Zondag 16 juli 2017. Het is bewolkt en mistig in
het Waasland. Af en toe moet ik gebruik maken van de ruitenwissers. De
weergoden hadden echter droog weer voorspelt en temperaturen van om en bij de
24° Celsius. We plaatsen de auto reglementair op een parking rechtover
Basisschool De Bron. Het is 09:15u en van de temperatuur mogen we niet
klagen. Voor we de fietsen van de fietsendrager afhalen brengen we eerst een
bezoek aan het 'Klingspoor' dat in juli 2013 werd geopend. Op het
Ontmoetingsplein werd een perron gecreëerd op een aangelegd authentiek stukje
spoorweg. Op dit spoor prijkt een originele stoomlocomotief en een wagon die
ingericht werd als ontvangstruimte die vandaag gesloten is. Openingsuren staan
niet aangegeven. Het geheel is overdekt maar toch worden we nat van de
miezerige mist. De wagon werd gebouwd in 1903 in opdracht van de Franse
spoorwegen. Na de Eerste Wereldoorlog werd deze overgenomen door de NMBS en in
1940 ingeschreven zodat deze in België gebruikt kon worden voor het binnenlands
vervoer. Eind jaren 70 werd de wagon opgenomen in de collectie van de
Museumbewaarplaats van Leuven tot 2012. De wagon en de locomotief werden samen
gerestaureerd in het Stoomcentrum Maldegem en op 17 juni 2013 kregen ze beiden,
hier in De Klinge, een nieuwe bestemming. Achter het treinstel merken we een
eigenaardige 'ijzeren poort' op. Deze constructie diende om te controleren of
de wagons niet te hoog geladen waren. Als de ijzeren stangen rinkelden moest
een deel van de lading afgeladen worden. Verderop moest de trein door een
tunnel rijden en mocht de lading geen probleem veroorzaken. Aan de waterpomp
konden locomotieven water tanken. Om de locomotief te laten rijden wordt het
water in een ketel verhit tot stoom. Stoom heeft een volume dat duizend keer zo
groot is als water en heeft een enorme druk. Via een infobord komen we ook meer
te weten over de smokkelaars en klompenmakers. Rond 1920 verdienden meer dan 10
procent, van de actieve waaslanders, hun brood in de klompennijverheid. De
klompen werden uitgevoerd naar Nederland en Duitsland. De machine naast de
smokkelklompen dient voor het uithalen van een klomp. De Folkloregroep 'De
Klomp' vond jaren geleden deze machine terug die in 1934 werd aangekocht door
de grootste klompenmaker van De Klinge.
Café '(Ou)de Statie' is nooit een station geweest.
Het gebouw dateert van 1902 en werd bewoont door een veekoopman en herbergier.
Van in de begindagen was dit pand dus een café. Na een grondige renovatie
opende het café opnieuw haar deuren op 23 juli 2016. Caroline en Hendrik zijn
de nieuwe uitbaters nadat de gemeente het pand kocht in 2009. Het was eerst de
bedoeling om hier een toeristisch bezoekerscentrum uit tebouwen. Momenteel is de zaak nog gesloten
anders konden we eerst een kopje koffie drinken.
We houden de school rechts van ons. We rijden op de
Buitenstraat en aan de versmalling slaan we rechtsaf het fietspad op richting
knooppunt 80. Links is het dorp De Klinge, een deelgemeente van
Sint-Gillis-Waas die grenst aan het Nederlandse Clinge van Zeeuws-Vlaanderen.
We fietsen even op de bedding van de oude spoorlijn Mechelen-Terneuzen. Dit
stuk spoorweg werd opgeheven in oktober 1975 waarna men op de bedding van het
tracé asfalt aanlegde over een lengte van 11 kilometer waardoor het nu een
fiets en wandelpad is geworden. Langs de kant vinden we nog overblijfselen van
de voormalige spoorweg. Kilometerpalen en een gevarendriehoek met trein om de
mensen te verwittigen dat ze een overweg naderden zonder slagbomen. We fietsen
tussen het groen van loofbomen. De takken en bladeren boven ons hoofd houden de
miezerige mist tegen. Fietsers zien we niet maar joggers en baasjes met hun
huisdieren wel. Het is nog vroeg. De drukte moet nog beginnen. Rechts van ons
bevindt zich het 'Stropersbos', een natuurgebied van het Agentschap voor Natuur
en Bos met een oppervlakte van meer dan 470 ha. Tijdens de 18e eeuw
speelde het Stropersbos een strategische rol in de Spaanse
Successieoorlog.
Aan knooppunt 80 slaan we linksaf en verlaten het
spoortracé. We fietsen tussen mooie vrijstaande woningen, omgeven door groen.
Vanaf de Klingedijkstraat zijn we omgeven door landbouwgronden, afgeboord met
rijen bomen. De Lage Sluisstraat is een smalle betonbaan waar het rustig rijden
is. Het landschap wordt vanaf nu gedomineerd door hectaren maïsvelden. De plant
kan wel een hoogte bereiken van twee meter. Zelfs vanop de fiets kan je er
onmogelijk overkijken. We zijn aangenaam verrast door enkele fruitplantages
langs onze fietsroute. Trossen peren hangen te rijpen aan kreunende takken. Het
is wachten tot september of oktober om te oogsten. Naast een enorm
aardappelveld fietsen we voorbij een goudgeel korenveld waartussen de papavers
groeien als bloedvlekken in de akkers. De kleurrijke bermen fleuren de omgeving
op. De wilde bloemen worden massaal bezocht door solitaire bijen en hommels.
Naast een enorm aardappelveld ligt een akker met gladiolen. Ondanks de
langdurige droogte staat het loof bijna een meter hoog. Ze werden onlangs
gekopt om de knollen te laten groeien en te verkopen. Op een weide grazen
tientallen koeien. Zwaluwen scheren net boven de grond op zoek naar insecten.
De wulp is ook van de partij. Ze laten zich niet verjagen door de zwaluw. De
zwarte kraaien ontbreken niet op het appel. We naderen knooppunt 53.
Na knooppunt 73 komen we bij het voormalige Fort
Bedmar. Op de plaats waar nu een camping huist, lag ooit een stervormig fort
van 16 ha groot. Het fort maakte deel uit van de Bedmarlinie, onderdeel van de
Staats-Spaanse Linies. In het kader van de Tachtigjarige Oorlog werd in 1596
Fort De Klinge gebouwd door de Spaanse troepen. De bouw hield verband met de
opmars van de hertog van Pama die in 1585 Antwerpen had veroverd en nu ten
strijde trok om ook Hulst te heroveren. In 1596 rukten de Spanjaarden, onder
leiding van Albertus van Oostenrijk, met 35.000 manschappen vanuit Fort De
Klinge en Fort Spinola op en namen Hulst in. In 1645 viel Hulst terug in
Staatse handen.
Tijdens de Spaanse Successieoorlog, die begon in
1701, waren er opnieuw vijandelijkheden. Fort De Klinge werd sterk uitgebreid
onder toezicht van Alfonso de la Cueva, markies van Bedmar. De naam van het
fort veranderde in Fort Bedmar. Vanaf dan was het een stervormig fort. Het
heeft echter nauwelijks dienst gedaan. We fietsen als het ware door het
voormalige fort heen. Een aantal kasseistroken geven de vroegere binnen- en
buitengracht aan. Goudgele klinkers geven de contouren weer van het historische
fort. De dwarsdoorsnede van de versterking wordt weergegeven aan de hand van
een stalen constructie van meer dan honderd meter lang en tot 4,5 meter hoog.
Op de parking, van de camping werd een infobord geplaatst.
Even verder is een bocht naar rechts en fietsen we
evenwijdig naast de grens met Nederland. We fietsen op de vier kilometer lange
Koningsdijk op de grens tussen Nederland en België. Ook hier werd een infobord
geplaatst met houten zitbank. Het lijkt een uitvergroot bushokje. De
Koningsdijk werd in 1673 aangelegd op de grens tussen de Zuidelijke Nederlanden
en de Republiek der Nederlanden. Deze dijk moest voorkomen dat de Staatsen uit
het Noorden de Wase polders onder water zetten om Hulst voor invallen te
behoeden. Sinds 2012 ligt hier het fietspad wat ons een mooi uitzicht geeft op
de polders. Links, naast de Koningsdijk, markeren nog enkele witte palen de
grens tussen Nederland en België. We rijden rustig over de asfaltbaan tussen
hoge populieren. Ongeveer in de helft van Koningsdijk, aan onze rechterzijde,
moet fort Fuentes/Spinola gestaan hebben. Een infobord vertelt de geschiedenis.
Het fort werd rond 1591 gebouwd om het Land van Waas te beschermen tegen
aanvallen vanuit Hulst. In dat jaar veroverde prins Mauritz van Oranje het dorp
Hulst op de Spanjaarden. De Spanjaarden richten daarop enkele forten op tussen
De Klinge en Kieldrecht. In 1626 werd het fort uitgebreid nadat de Hollanders
een mislukte aanval hadden ondernomen. Vanaf dan werd het fort Spinola genoemd,
naar de toenmalige opperbevelhebber Ambrogio Spinola. In 1645 echter werd het
fort veroverd door de Staatsen. In 1673 verloor het fort zijn militaire
betekenis. Tot de 20e eeuw bleef het fort goed bewaard, maar door
zandwinning en de uitbouw van de plaatselijke boerderij zorgde ervoor dat er
van het bastion nog nauwelijks iets te zien is. Op de restanten werd een
metalen mast geplaatst die de ligging duidelijk moet maken voor de fietsers. We
genieten van mooie vergezichten bovenop de dijk. Het maïs houdt deze keer het
uitzicht niet tegen. Spijtig van de mistige waas in de verte. Onze foto's
zouden nog mooier zijn met zonneschijn en een helder blauwe lucht. Het
fietsverkeer komt opgang. Het wordt drukker.
Teneinde de Koningsdijk houden we weer halt bij een
groot infobord over Fort Verboom dat de geschiedenis vertelt van een verdwenen
fort. Fort Verboom werd gebouwd door het Spaanse leger in 1701. Het bastion
werd genoemd naar de Vlaming Prosper Georges Verboom. Het fort doet dienst in
de Spaanse Successieoorlog tussen 1702 tot 1714. In 1703 wordt het door het
leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden ingenomen. Na de oorlog
verliest het fort zijn militair belang en verdwijnt het helemaal in het
landschap. We rijden verder door het klein dorp Nieuw Namen. Het dorp is een
deelgemeente van Hulst, vlak over de grens van Nederland. Het is 11:30u en we
hebben 11km gereden.
Tot knooppunt 11 is het 2,7km fietsen. We rijden op
het grondgebied van Kieldrecht. In de Sint-Kornelisstraat rijden we door een
smalle geasfalteerde straat met hectaren landbouwgrond en enkele verscholen
boerderijen. We fietsen via een bruggetje over de Grote Geule. Een oude
overstromingsgeul uit de 16e en 17e eeuw dat nu nog
spectaculaire mooie foto's oplevert. Het is dan ook een waardevol natuurgebied
dat beheerd wordt door Natuurpunt sinds 2003. Na knooppunt 11 rijden we door
een straat met de naam Turfbank. Een akker met enkele hectaren aardappelen die
moeten geoogst worden. Het loof begint geel te worden en sterft af. Een smalle
betonnen straat brengt ons voorbij een volgende laagstammige
fruitplantage.
Tussen knooppunt 67 en 69 fietsen we over de
Drijdijk. Een natuurgebied dat rust uitstraalt. Het landschap dat voor de rest
wordt getekend door de kranen en schepen van de Waaslandhaven. Water-, moeras-
en weidevogels verpozen hier graag in en rond de drassige weiden en plassen die
tijdens de winter grotendeels onder water staan. We rijden in een halve cirkel
rond het voormalige Spaanse fort Verrebroek dat dateert van 1586. Er is totaal
niets van te zien. Er zijn in de loop der jaren huizen gebouwd op het
voormalige grondgebied van het fort. De gebouwen staan tegen de straatkant en
erachter werd het domein ingericht als natuurgebied dat beheert wordt door
Natuurpunt Wal- Kern Haven. Zelfs een infobord ontbreekt. We picknicken terwijl
het terug begint te miezeren. Maar het duurt niet lang. Een ander fietskoppel
houdt ons gezelschap tijdens ons middagmaal. Ze zijn afkomstig uit
Sint-Pauwels, een deelgemeente van Sint-Gillis-Waas. Het koppel fietst zelfs
tot 70 km per dag. Respect.
Van knooppunt 69 tot 70 is het 3,3km fietsen door
de Schoorstraat. Links horen we het lawaai van voertuigen die over de E34
razen. Het is een smalle kronkelige betonbaan met hectaren landbouwgrond. Links
en rechts is een smalle gracht met weinig water. We fietsen nogmaals langs een
fruitplantage. Deze keer zijn het jonge appelbomen. De regio wordt spijtig
genoeg ontsiert door de elektriciteitspalen. Rechtsaf in de Sint Jakobsstraat.
Een smal fietspad tussen loofbomen. Een betonnen brug leidt ons over de
waterpartij Driegat. Een uitloper van het Sint-Jacobs Gat.
Na knooppunt 70 bereiken we de Krekeldijk om
opnieuw de natuur in de duiken waar het
Sint-Jansgat
de scepter zwaait. De Grote Saleghem Geul is een domein van kleine en grote
plassen, rietvelden en bossen. De knotwilgen langs de weiden zorgen voor
nostalgische foto's. Verderop, bij de enorme visvijver, staan op de oever
talrijke houten schuilhuisjes die weerspiegelen in het water. Het is vakantie
en dat zie je duidelijk. Bij enkele huisjes gonst het van kindergeluiden.
Verderop links staat het Natuurhuis Panneweel. Een mooie plek om even te
verpozen. Het is een gerenoveerde boerenschuur van waaruit Natuurpunt
regelmatig begeleide wandelingen organiseert. Op het kruispunt,
Groenendam/Verbindingsstraat ontdekken we de bronzen beeldengroep Free Foxes
van Caroline Coolen. Een menselijke figuur met drie vossen die doet denken aan
het verhaal van Reinaard de Vos, de ongekroonde koning van het Waasland.
Tussen de knooppunten 75 en 53 rijden we opnieuw op
een rustig fietspad tussen rijen bomen en hectaren landbouwgronden waarvan
links van ons de laatste fruitplantage van onze fietslus ligt. We volgen de
Lange Nieuwstraat tot knooppunt 53. Vanaf hier fietsen we terug naar knooppunt
80 en langs het fietspad tot bij onze auto. Het (Ou)de Station is open en daar
profiteren we van. Het is er druk maar er is nog net een plaatsje vrij voor
ons. Ons Rina wil een Tom-Pom proeven. Een alcoholvrije cocktail van tonic met
pompelmoes. Ik geniet van het plaatselijke streekbier Klingse Kalsei. Een blond
biertje met een alcoholpercentage van acht procent. Het is een komen en gaan
van wandelaars en fietsers. Sommigen gaan verder omdat er op het terras geen
plaats meer vrij is. Anderen wachten geduldig tot er een plaatsje vrij komt.
Dit was een prachtige fietstocht met heel veel natuur. Fietsen langs landelijke
rust op de lange dijken, enorme akkers, weiden en stemmige dorpjes. Een
prachtige route langs de oevers van de Schelde. Genietend van de polders met de
vele vergezichten.
Zondag 18 juni 2017. Voor een prachtige fietstocht met mooie
vergezichten moet je in Nederland zijn. Een vlak land waar het goed toeven is.
Onder een stralende zon en een helderblauwe hemel rijden we naar Noord-Brabant.
Een van oorsprong agrarische provincie met nog tamelijk veel industrie. Bij ons
vertrek uit Ekeren, om 08:30u, wijst de buitentemperatuur reeds 22°C aan. Dat
beloofd voor vanmiddag want de weergoden voorspellen 30°C in de schaduw. Het is
bijna een uur rijden tot Werkendam waar we onze auto parkeren langs de rijweg
op Sasdijk, voor of na knooppunt 30. Rechts van ons ligt Werkendam. Het dorp
heeft een mooie jachthaven, vanwaar men naar de Biesbosch kan varen. Links van
ons stroomt de Merwede die de drukst bevaren rivier van Europa wordt genoemd en
dat zie je. Zelfs op een rustdag als vandaag varen er ontelbare plezierboten,
binnenschepen met containers en beunschepen op de rivier. Om knooppunt 23 te
volgen rijden we een stuk door het centrum van Werkendam. De bevolking leeft
sinds eeuwen van de rivier. Schippers, vissers en binnenscheepvaart vinden hier
nog steeds hun bestaan. Tijdens WOII werden talloze gebouwen beschadigd. De kerk
die dateert van 1913 werd door het oorlogsgeweld verwoest. We laten het kanaal
'Nieuwe Merwede' achter ons. Langs de kinderboerderij bereiken we knooppunt 23.
Linksaf nu om het centrum te verlaten. Rechts vangen we een blik op van het
nieuwe complex 'Sportpark de Zwaaier'. Op deze locatie is de Nederlandse
voetbalclub de 'Kozakken Boys' gevestigd die opgericht werd in 1932. Het is 3,8
kilometer fietsen tot knooppunt 80.
Langs de Merwededijk, tussen Werkendam en Sleeuwijk, liggen nog
diverse scheepswerven en scheepsreparatiebedrijven. Hun specialisme is het
afbouwen van stalen casco's (geraamte van een boot) tot complete
binnenvaartschepen. Voorts is er de betonmortelcentrale 'Werkendam' en zijn er
tal van metaalbedrijven. Werkendam is een dorp van binnenvaartschippers. De
Beatrixhaven en de Biesboschhaven zijn belangrijke binnenvaarthavens. 20% van
de bevolking werkt nog in de scheepsbouw. Vervolgens zijn Werkendammers actief
in baggerwerkzaamheden en worden ze nauw betrokken bij de aanleg van waterwerken.
Eens uit het centrum van Werkendam worden we opgeslokt door groene
natuur, die slechts af en toe wordt onderbroken door grote hoeven met rieten
daken. De regio bestaat uit landbouw en veeteelt. Op het, hectaren, grote land
groeit prei, aardappelen, bieten, etc. Op de enorme grote weiden grazen koeien,
schapen en paarden. Momenteel fietsen we over een smal kronkelig asfaltbaantje
in een oase van stilte en groen. Geen auto's, zelfs geen lotgenoten op de fiets
die we een prettige dag kunnen wensen. We zijn aangenaam verrast door de
kleurrijke bermen. Bijzondere planten groeien en bloeien op de kleurrijke
zijbermen. Daartussen bloeien de klaprozen, als bloedvlekken tussen het groen.
Voor ons, in de verte, weerspiegeld de zon op de ruiten van talrijke serres. Het
is gokken wat er groeit of bloeit. De skyline wordt gedomineerd door rijen
bomen. Ondanks de afstand horen we duidelijk de kakofonie van verschillende
vogels. We zijn dan ook veraf van drukke verkeerswegen.
Het grote gebouwencomplex, voor het dorp Kerkeinde, is het 'Gemaal
Altena'. Een belangrijk gemaal dat het waterpeil regelt, zodat het niet te
droog of te nat wordt. Het pompt overtollig regenwater in het gebied af naar de
Waal. Het gemaal heeft een capaciteit van 960.000 liter per minuut. Het dorp Kerkeinde
is een gehucht van Sleeuwijk en bestaat slechts uit enkele huizen en een kerk.
Het kerkje werd oorspronkelijk gebouwd als rooms-katholieke kerk tussen 1600 en
1700. Nu heeft het een bijzondere functie. Het is te huur voor allerlei
evenementen tot groepen van 120 personen. Links vloeit het water van het kanaal
'Boven Merwede' dat de grens vormt tussen Zuid-Holland en Noord-Brabant. Er
varen vooral veel pleziervaartuigen af en aan. Verderop, aan het viaduct van
snelweg A27, is het opletten. Er staat geen bordje met knooppunt 80. We rijden
toch onder het viaduct door, die het gehucht Kerkeinde afsnijd van de rest van
Sleeuwijk. Dan zijn we bij knooppunt 80. Tussen dit knooppunt en knooppunt 31
houden we halt bij de Authentieke Peilschaal van Sleeuwijk die dateert tussen
1851 en 1870. De peilschaal was na verloop van tijd in onbruik geraakt en is
teruggevonden tijdens dijkverbeteringswerken in juni 1996. Met behulp van deze
peilschaal konden bewoners van dit gebied het peil in de rivier Merwede volgen.
Rechts bevindt zich Sleeuwijk, een deelgemeente van Werkendam. We komen niet
door het centrum maar rijden vervolgens voorbij de voormalige buurtschappen
Hoekeinde en 't Zand. Hoekeinde ligt bij de jachthaven van Sleeuwijk waar
knooppunt 31 is. Hier wacht het veerpont Sleeuwijk-Gorinchem op toeristen die
de overzet wagen. In de bocht, na Hoekeinde, noemt de plaatselijke bevolking
het gebied nog steeds 't Zand. Het is met de jaren vol gebouwd met moderne
woningen.
Na Sleeuwijk fietsen we alsnog boven op de dijk en terwijl we
knooppunt 78 volgen worden we opnieuw omgeven door een weidse natuur. Een groen
landschap dat omringt wordt door hectaren velden met verschillende
landbouwgewassen afgewisseld met bomenrijen, bosjes en houtkanten.Tussen ons en het kanaal zijn talrijke
waterpartijen die massaal worden bezocht door ontelbare watervogels. Een waar
paradijs voor onze gevleugelde vrienden. Een reiger zoeft rakelings over het
water. Hij zoekt een geschikte plaats om een prooi te spotten. Enkele ganzen
schrikken op en stijgen na elkaar de lucht in terwijl ze een hels kabaal maken.
Even verder landen ze weer rustig op het water. Bij knooppunt 78 bevinden we
ons in Oudendijk. Een buurtschap in het Land van Heusden en Altena. Het dorp
telde enkele jaren geleden slechts 420 zielen. Vensterramen staan wijd open.
Tuintafels zijn gedekt onder grote kleurrijke parasols. Aan de overzijde van de
rivier staat de sierlijke molen 'De Hoop'. De korenmolen werd op de stadswallen
gebouwd en toornt daardoor in vol ornaat boven de rivier uit. De eerste molen
dateert van 1764 maar werd verwoest door storm en brand. De huidige molen
draait uitsluitend nog tijdens het weekeind. Ondanks de warmte zien we talrijke
wandelaars, met kinderen en hun huisdier.
We rijden op de Woudrichemsedijk en moeten oorspronkelijk
knooppunt 32 volgen. Slechts eenmaal zien we een bordje met 32 hangen. We
moeten in ieder geval rechtdoor en volgen dan noodgedwongen knooppunt 74. Bij
een wegsplitsing vinden we weer geen bordje, maar mijn buikgevoel zegt me dat we
het water moeten blijven volgen. Links aanhouden dus en komen zo in het knusse
oude vestingstadje Woudrichem dat al bestond in het jaar 866. In 1386 begon men
met de bouw van de stadsmuur. We fietsen tussen de jachthaven en de vesting die
in de loop der eeuwen aangepast werden maar toch nog op dezelfde plaats liggen.
Hier vinden we terug een bordje met knooppunt 32, raar maar waar. Het is
inmiddels 11:45u geworden en een picknicktafel in de schaduw nodigt uit voor
een welgekomen middagpauze.
We hebben via de post een wandelbrochure opgestuurd gekregen van
het plaatselijk VVV-kantoor. Hierop staan alle bezienswaardigheden van de oude
stad vermeld. Met de fiets aan de hand maken we een wandeling door 'Woerkum'.
Woudrichem figureert sinds 2012 voor de opnames van de plattelandsarts Dokter
Tinus, dat voor SBS 6 wordt opgenomen. Momenteel loopt op de zender Vitaya
jaargang twee van deze serie. Er zijn tot dusver vijf seizoenen ingeblikt en
een zesde seizoen is in de maak. In de serie wordt de plaats 'Woerkum' genoemd.
Woudrichem is een oer-Hollands en charmant stadje en ligt aan de oevers van
daar waar de Afgedamde Maas samenvloeit met de Waal.
We beginnen onze wandeling bij de waterpoort. Via de waterpoort
komen we bij de gevangenpoort. Deze voormalige waterpoort is de enige van vijf
overgebleven poorten van Woudrichem. Ze werd gebouwd na de stadsbrand in 1573.
Het bouwwerk diende in de 19e eeuw als gevangenis en bleef deze
benaming ook behouden. Het pand behoort momenteel bij een restaurant. Naast de
gevangenpoort wordt het bronzen beeld tentoongesteld van Jacoba van Beieren,
gravin van Holland en Zeeland. Het beeld werd geschonken door Jaap Hartman, een
bekende beeldhouwer en bronsgieter van Oudendijk.
Aan het volgende kruispunt slaan we rechtsaf de Molenstraat in tot
bij nummer 2. Dit is het oudste stenen huis van Woudrichem, het 'Jacoba van
Beierenhuis'. Het is slechts een overblijfsel van een complex dat de
'Hoftoren', 'Tolhuis' en de 'Visbank' omvatte. Dit gebouw werd in de loop der
eeuwen meerdere malen gerestaureerd. De laatste keer was in 1965. Wat verder,
op de hoek Molenstraat/Rijkswal, vinden we het huis van 'Dokter Tinus'. De
woning wordt in werkelijkheid ook bewoond door een huisarts. De dokter is al
enige tijd op pensioen. Wij zijn niet de enige die het gebouw komen bezoeken.
Door de serie trekt het vestingstadje duidelijk meer toeristen aan. Bovenop de
Rijkswal werd het bronzen beeld van Pieter (Peer) Verhagen op een natuurstenen
sokkel geplaatst. Pieter Verhagen was burgemeester van Woudrichem van 1903 tot
1925. Het beeld werd aangeboden door de 'Stichting De Oude Vissershaven Aan de
Gemeente Woudrichem' ter gelegenheid van 650 jaar stadsrechten op 24 augustus
2006.
We blijven de Molenstraat volgen en na de bocht naar links wordt
het de Rijkswal die na een volgende bocht overgaat in de Bagijnestraat tot het
eind. Linksaf in de Kerkstraat tot bij de kerk. Deze gotische Sint-Martinus is
nog een middeleeuwse kerk en stamt uit de 15e eeuw. Deze kerk echter
werd plat gebrand door de Geuzen als voorzorg om de Spanjaarden te beletten de
stad in te nemen. In 1621 werd de huidige hervormde protestantse kerk gebouwd.
Tijdens de daarop volgende eeuwen vonden nog verschillende verbouwingen en
restauraties plaats. De rijk gebeeldhouwde vierkante toren had aanvankelijk een
hoge spits. Bij een zware storm in 1717 waaide de spits van de toren en werd
nooit vervangen. De toren kreeg de bijnaam 'Mosterdpot'.
We blijven de Kerkstraat volgen en nemen de eerste straat rechts:
Vissersdijk. Op de hoek met de Schoolstraat werd de Heilige Johannes
Nepomucenuskerk gebouwd, een rooms katholieke waterstaatskerk uit 1838. We
fietsen de Schoolstraat tot het eind. Links en rechts is de Hoogstraat met
enkele prachtige voorgevels. We moeten linksaf. Deze straat was één van de
eerste straten van Woudrichem. Tijdens de 16e en 17e eeuw
werden een aantal woningen opgetrokken met een Dordtse gevel zoals 'In de
Salamander' van 1609, 'In den gulden Engel' van 1593, 'In 't Hert' van 1601 en
'In den vergulden Helm' is eveneens van 1601. Een gevel met rijm trekt onze
aandacht: 'Die tidt is cort, Die doot is snel, Wacht u van sonden, So doet ghy
wel'.
We rijden terug en laten de Schoolstraat rechts liggen. Op het
nummer 47 in de Hoogstraat werd het Oude Raadhuis of Raedthuys gebouwd. Het is
het voormalige gemeentehuis. Op de balustrade van het bordes zitten nog steeds
de twee schild houdende leeuwen. De voorgevel draagt het jaartal 1592. Het is
momenteel een restaurant met een gezellig aangebouwd terras. We fietsen linksaf
en komen vanzelf bij de vestingwerken met wallen, bastions en ravelijnen. Het
is een schaduwrijke plek en een zitbank nodigt uit om even te verpozen. We
hebben een prachtig zicht over de 'Boven Merwede'. De rivier wordt druk bevaren
door een mengelmoes van bootjes. Pleziervaartuigen, watertaxi's en kleine
cruiseschepen. Het is enorm druk aan het veer van Woudrichem. Iedereen wil
vandaag het water op. Het is er dan ook het weer voor. Eens aan de overzijde
zet je voet in de provincie Gelderland. Recht voor ons, eveneens aan de
overzijde van de rivier, vangen we een blik op van kasteel Loevenstein. Het
kasteel is een imponerende 17e eeuwse vesting. Rondom de burcht
gonst het van prachtige natuur. Vlakbij is een zandstrand met
recreatiemogelijkheden. Het gonst er dan ook van de bedrijvigheid. Er wordt
gezwommen, gesurft en met kano's gevaren.
Het standbeeld van de Zalmvisser werd op de Rijkswal geplaatst
bovenop een bakstenen sokkel. Het werk is van Ton Koops, beeldhouwer te
IJzendijke. We wandelen verder over de vestingwerken uit 1580 en later. Op deze
manier komen we bij een grote parking die we schuin oversteken en staan even
later voor de molen. De eerste stenen stellingmolen 'Nooit Gedagt' stond op
deze plaats aan de Rijkswal en werd opgetrokken in 1662 op de plaats van een
vervallen houten windmolen. Tijdens WOII werd de oude korenmolen opgeblazen
door de Duitse bezetter. De eerste steenlegging van de huidige molen vond
plaats in april 1991. Vijf jaar later werd hij officieel geopend. Wat verder
worden we geconfronteerd met diverse 19e eeuwse militaire magazijnen
en twee arsenalen uit 1851. Ze zijn met aarde en gras bedekt en werden
oorspronkelijk gebruikt voor de opslag van kruit en kanonnen. Momenteel zijn
het opslagruimtes voor een party-centrum. Voor Arsenaal 5 staat de hardstenen
dorpspomp. Deze stond voorheen in de Hoogstraat voor nummer 18. De dorpspomp
werd op die plaats rond het jaar 1800 gemetseld.
Het visserijmuseum bevindt zich aan de Kerkstraat 41 met een
uitgebreide tentoonstelling van visserijbenodigdheden zoals netten, fuiken en
dergelijke. Er worden vervolgens oude foto's en films getoond uit vervlogen
tijd. Pure nostalgie. Bij het Arsenaal staat, op een natuurstenen sokkel, het
bronzen beeld van Jan Claesen. Het werd vervaardigd door Marcus Ravenswaay en aangeboden
door de Rotaryclub op 9 september 1977.
We rijden terug naar de Vissersdijk bij knooppunt 33 en volgen
knooppunt 74. Tijd voor een verfrissing. Onderweg kunnen we genieten van een
ijsje onder een grote schaduwrijke parasol. Via de Schapendam verlaten we het
centrum van Woudrichem langs een brug over de jachthaven en fietsen voorbij de
'Pannekoekenbakker'. Het restaurant, dat aangemeerd ligt in de Maas, heeft een
prachtige locatie met een snelle en super vriendelijke bediening. Wat verder
duid een bord aan dat we Woudrichem verlaten.
Links van ons stroomt de 'Afgedamde Maas'. Het is zalig fietsen
langsheen het water. Het brengt enige verkoeling. Rechts van ons is er slechts
één hoofdingrediënt: natuur. Met zijn verschillende soorten loofbomen straalt
de regio rust uit, dat slechts onderbroken wordt door het getjilp en gezang van
vogels. We blijven de Hoge Maasdijk volgen die overgaat in Maasdijk. Ter hoogte
van Maasdijk 61 houden we even halt om de mozaïeken zitbank te bewonderen die
geplaatst werd op 30 augustus 1997. Dit kunstwerk kwam tot stand door de
buurtbewoners. Ze brachten het geld bijeen voor de vervaardiging van dit
kunstwerk. Een zitbank met daarachter een ovalen stenen monument, ingelegd met
mozaïek. We rijden ondertussen op het grondgebied van Rijswijk. Bij knooppunt
74 moeten we rechtdoor om knooppunt 71 te volgen en rijden door de Dorpstraat
van Rijswijk. Het dorp leefde vanouds van landbouw en het fokken van paarden en
runderen. Bij knooppunt 71 bereiken we het dorpje Uitwijk. Het bestaat uit een
oude kern met de kerk in het midden. Er is echter ook een nieuwbouwwijk in
aanbouw. We nemen een foto van de bakstenen dorpspomp uit 2008, herplaatst
nadat de voorganger door een vrachtauto vernield werd. Enige maanden later werd
de pomp opnieuw vernield, nu door aanrijding met paard en rijtuig. Daarna werd
ze opnieuw hersteld, geflankeerd door een aantal paaltjes.
Eens uit centrum van Uitwijk worden we weer verwelkomt door een
groene natuur. Bomen met wild groene bermen. Daarachter een weids landschap van
akkerbouw zonder bebouwing. Zalig om te fietsen of te wandelen. Je kan er niet
genoeg van krijgen. We fietsen vervolgens via het buurtschap Zandwijk naar
Almkerk. Na Zandwijk fietsen we even op de drukke N322. Het fietspad ligt
echter gescheiden van de rijweg. We rijden al op het grondgebied van Almkerk.
Even verder linksaf in de 'Altena's Laantje' en bereiken het centrum van
Almkerk. We rijden niet echt door het historische centrum. Almkerk is een
voormalig plattelandsdorp en werd genoemd naar de kerk die gebouwd werd langs
het riviertje de Alm. In de middeleeuwen was de rivier een belangrijke route.
Na eeuwen van verlanding is er weinig meer over dan een brede sloot. Het dorp
werd grotendeels tijdens WOII verwoest. Het was wachten tot 1948 vooraleer de
eerste nieuwe huizen werden gebouwd. Linksaf in de Brugdam, over de brede
Almrivier en verderop rechtsaf in de Emmikhovenseweg. We verlaten Almkerk en
fietsen naast een grandioos polderlandschap. De rechterzijde bezit recent
gebouwde alleenstaande woningen. We fietsen tot knooppunt 56. Aan dit knooppunt
wijken we af, richting knooppunt 40, om twee oude windmolens te bezoeken. Langs
de Provincialeweg Zuid rijden we dwars door Almkerk en na de rotonde aan de
N322 rijden we over de Provincialeweg Noord. Op Google Maps leek het niet al te
veraf. Doch met deze extreme warmte lijkt het een eeuwigheid voor we de eerste
molen bereiken. Aan de eerste straat rechts moeten we rechtsaf in de Oude Doorn
voor de molen. De Oude Doornse molen is een poldermolen uit de jaren 1700, een
achtkantige molen van het type grondzeiler. De oude molen maalde tot 1965.
Begin 2011 werd de molen stilgezet en begon men het jaar daarop met de
restauratie. De molen is op afspraak te bezichtigen.
We fietsen terug naar de Provincialeweg Noord en slaan rechtsaf om
knooppunt 40 verder te volgen voor molen twee. Het is constant fietsen in de
blakende zon. Frustrerend omdat we niet exact weten hoeveel kilometer het is
tot bij de Zandwijkse Molen. Zijn we al te ver gereden? Moeten we nog ver?
Altijd maar vragen en geen enkel antwoord. Nog maar eens stoppen en op het plan
zien. We moeten voorbij het gehucht Uppel zijn. Het wordt echter niet met
borden aangegeven. Ik wil het aan een voorbijganger vragen, maar blijkbaar is
het te warm om op straat te komen. En dan plots zien we in de verte de wieken
van een poldermolen. Ons Rina houd halt voor een foto en we besluiten er niet
meer naar toe te rijden. Gezien de afstand is het nog een kilometer of twee. De
Zandwijkse Molen werd gebouwd in 1699 en draaide zijn rondjes tot 28 oktober
1961. We dwarsen de straat en rijden terug naar knooppunt 56. Het is vervolgens
1,6 km fietsen over de Provincialeweg Zuid tot knooppunt 54.
Het is vier kilometer fietsen tot knooppunt 19. We rijden op de
Schenkeldijk via een smal asfaltbaantje dat ons door een prachtige groen polder
loodst. Heerlijk fietsen met dit weer. Maar toch! We zijn moe en ondanks we
water en frisdrank bij hebben lijkt het alsof we zijn uitgedroogd. Ik hoop elke
minuut een schaduwrijk terras te zien waar we minstens een uur kunnen stil
zitten,genietend van een streekbier.
Hier is geen schaduw, zelfs geen zitbank om even te verpozen. Desondanks
genieten we van de mooie vergezichten. We rijden op het grondgebied van Hank.
Bij de splitsing linksaf en onder de A27 door en fietsen verder op de Haakse
Buitenkade. Opletten hier want we wijken weer even af, allee ik hoop toch voor
even. Bij de volgende splitsing houden we links aan en rijden door de
Hellegatsweg. Bij de Buitenkade staat de windmolen verscholen achter het vele
groen. De Zuidhollandse Molen is een achtkantige molen uit 1791 die tot 1964 de
polder maalde. Na een ingrijpende restauratie in 2007 maalt deze poldermolen
water in een gesloten circuit rond. Terug naar de Haakse Buitenkade en linksaf
voor knooppunt 19. we fietsen door een straat die afgeboord is met hoge
stokrozen. Ze bloeien in verschillende kleuren. De geur komt ons nog een tijd
achterna. Bij knooppunt 19 rijden we door Vierbannen, een buurtschap van
Werkendam. Aan knooppunt 18 houden we halt in het schilderachtige dorpje Hank.
Gebouwd aan de rand van de Biesbosch. Op de hoek met de Kerkstraat is café 't
Centrum met een enorm groot terras met openstaande parasols en knusse zetels
waar je diep kan in wegzakken. Tijd voor een verfrissing. We genieten ten volle
van onze rustpauze maar na een uur willen we weer verder. We fietsen even tot
aan de kerk. De Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen, toegewijd aan de H.
Antonius van Padua, is een neogotische parochiekerk die dateert van 1915. De
kerk werd door oorlogshandelingen beschadigd in 1944, maar grondig hersteld in
1948. Voor de 60 meter hoge toren was het wachten tot 1958.
Tussen knooppunt 18 en knooppunt 14 begint het Nationaal Park De
Biesbosch, een bewerkt land van grienden en kreken. Een landschap van polders,
moerassen, en geulen. Met zijn diverse rivieren, eilanden, kleine en grote
kreken is het een groen doolhof. Heb ik van horen zeggen. In 1994 is het park
opgericht. Het gebied heeft een oppervlakte van ongeveer 9000 hectare. Het is
ondertussen even over half vijf en af en toe verdwijnt de zon achter grote
witte wolken. Een welgekomen afwisseling. Aan het kruispunt van Oranjepolder en
de Aakvlaaiweg werd het Halifax monument geplaatst. In de nacht van 24 op 25
mei 1944 voerde het R.A.F. Bomber Command met 432 vliegtuigen een aanval uit op
de spoorwegemplacementen bij Aken. Er gingen tijdens deze operatie 25
toestellen verloren. Ook de Halifax LV905 van piloot Erik Wilson werd, tijdens
de terugvlucht, door vijandelijk vuur getroffen en stortte hier in de
Oranjepolder neer. Bij de crash kwam de voltallige bemanning om het leven. De
resten werden eerst in 2005 geborgen. Het monument werd in 2006 onthuld en
vertoont twee kromme propellers met motorblok. Van ver leek het een reuze bromvlieg.
We genieten enorm van onze fietstocht. We verlaten een bosrijk gebied en komen
in een gestructureerd landschap met piekfijne landerijen.
Als we op de Jeppegatweg fietsen is er links van ons een hoge dijk
die ons beschermd tegen het water van het Middelste Gat van Het Zand. Wie
verzint die namen toch? Bij knooppunt 14 stroomt links van ons het Steurgat.
3,6 km tot knooppunt 12. We blijven naast het Steurgat fietsen dat druk bevaren
wordt. Al wat maar blijft drijven en een buitenboordmotor heeft vaart vandaag
naast ons. De meeste op een slakkengangetje. Een uitzondering in de regel is
een speedboot die alles en iedereen voorbijsteekt. De kleine bootjes moeten het
ontgelden. Op de woelige baren schommelen ze vervaarlijk heen en weer. Iemand
brult dat ze rustig moeten varen. De speedboot vertraagt even om wat verder
weer gas te geven. Onverantwoord. Ondertussen is het me wel duidelijk geworden
dat bijna elke burger van Nederland een boot bezit. Ze varen bijna allemaal
naast ons. De fietsers die ons voorbijsteken, en ons tegemoet komen, bezitten
hoogstwaarschijnlijk een caravan.
Tussen knooppunt 22 en knooppunt 30 vloeit links van ons het
kanaal Nieuwe Merwede. Het kanaal werd tussen 1861 en 1874 uitgegraven en
vormt tevens de grens tussen Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het traject langs
de rivier is zonder meer lovenswaardig.
Om 18:20u zijn we terug bij onze auto. De route was zwaar, maar we
hebben er intens van genoten en daar hebben we graag wat zweet voor over. We
hebben 56,8 km op de teller staan. Nog een uur rijden tot Ekeren. Tot schrijfs.