Parkeren: Vakantiecentrum Corsendonck De
Linde Kasteelstraat 67 Retie.
Vrijdag 15 februari 2019. We rijden naar het
noordoosten van de provincie Antwerpen. De boordcomputer duidt slechts 10°C aan
maar het is een stralende dag met een helder blauwe lucht. Geen wolkje te
bespeuren en last but not least, het is zelfs windstil. Een uitgelezen dag dus
voor een mooie en stevige wandeling met de bekende wandelknooppunten. Via de
wandelknooppunten kunnen we als liefhebber alle kanten op. De folder
Dorpswandeling Centrum Retie loodst ons naar de parking van het
vakantiecentrum Corsendonck. Daar zou normaal gesproken voldoende staanplaatsen
zijn. Uitgezonderd vandaag dan. We rijden richting het centrum van Retie en
plaatsen de auto op een parking met kiezelsteentjes, vlak over de Gildenstraat
aan de N123. De ideale plek omdat hier borden hangen die naar fietsknooppunten
verwijzen. En hier werd eveneens een klein bordje aangebracht van onze
wandeling, nummer 123, met een pijltje naar rechts. Makkelijker kan niet! Wat
ik toen nog niet wist. Ik had thuis alleen de knooppunten opgeschreven en het
plannetje gelaten voor wat het was. Ik zou er spijt van krijgen.
Het dorp Retie is omringd door vele kleine
gehuchten zoals Looiend, Geenend, Watermolen, Brand,Weerbeek, Pontfort, Hodonk, Bosend, Duinberg
en de deelgemeente Schoonbroek. De Markt is het centrale punt waar enkele
belangrijke verkeerswegen elkaar kruisen. Het dorp is doorweven met talrijke
slingerende riviertjes die de bovenloop van de Kleine Nete vormen en die,
volgens de folder, de zuiverste riviertjes van Vlaanderen zijn. Retie heeft een
rijke geschiedenis waarvan de vroegste bronnen dateren van de twaalfde eeuw. Het
bekendste historische gebouw is wel de pastorie.
Onze parkeerplaats grenst toevallig aan de
voormalige pastorie dat gebouwd werd in 1696 in opdracht van prelaat Crils van
de Norbertijnenabdij van Tongerlo en bewoond werd door de pastoor en de onderpastoor
van Retie. In 1797 verhuisden de beide pastoors en werd het gebouw een korte
tijd als gendarmerie gebruikt. In 1799 werd de pastorie verkocht aan maire Van
den Eynde, die ze in 1808 op zijn beurt verkocht aan de gemeente. In 1814
konden de pastoors er opnieuw hun intrek nemen. In 1984 verliet pastoor Frans
Geuens definitief het pand en kort nadien nam het politiekorps er zijn intrek.
Sinds 2000 vinden ook de Heemkring Zeven Neten en het jeugdatelier De
KolkKuyl er een onderkomen. Het centrale gebouw en de twee zijvleugels worden
omringd door een ruime tuin en een gracht. We volgen knooppunt 123.
In de Sint-Paulusstraat staat een hoge
vierkante rode telefooncel. We wanen onszelf even in Groot-Brittannië. Het is
echter een blikvanger voor de kapperszaak Ludo. Er staat echter wel een echte
telefoon in. Maar of hij werkt is weer een andere vraag. Ik vraag me af of het
een rechtstreekse verbinding naar de U.K. is.
Onder het straatnaambordje Gildenstraat hangt
een infobordje: Gilde duidt op de boeren- en boerinnengilde, die er voor
zorgde dat in 1925 langs die straat een parochiezaal, de zogenaamde Gildenzaal,
werd opgetrokken. Ze werd ook wel de boerenzaal genoemd. Het sociale en
culturele leven van de dorpsgemeenschap speelde zich grotendeels af in de
Gildenzaal. Een aantal jaren bood zij ook onderdak aan de bibliotheek. De
Gildenzaal werd begin de eenentwintigste eeuw verkocht. Begin jaren vijftig,
van vorige eeuw, was de Gildenstraat, omwille van haar asfalt, een geliefd
voetbalterrein voor de buurtjongens. Een toen nog zeldzame auto hoorde men
immers van ver aankomen We dwarsen de Gildenstraat, zoals aangegeven door het
knooppuntennetwerk. In de regel geldt dat als er geen aanwijzingsbordjes hangen
loop je gewoon rechtdoor. Blijkbaar wordt hier van de regel afgeweken want een
bordje met nummer 123 wijst aan dat we rechtdoor moeten. Geen probleem. Beter
één bordje teveel dan één te weinig.
In de Jozef Cardijnstraat hangt weer een
infobordje bij de straatnaam: De straatnaam is genoemd naar Kardinaal Jozef
Cardijn (1882-1967), stichter van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ),
bijgenaamd De Kajotters. Een grote troef was zijn retorisch talent. Hij sprak
zijn publiek al roepend toe, hevig gesticulerend en erg overtuigend. In de
Sint-Martinusbasiliek van de stad Halle droeg Cardijn zijn eerste mis op. In
2005 eindigde Cardijn op de drieëntwintigste plaats in de Vlaamse versie van
De Grootste Belg. Bij deze straat vinden we geen bordje meer dat ons wijst
in welke richting we moeten stappen. Dilemma! Rechtdoor of linksaf? Of
rechtsaf? Links zien we de spitse kerktoren als een baken boven de dakpannen
uitsteken en besluiten om daar naartoe te stappen. We hebben inmiddels al drie
straten gedwarst zonder een bordje van de wandelknooppunten te zien. De
wandeling komt sowieso door de dorpskern. We nemen dus de kortste weg door het
Molenaarspad. Het is trouwens tijd voor een sanitaire stop. Halverwege het
Molenaarspad echter zien we rechts terug onze knooppuntenbordjes hangen met het
nummer 122. We zitten dus op het juiste spoor. We hadden daarnet toch nog
rechtdoor moeten wandelen, denk ik.
In het Bokpad spotten we onze eerste
citroengele vlinder die men normaal als eerste van alle vlindersin de lente te zien krijgt. Ze overwinteren
in dichte vegetatie, zoals klimop, hulst of braam. Onze vlinder vliegt vlak bij
een hoge groene haag die het zicht verbergt op de tuintjes van de vele vrijstaande
woningen. De lucht hangt vol met vogelgeluiden. Vogels en insecten zijn, net
als wij, de kluts kwijt. Ze denken ook dat de lente al in het land is. Bij de
Akkerstraat is ons volgende infobordje: Akker duidde oorspronkelijk het
gezamenlijk lanbouwland aan dat door de inwoners van het dorp gemeenschappelijk
werd bebouwd. De Retienaren waren ten tijde van de Franken allen boeren,
voornamelijk veehouders. Het was gezond volk met grote huishoudens zodat ze,
om de kost te verdienen, almaar nieuw land moesten bijmaken. Zon stuk land
noemden zij een ekker of akker. Uit die tijd, meer dan 1000 jaar geleden,
dagtekenen de Retie-ekkeren.
Aan het volgende kruispunt hangt weer geen
knooppuntenbordje. We maken ons geen zorgen. Langs het Huis St-Antonius komen
we in de Molenstraat, richting kerk. We lezen: Deze oude straat, vroeger de
weg naar Mol en Geel, leidde naar s heren windmolen op de Molenakker nabij de
huidige Beukenlaan. Hij wordt reeds vermeld in 1595 en in 1837 overgeplaatst
naar het gehucht Obroek waar hij in 1958 werd afgebroken. De straat, of een
deel ervan, werd destijds ook Ravennest genoemd. Het was een beschimpende
aanduiding van de onbemiddelde vreemdelingen die er woonden. De zon brandt af
en toe in onze rug. Wat zou de reden kunnen zijn waardoor er enkele
knooppuntenbordjes verdwenen zijn uit het straatbeeld? Misschien is de oorzaak
te zoeken bij de afbraakwerkzaamheden die onlangs werden uitgevoerd aan oude
woningen. Om schade te vermijden werden de paaltjes verwijderd? Misschien
werden aanwijzingsborden verwijderd om het teveel aan borden in het straatbeeld
te beperken en werden daardoor de knooppunten over het hoofd gezien? Een feit
is dat er een massa nieuwbouw in het centrum is gekomen.
Bij café Amelie houden we onze sanitaire stop.
Er is nog geen terras voorzien. Het is nog te vroeg in het voorjaar om tafels
en stoelen buiten te zetten. Maartse buien en aprilse grillen moeten nog komen.
Na een verfrissende pint wandelen we naar de lindenboom die zich midden op de
Markt bevindt. Er zijn aanwijzingen dat deze eeuwenoude gerechtslinde zou
dateren van voor de zestiende eeuw. Onder deze linde vergaderde vroeger de
schepenbank die er boeten en straffen uitsprak. Van 1727 tot begin van de
twintigste eeuw werd er elke maandag botermarkt gehouden. In 1988 kreeg de
linde een grondige restauratie waarbij de metalen constructie van 1891
vervangen werd door de huidige ondersteuning in padoek hout. Enkele wandelaars
of toeristen maken gebruik van de overschaduwde zitbanken rondom de boom.
Een ander gebouw met een geschiedenis is de Sint-Martinuskerk
die gebouwd werd in 1872 en indrukwekkend toont. De toren met hoge spits
dateert echter al van voor 1500. In de loop der jaren volgden verbouwingen en
aanpassingen elkaar op tot de kerk haar huidig uitzicht kreeg. De klok begint
te luiden en geeft net twee uur aan. We kunnen binnen het interieur bewonderen.
De borstwering van het hoogzaal werd rondom in hout vervaardigd met enkele
medaillons van pauzen. Naast de inkom werd een plaats voorbehouden voor de
garderobe van de priester. Stevige pilaren ondersteunen de middenboog. Ook
vooraan werd een orgel geplaatst. Er zijn maar liefst vier biechtstoelen die
afkomstig zijn van de Augustijnenabdij van Corsendonk. Links naast het altaar
werd een aparte ruimte voorzien voor een familiegebed. Het is een frisse en
lichte kerk omdat de hoogste boogramen gewoon in glas werden vervaardigd. De
onderste ramen zijn prachtige kleurrijke glas-in-loodramen die geschonken zijn
door de Graaf van Vlaanderen. Door de ouderdom is de tekst niet volledig
leesbaar. Rechts van de kerk werd het Heilig Hart opgericht. Links, naast de kerkingang,
staat het grafmonument van de dichter Lodewijk de Koninck (1838-1927), de
romantische dichter die vele jaren in Retie verbleef.
Op een steenworp van de kerk werd het
gemeentehuis in 1898 opgericht. De laatste grote verbouwingen gebeurden in
2005. Toen kwam de ingang van het gemeentehuis langs de zijkant te liggen. Er
is een infokantoor aanwezig. Een plaats voor alle toeristische informatie over
wat er te zien, of te doen en te beleven is in de regio. Dan moet het wel open
zijn natuurlijk. Vlakbij vinden we onze wandelknooppunten terug.
Al wandelend langs oude monumentale gebouwen
doet een mens soms terugkeren naar de goede oude tijd. Of was die tijd niet zo
prettig? We stappen even tot bij het prachtige gebouw op de Markt met het
nummer drie. Het is een voormalig brouwershuis met achteraan nog de bijhorende
bedrijfsgebouwen. Tijdens het Franse bewind bevond zich hier al een brouwerij.
De woning zelf zou gebouwd zijn in de zeventiende of achttiende eeuw. Voor de
aanleg van de steenweg, in 1860, diende men een gedeelte van de woning te
slopen. Rond 1900 werd de site eigendom van burgemeester-brouwer Aloïs Van
Gansewinkel. Sinds 1950 ligt de brouwerij stil.
Op de hoek van de weg naar Turnhout en Arendonk
staat de oude handbediende waterpomp op een hoge arduinen steen. Vroeger kwamen
de huisvrouwen hier hun wasgoed spoelen. Hier zien we ons wandelknooppuntenbordje
100 hangen. We slaan wel de knooppunten 115 en 116 over. Maar we doen niet
moeilijk.
Het gebouw Kloosterstraat 8 heeft enkele
opmerkelijke torentjes die bij een groot herenhuis behoren dat circa 1908
gebouwd werd in opdracht van E. De Koninck en L. Van Herck. In 1964 werden
diverse verbouwingen en aanpassingen gedaan en het gebouw werd afgelopen jaar
nog gerestaureerd. Het wordt momenteel gebruikt als kleuterschool of
kinderopvang. Een indrukwekkend gebouw.
We volgen bordje met knooppunt 100. Als we de
Burgstraat dwarsen vinden we weer een infobordje: De Burcht of Borght was
een groot herenhuis, omringd door watergrachten, aan wat toen nog de Oude
Turnhoutsebaan was. Het huis werd in 1620 door Michiel van Belle, de secretaris
van Retie en rector van de Latijnse school, opgetrokken. Er waren in die tijd
maar drie huizen met een verdieping in dit dorp, waaronder het Hooghuis op de
Markt, de Pastorie en de Borght. Het historische pand werd in 1964 gesloopt.
Langs de kortste weg wandelen we terug naar de
auto.
Woensdag
13 februari 2019. Een zonnige droge dag waarop we kunnen genieten van een aangename
temperatuur tot 10°C. We besluiten om tante Maria in haar home te bezoeken.
Mijn meter, die ondertussen al lang de negentig is gepasseerd, woont al enkele
jaren in rustoord Battenbroek te Walem, een woonzorgcentrum voor 88 residenten.
Het is een rustgevende omgeving waar de oudere mens echt tot rust kan komen in
een familiale sfeer. Vlakbij het rustoord bevindt zich de Spildoornvijver of de
put van Walem. Een oude zandwinningsput die uitgegraven werd op het einde van
de jaren zestig van vorige eeuw voor de aanleg van de E-19. Het domein is 25 ha
groot waarvan 16 ha water oppervlakte. De ideale leefomgeving voor de snoek,
baars en karper. De oevers zijn bedekt met veel riet en hier en daar een
loofboom. Enkele struiken hebben al katjes. Een andere struik kleurt al geel.
De lente lijkt dichtbij. Aan de overzijde, tussen de struiken zien we nog net
de kerktoren van Walem. Na onze wandeling rijden we tot bij het rustoord waar
men ons vertelt dat tante Maria verleden week verhuist is naar een rustoord in
Kapelle-op-den-Bos. Het personeel was zo vriendelijk om het adres mee te geven.
Lucy, onze GPS, bracht ons een half uur later tot bij het woonzorgcentrum
Akapella. In juli 1997 opende Akapella zijn deuren in de Parallelweg. Een
prachtig gebouw dat enkele jaren geleden nog grondig werd gerenoveerd en
uitgebreid. Tante was blij om ons te zien en we gingen in het cafetaria iets
drinken terwijl we elkaar bijpraten. Om eerlijk te zijn, tante Maria praat en
wij luisteren. Tot de volgende keer tante!
Zondag 3 februari 2019. Het is nog fris. In tal
van steden en gemeenten heeft het aan de grond nog lichtjes gevroren. Hier en
daar is het wegdek nog nat en ontstaan er ijsplekken. De zon schijnt aan een
stralende blauwe hemel bij een temperatuur van 5°C. We gaan onze tweede
winteruitstap maken van het nieuwe jaar. Gewoon er even tussenuit. In beweging
blijven zegt de dokter vaak en dat gaan we doen. Het is ongeveer elf uur als we
aan de Lindekensbaan de parking opdraaien van het Provinciaal Groendomein
Kesselse Heide. Dit natuurgebied van 43 hectare werd tot eind jaren zeventig
van vorige eeuw nog gebruikt als oefenterrein voor het Belgische leger. In 1978
kocht de provincie Antwerpen het aan. Sindsdien wordt het hele gebied beheerd
met inzet van een vijftigtal Kempische heideschapen zodat de ongewenste grassen
op een natuurlijke manier verwijderd worden. In het natuurreservaat zijn een
aantal beweg-wijzerde wandelroutes uitgezet. De heide staat nu niet in bloei
maar we zien een kleurrijke afwisseling van struikheidevlakten en poeltjes,
naald- en loofbossen. Aan de zandvlakte staan picknicktafels waar we van ons
zelf meegebracht hapje en een warm drankje kunnen genieten. Als de wolken voor
de zon schuiven voelen we de koude noorderwind. Tijd voor een warme chocomelk
of kopje hete koffie. We moeten beslist nog eens terug komen als de heide
bloeit.
Maandag
21 januari 2019. Een helder blauwe lucht nodigt uit om een wandeling in de
natuur te maken. Een wollen jas en sjaal zijn geen overbodige luxe artikelen.
Afgelopen nacht vroor het nog tot -7°C. Vanmiddag doet de zon alle moeite van
de wereld om het kwik boven het vriespunt te duwen. Volgens de weergoden op TV
gaat dat lukken tot +2°C. Voor morgenbeloofd men sneeuwbuien doorheen Vlaanderen. We gaan het vandaag niet te
ver zoeken. Het park van Ekeren is aangelegd in Engelse landschapstijl en heeft
zelfs in de winter, zoals vandaag, zijn charme. Doordat de bomen kaal zijn
kunnen we beter de verschillende vogelsoorten spotten. Ons Rina slaagt er zelfs
in om een eekhoorn te fotograferen. De halsbandparkiet is zelfs hier niet meer
weg te denken. Deze papegaaiachtige vogel uit het tropisch Afrika blijkt hier
goed te aarden. Ze hebben zich ondertussen vermenigvuldigd tot vele
tienduizenden exemplaren en zich als exoot hier gevestigd. We wandelen rond de
vijver van het kasteel waarop enkele eenden staan te zonnen op een dun laagje
ijs. Het lijkt alsof de mees en het roodborstje op ons wachten om
gefotografeerd te worden. Tijdens de lente lukt dat niet meer. Aan het
zandstenen beeld van de Romeins godin Flora voelen we onze tenen tintelen.
Zelfs met de handen diep in de jaszakken voelen we dat onze wollen handschoenen
de bijtende koude niet tegenhoud. Met rode wangen en een frisse neus keren we
terug naar huis om bij de centrale verwarming te genieten van een tas heerlijke
warme chocomelk. Met een koekje erbij maken we plannen voor onze volgende
winterwandeling.