Woensdag 27 februari 2019. De weervrouw had het ons gisteren beloofd en
wanneer we de pvc-rolluik optrekken zien we een helder blauwe hemel zoals we
het soms zelden zien tijdens de warme zomermaanden. De thermometer geeft
momenteel al 12°C aan maar er worden voor vanmiddag temperaturen voorspelt tot
20°C. Het lijkt wel een zomerse dag, maar het is nog steeds winter. Weer een
dag om van te profiteren. Daarom rijden we met de auto naar Oost-Vlaanderen
voor een uitgebreide fietstocht die start in Kluizen. Het dorp ligt in het
Meetjesland, een wandel- en fietsregio tussen Gent en Brugge. Vanaf 1977
behoort Kluizen bij de gemeente Evergem en is vooral bekend voor haar
spaarbekken en groene zones.
Door vertraging en enkele files op de Antwerpse ring staan we eerst om
10:45u op de parking van Kluizen. Er was geen ontkomen aan. Het was wachten en
aanschuiven tot voorbij de Kennedytunnel voor we zonder problemen weer vlot
verder konden rijden. We houden de parking van Kluizen rechts van ons en
fietsen op de Toekomststraat tot bij de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk van
Kluizen. Een eerste gebedsplaats was volgens de geschiedenis van 1122, gebouwd
in opdracht van de graaf van Vlaanderen. Ze werd echter in 1580 vernield door
Calvinisten. De volgende kerk werd in de loop der eeuwen afgebroken, uitgebreid
en gerestaureerd tot de huidige kerk die we nu zien. De vierkante toren werd in
1768 1771 verbouwd maar op 22 mei 1940 opgeblazen door oorlogsperikelen.
Tussen 1953 en 1956 werd de schade hersteld. Rechts van de kerk werd de
Heilige Cornelius in een nis geplaatst als de patroonheilige van het dorp. Links
zien we het monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. De kerkklok
slaat net het volle uur. Binnen in de kerk werden talrijke Obiits aangebracht.
Aan elke kolom of pilaar zien we een Heiligenbeeld hangen. Op de achtergrond
horen we stille kerkmuziek uit een luidspreker. Het geeft meteen een andere
sfeer. Achteraan staat de Heilige Rita op een sokkel. Ze wordt onder andere
aanroepen voor hopeloos gewaande zaken, langdurig zieken en door vrouwen met
een ongelukkig huwelijk. Naast de kerk is de begraafplaats waar enkele zerken
staan van burgerlijke oorlogsslachtoffers en oud-strijders van beide
Wereldoorlogen. Het dodenhuisje van 1863 staat in het midden van de
begraafplaats waar tegen de calvarie werd bevestigd. Het bronzen beeldje op het
pleintje is van Dirk De Keyzer uit 1996. Het stelt twee koningskinderen voor.
Na ons bezoek aan de kerk en de begraafplaats fietsen we de straat ten
einde en slaan linksaf op de Kluizendorpstraat. De bebouwing verdwijnt langzaam
en de natuur neemt de plaats in. We fietsen onder een stralende zon en de
temperatuur is ok. Toch lijkt de natuur wel doods door de kale bomen.
Desondanks komen we terecht in een streek voor genieters. Fietsen door een
pittoresk landschap waar we een mix van akkers, weiden en ja, toch nog uitbundig
veel groen vinden. Het zou mij niet verbazen moesten we een kunstenaar naast de
weg zien zitten die deze natuurrijkdom met een penseelstreek op het doek
schildert. Voor het knooppunt staan de statige villas met een eentonige tuin.
We verlaten Kluizen langs het einde centrum bord.
We rijden over de brug van het Watering De Burggravenstroom, zoals we
zien staan in de lage gemetselde muur. Het Verbindingsvaartwater stroomt onder
de brug en vloeit in de Burggravenstroom die we ongeveer 2,7 km gaan volgen.
Het is een prachtige waterweg die een totale lengte heeft van 33 km. De
waterweg werd tijdens de dertiende en veertiende eeuw bevaren door schuiten,
geladen met goederen zoals laken, appelen, hout en turf met bestemming Gent. Na
de godsdienstoorlog kwam hier een einde aan. Langs de dijk groeien hier en daar
de paasbloemen of narcissen in verschillende tinten. Aan knooppunt 36 dwarsen
we de stroom en slaan rechtsaf. Nu houden we het water rechts van ons. Verderop
slaat de Burggravenstroom linksaf naar Eeklo en stroomt verder via Assenede,
Lembeke enzovoort. We dwarsen straks nogmaals de stroom in Lembeke. Links van
ons moeten twee gigantische spaarbekkens zijn. Door de beplanting en de
bebouwing zijn ze niet te zien vanop de fiets. Het is slechts duidelijk op
Google-View of vanuit een luchtballon. De uitvinding van de heteluchtballon
dateert van 1783 en spreekt nog steeds tot de verbeelding van avontuurlijke
mensen. Hoe mooi moet dat niet zijn om vanop een hoogte de regio te zien? Maar
ik dwaal af. De twee waterreservoirs hebben een gezamenlijke inhoud van meer
dan 10 miljard liter. Vanuit Kluizen voorziet De Watergroep heel het
Meetjesland van drinkwater. Dagelijks kan er tot 60 miljoen liter geproduceerd
worden. De spaarbekken bevinden zich tot aan het volgende knooppunt. Tussen de
akkers en weiden, rechts van ons, werden bescheiden villas gebouwd.
Afgewisseld door mooie gerenoveerde boerderijen en statige landhuizen.
Vanaf knooppunt 26 bevinden we ons op het grondgebied van Assenede en
worden we meteen opgeslokt door een heerlijk stuk natuur. Vanaf de Abdijstraat
werd de Antwerpse Heirweg gekasseid. We doen zoals de professionele
wielertoeristen en rijden zoveel mogelijk naast de weg in de zijberm. Dat is
niet veel beter want die zit vol kuilen, putten en regenwater. Hopelijk rijden
we niet plat. De Antwerpse Heirweg maakt deel uit van de oude weg die van
Antwerpen naar Brugge liep en doorsnijdt het bosgebied van Oosteeklo. Het deel
dat over het grondgebied van Oosteeklo loopt dateert uit de zestiende eeuw. Een
deel van de weg bevindt zich zelfs nog in zijn oorspronkelijke staat en is dus
niet verhard. We zijn dan ook opgelucht wanneer de kasseien overgaan in een
zandweg. Hier houden we halt aan een picknicktafel die ons uitnodigt om onze
zelfgemaakte boterhammetjes te verorberen. Hier werd een infobord geplaatst. We
bevinden ons in de Lembeekse bossen. Deze bossen, 305 ha groot, strekken zich
uit over Lembeke, Oosteeklo en Waarschoot op een zandrug die loopt van Oedelem
tot Stekene. Hier kun je heerlijk wandelen, fietsen of paardrijden. Na een
stevige wandeling kun je aan de noordzijde van het bos nagenieten in één van de
horecazaken. Het Bellebargiebos is een vochtig loofbos langs de
Burggravenstroom. Links is een bosrijk gebied en rechts een afgespannen weide
met een skyline van verschillende kale loofbomen. Op de hoeve, even verder, woont
een echte paardenliefhebber. Zijn weide is rondom afgespannen met een doorsteekomheining
van hout. Geen prikkeldraad want dat is voor paarden ongeschikt. Het is te
onopvallend voor de viervoeter en vooral onveilig. Prikkeldraad is scherp en
kan ernstige verwondingen veroorzaken. Over het Syngelbrugje fietsen we de
Burggraventroom over en komen we in Sleidingen/Evergem en slaan rechtsaf in de Vierhuizen.
Een smalle betonbaan tussen de velden. Landbouwgrond domineert hier boven de
weidlanden waar binnenkort koeien vredig liggen te herkauwen. Naast ons pad
zijn de grachten afgeboord met gesnoeide knotwilgen. Nostalgie! De
knooppuntenbordjes zijn tot hiertoe goed aangegeven. We hebben het al
meegemaakt dat er bordjes verdwenen zijn en dat weet je eerst achteraf als je
na enige tijd geen bordje meer tegenkomt of een knooppuntenbordje met een
vreemd nummer. Hoe frustrerend is dat? Voor vandaag lijkt er geen probleem te
zijn. We ruiken dat er in buurt gemest wordt. Het aroma komt ons af en toe
tegemoet.
Aan knooppunt 78 fietsen we linksaf in het Meistraatje waar de betonbaan
afgeboord is met hoge statige eiken. Hier werd een infobordje geplaatst over de
legende van de Bevende Hazelaar. Op deze driesprong staat de Bevende
Hazelaar, eigenlijk een (tril)linde. Hij staat op de plaats waar de graaf van
Kleef per vergissing werd vermoord. Toen de Oostmoerenaren het vertrek van de
Oostenrijkse overheersers vierden, bemerkten ze een vreemde man die, aan zijn
kledij te zien en aan zijn stem te horen, beslist een buitenlander was. Ze
namen hem dan ook onmiddellijk voor een Oostenrijker en hij werd in het heetst
van de verwarring gedood. Om deze misstap uit te wissen ging men het lijk in de
bossen begraven. Boven zijn graf plantte men een (tril)linde. Later werd aan de
boom een Mariakapelletje gehangen, waar de kooplieden hun penning offerden, om
zegen te bekomen voor een goede koop.
Rondom ons zien we niets anders dan natuur waar we ten volle van
genieten door de kleur, de geur en de vele geluiden van bekende en minder
bekende vogels. Deze streek is een echt fietsparadijs. Soms, heel soms, fietsen
we te snel door het landschap over de kleine smalle plattelandswegen. Want aan
het eind van het straatje komen we weer terug in de harde wereld. Ja, bebouwing
is natuurlijk de dag van vandaag nergens meer uit te sluiten. Ook het lawaai
van de autos hoort daarbij en is een tweede natuur geworden. Maar er is
verbetering op til. De elektrische auto rijdt muisstil door de straten. Wees
gewaarschuwd! Als je niets hoort is er een Hybride of een 100% elektrische auto
in de buurt. Of dat nu veilig is of niet daar ga ik niet over discuteren. Tijd
voor een frisse pint op een zonovergoten terras. Ik ben bijna uitgedroogd. We
hebben flesjes water bij maar dat smaakt zelfs te droog. Het is nog wachten tot
in de dorpskern van Waarschoot om de dorstige te laven. In Bellebargie, na
knooppunt 11, rijden we al op het grondgebied van Waarschoot. Voor de rotonde
links, in de Bellebargie, stond de oude Sint-Jozefkerk. Tijdens de renovatie
van de Sint- Ghislenuskerk in de dorpskern van Waarschoot, werd de
Sint-Jozefkerk gebruikt als noodkerk. In 2008 werd deze kerk ontwijd en in
februari 2017 afgebroken. In de plaats werd een kleuterschool gebouwd. Op een
betonnen sokkel werd de zware koperen klok tentoongesteld die herinnerd aan de
Sint-Jozefkerk.
De helft van het voetpad werd omgetoverd tot fietspad. We rijden langs
de grote luxueuze woningen waar de eigenaars optimaal kunnen genieten van hun
vrijstaande woning. Vooral omdat ze weinig of geen last hebben van burenlawaai,
of ze kozen ervoor om rondom rond te kunnen genieten van een groene omgeving. De
woningen hebben meer ramen, dus meer daglicht in elke kamer. Bij enkelen staat
de grote mobilhome op de oprit. Klaar om te vertrekken naar het zonnige zuiden.
Het is nog ongeveer twee kilometer tot de dorpskom van Waarschoot. Het dorp ligt
in de regio Meetjesland en bezit nog ongeveer 154 ha bos. Genoeg om in te
verdwalen dus maar met wat geluk spot de wandelaar of oplettende fietser zelfs
herten, reeën, zwijnen, de kleine bonte specht of de kleine boomkliever. Op de hoek
Kapellestraat/Hoeke staat een smalle wegkapel omgeven door knotwilgen. De kapel
werd opgericht in 1860 in opdracht van pastoor Van Dorpe. In de nis werd het
beeldje van O.L. Vrouw met kind geplaatst. Een zitbank nodigt uit voor een
warme kop koffie. Boven het dak van een woning zien we een hoge ronde
gemetselde schouw die samen gehouden wordt met ijzeren banden. Het is de
fabrieksschoorsteen van het voormalige S.A.W.-textielfabriek dat opgericht werd
in 1889. Na de stopzetting tijdens WOII kwam er een nieuwe bloei in de jaren
1950 en 1960. In 1981 volgde echter de definitieve sluiting. Ons volgende
kapelletje bevindt zich ongeveer 250 meter verder in de Kapellestraat onder
twee stevige Lindenbomen. Een donkere madonna prijkt op het kleine altaar. De
kapel werd gebouwd in 1987, volgens de datum boven de nis. Onderaan werd een
tekst gebeiteld: Wij willen behouden dit volk en dit land, lief Meetjesland.
Getekend: Lorand Verbeecke 1911-1985 stichter Godsdienstig en heemkundig
erfgoed.
Even verder, op het nummer 53 van de Kapellestraat zien we een prachtig
herenhuis dat omringd wordt door een haag en vooraan door een hekwerk. Het is
het voormalige priorshuis van de Priorij O.L. Vrouw ten Hove. Gesticht in 1444
door de Gentse patriciër. Het gebouw werd geplunderd en verwoest in 1578 en1581
door de Calvinisten. Het klooster werd opgeheven in 1796 door de Franse
bezetters en openbaar verkocht.Vlak
voor de spoorwegovergang met knooppunt 03 vertelt een bordje over Het Goed te
Diependale is het voormalige neerhof van de priorij van O-L-Vrouw ten Hove. Het
voormalige kloosterdomein (1444-1650) bestond uit de goederen van de stichter
Simon Utenhove, aangekocht en later geschonken goederen. Het Waterschootse
patrimonium van het voormalige Cisterciënzerklooster omvatte zon 100 ha bos en
drie belangrijke landbouwuitbatingen: het eigenlijke kloostergoed, het neerhof
van het klooster (dus het oorspronkelijke Goed te Diependale) en de hoeve
Koudekeuken. De straatnaam Jagerspad verwijst naar het feit dat dit gebied ooit
het jachtgebied van de graaf van Vlaanderen was.
Aan de parking van de Nieuwstraat bevinden we ons pal in het centrum van
Waarschoot en wijken we af naar de Sint-Ghislenuskerk. Het ruïnegedeelte is
afgezet met de bekende hekwerken. Je wordt totaal stil als je de voormalige
kerk aanschouwd. In de overgang van 2001 naar 2002 werd op oudejaarsavond de
Sint-Ghislenuskerk door een scholier uit het naburige Eeklo opzettelijk in
brand gestoken. De reden kunnen we niet vinden, al is er voor deze
vandalenstreek geen enkel excuus. Alleen bogen, koor en de massieve toren van
1393 bleven overeind. Er kwam een nieuwe kerk, tegen het schip van de ruïne
aangebouwd. Ernaast staat de verbrande madonna op een sokkel. Ter herinnering
aan de kerkbrand. Langs de oude toren kunnen we in de nieuwe kerk binnen. Het
is een hele aanpassing om hier rond te lopen. We staan dan ook snel terug
buiten. Tijdens de renovatie werd de Sint-Jozefkerk aan de Bellebargie gebruikt
als noodkerk. Op 24 juni 2007 werd de nieuwe kerk ingehuldigd. Naar aanleiding
van de renovatie van de verwoeste Sint-Ghislenuskerk besliste Waarschoot om
meteen ook de dorpskern ter hernieuwen. Het resultaat is een groene
ontmoetingsplaats met onder andere een petanquebaan en een kunstwerk ter ere
van priester-dichter Basiel de Craene. Het dorp is uitnodigend met haar
gezellig terrasje waar we eveneens van profiteren om een sanitaire stop te
houden. Het is en blijft de favoriete halte van elke wandelaar of fietser. Dat
hoort er nu eenmaal bij. Ik probeer telkens iets nieuw uit de streek. Schol!
Na onze haltein Waarschoot
rijden we uit het centrum door een smal pad tussen hectaren weidegrond. Ze
liggen er maar kaal bij omdat de dieren nog op stal staan. De nachten zijn nog
te koud. Het is 15:00u gepasseerd als we knooppunt 13 bereiken. Vanaf hier volgen
we ongeveer een kleine zes kilometer waterloop De Lieve die rechts van ons
stroomt, maar totaal geen functie meer heeft in de scheepsvaart. Het is een
historisch binnenscheepvaartkanaaltje dat werd gegraven tussen 1251 en 1269.
Het kanaal was in totaal 45 km lang en vormde de eerste kunstmatige
waterverbinding tussen de Leie in Gent en de Zwinmonding in Damme. Nog tot de
Tweede Wereldoorlog werd via de Lieve alle aal van de stad Gent met schuiten
naar Lovendegem gevaren, om er de velden te bemesten. Het traject langs De
Lieve is zondermeer lovenswaardig op het smalle asfaltpad. Ik veronderstel dat het
kanaal vroeger breder was want links van ons groeien de schilderachtige
knotwilgen die oorspronkelijk langs de waterkant staan. We genieten van onze
fietstocht langs het water. We komen volledig tot rust langs de kilometers
uitgestrekte natuur van weilanden en landbouwgronden. We kunnen zowaar proeven
van al dat moois dat de streek te bieden heeft. De elektriciteitspylonen, in de
verte, proberen we weg te denken. Dit is genieten van water en rust die enkel
verstoort wordt door vogelgeluiden. Een eind verder moeten we een omweg maken.
Zelfs een fietser mag niet door. Een wielertoerist komt uit die richting en
vraag hem of we toch niet doorkunnen. De man is zo vriendelijk om halt te
houden om ons te woord te staan. Hij was tot aan de versperring gereden om te
kijken hoe ver de werken gevorderd waren. Er is geen doorkomen aan, vertelt
hij. Het is beter even om te rijden. Het is nog geen kilometer roept hij nog
terwijl hij terug snelheid maakt. Ik vergat te vragen waarom er een omleiding
voorzien was. We moeten voor ons volgende knooppunt drie keer dezelfde
spooroverweg dwarsen. Nog voor de eerste spooroverweg houden we halt bij een
grote watertoren met uitkijk op het hoogste punt. Na 2020 komt er een
betonstop, maar er wordt momenteel massaal nieuwbouw opgetrokken zodat er tegen
die tijd geen plek meer vrij is om nog te bouwen. Dit zijn dan nog de
vrijstaande woning die worden gebouwd. We bevinden ons in Sleidinge, nog een
deelgemeente van Evergem. In de Wurmstraat zien we rechts het grote
Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidingen. Een belangrijk gastvrij herstellingsoord,
een ruimte die rust en voorspelbaarheid biedt waar mensen kunnen herstellen. We
dwarsen de Weststraat en de derde spooroverweg in de Langendam. In deze straat
uitkijken, we moeten rechtsaf op een smal pad tussen een weiland en een gracht.
Veel geluk!
Na knooppunt 31 rechtsaf tot de Sint-Joriskerk van Sleidingen. Ze heeft
de meest spitse toren van de provincie. Er was al sprake van een gebedshuis in
1260. Ze brandde af, en werd groter heropgebouwd. Gerestaureerd en weer
vergroot in de volgende eeuwen. In 1740 kreeg de toren zijn nieuwe spits. We
kunnen binnen ook een kijkje nemen. De glas-in-loodramen maken de kerk donker.
Achteraan staan er geen stoelen meer door het gebrek aan parochianen. Er
bevinden zich vrij veel Heiligenbeelden die hier met naam benoemd zijn. We zien
de Heilige Joris, de Heilige Godelieve, de Heilige Jozef met kind, de Heilige Coleta,
het Heilig Hart van Jezusen de buste
van Pater Damiaan. De prachtige biechtstoelen springen echt in het oog. Zouden
ze nog gebruikt worden? In een nis staat het Heilig Hart van Maria. Ook de
preekstoel met rode loper op de dubbele trap is bezienswaardig maar
waarschijnlijk slechts een pronkstuk. Terug buiten zien we de monumentale
dorpspomp die dateert van 1863 om de lokale bevolking van zuiver water te
voorzien. De laatste renovatie vond plaats in 1980. In de buurt van de kerk
vinden we de bronzen premier Wilfried Martens. In 2016 werd het monument
onthuld die geboren en opgegroeid is te Sleidingen. Van 1979 tot begin 1992 was
Martens eerste minister in ons land. Het bronzen beeld van 1,92 m is een
creatie van Leo De Buysere. Bij de onthulling werd het dorpsplein omgedoopt tot
Wilfried Martensplein. We dwarsen verderop de N456.
Na een tijdje fietsen we op de Meerbeke dat wordt gedomineerd door
weiden met grazende paarden. Ze dragen een deken op hun lichaam. Een paard
voelt zich best bij een temperatuur van 10°C. Bij langdurige regen of na een lange
rit is een paard bezweet en heeft het vaak koud. Dan kan men het best het paard
bekleden met een deken om de spieren warm te houden. Na enkele pedaaltrappen
fietsen we Wippelgem, een deelgemeente van Evergem, binnen. De vrijstaande
woningen voor de dorpskerk zijn statige gebouwen waar meer dan één auto de
oprit siert. Links van de kerk werd de pastorie in 1856 gebouwd. Het landelijke
dorp heeft in 1856 de Onze-Lieve-Vrouw Ten Troost kerk gebouwd die in de
volksmond De Boskapel wordt genoemd omdat ze aan de rand van het dorp gelegen
is, aan de bossen. De kerk, met haar vierkante klokkentoren van 1855 wordt
geflankeerd door twee kapelletjes. Links werd de kapel gebouwd voor
Sint-Antonius Eremyt in 1894 en rechts staat de kapel die opgedragen werd aan
Sint-Appolonia in 1893. Ze hebben beiden fraaie heiligenbeelden staan op een
altaar.
Tegenover de kerk leidt een dreef naar het grootste kasteelpark van
Evergem. Het Kasteel van Wippelgem is sinds 2008 eigendom van de gemeente. De
oudste vermelding dateert van 1375. Het kasteel met zijn U-vormige aanleg,
gelegen midden het omgrachte park, werd volgens kadastergegevens en volgens het
op de voorgevel aangebrachte wapen van de kasteelheren wederopgebouwd rond
1892, nadat het vorige kasteel vernield was door een hevige brand. Het kasteel
is volledig onderkelderd en heeft naast het gelijkvloers twee bovenverdiepingen
en een zolderverdiep. Op het gelijkvloers waren de leefruimtes gelegen: het
petit salon als ontvangstruimte voor familie en belangrijke gasten en als
fumoir, het grand salon als dagelijkse leefruimte en verder nog de eetplaats,
de bijkeuken en keuken. De immense traphal werd enkel gebruikt door de
eigenaars, voor het personeel was er een kleinere trap aan de keuken. De eerste
verdieping bestond uit slaapkamers en badkamers en op de tweede verdieping
waren de huiskapel en de kamers voor het personeel ondergebracht. Op die
verdieping staat tevens een immens grote watertank die het regenwater
verzamelt. Via loden buizen en een grote handpomp werd het water tot in de
kamers verspreid. Op de zolder staat een gelijkaardige watertank. Het
kasteeldomein omvat 27 ha en is een openbaar domein zodat er vrij kan gewandeld
en gefietst worden. In het kasteel worden nog huwelijken voltrokken en
jubilarissen gehuldigd.
Bij de kolossale vierkante duiventoren hoort uiteraard een infobordje.
We lezen: De eerste duivenhokken werden vanaf de zestiende eeuw ondergebracht
in torens. Het doel van zon gigantische duiventil was vooral economisch en
praktisch, want de duivenkweek vormde een belangrijk onderdeel van de
voedselvoorziening voor de rijke tafels. De voornaamste verdienste van de
duivenkweek was echter de productie van mest. Tegen het einde van de zestiende
eeuw werd het duifrecht ingevoerd, als gevolg van de ontevredenheid onder de
boeren wiens graan de duiven opaten. Het waren enkel de heren, abdijen en
enkele pachthoven die nog duiven mochten houden. De komst van kunstmest luidde
het einde in van deze traditie en vele duiventorens werden afgebroken of voor
andere doeleinden gebruikt.
De duiventoren op dit domein is een vierkante toren van bak en
zandsteen met drie bouwlagen en een tentdak met bolbekroning. Hij zou dateren
uit 1676 maar is hoogstwaarschijnlijk ouder. Volgens sommige bronnen dateert
hij uit 1641, nog andere spreken van 1623. Wellicht deed hij oorspronkelijk
dienst als vestingtoren en uitkijktoren. Hij had toen een plat dak. Pas later
werd het duivenkwartier en het tentdak erop geplaatst. Aan de oost- en
westgevel zijn consoles van de verdwenen loopplaten, alsook de vlieggaten
bewaard. Twee deurtjes in de oostgevel verlenen toegang tot de begane grond met
twee stalletjes. De deur naar het kippenhok op de verdieping in de noordgevel
met steektrapje werd toegevoegd in 1912. Het huidige koetshuis was oorspronkelijk
de boerderij. Het eerste gedeelte, met opbouw, was de paardenstal voor de
werkpaarden. Minder luxueus en eenvoudiger van uitvoering dan de stallen voor
de luxepaarden aan de hovenierswoning. Daarachter was de woning voor de boer
die voorzag in het eten voor het kasteel. Verderop lagen de hooizolder en de
stallingen. De twee kleinere gebouwen naast het koetshuis waren de stallen voor
de varkens, de rookkamer (om hespen te roken), het fornuis en aanpalend de
remise of bergplaats om de wagens te stallen en een ruimte om mest op te
slaan. Het voormalige koetshuis geldt nu als het hart van het sociaal-cultureel
leven van Evergem. In de loop der eeuwen kreeg het kasteel heel wat
bijgebouwen. In één ervan, de voormalige hovenierswoning, is vandaag Salon Sauvage
gevestigd, een combinatie van theehuis, eetcafé en biertuin.
In de Moleneinde, voor
we de brug oversteken aan de Burggravenstroom, slaan we rechtsaf voor een kort
bezoek aan de stenen beltmolen. Gebouwd op een heuvel door Gerd Neyt in 1864 op
de plaats van een houten staakmolen van 1645 die in 1787 afbrandde en werd
heropgebouwd. In 1870 werd een stoommachine geplaatst en draaide de molen nog
tot 1940. De molen raakte in de jaren van 1950 in verval. De gemeente kocht de
molen en liet hem grondig restaureren. We fietsen het laatste stuk tot aan de
auto in Kluizen. De sloot links van ons brengt het water naar de
Burggravenstroom verderop. We rijden recht naar de parochiekerk waar we om
18:10u terug bij onze auto aankomen na 41,5 km gefietst te hebben.
Fietsknooppunten:
96-54-22-16-20-32-10-12-77-13 = 20,6 km.
Maandag
25 februari 2019. Zolang de wind uit het zuidoosten komt blijft het bij ons een
beetje lente. Na een koude nacht, met lichte vorst, is het vandaag opnieuw
zonnig. We krijgen vanmiddag temperaturen tot 17°C en er staat nauwelijks wind.
We gaan ervan profiteren om met DeWaterbus over het Albertkanaal te varen. Sinds
2017 vaart DeWaterbus tussen het Steenplein Antwerpen en Hemiksem, met een
tussenstop in Kruibeke. Daar kwam in 2018 een tweede route bij die het
Steenplein via een noordelijke route verbindt met de Antwerpse haven. Vanaf
midden februari 2019 is daar dus een oostelijk traject bijgekomen en vaart
DeWaterbus elk half uur op het Albertkanaal met de haltes in Antwerpen,
Merksem, Deurne, Schoten en Wijnegem. Dit is nog maar eens een duurzaam
alternatief voor het woonwerk-verkeer langs het Albertkanaal. En wat meer is:
de fiets mag gratis mee. We vertrekken omstreeks 10:45u met de fiets vanaf onze
woonplaats in het centrum van Ekeren. We fietsen door de Oude Landen om te zien
of de natuur zich al heeft aangepast aan de bijna zomerse temperaturen. Maar de
natuur hou je niet voor de gek. De takken van de bomen zijn nog kaal. Echt
kleur is nog niet te zien. Wat wel een meevaller is met die kale bomen. We zien
de Galloways gemakkelijker staan. Na een koude nacht vinden de dieren het
aangenaam om stil te staan in het zonnetje. Enkelen staren ons na als we
passeren. Zouden ze ons herkennen? De vogels zijn ook al druk in de weer. Het is
een concert van verschillende fluitende vogels die hoog in de kruinen van de
bomen een serenade brengen. Waarschijnlijk een ode aan de rustige fietser,
wandelaar of jogger. De schutkleur van de vogels is zo goed aangepast dat we ze
niet kunnen zien. En zeggen dat we thuis twee verrekijkers hebben liggen. Soit!
We
volgen knooppunt 54 en houden halt bovenop de Straatsburgbrug. Vanaf hier
hebben we een mooi uitzicht over de omgeving. Voor ons het MAS en de vele
wolkenkrabbers nabij het Eilandje. Rechts zien we reeds het pomphuis. Daar
moeten we zijn om DeWaterbus te nemen. We hebben nog even want we zien geen
schip liggen. Wat mij het meest imponeert is het Havenhuis wat we van hieruit
kunnen zien. Het Havenhuis is oorspronkelijk gebouwd in 1922 als
brandweerkazerne en sinds enkele jaren gerestaureerd waarna men een glazen
zeilschip boven het gebouw heeft aangebracht. Het is sinds 2016 de werkplaats
voor een 500-tal medewerkers. Het is een blikvanger. Heel ver weg stijgt een
zwarte rookwolk de lucht in. Waarschijnlijk een brandje ergens in de haven.
Verschillende schepen varen af en aan. Het is drukker dan een paar jaar
geleden. Langs de kade liggen enkele kolossale schepen aangemeerd. Een van hen
haalt met een hels kabaal het anker op. Tijd om door te rijden en we laten ons
naar beneden bollen. Net als we aan de steiger staan naast het pomphuis, draait
de bus tot tegen de kade. Het is druk op de boot. Vooral veel wandelaars. De
laatste die uitstappen zijn de fietsers. Dan is het onze beurt. Wij zijn
slechts met vier. Na ons stappen nog twee fietsers, een moeder met haar
volwassen dochter, op het achterdek. Het schip wacht niet. DeWaterbus vertrekt
meteen. De Nederlandse vlag wappert boven de ingang naar het binnenschip. Daar
kunnen de passagiers schuilen bij slecht weer. We zien de kapitein boven in de
stuurhut staan. Het is niet toegelaten de trap naar boven te gebruiken. Er
kunnen tot 120 passagiers vervoert worden en vijftig fietsen. We varen met een
snelheid van 18km/u tot onze eerste halte. Een jongeman komt ontvangen en een
praatje maken. Hij vraagt waar we eraf willen en geeft antwoorden op enkele
vragen. Wij willen mee tot aan Wijnegembrug. Als de kapitein ziet dat er
niemand aan de fietsbrug van de IJzerlaan staat te wachten geeft hij gas en
vaart verder.
Vervolgens
gaat het zo verder onder de brug van den Azijn in Deurne, Hoogmolendijk van
Schoten en als laatste de Brug Houtlaan van Wijnegem. Het is 12:15u als we op
de oever staan in Wijnegem met onze fietsen. We nemen afscheid en proberen ons
te oriënteren. We zien geen knooppuntenbordjes hangen. We weten niet welke kant
we uit moeten. De beide dames die meegevaren zijn weten ook van toeten noch
blazen. Zij moeten knooppunt 24 hebben. Wij 22. Waar is knooppunt 22? Misschien
moeten we aan de andere zijde van de brug zijn zegt moeder de vrouw. We zullen
zien. De beide dames houden het kanaal links en rijden verder. We proberen de
andere kant tot we niet verder kunnen. We rijden vlak naast de Houtlaanbrug en
stoppen bij het kruispunt Houtlaan/Merksemsebaan. We kunnen ook hier de baan
naar Merksem nemen maar dat is constant naast het drukke verkeer rijden.
Knooppunten zijn hier niet. We keren terug en rijden over de Houtlaanbrug. Hier
liep het mis. Even voorbij het ijzerwerk van de brug hadden we naar beneden moeten
gaan, maar langs de trappen gaat niet met onze fietsen. Vlak aan het water is
fietsknooppunt 22. We dachten dat als we het fietspad blijven volgen kunnen we ook
zo langs de brug naar het water. Niet dus. We rijden op de N12 en laten ons
volledig gaan tijdens de afdaling. We halen meer dan 25km/u. Aan het kruispunt
met de s Gravenwezelsteenweg slaan we linksaf. Bij een smeedijzeren hek met
hardstenen balustrade houden we halt. Achter het sierhek met puntige stekels
zien we kasteel Hof ter Pull. Een dubbel omwalde vesting uit de vijftiende
tot zestiende eeuw. Een gebouw waar we onze fantasie de vrije loop kunnen
laten. Na de Galgenstraat rijden we vanzelf op de Wijnegemsteenweg in Schilde.
Het is heerlijk fietsen in het zonnetje. We rijden tot het grote kruispunt en
slaan linksaf op de N121. We rijden het Klein Schijn over en fietsen op de
Kaak en vervolgens op de Botermelkbaan. Het is hier één en al natuur. Ondanks
de winter is er nog veel groen te bespeuren. We fietsen over het Kempisch
Kanaal om daarna langs de Elshoutbaan te rijden. Over de E19 snelweg tot het
eind. Linksaf op de Miksebaan te Brasschaat. Vanaf hier volgen we opnieuw onze
knooppunten dat ons het gemeentepark van Brasschaat inleidt. Aan het
dienstencentrum gaan we eerst de dorstige laven. We nemen twee tuinstoelen en
een klein tafeltje dat we in het zonnetje zetten. Veel plaats is er niet meer.
Sommigen staan te wachten tot er stoelen vrij komen.
In
het park kunnen we de eerste lentebloemen fotograferen. De witte krokussen
staan in bosjes bij elkaar. Ook de gele narcissen kijken hoog boven de grond
naar de vele wandelaars en fietsers die hier passeren. Onze volgende sanitaire
stop is in de Wijnschuur Oud Antwerpen in deFabriekstraat te Brasschaat. Ook hier kan je als het ware over de koppen
lopen. Er is alleen nog plaats in de schaduw. Zo gauw er plaats is verhuizen we
naar een plekje in de zon. Het is wel veel geduld hebben. Maar we hebben tijd. Na
afloop rijden we naar knooppunt 77. Ons laatste knooppunt brengt ons weer terug
in het centrum van Ekeren. Als we ons stalen ros weer in zijn stal zetten
wijst de kilometerteller net 29 km aan. Niet slecht voor een eerste fietstocht
in het begin van het nieuwe jaar.