Wij reizen om te leren.

23-02-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mastenbos tijdens WOI

Via het Dienstencentrum “ ’t Bruggeske” vernemen we dat het: “Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) enkele jaren geleden een bijkomend stukje bos aankocht in Kapellen. Het situeert zich tussen de Kalmthoutsesteenweg en spoorlijn 12. Dat stuk, dat aansluit bij het Mastenbos, is niet alleen natuur van de bovenste plank, maar de groene pracht herbergt ook een onvermoede erfgoedschat: een volledige Duitse loopgravenlinie uit 1917 met talrijke bunkers. In het hele Mastenbos gaat het om maar liefst 4,8 km loopgraven. In januari 1918 kreeg de Duitse piloot Leutnant Josef Zimmermann de opdracht om de volledige grensverdediging in de provincie Antwerpen te fotograferen. De foto’s verdwenen na de oorlog in dossiermappen en raakten vergeten. Bijna 100 jaar later, tijdens onderzoek van de Gentse Universiteit en het Koninklijk Legermuseum, doken 53 foto’s uit de reeks op. Een grondige inventarisatie op dit terrein leverde 476 bewaarde militaire relicten op, vooral bunkers en loopgraven. Hun aantal, diversiteit en goede bewaringstoestand zijn uniek voor België en maken van het ensemble een uitzonderlijk stuk militair erfgoed. Na de oorlog bleven de Belgische en Duitse bunkers enigszins verweesd achter. Maar tot vandaag is deze linie volledig bewaard gebleven.                     

In de context van de herdenking van WOI nam ANB het initiatief om samen met de provincie Antwerpen en de gemeente Kapellen dit bos uit te bouwen tot een toegankelijkheid voor het publiek. Dit bezoek is onder begeleiding van een gids, de wandeling duurt anderhalf tot twee uur. De gids vertelt over de loopgraven, de bunkers en WOI, maar ook over de natuur in het Mastenbos. Geïnteresseerd schrijven wij in, samen met Paula en Hubert. Dinsdag 25 november 2014.   

De bunkers in de onmiddellijke omgeving ogen op het eerste zicht nieuw. Alleen de nieuwe picknicktafels plaatsen ons terug in het heden. De bomen hebben al talloze bladeren laten vallen, maar er hangen er nog veel aan. De kleuren bruin en geel domineren het weinige groen op de grond. Nieuwe infoborden vertellen in het kort wat er te zien is: “Het 175 hectare grote Mastenbos is een zeer aantrekkelijk domein omdat het bestaat uit een mooie afwisseling van bos, heide, hooilandjes en jonge bosaanplantingen met elementen van een oud landschapspark. Sommige bunkers zijn uitgerust met een speciaal invlieg gat boven de ijzeren deur. Het is een geliefde overwinteringsplaats voor vleermuizen tussen oktober en maart. Bestrijding van exoten als rododendron, Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik zorgen voor een mooi inheems bos”.  

Om 14:00u stipt begint onze gids (Louis) te vertellen: “De Duitse bezettingsmacht in België wantrouwde de Nederlandse neutraliteit. Ze vreesden voor een geallieerde invasie vanuit het noorden. Daarom begonnen ze in 1916 te bouwen aan een grote verdedigingslinie in het grensgebied met Nederland”.  Met 17 staan we in een halve cirkel bij de verteller. Iedereen is muisstil. Kaarten en foto’s in beschermplastiek worden in de hoogte gehouden. Zijn stem is duidelijk te horen en te verstaan. Niemand wil iets missen, want deze site is uniek. Ook onze gids is daarvan bewust en hij begint zijn relaas over de forten rond Antwerpen.  Een half uur later onderbreekt hij zichzelf en excuseert zich, dat hij zo uitgebreid verteld.

Achter onze gids stappen we naar de dichts bijgelegen Commandobunker. Deze bunker is toegankelijk gemaakt en bevindt zich achter de linies en was oorspronkelijk via loopgraven verbonden met de andere bunkers. Eens afgedaald in de bunker staan we in een centrale ruimte. Drie trapjes leiden ons individueel naar een observatiekoepel. Daarin zit een gat voor een periscoop en een kleine kijkgleuf. Beide kon je vroeger afsluiten met gepantserde schuifluiken. Louis vertelt: –“ De reden van deze bunkers was om een verdediging tegen een eventuele geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland te stoppen. Een inval vanuit Nederland is er nooit gekomen, wellicht ook door de afschrikkende werking van deze aangelegde Duitse stelling. Een vijftiental Duitse bunkers werden gegoten in gewapend beton. Hun voorzijde was gemiddeld één meter dik, de achterzijde veertig tot vijftig centimeter. Vaak was het dak extra bewapend met spoorweg- of tramrails. De kleine toegang was afgesloten met een tweeledige deur zodat het bovenste deel open kon wanneer puin het onderste deel zou blokkeren. Deze deuren  verdwenen en in 1943-1944 werden de ingangen op bevel van de Duitse bezetter dichtgemetseld”.

Verder werden er zorgvuldig betonspatten aangebracht. Die afwerking had een camouflerende bedoeling. Het bobbelige patroon moest de bunker onttrekken aan de zoeker van vijandelijke vliegtuigen. Vier bunkers werden toegankelijk gemaakt voor het publiek. Ze belichten vier verschillende aspecten van de verdediging. De niet opengestelde bunkers werden waar mogelijk vrijgemaakt en ingericht als overwinteringsplaats voor vleermuizen. Louis vraagt uitdrukkelijk om zo stil mogelijk voorbij de bunkers te gaan. We bezoeken achtereenvolgens een machinegeweerbunker die het hele gebied tot fort Ertbrand overschouwde. De volgende is een kanonbunker die samen met een tweede, gelijkaardig exemplaar de hele zone tussen de forten van Ertbrand en Brasschaat verdedigde. –“Maar”, vertelt Louis: “Er werd hier geen schot gelost”. De derde bunker is een rechthoekige manschappenbunker, de grootste in zijn soort. Hij bestaat uit een ruimte om te schuilen en heeft alleen aan de achterkant twee ingangen. De binnenruimte was louter praktisch ingericht, met een nis voor een kacheltje bij elke ingang. Aan elke bunker kan Louis iets unieks vertellen. De loopgraven werden bovenop de grond gebouwd. Daarvoor eisten men burgers op in Kapellen. Zij bouwden de eerste linie, onder dwang. De binnenzijde werd ondersteunt met balken, planken en golfplaten. De loopgraven lopen zigzag tussen de bomen. Langs houten vlotten en bruggetjes belanden we na zo’n 180 meter achter de eerste loopgraven bij de tweede linie. De gebogen wal met drie bunkers zou in het geval van dreiging snel verbonden worden met andere versterkte punten uit de tweede linie. Hier konden de soldaten tot rust komen als ze van het front (eerste linie) kwamen. Een oude zandwinningput en een ven kregen een amfibievriendelijke inrichting. De vijver, hier in het zuidelijke deel van het bos, gonst van het insectenleven en is daardoor zeer aantrekkelijk voor vleermuizen.

Het was een heel educatieve namiddag. Twee uur heeft de gids ons in de ban van WOI gehouden. Bedankt voor het initiatief. Deze site is eveneens individueel te bezoeken. We komen zeker nog eens terug met familie en/of kleinkinderen.

Tekst: Luc Verschooten    Foto’s: Rina Meurs






23-02-2015 om 11:15 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
16-02-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst in Ossendrecht
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Dinsdag 28 oktober 2014. De voormiddag is mistig en fris. Na de middag klaart het op en komt de zon tevoorschijn. Bij een zachte temperatuur van 14°C rijden we naar het noorden. We gaan onze eerste boswandeling van het seizoen maken om te genieten van de eerste herfstkleuren. Over de grens, voorbij Zandvliet, bevinden we ons in de Brabantse Wal. Een waardevol natuurgebied met een oppervlakte van verschillende hectaren. Lucy (GPS) loodst ons naar de parking “Natuurpoort de Volksabdij”, in de Onze Lieve Vrouw Ter Duinenlaan te Ossendrecht. Als blikvanger heeft ‘Natuurpoort’ een metalen sleutel naast de weg geplant. Een reusachtige sleutel van de poort. Deze site maakt deel uit van het netwerk van Brabantse Natuurpoorten, waarvan het netwerk nog wordt uitgebreid in 2016 met 30 locaties. Bij de parking bevind zich Restaurant de Blauwe Pauw met een groot terras en kinderspeeltuin. Nieuw zijn een vlinder idylle en bijenkast. Idylles, percelen in het buitengebied variërend tussen een halve en twee hectare, worden ingezaaid met inheemse bloemenmengsels. Stroken met wilde planten waarlangs vlinders zich kunnen verplaatsen. Zo ontstaat in wegbermen en langs fietspaden een leefgebied voor vlinders en tevens voedselrijke plekken voor bijen. Deze idylles zijn een prachtig leefgebied voor vlinders en bijen.

Aan de overzijde van de parking staat de voormalige Volksabdij te schitteren in de zon. Ze werd ingezegend op 14 september 1936. Aanleiding voor dit alles was de economische crisis eind jaren twintig van vorige eeuw, die in de Zuidwesthoek van Brabant veel armoede en werkeloosheid bracht. Kapelaan Flor van Putte trok zich het lot aan van het steeds maar groeiende aantal werklozen, en begon in 1928 vanuit het parochiewerk in Ossendrecht activiteiten voor de werkloze jongeren op te zetten. Men begon aan de bouw van een jeugdhuis. Onder deskundige leiding leerden de jongens een stiel in de bouw. Anderen werden dan ingezet bij het graven van vijvers, het ontginnen en bebossen van het terrein en het aanleggen van parken en wegen. De abdij groeit met de jaren. De Tweede Wereldoorlog stak echter stokken in de wielen. De abdij werd een noodziekenhuis voor zieken en bejaarden.                

In december 1945 kwamen in de gebouwen en barakken de jongens van 12 tot 14 jaar wiens ouders politiek delinquent waren. Maar eveneens door de rechter geplaatste kinderen kregen hier onderdak en werd de abdij een internaat. In 1982 sluit het internaat en functioneert de abdij als bezinningscentrum tot 2002. Vanaf dan is de Volksabdij bezig te moderniseren en wordt er gewerkt om service en gastvrijheid te geven. De kamers worden gerenoveerd zodat het hotel nu 35 abdijkamers bevat waarin de authentieke atmosfeer bewaard is gebleven. Sinds 2012 staat hier een nieuwbouw van een school. In een tentoonstellingsruimte wordt, via foto’s en tekst, het verleden en heden verteld van de Volksabdij. De receptie is ondergebracht in restaurant De Blauwe Pauw.

Hier is het startpunt van 2 wandelroutes door de natuur. ‘Wandelpad Abdij’ van 2,5km en ‘Wandelpad Pauw’ van 5km. Wij kiezen voor het tweede traject en moeten slechts houten paaltjes volgen met de afbeelding van een witte pauw op een blauwe achtergrond. Groene bladeren domineren nog steeds de bomen. Hogerop worden ze dan geel om bij de kruin van de boom volledig bruin te worden. Er liggen al een massa dorre bladeren op het pad. Tijdens de gure wintermaanden beschermt deze bladlaag de bodem tegen koude en slagregens. Na de winter remt deze laag de uitdroging van de bodem en de ontwikkeling van onkruid af. Uiteindelijk zorgen de volledig verteerde resten voor extra voeding die door de planten wordt opgenomen. De kleine blaadjes van de populier dwarrelen elegant naar beneden. Naast wandelen kan men hier mountainbiken en als ruiter het gebied verkennen. Wortels van bomen groeien bijna bovenop de wandelpaden. Als we niet uitkijken struikelen we. De  rododendron groeit hier overtollig en zal tijdens de lange wintermaanden al het groen overheersen. Er moeten nog veel bladeren vallen. Eens het begint te vriezen gaat het sneller. Vannacht worden nog temperaturen voorspelt van 11°C. Het is even wennen aan de wandelpaaltjes met logo. Er wordt nooit vooraf bekend gemaakt als je moet afslagen. De paaltjes staan steeds achter de hoek. Al dan niet duidelijk zichtbaar. Het is dus bij elk kruispunt aangeraden scherp links- en rechtsaf te kijken. Voor je het weet loop je verloren. Sommige paden zijn heel modderachtig. Zelfs met stevig schoeisel is het uitkijken dat je niet tot je kousen wegzakt. Het is nochtans al enkele dagen droog gebleven. Ons Rina houdt van het groene mos. De grond ruikt naar rotte bladeren en natte aarde. De zonnestralen tussen de bomen zorgen voor unieke foto’s. In de zijbermen vinden we af en toe mooie paddenstoelen. We zoeken telkens de vliegenzwam. Hij laat zich echter niet spotten. De grond is er misschien niet geschikt voor. De varens tussen de bomen zijn nog groen. Het bos heeft een mengeling van loof- en dennenbomen. We zijn ondertussen ver weg van drukke banen. Hoog boven ons horen we de standvogels zingen. Na het bladerdek op het wandelpad is het de beurt aan dennennaalden en –appels. In verschillende soorten en maten. We blijven stokstijf staan als we voor ons, een meter of tien, drie of vier vinken op het pad zien zoeken naar zaadjes of kleine insecten. Als we proberen te naderen vliegen ze tussen de bomen weg.

De Brabantse Wal is heuvelachtig en dat ondervinden we al snel. Het wordt klimmen en dalen. We krijgen het er warm van. Als we verder het bos binnendringen wordt het muisstil. We wanen ons tijdelijk alleen op de wereld. Hier vinden we nog modderpoelen. Het water dringt de grond niet meer in. Een van de bosvijvers die we langs wandelen is groen geworden van de algen. ‘Jeugdvisvijver H.S.V. Het Spanjooltje Woesdrecht’. De visvijver werd officieel geopend op 28 september 2005. Aan de overzijde horen we tientallen kinderen roepen en krijsen. Hoewel het herfstvakantie is worden kinderen opgevangen, zodat de ouders kunnen blijven werken. Na de vijver volgt een open plek. Aan de wortels te zien werden hier een klein honderdtal bomen gerooid. Twee of drie dennen is men vergeten. Hopelijk worden er nieuwe geplant. We zien geen wandelpaaltje, dus stappen we rechtdoor. Een breed omgewoeld modderig pad ligt voor ons. Een tractor met oplegger heeft hier af en aangereden om de bomen op te laden. Moeten wij hier echt door? Ik zie nergens anders een paaltje en we beginnen aan onze tocht door het modderig pad. We lopen zoveel mogelijk in het spoor van de banden. Alleen als er water in staat zoeken we een weg tussen de bomen. De onzekerheid weegt het zwaarst. Lopen we juist of niet? In de verte rijdt een tractor voorbij ons pad. De boosdoener. Aan de T-splitsing zien we geen bordje staan. Linksaf kunnen we niet. Een grote bulldozer laadt zwarte bosgrond op de oplegger van een zware tractor. Rechtsaf dan maar. Bij een houten bareel, die een zijpad afsluit kunnen we zitten en een kopje koffie drinken. Rechts van ons modderig pad staat een wandelpaaltje, maar zonder logo. Het is toch al iets. Welke wandeling we nu doen is ons compleet een raadsel. Een alternatief hebben we niet. Ons pad blijft modderig. Alles is stuk gereden door de zwaar beladen tractor.

Na enkele minuten blijkt dat we nog steeds op onze “Pauw” wandeling stappen. We hebben eveneens een moddervrij pad. Meer moet dat niet zijn. Nu eerst valt op dat dit bos door de natuur is gevormd. Momenteel stappen we door een dennenbos. Een tapijt van naalden dempen onze stappen. Dan vinden we toch onze rode paddenstoel. Met enkele witte stippen. Het blijft klimmen en dalen. De paden worden smaller. Achter elkaar moeten we verder. Tussen de dennen groeien de sierlijke berkenbomen. De berken domineren een stuk bos. Hun wit grijze ranke stam kaarsrecht de hoogte in. Naar mijn gevoel is het niet ver meer. We horen opnieuw wagens rijden. Op het volgende T-stuk weer geen wandelpaaltje. We veronderstellen dat we linksaf moeten. Zeker zijn we niet. Gelukkig komt een ouder koppel ons tegemoet. We vragen naar restaurant “De Blauwe Pauw”. Ons zesde zintuig werkt optimaal. Enkele minuten later zitten we aan een tafeltje van het restaurant met een streekbiertje. Een Stout bier dat voor het eerst gebrouwen werd in Londen heeft een diep donkerbruine, tot zwarte kleur. Door zijn branderige bittere smaak heb ik er na enkele slokken al genoeg van. We hebben er zelfs honger van gekregen. Tot schrijfs.                                           Tekst: Luc Verschooten    Foto’s: Rina Meurs.


16-02-2015 om 09:16 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
>> Reageer (0)
09-02-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dodendraadroute Heide-Kalmthout-Essen

Fietsknooppunten: 25-80-89-37-30-81-24-14-23-82-58-70-71-75-71-72

Zondag 24 augustus 2014. Het is net half acht geweest. De zon schijnt zoals de weerman gisteren beloofd heeft. Voor het moment is er geen wind. Maar of het de hele dag zo gaat blijven? Daar heb ik mijn twijfels over. Alles is nat van de ochtenddauw. De temperatuur wijst buiten 13° Celsius aan. Volgens Frank wordt het beslist 20° Celsius met een wolkenloze hemel. De lucht is momenteel helder blauw. Meer moet dat niet zijn.

We parkeren de auto, op de parking, naast de sporen van Heide-Kalmthout. Essen en Nieuwmoer verkeerden tijdens WOI in een bijzondere situatie. In april 1915 besloot de Duitse legerleiding om België hermetisch af te sluiten van Nederland door middel van een elektrische draadversperring. Omwille van de grillige loop van de noordelijke landsgrens werden Essen en Nieuwmoer afgesneden en liep de versperring volledig over Kalmthouts grondgebied. We fietsen vandaag langs enkele vergrote foto’s uit WOI. De authentieke opnames schetsen een beeld van het dagelijks leven ten tijde van deze gruwelijke periode. Hier op de parking vinden we fotodoek 17. We lezen: “Dennenbossen. In het najaar van 1917 werden in opdracht van het Duitse leger de meeste dennenbossen in Heide en Kapellenbos gerooid. De boomstammen werden op de los- en laadkade aan het station van Heide verzameld, op maat gezaagd en op de trein geladen. De geladen wagons werden eerst richting Essen getrokken en vervolgens gekoppeld aan de trein richting Antwerpen. Begin 1918 was veel van het bruikbaar hout uit onze dennenbossen verdwenen en stelden veel eigenaars vast dat hun bos verdwenen was”.

Vervolgens gaan we tot bij het stationsgebouw, waar fotodoek 16 hangt: “De Duitsers hadden de spoorweg volledig in handen. Een aantal soldaten was belast met de bewaking van het station in Heide. Deze oudere ‘Landsturmers’ waren gezien hun leeftijd niet meer geschikt voor het frontleven. Ze stonden onder andere ook in voor het politietoezicht in de gemeente, het postverkeer en voor het onderhoud van de elektrische draad. Ze verbleven in de omliggende hotels. De gemeente Kalmthout betaalde 1,25 frank per soldaat voor hun kost en inwoon”.

Het stationsgebouw van Heide werd in gebruik genomen in 1897. Een gedeelte werd na renovatie een Brasserie-restaurant. Op het terras vooraan zitten enkele wandelaars en fietsers te genieten van het zonnetje. Er is nog een loket aanwezig in het station. Er hangen enkele oude vergrote foto’s van het station aan de muren. Spijtig, er staan geen jaartallen bij. Terug buiten worden we geconfronteerd met het “monument van de Erkentelijkheid” dat voor het station werd geplaatst voor de bevrijders van Kalmthout in 1944. Het kleine monument, aan de overzijde, op het groene plein met bomen is van Moeder Kee (Anna Cornelia Teysen). Ze werd geboren in 1859 en runde de herberg ‘Cambuus’ aan het eind van de 19de eeuw. Het was toen niet meer dan een houten barak, doch menig kunstenaar heeft er overnacht. De houten keet voldeed tot in 1920. Moeder Kee stierf in 1937. Het hoge standbeeld werd ingehuldigd in juni 2012.  

Gazet van Antwerpen geeft dit jaar verschillende oorlogskranten uit van WOI. Regelmatig lezen we kleine artikelen over “Den dodendraad”. Ze zijn gelukkig niet van deze regio, maar wil er toch de gruwel niet van onthouden. Ik lees:  “De Belgische Standaard” van “Zondag 24 en Maandag 25 Oktober 1915”. ‘Aan de grens: De belg Siméon uit Vlijtingen, die in den nacht van 12 op 13 Oktober door de Hollandsche grenswacht bij Oud-Vroenhoven aangeschoten, en zwaar gewond naar het gasthuis van Maestricht werd overgebracht, bevindt zich nog steeds in zorgwekkenden toestand, hoewel herstel niet uitgesloten is. De man trachtte een partijte bloem en wat zeep uit te voeren’. “Den Dodendraad” spaarde niemand. Ik lees het volgende in dezelfde krant: ‘In den electrischen draad bij Oud-Vroenhoven werd het lijk gevonden van een man. Aanstonds bedekten de Duitschers het met een zak, een sterke wacht werd bij het lijk geplaatst, in afwachting van militaire overheden. Men vermoedt dat de ongelukkige een Duitsch deserteur is. Zekerheid omtrent den persoon kon niet worden verkregen’. Ook in “Klinge” gebeuren ongelukken met “Den Draad”: ‘Dinsdagnacht vond een Nederlandschen soldaat, die op wacht stond nabij het Belgische station Klinge, den dood door aanraking met den electrischen draad. Het slachtoffer is een Fries, genaamd Oberman, vader van twee kinderen’.

We rijden voorbij de St-Jozefschool in de Guido Gezellelaan. De vrije Gesubsidieerde Basisschool van Heide dateert uit 1930. Links en rechts van ons groeien nog loofbomen. Onder het bladerdek is het nog fris. Het fietspad is nog kletsnat. Af en toe vallen er nog dauwdruppels naar beneden. De zon krijgt geen kans om met zijn warme zonnestralen door het bladerdek heen te dringen. We fietsen de Withoefse Heide in. Het gebied kreeg die naam van de laatste hoeve die hier stond in 1780. Toen eigendom van de abdij van Tongerlo. Dit natuurgebied vormt de bufferzone voor de Kalmthoutse Heide en is onder begeleiding van een gids te bezoeken. Het is voornamelijk een bosrijk gebied, maar men vindt er toch ook de plaatselijke heide. Langs een smal grindpad gaat het rechtdoor. De steentjes springen onder onze banden alle kanten op. Naast het pad is het modderig en is zeker geen alternatief om te fietsen. Je schuift er gemakkelijk op uit. Een infobord heet ons welkom in het natuurreservaat Kalmthoutse Heide. Het gebied strekt zich uit tot over de Nederlandse grens. Het uitgestrekte Kempische heidelandschap is samengesteld uit, duinen, heidevelden, bossen, vennen en weilanden. Op dit stuk van Kalmthout hebben we nog nooit gefietst. Kraaien en roeken zijn de enige vogels die we horen. We houden halt bij “De Vroente”, gelegen aan de rand van het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide. Hier bevindt zich het centrum voor natuur en milieu, Dienst Toerisme en in het bijenmuseum kan je de evolutie van ei tot insect beleven. Vooral de doorzichtige bijenkassen trekken enorm de aandacht. Vanaf hier begint ook de striproute. Suske en Wiske staan rug aan rug op een boomstronk. Ze wachten op de goede fee die hen, net als Pinokkio, levend zal maken. Het is geen toeval dat onze striphelden hier staan. Willy Vandersteen woonde en leefde in Kalmthout van 1966 tot aan zijn dood in 1990.

Bij het kanon lezen we de info: “Dit uniek en zeldzaam oorlogsmonument is een origineel 90mm luchtafweerkanon. Eén van de kanonnen die op het einde van de Tweede Wereldoorlog stonden opgesteld aan de Kalmthoutse Heide. Kalmthout herdenkt hiermee de geallieerde soldaten die tijdens de winter van 1944-45 dit afweergeschut bemanden.   Het kanon maakte deel uit van het ‘anti flying Bomb command Antwerp X’ onder bevel van de Amerikaanse brigadegeneraal Clare Armstrong. De kanonnen stonden opgesteld in een gordel ten noorden van Antwerpen, met als doel het neerhalen van de Duitse V-bommen die afgevuurd werden op de Antwerpse haven en op de stad zelf. Dit luchtafweerkanon is een bruikleen van het Koninklijk Museum van het leger en de Krijgsgeschiedenis. Opgericht als monument in 2008”.

We dwarsen de drukke Putsesteenweg en rijden opnieuw de Kalmthoutse Heide in. Hier staat fotodoek 18: “Mont Noir. De Joodse diamantair Bernsohn had vlak voor de oorlog grootse plannen om in de Kalmthoutse Heide op de Mont Noir een pretpark in te richten. In 1912 begon hij met de aanleg van een spoorlijntje om de toeristen gemakkelijk ter plaatse te krijgen. In 1914 was het lijntje voltooid maar WOI maakte een einde aan al zijn plannen. Zelf vluchtte Bernsohn naar het buitenland”.

We slaan rechtsaf om route 25 te blijven volgen. Vanaf hier zien we de heide bloeien. Andere kleuren zijn er niet meer te zien langs de kant van de weg. Het onkruid staat heel hoog of wordt overwoekerd door de zwarte- of rode braambessen. De Kalmthoutse Heide is een Vlaams natuurreservaat en één van de oudste beschermde landschappen. Bij knppnt 80 stoppen we aan fotodoek 19: “De wijk Kalmthoutse Hoek, nu Essen Hoek, was door den Doodendraad afgesneden van Kalmthout en werd bevoorraad vanuit het station in Kalmthout. Een vracht met meel, zout of andere waren werd met paard en kar langs de Verbindingsstraat naar Kalmthoutse Hoek gebracht. Duitse soldaten controleerden de goederen en staken hun bajonetten in de zakken om de inhoud te controleren en haalden er waren uit voor henzelf”.

De kleuren die boven het gras uitsteken zijn blauwe en oranje nutsbuizen. Ze dienen voor aardolie- en aardgasleiding onder hoge druk. We fietsen vervolgens tussen de grote villa’s. Het zijn statige gebouwen met hectaren grond omheen. De maïs heeft zijn hoogste stand bereikt. Zelfs vanop de fiets zijn de velden niet meer te overzien. Op de weiden liggen de ingepakte rollen hooi te wachten om opgeladen te worden. Nu fietsen we in het zonnetje. Het is eens zo aangenaam.

Ik lees in de oorlogskrant een artikel uit Oost-Vlaanderen, een klein dorpje bij de Nederlandse grens: “Vrij België van Vrijdag 3 December 1915”. ‘Watervliet. Aan den elektrischen draad. Een haas was tegen de elektrische draadversperring aangelopen en door den stroom gedood. Een Duitsche schildwacht, die het beest wilde wegnemen, is eveneens door de elektrische strooming neergebliksemd’. Tot zover het bericht.

We rijden verder op asfalt. Heel wat aangenamer dan grind. Terug tussen bomen die nauwelijks zonlicht doorlaten. Het is druk geworden. Fietsers, wandelaars, joggers, honden die hun baasje uitlaten. En last but not least zijn er de wielerterroristen. Met tientallen zoeven ze voorbij. Roepend en fluitend om plaats te maken. Natuurpunt heet ons:   “Welkom in het Stappersven”. Een deelgebied van het grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide. Vanaf hier maken we kennis met een mozaïek van bos, ontveende moerassen, paarse droge en natte heide. Fotodoek 20 staat bij Parking Zuid: “Keetheuvel. Den Doodendraad liep dwars door de Kalmthoutse Heide. Duitse soldaten bewaakten de versperring vanuit de houten barak op de Keetheuvel. Op het kruispunt van de Verbindingsweg en de elektrische draad was er een bewaakte doorgang. Deze verlaten, bosrijke streek bood aan een aantal durvers de mogelijkheid om door de draad te kruipen door middel van een houten geïsoleerd raampje. Zo werden vluchtelingen en brieven naar Nederland gesmokkeld. Daarbij werden regelmatig Duitse soldaten omgekocht”.

Daarna houden we halt bij de Pluisvenvijver links van ons. Enkele zitbanken nodigen uit om een meegebracht kopje koffie te drinken. Het is hier stil en vredig. We bevinden ons echt in een oase van rust. Zelfs geen eend of gans zwemt in het water. Zelfs het “waterkieken” laat zich niet zien. Aan de overkant van de vijver groeien talrijke berkenbomen. De wit grijze stammen veroverden de heuvel en domineren de volledige oever. We fietsen weer verder op ons asfalt pad in het zonnetje, terwijl we nog steeds knppnt 89 volgen. Rechts in de verte weer talrijke berkenbomen. Een “zee” van wit grijze stammen. Links en rechts is het domein afgebakend met schrikdraad of prikkeldraad. Verderop, meer naar het zuidwesten fietsen we langs de ‘Drielingvennen’.  In de middeleeuwen werd hier turf gestoken. Rechts, tussen de stammen van de bomen zien we het zonlicht in het water van de Stappersvenvijver schitteren. Bij de ingang van het pad naar de vijver staat een infobord. Vanaf hier kan men wandelen tot bij de vijver. Deze waterplas maakt deel uit van het gebied Stappersven-Kalmthoutse Heide en het grensoverschrijdende natuurgebied Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide. Hier staan talrijke stammen van bomen zonder kruin en takken. Een goeie drie à vier meter hoog. Het gebied ontsnapte niet aan de brand van 25 mei 2011. In totaal werd 600 ha natuurgebied in de as gelegd.

Nog een artikel vanaf de grens. De reporter zag er de grap van in: “De Belgische Standaard van Zaterdag 16 Oktober 1915”. ‘Smokkelbaby. Dezer dagen arriveerde aan de grens een vrouw met een kinderwagen, waarin een slapend kindje lag. Bij onderzoek door de grenswacht bleek echter, dat de <lieve kleine> bestond uit meel, rijst enz. Voor het hoofdje zat een masker. Natuurlijk werd de slaap van het teeder wichtje wreed gestoord!’

De Nolse Duinen, waar we nu door fietsen, is een laagveengebied waar ooit veel turf gestoken werd. Vlakbij ligt de ‘Zwarte Duin’, nu de Nolse Duinen genoemd. Links de Biezenkuilen. De naam werd gegeven naar de plantengroei die men in het ven vindt.  Tussen de verschillende loofbomen bloeit weelderig de rode lijsterbes. Weer houden we halt om foto’s te nemen van een heidevlakte die baadt in het zonlicht. Bovenop een heuvel staan zes fel gekleurde korven voor bijen. In de verte staan enkele runderen te grazen. Ik gok op Galloways. Ons Rina trekt er alleen op uit om de beestjes voor het nageslacht vast te leggen. Soms moet men offers brengen. Iemand moet de zware taak op zich nemen om bij de fietsen te wachten. Na enige tijd komt ze licht hijgend terug: “Het was verder dan ik dacht” vertelt ze. “Ook schapen staan daar met tientallen te grazen” weet ze nog te vertellen voor we verder rijden.

Verderop zijn we in het centrum van Hoek. Een klein dorpje van Terneuzen. Onze eerste kapel is op de hoek van de Achterste Hoevestraat en de Verbindingsstraat. Gebouwd in rode baksteen met puntdak. In de nok werd eveneens een beeldje geplaatst. Twee kleine zijraampjes en een houten deur met glas zorgen voor voldoende lichtinval. De kapel is mooi onderhouden maar heeft een sober interieur. Er komt meer bewolking opzetten. Ook de wind laat zich voelen. We rijden de grens van Nederland over en worden onmiddellijk omgeven door weilanden met koeien en paarden. Hier wacht fotodoek 21: “Smokkelen. Om de grensposten te bemannen, werden oudere Duitse soldaten ingezet, of mensen die niet geschikt waren om naar het front te worden gestuurd. Samen met de Nederlandse militairen en douaniers bewaakten ze elke mogelijke doorgang van België naar Nederland. Dit om het smokkelen en het vluchten van kandidaat soldaten tegen te gaan. In grenspaal 247 zie je nog kogelgaten op de plaats waar een smokkelaar van ‘bukvet’ werd neergeschoten. Bukvet was erg gegeerd tijdens WOI”.

Het huis op het infodoek, dat als achtergrond dient voor de twee Duitse soldaten, gelijkt sterk op de woning achter de fotodoek. De gelijkenis is treffend. Mits enige aanpassingen is het natuurlijk mogelijk. Vlakbij, aan de overkant, staat grenspaal 247. Geplaatst in 1843.

Uit de oorlogskrant “De Vlaamsche Stem van 24 Juli 1915” ‘Aan de Nederlandsch-Belgische grens. Men meldt uit Ossendrecht aan de N. Ct.: De Maandag aangeschoten smokkelaar D. is gisternacht aan de gevolgen overleden. De samenkomst aan de grens aan de Duitsche draadversperring is door den Duitschen commandant verboden, men moet dertig meter van de draadversperring verwijderd blijven. De oorzaak hiervan is, dat in de laatste dagen eenige vrouwen trachtten door te dringen, een harer werd j.l. Maandag gearresteerd. Gisternacht is andermaal, tussen Ossendrecht en Santvliet, een man aan den electrischen draad blijven hangen; het lichaam was geheel blauw’. Tot zover het bericht.

We bevinden ons in Noord-Brabant. We rijden het centrum van Huijbergen in. Het dorp behoort tot de gemeente Woensdrecht. Een groot gedeelte van het dorp, waaronder het klooster en de kerk, werd in 1944 verwoest door terugtrekkende Duitsers. Het is braderie en kermis vandaag. Ons Rina is niet te houden. We gaan over de markt nadat we de fietsen bij het klooster hebben vastgemaakt. Grijze wolken pakken zich samen. We gaan nog nat worden. Bij de bibliotheek staan twee legervoertuigen tentoongesteld. Netjes opgeschilderd en gewassen. Er staat zelfs een legerjeep te koop. De luchtmacht viert dit jaar zijn 100 jaar Militaire Luchtvaart. Een vrachtwagen met lange oplegger wordt open gesteld voor het publiek. Vanaf 12 jaar mag je hier met een straaljager Flight Simulator door de lucht zoeven. De jeugd staat massaal te drummen om als volgende aan de beurt te zijn. We wandelen tot bij het voormalige Wilhelmieten klooster waarvan slechts het poortgebouw uit 1610 overblijft. Na WOII werd het klooster heropgebouwd. Het internaat werd gemoderniseerd en omgebouwd tot appartementen. Het klooster werd een museum. Ernaast bevindt zich nog steeds de begraafplaats. Een zerk vermeld de naam: “Toon van Eekeren. Geboren in 1916 en overleden in 1992. Links de grote kapel. Alles is afgesloten. We wandelen naar de tuin aan de achterzijde. Twee grafzerken liggen hier op de keien. De tekst is helemaal verweert en onleesbaar. Het jaartal 1757 is met ijzers uitgebeeld op de gevel. Rechts in de hoek is een school ondergebracht. Een oude waterpomp siert de tuin. Vervaardigd in arduin met bronzen kraan en een zwart geschilderde hendel.

Om 12:10u verlaten we het centrum van Huijbergen. Voor even toch. We rijden door een bebost gebied. Er vallen enkele druppels regen. Als we onze regenjassen aantrekken, is het alweer over. De zon schijnt terug maar de bewolking lost niet op. We volgen nog steeds knppnt 37. Bij een grote manege met aangebouwd restaurant begint de Brabantse Wal. Vroeger was een deel van de Brabantse Wal bedekt met veen. De veenlaag werd weggestoken en gedroogd tot turf. Nu heeft de regio een afwisselend landschap met bossen, kreken, landgoederen en plotselinge hoogteverschillen. We genieten van de vele vergezichten. We slaan rechtsaf en rijden terug het centrum van Huijbergen in. Bij knppnt 37 moeten we knppnt 30 volgen, maar daar is niets van te zien. Knppnt 60 is linksaf en knppnt 31 is rechtdoor. Op het knooppuntenbord hebben vandalen de cijfers weggekrabd. We oriënteren ons door middel van ons plannetje. Rechtdoor richting de molen is de enige optie. Nu begint het pas echt te regenen. We gaan te voet langs de markt tot de kerk. In het voorportaal van de O.L.V. Hemelvaartkerk van 1952 schuilen we voor de pletsende regen.  Na een tijdje regent het iets minder hard en besluiten we verder te rijden tot bij de stenen bergmolen Johanna. Aan het volgende kruispunt hangt een bordje met knppnt 30. Begrijpen wie begrijpen kan. De molenaar is bezig de houten kop van de molen in de juiste windrichting te draaien. We mogen de molen bezoeken. We zijn de enige belangstellende: “De bergkorenmolen ‘Johanna’ (1862) houdt de herinnering levend dat de zoektocht naar energiebronnen al meer dan eeuwenoud is. De molen werd in 1966 door de toenmalige gemeente Huijbergen gekocht, opgeknapt en gerestaureerd. Op 10 mei 1975, nationale Molendag, werd de molen weer in werking gesteld. De molen die nog regelmatig draait, geniet het predikaat ‘rijksmonument’”. In 1999 werd de molen voor het laatst hersteld.

De brochure toont ons dat we op Nederlands grondgebied rijden langs een stuk Belgische grens. Vroeger, tot 1996, was dat duidelijk te zien aan een douanehuisje, een rood wit bareel, prikkeldraad en uiteraard aan een douanier. Vandaag de dag is daar echter niets van te zien. Alleen de grijze grenspaal 246 is de enige stille getuige van het leed dat hier gebeurde. Een infobordje leert ons: “Ieder monument of monumentaal object vertelt zijn eigen verhaal. Deze grenspaal (246) is na de onafhankelijkheidsstrijd tussen België en Nederland in 1843 geplaatst. Op 29 februari 1904 is de originele grenspaal voor de verkeersveiligheid en ter voorkoming van diefstal bij een wegreconstructie neergelaten tot diep onder het wegdek. Precies 100 jaar later, op 29 februari 2004 is de grenspaal weer zichtbaar gemaakt en op korte afstand herplaatst van de plek waar hij eerder werd ingegraven. Het daarbij behorende proces-verbaal is getekend door de burgemeesters van Essen, Kalmthout en Woensdrecht. Op dat –werkelijke grenspunt- is nu nog een roestvrijstalen bus in het asfalt te zien”.  Aan de overzijde van de ‘Weg naar Wouw’ staat de calvarieberg met jezus aan het kruis. Een infobordje van ‘Monumenten en kunst’ legt uit: “Tijdens zijn werk in het landelijke Huijbergen ervoer pastoor Machielse het landschap hier als te wijds en open. Op zijn initiatief is daarom een kruisbeeld gebouwd. De wijding vond plaats in 1934. In 1967 werd een nieuw kruisbeeld gemaakt dat in 1980 zijn huidige plaats kreeg met toevoeging van coniferen en een muurtje. Het kruisbeeld is een herkenningspunt gebleven in het hedendaagse landschap”.

Rechts van ons begint de ‘Wouwse plantage’. Het landgoed is eigendom van de Stichting Behoud Natuur en Leefmilieu van 900 ha groot. Er werden wandelpaden aangelegd en opengesteld, sinds 1987, voor het publiek.

We rijden verder tot knppnt 81, nog steeds omgeven door Brabantse Wal. We verlaten de fietsroute en nemen de verkorting. Het is allemaal loofhout wat we zien. Het is frisjes. Het heeft opgehouden met regenen. Alleen de wind voelen we nog. De zon doet haar best om door de wolkenmassa te breken. Waar we nu rijden heeft het bijna niet geregend.  Onder het bladerdek is het fietspad nog droog. Op de Moerkantsebaan steken we de grens over naar België, langs grenspaal 244, met weidse panoramazichten. Daarna volgt een smal asfalt pad tussen de maïsvelden. We zien nog net de torenspits boven het gewas uitsteken. Langs de Bergsebaan rijden we tot Essenhoek. In de verte kleurt de lucht weer donker. Hopelijk moeten we daar niet door. Voor de St-Pieterkerk van Hoek slaan we linksaf. Op de westertoren wijst de klok bijna twee uur aan. Boven de poort van de kerk is een bas-reliëf aangebracht van St-Pieter met twee sleutels in de hand. “Ik zal U de sleutels van het rijk der hemelen geven”, staat te lezen in een waaier rondom het beeld. Voorbij de begraafplaats rechtsaf. Bij boerderij ‘De Schans’ staan enkele levensgrote kunstwerken tentoongesteld in arduin. Alle info ontbreekt. De boer stelt zijn stallen ter beschikking van de hedendaagse kunst. Hij stelt zijn creaties tentoon in de voortuin om de voorbijganger mee te laten genieten. De Verbindingsstraat brengt ons bij knppnt 14. Aan de mooie kapel van de “Maagd der armen” moeten we naar rechts. In de Rouwmoer voor knppnt 23. We fietsen voorbij de Wildertse Duintjes. Een boscomplex van bijna 60 ha en een geliefde bestemming voor wandelaars, fietsers, Nordic Walkers en mountainbikers. Dan zijn we bij knppnt 82.

We belanden bij het St-Gerardusklooster van de Redemptoristen te Essen-Wildert. De mooie majestueuze kerk en de school dateren van 1908. Gebouwd op de fundatie van een vroegere abdijhoeve. Op de nok van de toren staat het bronzen beeld van het Heilig Hart. We kunnen zelfs de kerk binnen. Een heel donker geval. Alle ramen zijn in loodglas dat het licht tegenhoud. Een mooie grote tekening op de muur achter het altaar met de woorden “Ik ben de verrijzenis en het leven” behoeven geen verdere uitleg. De drie beukige kerk mist een groot orgel boven de inkom. Een kleiner staat naast het altaar.

We rijden door het centrum van het kleine dorp Wildert dat behoort bij Essen.  Langs de spoorweg en de St-Jan de Doperkerk van 1943 tot knppnt 58. We slaan rechtsaf en zien de bakkersmolen reeds van ver. De wieken draaien. De stoomlocomotief laat fluitend van zich horen. Het is een drukte hier. De molen is gebouwd in 1981 en dus vrij jong. Langs het stoommuseum stappen we de bakkerij met winkel binnen. Daarna is de molen aan de beurt. Op het terras van de taverne drinken we een trappist. De kinderen maken een ritje met het stoomtreintje rond de molen. Daarna is de speeltuin aan de beurt.

Het is net 16:00u voorbij als we voldaan de bakkersmolen verlaten. De zon schijnt maar ze kan ons niet verwarmen. 500 meter verder staan onze twee volgende infodoeken. Doek 11  legt uit: “Het lange zwarte gebouw was een verblijf voor de soldaten. De bezetters namen eten, dieren en gebouwen in beslag om er zelf gebruik van te maken. Daar was weinig gevaar mee gemoeid, ver van het front. De bevolking probeerde op goede voet te staan met de soldaten en de magere oorlogsjaren zo goed mogelijk door te komen. Naast de gebruikelijke landbouw werden er massaal tuintjes aangelegd om aan voedsel te komen”. Op fotodoek 12 lezen we: “Toelatingspas. De doorgang tussen Kalmthout en Essen werd 100 jaar geleden verhinderd door den Doodendraad. De Kalmthoutse wijken Nieuwmoer en Hoek waren afgesneden van het gemeentehuis van Kalmthout. Dit bracht heel wat problemen mee voor het verkrijgen van officiële documenten zoals geboorteaangiften en overlijdens. Boeren met grond aan de andere kant van de draad konden enkel met een toelatingspas en na grondige controle van de vracht hun oogst binnenhalen. Elke 100m stond er een Duitse wachter en op ‘den draad’ stond 2000 Volt. Het was dus onmogelijk om door de afspanning te komen. Door de strenge censuur op de brieven en de permanente bewaking was er nauwelijks contact met de mensen achter ‘den draad”.

Drie kilometer verder is knppnt 70. We fietsen weer tussen de hoge maïs en weilanden met af en toe een boerderij. De boer rijdt met de tractor op het veld en keert het hooi. Een vlucht meeuwen cirkelen boven het gedraaide hooi. Na wat gekrijs strijken ze neer om het graan te pikken. Bij knppnt 71 wijken we af om knppnt 75 te volgen. In de Kerkendijk staan we stil voor infodoek 13: “Draadloze zendmast. In de winter van 1917-18 legden de Duitsers beslag op dit weideland behorend tot de hoeve van Jaak Van Den Bergh aan de Kerkendijk. Duitse mariniers werden belast met het oprichten van een vijftig meter hoge, draadloze zend- en ontvangstmast. Een groot aantal epicea’s (fijnsparren) werden afgezaagd. Materiaal en mankracht werd opgeëist om de boomstammen te vervoeren. Aan de voet van de centrale mast werd een loods gebouwd voor de zend- en ontvangstapparatuur en het verblijf van de marconisten”.

Even verder vinden we doek 14: “In den zoeten inval. Heel wat gebouwen werden tijdens WOI ingepalmd door de Duitse bezetter, zo ook de herberg ‘In den zoeten inval’ op het Kerkeneind. De biljartzaal werd ingericht als Passbüro. Hier werden de reispassen verkregen waarmee men zich naar grensgemeenten of naar plaatsen buiten het etappegebied kon begeven”.

Terug naar knppnt 71. Rechtsaf voor knppnt 72. Langs de grote baan rijden we terug naar Heide-station voor onze laatste WOI-doek voor de spoorwegovergang nr 15: “Leegstaande villa’s kwamen in aanmerking voor inkwartiering. Vanaf 1915 werd het ‘Eikenhof’, nu Seniorenresidentie Beukenhof, door de Duitsers opgeëist voor logement van de officieren. De soldaten verbleven in de hotels in de buurt en hadden er kost en inwoon voor 1,25 frank per dag. De hoteleigenaars moesten wel lang op hun geld wachten”. Om 17:00u laden we de fietsen terug op de auto. We hebben 45 km gefietst.

Met de auto rijden we 10 km naar knppnt 07 in ‘Riethoek’ te Kalmthout. Infodoek 10 verteld: “Het redelijk ontoegankelijk moerasgebied ‘De Maatjes’ was voor smokkelaars een uitgelezen gebied om hun goederen over de grens te brengen. Enkel een prikkeldraad en natuurlijk de Duitse en Nederlandse grensbewaking waren voor hen een hindernis. Hier was geen prikkeldraad met elektrische stroom!”.

Het is maar anderhalve minuut verder rijden naar knppnt 08, vlakbij de Nederlandse grens voor infodoek 9: “De Kalmthoutse wijk Nieuwmoer lag samen met Essen in het Niemandsland tussen den Doodendraad en de grens met Nederland. De Lepelstraat is een oude gedempte turfvaart. Aan grenspaal 234 patrouilleerden aan de overzijde de Nederlandse en aan deze zijde de Duitse grenswacht”.  

We moeten nogmaals de grens over voor doek 8 die zich op de Hoeksestraat-Aachtmaalsebaan te Schijf bevind: “Reeds in 1882 was Jagersrust een herberg aan het kruispunt met Schijf, Achtmaal, Roosendaal en Essen. Ze is gelegen op Nederlands grondgebied nabij grenspaal 236. Tijdens WOI werd de grens op deze plaats bewaakt door de Nederlandse militairen. Ze groeven er een loopgraaf om zich, in geval van een Duitse aanval, te kunnen verdedigen”.

Als laatste rijden we naar knppnt 55, bij het kruispunt Heiblok-Steenpaal in Horendonk voor  doek 7: “Horendonkse sas. Turfwinning hertekende het landschap van Essen en zorgde voor werk. De turfblokken of klotten werden op platte boten vervoerd in Noordelijke richting, naar Roosendaal, Breda en Bergen op Zoom. Om de hoogteverschillen van de waterlopen te overbruggen, werd er gebruik gemaakt van een sas. In de 18de eeuw viel de turfhandel stil, maar de vaarten bleven wel bestaan. Tijdens WOI hielden de Duitse soldaten de wacht bij de vaarten om te voorkomen dat er via het water werd gesmokkeld. Voor iedereen was er voedseltekort. Er werd eten gedeeld, geruild, gekocht of opgeëist”.

Om af te sluiten nog een bericht uit de oorlogskrant: “De Belgische Standaard van Vrijdag 28 April 1916. Langsheen de grens. ‘Eigen bericht’. In den nacht van 4 April werden alle hollandsche soldaten van de Belgische grens vervangen door tolbeambten van allen ouderdom. Naar ’t schijnt wemelt het op de grens van zulke hollandsche grenswachten. Moet dit in verband gebracht worden met den gespannen toestand die dreigde te dien tijde? Maar waarom van de Belgische grens de werkdadige soldaten weggetrokken?”

Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten               Foto’s: Rina Meurs            Bron: Gazet van Antwerpen en Dienst Toerisme Kalmthout.














09-02-2015 om 12:28 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
>> Reageer (1)
02-02-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dijleliniefietsroute 3

Knooppunten: 71-25-71-72-26-27-28-32-95-38-74-38-93-31-35-30-72-71. Afstand: 51,6 km.

Woensdag 1 oktober 2014. De herfst is sinds enkele dagen in het land. Het is door het vallen van het blad, dat het echt opvalt. De temperaturen zijn echter nog ’s zomers. Het is nog vroeg maar de zon is al van de partij. In de verte hangt nog wat mist. Op de ring rond Antwerpen is het sterk vertraagt verkeer. Zoals iedere werkende dag trouwens. Het is stapvoets rijden, maar staan geen enkele keer stil. Een infobord boven de rijstroken vermeld een ongeval bij afrit Mechelen-Noord met een file vanaf Duffel. Bij de splitsing naar E19 richting Brussel kunnen we terug vlot rijden. Tot we bij afrit Duffel komen. Hier is het terug aanschuiven. Bij Mechelen-Noord is niets te zien van een ongeval.  

In Werchter parkeren we de wagen op een kleine parking voor het voormalige gemeentehuis. Nu is de administratie van het OCMW in ondergebracht. Werchter is een deelgemeente van Rotselaar en behoort tot de Kempen. Vooral bekend vanwege het rockfestival Rock Werchter dat hier jaarlijks georganiseerd wordt. Met de fietsen aan de hand wandelen we tot bij de Sint-Jan-Baptistkerk op het Werchterplein. Een gotische kerk, gebouwd in witte natuursteen bovenop de ijzerzandstenen fundatie. Heel de kerk rond zijn lagen gemetst van ijzerzandsteen. De kogelgaten in de kerk zijn nog een stille getuige en duidelijk zichtbaar. Oude grafzerken werden in de gevel ingemetst. Het kerkhof situeerde zich vroeger op het graspleintje, tussen de kerk en het voormalige gemeentehuis. De kerk is niet toegankelijk. Opzij van de ingang staat een monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. Op infopaneel nr 29 lezen we: “Tussen Dijle en Marne. De Sint-Jan-Baptistkerk is al sinds de zestiende eeuw het herkenningsteken van het welvarende boeren- en brouwersdorp Werchter. Wie het niet weet zou nooit vermoeden dat de kerk in 1914 vrijwel volledig vernield werd. Begin september 1914 leverden Duitsers en Fransen een beslissende veldslag aan de Marne. Om het Franse leger te steunen, ondernamen de Belgen een afleidings-manoeuvre: vanuit Antwerpen deden ze een uitval in de richting van Leuven. Het plan slaagde: in plaats van aan de Marne streden 130.000 Duitse soldaten noodgedwongen aan de Dijle. De uitval uit Antwerpen was dus een succes voor de geallieerden, maar voor Werchter was het een catastrofe. In augustus was het dorp in Duitse handen gekomen. Tussen 9 en 13 september werd het eerst beschoten door de Belgische artillerie en vervolgens heroverd door twee bataljons van het 25ste Linieregiment. Die troffen er een ravage aan. Muren waren doorzeefd met kogels en splinters, deuren waren ingebeukt, daken waren afgerukt door granaatinslagen, huizen waren platgebrand en ingestort. De Sint-Jan-Baptistkerk had gediend als slaapplaats voor soldaten en paarden en lag vol stro. Voor de kerk moest het ergste toen nog komen. Toen de Belgen zich opnieuw terugtrokken, gooiden de oprukkende Duitse troepen op 15 september brandbommen in de kerk. Die ging grotendeels in vlammen op. Alleen de buitenmuren en enkele pilaren bleven overeind. Binnen was het een chaos van verkoolde balken en puin. Pas na de oorlog werd de kerk heropgebouwd”. Uit het velddagboek van luitenant Clemant. 5de Linieregiment lezen we: “Donderdag 10 september. We gaan van Haacht naar Werchter. Krijgen het bevel een bruggenhoofd  te veroveren. Eerste geur van de dood. Tram, bruggen en dorp verwoest. De vlag wappert op de toren van Werchter. Bravo! We installeren ons en kunnen eindelijk iets eten. Bier van Werchter erbij”.

Het café over de kerk ‘Oud Werchter’ is van 1686 en al of nog open. Op het terras zitten enkele klanten te genieten van een kopje thee of koffie. Een hoog bakstenen gebouw trekt onze aandacht. De boogramen met kleine vierkante vensters staan open of werden stuk gegooid. Duiven vliegen binnen en buiten. Geen enkel opschrift verteld de legende van het complex. Hekwerken verhinderen nieuwsgierige bezoekers. Het onkruid tiert welig op de braakliggende grond. Netten moeten de vallende stenen opvangen. Duidelijk dat dit gebouw reeds lang verlaten, en aan zijn lot overgelaten is. Aan de overzijde poetst een oudere dame de stoep. Ik vraag haar naar de herkomst van de ‘ruïne’: - “Het gebouw is van brouwerij Jack-Op. Het wordt volledig gerestaureerd. Dat is jaren geleden al beslist. Maar je ziet het, meneer. Alles verloedert. De woning ernaast is van Cultuur ‘De Jack-Op’. Aan de overzijde werden dan wel de hangars omgebouwd tot bedrijfspanden”. Daarover straks meer.

We fietsen eerst naar de O.L.Vrouwestraat, richting knpp 25. Hier staat een kapel in wit geschilderde baksteen. Achter glas kunnen we het interieur bekijken. Een orchidee siert het altaar met Maria met kind. Mooi gedecoreerd met geschilderde engeltjes op een blauwe achtergrond. We rijden over de nieuwe Hanewijkbrug de Dijle over. De fiets- en voetgangersbrug werd ingehuldigd op 30 juni 2012. Rechtsaf volgen we het Dijlekanaal stroomafwaarts in de Hanewijk tot huisnummer 31. De Schipperskapel ‘Ave Maria’ is hoogdringend aan renovatie toe. Ze is overwoekerd door rode bessenstruiken en klimop. Gebouwd in barok stijl uit 1681 in rode baksteen en zandsteen. Deze steensoort is heel onderhevig aan weersomstandigheden. Het interieur is netjes onderhouden. De Heiligenbeelden en bloemen staan stofvrij onder glazen stolpen. Vooraan enkele sfeerkaarsen.   

We rijden terug naar het centrum van Werchter. We stoppen bij de grote hangars van de voormalige brouwerij ‘Jack-Op’. Een infobord legt uit: “Midden in het dorp van Werchter verbouwde Felix Van Roost in 1869 zijn boerderij tot brouwerij en begon er met het brouwen van bier van hoge gisting. Hij brouwde ook Lambic, een spontaan gistingsbier. In 1911 gaf hij de fakkel door aan zijn kinderen en kreeg de brouwerij een andere naam: ‘De Palmboom’. Na het overlijden van Felix Van Roost in 1916, waren het zijn kinderen en nadien kleinkinderen die de brouwerij verder runden. Het populairste bier dat er gebrouwen werd, was Jack-Op. Een combinatie van Lambic en een hoog gistingsbier. Het was in die tijd het meest verkochte versnijbier in België. Versnijden is het mengen van verschillende bieren of brouwsels. Omwille van de populariteit van dit bier werd de brouwerij in 1934 omgedoopt in ‘Brouwerijen Jack-Op’. Men brouwde ook nog ‘Speciale Van Roost, Dubbele Jack-Op, Lambic, Palma, Tripel Blond, Triple Jack-Op, Réserve Jack-Op, Jack-Op V.O., Export Jack-Ale, Aarschotse bruine, Bock en Export’. In 1954 werd de brouwerij overgenomen door de ‘Brouwerijen van Ghlin – N.V. Semi’, die o.a. het pilsbier Perle Caulier 28 brouwde. De brouwerij kreeg weer een andere naam: ‘Nieuwe Brouwerijen Jack-Op’. Eind jaren zestig van vorige eeuw stopten de brouwactiviteiten in Werchter. Een aantal gebouwen werden afgebroken, anderen kwamen leeg te staan. Tot eind 1970 bleef er in een deel van de gebouwen een depot zodat het bier verder kon verdeeld worden naar plaatselijke bierstekers en cafés. Eind december 1970 viel het doek definitief over de brouwerij. De gebouwen en bijgebouwen werden verkocht en kregen een nieuwe bestemming. De elektriciteitscentrale van de brouwerij, in 1925 ingericht als smidse, magazijn en atelier, werd in 2003 gerenoveerd en door de gemeente ingericht als cultuurhuis met als passende naam ‘De Jack-Op”.

Enkele minuten later vertrekken we aan kp 71 op de Haachtsesteenweg. Tussen kpn 71 en 72 volgen we Dijlekant. Bij kp 72 naar rechts, richting Wakkerzeel. We slalommen tussen het groene landschap met weide- en landbouwgronden. Enkele bomen vertonen reeds hun herfstkleuren. Een enorme appelplantage wacht om geoogst te worden. Tientallen vruchten liggen op de grond te rotten. Hopelijk krijgen we de eerste dagen geen nachtvorst, zodat de boer nog wat tijd heeft om te plukken. Het volgende veld is een perenboomgaard. Deze vruchten zijn reeds allemaal geplukt. Ook de maïsvelden zijn klaar om afgereden te worden. De bladeren en de stengels zijn verdort. De maïs zelf is goudgeel gekleurd.

In het centrum van Wakkerzeel is de St-Hubertuskerk afgesloten. Gelovig of niet, je komt er niet in. Waar is de tijd dat je op elk uur van de dag de kerk kon betreden? Ook deze kerk is gebouwd in natuursteen, bovenop ijzerzandsteen. In 1914 ging de kerk bijna in de vlammen op, toen de wegtrekkende Duitsers in het portaal, dat als rustplaats voor de paarden werd gebruikt, in brand staken. De brand kon echter op het nippertje geblust worden. Het is even stil hier in het dorpje tot de speeltijd begint van het aanpalende schooltje. Het brengt even wat leven in de brouwerij. Hier vinden we infopaneel nr 28. We lezen: “De herberg die hospitaal werd. In augustus en september 1914 lag Wakkerzeel twee keer in de vuurlijn. Telkens deed café ’t Schuurke dienst als ‘verbandplaats’, of geïmproviseerde medische hulppost. Legerarts Maurice Duwez (1881-1966) had zich in 1914 vrijwillig gemeld als arts bij het 2de bataljon van het 4de regiment karabiniers. Hij beleefde de Belgische terugtocht op de eerste rij: de gevechten aan de Dijlelinie, de terugtrekking naar Antwerpen en de uitvallen naar het zuiden, de val van Antwerpen en de definitieve terugtocht naar de Westhoek. In 1917 werd hij daar het slachtoffer van gifgas, maar hij overleefde het. Al die jaren hield hij een dagboek bij, dat hij nog tijdens de oorlog onder het pseudoniem Max Deauville uitgaf als ‘Jusqu’à l’Yser’. We lezen in zijn dagboek: ‘Amper hebben twee brancardiers een gewonde binnengebracht of  er stappen alweer twee van hun collega’s binnen. Zonder ophouden draaien en keren hun wagens voor de kerk. Ze moeten zich haasten om de gewonden in en uit de auto’s te helpen, anders komen er opstoppingen van. In de klokkentoren van Wakkerzeel turen verkenners door verrekijkers naar de horizon. Ze schreeuwen de inschietcijfers en de doelwitten. Een artillerist onderaan de toren geeft ze door aan batterijen. Munitiewagens rijden in volle vaart voorbij. Een krijgsgevangen Duitser in grijsgroene kledij wordt weggeleid door twee mannen met de bajonet op het geweer. Een soldaat komt de verbandplaats binnengestormd. “Een grendel!, roept hij. “Geef mij een grendel, want die van mijn geweer klemt!”. Een andere soldaat krijgt een zenuwaanval. Hij huilt bij elk artilleriesalvo en gilt als een dol geworden dier. Inmiddels heeft de eerste soldaat een grendel gevonden. Hij glimlacht, zegt “Zo zal ’t wel gaan” en voegt zich weer bij zijn kameraden die in de richting van de vijand marcheren”.

Café ’t Schuurke is al verschillende malen gerestaureerd maar nog steeds een café ‘à la carte’ met oplaadpunt voor elektrische fietsen. We rijden naar de begraafplaats van Wakkerzeel. De kapel ernaast is van de ‘Troosteres der Bedrukten, bid voor ons’. Het is een hoge kapel met puntdak. Achter de bruine dubbele deur staat het Heiligenbeeld van Maria. De bezette muren binnenin zijn blauw geschilderd. Plastieken bloemen fleuren het wat op. Op de begraafplaats liggen Oud-Strijders van beide Wereldoorlogen. Een kleine dodenakker  waar oude zerken schots en scheef staan. Eeuwig durende grond en niemand kijkt er nog naar om. De oudste zerk dateert van na de Eerste Wereldoorlog. Daarna werd het kerkhof ontruimd en de stoffelijke resten werden naar hier overgebracht.

We rijden langs de 18de-eeuwse ommuurde pastorie die gebouwd werd door de abt van de abdij van ‘Park’. Naast de pastorie is een kringlooptuin aangelegd. De poort is op slot. Ons Rina rijdt bijna rond het domein om een foto te kunnen nemen van het pand. Tussen kp 26 en 27 rijden we op een onverhard stuk weg met kuilen en grind. 1,4km afzien. Links en rechts puur natuur. Dat maakt het goed. We genieten nog van de laatste kleuren en geuren van bloemen naast ons pad. Er staan nog enkele zonnebloemen in de voortuin bij een hoeve. In de verte wordt de maïs afgereden. Een tractor met oplegger rijdt ernaast en vangt de pulp op. De boeren hebben geen tijd voor een fietstocht. In de buurt staan nog verschillende bunkers uit WOII. Een infobord nodigt uit voor een fietstocht met de toepasselijke naam: Bunkers Binnenste Buiten. Sommige zijn afgespannen met prikkeldraad. Een vliegtuig vliegt laag over ons heen. We zien de verbrande gassen uit de turbines komen. Zaventem is niet echt veraf. We rijden voorbij afgereden maïsvelden. Nog een maand en we hebben terug vergezichten. Ernaast een veld met hectaren koolzaad. De gele bloempjes zijn onmisbaar te herkennen.

Tussen kp 27 en 28 staat infopaneel 17 in de Kasteeldreef. Maar dat hebben we gezien tijdens onze Dijlefietstocht 1. Bij kp 28 besluiten we nog even naar het centrum van Tildonk te rijden. Bij onze eerste Dijleliniefietstocht hebben we twee infopanelen gemist nabij het voormalige klooster. Het was er tevens heel druk door de open deur dag. We vinden de borden nog niet terug. Ik stap het infokantoor binnen en vraag ernaar. Door de werkzaam-heden kunnen de borden niet geplaatst worden. Niets aan te doen. Terug naar kp 28. We rijden langs het kanaal Leuven-Dijle. Het plantsoenbos ligt rechts van ons. De oppervlakte bedraagt ruim één hectare en is begroeid met els, berk en hazelaar. We houden halt bij het sas van ‘Café Maritime’. Een infobord verklaart: “De Leuvense vaart werd gegraven in 1750. De oorspronkelijke drie sluizen (Kampenhout, Mechelen, Zennegat) konden het hoogteverschil van 14 meter tussen Leuven en de uitmonding van het kanaal in de Dijle niet aan. In 1760-1763 werden drie nieuwe sluizen gebouwd te Battel, Boortmeerbeek en Tildonk. Het Tildonkse sas (1762) is van het type ‘dubbeleschutsluis met twee buikvormige kolken’. Het sashuis (1771-1772) is in zijn authentieke vorm bewaard gebleven. Recente restauraties dateren uit 1982 en 1996. De sassenierswoning was steeds eveneens een herberg, ooit zelfs hotel-restaurant. In de gewelfde kelder onder de gelagzaal bevond zich de stal voor de paarden van de trekdienst. Sas en sashuis zijn wettelijk beschermd sedert 1936”.   

Ook hier, langs het kanaal, zien we verschillende kleine bunkers. Bij kp 32 slaan we rechtsaf en verlaten het kanaal. We worden omgeven door een weiland waarop een tractor aardappelen rooit. Het brengt een hoop stof mee. Het waait gelukkig naar de andere kant. Meeuwen vliegen chaotisch achter de tractor aan. Als ze plaats genoeg hebben strijken ze op het veld neer om restjes te verorberen. Bij de volgende bunker liggen de betonnen zandzakjes nog op het dak. De stalen krammen zijn nog aanwezig. Hier werden de camou-flagenetten aan bevestigt. Takken en struiken werden er in gevlochten zodat er vanuit de lucht geen spoor van bunker te zien was. De toegang van het gevaarte is zorgvuldig dicht gemaakt met ijzeren deur en tralies. Aan de gevel van een moderne boerderij hangt een bordje dat geplaatst werd door de gemeente Haacht. Zwart op wit lezen we: “Hier woonden: Léon Neuhard (1910-1967). Verzetsleider van de Witte Brigade Fidelio. Politiek gevangene, oorlogsinvalide 1940-1945 en Hermandine Verjauw (1911-1990). Koerierster en gewapend verzetsstrijdster van de Witte Brigade Fidelio 1940-1945”.

Bij de appelboomgaarden staan de grote houten bakken gevuld met sappig fruit. Klaar om opgeladen te worden. Voor het centrum van Winksele-Delle staat ons volgende infobord in de Ketelstraat, een zijstraat van de Mechelsesteenweg. We lezen: “De broedermoord. In 1914 was de Mechelsesteenweg de snelste route van Leuven naar Mechelen, en zo verder naar Antwerpen. In het Duitse leger bestond de regel dat de voorhoede alle huizen langs grote verbindingswegen stukschoot en/of platbrandde: zo konden de kilometerslange troepencolonnes er veilig langs. Van die regel werd ook Winksele-Delle het slachtoffer. Eind augustus brandden Duitse troepen er 57 huizen plat. Voor de 1500 inwoners (in Delle woonden toen meer mensen dan in Winksele zelf) was een ramp. Pieter Goeseels was achttien in 1914, maar zou zich tot op hoge leeftijd blijven herinneren wat er gebeurde toen de Duitsers kwamen: ‘Ze sleurden de broer Staes uit hun pachthof, vier jonge boeren. Ze spraken de jongste aan: ‘Kent gij deze man?’ – ‘Ja mijnheer, dat is mijn tweede broer’. Toen schoten ze hem ook neer. Hetzelfde met de derde broer. Op het eind zei de jongste tegen de Duitsers: ‘Schiet mij nu ook maar dood, mijnheer’. En dat hebben ze niet gedaan…” “Pastoor in het verzet. Pastoor Felix Moons van Winksele-Delle was tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in het verzet. Hij was lid van een geheime organisatie die informatie over Duitse troepenbewegingen doorgaf aan de geallieerden. Soms vermomde hij zich als veekoopman, leurder of pachter. In 1917 werd hij aangehouden. Na maandenlange ondervragingen werd hij in maart 1918 geëxecuteerd in fort V in Edegem, bij Antwerpen. Zijn geboortestraat in Diest werd na de oorlog naar hem genoemd”.

We stoppen bij de Heilig-Hartkerk van Winksele-Delle. “Deze neogotische kerk in rode baksteen en witte zandsteen werd gebouwd van 1914 tot 1936 naar plannen van architect Langerock, leerling van Helleputte en ontwerper van de neo-romaanse abdij Keizersberg in Leuven. De oorspronkelijk voorziene toren van ca. 35 m hoog werd om financiële redenen niet uitgevoerd. In plaats kwam er het sterk gereduceerde torentje boven het portaal. Ook het koor en de sacristie werden kleiner dan oorspronkelijk uitgevoerd. Info van Stuurgroep Erfgoed”.

Het Heilig Hartbeeld, naast de kerk, werd geschonken in 1951 door de familie Simonart. De Lourdesgrot werd in 2003 op deze plek herbouwd met dezelfde stenen door Norbert Soetaert. De grot stond voorheen aan de andere kant van de kerk en werd gebouwd door Pastoor August Van Eyck en August Verhoeven. Ze werd plechtig ingezegend op 3 oktober 1937. Waarom ze verplaatst werd, wordt niet vermeld. We verlaten het centrum en rijden weer tussen de hoge maïs. De vele bunkers op het land is een doorn in het oog van menig landbouwer. Ze verwijderen is echter geen optie. Links van ons bevindt zich het ‘Kastanjebos’ van Herent. Het natuurreservaat heeft aangeduide wandelpaden en is het hele jaar toegankelijk. Bij kp 95 zijn we in Veltem, een buurgemeente van Herent.

Voor het dorp Herent slaan we rechtsaf. In de Bosstraat. Nog een stukje kp 95. Na kp 38 rijden we op een smal asfaltpad tussen de maïs. Hier is nog veel werk voor de dorsmachine. Hier voel je niets van de wind. Op een ander veld wordt machinaal de suikerbiet geoogst. Het loof wordt van de groente verwijderd en de bieten worden langs de kant op een hoop achtergelaten tot het door een grote vrachtwagen wordt opgeladen. Het wordt warm en we willen een terrasje doen. We naderen Winksele, misschien daar? Landbouwgronden met pas geplante groenten, winterui, winterpostelein, spitskool... Bij de Maria Hemelvaartkerk van Winksele op het Kerkplein vinden we infopaneel 12: “Nooit teruggekeerd. Op het monument voor de gesneuvelden, rechts van de kerk, staan negen namen: negen jongemannen uit Winksele- een dorp van een paar duizend zielen- die vochten in het Belgische leger en niet levend terugkeerden. Wanneer je de plaatsen en jaartallen achter de namen op een rijtje zet, kan je het verloop van de oorlog goed volgen. In augustus 1914 vielen de Duitsers het land binnen. In de streek van Leuven en Mechelen werd er hevig gevochten. Daarbij sneuvelde F. Empereur. Na de val van Antwerpen trokken de Belgen zich halsoverkop terug achter de IJzer. Daar leverden ze eind oktober nog één grote veldslag. Jan Hendrickx was bij de slachtoffers. Begin november liep de oorlog vast in de IJzervlakte. In de jaren daarna werden er geregeld offensieven gelanceerd die weinig terreinwinst opleverden, maar talloze soldaten het leven kosten. Onder hen verschillende jongens uit Winksele. Drie van hen overleden in het veldhospitaal van Cabour, nabij Adinkerke. Dat was in 1915 opgericht om de vele gewonden van het IJzerfront te verplegen. Er konden 500 soldaten tegelijk worden verzorgd. Pas in 1918 lukte het om de Duitsers voorgoed te verdrijven. Op 2 oktober, amper een maand voor de wapenstilstand, sneuvelde daarbij ook Francis (Frans) Rochette. De Rochettestraat in Winksele is naar hem genoemd. In vier jaar tijd sneuvelden ongeveer 42.000 Belgische militairen: één derde tijdens de eerste oorlogsmaanden, één derde achter de IJzer en één derde tijdens het slotoffensief. Dat patroon is ook te herkennen op dit monument”.  

Ook deze kerk blijkt gesloten, er hangt echter een vaandel te wapperen met de woorden ‘Open Kerken’. Het portaal van de kerk wordt ondersteunt door een houten schot. Het gebouw moet hoognodig gerestaureerd worden. Een kerkhof behoort hier eveneens tot het verleden. Er resten slechts enkele ijzeren kruisen tegen de zijgevel.

Kleine vierkante bordjes met een klaproos leiden ons tot bij infopaneel 13 op de Brusselsesteenweg. Slecht geplaatst. Per toeval kijk ik achterom en zie ik het paneel staan. We lezen: “De begraafplaats van Veltem-Beisem. Op de begraafplaats van Veltem-Beisem rusten Belgische slachtoffers van de gevechten aan de Dijlelinie, in augustus en september 1914. Die gevechten vonden plaats tijdens de zogeheten uitvallen uit Antwerpen. Er waren tienduizenden soldaten bij betrokken en er vielen honderden doden. Na en soms zelfs nog tijdens de veldslag werden de gesneuvelden haastig begraven. Gewoonlijk werden ze in de maanden daarna heropgegraven en op een meer geschikte plek ter aarde besteld. Soms gebeurde dat door vrijwilligers; soms dwongen de Duitsers gewone burgers om deze onaangename klus uit te voeren. Enkele begraafplaatsen werden nog tijdens de oorlog door de Duitse bezetter aangelegd, maar de meeste dateren van na de oorlog en werden aangelegd op initiatief van de Belgische staat. Dat geldt ook voor de begraafplaats van Veltem-Beisem. Het gaat om een ‘verzamelbegraafplaats’: de meeste slachtoffers zijn elders gesneuveld of overleden, en zijn achteraf heropgegraven en hierheen overgebracht. Enkele gesneuvelden werden na de oorlog dichter bij huis begraven, maar dan moesten de nabestaanden alle kosten dragen. Een plaatsje op één van de officiële oorlogskerkhoven was gratis. De begraafplaats werd geopend in 1925 en is 1,14 hectare groot. Er rusten 904 Belgische militairen, van wie er 239 niet meer geïdentificeerd konden worden. Allemaal vielen ze tijdens de twee uitvallen uit Antwerpen. De begraafplaats ligt aan de steenweg van Leuven naar Brussel, in de jaren twintig de drukste verkeersas van het land. Daardoor was ze snel en makkelijk bereikbaar voor nabestaanden uit heel België. De foto, op het infopaneel, toont koningin Elisabeth tijdens  een bezoek aan de begraafplaats in 1955”.

We rijden verder tot de begraafplaats van Veltem-Beisem. Er staan geen wegwijzers naartoe.  Langs de drukke Brusselsesteenweg vinden we de Belgische begraafplaats. Gelegen in de diepte. Langs trappen te bereiken. Onder de trappen is een schuilplaats met grondplan en register van de begraafplaats. Een infobord van ‘2014-18’ heeft een gehaakte ‘poppy’ en verklaart: “In 2014, dit jaar dus, is het 100 jaar geleden dat Wereldoorlog één uitbrak: een strijd die aan miljoenen mensen het leven gekost heeft. Ondanks het feit dat de laatste menselijke getuigen overleden zijn, blijft deze periode voortleven in het collectieve geheugen van ons land. België speelde een belangrijke rol, niet in het minst door de moedige weerstand van onze soldaten. Ter herdenking van de Groote Oorlog en de gevallen soldaten hebben talloze vrijwilligers uit Scherpenheuvel-Zichem klaprozen (of poppies) gehaakt. De klaproos is het internationaal symbool van de nagedachtenis aan WOI.    Dit is te danken aan het gedicht ‘In Flanders Fields’ van de Canadese militaire arts John McCrae, dat hij in 1915 aan het front in de Westhoek schreef.  De klaproos is een bijzondere bloem die bloeit op verwoeste grond waar andere bloemen geen kans krijgen. Ze symboliseert de hoop op leven in de verwoesting aan het front. De bloedrode kleur verwijst naar het bloed van honderdduizenden jongeren die aan het Vlaamse front sneuvelden”. Onderaan het bord werd het gedicht in twee talen afgedrukt. In het midden van de dodenakker wappert de Belgische vlag. Op alle zerken werd een driekleur aangebracht waarvan sommigen een zwart kruis hebben, de onbekende soldaten kregen een leeuw en sommigen gewoon de driekleur. Achteraan hebben enkele zerken de gehaakte ‘poppy’ opgekleeft.

We rijden naar het centrum van Veltem-Beisem voor de molen. We moeten het tweemaal vragen voor we het geraamte vinden. Het is privé bezit geworden. Zonder wieken, maar helemaal wit geschilderd en gerenoveerd. Onderaan is een garage, nieuwe ramen en een TV-schotel maken het duidelijk dat de ex-molen niet te bezichtigen is. Terug naar kp 38. Een heel eind terug langs de drukke baan. Voor het centrum van Herent vinden we paneel nr 11 in de Klein Dalenstraat. De titel is niet uit de lucht gegrepen: “De Martelaren van Herent”. “Als je de hogesnelheidslijn en de moderne woningen even wegdenkt, krijg je hier een aardig idee van hoe Herent er in 1914 moet hebben uitgezien: een boerendorp tussen grazige weiden en beboste heuvels. Net zo’n uitzicht hadden honderden inwoners van Herent toen ze in de eerste oorlogsweken vluchtten voor het Duitse leger en nog één keer omkeken naar hun dorp – of, voor de blijvers, toen ze door Duitse soldaten werden weggevoerd naar een onbekende bestemming. Eén van de Herentenaars die dat overkwam, was pastoor Van Bladel. Toen het gerucht de ronde deed dat de Duitsers in aantocht waren, zochten zowat tweehonderd mensen hun toevlucht in de pastorie op het O.L.Vrouwplein. Pastoor Van Bladel en onderpastoor Huypens gingen de Duitsers vragen hun parochianen te sparen. Ze waren nauwelijks terug in de pastorie toen ze werden opgepakt. Ze werden weggevoerd naar Tildonk en Rotselaar. Daar werden ze een nacht lang opgesloten in de kerk. De volgende ochtend ging het via Wezemaal, Putkapel en Wilsele naar Leuven. Daar werd pastoor Van Bladel, in de ochtend van 28 augustus, samen met verschillende anderen geëxecuteerd in het plantsoentje op het stationsplein, het huidige Martelarenplein”. Een pastoor die samen met Van Bladel gevangen werd gehouden in de kerk van Rotselaar schreef in zijn dagboek: “Deze voormiddag is pastoor Van Bladel van Herent bij ons in de kerk opgesloten. Hij kreeg een plaats bij het zijaltaar aangewezen, maar men ziet hem gedurig opstaan: hij wil tot het volk spreken. Hij loopt naar een Duitse bewaker en schijnt het hoofd verloren te hebben. Hij is ervan overtuigd dat hij vermoord zal worden”. “Pastoor Van Bladel en de andere gefusilleerde burgers werden op het Leuvense stationsplein begraven. Pas in januari 1915 werden hun lichamen weer opgegraven. De pastoor werd ter aarde besteld op het kerkhof van Herent, naast de sacristie. Een jaar na de oorlog besliste de gemeenteraad om de vroegere Kerkweg in het centrum om te dopen tot Van Bladelstraat”.

Bij het station van Herent staat infopaneel 10 op de Mechelsesteenweg. We lezen: “Bloedbad in Herent”. “Veel mensen weten dat Leuven in 1914 door de Duitsers in brand gestoken en geplunderd werd. Daarbij kwamen meer dan tweehonderd burgers om het leven. Veel minder bekend is dat ook Herent uiterst zwaar getroffen werd. Op 26 augustus 1914, een dag na het bloedbad in Leuven, marcheerden Duitse eenheden Herent binnen. Ze staken er tientallen huizen in brand, vooral aan en rond de Mechelsesteenweg. Vanaf het Windgat (bij de huidige snelwegoprit) tot aan het kruispunt van de Winkselsesteenweg en de huidige Gebroeders Massantstraat stonden na afloop nog maar enkele huizen en boerderijen recht. Bij die branden, en bij de moordpartijen die ermee gepaard gingen, kwamen 72 inwoners om het leven. In verhouding was dat veel meer dan in Leuven, want Herent had toen maar 5.000 inwoners”.

Aan de overkant staat het nieuwe complex dat het gemeentehuis, politiebureel en de Bibliotheek huisvest. We lezen daarover: “Enkele honderden meters hier vandaan, aan de overkant van de spoorweg staat nog altijd het oude gemeentehuis. Op 26 augustus 1914 vielen Duitse eenheden er binnen; ze vernielden de inboedel en staken het gebouw in brand. Het volledige gemeentearchief vanaf 1830 ging verloren, inclusief de registers van de burgerlijke stand”. Op de foto, bovenaan de tekst, zien we dat alleen de muren nog overeind staan – de ergste ravage was toen al opgeruimd. In 1920 werd het gemeentehuis vrijwel in zijn oorspronkelijke staat heropgebouwd.

Café Floreal is gesloten. Zo te zien zal het ook niet meer open gaan. Het staat al een tijdje te koop of te huur. Om een terrasje te doen zullen we moeten wachten tot in Wilsele. Op de begraafplaats van Herent, naast de spoorweg, ligt menig Oud-Strijder en oorlogsvrijwilliger van de Tweede Wereldoorlog begraven. De meeste zijn rond WOI geboren en waren amper 30 jaar oud. Na kp 93 rijden we op het Jaagpad van Leuven-Dijle. Op de andere oever bevindt zich een industriegebied. We fietsen voorbij de Koninklijke Marine Kadetten, een school voor jongeren die de basisprincipes leren van het varen en het leven aan boord. Het volgende complex is de Remytoren. Het bedrijf werd opgestart in 1855, door Edward Remy, als producent van rijstzetmelen. Nu biedt het hoogwaardige kantoorruimte aan. Te huren of te koop. We passeren enkele bunkers langsheen het jaagpad. Bij kp 31 bevinden we ons bij Keierveld. Als we kp 35 volgen komen we voorbij het centrum van Wijgmaal. We wijken af en rijden naar de kerk van Wijgmaal. We willen nu iets vinden om te drinken. Op een schaduw terras drinken we een Omer en een alcohol vrij biertje voor ons bomma.  

We stoppen nog even bij de kerk voor het monument van 1914-18. ‘Opgericht aan zijnen Helden’. Voorbij het H. Hart naar het portaal van de kerk. We moeten zien of we binnen kunnen. Een wonder geschiedt! De kerk is open. Het interieur is licht. Nochtans is de zoldering in een donkere houtsoort. De muren zijn wit geschilderd. De glasramen zijn indrukwekkend. De tekst onder de Heiligen, van de glas-in-loodramen, zijn nog in het Latijn geschreven. De enige die we erkennen zijn Adam en Eva. Het zonlicht schijnt door de ramen en nu komen de kleuren beter tot hun recht. Bij het station van Wijgmaal staat het monument van Eduard Remy. Hoog op zijn sokkel zit hij in op zijn troonzetel en kijkt starend in de verte. Een bordje op de sokkel vermeldt: “Edouard Remy, 1813-1896. Stichter fabrieken Remy nv in 1855. Inhuldiging Campus Remy, 19 maart 2005”. De fabriek werd helemaal omgebouwd tot een moderne school. We verlaten de campus en rijden verder. Even later krijgen we argwaan. Het is lang geleden dat we ons knooppuntenbordje gezien hebben. We vragen aan een voorbijganger of we richting Rotselaar rijden. Het antwoord is positief, maar hij wil ons een kortere weg tonen. Wij bedanken en rijden verder tot het eind van de baan. Links Leuven, rechts Aarschot. Niet goed hé? Terug dan maar tot bij het monument van Remy. Daar zien we onze fout.     We moesten vroeger zijn afgeslagen. We rijden naar Rotselaar. De zon duikt achter de wolken als we het natuurdomein ‘Wijgmaalbroek’ doorkruisen. Een infobord legt de bezoeker uit wat men hier in het bos kan vinden. Bij kp 30 vinden we het Oorlogsmonument ‘Molen-Rotselaer’. De tekst eronder luidt: “Ze waren 300 der 5de- en 25ste linieregimenten en mitrailleurs der 5de brigade die vielen op den morgen van 12 september 1914. De tekst in het Frans staat ernaast. Op drie verticale stenen panelen staan de 114 namen gegraveerd van de slachtoffers. De oud-strijders van Rotselaar richtten in 1935 dit monument op. De tekst luidt: “Op 12 september 1914 sneuvelden hier 263 militairen van de 5de Brigade waarvan 169 van het 5de Linieregiment. Wij herdenken naast de 149 niet Geïdentificeerde kameraden van de 5de Brigade”.

Infopaneel nr 9 verklaart nader: “In deze omgeving werd op 12 september 1914 de Slag aan de Molen gestreden, een bloedige episode van wat militaire historici de tweede uitval uit Antwerpen noemen. Over die slag verneem je meer op het informatiepaneel aan de Molen, een paar honderd meter verderop in de richting van Rotselaar. Hier sta je voor twee monumenten voor de slachtoffers. Het monument achteraan gedenkt alle gesneuvelden van de 5de Gemengde Brigade (zo genoemd omdat ze manschappen van het 5de Linieregiment, het 25ste Linieregiment en een Compagnie Machinegeweren bundelde). Het opschrift heeft het over 300 doden, maar in werkelijkheid waren het er nog meer. Na de oorlog werd de straat omgedoopt tot vijfde Liniestraat, en werd de gemeente Rotselaar peter van het 5de Linieregiment. Het kleinere monument vooraan gedenkt luitenant Werner Bavay. Het werd opgericht door zijn weduwe – het opschrift is in deftig Frans, want de familie was van adel. We weten vrij precies wanneer de luitenant sneuvelde: op 12 september 1914, tussen half elf en kwart voor elf ’s morgens”. “Een naïef plan?” “De dagorder van 12 september 1914 – de officiële proclamatie van het strijdplan voor die dag – was erg positief, op het naïeve af: ‘Vandaag, 12 september, zet het Belgisch Veldleger krachtdadig de aanval tegen de Duitse stellingen voort. De 2de Legerafdeling zal Wezemaal aangrijpen. De overige strijdkrachten zullen naar het westen marcheren en het kanaal oversteken te Tildonk, waar zij een brug zullen werpen’. De mannen op het terrein waren minder optimistisch. Het terrein was ideaal voor een Duitse hinderlaag: hoge oevers en smalle bruggen, en overal groen dat de verdedigers dekking bood. ‘De steenweg vanuit Rotselaar loopt via twee smalle bruggen over twee armen van de Dijle,’ waarschuwde kapitein de Grox van het 1ste regiment Grenadiers. ‘Ten zuiden van de bruggen vormt de rivier een brede, diepe plas met steile, dichtbegroeide oevers. De molen en de huizen eromheen worden aan het oog onttrokken door bomen, struiken en hagen. Het schootsveld is zeer beperkt’.

De molen van Rotselaar bestaat nog steeds, al werd er duchtig gemoderniseerd. Het rad is echter niet meer te zien. De site is privé. In een bijna verborgen hoekje staat de grafzerk van Joseph Boden, eenzaam naast een kunststuk van verroeste obushulzen. Hij sneuvelde op 12 september 1914. Infobord 8 vermeld “De Slag bij de Molen”. Je bent hier in het gehucht ‘De Molen’ – zo genoemd vanwege de watermolen op het eilandje in de Dijle. Op 12 september 1914 vond hier een kort maar bloedig gevecht plaats, dat de boeken is ingegaan als de Slag bij de Molen. Die dag kregen Belgische eenheden d opdracht om vanuit Rotselaar door te stoten naar de vaart in Wijgmaal, waar de Duitsers lagen. Daarvoor moesten zee langs De Molen. De brug over de Dijle was een stuk smaller dan nu en vormde een flessenhals. De Duitse artillerie had de brug onder schot. Toen de eerste Belgen de brug over wilden, werden ze onder vuur genomen. Er vielen tientallen doden; honderden gewonden probeerden zich door de inslaande kogels en granaten heen in veiligheid te brengen. Na enkele uren werd de toestand onhoudbaar en moesten de Belgen zich terugtrekken – in de grootste wanorde, want de meeste officieren waren uitgeschakeld. Veel soldaten probeerden de Dijle over te steken en verdronken in het snelstromende water; anderen werden neergeschoten terwijl ze door de velden in de richting van Werchter renden. De Slag bij de Molen kostte meer dan 300 Belgen het leven, plus zowat 50 Duitsers. Achteraf bezweken nog heel wat gewonden in het ziekenhuis. Meer dan 200 slachtoffers rusten op de militaire begraafplaats in Veltem. Een paar meter verderop zie je een gedenksteen voor één van hen: soldaat Joseph Boden uit Waremme”. Onderaan een oude foto met Belgische militairen lezen we de volgende korte tekst: “In 1914 gebruikte het Belgische leger nog honden om de zware machinegeweren te trekken. Op 12 september joeg een artillerist in paniek twee honden met machinegeweer de Dijle in. De stroming was te sterk en de dieren werden meegesleurd”.

In feite moeten we linksaf naar Werchter, maar we rijden rechtdoor naar de kerk van Rotselaar. Een paar honderd meter verder. Op de hoek van de volgende straat staat het gebouw van de voormalige brouwerij ‘Mena.’ Ze was actief van 1897 tot 1969 en opgericht door een leerling van Jack-Op. Het gebouw is nu omgebouwd tot gemeentelijk cultureel vrijetijdscentrum. De Sint-Petruskerk van Rotselaar, op het Dorpsplein, is gebouwd in de 16de eeuw. We kunnen ze eveneens bezoeken. Bij onze binnenkomst krijgen we een zangboekje en een blad met notenbalken en muzieknoten in de hand gedrukt. Om zeven uur begint een dienst. Wij bedanken echter en zeggen dat we niet zoveel tijd hebben. Ik rust achteraan even uit terwijl bomma een kort toertje door de kerk maakt. We zijn ervan onder de indruk. Het is een mooie kerk. De schilderijen in het koor zijn van de 17de en 18de eeuw. Terug buiten maken we een toertje rond de kerk. De grafzerken zijn ook hier jaren geleden verwijderd. Nog enkele staan tegen de gevel ter herinnering aan vervlogen tijden. De achtergevel staat in de stelling. Het monument voor gesneuvelden van beide oorlogen is in de muur ingewerkt. Het brengt hulde aan hun helden en martelaren. Aan de overzijde bevindt zich het gemeentehuis. Eveneens een modern complex. Naast de kerk nodigt een terras uit om een laatste drink. Nog drie kilometer tot onze auto. We rijden niet terug tot bij de watermolen. Hier zien we een pijl staan richting Werchter. Het is wel langs de grote baan. Maar tien minuten later staan we naast de auto. Het is 19:10u als we terug naar huis rijden. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten   Foto’s: Rina Meurs    Bron: Wikipedia












02-02-2015 om 09:18 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Broekemwandeling
  • Meerhoutwandeling
  • Nieuwmoerwandeling
  • Herfstwandeling Neerijse
  • Lepelstraatroute
  • Tremeloroute
  • Ekerenroute
  • Mozesbrugwandeling
  • Putteroute
  • Pijnvenroute
  • Tielt-Wingeroute
  • Kapelle-op-den-Bosroute 2
  • Borgloonroute
  • Tulpenwandeling
  • Meldertwandeling
  • Vordenstein 2019
  • Lentewandeling 2019
  • Kluizenroute
  • Fietswaterbus
  • Retiewandeling
  • Spildoornwandeling
  • Kesselse Heidewandeling
  • Parkwandeling Ekeren
  • Bokrijkroute
  • De Grote Schijn
  • Tervurenwandeling
  • Vennenwandeling
  • China Light
  • Brouwerij De Koninck
  • Hobokense Polderwandeling
  • IJzerlaantochtje
  • Bazelroute
  • Bevrijdingswandeling Antwerpen
  • Tulpenwandeling
  • Beeltjes te Ieper
  • De Legende van Veltwijck
  • Waterbustrip
  • Willemstadroute
  • Vichteroute
  • Dieren in de binnenstad
  • Lottum
  • Loenhoutroute
  • Leuvenwandeling
  • Liberationroute
  • Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge
  • Van Assenede naar Moerkerke (Damme)
  • Van Hulst naar Assenede
  • Wandeling Hulst
  • Met de fiets naar de kust
  • Asroute
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief per maand
  • 11-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 03-2014
  • 02-2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    tlissewegenartje
    www.bloggen.be/tlissew
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    spoorwegen
    www.bloggen.be/spoorwe
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    achturencultuur
    www.bloggen.be/achture
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    liefdenetwerk
    www.bloggen.be/liefden
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    marianne_posman_in_maldegem
    www.bloggen.be/mariann
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    aantwaarrepe
    www.bloggen.be/aantwaa
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    frankloopt
    www.bloggen.be/franklo

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs