Hier schakelen we onze ondersteuning uit. Zo sparen we
wat energie. We zullen ze nog nodig hebben. Momenteel volgen we knppnt 2 over
de Zuidermeerdijk. Bij Schokkerhaven houden we even halt om langs de jachthaven
te slenteren. Rechts van onze wandelrichting staan enkele vrijstaande en
luxueuze woningen, met uitzicht op de haven en Ramsdiep. De wind heeft vrij
spel op het Marina Schokkerstrand.
Rechts van
ons, aan de andere zijde van de hoge dijk zijn werklui bezig met het bouwen van
windturbines. Ze zijn sterk aanwezig in het landschap en hoe groter de
windmolen, hoe verder ze uit elkaar staan. Drie cilinders staan al recht zonder
hun wieken. Af en toe moeten we over een dierenrooster. De dijken worden
begraasd door schapen. Witte en bruine. Enkele lammeren volgen hun moeder. Het
fietspad is bezaaid met de uitwerpselen van de dieren. In de verte ligt Urk. De
lucht boven de stad is grauw en grijs. Hopelijk houden we het droog.
Om 13:00 uur
bevinden we ons in de jachthaven van Urk. Voor de inpoldering waren Schokland
en Urk twee eilanden in de Zuiderzee. Schokland is Unesco-Werelderfgoed en Urk is
een levendig en karakteristiek vissersdorp. Op de hoek met de Klifweg, staat
het sculptuur van de ijsvlot of ijsvlet. Een ijsvlet is een speciale boot die
100 jaar dienst heeft gedaan. Het kunstwerk werd op 21 april 1994 onthuld. Het
is een eerbetoon aan de bemanningen van deze vlet, die in de dagen dat Urk een
eiland was en in strenge winters, als Urk was geïsoleerd door ijsgang op de
Zuiderzee, de verbinding onderhielden met de vaste wal Kampen en het eiland
Schokland. Op de Dormakade pronkt het monument van de Orka. De naam van het
voormalige eiland Urk wordt op historische kaarten aangeduid als Orc.
Hierdoor gaat men ervan uit dat de naam Urk is afgeleid van de naam Orc. In
1968 is ter ere van het 1.000-jarig bestaan van Urk, een model gemaakt van een
Orca. Deze Orca was na enkele jaren aan vervanging toe , en een nieuw model van
kunststof werd gemaakt. Maar ook deze Orca was gedoemd te verdwijnen. Door een
omgewaaide boom en een hierop volgende brand werd het kunstwerk nogmaals
verwoest. Dit model, op ware grootte, werd onthuld op 18 mei 2013. Het bezit
een fontein, maar spuit niet voor het moment. Tientallen zeilmasten steken
boven de kade uit. De touwen kletteren tegen de houten palen. De nationale
vlaggen staan strak door de wind. We vinden een windvrije plaats bij de
Havenpoort om te picknicken.
We zwerven
vervolgens door de pittoreske oude dorpskern met kleine smalle huisjes in een
doolhof van steegjes. In wijk 2 vinden we het geboortehuis van Appie Baantjer,
gebouwd in 1867. Albert (Appie) Cornelis Baantjer werd hier in september 1923
geboren en was de geestelijke vader van Jurrian de Cock (met c-o-c-k), de
hoofdpersoon in de politieromans van Baantjer. De plaatselijke bevolking weet
niet waar deze woning zich bevindt. Het plaatselijk VVV kantoor weet het wel. Ernaast
bevindt zich het museum Het Oude Raadhuis. Het museum is gevestigd in het
voormalige raadhuis, dat van 1905 tot 1988 dienst heeft gedaan als gemeentelijk
bestuurlijk centrum. In 1988 werd een nieuw gemeentehuis gebouwd en na een
grondige verbouwing kon het oude complex in gebruik worden genomen als museum.
In 1996 werd de visserswoning ernaast aangekocht en gerestaureerd. Deze woning
werd voorzien van een authentiek interieur, zodat een goed beeld verkregen
wordt van een visserswoning uit vroeger dagen. In het museum komt men alles te
weten over Urk in het verleden en heden. De vroegere klederdracht,
scheepsmodellen, visserijmethoden, schilderijen en fotos.
Op het
Wilhelminaplein, in Wijk 3, staat de Bethelkerk. Een gereformeerde kerk met een
enorm groot rond mozaïek in de voorgevel. Op 2 september 1851 werd hier de
eerste kerk gebouwd. Dit gebouw werd echter in 1885 afgebroken en de eerste
steen van het huidige gebouw werd gelegd op 27 april 1885 door de plaatselijke
predikant van de gemeente. Bij enkele
gerenoveerde huisjes staat een oorlogsgedenkteken Ter herinnering Tijdens de
razzia op 18 november 1944 werden meer dan tachtig plaatsgenoten opgepakt en
vanaf deze plek (voorheen de Wilhelminaschool) weggevoerd. Zij mochten na de
oorlog allen behouden terugkeren. Het monument werd onthuld op 15 april 2005. Daarna
houden we halt bij de ronde vuurtoren in de Vuurtorenlaan. Al in de 17de-eeuw
werd op deze plaats een kolenvuur ontstoken ter beveiliging van de vitale
scheepvaartwegen naar Amsterdam en het achterland. In 1699 werd het
verlichtingssysteem uitgebreid met vuurtorens te Marken, Enkhuizen en IJdoorn.
Voor de vuren moesten de schepen op de Zuiderzee jaarlijks belasting betalen,
ten bewijze waarvan ze een bakenloodje ontvingen met een afbeelding van de
Suyderzeese Vuur Bakens en het jaartal. Ontvanger van de vuurgelden was de stad
Amsterdam. In die functie droeg zij de verantwoording voor het toezicht op de
kustverlichting langs de Noordzee en de Hollandse kust van de Zuiderzee (Urk
hoorde toen bij Holland). In 1809 werd het vuurbaken van Urk voorzien van een
olielamp. Deze 18,5 hoge toren werd gebouwd in 1844. Bij de vuurtoren, ongeveer
70m uit de kust, zien we een enorme zwerfsteen met zeewier bedekte rug. Deze
kei werd in de ijstijd uit Scandinavië naar hier gevoerd. De legende vertelt
althans dat de Urker babys uit deze kei komen. Met een bootje moest de
aanstaande vader naar de steen roeien om daar zijn pasgeborene in ontvangst te
nemen. De inwoners noemden de kei: Ommelebommelestien.
Een groot
anker trekt onze aandacht. Een infobord vermeld: Op 14 maart 1959 werd dit
enorme anker 40 mijl NW van IJmuiden opgevist. De bemanning van de UK 11,
schipper H. Brands Rzn, werd hierbij geassisteerd door de bemanning van de UK
66. De schacht van het anker is 5m lang, terwijl de armen met opgewelfde
driehoekige vloeien samen 3m breed zijn. De ankerstok was altijd van eikenhout
en bestond meestal uit twee delen. Deze is nieuw. Op het kruis (waar de armen
en de schacht elkaar ontmoeten) zijn de cijfers 1512 ingeslagen. Of dit een
jaartal is kan niet met zekerheid worden gezegd. Een registratie- of serienummer
lijkt zeer onwaarschijnlijk. Het type komt overeen met bekende 17de-eeuwse en
oudere voorbeelden. Ankers met dergelijke afmetingen kwamen zeker voor rond
1500, toen er reeds sprake was van grote drie- en zelfs viermasten.
We houden
het water links van ons en vinden zo het oudste gebouw van Urk. In het jaar
1711 stortte het dak van de eerste kerk op deze plaats in, hetgeen betekende
dat de toenmalige eilanders genoegen moesten nemen met een tijdelijke noodkerk.
De huidige kerk, 1786 met kerkhof erom heen, is het oudste bedehuis van Urk. Omdat
Urk van 1660-1792 tot Amsterdam behoorde, heeft het kerkje boven de ingang een
gedenksteen met het wapen van Amsterdam. In 1989 werd het Kerkje aan de Zee
grondig gerestaureerd. Het kerkje wordt uitsluitend gebruikt voor trouw- en
rouwdiensten. Achteraan bevindt zich het monument van de Tweede Wereldoorlog.
Op de zerk staan de 13 namen van omgekomen Urkers. Onderaan is een zwarte band
met de namen van omgekomen Joden uit Urk. In de smalle zijstraat,
Monumentenlaan staat het vissersmonument dat op 11 mei 1968 onthuld werd door
de toenmalige koningin Juliana. Op de hoge sokkel staat een vissersvrouw die
achterom kijkt over zee. Rondom haar bevinden 34 marmeren platen met 368 namen
van vissers die hun leven verloren op zee.
Langs de
Pyramideweg verlaten we het centrum. De wind doet minder haar best en zwakt een
beetje af. We volgen knppnt 53. Op de Vormtweg is rechts van ons het Urkelbos
met vakantiepark t Urkelbos. Hier willen
we iets drinken. Bij de receptie zit een jonge vrouw die ons vertelt dat er op
de camping niets open is. Eerst om 16:00 uur vertelt ze. Het is net na drie
en we gaan niet wachten. Verder dan maar. Voorbij de sportvelden rijden we door
het Urkelbos. We rijden door een gemengd loofbos, afgewisseld met donker
naaldhoutbos en natuurrijke open plekken waar wandelaars en fietsers kunnen
genieten. 6,8 km tot knppnt 10. Altijd rechtdoor over een eentonige baan. Bij
de boerderijwinkel Rennes staat de koffie klaar. De boerderij staat bekend om zijn
streekproducten. We zijn de enige bezoekers en kunnen plaats nemen waar we
willen. Na een warme kop koffie/thee met gebak kunnen we er weer tegen aan.
We worden
verwelkomt in Nagele door een liggende stenen leeuw. Nagele is een dorpje in de
Noordoostpolder met uitsluitend platte daken. Zelfs de voormalige
rooms-katholieke kerk heeft platte daken. Het is gerenoveerd tot een museum. Linksaf
op de Akkerstraat. 4,2 km tot knppnt 37. Rechtsaf op de Oud Emmeloorderweg. Nu
is het niet ver meer. Ook aan deze straat komt precies geen eind. Dan rijden we
terug door het Schokkerbos met enkele infopanelen. Om 17:30 uur zijn we terug
bij onze auto. Nog 15 minuten rijden tot bij onze caravan. Tot schrijfs. Tekst:
Luc Verschooten. Fotos: Rina Meurs.