Wij reizen om te leren.

11-07-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vennenwandeling

Wandelknooppunten: 52-51-93-50-92-89-88-85-86-78-80-79-78-76-87-91-90-52 = 9,5km.

Vertrek: Bezoekerscentrum Klein Engeland 29 Turnhout.

 

Dinsdag 28 augustus 2018. Er wordt mooi weer voorspelt met temperaturen tot 25°C in de schaduw. Dat beloofd. Folders van ons laatste bezoek aan de fiets en wandelbeurs te Antwerpen worden te voorschijn gehaald en geselecteerd. Aangezien het een broeiende hete dag wordt besluiten we niet te ver te rijden en zeker niet te fietsen. Gezien het de tijd van de heide is willen we een wandeling maken in het natuurgebied van Turnhout met heide en vennen. De folder beloofd ons “Weidse paarse heide, schitterende vennen, eikenbossen en bloemrijke graslanden die samen het Turnhouts Vennengebied vormen”. Op weg naar Turnhout onderscheiden we bossen, weiden, akkers en vennen die de stad omarmen. Op slechts tien minuten rijden van het centrum vinden we rust in een groene gordel, vanaf de oevers van het kanaal Dessel-Schoten tot aan de Nederlandse grens. Een uniek decor voor een centrumstad in Vlaanderen. Het bezoekerscentrum 'Klein Engelandhoeve' te Turnhout lijkt ons een ideaal startpunt voor een heidewandeling. De Klein Engelandhoeve is het symbool bij uitstek van de tweehonderd jaar lange ontginningsgeschiedenis van het gebied. De hoeve ligt op een enge strook middenin het gebied en tussen de vennen. Stad Turnhout opende hier een bezoekerscentrum in samenwerking met Trefpunt Toreke en Natuurwerk vzw. De hoeve is een smeltkroes van natuurbeleving, toerisme, platteland en landbouw, sociale tewerkstelling, landschapsbeheer en cultuurhistorie. Een hoeve waar kansarmen in groep een mooie gezonde vakantie beleven. De hoeve grenst aan het Zwart Water, de Grote en de Kleine Kotteraard en het Zandven. Ooit was de Klein Engelandhoeve een tijkweverij en diende ze als verblijfplaats voor seizoenarbeiders van blekerij Borghs van 1901 tot 1919. Het Turnhouts Vennengebied is een echt pareltje. We gaan er een snoer van vennen en heidestroken ontdekken. 

 

In het Vennengebied zijn de meeste wandelpaden het hele jaar door toegankelijk waardoor het hier bruist van het leven en waarbij het elk seizoen net een beetje anders is. In het voorjaar en tijdens de zomer komen hier water- en weidevogels broeden. Dan vindt men hier de tweede grootste populatie grutto's in Vlaanderen en broedt de wulp op de heide en omliggende weilanden tussen het Zwart Water en de Hoogmoerheide. Alleen dan worden enkele paden afgesloten om de vogels niet te storen. Vogels hebben ook recht op privacy, laat dat duidelijk zijn. Door de openheid en rust voelen weidevogels en vlinders, zoals het heideblauwtje, zich hier thuis. Het Vennengebied is een belangrijk heidegebied en herbergt er zich ook nog in de plassen de waterlobelia, drijvende waterweegbree en het oeverkruid. Het gebied is ontstaan door eeuwenlange menselijke invloed en maakt zo deel uit van ons cultuurhistorisch erfgoed. Het herbergt bovendien een unieke schat aan natuur, zelfs op Europees niveau. We plaatsen de auto op de parking waar we nog alleen zijn. Het is nog vroeg. Het is twintig over tien en de prachtige oude hoeve opent haar deuren eerst om elf uur. Het is windstil en het zou me niet verbazen als de zon het laat afweten. Ze verschuilt zich achter de mist en vermits er totaal geen wind is kan het nog een poos duren voor we de zon gaan zien. De boordcomputer duidt aan dat het 20°C is. Belofte maakt schuld en daarom willen wij meer. We blijven optimistisch en we vinden toch dat alle ingrediënten aanwezig zijn om er een warme en gezellige dag van te maken.

 

Vanaf de parking beginnen de bekende wandelknooppunten zodat de liefhebber twee kanten op kunnen. Tevens staan er enkele infoborden langs het pad die tekst en uitleg geven. Langs ons wandelpad werden enkele ijzeren platen verticaal in de grond geplant. We lezen litenatuurtjes, dat zijn korte poëtische teksten, van Geert De Kockere over de natuur. Ze bevatten meestal een woordspeling en een knipoog naar de mens.

 

In toenemende mate worden de landbouwgronden ingenomen door maïs. Het wordt geteeld voor veevoeder. De maïs zou nu normaal van hoogte moeten staan. Op sommige plekken is het loof niet zo hoog als andere jaren door de zuiderse temperaturen van de laatste maanden. Maïsplanten aan de kant van het pad zijn soms niet hoger dan veertig centimeter. De stengel draagt dan ook geen vrucht. Of ligt de oorzaak bij de bomen die in de buurt staan. Hun takken hangen gedurig over een gedeelte van de akker en houden het weinige regenwater tegen dat er de afgelopen maanden is gevallen, en dat was niet veel. We wandelen verder en horen niets meer. Elk geluid is weggevallen. Zelfs om een vogel te horen moeten we stilstaan en onze oren spitsen. Er is te weinig zuurstof in de lucht en de vogels houden zich rustig en stil om energie te sparen. De omgeving oogt aantrekkelijk met zijn grote variatie aan bomen, planten en landschappen. Hier komt een mens tot rust.  Achter een hoge draadomheining lopen enkele Kempische geiten met hun lammeren. Ze zijn druk aan het eten. Straks is het misschien te warm en dan willen ze in de schaduw liggen niksen. Net als ik. Ernaast staat een schilderachtige schuur uit de jaren ‘stillekes’. Prachtig gewoon. De skyline vertoont een dicht loofbos waar de wandelaar het hele jaar door van genieten kan in dit groene gebied. Enkele gevlekte koeien proberen een plek te bemachtigen onder twee eenzame bomen in de wei. Straks zijn het de enige schaduwplekken en er is geen plaats voor iedereen. 

 

Aan het hek dat ons pad blokkeert werd een infobord van Natuurpunt geplaatst met de mededeling dat we tijdens onze wandeling Galloway runderen kunnen tegenkomen. Baasjes met honden mogen de afsluiting niet passeren maar moeten rechtsaf voor een omleiding. Wij betreden dus het gebied van de Schotse hooglanders. Galloway runderen zijn zeer zachtaardige dieren, maar kunnen agressief uithalen naar loslopende honden. De Schotse Galloway’s hebben een vriendelijk karakter en zijn uitstekend aangepast aan het leven in natuurgebieden. Ze moeten niet bijgevoederd worden. Ze zijn afkomstig uit het zuidwesten van Schotland van het gelijknamige schiereiland Galloway. Alhoewel we de runderen niet zien is het uitkijken voor de uitwerpselen. Ze liggen her en der verspreid op het wandelpad. Ondanks de droogte groeit de vegetatie hier alsof er nooit droogte geweest is. Of zitten daar de koeienvlaaien voor iets tussen? Van heide is tot hier toe niets te zien. Het is nochtans augustus! Daar zal de droogte wel voor iets tussen zitten zeker? De zon heeft alle heide blijkbaar verbrandt. Rondom werden veel bomen gekapt. De bedoeling is om de heide hier terug te laten groeien. We lezen aandachtig het infobord van Natuurpunt: “Helpers op de hei. Onze voorouders hielden de Kempense heidelandschappen eeuwenlang in stand. Ze kapten bomen voor brandhout of om er constructies en werktuigen mee te maken. De rondtrekkende kuddes peuzelden jonge bomen op, de heide werd plaatselijk gemaaid en de gestoken plaggen, gebruikten ze als strooisel in de stallen. Dankzij die verschillende gebruiken verjongde de heidevegetatie regelmatig. De laatste decennia verdwijnen deze methoden echter waardoor praktisch alle heidegebieden verbossen en vergrassen. Het open heidelandschap met zijn typische planten en dieren dreigt daardoor verloren te gaan. Om dat te voorkomen schakelt Natuurpunt de hulp in van geiten, ezels, schapen, … De verschillende grazers helpen vergrassing tegen te gaan en jonge bomen in toom te houden.” Het helmgras groeit weelderig en bedekt bijna geheel ons wandelpad. Een jong koppel dwarst ons en groeten vriendelijk. Blijkbaar was een bordje met ‘verboden voor honden’ niet duidelijk genoeg want ze wandelen door het Galloway gebied met hun hondje, zonder leiband. We groeten toch met een brede glimlach terug. Rechtsaf aan de Koeivenheide waar we ze zien vliegen!

 

Een zwerm zwaluwen scheert rakelings over de grond. Hun manier om insecten te vangen. Een infobord legt uit: “Welkom op de Koeivenheide. Het vellen van bomen verwacht je niet meteen in een natuurgebied, toch is het soms noodzakelijk. Heiden zijn zeer zeldzaam geworden in Vlaanderen en Europa, maar in het Turnhouts Vennengebied zijn er mooie kansen voor herstel. De paarse heiden, bloemenrijke graslanden en waardevolle vennen herbergen een schat aan leven. De aangeplante dennen en Amerikaanse eiken, maken het onze eigen inheemse soorten moeilijk. Daarom verwijderen we de uitheemse soorten waar nodig. Na het vellen van de bomen, plaggen we. Plaggen is het afschrapen van de voedselrijke strooisellaag. Dat is nodig om de schrale, arme, heidevegetaties terug maximale kansen te geven. Onder die laag zijn vaak zaden van de vroegere heide te vinden, die opnieuw kans krijgen om te kiemen als ze aan de oppervlakte komen. Er blijven ook bomen staan. Die vormen een waardevolle schuilplaats voor holenbroeders en verschillende vleermuizen. Heel geleidelijk kan de Koeivenheide ontwikkelen tot een kleurrijke open mozaïek van bos, heide en grasland. In die gevarieerde omgeving voelen meer dieren en planten zich thuis. De vele insecten die aan de bosranden leven, vormen de hoofdmaaltijd voor de boompieper en de zeldzame nachtzwaluw.” Het is echt een zoektocht om heide te vinden. Weer lezen we een gedicht van Geert. We verlaten het afgespannen gedeelte zonder één Galloway te zien. De uitwerpselen zijn nochtans vers. De runderen staan nooit lang stil. Ze doorkruisen hun domein in een spiraalvormige cirkel. Ze vertoeven zich dus steeds ergens anders. Verderop, in de verte, zien we een watermassa met enkele watervogels. Bomen weerspiegelen zich in de uitgestrekte vijver. Een plaats waar het nu heerlijk toeven is. Ik vraag me af of hier ooit een kunstenaar deze natuurrijkdom met een penseelstreek op doek heeft geschilderd. Wilde eenden dobberen in het midden van de plas. Het lijkt wel een stil leven. In de buurt staan enkele Galloway runderen te grazen. Een vijftal aan onze rechterzijde en twee achter de omheining met hun grote brede kop tussen de struiken. Ze hebben blijkbaar een goed gehoor want als we naderen steken ze hun kop de hoogte in om ons na te staren. Het zijn kudde dieren maar hier worden de runderen dan toch gescheiden van elkaar. Veel dood hout blijft liggen. Talrijke insecten knagen zich een weg door het hout en vogels vinden er hun maaltje. Uiteindelijk overwoekeren mossen en zwammen het hout. Langs ons pad groeien de rode braambessen. De plant is een heester en kan van twee meter tot zes meter hoog worden. Ze zijn dit jaar wel echt klein. Een ander informatiepaneel werd naast ons pad geplant ter nagedachtenis aan: “Paul de Vicq-ven. Uit dankbaar eerbetoon aan Baron-Kolonel Paul de Vicq de Cumptich die zijn hart verloren had aan de natuur, in het bijzonder het domein Klein Engeland. De titel kolonel refereert naar zijn sociaal en politiek engagement op het einde van zijn leven. In het begin van de twintigste eeuw waren in Turnhout verschillende landschapsschilders actief. Onder hen René Degroux en Louis Clesse, die vaak werkten in opdracht van gegoede Turnhoutse families.”

 

Het volgende infobord handelt over het kappen van de Amerikaanse vogelkers. Een uitheemse boomsoort die vanaf 1910 op grote schaal werd ingevoerd. Het resultaat is dat de natuurlijke plantengroei zich spectaculair herstelt. We spotten hier zelfs de lisdodde. Een prachtige plant vind ik persoonlijk. Knooppunt 92 kan men in twee richtingen volgen. Rechtdoor of rechtsaf door een afgebakend gebied waar de Galloway’s grazen. Het gebied is echter tijdelijk afgesloten met een hangslot. Het waarom wordt niet meegedeeld. Dan maar rechtdoor. We volgen nu een breed grindpad met fietsknooppunt 03. Het is een gedeelte van het Bels Lijntje dat oorspronkelijk 33 km lang is. Het is een voormalige spoorweglijn tussen Turnhout en Tilburg. Voor knooppunt 91 moet men linksaf over een houten vlotter die de gracht overspant. Wij volgen knooppunt 88 rechtdoor dat eertijds aangeplant werd met dennen. Alleen langs ons wandelpad groeien statige hoge eikenbomen. De eikels beginnen al te vallen. Rechtsaf voor knooppunt 85. Op sommige akkers groeit de maïs dan weer weelderig hoog. Alleen langs de kant van de gracht waar het bladerdek van de bomen over hangen blijven de maïsstengels klein.

 

Tussen de knooppunten 88 en 85 werden jonge scheuten aangeplant. Welke soort van bomen het zijn weten we niet. Maar het maakt me wel blij. De nieuwe plantjes worden vanaf de grond beschermt met groene kokers tegen wilde dieren. Ze staan dichtbij elkaar te wachten tot ze worden verplant.

Ik mis een infobordje met uitleg. Tijd voor onze picknick met een warm kopje koffie. De zon hebben we nog niet gezien. Aan knooppunt 86 moeten we rechtsaf na het infobord te hebben gelezen van “De Nieuwe Bossen, waarvan 24 ha in beheer van ANB, waren één van de eerste bossen die in de negentiende eeuw aangeplant zijn op de heidegronden ten noorden van Turnhout. Ook het Peerdsven maakt hier deel van uit: een ven, waar vroeger paarden doorheen geleid werden om zo bloedzuigers te verzamelen voor geneeskundig gebruik. Men probeert de natuurwaarden van dit bosgebied te vergroten. Zo zijn enkele heiterreintjes hersteld die elke zomer begraasd worden door heideschapen.”   

 

Op weg naar knooppunt 78 zien we links nog een grote watermassa. Ditmaal zonder een watervogel te bespeuren. Zou het al te warm zijn om te zwemmen? Volgens een infobord werd deze vijver afgeboord met heide maar dat is nu niet het geval. Heide is nochtans belangrijk voor reptielen zoals de hagedis en de adder. Ook de blauwvleugelsprinkhaan is een insect van de heide. Ook de ree snoept graag van de bessen en bloempjes langs de bosrand. Het infobord vlakbij de vijver geeft uitleg over het ontstaan van Peerdsven. We spotten zelfs nog een mooie paddenstoel. We ademen diep in en vullen onze longen vol groene zuurstof. Als we knooppunt 91 volgen komen we aan een open vlakte met op de achtergrond een groen loofbos. Een beek slingert zich door het vlakke landschap. Achter  de rij bomen zien we grazende koeien staan. Een beeld dat iedere schilder inspireert. Om 13:15u komt de zon even tevoorschijn. Het is alsof ze laat weten dat ze in aantocht is. De temperatuur stijgt als het ware per minuut. Eindelijk voelen ons Rina haar handen niet meer koud aan.  Als we knooppunt 90 volgen werd een infobord geplaatst over vleermuizen. Ons smal pad wordt langs beide zijden nogmaals afgeboord met eikenbomen. Opgepast voor vallende eikels! De kruinen zijn in elkaar gegroeid en laten weinig zon- en daglicht door. Nog een infobord “Dood hout in het bos. Het verteringsproces van dood hout is een ingewikkeld gebeuren en vormt een belangrijke schakel in het ecosysteem. De snelheid waarmee en de wijze waarop het hout  wordt afgebroken hangt af van talrijke factoren, zoals de boomsoort, de dikte van de stam en milieuomstandigheden als vocht en temperatuur.”

Na afloop van onze stevige wandeling kunnen we in het bezoekerscentrum als afsluiter een streek-biertje of  -hapje nuttigen. En de zon? Die hebben we niet gezien.










11-07-2019 om 13:32 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
13-06-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.China Light

12 december 2018. Het is bijna 17:30u als we van de bus stappen vlakbij de Rooseveltplaats te Antwerpen. Het is donker en koud. Vooral de wind snijd ijzig door je kleren. We stappen slalommend tussen de vele passanten naar het Astridplein. Van ver zien we dat er blauwe spots op het station en enkele nabij gelegen gebouwen gericht zijn. Het is eens iets anders. In de grote majestueuze kerstboom brandden duizenden lichtjes. Voor de ingang van de dierentuin werd een hoge winterse glijbaan geplaatst waar men, mits betaling natuurlijk, langs een steile helling naar beneden kan schuiven op een rubberen band. Voor de ingang van de ZOO hebben we meteen een indruk van wat we te zien gaan krijgen. Er staat een langwerpige boogpoort met kleurrijke bloemen en vlinders. Daarbovenop staan twee Chinese figuren in traditionele klederdracht. Aan de pilaren van de poorten waken de groene draken. Sidderend als een espenblad sluipen we door de poort de ZOO binnen.

De dierentuin van Antwerpen wordt dit jaar voor de vijfde keer gehuld in een magische Chinese sfeer. Als afsluiter van de feestelijkheden rond 175 jaar ZOO trekt het China Light alle registers open en zorgt voor een speciale editie. Net als de vorige jaren krijgen we een verhaal dat als een rode draad door het lichtspektakel loopt. Van een prinses die verliefd wordt op een soldaat. We hebben vooraf geen tickets gekocht en moeten nu wachten tot 18:00 uur voordat de kassa open gaat. We drinken ondertussen een koffie om ons op te warmen. Even opwarmen aan een vuurkorf kan ook maar dan moet je de rook en de gensters er wel bijnemen. Daarna wordt het aanschuiven om binnen te kunnen.

Tijdens de wandeling bewonderen we maar liefst 71 lichtcreaties in al hun betoverende magie. Infobordjes geven het verloop van het verhaal mee. Langsheen het parcours staan sculpturen in de vorm van mythische dieren, goden, een drakenboot, gebouwen en tempels. Gewoon magie, symboliek helemaal ingevoerd uit China. Op de achtergrond horen we zweverige muziek. Op twee locaties wordt op vaste tijden een levensechte magische dans gedemonstreerd door een Chinese schone. We zien de Lotusprinses langsheen ons traject opgroeien, transformeren tot vlinder en omgekeerd tot ze uiteindelijk verliefd wordt op een soldaat. Liefde en oorlog weerspiegelen zich bij de strijders van het leger. We blijven gefascineerd staan bij een vier meter hoge Boeddha en een drakenboot van 60 meter lang. Na afloop warmen we ons terug op aan de vuurkorven. Uitkijken voor de wind want de gensters komen op je af.










13-06-2019 om 11:50 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-06-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brouwerij De Koninck

Samen met Veerle en Danny brengen we op 11 november 2018 een bezoek aan de bekendste brouwerij van Antwerpen. We rijden daarvoor naar Berchem. Hieronder volgen enkele sfeerbeelden van ons bezoek aan “Brouwerij De Koninck”. Het bedrijf werd opgericht in 1833. De brouwerij werd aanvankelijk ook “Brouwerij De Hand” genoemd, naar een grenspaal met een hand als grensteken. In 1912 veranderd de naam in “Brasserie Charles De Koninck”. Maar in 2010 wordt de brouwerij verkocht aan “Brouwerij Duvel Moortgat”. In 2015 opent de brouwerij haar deuren voor het publiek na een grondige renovatie. Er is een interactieve brouwerijtour uitgewerkt waarbij we in verschillende themaruimtes alles te weten komen over de bierstad Antwerpen. We leren andere bieren kennen en hoe ze gemaakt werden. Na afloop drinken we een gratis biertje van 5,2% met verschillende kruiden, een “Lost in Spice”. Schol!








12-06-2019 om 18:21 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
29-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hobokense Polderwandeling

6 november 2018. We parkeren de auto op de Schroeilaan op 150 meter van station Hoboken-Polder. Parkeren in de Scheldelei of Leigrachtlaan is ook mogelijk. Dat is nog dichter bij de ingang van het domein. Als je net als wij op de Schroeilaan parkeert heb je al een stuk gewandeld tot aan het begin van onze wandeling die oorspronkelijk 7,5 km is. We volgen daar de witte A.S.-Adventure pijltjes. Eigenlijk maakt het niet uit. Het is een zonnige dag en de weergoden beloven een 20° C voor vandaag. Er staat slechts een zwakke wind die in het domein volledig wegvalt. Voor we de Scheldelei indraaien stappen we even de spoorweg over voor een foto van het nostalgische station van Hoboken-Polder. Het station werd op 10 juni 1878 geopend aan spoorlijn 52 Puurs-Antwerpen Zuid. Het gebouw sloot  zijn deuren in 1984 om in 1988 terug te openen. Weliswaar zonder loketten.

We dwarsen de Schroeilaan en stappen tot bij het infobord aan het domein. We  lezen: “Eeuwenlang maakte de mens het gebied geschikt voor landbouw en veeteelt door het in te polderen. Later palmde industrie grote delen van deze Hobokense en Kielse polders in. Wat overbleef werd in de jaren zestig, van vorige eeuw, opgehoogd met grond afkomstig van de aanleg van de ring rond Antwerpen en de Kennedytunnel. Hier zou men de woon- en KMO-zone ‘Polderstad’ bouwen waarvan uiteindelijk slechts een beperkt deel werd gerealiseerd. Op de resterende gronden kreeg de natuur vrij spel. Zo ontstond een gevarieerd landschap: plassen, rietkragen, moeras en wilgenstruwelen op de lager gelegen delen en graslanden, ruigten en jonge bossen op de hoger gelegen delen. De rijkdom aan dier- en plantensoorten is groot! Dankzij het gevoerde beheer blijft een verscheidenheid aan biotopen behouden en zich ontwikkelen.”

We wandelen het domein “De Hobokense Polder” in dat ligt tussen de Schelde, de dichtbevolkte woonkernen van Hoboken en Antwerpen en de industrie van Petroleum Zuid, één van de mooiste groene plekjes van Antwerpen. Het is ook het grootste op het grondgebied van de stad: de perfecte plek om een paar uur helemaal op te gaan in de natuur. Het natuurgebied ligt in een Scheldebocht en heeft een heerlijk brok groen van 170 ha waar Natuurpunt er de natuur zo veel mogelijk haar gang laat gaan. Dat resulteert in een grote diversiteit aan landschappen en fauna en flora. De herfst lijkt nu toch definitief zijn intrede gemaakt te hebben. De bladeren beginnen nu allemaal spontaan te kleuren en dwarrelen nu en dan massaal naar beneden. Straks ligt er overal een dik tapijt van mooi gekleurde bladeren. 

Natuurpunt heeft op zijn website fotomateriaal geplaatst met verschillende zoogdieren die in het domein aanwezig zijn. Onder dat beeldmateriaal zien we de opnames van een vos, steenmarter en ree. Ze blijven de zoogdieren op de voet volgen want Natuurpunt heeft een vermoeden van nog enkele soorten die in het gebied voorkomen zoals de wezel, de bunzing, de egel, de eekhoorn, …

Rond een grote poel staan kleine boompjes met gele en groene bladeren. Ze weerspiegelen in het water. We blijven even staan en staren in het troebele water om te zien of er leven inzit. Volgens het infobord dat we passeerden zou hier de meerkikker, de bruine kikker, de gewone pad, de alpenwatersalamander en de kleine salamander te zien zijn. Het water lijkt op dit moment wel doods, maar in de lente bruist het hier van het leven. Kikkers en salamanders stoeien dan in het water. Een reiger staat dan roerloos tussen het riet. Een plek waar de mens spontaan tot rust komen als je de vogelgeluiden wegdenkt. Verderop staan we te turen door de kijkgaten bij de vernieuwde kijkwand. Hier kunnen we vogels observeren zonder ze te storen maar veel leven is er niet te zien op het water.

Paddenstoelen kunnen we dan wel tussendoor spotten. Er zouden hier meer dan 500 verschillende planten en tot 360 verschillende paddenstoelen te vinden zijn. Een soort hebben we alvast gefotografeerd voor het nageslacht. Een vlonder pad helpt ons om natte stroken te overbruggen. Al bij valt het goed mee. De laatste paar maanden heeft het nauwelijks geregend. Het volgende infobord handelt over de “Biotoop bloemrijke graslanden”. Omdat het volop herfst is kunnen we er niet van genieten maar in een bloemrijk grasland groeien er naast grassen ook heel wat kruiden, die éénmaal in bloei een mooi kleurenplaat opleveren. Deze graslanden trekken veel insecten aan die op hun beurt weer insectenetende vogels aantrekken. Maar dat is voor later. We picknicken op een zonnige bank tussen het groen.

We ontdekken na onze lunch nog meer herfstgroene bossen, waterplassen en zelfs een weide met Galloway-koeien. Een sociaal dier dat  in kuddeverband leeft en in kleine groepjes kan losgelaten worden in natuurgebieden. Hier en daar steken nog gele bloemen in bosjes uit de grond.

We volgen een tijdje de dijk langs de Schelde. Op de Linkeroever zien we de parochiekerk van Burcht. Gebouwd tussen 1899 en 1904. Het is heerlijk wandelen langs het water. Halsreikend kijken we uit we naar de schepen die voorbij varen. Een zitbank nodigt uit om even te verpozen. De zon verdwijnt achter sluierwolken. De temperatuur moet inleveren. De waterbus vaart met een snelheid voorbij. Ze vertrok vanaf de kade bij Kruibeke. In de verte zien we nog net de spitse toren van de O.L. Vrouwekerk van Kruibeke waarvan de oudste delen dateren van de vijftiende eeuw. We wandelen tot aan de jachthaven en houden links aan. We moeten over een oude kasseiweg dat vroeger, in 1825, de Scheldedijk noemde. Bij de splitsing werd een stenen monument gelegd: Polderbos voor iedereen, beschermd door iedereen. Geplaatst door de gemeente Hoboken op 6 december 1975.

Kijkpunt “De Dodaars” is een verhoogde kijklocatie die sterk lijkt op een bunker van WOI of II. Niets is minder waar. Op de grote betonplaat die nodig was om de stabiliteit op dit voormalig huisvuilstort te verzekeren, werden twee wanden met zandzakken opgetrokken. Bij deze kijkwand aan de grote plas moeten we normaal zeldzame vogels spotten, volgens het plaatselijke infobord. Volgens mij zijn ze allemaal naar het zuiden getrokken. Ik kan ze geen ongelijk geven. Langs de Scheldelei stappen we terug naar onze auto. Blij dat we weer groene longen hebben.








29-05-2019 om 11:41 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJzerlaantochtje
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

Zaterdag 23 februari 2019. Ondanks de koude nacht is het tijdens de middag mooi weer met een temperatuur van maximum 14°C. De wind is zwak zodat het lenteachtig aanvoelt. Het is te mooi weer om ‘achter’ de computer op het toetsenbord te zitten tokkelen. We willen een korte fietstocht maken en besluiten om de nieuwe fietsbrug aan de IJzerlaan uit te proberen. Langs de Noorderlaan fietsen we tot aan de IJzerlaan die volledig wordt heraangelegd. De waterpartijen zijn voorzien met mooie aanplantingen. Een brede trap is voorzien tot aan het water. Ik schat dat het hier afgelopen zomer druk heeft geweest van de zwemmers. We zien geen verbodsbord: ‘Verboden te zwemmen’. Een visser staart naar zijn dobber op het water in één van de waterpartijen. Ondertussen fietsen we tot voorbij de Bredastraat. Onder de ring komen we bij de fietsbrug. Voor een betere bevaarbaarheid van het Albertkanaal zou de IJzerlaanbrug verhoogd moeten worden, maar door de aanwezigheid van het viaduct van Merksem kwam de vrije hoogte van de brug in het gedrang. De brug werd daarom gesloopt in het weekend van 29 en 30 april 2017 en vervangen door een fiets- en voetgangersbrug. Na enkele foto’s fietsen we over het Albertkanaal en rijden vervolgens langs de resten van de voormalige viaduct. Langs de Nieuwdreef tot aan de rotonde bij de Rode Loop. Over het viaduct naast de ‘Olsé’ naar Ekeren-Donk. Bij aankomst in Ekeren-Centrum hebben we 15 km gefietst.


29-05-2019 om 11:35 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
23-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bazelroute

Fietsknooppunten: 71-72-86-74-75-99-98-95-09-67-48-49-71 = 32,5 km.

Parkeermogelijkheid: Lange Gaanweg, nabij de kerk van Bazel.

17 oktober 2018. Een prachtige dag voor een bezoek aan de Scheldestreek. De provincie Oost-Vlaanderen staat bekend voor haar gevarieerd landschap en talrijke natuurgebieden en het lijkt ons een reden omdat allemaal met de fiets te verkennen. We rijden al vroeg in de morgen, met de auto, naar het pittoreske dorpje Bazel dat op de lijst staat van één van de mooiste dorpen van Vlaanderen en dat is onmiddellijk duidelijk als we de auto parkeren voor de brede boogpoort van het adellijke kasteel van Wissekerke. Het poorthuis werd gebouwd in 1832 en heeft nog de wapenschilden van de families Vilain XIIII en de Zoë De Feltz. Het geheel zelf is al indrukwekkend met zijn kantelen en smalle schietgaten. Hier laten we onze fantasie de vrije loop. We wanen onszelf even terug in de middeleeuwen met blinkend harnas en een vlijmscherp zwaard in de hand. We laten ons stalen ros nog even op de drager achter en gaan de toegangspoort door tot op het domein van het kasteel dat sinds 1989 eigendom is van de gemeente. De historische waterburcht heeft een Engels landschapspark met talrijke bomen die nu hun herfstkleuren tonen. Ook de herfst zijn charme. Er hangt momenteel nog mist, maar de zon schijnt erdoor zodat het uitzicht romantisch en idyllisch wordt. Het levert exclusieve beelden op. Links in de hoek bevindt zich het hoevegebouw met indrukwekkende duiventoren uit de zestiende, begin zeventiende eeuw, die een vervallen indruk heeft. Het dak is kegelvormig met op de top een windmolen en overgroeid met groen klimop. De ronde bakstenen toren was ooit een symbool van macht en rijkdom. Er zouden volgens geschreven bronnen een 700-tal duivenhokken in gemetselde zijn. In de oude dienstgebouwen van het kasteel bevindt zich bistro Den Duiventoren. Het etablissement is nog gesloten. Vlakbij staat een vierkante waterpomp en een houten galg.

In 1824, werd in opdracht van Philippe Vilain XIIII, een smeedijzeren voetgangersbrug gebouwd over de kasteelvijver. De brug werd laatst nog in 2012 gerestaureerd en is 28 meter lang en 2 meter breed. Het koperen kunstwerk ‘Landende Zwaan’ is van de hand van de plaatselijke beeldhouwer Cees Huisman.

Het kasteel was oorspronkelijk van de tiende eeuw en maakte deel uit van een versterkingsgordel aan de Schelde. Het kasteel stond toen volledig in het water. Sinds 1803 ligt tot tegen de noordzijde een aarden dam. Het huidige kasteel dateert van de zestiende eeuw al werd het ook vanaf dan nog vaak verbouwd en gerestaureerd. Het kasteel is regelmatig toegankelijk voor individuele bezoekers. Het is nog vrij vroeg en we weten niet of we het kasteel binnen mogen. We zoeken eigenlijk een toilet. Binnen is geen levende ziel te bespeuren. We betreden toch de vestibule met haar wit- en rood marmeren vloer en zuilen. Dan komt een grote struise dame met een boenmachine onze kant op. Ze glimlacht vriendelijk en dat stelt ons al gerust. We mogen van het toilet gebruik maken. Ze zet het apparaat in gang en is ons compleet vergeten. Het interieur van weleer is precies tot op heden nog steeds overheersend aanwezig. We kunnen een blik werpen in de eetkamer met een uitgerekte lange tafel en twaalf stoelen. De eikenhouten lambrisering is donker maar geeft een warme sfeer weer.

We verlaten het kasteeldomein langs de toegangspoort en terwijl ik de fietsen van het draagrek haal neemt moeder de vrouw een foto van ‘Restaurant De Eenhoorn’. Het gebouw bestond al voor 1452 waarbij het een rol speelde in de slag om Bazel, toen het als verschansing diende tegen de Franse troepen van Filips de Goede. Het was de voormalige zetel van de Vierschaar en ook het hoofdcollege van het Land van Waas hield er lange tijd haar vergaderingen.

We fietsen eerst richting kerk omdat we nog niet weten in welke richting we moeten om knooppunt 71 te volgen. De dorpskern heeft als middelpunt de veertiende eeuwse Sint-Pieterskerk. De oudste delen gaan terug tot de vijftiende eeuw. In 1815 liet graaf Philippe Vilain XIIII een bidkapel bouwen met daaronder een grafkelder. De replica van een kroonjuweel van Zoë De Feltz, aan haar geschonken door Napoleon, is in de kerk te bezichtigen. Hoogbaljuw van het Waasland Servaas Van Steelant (+1607) ligt hier begraven. De preek- en biechtstoel zijn van de hand van Adriaan en Filip Nijs, twee bekende beeldhouwers uit de achttiende eeuw. Rond de kerk staan enkele beelden. Hoog op een arduinen sokkel staat ‘Anzie Seppe’  een fluitende en marcherende Chirojongen. Het beeld is van Frieda Mariën en werd geplaatst ter ere van het 45-jarig bestaan van Chiro inzet in 1988. Het andere bronzen beeld stelt een fietsend kind voor. Het opschrift luidt 13 maart. Er wordt hiermee aandacht gevraagd voor kwetsbare mensen in het verkeer, voetgangers en fietsers. In het midden van een groene haag werd een buste geplaatst van Amadee Verbruggen. Geboren en getogen te Bazel op 18 november 1886 en overleden op 28 november 1980. Hij was de ‘kasseilegger’ van de Vlaamse Beweging, een Vlaams-nationalistisch voorman, redenaar en politicus. Het standbeeld werd onthuld op 30 april 1988. In een hoek van de kerk werd een zandstenen beeld geplaatst op een gemetselde sokkel van Kardinaal Cardijn. Jozef Leo Cardijn (1882-1967) was priester en later verheven tot kardinaal vanwege zijn verdienste als stichter en bezieler van de jeugdbeweging Katholieke Arbeiders Jeugd, bijgenaamd De Kajotters. Het oorlogsmonument werd in de gevel ingewerkt. Het herdenkt de gesneuvelden en oud-strijders van Bazel van beide Wereldoorlogen. Ernaast bevindt zich het Heilig Hart.

Over de kerk werd in 1842 begonnen met de bouw van een bescheiden gemeentehuis. Het gebouw staat momenteel leeg en lijkt onderkomen. Het is niet direct duidelijk of het pand te koop staat. Om knooppunt 71 te volgen moeten we terug naar de toegangspoort van het kasteel en linksaf slaan in de Lange Gaanweg. Op de hoek van de Lange Gaanweg en de Verkortingsdijk werd een bronzen monument geplaatst van een man en vrouw die diepe voren moeten maken voor het koren. Het beeld werd geschonken op 9 december 2012 door het ‘Polderbestuur van Kruibeke’. Het infobord is niet meteen duidelijk maar ik veronderstel dat het met het overstromingsgebied te maken heeft.

We fietsen volop door het Waasland dat oorspronkelijk een overwegend agrarisch gebied was en bekend is door zijn typische panorama’s van bolle velden, begrenst door knotwilgen. Het Waasland wordt in het noorden begrenst door de Nederlandse staatsgrens, in het oosten door de Schelde, in het zuiden door de Schelde en de Durme en in het westen door het kanaal Gent-Terneuzen. We volgen knooppunt 86 als we rechts een blik opvangen van de Rupelmonde Kreek die 300 jaar geleden gevormd werd tijdens een dijkbreuk in de polders op 3 maart 1715. In de verte zien we reeds de Onze-Lieve-Vrouwtoren van Rupelmonde boven de kruinen van de bomen uitsteken en lijkt nog oneindig ver weg. Links vloeit de Rupel in de Schelde die we een tijdje gaan volgen. Rupelmonde, de stad van Mercator groeit in de middeleeuwen uit tot een bevoorrechte woonkern dankzij haar strategische ligging bij de Schelde tegenover de monding van de Rupel. De stad kan tol heffen op de Schelde en krijgt als grafelijke enclave een benijde positie binnen het landelijke Waasland. Zowat alle transport gebeurde toen nog via het water en deze rivieren waren van groot economisch belang.

We stoppen bij de ruïne van een waterburcht uit de twaalfde eeuw dat een kollossale burcht was die ooit 17 torens telde. De vesting, omgeven door een brede wal, werd opgetrokken door de graven van Vlaanderen, ter verdediging van de Schelde en de Rupel. Bijna 500-jaar lang domineerde de machtige burcht van de graven van Vlaanderen. Hier werden tegenstanders van de graaf onthoofd en opgeknoopt, werden veldslagen uitgevochten, onderwierp een grafelijke tollenaar alle scheepverkeer aan de gehate tol van Rupelmonde, borg de graaf een groot deel van zijn arsenaal en archief op, er was een garnizoenskern voor eventuele militaire acties en gevangenis. Het is in die gevangenis dat Mercator op 32-jarige leeftijd wordt vastgehouden op verdenking van ketterij. Februari 1544. In zijn woonplaats Leuven wordt Mercator met 42 anderen verdacht van lutherse praktijken. Op het moment van zijn arrestatie is hij niet thuis en wordt hij beschuldigd van voortvluchtigheid. Op dat moment was hij echter even terug in Rupelmonde om de nalatenschap van zijn oom Gijsbrecht te regelen. Uitgerekend in zijn geboorteplaats wordt Mercator gearresteerd en acht maanden gevangen gehouden in het kasteel. Op voorspraak van enkele hooggeplaatste figuren en bij gebrek aan bewijzen, wordt hij uiteindelijk vrijgesproken.

Nadat de burcht in 1583 al ernstig werd vernield, volgde in 1678, door de lange strijd van Spanje en de Verenigde Nederlanden tegen Frankrijk, de totale verwoesting. Van het imposante complex, in de stijl van het Gentse Gravensteen, is enkel het benedendeel van Doornikse kalksteen nog een zichtbaar overblijfsel. Op die restanten bouwde baron De Feltz in 1817 een toren als jachtpaviljoen, de huidige Graventoren. In de overgebleven toren werd in 1955 een Schelde- en Mercatormuseum ingericht. Op de tinne staat een oriëntatietafel en krijg je een mooi uitzicht over Rupelmonde en de Scheldestreek. De schietgaten zijn dicht gemetseld en de vlag wappert op het hoogste punt. De site is al een tijd niet meer toegankelijk wegens werkzaamheden maar het geheel spreekt zo al tot de verbeelding.

De watergracht onder de getijdenmolen staat droog aan de achterzijde. Langs deze zijde is ook het rad niet te zien. Aan de voorzijde hebben we er een beter zicht op. In 1187 stond op deze plek al een watermolen, aangedreven door de eb en vloed op de Schelde. De huidige molen dateert van 1516 en is de enige overgebleven getijdenmolen in Vlaanderen. De molen is tot op de dag van vandaag nog uitgerust met het grootste binnenwater rad van het land. In 1997 werd hij nog volledig gerestaureerd.  

Tijdens onze trip naar de kerk van Rupelmonde blijven we staan voor de gesloten kapel ter ere van “Jezus van het Kruis afgedaan”. Ze werd gebouwd in 1859 met een opvallend dak torentje. We plaatsen onze fiets vlakbij de kerk en bekijken het grote standbeeld van Mercator die indrukwekkend hoog op een sokkel zijn geboortedorp overkijkt. Het levensgrote beeld werd in 1870 gegoten te Brussel. Gerard De Kremer werd hier, in Rupelmonde, geboren in 1512 en was in zijn leven cartograaf, instrumentenmaker en graveur. Hij werd vooral bekend door de introductie van het woord ‘atlas’. Dit woord omvatte destijds alle kaarten van de kosmos, van zowel het heelal als de aarde. In 1552 verhuisde Mercator met zijn familie naar Duisburg waar hij op 82-jarige leeftijd overleed. Aan de overzijde van het Mercatorbeeld werd op 4 maart 2012 het bronzen beeld ingehuldigd van de “Jonge Mercator” in aanwezigheid van de toenmalige burgemeester en het koninklijk echtpaar van België. Het beeld werd onthuld tijdens het geboortefeest ter ere van vijfhonderd jaar Mercator.

Vervolgens draaien we rondom de imposante Onze-Lieve-Vrouw-Bezoeking kerk. In de achtste eeuw zou volgens de geschiedenis hier op deze plaats een kapel gestaan hebben. Deze werd vervangen door een romaanse kruisvormige kerk rond 1172. Vervolgens werd de kerk nog enkele malen uitgebreid en gerestaureerd. De toren werd opgericht in 1661. De huidige kerk dateert van 1757 en bezit talrijke beelden en een kopie van een schilderij van Jacob Jordaens. De huidige sacristieën werden in 1860 gebouwd. De collectie glas-in-loodramen zijn van grote erfgoedwaarde. Het is uniek in Vlaanderen om dergelijke taferelen van het Nieuwe Testament in een evenwichtig ensemble te zien. De ramen zorgen voor een mooi en kleurrijk lichtspel in de kerk. Het grote glasraam boven de toegangspoort is van 1971 en stelt Sint Michael voor, patroonheilige van Rupelmonde.

Terug naar de kapel en rechtsaf om stroomopwaarts de fietsen langs de Schelde. Het standbeeld van een reusachtige naakte vrouw staat uitdagend te zonnen met haar armen achter haar hoofd. Een realisatie van Irenée Duriez dat de Schelde symboliseert: groots, vloeiend, wassend, schoon en strak omlijnd. We maken een bocht om de voormalige scheepswerf van de “Chantier Naval de Rupelmonde” of kortweg CNR. Gesticht in 1913 en in 1962 uitgebreid met een tweede scheepshelling. Eind jaren van 1980, begin jaren van 1990 kende de werf een laatste bloeiperiode met de bouw van acht mijnenjagers maar in 1996 viel het verdict. De scheepswerf zette haar activiteiten definitief stop.

We fietsen door Steendorp, een deelgemeente van Temse. Hier bevinden zich langs de waterkant de voormalige steenbakkerijen. In 1881 waren er nog een groot aantal bedrijven gevestigd met een 1.000 à 1.200 werknemers die voor een jaarlijkse productie van ongeveer 90 miljoen stenen zorgden. We fietsen langs de enige steenbakkerij die nog actief is aan de rechterzijde “Steenbakkerij Wienerberger”. Voorbij Steendorp krijgen we aan de overzijde van de Schelde “De Notelaer” te zien. Het prachtige belvedère van de familie d’Ursel van het verderop gelegen kasteel van Hingene. Het paviljoen werd gebouwd tussen 1792 en 1797. De adellijke familie kwam er regelmatig dineren of om gasten te ontvangen en te feesten. Het belvedère is beter bekend als “Villa Vorlat” uit de tv-serie Stille Waters. Momenteel heeft “De Notelaer” een uitgebreid jaarprogramma met tentoonstellingen, wandelingen en concerten.

We verpozen even op een picknicktafel bij de kapel van O.L. Vrouw van de Schelde. De kapel werd vernieuwd in september 2011 nadat enkele vandalen het vorige plat brandden. Van de heiligenbeelden, het kruisbeeld en de kandelaars was geen spoor meer te bekennen. We krijgen zicht op de torens van de O.L. Vrouwekerk en het gemeentehuis die boven de daken van het centrum van Temse uitsteken.

We fietsen onder de Temsebrug door naar de Wilfordkaai. Het bronzen kunstwerk van beeldhouwer Valeer Peirsman werd gemaakt in opdracht van Toerisme Temse. Het zijn twee figuren die de oude en de huidige spotnaam van de Temsenaar voorstelt. “De Tuysscher en de Azijnzeker. Het monument werd onthuld op 20 september 1997. Verderop houden we halt bij de bronzen “Kaailopers”, de stoere bonkige kerels die de schepen in Temse laadde en losten op het einde van de negentiende, begin van de twintigste eeuw. Ze waren kleurrijke figuren die een eigen plaats innamen in de geschiedenis en de folklore van de gemeente. De beeldengroep werd onthuld op 25 mei 1991. De priemende zon nodigt uit voor een biertje op het zonnige terras van de plaatselijke taverne. Mensen lunchen, brunchen en genieten van een streekdrankje aan de kade terwijl op de Schelde de boten af en aan varen. Schol!

Vanaf knooppunt 75 hebben we een uitstekend zicht op de dubbele Scheldebrug. Met een lengte van 365 meter is de Temsebrug een van de langste van Vlaanderen. In 1870 overspande hier al een brug de Schelde, voltooid door de Franse ingenieur Gustave Eifel. Dezelfde man die de Parijse toren ontwierp. De brug maakte deel uit van de spoorlijn Mechelen-Terneuzen. In 1955 kwam er een nieuwe brug voor spoor- en autoverkeer. In 2009 werd een tweede parallelle brug aangelegd. We wijken af van onze knooppunten en rijden naar de Markt van Temse. Over de kerk werd van 1903 tot 1905 het gemeentehuis opgetrokken op de plaats van een schepenhuis dat nog dateerde van de vijftiende eeuw. Het schepenhuis werd vervangen in 1795 en verbouwd in 1828. Ook dit gebouw werd gesloopt in 1900 en het huidige gebouw werd in gebruik genomen in 1906 tot 2006. In 2006 opent de gemeente enkele straten verder het Administratief Centrum de Zaat dat de taken van het gemeentehuis overnam. Het voormalige gemeentehuis is sindsdien een ceremonieel-cultureel-toeristisch centrum. Het Belfort is 31 meter hoog en bezit in totaal 40 klokken. Het eerste klokkenspel dateerde uit 1976 en had 23 klokken. Tijdens de restauratie in 2006 werden er nog 15 klokken aan toegevoegd. In 2014 werden nog twee klokjes toegevoegd.  

De Onze-Lieve-Vrouwekerk van Temse werd vermoedelijk rond het jaar 770 gesticht en werd toegeschreven aan de Heilige Amelberga, beschermheilige van Temse. Wat men zeker weet is dat in 1496 de kerk door brand geteisterd werd dat Filips de Schone een speciale belasting toestond om de herstellingswerken te bekostigen. Vervolgens heeft de kerk in de loop der tijden diverse verbouwingen meegemaakt. De laatste grote verbouwing dateert van 1888. Bij de kerk werd een monument opgericht voor Priester Edward Poppe (1890-1924). De kerk verklaarde hem eerbiedwaardig op 30 juni 1986 omwille van zijn heldhaftige beoefening van de deugden. Hij werd op zondag 3 oktober 1999 zalig verklaart te Rome door Paus Johannes-Paulus II. Het monument werd onthuld op 29 april 2000.

We fietsen terug naar knooppunt 75 en volgen knooppunt 99. Een tocht van 3,5 kilometer. Links van ons is de Gewestweg. De Parklaan heeft naast de vele prachtige landhuizen ook nog veel groen. De middenbermen hebben nog te lijden onder de maandenlange droogte. We dwarsen de Krijgsbaan (N419). Verderop brengt de fiets ons tussen akkers en weilanden, over smalle asfaltwegen en dan weer over fraaie dreven met mooie villa’s. Voor elk wat wils!

We rijden over de Europese weg E17 die loopt van Antwerpen naar Beaune in Frankrijk. Onze volgende kapel wordt opgedragen aan Sint Amelberga en werd gebouwd in 1921 op de hoek Haagdam / Luiseekstraat. De binnenzijde is wit geschilderd en op het altaar staat het beeld van de heilige, geflankeerd door grote kaarsen. Twee kerkstoelen nodigen uit om te bidden. De kapel werd onlangs nog gerestaureerd. De uitzichten zijn hier wel spectaculair. Onze weg slingert zich tussen hoge dennenbomen. Rondom rond is er geen huis te bespeuren. We zijn hier helemaal alleen. We kunnen niet naar het Fort van Haasdonk. Arbeiders zijn verderop in de straat bomen aan het snoeien en het is te gevaarlijk om verder te rijden. We maken een omweg langs de Luiseekstraat en nemen de Bergstraat naar links. Het is de N485 maar van drukte valt het goed mee. Aan het volgende kruispunt willen we linksaf slaan om alsnog naar het fort te rijden. Maar ook hier is de straat afgespannen wegens het snoeien van bomen. Rechtsaf dan, naar het centrum van Haasdonk en knooppunt 95. Na dit knooppunt stoppen we bij het oud-gemeentehuis van Haasdonk. Dit gebouw is niet het originele uit de zestiende eeuw. Dat werd in 1926 gesloopt vanwege zijn slechte staat. Maar wel identiek heropgebouwd. Er  zijn momenteel vergaderruimte voor plaatselijke verenigingen.

De parochiekerk Sint-Jacobus de Meerdere in de Keizerstraat werd in twee fases opgetrokken tussen 1843 en 1872. Na de afscheiding van Melsele in 1150 werd meteen begonnen met de bouw van een eigen kerk. Ze werd in de loop der eeuwen afgebroken en vergroot terug opgebouwd. De kerk staat middenin het dorp en voor een gedeelte omringd door een grasveld met daarin het borstbeeld van de patroonheilige.

Een half uur later stoppen we bij de O.L. Vrouwekerk van Kruibeke, opgetrokken in zandsteen. In 1575 werd de kerk in brand gestoken door Spaanse troepen. Ze werd hersteld maar de daaropvolgende decennia werd de kerk opnieuw verbouwd. Na WOI werd de vervallen kerk gerestaureerd en uitgebreid. Het gemeentehuis van Kruibeke werd gebouwd in 1870. Boven de ingang bevindt zich een sokkel versierd met het gemeentewapen (eenhoorn) en het bouwjaar. Het voormalige kabinet van de burgemeester is afkomstig uit het huis van de ouders van Rubens, dat zich bevindt op de Meir te Antwerpen. Op het O.L. Vrouwplein staat de arduinen gemeentepomp van 1860.

Aan Broekdam-Zuid  staat de vierkante kapel O.L. Vrouw van zeven Weeën die aan een grondige restauratie toe is. Vooral het houtwerk heeft fel te lijden onder de weerelementen.  Bij de N419 werd in de middenberm een sokkel geplaatst met een bronzen brandweerhelm. Een infobordje met gedicht werd geplaatst op 11 september 2001. Het brengt hulde aan de inzet van brandweerlieden en andere hulpdiensten.

Onze laatste kapel bevindt zich op de hoek van de Kemphoekstraat en de Oude Kruibekestraat in Bazel. Het is de Heilige Petruskapel, patroonheilige van de parochie. Ze werd gebouwd in opdracht van de kerk van Bazel en met de financiële steun van burggraaf Stanislas XIIII, toenmalig burgemeester en eigenaar van het kasteel. Deze kapel dateert van 1902 nadat de vorige kapel werd afgebroken omdat op die plaats een tramlijn moest aangelegd worden. De kapel, gebouwd in Steendorpse baksteen, is nog een overblijfsel van de Sint-Pietersommegang. Die werd van 1587 tot 1617 jaarlijks gehouden, maar door het in voegen treden van de Heilige Sacramentsprocessie werd de ommegang niet meer gedaan. Jaarlijks wordt er nog wel een eucharistieviering gehouden in en aan de kapel. In de Tweede Wereldoorlog viel een vliegende V2-bom naast de kapel, maar de bom ontplofte niet. Men schreef dat toe aan de hulp van Sint-Pieter.

Bij bistro “den Bazelique” drinken we nog iets ter afscheid op het in de zon gedrenkte terras. De zon staat al laag  aan het firmament en werp lange schaduwen. Tijd om terug te keren naar Ekeren.














23-05-2019 om 10:16 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
20-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bevrijdingswandeling Antwerpen

Maandag 5 november 2018. Op 11 november van dit jaar is het exact 100 jaar geleden dat de Wapenstilstand werd getekend.  Als echte Antwerpenaar rijden we naar de koekenstad met het openbaar vervoer. De bus rijdt ons niet meer tot op de Rooseveltplaats wegens de werken die er bezig zijn. Het plein wordt overzichtelijker en veiliger gemaakt. De traminfrastructuur breidt uit waardoor er minder bussen nodig zijn in het centrum. Zo verdwijnen de busperrons voor het Koninklijk Atheneum en komt er een openbare ruimte. We worden gedropt in de Van Stralenstraat en wandelen naar het station waar men een infoboekje bedeelt over de route die we moeten lopen. Ze zijn echter allemaal de deur uit. De kioskhouder verwijst ons naar de Stadswinkel op de Grote Markt. Langs de Meir dus, langs de Groenplaats en de Kathedraal tot aan het stadhuis dat in de steigers staat. Op 9 april 2018 gingen de werken van start. Het historisch gebouw wordt niet alleen gerestaureerd, er vinden ook de nodige aanpassingen plaats zodat alle schepenen en hun medewerkers er in de toekomst een plek hebben om te werken. In het najaar van 2020 wordt het vernieuwde stadhuis terug in gebruik genomen. In de stadswinkel hebben ze de brochure nog voorhanden. Na een sanitaire stop op het zonnige terras van “Den Bengel” starten we met onze wandeling door Antwerpen. Kijk even mee naar de foto's. 








20-05-2019 om 15:36 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
09-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tulpenwandeling

Donderdag 18 april 2019. We rijden naar de Isidoor van Beverenstraat te Groot-Bijgaarden. Ter plaatse kunnen we gratis parkeren op de nabijgelegen weide. Twee gele hesjes sturen je in de goede richting en zorgen dat alles netjes en ordelijk verloopt. Het kasteel van Groot-Bijgaarden werd gebouwd omstreeks 1640 door de heren van Bijgaarden. Het domein wordt omgeven door een brede sloot die overspannen wordt door een stenen brug met vijf bogen. Ze wordt bewaakt door twee heraldieke figuren uit de zeventiende eeuw. Het prachtige poortgebouw met ronde hoektorens stamt uit de veertiende eeuw.

Na de betaling betreden we het 14 ha grote domein dat enkel te bezoeken is tijdens de jaarlijkse internationale bloembollententoonstelling in april. Onder leiding van enkele vakspecialisten zijn in het park meer dan één miljoen bloembollen handmatig geplant door de medewerkers van het kasteel. Als liefhebber van kleurige voorjaarsbloemen kunnen we genieten van meer dan 500 soorten bloemen waarvan tulpen in de meerderheid zijn. Tussendoor kunnen we kennis maken met een 20-tal reproducties van Pieter Bruegel de Oude. Ter gelegenheid van de 450ste verjaardag van zijn overlijden (1569) brengt Floralia Brussels hulde aan deze grote kunstenaar. De werken zijn te bewonderen in hun originele afmetingen en de kaders worden gedecoreerd met bloemen of groen door de bloemsierkunstenaars.  

De arcade aan onze rechterzijde is afkomstig van het Hof van Hoorne, dat gesloopt werd in 1908. De koets is vooral een publiekstrekker voor amateurfotografen. De grote serre werd omgetoverd in een mooie binnentuin met enkele bloemstukken. We kunnen iets verfrissend drinken maar het is prijzig. Verder struinen we langs een tapijt van wilde bloemen onder eeuwenoude bomen. We kunnen volop genieten van narcissen, hyacinten en vooral van tulpen. De indrukwekkende bloemenpauw en de vele bloemperken weten elke bezoeker te imponeren. Tijdens de middag pauzeren we op een vrijstaande zitbank met een meegebrachte picknick. De massieve dertig meter hoge slottoren heeft muren die drie meter dik zijn. Het gebouw telt vier verdiepingen en stamt uit de veertiende eeuw. We hebben de treden niet geteld, maar het zijn er veel. Het was trouwens druk op de draaitrap. Er kwamen mensen met kinderen naar beneden terwijl wij naar boven wilden, en visa versa. Vanop het hoogste punt, dat beschermd wordt door een gekanteelde muur, hebben we een weids uitzicht over het domein en het Vlaamse landschap. Een winderig gedoe en het duurde dan ook niet lang voor we de terugweg aanvatte. Het kasteel zelf was ooit de zetel van de heerlijkheid van Bijgaarden. Via huwelijk werd het goed in 1720 verworven door Karel-Ferdinand de Königsegg-Rothenfels. Later wisselde het nog verschillende keren van eigenaar en raakte het kasteel in verval. Raymond Pelgrims de Bigard redde het van de ondergang en begon in 1902 met een dertig jaar durende renovatie. Zijn nakomelingen zetten zijn werk verder. Rechts is een aparte deur die ons toelaat de kapel te bezoeken. Ze werd magnifiek gedecoreerd met kleurrijke orchideeën. Geniet nog even mee van onze prachtige foto’s.










09-05-2019 om 11:12 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
06-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beeltjes te Ieper

Op een zonnige dag in april van 2016 rijden we met de kleinkinderen, Joey en Yuna, naar de “Koekenstad”. In “Het Steen” gaan we helpen om enkele beeldjes te maken van het type “New Generation”. Het lijken bange, ineengedoken figuurtjes met een bolle ruggengraat. Er moeten in totaal 600.000 beeldjes van klei gemaakt worden, evenveel als er Belgische slachtoffers waren van WOI: militairen en burgers. Iedereen die een beeldje gemaakt heeft krijgt een boekje mee met een “certificaat van deelname” en een “dogtag”, een ijzeren plaatje dat oorspronkelijk om de nek van de soldaat zat. De beeldjes worden dan ergens in Ieper uitgestald als aandenken aan de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. De locatie was toen nog niet gekend. Afgelopen zomer, 11 juli 2018 rijden we met de kleinkinderen en hun ouders, Elke en Edwin naar het Provinciaal domein Palingbeek te Zillebeke, bij Ieper, waar  vanaf begin februari vrijwilligers de beeldjes hebben uitgestald op een groen weiland. Het was een zee van gebakken kleifiguurtjes. Op een betonnen podium lag een groot rood gebarsten ei waaruit kleine klei figuurtjes vielen. Het was indrukwekkend. De kleinkinderen waren alvast enthousiast omdat ze er zelf toe bijgedragen hadden. We kunnen onmogelijk uitmaken waar hun beeldjes liggen.

Vanaf donderdag 15 november 2018 worden de beeldjes van klei gratis weggegeven. Wij rijden de volgende dag naar Palingbeek om enkele beeldjes op te halen. Omdat we op het nieuws gezien hadden dat er een grote toeloop was van belangstellenden willen we het niet doen tijdens het weekend. Vandaag vrijdag 16 november 2018 trokken we met een winkelbakje van de Colruyt naar het Provinciaal domein Palingbeek. Een mistige dag en kei druk. Parkeren kon op de parking aan de cafetaria. Vanaf daar moet men te voet. Er zijn al veel beeldjes weg. Hier en daar ligt nog een kapot exemplaar. Het onkruid is door het dekzeil gegroeid. De mensen staan te drummen om net dat beeldje te pakken te krijgen wat jij net wil nemen. We turen in de verte en zien dat er nog veel te rapen valt. Het is een hele zware trip als we terug komen met ons grijs oranje bakje waar twaalf beeldjes in liggen.

We plaatsen de auto op het Gezelleplein te Ieper en wandelen naar de Menenpoort. Van vrijdag 9 november tot en met zondag 11 november vond hier in Ieper de eeuwherdenking plaats van de Eerste Wereldoorlog. Het begon met een optocht, een elfnovemberlezing en ’s avonds een concert in de Sint-Maartenskathedraal. Op zaterdag vond een herdenkingsmars plaats tussen Somme en IJzer. Op zondag werd om 11u een extra Last Post onder de Menenpoort gehouden na de eredienst, het vertrek van de Poppy Parade en de plechtigheid aan het Belgisch Monument. Na de middag werd een concert gehouden en om 20:00u vond de officiële Last Post plaats. Onder de Menenpoort liggen nog steeds de kransen die traditiegetrouw uit klaprozen van kunststof bestaan. Gewoonlijk worden de trappen er mee versiert maar het zijn er nu te veel. Ze liggen vooraan achter de ketting afsluiting. Massa’s fotograven leggen het gebeuren vast. Langs de trap, tussen de massa’s poppy kransen gaan we tot op de Menenpoort.

De leeuwen voor de Menenpoort zijn replica’s van het oorspronkelijke paar dat aan het begin van de Eerste Wereldoorlog op dezelfde plaats stond, op sokkels aan weerszijden van de weg die toen nog enkel een doorgang in de vestingen was. 

Bij de vernieuwde rotonde werd een bronzen poppy krans geplaatst dat gesmeed werd door kinderen naar aanleiding van het ‘smeedevenement Ypres 2016’. Terug onder de Menenpoort nemen we de andere trap tot bovenop de Menenpoort. In het kader van de herdenking van Wapenstilstand hebben scholieren uit Ieper meer dan tienduizend kartonnen poppies geplant in het grasperk naast de Menenpoort. Op de klaprozen staan boodschappen voor de slachtoffers van beide Wereldoorlogen.

De mist blijft hardnekkig hangen. We gaan terug langs de Menenpoort, voorbij het Flanders Field Museum dat het historische verhaal van WOI brengt. Op de Grote Markt wordt momenteel hard gewerkt om de kerstkramen op te stellen. Bij het Belgisch oorlogsmonument liggen ook verschillende poppy kransen als grote bloedvlekken op arduinen stenen.

We komen bij het Sint George’s Memorial Church. Als het daarnet bloedvlekken waren is dit hier een zee van bloed dat langs de toren naar beneden stroomt en langs de afsluiting weg stroomt. De Anglicaanse kerk werd gebouwd in 1928 naar de plannen van de Londense architect Sir Reginald Blomfield. Deze “Herinneringskerk” herbergt tal van herinneringen aan WOI. Tot zelfs het meubilair werd alles door Britse verenigingen, regimenten of individuelen geschonken. Het is een heel kleurig schilderspalet.

Naast de Sint-Maartenskathedraal werd hoog op een arduinen sokkel het beeld geplaatst van de Heilige Maria. Ze wordt omringt door honderden wit gele viooltjes. Dan gaan we de kathedraal bezoeken. Nadat de voormalige kerk van Ieper verwoest werd tijdens WOI werd in 1922 de huidige kathedraal herbouwd. Na ons bezoek zakken we af tot het museum café.

We kiezen een plaatsje vlakbij de verwarming. Een koffie verwarmt onze ingewanden. Vanaf Ieper rijden we nog door naar de kust. Naar Koksijde St-Idesbald. Het badplaatsje kent de laatste jaren een enorme groei op toeristisch vlak. Men is op talrijke plaatsen bezig om vervallen villa’s op te knappen. Andere gebouwen worden gesloopt en op de plaats komen nieuwe appartementsblokken. Het strand is vandaag leeg en verlaten. De mist maakt het koud. Zelfs de meeuwen vinden het te mistig om te vliegen. Ze slenteren maar wat rond op het strand. Winkels en horeca zaken zijn gesloten langs de wandel boulevard. Van de kou haasten we ons toch een zaak binnen die open is om weer een koffie te drinken om ons op te warmen. We besluiten achteraf om de heenreis aan te vatten. Het vochtige weer laat zich voelen aan onze gepensioneerde botten. Ondanks het spitsuur is het tamelijk rustig op de snelweg. Het is na zes uur als we onze sanitaire stop houden. Toevallig is het niet bij een “Burger King”. We zijn er gek op. Het is niet druk en ik vraag beleefd, zoals het hoort, of ik bij mijn menu een koffie mag in plaats van een ijs gekoelde frisdrank. De jongeman kijkt me aan en zegt:

-‘Omdat je het zo vriendelijk vraagt doe ik dat.’ Vriendelijk toch?












06-05-2019 om 16:33 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
15-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Legende van Veltwijck

Voorwoord

 

Telkens we een wandeling maken rond het kasteel van Veltwijck houden we halt bij het beschilderde zandstenen vrouwenbeeld dat de Romeinse godin Flora voorstelt. Hoog op haar sokkel staat ze hier al jaren, misschien wel eeuwen. In de loop der tijden werd de sokkel gerestaureerd en het beeld werd meerdere malen met een dikke laag verf overschilderd. Rond dit beeld is een legende ontstaan maar wanneer deze zich zou hebben afgespeeld is niet meteen geweten. De legende bleef door mijn hoofd spoken en hoe meer ik er over nadacht hoe meer ik ervan wou weten. Ik ging op onderzoek uit. In het boek ‘Portret van Ekeren’ werd een korte uitleg over  “De Legende van Veltwijck”, geschreven door Frans Bresseleers en Hendrik Kanora. Ik lees:

 

“De volksfantasie heeft weleer een legende geweven rond het “pleisteren” vrouwenbeeld, dat men bemerkt in het park van Veltwijck. In de volksverbeelding was dit beeld de weergave van de wondermooie jonkvrouw, die door haar vader, heer van Veltwijck, gekerkerd werd om haar reine liefde voor een simpele hofknecht. De jonkvrouw sprong langs het gevangenisraam in de vijver en verdronk. Tot teken van rouw en boete zou later de heer van Veltwijck de dorpsprocessie ieder jaar laten komen door het park van zijn kasteel. Dit volksverhaal is pure legende, maar de traditie van de jaarlijkse dorpsprocessie door Veltwijckpark is blijven voortleven tot in 1966: in juni van dit jaar kwam de processie van Hoogwaardig voor de laatste keer door het park. Het druk verkeer door de dorpsstraten was één van de oorzaken die de processies bij ons en ook elders deed afschaffen. Telkens de processie te Ekeren het park van Veltwijck binnenstapte, begon men te luiden met het torenklokje in het poortgebouw. Tijdens de laatste jaren werd het klokje geluid door de werkleider Jan Deweerdt.”

 

In de bibliotheek van Ekeren doe ik verdere opzoekingen in de catalogus over onze gemeente. Blijkt dat er sinds 1983 een jaarboekje werd uitgebracht ten voordele van de Heemkundige kring van Ekeren. Verschillende medewerkers schreven over ons dorp van vroeger en nu. In het eerste nummer wordt een tipje van de sluier opgelicht over de ‘Legende van Veltwijck’ door de heer Vic. Wauters. Voor deze geschreven informatie wil ik de belangstellenden dan ook doorverwijzen naar de bibliotheek om het boekje te lenen en eventueel te lezen. Het is te uitgebreid om er hier in het voorwoord over uit de wijden. In ieder geval sprak de legende tot mijn verbeelding zodat ik er een verhaal over begon te schrijven. Mijn versie van het verhaal wel te verstaan. Ondanks men in het Jaarboek 1 van 1983 achterhaalt heeft dat de tijdzone tussen 1694 en 1754 zou of kan geschied zijn laat ik mijn fantasie de vrije loop. Mijn ‘Legende van Veltwijck’ speelt zich af rond het jaar 1900. Alle persoonsnamen in dit verhaal zijn dus fictief (met uitzondering van de historische personages). Enige gelijkenis met bestaande personen is daarom ook louter toevallig. Alle straatnamen hebben bestaan maar sommigen kregen op latere datum een nieuwe naam. Achteraf beschouwd zou dit verhaal evengoed gisteren, vandaag of morgen kunnen plaatsvinden.


Voor meer belangstelling verzoek ik u contact op te nemen via e-mail. U kan het boekje lenen, A4 formaat van 33 bladzijden met illustratie, mits betaling van een waarborg van €15. Alvast bedankt voor uw belangstelling.


15-04-2019 om 18:05 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waterbustrip

Dinsdag 25 september 2018. De herfst is begonnen en de dagen zijn al zichtbaar korter geworden. We rijden met bus 77.0 naar de “Koekenstad”. Omdat we het openbaar vervoer in de Kloosterstraat nemen kunnen we nog zitten. Eens de mensen aan de kerk opgestapt zijn kan je het vergeten. Zelfs de jeugd maakt geen plaats meer vrij voor gepensioneerden, laat staan voor ouden van dagen. Het is algemeen geweten. September is te vroeg voor de kerstsfeer. We moeten nog eerst Halloween vieren. Maar in Antwerpen op Meir 85 gaan ze sinds kort al uit de bol en wanen we ons in Christmas World. Een enorme winkel op een mooie nieuwe locatie. We gingen er een kijkje nemen om de sfeer op te snuiven. Voor één keer Kerstsfeer met herfsttemperaturen.

Op het terras van de “Chocolate Line” winkel drinken we een koffie om van het sanitair te kunnen gebruik te maken. We zitten op het tussenplein van het voormalig Koninklijk Paleis dat in de achttiende eeuw werd gebouwd voor de rijke koopman Johan Alexander van Susteren (1719-1764). Keizer Napoleon verwierf het paleis in 1811 tot hij verbannen werd en zijn rivaal Alexander I van Rusland het paleis kwam bewonen. Na de Belgische opstand van 1830 werd het paleis opgeëist door het Belgische Voorlopig Bewind. Koning Boudewijn schonk het paleis aan het volk.

Na onze sanitaire stop wandelen we naar het Steenplein voor tocht met de “Waterbus”. Antwerpen heeft sinds 1 juli 2017 een nieuw openbaar vervoermiddel: De Waterbus. Sinds november van dat jaar is de capaciteit verdubbeld dankzij de inzet van een tweede waterbus. Het voorbije jaar hebben al meer dan 200.000 mensen gebruik gemaakt van de waterbus die van Hemiksem, over Kruibeke, naar Antwerpen vaart. Op elke waterbus is er plaats voor 125 passagiers. Je fiets neem je gratie mee. We nemen een retourbiljet wat 5 euro per persoon kost. De waterbus is een volwaardig alternatief voor het woon-werkverkeer met een afvaart elk half uur. We zitten eerst achteraan in de open lucht maar het is echt te winderig. We moeten ook de binnenzijde eens inspecteren. De nieuwe zetels of stoelen zitten comfortabel en ik hoop dat ze niet te snel worden stuk gemaakt. De vaarroute van ons traject gaat vanaf het Steenplein naar Kruibeke en in Hemiksem is de eindhalte waar we uitstappen voor een zonnige wandeling.

Hemiksem ligt in de Rupelstreek op enkele kilometers van de stad Antwerpen. De gemeente bezit enkele historische gebouwen. Eerst houden we halt bij de beschilderde waterpomp. Op deze plaats stond in de achttiende eeuw de schandpaal. De toenmalige burgemeester liet in 1827 een waterput graven en in 1843 een pomp plaatsen met bovenaan een haan.

Op de Gemeenteplaats rijst het gemeentehuis te hoogte in. Het eerste gemeentehuis werd gebouwd in 1892 aan de Provinciale Steenweg. In 1910 werd er een nieuw exemplaar gebouwd op deze plek. Achteraan het gebouw volgde een vergroting in 1930.

De eerste kerk dateert waarschijnlijk van 1087 en was toegewijd aan Sint Niklaas. De kerk stond net als het eerste gemeentehuis te ver van de dorpskern en men besloot een nieuwe te bouwen op de gronden van de pastorie. De eerste steenlegging gebeurde in september 1770. De oude kerk werd afgebroken na de inwijding in 1772. De toren dateert van 1773. Het kerkhof verhuisde in 1903 naar de Kerkstraat. We wandelen terug en zetten ons op het terras van “Eetcafé-Bodega De Veertoren”. We stillen onze honger met een stevige croque hawai en monsieur. Als de veerboot aanlegt stappen we opnieuw op de waterbus naar Antwerpen. 

Langs het “Eilandje” wandelen we terug. Vlak bij het MAS ligt de boot aangemeerd van Gert Verhulst. Hier worden de opnames gemaakt van “Gert Late Night” waarin Gert en James terugblikken op het voorbije jaar met enkele prominente gasten. We wandelen nog tot voor de gebouwen van ATV waar we trammetje 70 nemen die ons tot aan de voormalige kazerne van de Luchtbal brengt. Plaats zat. We zitten namelijk alleen. Tramlijn 70 is een tijdelijke tramlijn die vanaf zaterdag 15 september 2018 regelmatig werd ingezet. Er reed tot april 1961 ook een tramlijn 70 tussen Antwerpen en Ekeren langs de Noorderlaan.  








01-04-2019 om 16:59 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willemstadroute

Knooppunten met afwijkingen: 29 -24 -71 -25 -28 -27 -11 -12 -32 -42 -41 -30 -23 -29 = +/- 40,1 km. Parkeren: Lantaarndijk, aan de rotonde.

 

Zaterdag, 4 augustus 2018. Het is 08:20u en de temperatuur duidt al 29°C aan. We zijn begonnen aan onze tweede hittegolf deze zomer. Dagen van boven de 30°C zijn geen uitzondering meer. Iedereen snakt naar een verfrissing. Liefst koel water. Wij trekken noordwaarts, naar de provincie Noord-Brabant, meer bepaalt naar Willemstad. Een prachtige vesting die omgeven is door water. Daar waar de Volkerak en Hollandsch Diep elkaar ontmoeten. Het zal er beslist koeler zijn dan hier.

We plaatsen de auto op de bekende parkeerplaats en brengen eerst een bezoek aan de Belgische erebegraafplaats (hoek parking/Lantaarndijk). Op deze militaire begraafplaats liggen 159 Belgische soldaten begraven. De meesten, 134, waren krijgsgevangenen van de Duitsers en werden per schip naar gevangenkampen vervoerd. Zij kwamen om toen hun schip, de Rhenus 127, op het Hollandsch Diep op 30 mei 1940 op een mijn liep. Later werden hier op de begraafplaats nog 25 andere Belgische militairen begraven die elders waren gesneuveld.

We houden de begraafplaats rechts van ons en volgen meteen knooppunt 29. We fietsen richting vuurtoren in de Lantaarndijk. De Willemstadse vuurtoren dateert uit 1947 en heeft geen functie meer bij het begeleiden van het scheepvaartverkeer op het Hollandsch Diep. We komen bij de parking van de jachthaven. De moderne jachthaven 'De Batterij' heeft maar liefst 215 ligplaatsen op een steenworp van de historische en sfeervolle vesting Willemstad. We fietsen voorbij de grote kledingwinkel met bescheiden VVV-kantoor.

 

Na de bocht, op de Hellegatsweg, zien we rechts de 'Volkerak' stromen, die ontstaan is bij de Sint-Elisabethsvloed in 1421, waarvan ook het Hollandsch Diep nog een restant is. Tussen het Volkerak en het Hollandsch Diep werden in 1967 de Volkeraksluizen gebouwd en in 2008-2010 vervangen. Een complex van drie schutsluizen voor de beroepsvaart naast elkaar, vier spuisluizen en een jachtensluis. De Volkeraksluizen zijn Europa's grootste en drukst bevaren binnenvaartsluizen met ruim 400 doorgaande schepen per dag. 

 

Aan knooppunt 29 verlaten we onze route en blijven rechtdoor onder de A59 de Maltaweg  volgen. We fietsen voorbij de Anthoniegorzen. Een populaire plaats voor vogels. Een betonnen trap met enkele treden brengt ons bij een groen geschilderde deur waarachter een betonnen, overdekte ruimte is. We kunnen een kijkje nemen. Op ooghoogte zitten openingen en geven een weids uitzicht. Het is winderig maar het uitzicht is spectaculair. Vogels zien we niet. Ze zijn slimmer dan wij en hebben ergens een plekje gezocht in de schaduw. 

 

We rijden verder aan het kruispunt naar rechts en volgen het bordje 'Fort Sabina'. Fort Sabina is het best bewaarde geheim van West-Brabant. Maar liefst dertien hectare groot, met een unieke Napoleontische vierkante stenen toren, 'tour modèle no 1, onderaardse gangen en een kazerne. Napoleon liet het fort in 1811 bouwen als onderdeel van de kustverdediging tegen de Engelsen. Tijdens WOII werd het fort gebruikt als schuilplaats door de inwoners van Heyningen. Thans biedt het fort ruimte aan evenementen, voorstellingen en aan 'Bistro de Kletsmajoor' met terras.

 

Aan de ingang van het Fort Sabina staat een gedenksteen die herinnerd aan de nacht van 21 op 22 januari 1945 toen ganzen alarm sloegen door luidruchtig te gakken. Er slopen mensen rond in de buurt van het haventje nabij het fort. Een vijftiental Duitse commando’s waren met boten vanaf Goeree-Overflakkee het Volkerak overgestoken om krijgsgevangenen te maken. Na een kort maar hevig vuurgevecht moesten de Duitsers zich terugtrekken maar slaagden er toch in om twee Canadezen gevangen te nemen. Eén van hen raakte zwaar gewond tijdens zijn gevangenneming. Hij overleed nog diezelfde nacht op 21 jarige leeftijd. Het was de eerste en de laatste keer dat Fort Sabina werd aangevallen in zijn geschiedenis die teruggaat tot 1811. 

Na ons bezoek rijden we terug naar knooppunt 29 en slaan rechtsaf. Vanaf dit knooppunt maken we een tocht van 6,4 kilometer tot aan knooppunt 24 met prachtige vergezichten die onderbroken worden door de enorme windturbines die langzaam draaien. Ondanks de hitte van de afgelopen weken en de aanhoudende droogte kleuren de talrijke landbouwgronden nog groen. De oorzaak ligt bij het water dat hier steeds in de buurt is.

Bij de bocht naar links zien we voor ons de betonnen muren van 'Fort De Hel'. In 1748 werd op deze plek het allereerste fort gebouwd met de naam 'Anna'. In 1793 werd de naam veranderd in Fort Carolina, maar het fort was toen al vervallen. De Fransen bouwden dan hier in 1811 Fort l'Enfer voor de verdediging van Willemstad om een eventuele Engelse invasie te voorkomen. Binnen het fort werd een vrijstaande stenen toren gebouwd van het zogenaamde “tour-modèle no 3” waarvan er nog maar drie in Nederland zijn. De toren bood plaats aan veertien manschappen en 9500 kg buskruit. In 1813 kreeg het fort zijn huidige naam. Op 14 mei 1940 was het fort meer dan 120 man sterk toen het door de Duitsers werd aangevallen en door hen werd ingenomen. In 1961 eindigde het militaire gebruik. Vanaf 1994 wordt het fort verhuurd aan de stichting 'Vrienden van de Hel', die er een kunstatelier vestigen. Er worden tevens culturele activiteiten georganiseerd.

 

We fietsen ondertussen verder langs Helwijk. Een dorp in de gemeente Moerdijk dat vernoemd werd naar Fort de Hel. We komen niet door het centrum en fietsen even later rechtsaf over de A59. Vervolgens fietsen we zuidwaarts, evenwijdig met de A4. We rijden langs Heyningen, een dorp van de gemeente Moerdijk. We wijken even af van onze route. We fietsen op de Oude Heyningsedijk en ter hoogt van huisnummer 46 slaan we rechtsaf in de Hoge Heyningsedijk. Onmiddellijk links aanhouden aan de Y-splitsing in de Veluwestraat tot nummer 2. Het dorp heeft veel te lijden gehad door de watersnoodramp van 1953. Er vielen 76 slachtoffers of zowat 10% van de bevolking van toen. Deze woning in de Veluwestraat 2 is een volledig gerestaureerde 'geschenkwoning'. Destijds werden noodwoningen geschonken door de Zweedse regering om een oplossing te bieden voor het grote aantal daklozen dat Nederland kende na de ramp. Een hele stap vooruit qua comfort; want de noodwoning bleek voorzien van een douche. Een luxe in de jaren vijftig. De watersnoodwoning kan vrij bezocht worden. De woning herbergt een permanente tentoonstelling over de stormramp. Op de computersite wordt vermeldt dat het huis op dinsdag open is vanaf 14:00u. Een andere site laat verstaan dat de deur alle dagen open is.

Doordat we fietsen hebben we wat wind die ons verkoeling brengt. Er is voldoende zuurstof in de lucht. Het fietsen gaat ondanks de hoge temperatuur ons goed af. De onbedekte lichaamsdelen worden rijkelijk met een factor 50 ingesmeerd. Momenteel rijden we nog vaak in de blakende zon. Op tijd water drinken dus om het lichaam af te koelen en onze pet op.

We rijden terug tot aan de Oude Heyningsedijk en slaan rechtsaf en fietsen over de A4.

Aan de volgende straat rechtsaf tot knooppunt 24. We bevinden ons in Zevenhuizen, een buurtschap van de gemeente Moerdijk. Rechtsaf om knooppunt 71 te volgen voor 3,6 km tot Dinteloord. Als we weer over de A4 rijden fietsen we op de Postbaan tot bij de rotonde. Rechtdoor en over de 'Dintel'. De rivier vormt de benedenloop van de rivier de Mark. Ze werd in de beginjaren van de 19e eeuw met sluizen afgesloten en sindsdien kent het water geen getij meer. Na de volgende bocht wijken we even af naar rechts en rijden door Sasdijk. Rechts zien we de jachthaven van Dintel.

 

Na ons bezoek keren we terug om knooppunt 71 te volgen. We zijn dan in Dinteloord. Een dorp in de gemeente Steenbergen. Aan knppnt 71 staan enkele banken in de schaduw van de Wilhelminaboom. Een ouder koppel picknickt er en we vragen beleefd of we ook bij hen mogen plaats nemen. Geen probleem. Even wordt er over en weer gepraat want we willen van elkaar weten vanwaar we komen en naar waar we fietsen. We hebben ongeveer al 30 km in onze kuiten zitten. Het koppel naast ons komt van Goeree-Overflakkee. We wijken af van onze route en maken een kleine omweg door het dorp. Bij knooppunt 71 rijden we rechtdoor de Westvoorstraat in en houden het water links van ons. Rechtdoor tot aan het voormalige Raadhuis dat te herkennen is aan het torentje met uurwerk. Het gemeentehuis is in 1830 in gebruik genomen. In november 1944 is het gebouw beschadigd door een bombardement. In 1946 is begonnen met de restauratie die in 1949 is voltooid. Tot de gemeentelijke herindeling van 1977 heeft dit gebouw als gemeentehuis dienst gedaan. We komen bij de Nederlands Hervormde kerk. De eerste steen is gelegd op 15 april 1693. Het ontwerp is van bouwmeester en architect Van Swieten. Het wapen is van de Heer van Princeland, koning-stadhouder Willem III. In november 1944 is de kerk door een bombardement grotendeels verwoest. In 1948 is de kerk herbouwd. 

 

Voor het Raadhuis linksaf en de eerste straat rechtsaf is het Raadhuisplein. We fietsen tot het eind van de parking bij het monument. Op 4 november 1944 wachten de inwoners van het dorpje Dinteloord op hun bevrijders. Maar in plaats daarvan voerden geallieerde bommenwerpers een bombardement uit op de vermeende stellingen van de Duitsers. Tientallen woonhuizen en drie kerken werden verwoest of zwaar beschadigd. Bij het bombardement kwamen meer dan 45 inwoners om. Op het Raadhuisplein staat het bevrijdingsmonument dat is opgericht ter nagedachtenis aan alle Dinteloorders die tijdens oorlogshandelingen zijn omgekomen. Naast het monument werd een 'luisterplek van de Liberation Route Europe' geplaatst, met het verhaal van het bombardement. De Slag om de Schelde. De haven van Antwerpen was voor de geallieerden van groot strategisch belang. Ze konden die pas in gebruik nemen als ook de oevers van de Schelde en de toegangswegen daarheen vrij waren van Duitse troepen. Daardoor woedde hier in De Slag om de Schelde de oorlog in al zijn verschrikkingen. Met alle gevolgen voor militairen en burgers. Op 4 november 1944 zijn de inwoners van Dinteloord in afwachting van hun bevrijders. Maar geheel onverwachts bombarderen de geallieerden het dorp. De bevrijding komt uiteindelijk, maar Dinteloord is verwoest en treurt om de vele slachtoffers.  

Op de algemene begraafplaats aan het Zuideinde, over de apotheek, en op de Rooms Katholieke begraafplaats aan de Oostgroeneweg liggen de graven van de vele slachtoffers van het bombardement en vinden we de monumenten ter herdenking van de gevallenen. Het gemeenschappelijke graf is gerenoveerd. In de plantenbak zijn kolommen geplaatst, vijftien stuks ruw afgebroken. Zij symboliseren de abrupte levensbeëindiging, in de herfst van 1944, van deze vijftien oorlogsslachtoffers. De Oostgroeneweg bereiken we als we de Zuideinde blijven volgen tot het eind. Linksaf op de Oostgroeneweg tot aan de begraafplaats rechts van ons.

 

Op de Noordzeedijk hebben we een prachtig mooi groen uitzicht in 360°. Het is een lange ééntonige baan maar het prachtige landschap maakt dat allemaal wel goed. Ze brengt ons door het Prinsenland. Een dorp in de gemeente Steenbergen. Een paar honderd meter voor Stampersgat fietsen we door een industriezone. Links van ons zien we fabriek “Suiker Unie”. De fabriek verwerkt de suikerbieten tot kristalsuiker gedurende de jaarlijkse bietencampagne van ongeveer half september tot half januari. Het product wordt opgeslagen en aan afnemers geleverd in de gevraagde verpakkingsvorm. Rechts is het bijhuis waar eerst de bieten worden verwerkt.

 

Bij knooppunt 25 rijden we Stampersgat binnen. Een klein dorp van Halderberge, vlakbij de rivier Dintel dat enorm veel werk aanbiedt door de nabijheid van de industriezone die het gebied domineert. Rechts werd in het voetpad een inham gemaakt met twee rustbanken. Daar tussenin werd een maquette geplaatst op een ijzeren sokkel. Het is een kunstwerk van Adri Legierse met een gedicht van Nell van den Aarssen: “Stampersgat dicht aan de Mark en watertoren, een klein kern waar pit in zit en dat blijft je steeds bekoren, waar de spontane hartelijkheid en eenvoud is gebleven, in dit sympathieke dorp is het goed leven”.

Een betonnen trap leidt naar een grote waterplas waar het heerlijk toeven is. Links zien we de reusachtige watertoren van Stampersgat die gebouwd werd in 1952. Hij heeft een hoogte van 41,45 meter en het waterreservoir is 900 m³.  Sinds 2009 is de toren in gebruik als woning met een Art Gallery.

Als laatste houden we halt bij de Martelaren van Gorcumkerk van Stampersgat. Deze kerk werd in 1924 ingewijd en verving een noodgebouw uit 1899, dat sinds de stichting van de parochie in gebruik was. Het monument “Samenspraak” vlakbij trekt onze aandacht. Het is een bronzen creatie van Caroline van Lange dat werd onthuld op 31 augustus 2002. Wat verder in de Dennis Leestraat verlaten we reeds het centrum van Stampersgat.  

 

Vanaf knooppunt 27 fietsen we over een smal asfaltpad, dat meestal is afgeboord met loofbomen waardoor we meestal in de schaduw kunnen fietsen. Onderweg pauzeren we aan een opgemaakte tuintafel met stoelen waarop de eigenaars dikke kussens heeft gelegd. Je zou denken dat ze het voor zichzelf gedaan hebben maar een bordje: “Vrij fietsers rustpunt” nodigt ons echter uit voor een adempauze. Zelfs een asbak werd voorzien. We drinken een (plastiek) glas water met bubbels en denken dat het champagne is. Gezellig, even uit de hitte.

Enkele pedaaltrappen verder stoppen we bij een laagstam fruitplantage. De appels hangen rijkelijk in trossen aan de kreunende takken. Ondanks de droogte en de aanhoudende hitte lijkt het alsof deze plantage er geen last van heeft. Of zou de fruitboer gesproeid hebben? Veel moeite is dat niet door de naburige waterlopen en vijvers. Er hangen misschien minder vruchten aan of ze zijn wat kleiner dan andere jaren, wie zal het zeggen?

 

Net over het viaduct links, achter boerderij Mariahoeve, is op maandag 18 september 1944 te 14u30 een Engelse Glider neergekomen. De neergekomen Glider werd boven het Zeeuwse kustgebied door Flak (luchtdoelgeschut) getroffen. Het toestel werd vrijwel onbestuurbaar en het trekkende vliegtuig moest de kabel verbreken. De Glider maakte een noodlanding bij Fijnaart. Het toestel landde achter de boerderij de Mariahoeve en de militairen waren ongedeerd. In een vuurgevecht met de Duitsers zijn nadien twee militairen gewond geraakt. Een daarvan was zwaargewond en bezweek vier dagen later aan zijn verwondingen. De andere militairen werden gevangen genomen en afgevoerd naar Duitse kampen. Zij hebben de oorlog overleefd. We bereiken het buurtschap Oude Stoof dat in de voormalige gemeente Hontenisse lag, nu Hulst genaamd. Het telt ongeveer twintig à dertig huisjes.

 

Bij knooppunt 42 vinden we links de crashlocatie van een Canadese lichte bommenwerper, een Boston. Het 418 squadron van de RCAF, gestationeerd op vliegveld Debden in Engeland, kreeg de opdracht om in de nacht van 12 op 13 april 1942 de vliegbasis Gilze-Rijen van de Luftwaffe aan te vallen. Na het afwerpen van zijn bommenlast, werd de Boston Z2210 op de terugweg naar Engeland neergehaald door Duits afweergeschut. De drie bemanningsleden wisten bijtijds met hun parachute uit het vliegtuig te springen en kwamen ten zuiden van Klundert min of meer veilig op de grond. Ze werden krijgsgevangen genomen en hebben in verschillende kampen de oorlog overleefd.

 

We rijden Klundert binnen. De vestingstad werd al vroeg in haar geschiedenis geplaagd door rampen. Rond 1250 ontstond het dorp ‘Die Overdraghe’ aan een riviertje met dezelfde naam, tussen de Mark en het Hollandsch Diep. Toen het riviertje verzandde werd De Niewervart gegraven. Later werd daaraan De Clundert toegevoegd. In 1420 brandde de stad af en het jaar daarop overstroomde het gebied tijdens de Sint-Elisabethsvloed. In 1944 werd Klundert door terugtrekkende Duitse troepen in brand gestoken. Net enigszins hersteld, overstroomde in 1953 90% van haar grondgebied. Momenteel is er weinig volk op straat. Zouden ze hier een siësta houden? De Sint Johannes de Doper werd in 1890 in gebruik genomen. In 1944 raakte ze bij oorlogshandelingen beschadigd maar werd in 1947 grondig hersteld. Vanaf 23 juni 2013 werd het gebouw aan de eredienst onttrokken. In 2016 verkocht men het gebouw aan Stichting Cultureel Klundert. Het jaar daarop heeft de nieuwe eigenaar de kerk omgebouwd tot een Bistro. In de inkom werd rechts nog een kleine gebedsplaats voorzien. Op een altaar staat Maria met kind. Een kleine bank is voorzien om te knielen. Enkele kaarsen brandden en geven de sfeer weer van vervlogen tijden. Als we de voormalige kerk betreden zien we dat een enorme lange toog links voor de muur werd geplaatst. Tegen de wand werden open kasten aangebracht met de nodige glazen en flessen. Tafels en stoelen vormen nu het interieur. De kleurige glas-in-loodramen getuigen nog van een katholiek leven. De keuken bevindt zich in de aanpalende pastorie. We zetten ons buiten onder een parasol voor een welverdiende Duvel verfrissing.

 

Vanaf 1581 werd het vestingstadje Klundert voorzien van drie poorten waaronder de ‘Zevenbergsepoort’ die naast de haven lag. Van de poort is niets meer te zien maar het kanaal nog wel. Het water staat laag en kleurt groen van de algen. Verschillende stijlvormige bruggetjes overspannen het water. Rechts van ons bevindt zich de bibliotheek dwars op het water. Klundert biedt nog verschillende bijzondere bezienswaardigheden zoals de Nederlandse Hervormde kerk en de eerste gemeenteschool. De allereerste kerk werd afgebroken in 1618. De volgende kerk werd betaald door prins Maurits en in gebruik genomen in 1620. In 1737 echter brandde deze kerk af en in 1740 herrees een nieuwe kerk uit de grond. Ook in 1944 ging de kerk in de verwoestende vlammen op. De vierde kerk werd gebouwd in 1952 met de stenen van de oude kerk. Het witte gebouw op nummer 24 was in 1579 de eerste gemeenteschool van Klundert. Een gedeelte van de uitbreiding uit 1885 is er nog: het verenigingsgebouw ‘De Ring’. Nu is het gebouw opgedeeld in enkele woningen.

 

Na knooppunt 41 fietsen we langs het buurtschap Noordschans. Ze bezit een jachthaven met 650 ligplaatsen. Eens we links afgeslagen zijn fietsen we links van het Natuurgebied Buitengorzen langs de Noord-Brabantse oever van het Hollandsch Diep. Het betreft daar vooral weilanden, natte ruigten en rietvelden. Ons volgende gehucht is Tonnekreek met ongeveer zestig inwoners. Het is een L-vormige straat die in de polders is gelegen. Het gehucht stond tijdens de watersnood van 1953 onder water.

 

Verderop, aan de fameuze grote camping bevond zich Fort Bovensluis, een voormalig verdedigingswerk uit 1862 en verbouwd in 1888, bedoeld om ook Fort Sabina te beschermen. In 1953 werd het fort verkocht en diende een hele tijd als aardappelkoelruimte. In 1965 werd de vesting een familiecamping met restaurant en binnenspeeltuin. We blijven verder trappen en houden halt bij de aangelegde groene piramideheuvel met betonnen koepel. Een infobord legt uit: “Dit land-art kunstwerk, genaamd De Wachter is in opdracht van het Hoogheemraadschap van West-Brabant vervaardigd door Marius Boender. Aanleiding voor de opdracht vormde de voltooiing van het dijkverbeteringsproject Willemstad-Geertrudenberg. Het bevindt zich precies op de plaats waar de dijk in 1953 doorbrak. Op vrijdag 31 augustus 2001 werd het kunstwerk vrijgegeven. Het is vrij toegankelijk.

 

Voor we Willemstad binnenrijden blijven we staan voor het infobord van gecrashte Belgische Spitfire op vrijdag 3 november 1944. Die dag moesten enkele piloten een Duits geschut aanvallen in de omgeving van Klundert. Rond elf uur die ochtend vlogen de Spitfires vanuit België naar het noorden. Ten zuiden van Klundert werden onder meer een Duitse tank en verschillende militaire voertuigen aangevallen. De Duitsers beschoten de Spitfires met hun luchtdoelgeschut (de zogenaamde FLAK) en twee vliegtuigen werden neergeschoten. Een daarvan was het toestel van Paul Decroix. Hij werd gevangen genomen door de Duitsers en belandde in het krijgsgevangenkamp te Polen. Decroix overleefde de oorlog.

We bereiken het centrum van Willemstad en de bedoeling was om een wandeling in het centrum te maken, maar door de felle hitte zien we ervan af. We gaan nog iets verfrissend drinken en rijden naar huis.
























01-04-2019 om 16:40 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
18-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vichteroute

Fietsknooppunten: 96 -25 -98 -85 -93 -99 -9 -73 -68 -71 -86 -66 -84 -67 -21 -31 -13 -3 -6 -46 -45 -44 -56 -52 -65 -14 -96 = 43,5 kilometer.

Dinsdag 21 augustus 2018. Half acht, het is reeds 20°C. maar licht bewolkt. We rijden vandaag naar de provincie West-Vlaanderen voor een fietstocht door de Leiestreek met een ontbijt vooraf. De kinderen en kleinkinderen gaven ons een bongoboekje cadeau met verschillende adresjes. Wij kozen voor B&B ‘De Zoete Kers’ dat gelegen is aan de rand van het schilderachtige Wakken. Een dorp omringd door wandel- en trekpaden, halverwege Gent en Kortrijk. Het is een groene hoeve die enkele jaren geleden werd omgebouwd tot een B&B. We hoefden niet eerst een overnachting te boeken om van een stevig uitgebreid continentaal ontbijt te genieten. Gewoon een afspraak maken was voldoende om een flinke dosis energie op te slaan. Als welkomstdrankje werd een glas cava aangeboden. In het midden van de tafel stond een mand met een broodassortiment zoals wit, volkoren en pistolets. Ook een bord met kaas en fijne vleeswaren, verschillende confituren of gewoon choco, siroop en honing stonden uitgestald op tafel. Koffie werd in een thermoskan aangeboden en een theekannetje voor moeder de vrouw werd binnen handbereik geplaatst. Het was top.

Verzadigd rijden we met de auto verder naar Vichte, een deelgemeente van Anzegem. Het dorp Vichte is een toeristische regio die het verloop volgt van de Leie van Kortrijk tot Gent. Om 10u20 staan we op de parking in de Kerkdreef te Vichte, vlakbij de Oude Kerk. Hier hangt nog een hardnekkige mist doordat de wind volledig is weggevallen. Hopelijk komt de zon erdoor. We houden uit voorzorg maar onze trui aan. Op de fiets heb je altijd wel een beetje wind. We bevinden ons vlakbij het wandelnetwerk ‘Land van Streuvels’ waar men kan kennismaken met het glooiende landschap zoals Stijn Streuvels het in zijn romans omschreef. De wandelknooppunten zijn hier ook al ingeburgerd.

We beginnen onze fietstocht rond de kerk omdat we niet goed weten welke kant we uitmoeten. De Sint-Stephanus en Sint-Theodonicuskerk, een typische plattelandskerk, werd rond 1100 gebouwd als bidplaats voor de onderdanen van de heren Van der Vichte. Aan de westzijde was het gebouw afgesloten door een klokkenmuur. Deze eerder Franse bouwwijze valt te verklaren door de aanwezigheid op de linkeroever van de Vichtebeek van monniken uit de abdij van de ‘Gulden Berd’ te Reims. In de veertiende eeuw werd het kerkje omgebouwd tot kruiskerk. Het mooie portaal met deuromlijsting in Vlaamse barok kwam er in 1779. Omdat ze te klein werd, besloot men in 1962 in Vichte een nieuwe parochiekerk op te trekken. De Oude Kerk kreeg een nieuwe bestemming als bibliotheek en vormt sinds 1996 het decor voor concert- en expositieruimte.

We houden de Oude kerk rechts van ons en fietsen langs de Kerkdreef tot het eind. Rechtsaf op de Vichteplaats. Recht voor ons is café ‘Den Hert’ van Verhaeghe. Bij de hoge bomen werd een infobord geplaatst. “Vichte heeft een rijk verleden dat nog spreekt uit de overgebleven stenen getuigen. Op het einde van de elfde eeuw schonk de graaf van Vlaanderen Robrecht II aan zijn ridder Goswin een mooie partij bos in leen, gelegen op de rechteroever van de ‘Fluviolum Fifta’ of Vichtebeek. Omstreeks 1100 bouwde Goswin er een bescheiden kasteel. Het Oud Kasteel was bijna zes eeuwen lang het hoofdkwartier van het geslacht van der Vichte. Het oudste gedeelte is te situeren aan de achterzijde van het bestaande gebouw. Bij de brug die naar de binnenplaats leidt springt de merkwaardige toegangspoort meteen in het oog. Op de zijgevel van de vijftiende eeuwse schuur prijken de wapenschilden van Vichte en Vichte-Wielant die verwijzen naar de toenmalige heer en vrouw van Vichte. Naar verluidt was Karel V, de vermaarde keizer Karel, hier ooit te gast. Vanaf de zeventiende eeuw werd het kasteel verhuurd. Later kwam het in handen van de familie Verhaeghe, die het nog altijd bewoont.” Alhoewel het kasteel niet toegankelijk is voor publiek gaan we toch langs het brede kasseipad tot over de slotbrug voor een paar sfeerfoto’s. De tuin van de binnenplaats is prachtig aangelegd en heeft totaal niet te leiden van de droogte.

Terug naar café ‘Den Hert’, linksaf en nemen de tweede straat links in de Kerkdreef. In de bocht van de Kerkdreef staat de oude hoge wegkapel , opgedragen aan de Heilige Joseph in 1931 op de plaats van een oudere kapel die gebouwd werd, volgens opschrift, in 1877. De deur staat open en we werpen een blik op het interieur. De muren zijn bekleed met faiencetegels. Op een altaar werd een groot houten beeld gezet van Sint-Jozef met kind. Op het ijzeren hek werden paternosters opgehangen.

Op deze plaats zien we dat we in de verkeerde richting rijden. We hadden eerder moeten afslaan. We hadden het niet gezien. Terug tot een pad rechts ons in Kasteelpad loodst en knooppunt 96 aanwijst. Op de hoek werd verticaal een hoge ijzeren plaat neergepoot met een gedicht van Stijn Streuvels. Voor de spoorwegtunnel liggen koeien te grazen naast een ‘krater’ die gevuld is met regenwater. Of het een bommenkrater is laten we in het midden. We moeten onder de spoorweg tot het eind. We fietsen langsheen het ‘Koopcentrum Molecule’. Eens uit het centrum van Vichte wordt het landschap lichtglooiend. Af en toe nemen we een extra ondersteuning om heuvelop te geraken. Het prettige ervan komt achteraf. Dan laten we onze fiets de vrije loop met de vingers klaar om af te remmen. We houden het voorzichtig. In de bochten vertragen en niet te kort achter elkaar hangen. Voorkomen is beter dan genezen. In de Neerkouter rijden we op een smalle asfaltweg waar we omringd worden door hectaren landbouwgronden met voornamelijk maïs- en aardappelvelden. In de verte duikt weer bebouwing op. 

Na knooppunt 98 naderen we Otegem. Het landschap is groen. Zo te zien hebben ze hier geen of bijna geen last van de droogte gehad. We genieten onderweg van prachtige, heuvelachtige vergezichten. Zelfs door de mais, die blijkbaar van hoogte staat, moeten we niets missen van het landschap. De zon laat zich nog altijd niet zien maar de bewolking of mist begint op lossen. Het verschil is te voelen in de temperatuur. Onze trui verdwijnt in de fietstassen. Sommige akkers kleuren bruin. Het rijpe koren werd onlangs afgereden. Links, in de verte, zien we de vierkante spitse kerktoren van Tiegem tussen een rij bomen. Rechts van de toren prijkt de romp en wieken van de ‘Bergmolen’ van Tiegem. Prachtige beelden die je niet vaak meer in Vlaanderen tegenkomt.

We moeten door het centrum van Otegem dat een deelgemeente is van Zwevegem. Op de Otegemplaats staat de Sint-Amanduskerk op het hoogste punt van het dorp. De Sint-Pietersabdij van Gent laat in 1788 de huidige kerk bouwen op de plaats van de in 1776 afgebroken oude kerk. Ze werd pas voltooid in 1796. Tegen de koormuur staat de stenen calvarieberg uit 1789. De glasramen dateren tussen 1895 en 1955. De kerkpoort staat open voor bezichtiging maar we worden tegengehouden door een glazen wand. Links is een kapel waar je wel binnen mag, om te bidden of een kaars te branden. Het is een mooie kerk. Het interieur is onvoorstelbaar. Naast de kerk prijkt het bronzen beeld van Jef Planckaert. Hij werd geboren te Poperinge op 5 mei 1934. Jef Planckaert was een beroepswielrenner van 1956 tot 1965 en in de jaren van 1960 werd hij aanbeden als held in de Ronde van Frankrijk en vele wielerklassiekers. Hij overleed alhier in Otegem op 22 mei 2007 na een slepende ziekte. Naast het beeld van Jef Planckaert werd het monument 14-18 en 40-45 opgericht. Aan de overzijde staat het ‘gouden’ Heilig Hartbeeld in een plantsoen.

We verlaten het centrum van Otegem en moeten al vlug een omweg maken omdat een vrachtwagen de weg verspert over de volledige breedte van de rijweg. Een grijpkraan maakt de gracht terug open die bijna dichtgegroeid is. Ook aan de andere zijde is een gracht en we kunnen er niet langs. Een omleiding is niet voorzien. Dan maar op eigen houtje. Eerst rechtsaf, dan links en aan de volgende straat weer een bord dat wijst dat de straat is afgesloten. We zitten juist en vervolgen ons knooppunt 85. Het barst hier van de schilderachtige taferelen. We genieten van mooie vergezichten onder een mooie strakke blauwe hemel. Dit is genieten. De foto’s zijn ook mooier nu de zon schijnt. Hier doe je inspiratie op als kunstschilder, beeldhouwer of dichter. We komen gelijk tot rust. Tussen twee akkers spotten we een vierkante kapel die  omgeven wordt door een haag. Het rode pannendak steekt er net boven uit. Ons Rina trekt er te voet naar toe. 150 meter de akker in voor foto’s. het interieur kan ze door de deurraam fotograferen. Twee grote gekleurde beelden staan achter glas in een nis. Bloemen en kaarsen sieren de kapel op. Wat verder spotten we weer een kapel tussen twee akkers. We nemen deze keer van ver een foto. Boven de kruinen van de vele bomen steekt de kerktoren uit van Avelgem. De wind brengt het geluid mee van de klokken die net het middaguur luiden. Vlak voor het centrumbord zien we nog een kleine gemetselde wegkapel.

Op het kruispunt voor de kerk zien we een bruin bordje met de mededeling dat er rechtsaf de Tondeelmolen staat. Er wordt echter niet vermeld hoe ver of waar de molen staat. We wagen het erop. Rechtsaf tot het eind. We staan voor een straat die opengebroken ligt. Een laag asfalt werd verwijdert en nieuwe rioolbuizen liggen op het voetpad te wachten tot ze ingegraven worden. Aan de overzijde werd het voormalige station gebouwd in 1924 ter vervanging van een station uit 1869 dat tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar werd beschadigd. Het stationsgebouw wordt momenteel gebruikt door het Gemeentelijk Atelier voor Visuele Kunsten van Avelgem. Van een bordje dat een molen aangeeft zien we niets meer. Een toevallige voorbijganger weet ook niets van over molen in de buurt. Ons Rina wandelt tot voorbij het oud-station en speurt de skyline af. Niets dat op een romp of op wieken lijkt, zover ze kan zien. We draaien terug en vervolgen onze weg naar de kerk van Avelgem.

Avelgem is een dorp dat ligt tegen de grens van Oost-Vlaanderen en Henegouwen. Het is tevens de gemeente waar Stijn Streuvels, in zijn jonge jaren – en nog onder zijn echte naam Frank Lateur – bakker was. De huidige Sint Martinuskerk werd opgetrokken na WOI. De voormalige kerk werd tijdens zware bombardementen vernietigd en dateerde van 1869. Ook de kerk is een indrukwekkend gebouw, zowel van binnen als van buiten. Ze staat momenteel voor de helft in de steigers. Het is een heel lichte kerk doordat er gewone ramen zijn voorzien die de kerk volop in het daglicht zet. Slechts opzij en boven het oude altaar zien we prachtige glas-in-loodramen. Het H. Hartbeeld staat voor de kerk. Bij de kerk verlaten we even onze route. We slaan linksaf voor de kerk en blijven rechtdoor rijden tot bij de ‘Scheldeburcht’, of wat er van overblijft. Voor de aanleg van de Kasteelstraat in 1813 werden namelijk het poortgebouw en een vleugel gesloopt en de omwalling gedempt. Op de koop toe ging in 1957 nog een tweede vleugel tegen de grond, om plaats te maken voor de uitbreiding van het Sint-Jan Berchmanscollege. Het oorspronkelijk kasteel, dat in de vijftiende- en zestiende eeuw werd gebouwd, moet dus minstens drie keer zo groot zijn geweest. De familie d’Ursel, eigenaar vanaf 1701, liet het eind achttiende eeuw echter verkommeren. Vandaag de dag is enkel de oostvleugel bewaard. Hij biedt onderdak aan het plaatselijke conservatorium, het gezondheidscentrum en het consultatiebureau van Kind en Gezin. Het kasteel toont heel oud. De rode bakstenen kankeren weg. Ik twijfel er niet aan dat het interieur mooi gerenoveerd werd, maar de voorgevel moet dringend gerestaureerd worden. We rijden terug naar de kerk en volgen verder knooppunt 99.

We moeten voorbij een speeltuin waar volop ambiance is van roepende en gillende kinderen. Het is hoorbaar dat het nog steeds vakantie is. We moeten rechtsaf maar onze weg is afge-sneden door nadarhekken en een verkeersbord verbiedt doorgang langs beide zijden. Een omweg is niet voorzien. Het is “tirez votre plan”. De dranghekken zijn duidelijk geplaatst om de veiligheid van de spelende kinderen te garanderen die hier, god weet waarom, over en weer rennen. Voor het gebouw staan fietsen geparkeerd en wij wagen het erop. We loodsen onszelf voorbij de hekken en fietsen verder. Na het oponthoud wachten ons zitbanken die uitnodigen om onze meegebrachte picknick te verorberen. Op deze plek, achter de kerk van Avelgem zijn de rivierarmen, afgesneden meanders na het rechttrekken van de Schelde, nog steeds goed zichtbaar in het landschap. Ook een groot deel van de Scheldemeersen, het natuurlijke overstromingsgebied van de rivier, is als ongerept stukje groen intact gebleven. De marslanden vormen een natuurgebied van 450 hectaren. Na onze picknick fietsen we ongeveer 2 kilometer op de ‘Trimaarzate’. Het was ooit de bedding van spoorlijn 85, die Oudenaarde verbond met Moeskroen en aansloot op het Franse spoorwegnet. De naam verwijst naar de vele pendelaars of ‘trimaars’ die dagelijks de trein namen om in de Noord-Franse textielfabrieken te werken.

Het dorp Outrijve ligt aan de hoge oever van de Schelde en behoort bij Avelgem. Bij het inrijden van het dorp zien we in de verte de bovenkruin van een windmolen boven de bebouwing uitsteken. De wieken zijn nog aanwezig maar ze draaien niet. We hebben nog wat kilometers voor de boeg en besluiten er niet naartoe te rijden. We houden halt bij de kerk. De oorspronkelijke kerk van Outryve dateert uit de tiende eeuw en werd drie eeuwen later vervangen door de huidige Sint-Pieterskerk. De kerk van Outrijve is binnenin ook te bewonderen. Ook hier hangt een drieluik van O. L. Vrouw van altijd durende bijstand. Mooie sierlijke glasramen met nog onbekende heiligen. De tekst is nog in het latijn weergegeven. Op het kerkhof ligt een perk met 14 Britse militaire graven van gesneuvelden uit WOI. Een van hen kon niet meer geïdentificeerd worden. Ook op het bijhorende kerkhof ligt de Belgische wielrenner Paul Deman begraven. Geboren in Rekkem op 25 april 1889 en werd prof in 1910 tot 1925. Hij stierf in Outrijve in 1961. Deman was winnaar van de allereerste Ronde van Vlaanderen in 1913. Voorbij de kerk van Outryve bereiken we de linkeroever van de Schelde die hier de natuurlijke grens vormt tussen West-Vlaanderen en Henegouwen en is dus tegelijk de taalgrens. We volgen het jaagpad ongeveer twee kilometer tot op de plek waar het kanaal vanuit Kortrijk aansluiting vindt op de rivier. De sluis tussen beide overbrugt een verval van maar liefst 9,49 meter. De sluis meet 115m x 12,50m. We rijden over het kanaal Bossuit-Kortrijk na een foto van weelderige mooie bloemen.

Aan knooppunt 86 bevinden we ons in Bossuit, waar het kanaal uitmondt in de Schelde. We  moeten oorspronkelijk de eerste straat rechtsaf maar wij rijden nog 150 meter rechtdoor op de Doorniksesteenweg, of de N353, tot bij de Sint-Amelbergakerk. De kerk bestaat al sinds de tiende eeuw en in de negentiende eeuw tekende men de plannen voor de nieuwbouw. De bouwwerken startten in 1857 en negen jaar later werd de kerk officieel ingewijd. Ze werd deels vernield tijdens de Grote Oorlog maar werd heropgebouwd in de jaren van 1920. Toen de Sint-Amelbergakerk in 2007 bouwvallig werd verklaard ging men op zoek naar een nieuwe bestemming. Deze kerk werd opnieuw geruïneerd en ondertussen heeft de Britse Ellen Harvy de kerk getransformeerd tot het kunstwerk ‘Repeat’ een publieke ruimte in open lucht. De schaduwtekening op de terrazzovloer is een samenspel van de lijnen van het gebinte van de voormalige kerk en op het silhouet van de na WOI vernielde kerktoren. De officiële opening van het kunstwerk vond plaats op 13 juli 2014. Vooraan de kerk is nog steeds de begraafplaats aanwezig met verschillende negentiende eeuwse arduinen grafmonumenten. De bekende marmeren zerken zijn van de oud-strijders. Vooraan werd een monument opgericht voor de militairen en burgerslachtoffers van WOI. Het loont te moeite om even af te wijken.

We blijven de Doorniksesteenweg (N353) nog ongeveer 200 meter verder volgen tot we rechts het domein zien van een deels omwald kasteel. Het werd in 1710 door de heren van Bossuit verkocht aan burggraaf Michiel Maximiliaan Luytens. Die liet er een park aanleggen en gaf het oorspronkelijke kasteel een neoclassicistisch tintje. Toen het kanaal, dat vlakbij werd aangelegd, in 1860 officieel geopend werd, in aanwezigheid van koning Leopold I, werd het banket in het kasteel gegeven. De voorbije jaren kwam het imposante kasteel herhaaldelijk in het nieuws door een keiharde vete tussen de erfgenamen, de broers de Talhouet de Boisorhand. Het geschil is intussen bijgelegd en de jongste tijd werd hard gewerkt om het kasteel op te knappen en het een meer openbaar karakter te geven.

Terug via de N353 tot aan het kanaal. Linksaf op het jaagpad langs het 15 kilometer lange kanaal dat momenteel groen oogt door de algen. Er is ondertussen bewolking opgekomen maar de temperatuur blijft goed. We bevinden ons op het grondgebied van Moen. Een klein dorp langs het kanaal  dat de Schelde met de Leie verbindt. Aan knooppunt 67 zien we rechts de Sint-Pietersbrug. De negentiende eeuwse ijzeren hefbrug en de oude kanaalarm werden recent uitgeroepen tot mooiste plekje van de regio Zwevegem. De Sint-Pietersbrug is afgesloten met de bekende hekwerken. Een geel A5 blad werd eraan bevestigd met de mededeling dat de brug moet gerestaureerd worden. De gemeente vraagt een vergunning. Het onkruid staat op de meeste plaatsen meer dan een meter hoog. We houden een korte idyllische stop bij de picknicktafel voor een appeltje en een lauwe kop koffie. De meeste landbouwgronden zijn in toenemende mate ingenomen door maïs. Het wordt geteeld voor veevoeder. Wat verder fietsen we langs het Orveytbos. Een bos dat op het einde van de jaren 1980 werd aangelegd op een oud kleistort. Het gebied is rijk aan natuur met een overweldigende hoeveelheid fauna en flora. Met wat geluk spotten we herten, reeën of zwijnen.

Aan knooppunt 21 rijden we onder de ‘Smalspoorbrug’ van Zwevegem door. Ze werd vermoedelijk gebouwd op het eind van de jaren 1970, na de verbreding van het kanaal. Verderop werd het kanaal overspannen door de ‘Knokkebrug’. We fietsen op het grondgebied van Zwevegem als we boven de kruinen van de bomen een gemetselde schouw zien uitsteken. Ook een soort van watertoren waagt zich de hoogte in. Net voor WOI werd langs het Kanaal Bossuit-Kortrijk een elektriciteitscentrale gebouwd. Steenkool werd in elektriciteit omgezet. De productie werd in 2001 stopgezet. Een groot herbestemmingsproject zorgde ervoor dat het industriële erfgoed werd omgetoverd tot een locatie voor recreatie, toerisme, wonen en avonturensport zoals duiken, cultuurprojecten en allerlei events. Er worden volop renovatiewerken uitgevoerd aan de oude elektriciteitscentrale Transfo. De centrale werd gebouwd in 1911 en 90 jaar later buiten gebruik gesteld. De locatie bezit nog een unieke collectie ketels, machines en generatoren.

Vervolgens fietsen we onder de ‘La Flandre’ brug door die gebouwd werd vanaf november 1980 op de plek waar weverij ‘La Flandre’ stond die gesloopt werd. Op de steunpilaren van de brug werden tekeningen met graffiti aangebracht. Ongewoon prachtige kunstwerken.

Bij de rotonde aan knooppunt 6 moeten we ergens verkeerd gereden zijn. We fietsen langs een drukke baan, wat niet evident is voor het fietsknooppuntnetwerk. Naast ons razen de auto’s en vrachtauto’s ons voorbij. Na het rustige platteland is het weer even wennen. De drukte negeren kan niet. Aan de doorsteek naar rechts houden we halt en zien daar knooppunten bordjes hangen. Normaal gesproken moeten we daar fietsen want het bordje wijst knooppunt 46 aan. We vervolgen vanaf hier onze verdere route. Eens op het grondgebied van Stasegem fietsen we onder de E17 door en rijden we via de Beneluxlaan tot het eind. We zijn in het gehucht Stasegem. Normaal moeten we rechtdoor maar aan dit kruispunt slaan we linksaf en fietsen op de Steenbrugstraat 400 meter tot het volgende kruispunt. Linksaf in de Brouwerijstraat tot het eind. Hier vinden we, achter de bomen, een kasteel dat werd gebouwd in 1898 voor brouwer politicus Jules Deconinck-Laga. Tijdens WOI kwam er een hospitaal voor Duitse soldaten. Vandaag is het de privéwoning van vastgoedmakelaar Thiers. Terug naar de Steenbrugstraat. Rechtsaf en aan de Beneluxlaan linksaf op een voorbehouden fietspad dat ons over de spoorweg brengt tot bij de molen van Harelbeke.

Een Koutermolen op het provinciaal domein De Gavers. Opgericht tussen 1775 en 1789. In 1810 vervangen en op deze plek opgetrokken. De molen is ontoegankelijk wegens een rotte buitentrap. De priemende zon nodigt uit tot een terrasje. We passeren dus cafetaria “De Gavers” niet zonder een frisse sanitaire stop met vriendelijke bediening. Al wordt iedereen geplaagd door “luie wespen”. Moeder de vrouw drinkt een Pilaarbijter en ik hou het bescheiden bij een blonde Petrus. Schol!

We zijn in de Harelbeke. De stad aan de Leierivier met haar legendarische bochten.  We fietsen door het provinciaal domein ‘De Gavers’ van maar liefst 200ha dat ontstond rond het Gavermeer van 62 ha. Het biedt tal van ontspanningsmogelijkheden, van wandelen en fietsen tot water- en avonturensporten. Ook een vogelreservaat en een arboretum is aanwezig.  

Ons volgende dorp dat we vereren met een bezoek is Deerlijk. Als we rechtsaf slaan, in de Stationsstraat, moeten we oorspronkelijk direct linksaf, maar we fietsen ongeveer 400 meter verder en slaan linksaf in de Vercruysse de Solartstraat tot bij het Gaverkasteel. De straatnaam verwijst naar de adellijke familie die er eind negentiende eeuw een herenboerderij liet verbouwen tot een kasteel. Tijdens WOI werd het kasteel opgeëist door Duitse officieren die veel kostbaar meubilair naar Duitsland lieten overbrengen. Op bepaalde plaatsen werden silhouetten van de Groote Oorlog aangebracht met tekst. “Op 10 september 1914 gingen wraaklustige Duitsers op zoek naar de daders van een schietpartij eerder die dag. Boerderijen worden in brand gestoken. Ook hoeve Ostyn, die na de oorlog door het leven gaat als het ‘Verbrand Hof’. Zoon des huizes Gustaaf Ostyn wordt onterecht aanzien als dader en wordt met een lans omgebracht door de Duitsers. Hij is daarmee de eerste Deerlijkse burger die sterft in WOI.”

In 1956 werd het hele kasteeldomein aangekocht door de gemeente die er een sportcentrum creëerde. Het vroegere koetshuis werd een restaurant. Het kasteel van Gavers is niet echt indrukwekkend. De stenen pilaren aan de inkom ogen fraaier dan het kasteel. Het OCMW en de jeugdbeweging zijn in dit gebouw gevestigd. Momenteel zijn scouts een houten constructie aan het opstellen met palen die niet genageld of geschroefd worden. De palen worden aanéén gesjord met touwen. Er wordt dit weekend een fancy-fair gehouden. We fietsen dezelfde weg terug tot het eind. Rechtsaf in de Stationstraat en eerste straat rechtsaf voor het vervolg.

Aan het kruispunt van de Braamakkerstraat en de Kapel ter Rustestraat kunnen we niet naast de enorme kapel kijken. Een grote statige kapel met een bewogen leven.  Ze werd gebouwd in 1632 in opdracht van Jan du Bois, deken van het toenmalige kapittel. In de achttiende eeuw wordt de kapel gerestaureerd en krijgt een vernieuwd interieur. Vanaf 1810 wordt de kapel gebruikt als spinschooltje voor kansarme kinderen. In 1848 wordt beslist om de kapel tijdelijk in te richten tot hospitaal voor tyfusleiders. Na een grondige herstelling wordt de kapel terug opengesteld voor erediensten op 25 maart 1884. Tijdens WOI wordt de kapel opnieuw een bloeiende bedevaartsplaats.

Aan knooppunt 52 moeten we rechtsaf maar slaan eerst linksaf tot bij het museum van René De Clercq dat eertijds een winkel en herberg “Het Damberd” was. Dit is het geboortehuis van De Clercq en sinds 1991 een museum dat gewijd is aan deze dokter in de Germaanse filologie, dichter, essayist en Vlaams activist (1877-1932). Hij schreef ook heel wat liedjesteksten; liefst 144 componisten maakten daar dankbaar gebruik van. Een van de bekendste is Tineke van Heule. Over het geboortehuis van René de Clercq  werd een buste geplaatst van hemzelf. Op het einde van de straat staat de kerk in de steigers. De Sint-Columbakerk van Deerlijk is een romaanse kerk waarvan de oudste delen uit de twaalfde eeuw stammen. Gebouwd op de plek waar voordien een houten kerkje stond dat afgebroken werd omdat het niet meer voldeed aan de behoeften van de parochianen. Aan het eind van de zestiende eeuw lag de kerk echter gedeeltelijk in puin. De huidige kerk dateert van 1774.  Het monument voor de gesneuvelden werd in 1952 vervangen door het huidige exemplaar dat het “Heilig Hart” wordt genoemd.

In de Pontstraat dwarsen we eerst de Ringlaan en vervolgens fietsen we over de E17. In de Klijtstraat, omgeven door enorm veel groen komen we aan knooppunt 65. Rechtdoor dwarsen we tweemaal dezelfde spoorweg en rijden terug door Vichte. Vanaf de spooroverweg is de omgeving hier zo verstedelijkt dat je zelfs op veel mooie groene plekken in de verte toch nog altijd een trein of auto’s hoort.

Na knooppunt 14 dwarsen we de Beukenhofstraat en fietsen langs ‘Domein Beukenhof voor jeugd en lekkerbekken’. Het domein werd in 1973 door het gemeentebestuur aangekocht en opengesteld voor het publiek. Het is een groene long van 2,5 ha met een oud en gevarieerd bomenbestand, gedeeltelijk afgezoomd met een haag. Midden in het park prijkt een kasteel uit 1876 dat de toenmalige burgemeester Karel Vlieghe liet bouwen. Er kwamen ook een portiers- en hovenierswoning. Langs de Beukenhofstraat is een ijskelder bewaard gebleven. Er is een veilige speelweide voor kinderen en magazijnen en paardenstallen worden nu gebruikt door de plaatselijke jeugdbewegingen. Het kasteel zelf werd in 2005 grondig gerenoveerd en is een restaurant geworden. Na de bekende Sint-Jozefkapel in de Kerkdreef linksaf tot bij de auto. We hebben officieel 49,7 kilometer gereden.


























18-03-2019 om 12:51 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
03-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dieren in de binnenstad

Wie van 4 juli tot 31 juli 2018 in de binnenstad passeerde, kwam voor verrassingen te staan. Onder een bankje op de Groenplaats lag een levensechte python te wachten op haar prooi. Winkelen in de Nationalestraat werd opgefleurd door een wolk prachtige blauwe vlinders die boven een pleintje zweefden. Een luiaard vergezelde de basketters op de Sint-Andriesplaats. En wie van het Steenplein naar de stad wandelde moest oppassen, daar waren twee krokodillen op pad vanuit de Schelde.

In totaal werden de replica’s van 16 diersoorten losgelaten in Antwerpen-centrum. Bij elk beeld of beeldengroep stond uitleg en een plan waar de andere beesten te vinden waren. Zo kon iedereen een tochtje doen om ze allemaal te spotten. Ideaal voor het verzamelen van een reeks originele selfies met de dieren.

De belangrijkste attractie van de stad is jarig. Al 175 jaar is de dierentuin van Antwerpen de trekpleister van de seniorenstad. De ZOO werd geopend in 1843 en is daarmee één van de oudste ter wereld en dat vieren we mee. Op 14 juli en 17 juli 2018 is het prachtig weer. Het moment om de beestjes te spotten in onze provinciehoofdstad Antwerpen.


03-03-2019 om 15:20 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lottum

Zondag 12 augustus 2018 gaan we opstap met reizen Lauwers naar Lottum. Iedere twee jaar is het centrum van Lottum tijdens het Rozenfestival ondergedompeld in rozen. Een schitterend versierde kerk, oogverblindende tuinen en creatieve mozaïeken worden door vrijwilligers gemaakt. Maar eerst worden we rond 10u ontvangen in Hostellerie De Maasduinen Markt 15 Velden Nederland. We worden bediend van koffie, thee en een Limburgse vlaai.

Achteraf maken we met de bus een rondrit door de wondermooie Peel met de veenkolonies Helenaveen en Griendtsveen. De gids vertelt over het ontstaan van de turfwinning in dit gebied terwijl we genieten van prachtige vergezichten, natuurschoon en ontelbare watervogels. 

Helenaveen werd in 1853 gesticht door Jan van de Griendt (1804-1882), wiens vrouw Helena heette. Hij was één van de oprichters van de “Maatschappij tot ontginning en vervening van de Peel”, later omgedoopt in “Maatschappij Helenaveen”. De Maatschappij Helenaveen liet een particulier kanaal graven “De Helenavaart”. Aan dit kanaal werden zogenaamde drietandwijken verbonden, drie parallelle zijkanalen die aan het einde samenkwamen en zo in het kanaal overgingen. De gewonnen turf kon langs de Helenavaart worden afgevoerd naar de  Noordervaart. Later werd ook turfstrooisel vervaardigd en werd de concessie uitgebreid. Het turfstrooisel werd uitgevoerd naar geheel Europa en diende ter vervanging van stro in de Londense en Parijse paardenstallen voor leger en tram. Ook werden wegen aangelegd en huizen gebouwd voor de arbeiders. Oorspronkelijk waren dit deels strooien keten. Zo ontstond Helenaveen, bijgenaamd “Het Strooien Dorp”. De huizen kregen ook een stuk grond waarop de bewoners tuinbouw konden beoefenen. Uiteindelijk is Helenaveen een tuinbouwdorp geworden.
Griendtsveen werd rond 1885 gesticht. De geschiedenis van Griendtsveen is nauw verweven met de ontginning van de Peel. De spoorlijn van Eindhoven naar Venlo, aangelegd in 1866, was van groot belang bij de ontginning van het veengebied. Aannemer van deze spoorlijn was Jan van de Griendt. Na zijn dood in 1882 zetten zijn zoons Jozef en Eduard zijn werk voort en stichtten het dorp Griendtsveen. In Griendtsveen was de “Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij” actief. Zij verwerkte veengrond tot producten die voornamelijk voor agrarische en aanverwante activiteiten worden gebruikt. Het belangrijkste product was tot 1964 turfstrooisel en na dat jaar pot- en tuingrond. In 1983 werd de vervening in Nederland beëindigd en sindsdien worden de grondstoffen geheel in Duitse vestingen gewonnen. Uiteindelijk kreeg Griendtsveen een woonfunctie.

Rond twaalf uur worden we terug in Velden verwacht voor een middagmaal in Brasserie “De Zeuten Inval”.

Na een heerlijk maal rijden we naar Lottum, het Rozendorp van Nederland, waar we genieten van een leuke namiddag op het Rozenfestival. Liefst zeventig procent van de Nederlandse rozenproductie komt uit dit pittoreske dorpje in Noord-Limburg aan de Maas. Rondom ons ademt rozen in verschillende geuren en kleuren: de imposante kerk, het kasteel de ‘Borggraaf, de Kasteellaan, op verschillende pleinen en langs de gehele route zijn de rozen in alle vormen en kleuren terug te vinden. Rond 18u keren we huiswaarts.








03-03-2019 om 14:09 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-02-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Loenhoutroute

Fietsknooppunten: 93-90-90-56-51-30-13-21-20-19-52-53-28-33-94-95-90 = +/- 41 km.

Parkeren: Stoffezandstraat nabij de kerk van Loenhout.

 

Loenhout is vooral bekend om zijn jaarlijkse bloemencorso die plaats vindt op de tweede zondag van september. De eerste bloemencorso reed op 31 augustus 1952 uit ter ere van de vernieuwde weg van Brecht naar Loenhout. Het was een stoet die voorafgegaan werd door de burgemeester, de toenmalige raadslieden, de vele muziekkorpsen en 18 bloemenwagens. Vanaf dan trok elk jaar een bloemenstoet door de straten van het kempisch dorp Loenhout. De bloemenwagens worden dan telkens bedekt met duizenden kleurrijke dahlia's door de plaatselijke dorpsbewoners. We mochten er, dankzij ATV, in 2017 mee van genieten.

 

Het is zondagmorgen 8 juli 2018 en voor de zoveelste dag op een rij gaan we nogmaals een fantastische zonnige dag tegemoet. Het is momenteel al 20°C en het is nog maar half tien. Aan de hemelsblauwe lucht zijn enkele schapenwolkjes, maar volgens de weerprofeten lossen die vanzelf op. Een half uur later parkeren we de auto op de afgesproken plaats. Met de fiets aan de hand wandelen we tot bij het voormalige gemeentehuis van Loenhout op het Huffelplein 1. Door de fusie op 1 januari 1977 met Wuustwezel verhuisde de administratie en werd de bibliotheek hier in onder gebracht. In 2012 verhuisde ook de bibliotheek naar Wuustwezel en sindsdien heeft het voormalige gemeentehuis geen gemeentelijke functie meer. In 2015 werd het pand te koop aangeboden en nu is het een makelaarskantoor geworden. Het gebouw werd opgetrokken tussen 1882-1885. Tijdens WOI, tussen 1913 en 1915, werd het nog vergroot. De voorgevel moest bij restauratie of renovatie behouden worden. Deze vertoont nog het balkon en het wapenschild van Loenhout.

Naast het oud-gemeentehuis werd op 8 september 1991 een monument geplaatst ter ere van het 40 jarig bestaan van de Loenhoutse bloemencorso.

 

Aan de overzijde staat de Sint-Petrus en Pauluskerk. De parochiekerk wordt omringt door een grasveld waar vroeger de begraafplaats was. Deze parochiekerk dateert van 1525, maar werd grondig gerestaureerd in 1756. De toren is zelfs nog van 1485. Tijdens WOII werd de kerk zwaar beschadigd. Het was wachten tot 1949 voor de herstellingswerken uitgevoerd werden.

Naast de kerk werd op 10 juni 1995 het bronzen beeld onthuld van de “Kletterende Klompen”. Het staat symbool voor het landbouwdorp Loenhout en werd vervaardigd door Roger Pintens. Het werd aangeboden door de Landelijke Gilde ter gelegenheid van haar honderd jarig bestaan.

In de bocht aan de kerk werd het monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen geplaatst. Loenhout bleef tijdens WOI gelukkig gespaard van militaire acties. Het aantal gesneuvelde militairen uit Loenhout is echter opvallend hoog. Onderaan de sokkel staan de namen vermeld van de gesneuvelden. Op de hoge sokkel werd het Heilig Hartbeeld gezet.  Op het medaillon prijkt Koning Albert I en Koningin Elisabeth. Onder het medaillon rust de Belgische leeuw. In 1919 werd het oorlogsmonument plechtig ingehuldigd.

 

Tijdens WOII heeft Loenhout afgezien. In mei 1940 was het dorp één van de zwaarst getroffen gemeente in Vlaanderen. Op 11 mei van dat jaar vielen Duitse bommenwerpers het centrum aan om de opmars van Franse troepen te stoppen. De kerktoren spatte in drie grote explosies uiteen en brandde volledig uit. Ook tijdens de bevrijding in oktober 1944 leed het dorp enorme schade door zowel Duitse als Britse artillerie. Het duurde toch nog tot 27 oktober van diezelfde maand vooraleer het gehele grondgebied was bevrijd. Maar nog was niet alle leed geleden. Op 14 januari 1945 ontplofte een V2 in de Kapelstraat. Minstens 17 inwoners van Loenhout kwamen hierbij om het leven. Onder hen een moeder met zeven van haar kinderen. Op 11 november 1945 werden, achteraan het oorlogsmonument, twee maquettes aangebracht met de namen van de slachtoffers uit WOII. We wandelen rond de kerk waar nog enkele grafzerken te vinden zijn. De grootste zerk is omringt door een hekwerk. Het is de laatste rustplaats van de familie Montens d’Oosterwijck. Albert Montens d’Oosterwijck kwam in 1852 in het kasteel van Loenhout wonen. Hij droeg de adellijke titel van ‘jonker’ en werd burgemeester van 1855 tot 1864.

Achter de kerk vinden we nog een metalen kunstwerk dat ode brengt aan de plattelandsvrouw. Het kunststuk is vervaardigt naar aanleiding van het 100 jarig bestaan van de KVLV Loenhout.

Over de kerk bevind zich ‘Herberg De Keizer’ in een historisch gebouw. In de zeventiende eeuw was in dit pand een jeneverstokerij gevestigd. Halfweg de negentiende eeuw vond de toenmalige burgemeester, Albert Montens d’Oosterwijck dat de meisjes van het dorp recht hadden op regelmatig onderwijs. De oude jeneverstokerij, die leeg stond, leek een ideale locatie. Het gebouw werd gekocht en na enkele veranderingswerken werd de eerste klas in gebruik genomen. In oktober 1858 kwamen de kloosterzusters van Gijzegem zich in Loenhout vestigen en stelden zich ten diensten van de jeugd. Toen in 1984 de zusters na bijna 100 jaar dienstvol werk uit Loenhout vertrokken kreeg het gebouw een nieuwe bestemming. Na een grondige renovatie in 1996 werd ‘Herberg De Keizer’ een feit.

 

We verlaten de parking nabij de kerk en fietsen naar links om de Stoffezandstraat te blijven volgen. Na de Hofdreef, die we passeren aan onze rechterzijde, volgen we het knooppuntenbordje 93. We verlaten het centrum en worden onmiddellijk omgeven door een groene natuur. De schaduwrijke bermen kleuren nog door de geurige bloemen. Het tovert een glimlach op ons gelaat. Insecten vliegen af en aan om van de nectar te smullen. Na knooppunt 93 fietsen we langs Braken. Een klein gehucht in de gemeente Wuustwezel dat groeide rond de vroegere grensovergang naar Nederland. Het gras is door de droogte verdort. De gewassen kleuren echter nog volop groen. Zelfs de maïs staat bijna van hoogte. De koeien en de kalveren kunnen de warmte blijkbaar goed verdragen. De meesten staan in de zonneschijn te grazen. Slechts enkelen liggen in de schaduw maar worden geplaagd door de vele vliegen.

 

Na knooppunten 90 fietsen we over de grens met Nederland. We bevinden ons in de provincie Noord-Brabant met als hoofdstad 's-Hertogenbosch. De provincie heeft nog veel natuurschoon in de Nationale parken. Vooral Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide en Biesbosch zijn de bekendste. Maar er zijn er nog enkele meer. We rijden op het grondgebied van Maalbergen. Een buurtschap in de gemeente Zundert dat ongeveer 40 huizen telt met ca. 100 inwoners.

 

Als we knooppunt 51 volgen steken we opnieuw de grens over en fietsen op het grondgebied van Hoogstraten over een smalle asfaltbaan met veel groen. We moeten verderop door de Maalbergse Heide. Langs beide zijden afgeboord met loofbomen. Spijtig genoeg moeten we te voet naast onze fiets verder stappen. Het is een stofferig zanderig pad en onze fietsbanden zakken te diep weg om veilig te kunnen fietsen. Er is geen alternatief. Zelfs met de fiets aan de hand moeten we ploeteren om er door te geraken. We hebben nog geluk. De zon wordt door de overhangende takken tegen gehouden maar het blijft een vermoeiend stuk. Het is hijgen en puffen. Tijd voor een terrasje? Na de zandbak zijn we terug op Belgisch grondgebied met degelijk asfalt. We zijn in de Antwerpse Kempen en we worden onmiddellijk geconfronteerd met hectaren landbouwgronden en mooie vergezichten. Af en toe onderbroken door een oude hoeve met grote schuur of glazen serres. Op een groot stuk akker werden stinkertjes (Afrikaantjes) gezaaid. Het oogt mooi. Ze kunnen blijkbaar goed tegen de hitte. Het lijkt op een oranje tapijt.

 

Verderop dwarsen we de E19 bij Meer. Deze Europese weg loopt van Amsterdam tot Parijs en telt ongeveer 500 kilometer. Bij knooppunt 13 houden we halt naast de rivier Mark. Zij ontspringt bij de Zandvenheide in Koekhove bij Merksplas en via deze weg stroomt ze verder naar Nederland.

 

Tijdens de rit naar knooppunt 19 rijden we opnieuw de grens met Nederland over. We rijden door Castelré, een dorp van de gemeente Baarle-Nassau dat bijna geheel wordt omgeven door Belgisch grondgebied. Castelré bevindt zich tussen drie grensrivieren: de Hollandse Loop, de Mark  en het Merkske dat momenteel een natuurgebied is met prachtige wandelwegen. In de straat 'Hooiberg' stoppen we bij de ‘Noodkapel’. Een herdenkingsmonument van de Eerste Wereldoorlog dat werd opgericht in 1936 met een ingemetselde gedenksteen waarop we lezen: “U God van Vrede. Na oorlogsche dank van alle inwoners van Castelré. De pastoor E. H. Leo Baes, krijgsaalmoezenier van 't Bisdom Gent 1914-1918”. Achter het glaswerk staan drie beelden in een nis. Op deze plaats stond tijdens WOI een noodkerk die eveneens dienst deed voor de jeugd van Caslelré. De Duitse bezetters hadden de grens tussen Nederland en België gesloten door een elektrische draad van 2.000 volt. Dit om te voorkomen dat Belgische mannen zich via het neutrale Nederland bij de geallieerden konden aansluiten. Dit kapelletje werd op Hemelvaartsdag 1938 ingewijd en staat op de dezelfde plaats van het vroegere altaar van de noodkerk.

 

Nadat we voor de tweede maal de Nederlandse- Belgische grens oversteken fietsen we een tweede infobord voorbij van de ‘Dodendraadroute’. Een fietsroute die we in mei 2014 hebben gereden. Dit is bord nummer 8 en handelt over het einde van de Eerst Wereldoorlog. Enkele foto’s vertonen de vlucht van de bezetter en de feestvreugde van onze landgenoten.

Rechts zien we, in de verte, de kerktoren van Hoogstraten hoog boven de toppen van de bomen uitsteken. De toren staat volop in de steigers. We rijden door het centrum van Minderhout. Een deelgemeente van de stad Hoogstraten. In de Kapeldreef werd in 1650 de kapel Onze Lieve Vrouw van Smarten of Zeven Weeën gebouwd op de plaats van een kleine kapel van 1571. Destijds kwamen er van heinde en ver bedevaarders naar de kapel om de Heilige Maria aan te roepen die vooral aanbeden werd tegen de koorts. Tot tweemaal toe kende de kapel een uitbreiding tijdens de achttiende eeuw. Boven de ingang bevind zich houtsnijwerk met engelenhoofdjes met datum 1663. Het interieur heeft twee gebeeldhouwde groepen uit 1935. Het zijn kopieën uit 1694. Het zeventiende eeuwse portiekaltaar met bustes van de H. Joachim en St-Anna zijn de moeite om te zien. Een prachtige kapel met enorm veel beelden. De glas-in-loodramen van 1956 spreken tot de verbeelding.

 

Enkele minuten later staan we bij knooppunt 52. We wijken af naar rechts in de Molenstraat en fietsen tot aan de windmolen van Hoogstraten. De Salm Salmmolen toornt hoog boven ons uit. Deze bergmolen dateert van 1902 en werd gebouwd op dezelfde plek waar de vorige houten standaardmolen uit 1381 heeft gestaan die omver waaide in april 1902. De naam Salm Salm verwijst naar de vroegere adellijke eigenaars die de molen verkochten in 1845. De molen bleef maalvaardig tot 1968. In 1975 werd er grondig gerenoveerd, gerestaureerd zodat de molenberg en romp een woonbestemming kregen. Sinds 2008 staat de molen te huur of te koop. Terug naar knooppunt 52 en rechtsaf voor knooppunt 53.

 

Onze volgende halte is bij de “Laermolen”. Vanaf 1381 is er al sprake van een, vermoedelijk houten, olieslagmolen eigendom van de Heer van Hoogstraten. Deze molen brandde af in het geweld van de Tachtigjarige Oorlog van 1586. Daarna werd de molen meermaals ‘verbeterd en uitgebreid’: een verstening rond 1615, een dubbele molen met gigantisch strodak over de Mark in 1716, en een recht trekking van de Markrivier in 1744. Eind negentiende eeuw werd de molen minder rendabel en in 1911 stopte alle maalactiviteiten. Er restte anno 2000 slechts een ruïne van het rechtergebouw, welke door de VZW De Laermolen succesvol gerestaureerd werd. Vanaf april 2004 kan men het proces “van koolzaad tot olie” terug volgen. Ook vandaag is de molen opengesteld voor publiek. Er is tamelijk veel belangstelling. We kunnen binnen een kijkje nemen. Alles oogt nieuw maar het rad knarst en piept.

 

Bij knooppunt 53 moeten we oorspronkelijk rechtsaf op de N14 maar besluiten in het centrum van Hoogstraten een terrasje te doen. Het is druk in Hoogstraten. De horeca mag niet klagen. Elk terras zit stampens vol. We vinden gelukkig nog net een plaatsje in de schaduw van een parasol. Al is het een kwakkelende tafel, we drinken er een verfrissend biertje met een heerlijke pannenkoek. Meer moet dat niet zijn. Hoogstraten is het belangrijkste centrum van de aardbeienteelt in België. Jaarlijks worden hier ruim 9 miljoen kg aardbeien verhandeld. Na een klein uur zetten we onze tocht verder. Terug naar knooppunt 53. Zoals ik al vermelde staat de kerk in de steigers. Stofzeilen met de nodige reclame verhinderen het uitzicht op het kerkgebouw. De Sint - Katharinakerk en toren werden gebouwd tussen 1524 en 1546. De toren meet 104,70 m hoog. Op 23 oktober 1944, net voor de bevrijding werd de toren door wegtrekkende Duitse troepen gedynamiteerd. Alles werd na 1950 netjes herbouwd. We fietsen langs het begijnhof dat ontstond rond 1380. Het complex heeft nog steeds 36 huisjes, het begijnhofkerk en een schuur. In 1972 verliet de laatste begijn het hof. Na een grondige renovatie werd het domein vanaf 1997 opnieuw volledig bewoond.

Na knooppunt 33 rijden we opnieuw over de E19.

 

Na knooppunt 95 volgen we een tijdje knooppunt 90 tot aan de Oud-Dorpstraat van Loenhout. Even linksaf en onmiddellijk rechtsaf in de Weverstraat tot het eind. Op de hoek Sint-Lenaartseweg/ Hoogstraatseweg werd tussen 1650-'54 een kapel gebouwd die toegewijd is aan de Heilige Quirinus van Neuss op de plaats van een nog oudere vervallen kapelletje. Achteraan vinden we een oude waterput die volgens de legende een geneeskrachtige werking bezit. De put is echter met een houten deksel en een slot afgesloten. Binnen vinden we een arduinen gedenksteen voor Catharina De Perez (+ 1661), de vrouw die de kapel liet heroprichten.

Rechtsaf tot bij de kerk en onze trouwe vriend: de auto. Het is precies nog warmer geworden dan vanmorgen. De teller op onze fiets geeft aan dat we 44,3 kilometer afgelegd hebben. Home sweet home.  










01-02-2019 om 14:43 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
02-01-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leuvenwandeling

De WOI relicten blijven tot onze verbeelding spreken. Al een paar jaar willen we door het centrum van Leuven wandelen om de gebouwen en monumenten van de stad te bekijken die een zware tol eisten na de 'Slag om Leuven' die eigenlijk al begon op 4 augustus 1914 toen de Duitsers ons land binnenvielen. De bezetting van Leuven verliep vrij rustig maar toch deed het gerucht de ronde dat er Belgische soldaten in de buurt waren. De spanning liep hoog op bij de Duitse bezetter die op een bepaald moment vermoedden dat er vanuit de woningen op hen werd geschoten. Vanaf dan gedroeg de bezetter zich extreem slecht in het veroverde gebied. De onrust duurde enkele dagen en de Duitsers begonnen de huizen en de openbare gebouwen in brand te steken. De Sint-Pieters kerk brandde als een toorts waardoor de kunstwerken in het gebouw ten prooi vielen aan de vlammen. Ook het gemeentehuis werd in brand gestoken. De ergste vernieling was wel de bibliotheek. Een boekencollectie van ongeveer 900.000 stuks ging totaal verloren in een zee van vlammen. Meer dan duizend huizen gingen in de vlammen op. Daarmee was het leed nog niet geleden. Tweehonderd burgers kwamen om het leven en zeshonderd anderen werden opgepakt en naar Duitsland vervoerd om er te werken.

Na de wapenstilstand wou de Britse legerleiding van de stad één groot oorlogsmonument maken, maar dat was buiten de gevluchte inwoners gerekend. Met mondjesmaat kwamen ze terug. Met de goede wil van familie, vrienden en kennissen werd aan de wederopbouw begonnen.

 

Dinsdag 3 juli 2018. Het is buiten reeds 23° Celsius om 08:30u 's morgens. Het verrast ons niet meer want het zijn al enkele weken aan een stuk door fantastische temperaturen. Er heerst dan ook code rood in verband met brandgevaar. Gisteren werd de match België – Japan uitgezonden op TV. De achtste finale van de Rode Duivels eindigde met een 3 – 2 zege. We kunnen naar de kwartfinales. We rijden ondertussen op de ring rond Antwerpen. Het is behoorlijk druk alhoewel de grote vakantie al bezig is. Je zou toch denken dat iedereen nu aan de kust zit of ligt te zonnen. Niet dus. Om 09:30u rijden we het bord voorbij met “Welkom in Vlaams Brabant”. Het wordt heuvelachtig. Aan het kruispunt bij Machelen is het meer dan twee kilometer aanschuiven. Een reden zien we niet.

We rijden niet rechtstreeks naar Leuven. Het is daar heel druk en parkeren is totaal uitgesloten. Wij rijden naar Heverlee en het is dan 10:10u als we op de parking van de Kerspelstraat te Heverlee halt houden achter de begraafplaats. Voor ons bevindt zich het 'Arboretum van Heverleebos'. Het Heverleebos en het Meerdaalwoud bestaan al van na de laatste IJstijd. Samen meer dan 2000 ha groot. Groot genoeg om er te verdwalen, maar er bevinden zich bewegwijzerde paden en de wandelknooppunten tonen de weg. Vanaf deze parking nemen we de fiets voor een tocht van ongeveer 4 km tot het centrum van Leuven. Peace of cake, toch?

 

We rijden niet verder zonder een bezoek te brengen aan de militaire begraafplaats die naast de burgerlijke begraafplaats van Heverlee ligt. Hier rusten vele geallieerde soldaten van WOII, vooral bemanningen van de luchtvloot die rond Leuven sneuvelden. Een vijftigtal van deze slachtoffers overleed aan zijn verwondingen in het 101 Britisch General Hospital dat was ondergebracht in de vlakbij gelegen meisjesschool het Heilig Hartinstituut. Deze begraafplaats werd aangelegd in juni 1944 en wordt mooi onderhouden door de CWGC. De begraafplaats telt 30 doden uit WOI waarvan één slachtoffer niet meer kon geïdentificeerd worden. De doden waren afkomstig van een aantal kleinere begraafplaatsen uit de wijde omgeving. Verder rusten hier 988 slachtoffers uit WOII waarvan er 36 onherkenbaar waren. Vooraan werden de zerken geplaatst waar een eenheid van vrijwillige verpleegsters te rusten liggen, afkomstig  van het General Hospital.

 

We blijven de Kerspelstraat verder naar het noorden volgen. Rechts zien we achter een hoge afsluiting soldaten oefenen in de Heverlee kazerne ‘Cdt De Hemptinne’. Dit is de thuisbasis van de special forces en de jagers te paard. Momenteel stomen de officieren de soldaten klaar voor het defilé van de nationale feestdag op 21 juli. Links van ons zien we een grote Calvarieberg waar we uit nieuwsgierigheid naar toe rijden. Het is het kloosterkerkhof Annuntiaten met talrijke witte kruisjes, een calvarieberg met een levensgroot kruis waaraan een beeld van Jezus werd bevestigd. Naast het kruis staat het beeld dat Johannes de Doper voorstelt en aan de andere zijde werd Maria Magdalena geplaatst. Het jongste witte kruis dateert van 2 maart 2018, het overleden nonnetje was net 96 jaar oud geworden.  

 

We zijn nog steeds in Heverlee als we aan de Pakenstraat halt houden bij de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Troost waarvan de bouw begon in mei 1954. Op 15 april 1956 werd de torenklok ingewijd en in 1957 werd het bouwwerk opgeleverd. We kunnen binnen in de kerk voor een uitgebreid bezoek. Een donker en kaal interieur. De gewelven zijn in zachte tinten beschilderd met Christelijke taferelen. Naast de kerk werd in 1955 het kloostergebouw opgetrokken. Maar door een sterke afname van belanghebbende voor een roeping van priester werden de opleidingen gestaakt tijdens de jaren zestig van vorige eeuw. Er is een grote bibliotheek aanwezig die nog steeds door studenten regelmatig wordt bezocht. We mogen er niet rondlopen en worden onder lichte dwang naar buiten geloodst.

 

We zijn ondertussen in het centrum van Leuven belandt. De hoofdstad van de provincie Vlaams-Brabant ligt aan de Dijle rivier. De stad is vooral bekend om zijn universiteiten en het universitair ziekenhuis. Het is hier af en toe sterk heuvelachtig en dat gaan we nog meer ondervinden. In de Geldenaaksebaan houden we halt voor enkele foto opnames van de mooie graffiti muren op het spoorwegviaduct en aanpalende woning. Rechtsaf voor de Abdij van Park dat zich situeert in een oase van rust. Eerst fietsen we onder de Leeuwenpoort door. De toegangspoort dateert van 1725 en brengt ons de vele gebouwen van de Abdij van Park dat gesticht werd in 1129 door de graaf van Leuven. De volgende poort is de Mariapoort die genoemd werd naar de patroonheilige van de abdij. Ze werd oorspronkelijk gebouwd in de 16de eeuw. De huidige poort waar we onderdoor rijden stamt uit 1752. De abten van norbertijnen zetelden hier tot de Franse Revolutie. De abdij werd in 1789 geplunderd en voor een groot gedeelte vernield. Het Oostenrijks bestuur zette de norbertijnen op straat. In 1797 werd de abdij op militair bevel afgeschaft maar de norbertijnen kwamen terug in 1801. Het domein van ongeveer 42 ha bleef gespaard tijdens de beide Wereldoorlogen. Na een eerste erfpacht in 2003 volgde er een tweede in 2011 voor het volledige kloosterobject. Sindsdien werd er met de restauratie begonnen die opgeleverd wordt in 2025.

 

Abt Ambrosius Van Engelen bouwde een watermolen in 1534 tegelijk met de kern van de huidige Sint-Janspoort. Achter de molen en aansluitend bij de poort stond de smidse. De watermolen staat op de benedenloop van de Molenbeek. De norbertijnen verpachtten de molen aan een leek. Die maalde er tarwe, rogge en gerst, voor de abdij en voor de boeren uit de omgeving. De watermolen bleef eeuwen in gebruik omstreeks 1860 werd in het molengebouw een krachtige stoommachine geïnstalleerd die de maalcapaciteit gevoelig opdreef. De laatste molenaar, Marcel Morren, overleed in 1963. Sedertdien wordt er niet meer gemalen. 

We wandelen tussen de vele graven richting kerk. Tot de 18de eeuw lag er een grote boomgaard rond de abdijkerk en het klooster. De abdij had geen kerkhof nodig, want eertijds werd er begraven in de kerk. Sinds 1803 werd de kerk een parochiekerk genoemd en vanaf dan werd er rond de kerk begraven dat uitgroeide met religieuzen, professoren en politici. De norbertijnen hebben een eigen privé begraafplaats in de kloostertuin. Tegen de kerkhofmuur werd een replica Lourdesgrot gebouwd. In een nis staat een groot Mariabeeld. Bernadette is nergens te bespeuren.

De norbertijnen bouwden hun abdijkerk op de top van een natuurlijke helling. Al in 1131 stond er een kapel maar in de 13de eeuw werd de huidige kerk gebouwd. In 1628 werd het koor verlengd. Onder het koor, dichtbij het hoogaltaar werd een crypte gebouwd waarin de abten werden bijgezet. Er volgden nog enkele aanpassing maar in 1729 kreeg de kerk haar huidige uitzicht. Dat jaar werd ook de toren gebouwd. De kerk is afgesloten en kan niet bezocht worden.

 

Terug naar de Geldenaaksebaan en rechtsaf tot het grote kruispunt met de R23. Rechtsaf voorbij Sportoase Philipssite en opnieuw rechtsaf in de Nieuwe Kerkhofdreef voor de burgerlijke begraafplaats waar sinds het einde van de 18de eeuw begraven wordt. Hier werden de in Leuven gesneuvelde militairen en burgerslachtoffers gedurende WOI in een voorlopig massagraf begraven. In 1919 besloot de gemeente er een houten zuil als monument te plaatsen. Tijdens de volgende jaren werden tal van lichamen ontgraven om ze op een militaire begraafplaats te herbegraven. De overgebleven burgerlijke en militaire slachtoffers werden in een gezamenlijke crypte ondergebracht. Rechts achteraan, in een rotonde, werd op 27 juli 1924 het monument met crypte opgericht voor de Leuvense slachtoffers. Aan beide zijden ervan zijn de namen van de slachtoffers uitgehouwen. Terug naar de grote baan. Dwarsen de R23 en rijden naar links. We nemen de zevende straat rechts en komen in de Naamsestraat waar we halt houden bij de ‘Jezus in ’t Steentje kapel’ die gebouwd werd in 1814 ter vervanging van twee verwoeste kapellen uit 1798. Een serene plaats waar tientallen kaarsen branden. De kapel staat op het voormalige kerkhof van de Sint-Kwintenkerk. De kerk werd door Justus Lipsius beschouwd als de mooiste kerk van Leuven die men begon te bouwen in 1440 op de plaats waar voordien een kapel stond die dateerde uit de 11de eeuw. In de Eugène Gilbertstraat nemen we een foto van een reusachtige poster met de Rode Duivels.

 

We nemen de eerste straat linksaf en nemen de bocht naar rechts tot het eind. We dwarsen de straat en rijden rechtdoor via de Sint-Beggaberg. Aan het eind rechtsaf in het Groot Begijnhof. Een mega complex dat gesticht werd in 1232 en tot in de jaren 1980 onafgebroken door begijnen  bewoond. In de tientallen kleine huisjes leefden in de 17de eeuw een 360 begijnen. Sinds 1962 is het  eigendom van de Leuvense Universiteit die het liet restaureren en inrichten als woonerf voor studenten, professoren, buitenlandse gasten en medewerkers van de universiteit. We wandelen door smalle straatjes, pleintjes, tuinen en parken. We proberen de sfeer van vervlogen tijden op te snuiven. We komen bij de Sint-Jan-de-Doperkerk waaraan gebouwd werd van 1305 tot 1440 na afbraak van een oude vervallen kapel. Na ons bezoek aan het voormalige Begijnhof fietsen we terug naar de Naamsestraat. Linksaf, voorbij enkele hoge scholen die de stad rijk is. Voorbij de Parkstraat vinden we links de Van Dalecollege, rechts bevindt zich op het nummer 69 in de Naamsestraat de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. Verderop houden we halt bij de Sint-Michielskerk.

 

De Sint-Michielskerk geldt als één van de zeven wonderen van Leuven. Deze voormalige Jezuïetenkerk werd gebouwd van 1650 tot 1671. Er worden momenteel herstellingswerken uitgevoerd aan het portaal van de kerk. Hekwerken met spandoeken sluiten de inkom volledig af. De kerk is daarom ook niet open om het interieur te bewonderen. Vanop een afstand zien we wel de voorgevel met zijn kolossale zuilen en pilasters. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk bijna volledig vernield tijdens een luchtaanval in de nacht van 10 op 11 mei 1944. De voorgevel bleef als bij wonder gespaard. De renovatiewerken duurden tot 1950.

 

In de Naamse straat werd in 1979 het beeld Renée geplaatst ter ere van Renée Depret (1914 – 2001), ereburger van Leuven en medestichter van het Handelsverbond Leuven. Ze staat symbool voor de actieve vrouw en herinnert aan de vrouwelijke studentes die in deze straat hun eerste peda (studentenkamer) kregen. De Universiteitshal, op het nummer 22 in de Naamsestraat, werd gebouwd als Markthal in het begin van de 14de eeuw. Vanaf 1431 werd de lakenhal stelselmatig ingenomen door de universiteit. Tussen 1680 en 1690 werd er een verdiep aan toegevoegd. In 1723 – 1731 werd ten behoeve van de universiteitsbibliotheek een nieuwe vleugel toegevoegd, richting Oude Markt. Tijdens de nacht van 24 op 25 augustus 1914 drongen Duitse soldaten de bibliotheek binnen en stichtten er brand. De hele bibliotheek, met meer dan 900.000 boeken, oude drukwerken en manuscripten gingen in de vlammen op. Ook tijdens WOII, in mei 1944, werd opnieuw schade aangebracht aan de universiteitshal. Het eerste verdiep stortte in. Het duurde nog tot het eind van de jaren zestig van vorige eeuw voor er met de restauratie werd begonnen. Tegenwoordig herbergt dit complex de administratieve diensten van de universiteit en het rectoraat.

 

Volgende straat linksaf en weer linksaf om op de Oude Markt 13 achter de universiteitshal te staan. Hier bevindt zich de Katholieke Universiteit van Leuven, opgericht in 1968 en had in 2013 een capaciteit van 41.225 studenten. De Oude Markt is een rechthoekig plein dat grotendeels bestaat uit horecazaken. Op het plein staat de zitbank met de Kotmadam, een geschenk van de VVV aan de stad. Het beeld werd ingehuldigd op 16 mei 1985. We rijden terug naar de Naamsestraat en slaan linksaf tot op de Grote Markt.

 

Het historische gebouw op de Grote Markt van Leuven is één van de bekendste gotische stadhuizen ter wereld en de bevolking is er dan ook trots op. En met reden. Het eerste stadhuis stond op de Oude Markt tot men in de 15de eeuw besloot om een nieuw gebouw op te trekken op de Plaetse, de huidige Grote Markt. De eerste steen werd gelegd in 1439. De bouw duurde dertig jaar en heeft drie bouwmeesters gekend. De Leuvense ‘Hall of Fame’ telt maar liefst 236 beelden die pas na 1850 op de nissen in de gevel werden geplaatst. Het zijn 220 mannen- en 16 vrouwenbeelden. Op het gelijkvloers werden de Leuvense geleerden, kunstenaars en historische figuren geplaatst. Op het eerste verdiep staan de patroonheiligen van de verschillende parochies van Leuven. Daarboven prijken de graven en de Brabantse hertogen. In de toren werden overwegend Bijbelse figuren gezet. Het gebouw overleefde de gruwelen van WOI omdat het Duitse opperbevel er was gevestigd. Sinds de verhuis van de stadsdiensten eind 2009 wordt het stadhuis enkel nog gebruikt voor plechtigheden. Aan de zijkant vinden we het toeristisch infokantoor. Het stadhuis werd zoals verwacht meerdere malen gerestaureerd.

Naast de trappen van het Stadhuis bevindt zich de Raadskelder. Ze zijn slechts open op de derde zaterdag van de maand. De kelders stammen uit de 13de en 14de eeuw en zijn momenteel in gebruik door het Koninklijk Verbond der Jaartallen die hier hun museum hebben. Een groot deel van hun kaders, foto’s, vlaggen en kostuums worden hier tentoongesteld.

 

De Sint-Pieterskerk op de Grote Markt vervangt een romaanse kerk die even breed maar minder lang was. Aan koor en schip werd gebouwd tijdens de hele vijftiende eeuw. In de 17de eeuw werd met de werken gestopt maar de kerk werd nooit afgewerkt. De twee torens hebben nooit hun volle hoogte bereikt. De kerk bleef niet gespaard tijdens de beide Wereldoorlogen. Tijdens WOI brandde het dak af en tijdens WOII werd de kerk gebombardeerd. Veel kerkschatten zijn tijdens de beide oorlogen verloren gegaan. We kunnen binnenin een kijkje nemen. Het is een prachtige kerk met veel lichtinval.

 

Met het stadhuis in de rug fietsen we naar rechts. Als we de Grote Markt ten einde zijn staan we bij een ander plein. De Rector De Somerplein werd genoemd naar de eerste rector van de ééntalige Katholieke Universiteit van Leuven. Tot 2011 was dit het Fochplein, genoemd naar de Franse maarschalk, Ferdinand Foch (1851 – 1929) die in 1918 het commando over alle geallieerde troepen nam en ze naar de overwinning leidde.

Het monument van Fonske vinden we aan de overzijde van de Bontgenotenlaan. De volledige naam luidt Fons Sapientiae, latijn voor ‘Bron der Wijsheid’. Het beeld werd ter gelegenheid van de 550ste verjaardag van de Katholieke Universiteit Leuven in 1975 aan de stad geschonken.

 

We houden het standbeeld van Fonske rechts van ons en rijden op het Margarethaplein tot het eind. Rechtsaf op het Ferdinand Smoldersplein. We fietsen voorbij drie statige gebouwen: het gerechtshof, de rechtbank van eerste aanleg en de rechtbank van koophandel. Links van ons staat het standbeeld van Pieter Coutereel (1320  - 1373). Hij bracht in 1360 het stadsbestuur ten val en werd nadien schepen en burgemeester. Aan het volgende kruispunt linksaf in de Vaartstraat. Aan de Y-splitsing rechts houden en bij de derde straat slaan we linksaf in de Halfmaartstraat voor de Sint-Geertuiabdij. Een voormalige Augustijnenabdij die beperkt werd tot twaalf reguliere kanunniken van adellijke afkomst. Wie niet van adel was kwam er niet in. De abdij werd in 1796 afgeschaft en de gebouwen werden in loten verdeeld en als nijverheidsgebouwen gebruikt. In 1919 werd het geheel een benedictinessenabdij. De gebouwen werden hersteld en aangevuld met de Thiéry-vleugel, een fantasierijke heropbouw van gevels uit de stad die tijdens de brand van WOI vernield werden. De kerk werd tussen de 14de en 16de eeuw gebouwd. De toren is 71 meter hoog en werd pas in 1453 voltooid. In WOII liepen kerk en abdij zware schade op. Thans heeft het geheel een gemengde bestemming: administratie en wonen.

 

Verderop zien we rechts van ons het ‘Klein Begijnhof’. Een straat met twee doodlopende steegjes die in de 19de eeuw bewoond werd door begijnen. Oude documenten tonen aan dat in 1272 de huisjes al bewoond werden door een gemeenschap van vrouwen. De huisjes dateren uit de 17de-18de eeuw. We volgen verder de Halfmaartstraat. Bij de plaatselijke apotheek hangt een thermometer die +32° graden aanduidt. Tijd voor een verfrissing. Bij het kruispunt met de Mechelsestraat draaien we rechtsaf tot het eind. De Abdij van Keizersberg bevindt zich in een oase van groen. Deze benedictijnenabdij uit de 19de eeuw werd gebouwd door de monniken van de abdij van Maredsous. Een lange muur omgeeft de gebouwen en het omliggende terrein zodat het geheel doet denken aan een oude, versterkte burcht. De tuin is een openbaar park vanwaar men een mooi uitzicht op de stad heeft. We rijden terug en slaan rechtsaf in de Pereboomstraat tot het eind. Linksaf en weer tot het eind. Rechtsaf in de Tessenstraat tot het eind en rechtsaf in de Brusselsestraat tot bij de kerk.

 

We bevinden ons op het Sint-Jacobsplein bij, hoe kan het anders, de Sint-Jacobskerk. Zij was een halte op één van de wegen naar Santiago de Compostella en werd als bedevaartkerk ook een rijke kerk. Omdat haar funderingen niet sterk genoeg waren, deden zich al snel stabiliteitsproblemen voor. Het gebedshuis is dus in deze omstandigheden niet toegankelijk. 

Het standbeeld van Jozef Deveuster werd gemaakt in opdracht van de Katholieke Kring van Leuven en in 1894 ingehuldigd in het Sint-Donaaspark. In 1906 werd het kunstwerk naar deze plek overgebracht. Pater Damiaan werd geboren te Tremeloo in 1840 en stierf te Molokai in 1889.

De St-Jacobskapel bevindt zich op de hoek van de Brusselsestraat en de Pelgrimstraat met een beeld van Jacobus de Meerdere achter een smeedijzeren traliewerk. Langs de Brusselsestraat rijden we terug naar de Grote Markt. Net voorbij het UZ van Leuven fietsen we langs de ‘Romaanse Poort’ van 1218 – 1222. De Romaanse poort verleent momenteel toegang tot het cultureel centrum en is het enige overblijfsel van het Sint-Elisabethgasthuis dat hier omstreeks 1080 – 1090 gesticht werd.

We rijden naar de Bondgenotenlaan die tijdens 1914 nog Statiestraat noemde. De brede laan was de voornaamste boulevard van de stad. Halverwege de straat vinden we het standbeeld van Justus Lipsius (1547 – 1606). De man was één van de bekendste figuren van het humanisme, studeerde en woonde enkele jaren in Leuven. Het monument werd ingehuldigd in 1909. De staat schonk het beeld aan de stad ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van KU Leuven.

 

We nemen de volgende straat linksaf en rijden door de Leopold Vanderkelenstraat. Rechts zien we het moderne M-Museum. In het indrukwekkende gebouw huisvest een historische collectie van unieke 15de- en vroeg 16de eeuwse schilderijen en beelden. Naast deze collectie presenteer het museum tijdelijke tentoonstellingen van zowel oude meesters als hedendaagse kunstenaars. Verderop rijden we tot bij het Monseigneur Ladeuzeplein. De toenmalige Volksplaats werd aangelegd in 1806 en de eerste bebouwing verscheen in 1812. De imposante Centrale Bibliotheek werd gebouwd tussen 1921 en 1928 met geld dat de toenmalige president van Amerika Herbert Hoover verzamelde. Het gebouw bezit een klokkentoren met beiaard. Bezoekers worden uitgenodigd om de vijf verdiepingen van de toren te maken en op weg naar boven herbeleefd de bezoeker de verwoesting en wederopbouw van de stad. Na het vijfde verdiep heeft men vanop een balkon een mooi uitzicht over de omgeving. In de gevel zijn de namen van de Amerikaanse schenkers gebeiteld. In 1940 kreeg het plein de huidige benaming naar Paulin Ladeuze (1870 – 1940). Ladeuze was rector van de Leuvense Katholieke Universiteit en werd tot bisschop gewijd in 1929. Tijdens WOII ging ook dit gebouw bijna volledig in vlammen op. Op 16 mei 1940 werd het gebouw door de oprukkende Duitsers beschoten. Diezelfde nacht werd er brand gesticht. De schade werd na de oorlog gelukkig hersteld.

De gigantische kever die gespietst is door een 23 meter hoge inox naald op het plein is een werk van Jan Fabre dat de naam Totem kreeg. Het kunstwerk staat hier sinds 2005. Een geschenk van de Leuvense Universiteit aan de stad naar aanleiding van haar 575ste verjaardag. Vervolgens rijden we terug naar de Bondgenotenlaan 21.

 

We houden even halt voor de Stadsschouwburg. De aannemer startte de werken in 1864 en de plechtige opening vond plaats op 3 september 1867. Het gebouw werd tijdens WOI tot op de ruwbouw verwoest. Het duurde tot maart 1938 voor de nieuwe stadsschouwburg plechtig werd geopend. Tijdens bombardementen in 1944 – 45 liep het gebouw opnieuw schade op. Alles werd in 1952 vakkundig hersteld. Wat verder rijden we langs het Martelarenplein.

 

Het plein noemde tot 1918 het Stationsplein. Hier begon op de avond van 25 augustus 1914 de Duitse terreur. Duitse soldaten schoten op landgenoten omdat ze dachten dat het burgers waren, de zogenaamde ‘francs-tireurs’. Vervolgens gaf de Duitse leiding opdracht om vergeldingsmaatregelen. Burgers werden omgebracht en overal werd brand gesticht. Verschillende gebouwen gingen verloren en op dit plein werden executies uitgevoerd. De doden werden hier begraven. De sfeer was gespannen en mensen werden bang. Het terreur bleef aanhouden tot 28 augustus 1914. Het gehele Stationsplein werd eveneens zwaar getroffen door brandstichters. Ongeveer 15 burgers werden naar Duitsland gedeporteerd en kwamen eerst terug in januari 1915. 250 burgers stierven door de gruwelen van de bezetter. Na de oorlog werden 32 slachtoffers opgegraven en de hele omgeving werd heropgebouwd. Ter herinnering aan deze gebeurtenissen werd in 1925 het vredesmonument op het plein geplaatst. Tijdens WOII konden de anti-Duitse reliëfs op het monument op weinig sympathie van de bezetter rekenen. Ze werden verwijderd en vervangen door bakstenen. Tijdens een restauratie werden de reliëfs gereconstrueerd.

 

We rijden terug naar Heverlee en passeren de gevangenis ‘Leuven Centraal’. Met de aanvang werd in 1856 begonnen en in 1860 volgde de officiële openingen van de strafinrichting. Tijdens het interbellum werden werkhuizen bijgebouwd waar gedetineerden konden werken. Er ‘zitten’ hier soms tot 300 veroordeelden en 50 beklaagden.

Om 17:30u zijn we bij het kasteel van Heverlee. De heren van Heverlee bouwden een eerste kasteel in de 14de eeuw en vanaf de 16de eeuw werd het huidige kasteel opgetrokken. Vanaf de 19de – tot de 21de werden er nog ingrijpend renovatiewerken uitgevoerd aan het kasteel. De Hertog van Arenberg schonk het domein aan de universiteit in 1916. Het kasteel wordt momenteel gebruikt door de faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Om de dag af te sluiten hadden we een tafeltje voor twee besteld bij ‘Brasserie De Oude Kantien’. Een begrip in en rond Leuven. Niets wijst erop dat achter deze eenvoudige gevel ooit een ingetogen herberg van het kasteel van Arenberg schuilde. De sfeer is er charmant en past uitstekend binnen de eenvoud van de vierkanthoeve. Na het dessert, dat bestaat uit een koffie en een thee voor moeder de vrouw, fietsen we terug tot bij de auto in de Kerspelstraat. We hebben in totaal 20 km gefietst.




















02-01-2019 om 06:42 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-11-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liberationroute

Parkeren: Kerkstraat 29 te Driel Gelderland.

Fietsknooppunten: 59 – Veer – 53 – 37 – 09 – 10 – 87 – 07 – 82 – 84 – 85 – 34 – 44 – 26 – 93 – 94 – 41 – 54 – 36 – 35 – 22 – 29 – 28 – 27 – 59 – 26 - terug naar de kerk te Driel = +/- 35 km.

Maandag 25 juni 2018. Het is nog bewolkt en de temperatuur schommelt momenteel nog tussen de 15° en 16° Celsius. Te fris voor de tijd van het jaar had de weerman gisteren voorspelt. Maar ze beloofden toch een zonnige dag zonder één spatje regen. De natuur smacht echter naar hemelwater. In de verschillende natuurparken is zelfs code oranje van kracht. Wat duidt op hoog brandgevaar. De hoge uitkijktorens in de Kalmthoutse Heide worden uit veiligheidsoverwegingen overdag bemand om alles in het oog te houden. We mogen thuis de auto niet meer wassen en zelfs geen zwembadje voor de kinderen of kleinkinderen meer vullen. We gaan vandaag in ieder geval profiteren van een zonnige dag en rijden voor een verfrissende fietstocht met de auto naar Gelderland. Het is de grootste provincie van Nederland met als hoofdstad Arnhem. De provincie Gelderland werd bijzonder zwaar getroffen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De geallieerde “Operatie Market Garden” van September 1944 mislukte grotendeels, waardoor het oorlogsfront plots dwars door de provincie liep. De geallieerden wisten weliswaar Nijmegen en een deel van de Betuwe te bevrijden, maar de Slag om Arnhem veranderde de hoofdstad Arnhem, Renkum en omgeving in een ruïne.

Onderweg houden we even halt op een parking om de benen te strekken en een kopje koffie te drinken. Bij afslag 18 in Heteren verlaten we de A50 en volgen verder de instructies van onze GPS. Voor het centrum van Driel neemt moeder de vrouw een foto van een beeldje dat hoog op een kasseien sokkel staat. Het is ‘Kruuzemuntje’. Het beeldje werd aangeboden door de ‘Historische Kring’ van Driel. Het is een personage uit de gelijknamige Overbetuwse novelle van Jacob Jan Cremer (1827-1880) die in 1866 werd geschreven. Enkele minuten later rijden we door het centrum van Driel. Het dorp staat bekend om de “Slag om Arnhem”. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de plaats een belangrijke bijrol vanwege de luchtlanding en veldslag van de geallieerde troepen in september 1944. Driel werd bevrijd op 21 september 1944 door de Poolse 1ste Onafhankelijke Parachutisten-brigade onder leiding van Stanislaw Sosabowski. De brigade was bij Briel geland om in het kader van de “Slag om Arnhem” de Rijnbrug bij Arnhem vanuit het zuiden te veroveren. Veel huizen waren zwaar beschadigd.

Op het Polenplein parkeren we de auto vlakbij het Nationaal Monument voor de '1e Onafhankelijke Poolse Parachutisten Brigade' dat onthuld werd op 16 september 1961. In de gemetselde omheining werden enkele plaquettes ingewerkt met de vele namen van de  parachutisten van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade die in 1944, tijdens Operatie Market Garden, vermist zijn geraakt. Deze operatie vond plaats op 21 september 1944 in Driel. Die dag werden ongeveer 1.000 Poolse parachutisten, onder leiding van Generaal – Majoor Sosabowski, afgeworpen. De Polen moesten met het Drielse veer de Nederrijn oversteken om de bijna geheel omsingelde Britse luchtlandingstroepen in Oosterbeek te versterken. Het Drielse veer was alleen verdwenen en een klein deel wist tijdens twee nachtelijke oversteekpogingen onder vijandelijk vuur de overkant van de rivier te bereiken. Uiteindelijk konden door de komst van de Poolse parachutisten bij Driel de restanten van de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie uit Oosterbeek worden geëvacueerd.  We zien de wapenschilden van Polen en Warschau en het embleem van de Poolse brigade. Naast het Poolse monument werd het Sosabowski Memorial Appeal geplaatst. Het monument kwam er op initiatief van de Britse veteranen die samen met de Poolse para's streden tijdens Operatie Market Garden. Het monument werd onthuld op 16 september 2006 en herdenkt Generaal – Majoor Sosabowski. Het is een witte verticale gedenksteen met een ronde bronzen plaquette waarop de afbeelding van de Generaal-Majoor is bevestigd. De Poolse bevelhebber die leiding gaf tijdens de Slag om Arnhem. Hier vindt elk jaar in september een herdenking plaats. Tijdens deze plechtigheid die al vanaf 1946 wordt georganiseerd worden diverse toespraken gehouden. Aan het monument worden bij het Polenmonument en het Sosabowski Memorial Appeal kransen gelegd.

We stappen met de fiets aan de hand naar de overzijde van het plein tot bij de kerk van Driel. In 1796 werd de parochie gesticht en een kerk met pastorie gebouwd. Ze bleek al snel te klein zodat reeds in 1835 het gebedshuis werd vergroot en vernieuwd. In het najaar van 1868 werd op de huidige locatie de fundamenten gegoten voor de bouw van een nieuwe kerk. Op 22 december 1870 werd ze plechtig gezegend maar het noodlot sloeg weer toe tijdens WOII. De kerk bleef gespaard tot september 1944. Tijdens de 'Slag om Arnhem' werd ze samen met de pastorie zodanig verwoest dat het voordeliger was om een nieuwe kerk te bouwen.

De eerste steenlegging vond plaats in februari 1949 en een jaar later werd de huidige Maria Geboorte kerk ingezegend. Naast de ingang van de kerk werd een rechthoekig plaquette bevestigd in de muur ter herdenking aan parochiaan Johan Kosman. Een Drielse soldaat die voor zijn vaderland stierf op ‘Den Grebbeberg’ in mei 1940. Het Heilig Hartbeeld staat links voor de toren die dateert van 1960.

We kunnen de kerk binnenin ook bewonderen. Vooraan werd een prachtige muurschildering aangebracht door het kunstenaarsechtpaar Berry en Janny Brugman. Het kunstwerk werd gerealiseerd in 1982 en is een geschenk van de parochianen aan pastoor Helthuis van zijn 25-jarig priesterfeest. Achteraan de kerk heeft de 'Stichting Driel – Polen' een informatiecentrum opgericht door middel van paravents. Deze expositie belicht de strijd van de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade bij het dorp Driel tijdens Operatie Market Garden. Tevens gaat het in op het ontstaan van de Poolse brigade, de oneervolle behandeling van deze Polen na het mislukken van de operatie en de vriendschappelijke band die is ontstaan uit dankbaarheid tussen de Drielse bevolking en de Poolse parachutisten. Het informatiecentrum is dagelijks open van 09:00u tot 17:00u. De toegang is gratis.

We laten de katholieke kerk rechts van ons en fietsen tot aan de eerste straat rechts. Links zien we de Nederlandse Hervormde kerk. De protestantse kerk dateert van de 14de eeuw en was oorspronkelijk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouwe. De aangebouwde verdedigingstoren met schietsleuven stamt uit 1467. Het eenbeukig schip uit de 11de eeuw is voortgekomen uit een kasteelkapel die behoorde bij de Frankische hofstede ‘De Oldenburg’. Tijdens de Reformatie, rond 1580, kwam de kerk in protestantse handen. Ze werd op 11 juni 1915 volledig verwoest door een brand na een blikseminslag maar naderhand werd alle schade netjes hersteld. Op het nabijgelegen kerkhof ligt een militair begraven van de Tweede Wereldoorlog. Gesneuveld op 24 september 1944 op 33 jarige leeftijd.

We fietsen rechtsaf tot aan de driesprong bij de hoge dijk. Een markante plek die in 2013 is gerealiseerd door de gemeente en de inwoners van Driel. Dit en nog veel meer staat te lezen op het infobord aan de trap en de twee zitbanken onderaan de dijk. We laten de dijk links van ons om knooppunt 59 te volgen. Via de helling rijden we de Drielse Rijndijk op. Achter ons zien we het stuwcomplex in de Nederrijn dat zorgt voor de waterstand tussen Driel en Amerongen op peil te houden. Links stroomt de Nederrijn. Een Nederlandse rivier en een tak van de Rijn. Vanaf de dijk hebben we een mooi uitzicht op de omgeving. De skyline op de andere oever vertoont niets anders dan groene bossen van loofhout. Rechts, beneden de dijk staan de statige hoeves met rieten daken. De zijberm is afgeboord met draad. Zo wordt vermeden dat grazende schapen op de weg terecht komen. We fietsen voorbij hectaren fruitbomen. Borden langs de weg nodigen niet alleen uit om appels en peren te kopen, maar ook schapenwol wordt aan de man gebracht. Bij de woning met de naam “Drielse veer” is knooppunt 59.

Linksaf tot bij de rivier. We nemen de veerdienst naar het noorden die gelijk vertrekt als we aan boord stappen. Het veer vaart over de Nederrijn en verbindt Driel met Oosterbeek. De zonnepanelen op de pont zorgen voor het aandrijven van de motor. De overvaart duurt slechts enkele minuten en toch zijn we verbaast als het al na het middaguur is als we aan de overzijde toekomen.

Een zitbank nodigt uit om onze meegebrachte boterhammetjes op te eten. Het is heerlijk genieten met een beker warme koffie, al is het uit een thermos. We missen alleen de zon nog.

Om knooppunt 37 te volgen fietsen we op een smal asfalt pad tussen het groen. We naderen de woonkern Heveadorp dat in het dal ligt van de Seelbeek die vanouds de grens vormt tussen Doorwerth en Oosterbeek. Tijdens operatie Market Garden lag Heveadorp aan het front. Het Dorset regiment stak ongeveer op deze plaats de Rijn over om te pogen de Duitse stellingen op de Westerbouwing te veroveren. Vervolgens lag het dorp in de vuurlinie toen de Betuwe door de geallieerden was bevrijd en de Duitse troepen zich in de stuwwal ingroeven. In april en mei 1943 werden verschillende werknemers van de plaatselijke fabriek gefusilleerd door de Duitsers omdat ze het werk neerlegden en in staking gingen. Ook John Frost en zijn bataljon trokken door Heveadorp op weg naar de Arnhemse brug. Bij die hevige gevechten raakte het dorp zwaar beschadigd.  

We fietsen niet door Heveadorp maar slaan linksaf tot bij een prachtige statige woning met het opschrift: 'De tol'. Het gebouw werd in 1901 gebouwd als tolhuis en heeft tot 1926 dienst gedaan. Het is momenteel particulier eigendom maar we nemen toch een foto. Er komt een stevige bries opzetten maar toch blijven we positief want onderweg merken we dat de temperatuur al opgelopen is tot 19° C. Rechts gaat een steile helling de hoogte in. Aan de andere zijde gaat het steil naar beneden. Het is duidelijk dat we nu echt door de hoge Veluwe fietsen. We genieten van de rust, de ruimte en de natuur, vergezeld van verschillende vogelgeluiden. Even verder vangen we nog net een blik op van kasteel Doorwerth. Het bestond al in de tweede helft van de 13e eeuw toen het werd belegerd en in brand werd gestoken. Tijdens de daarop volgende eeuwen werd het kasteel meermaals herbouwd, gerestaureerd, gesloopt en weer opgebouwd. Tijdens Wereldoorlog Twee raakte het kasteel zwaar beschadigd maar werd achteraf geheel gerestaureerd. Momenteel is het Museum voor Natuur- en Wildbeheer in het kasteel ondergebracht.

Hijgend en puffend moeten we een helling op. Er zijn af en toe stevige kuitenbijters bij. We nemen een ondersteuning meer. Bij een afdaling houden we angstvallig onze vingers bij de remmen. We fietsen vaak onder een groen bladerdek. Eens er voorbij valt het op dat de bewolking open gebroken is en de zonnestralen doorlaten. Het wordt opslag enkele graden warmer. Infobordjes naast de weg geven talrijke wandelingen aan. Het moet fantastisch zijn om hier in de bossen van de Veluwe rond te dwalen. Genietend van het gekwetter, gezang en getjilp van talrijke vogels. Op de fiets zien we nog net een boomkliever die langs de stam van een boom naar beneden kruipt, maar dan krijgt hij ons in de gaten en vliegt tussen het loof van de bomen weg.

Bij knooppunt 37 nodigt een bordje ons uit om rechtsaf in de Holleweg te rijden voor de 'Benekomse uitkijktoren'. Het is een stevige klimming die professionele wielrenners zou doen tandenknarsen. We zien geen wegwijsbordje meer naar links of rechts en fietsen rechtdoor tot aan het derde kruispunt. We staan op het hoogste punt nog wat te hijgen en te puffen. Hier wijst hetzelfde soort informatiebordje naar de uitkijktoren maar dan naar beneden. Ergens moet hier een uitkijktoren staan maar we weten niet waar. Ergens links of rechts van ons. Doelloos rond fietsen zien we niet zitten en besluiten terug te keren naar ons knooppunt. Het gaat snel naar beneden. We halen zelfs een snelheid van 40 kilometer per uur. Onverantwoord vinden we achteraf. We moesten zelfs afremmen omdat het te gevaarlijk werd. Zonder kleerscheuren bereiken we toch ons doel. Rechtsaf om knooppunt 9 te volgen.

We fietsen een tijdje naast de A50, vervolgens dwarsen we de N225 en slalommen daarna tot over de A50 tot knooppunt 10. Rechtsaf en 100 m verder is knooppunt 87. We fietsen op de Bennekomseweg langs prachtige statige woningen met grote tuinen. De eigendommen worden netjes afgesloten met ijzeren sierhekken. Ondanks de droogte staat de maïs al hoog. Op de fiets kunnen we er nog gemakkelijk over kijken en genieten dan nog van de mooie vergezichten. We fietsen al geruime tijd in het zonnetje. Een zalig gevoel. Onze trui verdwijnt in de fietszakken. We houden meermaals halt om mooie panoramafoto's te maken. Paarden grazen in een weide die geel kleurt van bloemen. Een lust voor het oog.

We rijden door Heelsum. Een dorp in de gemeente Renkum ten noorden van de Nederrijn. Tijdens WOII speelde de omgeving een belangrijke rol vanwege de luchtlanding en veldslag van de geallieerde troepen in september 1944. In de meidagen van dat jaar was Renkum het toneel van gevechten. In de ochtend van de tiende mei worden een aantal bruggetjes opgeblazen door het Nederlandse leger. Het 5e Eskadron Huzaren-wielrijders heeft zich op het Jansbergje ingegraven om de Duitsers te vertragen. Het gevecht duurt tot ongeveer 18:00u. Op 17 september 1944 vinden grote luchtlandingen plaats op de Renkumsche Heide. Britse troepen trekken naar Arnhem. Op 1 oktober wordt de Heelsumse bevolking gedwongen geëvacueerd. Het dorp loopt leeg en wordt verschillende maanden blootgesteld aan artilleriebeschietingen en plunderingen door Duitse soldaten. Na de bevrijding begint de heropbouw van het dorp. Het kolossale oorlogsmonument waar wij bij poseren werd eind september 1945 geconstrueerd. Op de 17de september 1944, omstreeks één uur in de middag, landden troepen van de 1e Airborne Division op de heide in de omgeving van dit monument. Het is een antitankgeschut met tientallen Britse afwerp containers.

Voor knooppunt 85 moeten we rechtsaf en dan linksaf over de spoorweg met slagbomen. Aan de splitsing moeten we rechts houden. We fietsen door het buurtschap Buunderkamp dat nog slechts uit enkele woningen en een hotel bestaat. De Slag om Arnhem had veel verwoesting van gebouwen tot gevolg. Een aantal woningen en het landhuis werden niet herbouwd. Er staat nog wel een hotel dat sinds 1976 van de Bilderberggroep is. Aan de driesprong is knooppunt 85.

Nog voor knooppunt 44 fietsen we voorbij hectaren koren of graanvelden. Het is rijp om geoogst te worden. Het koren deint mee met wind en kleurt goudgeel door de zon. Het is een prachtig zicht. Na ons volgende knooppunt slaan we rechtsaf langs een voorbehouden fiets- en wandelpad en doorkruisen een bosrijk gebied. We fietsen langs het natuurgebied Reijerscamp. In 1944 landden op de voormalige akkers van Reijerscamp zweefvliegtuigen met geallieerde troepen aan boord. Het begin van operatie Market Garden was een feit. Via de Duitsekampweg bereiken we het centrum van Wolfheze, een dorp in de gemeente Renkum. Ongeveer een kilometer ten zuiden van het dorp liggen overblijfselen van een eerdere vestigingsplaats van het dorp Oud-Wolfheze. Aan het eind van de  negentiende eeuw vond men in het Wolfhezerheide gebied fundamenten van een elfde eeuws kerkje. Vervolgens laten we Wolfheze achter ons en fietsen over de A50 alsmaar rechtdoor over de Bilderberglaan en de Nico Bovenweg naast de spoorweg.

Wat verder zien we aan onze rechterzijde  de eerste huisjes van Oosterbeek. Een voormalige gemeente die vooral bekend werd door de Slag om Arnhem. Tijdens WOII speelde de plaats een belangrijke rol vanwege de luchtlanding en veldslag van de geallieerde troepen in september 1944, als onderdeel van Operatie Market Garden. De kerk van Oosterbeek deed dienst als verbandpost voor de geallieerde troepen. De kerk raakte zwaar beschadigd maar werd in 1946 hersteld. Vrijwel het gehele beneden dorp werd verwoest. In hotel Hartenstein werd het hoofdkwartier ondergebracht van de Eerste Britse  Luchtlandingsdivisie. Ook dit hotel werd grotendeels verwoest, maar na de oorlog weer opgebouwd. Sinds 1980 is hier het Airborne Museum gevestigd. De meeste gesneuvelde geallieerde militairen van de Slag om Arnhem liggen begraven op de Airborne War Cemetery.

Bij knooppunt 44 wijken we af voor de Oorlogsgraven van het Gemenebest. Linksaf over de spoorweg van Oosterbeek om even knooppunt 45 te volgen tot aan de ingang van de begraafplaats. Op 5 juni 1945 begon men met de aanleg van dit ereveld. Vanaf 1952 werden de witte kruisjes vervangen door de huidige natuurstenen zerken. Op dit ereveld liggen 1754 geallieerde militairen van de landmacht, luchtmacht en zeemacht begraven die in de periode september 1944 tot april 1945 sneuvelden (plus enkele burgers van de CWGC). Van de graven zijn er 1678 van Britse, 8 van Nederlandse en 73 van Poolse militairen. Rechtover de militaire begraafplaats bevindt zich de Gemeentelijke begraafplaats die dateert van 1899. ook hier vinden we nog de bekende zerken van het CWGC. De marmeren zerken zijn van RAF Militairen. Volgens info moet er hier ook een rustplaats zijn van Nederlandse Militairen maar we vinden ze niet zo gauw en verlaten de begraafplaats langs de westzijde. Hier werd een monument opgericht voor de Parachutisten van het RAS Corps.

We keren terug naar knooppunt 44. Linksaf op de Parallelweg tot knooppunt 26. We houden even de spoorweg links van ons tot aan de Mariëndaal (straat). Dan linksaf onder de spoorwegbrug die gebouwd werd in 1845. Rechtsaf aan de viersprong. We fietsen pal naast het Mariëndaal. Een historische buitenplaats tussen Oosterbeek en Arnhem. Een prachtig gebied met golvende bouwlanden, weilanden met vee, brede lanen, bossen, beekjes en vijvers. Te midden daarvan staan prachtige boerderijen. In het hoger gelegen deel werd in 1392 het Augustijnenklooster gesticht. In 1580, tijdens de reformatie, werd dit klooster opgeheven om tussen 1587 en 1607 te worden gesloopt. De stenen werden hergebruikt om de lanen in het landgoed te verharden en door de bevolking gebruikt om hun woningen te bouwen. Op een kunstmatige heuvel ligt een zwaar verwaarloosde zevenhoekige kapel die dateert van 1939/40, de Christuskoepel met beeldhouwwerken. Gebouwd in opdracht van Mevr. De Bruijn-Van Lede uit Oosterbeek. Zij kwam in 1938 in de ban van de oproep van Koningin Wilhelmina voor ‘morele en geestelijke herbewapening’ om zo een tegenwicht te bieden aan de totalitaire fascistische en communistische ideologieën die in opkomst waren. De Christuskoepel was een anoniem geschenk van haar aan het landgoed Mariëndaal. Omdat de kapel regelmatig slachtoffer was van vandalisme werden de drie toegangen met traliewerken afgesloten. We verlaten dit prachtig gebied via de Diependalseweg, de Callunastraat en de Tormentilstraat. We houden de spoorweg rechts van ons en langs de Noordelijke Parallelweg bereiken we knooppunt 93. 

Bij knooppunt 94 bevinden we ons in Arnhem. Linksaf rijden we op het Stationsplein. Na een relatief lange bouwtijd (1997-2016) is de nieuwe OV-terminal van de stad, Arnhem Centraal met een capaciteit van 110.000 trein- en busreizigers per dag, op 19 november 2015 feestelijk geopend. Het oogt gigantisch langs de buitenzijde. Tijd voor een verfrissing. Terwijl we genieten van een sanitaire stop zien we hier hoe vlot het verkeer verloopt. Het openbaar vervoer domineert hier met trolleybussen. Het enige nog bestaande netwerk in de Benelux.

Het monument verderop van een ruiter te paard is van de ‘Rijdende Artillerie’ dat werd opgericht in 1793 en in mei 1940 werd ontbonden. Het bronzen beeld dateert van 1963.  Linksaf en voorbij knooppunt 54 fietsen we langs de langs de gezellige Looierstraat met winkeltjes naar de Johnny van Doornplein.

Even rechtdoor werd aan de rechterzijde het  Musis Sacrum complex gebouwd. Een concertgebouw dat stamt uit 1847. Het is de thuisbasis van het Gelders Orkest. Het gebouw diende tijdens de Duitse bezetting als Wehrmachtheim en konden er geen concerten plaats vinden.

Verderop aan de linkerzijde werd in de jaren 1874-1876 de Sint-Martinuskerk gebouwd. De toren heeft een hoge spits. Boven de ingang in de toren werd in 1934 een Heilig Hartbeeld geplaatst. Een geschenk van de parochianen aan hun pastoor. De kerk leed weinig schade door de Tweede Wereldoorlog. Enkel wat ruiten sneuvelden door granaatinslagen. De kerk wordt momenteel gebruikt door de Poolse gemeenschap. Terug naar knooppunt 36. Linksaf voor knooppunt 35. We fietsen pal langs het Musispark, links van ons. Een groen park met grote vijver waar regelmatig evenementen worden gehouden.

Bij de rotonde is knooppunt 35 waar we halt houden bij het ‘Airborne monument’. Het monument op het Airborneplein werd geplaatst ter nagedachtenis aan de Slag om Arnhem in september 1944. Het bestaat uit een door de oorlog beschadigde zuil van het voormalig Paleis van Justitie dat op een voetstuk is geplaatst. Tijdens de Slag om Arnhem werd het gerechtsgebouw geheel verwoest. Dit fragment van één van de zuilen dat werd bewaard als herinnering. Op 17 september 1945 werd het monument onthuld. Op de zuil staat in vergulde letters: 17 september 1944.

We wijken af van onze knooppunten om de stad een bezoek te brengen. De stad staat internationaal bekend om de Slag om Arnhem. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde Arnhem een belangrijke hoofdrol vanwege de luchtlanding en veldslag van de geallieerde troepen in september 1944, als onderdeel van Operatie Market Garden. Het was de grootste operatie op Nederlands grondgebied tijdens WOII. Het was voor de geallieerden en Nederland grotendeels een mislukking doordat de laatste brug niet kon worden ingenomen en het westen van Nederland mede hierdoor niet bevrijd kon worden. Hierop kreeg het westen van Nederland te maken met de Hongerwinter. Arnhem zelf werd in grote mate door bombardementen van zowel de Duitse als de geallieerde zijde verwoest. Ook werd de stad geplunderd door de Duitse bezetter toen deze de stad in 1944 lieten ontruimen.

Als we op de rotonde staan bij knooppunt 35 zien we in de verte de spitse torens van de kerken. Daar moeten we naar toe.

Verderop op de hoek van het Kerkplein en de Koningstraat werd het ‘Duivelshuis’ of het Huis van Maarten van Rossum gebouwd. Op deze plek stond in de vijftiende eeuw een stadsboerderij. In 1539 kocht veldheer Maarten van Rossum de eigendom die het in 1543 liet verbouwen en liet hij de prachtige voorgevel aanbrengen. Het Duivelshuis dankt zijn naam aan de saters; wezens met het onderlichaam van een bok en het bovenlichaam van een mens. Een sater is een duivel. Maarten van Rossum overleed in 1555 te Antwerpen aan de pest. De volgende eeuwen kreeg het pand nog verschillende eigenaars. Uiteindelijk kocht de gemeente Arnhem in 1828 het Duivelshuis aan als stadhuis ter vervanging van het vervallen stadhuis op de Markt.  

Vervolgens wandelen we tot bij de Sint-Eusebiuskerk of Grote kerk op het Kerkplein. De grootste en voornaamste Protestantse kerk van de stad. Ze bepaalt al meer dan vijf eeuwen het stadsgezicht en vertelt de geschiedenis van de Gelderse hoofdstad vanaf de middeleeuwen tot aan de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw. De kerk behoorde tot de beeldenstorm van 1578-79 tot de Rooms-Katholieke bevolking. Sinds 1964 heeft de kerk een 93 meter hoge toren ter vervanging van de oorspronkelijke toren die in februari 1945 was ingestort als gevolg van de oorlogshandelingen bij de Slag om Arnhem. Karel van Egmond werd in deze kerk begraven. Zijn praalgraf in het koor is tot op heden een belangrijke bezienswaardigheid. Met een glazen lift die dwars door de kerktoren gaat kunnen we het carillon - één van de grootste van Europa - van dichtbij bezoeken. De lift voert ons verder naar een uitzicht op 73 meter hoogte. Via een wenteltrap is een nog hoger gelegen uitzichtpunt te bereiken. Vanaf dit jaar (2018) opende twee glazen balkons aan de oost- en westzijde van de toren. Het is een spectaculair uitzicht over Arnhem, de rivier en de bossen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de bekende beelden van de Disney figuren geplaatst. Ook het imposante carillon is van hieruit goed te zien. 

Aan de overzijde van de kerk is de Markt die we volledig dwarsen. We komen bij de laatst overgebleven stadspoort van Arnhem. De stad heeft ooit vier stadspoorten gehad. De  Sabelspoort maakte deel uit van een burcht die omringd was door een hoge muur met schietgaten. Later werd de poort ook gebruikt om gevangenen en krankzinnigen in op te sluiten. Tijdens WOII werd de poort ernstig beschadigd en in 1952 herbouwd. Momenteel maakt de poort deel uit van het ernaast gelegen Provinciehuis van Gelderland. Tijd om even te verpozen op en schaduwrijk terrasje. De foto spreekt voor zich.

Terug naar het Kerkplein en linksaf tot we rechts halt houden bij het Bartokpark. Op 12 september 2013 werd het kunstwerk ‘Feestaardvarken’ onthuld dat Burger’s Zoo aan de stad Arnhem schonk ter ere van zijn 100 jarig bestaan. Het beest dat op zijn of haar rug ligt werd vervaardigd van beton en staal. Het heeft een hoogte van negen meter en de lengte bedraagt 13 meter. Terug via Kleine Oord, Broerenstraat, Turfstraat en Walburgstraat tot aan de rotonde met knooppunt 35. We volgen knooppunt 22 via de Nijmeegseweg  en rijden over de John Frostbrug. Een verkeersbrug over de Nederrijn. Een belangrijke verbinding van Arnhem noord naar Zuid en visa-versa. De brug werd gebouwd tussen 1932 en 1935. Bij de Duitse invasie in 1940 werd de brug opgeblazen door de Nederlandse defensie om de Duitse opmars te vertragen. Na de capitulatie lag er een tijdelijke pontonbrug terwijl de brug werd hersteld. In augustus 1944 was de brug klaar. De brug werd in 16 september 1978 vernoemd naar John Dutton Frost, die als luitenant-kolonel van het tweede bataljon van de Eerste Britse Luchtlandingsbrigade tijdens de Slag om Arnhem de brug bereikte, maar er niet in slaagde deze geheel op de Duitsers te veroveren. Rechts van ons, in de verte, ligt de Nelson Mandelabrug over de Nederrijn. We maken een korte lus en bereiken knooppunt 22.

Links van ons ligt Malburgen, een wijk in de stad Arnhem, vernoemd naar de voormalige buurtschap Malburgen. In 1937 begon men met de opbouw van de wijk nadat de polder Malburgen voorzien was van dijken en gemalen. Tijdens WOII waren ongeveer 360 huizen klaar en werd er duchtig voorgebouwd tijdens de oorlogsjaren. Maar door de schaarste aan bouwmaterialen en mankracht vlotte het niet. Tijdens de Slag om Arnhem werd een groot deel van Malburgen verwoest. De dag van vandaag telt Malburgen meer dan 120 verschillende nationaliteiten en kunnen we spreken van een multiculturele wijk.

Even rechtdoor tot onder de N225 en dan linksaf fietsen we evenwijdig met de provinciale weg. Na de bocht naar rechts fietsen we naast de Batavierenweg. Rechts van ons bevinden zich de Stadsblokken-Meinerswijk. Een uiterwaardengebied van de Rijn tegenover het centrum van Arnhem. De vroegste sporen van bewoning van het gebied gaan terug tot de tijd van het Romeinse Keizerrijk. In het gebied liggen een aantal cultuur-historische objecten en een buurtschap De Praets. We fietsen tot knooppunt 28.

Net voorbij  knooppunt 28 is “Park De Steenen Camer” links van ons. Een bijzonder park met een natuur- of cultuurhistorische waarde. Het park is bestemd voor de bewoners van de wijk om er te wandelen, te fietsen en te spelen. Een deel van de bewoners heeft er een moestuin. Hier sloegen Duitse militairen tijdens WOII een gat in de dijk om zo de Betuwe onder water te laten lopen. Op deze manier probeerden ze een opmars van de geallieerden te voorkomen.

We rijden onder de spoorbrug Oosterbeek door. De eerste brug dateerde van 1879 en had meerdere bogen. Op 10 mei 1940 werd de brug tijdens de Duitse aanval opgeblazen, en op 19 november werd de verwoeste brug door de Duitse bezetters vervangen door een brug uit Zaltbommel (een vestingstadje aan de Waal). Tijdens de Slag om Arnhem werd de brug opnieuw verwoest. De huidige brug kwam er in 1952. Ze werd laatst in 2004 gerestaureerd.

Aan knooppunt 27 vinden we links van ons het monument Royal Engineers en Royal Canadian Engineers van Driel dat herinnert aan de evacuatie van de overlevenden van de Eerste Britse Luchtlandingsdivisie uit Oosterbeek. Deze evacuatie, met als codenaam operatie “Berlijn”, vond plaats in de avond en nacht van 25 op 26 september 1944. De storm- en aanvalsboten, die de evacuatie van de troepen aan noordzijde van de rivier mogelijk maakte, voerde langs twee routes heen en weer over de rivier. Toen de evacuatie rond 06:00u werd gestaakt waren ongeveer 2.400 manschappen, die ten  noorden van de rivier ingesloten waren geraakt, overgezet. Zij, die nog aan de noordelijke oever wachtte om opgehaald te worden, werden krijgsgevangen genomen. Dit monument werd onthuld op 15 september 1989.

De Nederrijn, rechts van ons is een deel van de Rijn dat door Nederland stroomt. De Nederrijn is de tak van de Rijn die loopt van het Pannerdensch Kanaal bij Angeren naar Wijk bij Duurstede. Daar splitst de rivier in de Lek en de Kromme Rijn. De rivier heeft een lengte van 54 kilometer en is 80 meter breed. Terug naar de parkeerplaats voor de auto. Het is 19:15u en de fietsteller staat op 41,5 km.


























12-11-2018 om 20:28 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
16-10-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge

Dag 5 

Fietsknooppunten: 60-71-28 -6-34-55 -35 -90 -66 -99 -45-59 -5 -40-88 -84 -26 -76.

Geplande afstand: 21,5 km.

Vrijdag 18 mei 2018. We worden blijgezind wakker. Ondanks de zware fietstocht van gisteren  hebben we een uitstekende nacht gehad. We voelen ons fit genoeg en verheugen ons op de laatste dag op de fiets. Het is slechts iets meer dan twintig kilometer tot in Blankenberge. Peace of cake dus. We gaan aan het strand van Blankenberge wat rondkuieren en nemen de trein terug naar huis. Helemaal tot in Ekeren. Al moeten we daarvoor een boemeltrein nemen. Maar eerst ontbijten. De afspraak was om acht uur maar door omstandigheden wordt het 08:30u. Geen probleem, we hebben tijd zat. We worden naar een andere plaats gebracht waar we mochten aanschuiven aan een rijkelijke gevulde tafel met op de achtergrond zachte   klassieke muziek. Het is een continentaal ontbijt om U tegen te zeggen. Ons Rina haar ogen beginnen te fonkelen als ze naar de rijk gevulde tafel kijkt. Het gezegde: 'ontbijt als een koning' is hier duidelijk van toepassing. Al wat je je maar kan bedenken van etenswaar werd overvloedig over de grote tafel verspreidt en in de buurt op de kasten. We zijn diep onder de indruk. We wisten echt niet meer wat eerst tussen onze boterhammen of zoete broodjes te smeren. Of zullen we eerst een stuk taart nemen? Koffie en thee was vanzelfsprekend à volonté. Zelfs een glaasje met huisgemaakte likeur stond ingeschonken. De ochtendkrant ligt op een vrije stoel naast mij. Zoals gewoonlijk lees ik slechts de koppen. Na meer dan een uur later nemen we met een volle maag afscheid van het vriendelijke echtpaar.

Het is zwaar bewolkt als we vertrekken en er staat weer een strakke wind. We rijden richting Damme. We worden meteen opgeslokt door een prachtig stuk natuur met weidse uitzichten. Een stilleven van weilanden, akkers en grachten die afgeboord zijn met oude knotwilgen. We kiezen ervoor om niet door het centrum van Damme te fietsen. Dat hebben we gisterenavond nog uitvoerig gedaan en we besluiten om knooppunt 6 te volgen. We slalommen via een smal asfaltpad tot aan de Damse vaart. Een kanaal van ongeveer 15 km lang. Na de aanzet van  Napoleon begint het graven in 1810. Koning Willem I komt in de plaats van de keizer en neemt ook de plannen over van het kanaal. De Damse vaart werd dwars door het centrum van Damme gegraven zodat heel wat gebouwen moesten verdwijnen.

We rijden de Damse Vaart over waar we links de witte Schellemolen zien. Er was al sprake van een molen in 1479. De huidige molen dateert van 1867 en maalde tot 1963. De toeristische boot met zijn rad achteraan ligt aan de oever te wachten. Het schip vertrekt stipt om 15:00u en vaart over de schilderachtige Damse vaart tot Brugge.

We fietsen op de Dammesteenweg op een oude betonbaan met aan weerszijde oude knotwilgen die hoognodig gesnoeid moeten worden. Voor de rest kleurt de omgeving al zomers groen. Dit is echt een streek voor genieters. Hier fiets je met plezier door een pittoresk landschap met een mix van akkers en weiden waar we volop lentegroen vinden. We rijden op het grondgebied van Oostkerke, een deelgemeente van de stad Damme, dat in 1974 verkozen werd tot het mooiste dorp van West-Vlaanderen. We fietsen echter niet door het centrum.

Na ons knooppunt linksaf in de Pompstraat waar we gelukkig verlost zijn van de drukke Dammesteenweg. We fietsen tot het eind waar we halt houden voor een laatste foto van de kerk en de witte molen van Damme. We fietsen door een stuk mooie natuur en het zou nog mooier zijn onder een stralende zon en wat minder wind. Maar je kan niet alles hebben.

We rijden verder en komen op het grondgebied van Brugge. De omgeving is buitengewoon prachtig. De skyline kleurt groen door talrijke bomen, afgewisseld met weide- en akkerland. Plekken waar we even kunnen halt houden en wegdromen. Zullen onze achterkleinkinderen nog van zo'n uitzicht kunnen genieten?

Om 10:30u zijn we in Dudzele belandt bij de Sint-Pieters-in-de-Bandenkerk met bijhorend kerkhof. Rechts staat de ruïne toren van de 12e eeuw. Dudzele was in de middeleeuwen een bekend bedevaartsoord. Het was zo succesvol dat men met de opbrengst ervan, vanaf 1150, een grote kerk bouwde. Uit documenten uit 1161 blijkt dat Dudzele reeds een imposante kerk had. Op de viering stond een witstenen klokkentoren. Ze werd eind 16e eeuw verwoest als gevolg van de godsdienst troebelingen. Uiteindelijk zou het hele gebouw instorten. De zuidelijke traptoren werd bewaard en in 1715 werd er een klokkentoren van gemaakt, die tot nu toe dienst doet. De nieuwe kerk werd pas in 1871 gebouwd op de grondvesten van de oude. Links op de hoek staat de ons bekende kapel die dateert van WOI. Na de Eerste Wereldoorlog besliste het gemeentebestuur om een gedenkteken op te richten ter ere van de Dudzeelse gesneuvelden tijdens de “Groote Oorlog” van 1914-1918. In andere gemeenten en steden was dit een plaat, een standbeeld of een monument, alleen in Dudzele werd er een kapel gebouwd. Op 6 juli 1920 werd ze ingewijd. In de kapel wordt hulde gebracht aan de gesneuvelden en zijn er gedenkenissen te zien van de Dudzeelse oorlogsslachtoffers van beide Wereldoorlogen. In 1923 besliste het 'Komiteit van de Kapel der Gesneuvelden' om naast de kapel een ereperk voor Oud Strijders aan te leggen met uniforme zerken. We hebben ondertussen reeds elf kilometer gefietst.

Via de Herdersbruggestraat rijden we tot aan de N348. De Herdersbruggestraat is een brede straat met mooie woningen die tamelijk recent lijken. We steken het Boudewijnkanaal over via de Dudzeelse Brug. Deze werd in 1996 gebouwd om een draaibrug te vervangen die dateerde van 1906. Waar de brug precies zou komen werd een bitse strijd tussen Dudzele en Lissewege. Een infobord ter plaatse legt alles uit! Voorbij de brug moeten we eigenlijk rechtsaf slaan. We houden echter halt aan een houten zitbank met een propeller van een vliegtuig. Aan drie hoge palen hangen verschillende vlaggen te wapperen in de gure wind. Een infobord werd geplaatst als herinnering aan de bemanning van de Bristol Blenheim R3896 LS van het 15de RAF Squadron die op 7 juli 1940 neerstortte in dit kanaal. Verdere uitleg staat op het infobord dat geplaatst werd met de plechtige inhuldiging van deze herdenkingssite op 28 juni 2014 ter gelegenheid van 70 jaar bevrijding van Dudzele. Vervolgens fietsen we naast het 12 kilometer lange Boudewijnkanaal dat gegraven werd van 1896 tot 1906. Na de A11 fietsen we onder de spoorlijn Brugge-Knokke door. We bevinden ons in de Kuststreek. We blijven naast het kanaal fietsen tot knooppunt 59.

Linksaf naar het centrum van Lissewege, één van de tien mooiste dorpen van Vlaanderen. De huisjes in het oude dorpscentrum zijn sinds eeuwen wit geschilderd. Het dorp is trouwens nog volledig aangelegd met kasseien ook. Dat zie je niet alleen, dat voel je. De natuur roept en we besluiten om in dit gezellige dorp met zijn vele terrasjes een sanitaire stop te houden. Onze keuze valt bij 'Den Artist' een cultuur café waar het momenteel uitzonderlijk rustig is.

Na een natje en een droogje wandelen we met de fiets aan de hand naar de O. L. Vrouwkerk.  De gotische kerk is van de 13e eeuw. Tijdens de godsdienstoorlog, in 1586, werd de kerk door  een brand verwoest maar weer herstelt. Ze was tevens een bedevaartsoord met een mirakelbeeld van de Heilige Maria dat ook in 1586 door de Geuzen werd vernield. De kerktoren is bijna 50 meter hoog en kan in juli en augustus bezocht worden na 264 treden te beklimmen. Het monument voor de gesneuvelde soldaten dateert van 1920. Verder op het Marktplein werd een beeldengroep in brons geplaatst van Willem van Saeftinghe. Een lekenbroeder van de cisterciënzerabdij Ter Doest die een belangrijke rol speelde bij de overwinning van de Vlamingen in de Guldensporenslag van 1302. Het standbeeld, gemaakt door Jef Claerhout, werd hier in 1988 onthuld.

Aan de overzijde bevindt zich het 'Dorpspoortje'. Langs dit poortje van 1225 liep de weg naar de losplaats voor Doornikse steen voor de bouw van de kerk. Deze steen werd over de Lisseweegse watergang aangevoerd. De watergang werd met dit doel door de dorpsterp gegraven.

Aan knooppunt 40 rechtdoor de spoorweg over. Rechts het voormalige stationsgebouw van 1906. In 2009 werd het vervallen gebouw particulier verkocht en na een grondige restauratie werd er op 16 juli 2011 een tentoonstellingsruimte en kunstgalerij geopend. Sinds 2014 werd er in het gebouw een brasserie en een vakantieappartement bij gevestigd.  

Aan knooppunt 84 fietsen we naast de spoorweg tot in het centrum van Blankenberge. Eén kilometer verder stoppen we ter hoogt van het station. Het is 12:45u en we hebben precies 23 kilometer gefietst. We 'parkeren' onze fietsen aan de voorgeschreven fietsstalling. Met een bang hartje laten we ze alleen achter tot we de trein nemen. We gaan eerst poolshoogte nemen in het station. Het eerste stationsgebouw van Blankenberge werd in gebruik genomen op 3 april 1937 en werd gesloopt in 2013. Het werd vervangen door het huidige gebouw dat plechtig ingehuldigd wordt op 4 juli 2018. Het biedt meer reizigerscomfort voor de duizenden pendelaars en toeristen. We betreden de ruime hal met loketten, automaten en dergelijke meer. Het is druk aan de loketten. Een vriendelijke ambtenaar staat ons gewillig te woord en geeft ons de nodige info. Hij blijft zelfs vriendelijk als we hem een tweede keer iets vragen, gewoon om zeker te zijn. Om kort te gaan: onze trein vertrekt op perron 2 om 16:54u en rijdt van Blankenberge tot Genk. In Brussel Zuid stappen we over. Met de fiets stappen we dan om 19:20u uit op het perron van Ekeren. Het is een mondelinge overeenkomst en is dus niet bindend. Maar we zijn opgelucht als we terug uit het stationsgebouw stappen. Zo ver zo goed. We gaan nog enkele uren wandelen langs het strand. Een broodje eten en iets drinken terwijl we nakaarten over het afgelopen midweek. Al bij al veel geluk gehad met het weer. Dat was eigenlijk onze grootste zorg geweest. We werden op elke B&B goed ontvangen. We hebben heerlijk geslapen en fantastisch ontbeten. Volgens kenners: 'de belangrijkste maaltijd van de dag'. We wandelen ondertussen langs de zeedijk. Er is minder wind dan verwacht. Zelfs op het strand is het aangenaam wandelen. Op enkele strandjutters na is het strand verlaten. Het schuim wordt door de wind op het zand geblazen.

Om 16:15u staan de fietsen al in de trein. Mijn fiets wordt door de stationschef in het voorbehouden compartiment geplaatst waar geen plaats meer is voor de tweede. Normaal hangen de tweewielers aan een haak tegen het plafond, maar een e-bike hangen ze daar niet aan. Gelukkig zou ik zeggen. De andere fiets blijft in de gang staan. Er wordt mij gevraagd om hem in het oog te houden dat hij zeker niet valt bij vertrek of tijdens het afremmen. We staan het dichts bij de wagon van 1ste klas. We mogen daar plaats nemen tot aan station Zuid. Hier zitten we rustig. De trein vertrekt stipt op tijd. Dat mag ook eens gezegd worden. Het compartiment wordt niet druk bezet. Toch verwonderd het mij dat er zoveel jongeren voor eerste klas kiezen. Echt rustig zitten kan ik niet. Ik maak me zorgen om de fiets. Als hij maar niet omvalt, en als hij valt hoop ik dan maar dat er geen passagier gewond geraakt die net passeert. Als de fiets valt is er zeker schade. In Brussel Zuid komt de kaartjesknipper het compartiment openen waar de andere fiets staat. Ze helpen echter niet om de fiets op het perron te zetten. Het lukt me vrij snel. Ik was bang om tussen het perron en de trein te sukkelen maar het viel mee. Zo snel mogelijk naar de lift, afdalen naar het gelijkvloers en daar de lift naar het volgende perron te nemen voor onze verbinding naar Ekeren. De trein is hier weer op tijd. Zo snel mogelijk iemand vinden die ons helpt de fietsen te plaatsen. Zenuwslopend is het. Een compartiment met een fietslogo helpt ons, maar de fietsen inladen moeten we voor eigen rekening nemen. Het compartiment zit vol reizigers zonder fiets. Rechts zit een man met een gewone fiets. Links maakt een jonge man plaats zodat ons Rina haar fiets tegen de klapstoelen kan zetten en nog kan zitten ook. Noodgedwongen moet ik mijn fiets tegen haar fiets stallen en kan ik nog net een zitplaats bemachtigen. In Berchem stappen de meeste pendelaars uit en kunnen we onze fietsen apart opstellen en vastmaken. Normaal gesproken moet de verantwoordelijke de deur openmaken om reizigers met een fiets te laten uitstappen. De man met de gewone fiets wacht aan de deur maar niemand komt opdagen. Dan maar zijn fiets op de schouder, twee, drie treden omhoog naar het volgende compartiment en daar verlaat hij de trein. Blijkbaar is het niet zijn eerste keer dat hij dit doet. Dat zie ik ons niet doen met een elektrische fiets. No way. Als we Antwerpen bereiken komt de kaartjesknipper langs en vraagt of de man met de gewone fiets al uitgestapt is. Wat we glimlachend beamen. We drukken er nogmaals op om de deur te openen in Ekeren en hij beloofd om het niet te vergeten.

Stipt op tijd houd de trein halt in het station van Ekeren. Zoals beloofd komt de kaartjesknipper de deur openen. Nogmaals moet ik de fietsen alleen uit de trein laden. Met het gevaar tussen de trein en het perron te sukkelen. Maar eens uit de trein slaken we een zucht van verlichting. We hebben het gehaald. We zijn thuis. Een bekende auto stopt vlak voor ons. Onze oudste zoon en schoondochter, Danny en Veerle en in het bijzonder hun oogappel Brent wilden ons komen opwachten en hij dacht dat de trein wel vertraging zou hebben. Verkeerd gedacht dus. Toch leuk dat ze ons komen verwelkomen. Toch?
















16-10-2018 om 06:36 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-10-2018
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Assenede naar Moerkerke (Damme)

Fietsknooppunten: 51 -52 -55 -61 -64 -74 -73 -76 -85 -89 -91 -16 -15 -6 -3 -65 -15 -82 -63 -60. Geplande afstand: 34,9 kilometer.

Dag 4. Donderdag 17 mei 2018.

We zijn gisterenavond als een blok in slaap gevallen. Ondanks de felle wind buiten hebben we er hier in de woonwagen bijna niets van gewaar geworden. De kleine ramen hebben dubbele beglazing en het karkas van de woonwagen werd grondig geïsoleerd. Een elektrisch vuurtje hield de koude buiten en maakte het binnen gezellig warm. De ramen konden voldoende afgedekt worden zodat er bijna geen licht doorkwam. We worden wakker rond 07:30u en wachten op het ontbijt dat men ons brengt. Buiten is de wind gelukkig wat geluwd. Het leek gisteren wel of het herfst was in plaats van lente. Nu schijnt de zon en na het lekkere ontbijt nemen we afscheid van onze gastvrouw en  -heer. Onze fietsen mochten we gisteren in het atelier stallen en daar waren we blij om want met die wind zouden ze omgevallen zijn en hoogstwaarschijnlijk schade opgelopen hebben. Onze batterijen moesten niet opgeladen worden. We kunnen nog minstens vijftig kilometer fietsen.

Bij ons vertrek volgen we nog even knooppunt 51, naar Damme, naar het westen toe. We moesten ons niet afvragen welke richting het was. De wind steekt een tandje of twee bij en we moeten weer af en toe op onze trappers staan. Als we dan afslaan naar links of rechts voelen we ons weer koning te rijk. De boordcomputer wijst onmiddellijk een snelheid aan van 18 km/u. Even toch want de volgende straat moeten we weer richting westen. We kunnen toch nog onderweg genieten van prachtige vergezichten. Het stille groene landschap is een bont lappendeken van akkers en weiden waar koeien vredig liggen te herkauwen. Ik vraag me vaak af welke dorpen er in de verte schuilgaan achter de bomen waarvan we enkel de spitse kerktorens zien.

Vanaf knooppunt 52 fietsen we op de voormalige tracé van spoorlijn 55. De sporen werden verwijderd en na de asfaltering werd dit een volwaardig fietspad. We rijden niet door het centrum van Bassevelde maar nemen wel een foto van de kerk waarvan de toren in de steigers staat. 

Aan knooppunt 64 rijden we rechtsaf door de Kaprijkestraat waar de waterloop is omzoomd met schilderachtige oude knotwilgen of -essen. De beek doorkruist een contrastrijk landschap. De bomen geven door haar scheve groei de heersende windrichting weer. Aan knooppunt 74 moeten we rechtsaf op een smal onverhard pad dat bijna dicht gegroeid is. Links bevindt zich een smalle gracht en rechts is een verhoging die de akkers aangeeft. Hier fietsen stelt onze zenuwen danig op de proef. Ik begin te slingeren en besluit om het pad te voet te doorkruisen. Voorkomen is beter dan genezen. Gelukkig is het slechts achthonderd meter. In de verte spotten we de romp van een stenen graan- en oliewindmolen. Opgericht in 1804 en in 1866 werd er een stoommachine geplaatst. De kap en het wiekenkruis zijn in 1920 door een storm afgewaaid. Op één van de akkers ligt een vracht mest. Het ligt klaar om met een tractor over de akker te verdelen. De wind waait de geur de andere kant op. De volgende straat moeten we rechtsaf en het aroma komt ons tegemoet.

Aan knooppunt 89 moeten we oorspronkelijk rechtdoor maar besluiten rechts af te slaan naar het centrum van Sint Laureins. Het dorp is een gemeente van Oost-Vlaanderen dat vooral bekendheid verwierf door zijn polders, kreken en waterlopen. De kreken zijn nog getuigen van de overstromingen vanaf de 12e eeuw. Links in de Dorpstraat houden we halt bij een hoge wegkapel. Er is net gepoetst. De stoep is nog nat en het ruikt naar javel. De kapel Heilig Hart en Heilige Blasius werd gebouwd in 1906 op vraag van de plaatselijke pastoor en weduwe De Smet-Baeyens. De dubbele glazen deur is op slot maar de twee glas-in-loodramen opzij laten net genoeg licht binnen voor een foto al moet ze getrokken worden door het glas in de deur. Er staat een Heilig Hartbeeld op het houten altaar.

Wat verder in de Dorpstraat hangt een thermometer aan de voorgevel van de plaatselijke apotheek die 19° Celsius aangeeft. We houden halt bij de Sint-Laurentiuskerk die oud is en roept om gerestaureerd te worden. De romaanse kerktoren werd in het begin van de 14de eeuw gebouwd. De kerk zelf dateert van 1554-57. Enkele jaren later moest de kerk al vergroot worden wegens het groeiende aantal parochianen. We kunnen de kerk van binnen bewonderen en dat is niet te veel gezegd. Het interieur is buitengewoon prachtig. In het hoofdkoor rijzen in mensengrootte gestalte de vier evangelisten op en de patroonheiligen: Sint-Laurentius en Sint-Blasius. Er is een rondgang met kapellen achter het altaar maar bezoek is niet toegelaten. De glasramen zijn oogverblindend. Bij het verlaten van de kerk komen we langs het bronzen Heilig Hartbeeld dat in 1947 werd geplaatst. Rondom de kerk worden momenteel werkzaamheden uitgevoerd. De begraafplaats werd ontruimd en bomen werden gerooid. Zou de kerk gerestaureerd worden?

In Dorpstraat 91 werd het gemeentehuis gebouwd op de plaats van een oude in 1894 gesloopte pastorie. In 1902 werd met de bouw gestart met op het gelijkvloers een café en conciërgewoning die dienden tot 1940. Op 1 mei 1995 werd een nieuwe administratie vleugel in gebruik genomen. Aan de voorgevel werden twee gedenkplaten aangebracht. Eén ervan is voor de '4th Canadian Armoured Division' die Sint Laureins bevrijdde in september en oktober 1944. Voor het gemeentehuis , tegen een muur van bloeiende rode rododendrons, werd een monument opgericht met een vos als afbeelding. Reynaert de Vos torent op een granieten zuiltje boven enkele eenden in zijn buurt uit. In de Reynaert-iconografie komen naast kippen echter heel wat eenden voor, wellicht als verbeelding van “Als de vos de passie preekt, boer pas op uw ganzen”. Tussen de purperen rododendrons en de groene aanplanting werd in 1920 het oorlogsgedenkteken opgericht voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. Een picknicktafel nodigt uit om onze meegebrachte lunch op te eten. De zon schijnt en we verwarmen ons aan haar warme stralen.

Zelfs een klein dorp als Sint Laureins heeft als toerist veel te bieden. Boven de daken van de huizen steekt een ronde koepel met een veelvuldig glazen torentje uit. We zijn nieuwsgierig en fietsen er na onze lunch naar toe. Het blijkt een voormalig Godshuis te zijn dat gebouwd werd tussen 1843 en 1849 om tegemoet te komen aan het leed van de armen en zieken van de streek. In 1940 en ook tijdens de bevrijding in 1944 vond de bevolking er beschutting tijdens zware gevechten. In de jaren 90 van vorige eeuw stond het pand te bekommeren. Sinds 2004 is het gerestaureerde 'Godshuis' terug open en is het een prachtig complex dat ingericht is als hotel en worden er nog vaak seminaries en feesten georganiseerd.

Op de hoek Kruiskenstraat en Caatsweg, richting knooppunt 91, houden we halt. Over de driehoekige verhoogde berm werd in 1841 de kapel van de waterhoek gemetseld. Ze is hoogdringend aan restauratie toe. Ondanks dat wordt ze nog mooi onderhouden. Het gebied  is prachtig landelijk en rustiek. Het is een feit dat de bordjes van het fietsroutenetwerk ons langs de mooiste plekjes in de regio brengen.

We fietsen nog een stuk door het Meetjesland en daarna door het Brugse Ommeland. We dwarsen het ‘Afleidingskanaal van de Leie’ of Schipdonkkanaal over de Celiebrug. De ijzeren ophaalbrug werd tijdens WOII verwoest en rond 1947 heropgebouwd. Het kanaal loopt over een lengte van 56 km vanaf Deinze tot in Zeebrugge waar ze uitmondt in de Noordzee. Het graven en afwerken van het kanaal verliep tussen 1846 en 1860. Het kanaal was samen met het Leopoldkanaal één van de eerste grote infrastructuurwerken in het jonge België. Tijdens de beide Wereldoorlogen speelde het kanaal een belangrijke strategische rol. Tegenwoordig is het Schipdonkkanaal een toeristisch lint doorheen het Meetjesland. We houden even halt bij knooppunt 15 voor een paar foto’s. Het wordt beslist een pittige tocht langs het water want vanaf dit knooppunt tot knooppunt 60 fietsen we 11,4 km langs het kanaal. Het is constant opboksen tegen de wind. De zon schijnt maar we worden er niets van gewaar. Onze jassen worden tot tegen de kin dichtgeritst. Onze kap op het hoofd en dichtgeknoopt. We halen amper een snelheid van 13 km/u. We nemen een ondersteuning meer en halen nu toch een 15 à 16 km/u. We proberen desondanks toch een beetje te genieten van onze tocht langs het kanaal. Doch blijft het een zware opgave. Maar we klagen niet want we houden het droog.

We rijden onder de Leestjesbrug van Maldegem door. Aan het volgende knooppunt 15 wijken we af naar Moerkerke. Het is nog te vroeg om naar ons slaapadres  te rijden. Op de kruising van de Waterhoek en de Vissersstraat staat de witgekalkte kapel O.L.Vrouw van de Waterhoek. Op het eind van de achttiende eeuw stond hier op deze plek al een kapel. De huidige kapel werd gebouwd rond 1870. Het is trouwens een welgekomen afwisseling dat we afwijken naar Moerkerke na de koude strakke wind waar we tegenaan moeten fietsen. De snijdende wind behoord nu toch even tot het verleden. We willen in het dorp van de gelegenheid gebruik maken om wat avondeten mee te nemen. De bebouwing neemt toe, we naderen het centrum van Moerkerke. We hebben pech de meeste winkels hebben vandaag hun sluitingsdag. De kerkklokken slaan net twee uur als we voor het kasteel van Moerkerke staan dat nog grotendeels door water omgeven is. Het prachtig slot was tijdens de middeleeuwen een omwald kasteel dat rond 1100 werd gebouwd. Tijdens de bezetting van WOII wordt het kasteel geplunderd en raken de gebouwen in verval. In 1964 wordt het kasteel gerestaureerd, vergroot en omgevormd tot etablissement voor feestelijkheden en huwelijken. In de jaren 70 en 80 van vorige eeuw werd er nog een linker- en rechtervleugel aangebouwd. Het is nu een restaurant. Op de plaats waar de huidige kerk staat stond oorspronkelijk een kapel die rond het jaar 1600 verwoest werd. Ze werd heropgebouwd maar werd in de helft van het jaar 1800 afgebroken om een grotere kerk te bouwen die in 1870 ingehuldigd werd, opgedragen aan de heilige Dionysius. Tijdens WOII kwam de kerk onder zwaar vuur te staan. De toren werd eraf geschoten maar werd netjes terug hersteld. Ook deze kerk staat momenteel in de steigers.

Terug naar knooppunt 15 en linksaf naast het water. Terug opboksen tegen de strakke wind maar het is niet ver meer. Het is rustig fietsen langs het water tot we opgeschrikt worden door de luidkeelse discussie van een paar eksters die in de groene stilte de rust verstoren. Aan knooppunt 63 slaan we linksaf. Achteraf gezien was rechtdoor rijden naar knooppunt 67 een beter idee geweest want als je daar linksaf slaat waren we sneller bij onze B&B. Maar swat, we zijn  ondertussen verlost van de gure wind. We zijn totaal (heerlijk) uitgewaaid. We worden goed ontvangen en krijgen een rondleiding in ons huisje “Natsha”. We drinken een kopje koffie en besluiten naar Damme te rijden om iets te eten.

Terug naar knooppunt 60 en vervolgens 71 en dan 28. We bevinden ons, na drie kilometer, in het centrum van Damme. Een toeristisch stadje met nog veel oude gebouwen en een lange geschiedenis. In de 17de eeuw was Damme een versterkte stad met een stervormig grondplan gevormd door zeven bastions. Het vestingwerk is gedeeltelijk verdwenen. In de Kerkstraat stoppen we op de brug over het Zuidervaartje dat werd gegraven in 1841-1848 om het overtollig water vanuit Sint-Michiels, Sint-Kruis en Asbroek af te voeren. Deze brug vervangt een ouder houten exemplaar met eveneens houten balustraden. Aan de linker kant staat nog steeds de zesdelige ophaalmechanisme.

Nog voor de kerk bevindt zich de eerste van twee kazematten. De tweede bevindt zich aan de overzijde van de weg. Dit waren vermoedelijk de soldatenverblijven of wapendepots van het 17de eeuwse Spaanse garnizoen die de middeleeuwse stadspoorten moesten bewaken. Ze werden in basaltblokken tussen de kasseien aangebracht. Momenteel is het een onderkomen als winterschuilplaats voor vleermuizen.

We fietsen tot bij de O.L.Vrouw Hemelvaartkerk. De kerk ontstond vermoedelijk in 1180. Ze werd tijdens de afgelopen eeuwen meerdere malen gerestaureerd, afgebroken, geplunderd en uitgebreid terug opgebouwd. In 1704 was de kerk zo erg in verval geraakt, bij gebrek aan fondsen, dat men genoodzaakt werd om te slopen. Het transept en het schip werden verwijderd en in 1727 werd de torenspits afgebroken. In 1807 werden toen reeds tal van grafzerken uit de kerk verwijderd. In 1890 en 1904 werden er weer restauratiewerken uitgevoerd maar haar lot was bezegeld. De westertoren is 43 meter hoog en na 209 treden, genieten we van een spectaculair uitzicht. In de verte zien we de witte korenmolen langs de Damse Vaart. Beneden ons, op het dak van het oude rusthuis naast de kerk, huizen ooievaars. Ook het interieur van de kerk zelf kan bezocht worden wat echt de moeite loont.

Elk gebouw heeft zijn eigen verhaal zoals het rustoord Sint-Jan in de Kerkstraat 33. Het was oorspronkelijk het Sint-Janshospitaal van de 13de eeuw. Daarna volgden nog uitbreidingen tot de 20ste eeuw. Het oudste gebouw van het complex werd in 1249 opgetrokken in opdracht van Margaretha II van Vlaanderen. Nu is er het oudheidkundig museum in het hoofdgebouw onder gebracht en aanpalend is het OCMW voor bejaarden gekomen.

We fietsen verder langs oude monumentale gebouwen die ons doen terugkeren naar die goede oude tijd. Ze getuigen stuk voor stuk van een rijk en boeiend verleden. De achtzijdige gietijzeren waterpomp bij huisnummer 38 dateert uit de 19de eeuw. In het waterbekken werden bloemen aangeplant.

Verderop is het stadhuis van Damme dat gebouwd werd in 1464-1467 op de plaats van een bouwvallige grotere halle van 1241. Het huidige gebouw werd herhaaldelijk gerestaureerd.  Een gedenkplaat voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog werd in natuursteen aan het stadhuis geplaatst op 23 juli 1922. Op de voorgrond staat het beeld van Jacob van Maerlant, onthuld op 9 september 1860. Hij was gekend als 'De vader der Nederlandse Letteren' die zich in Damme vestigde rond 1265 waar hij schepenklerk wordt. Hij sterft te Damme rond 1292 en word begraven onder de toren van de kerk.

Na ons diner fietsen we terug naar ons overnachtingsadres in B&B Vandenstampershoek aan de Zuiddijk 19 Moerkerke.
















01-10-2018 om 05:05 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Broekemwandeling
  • Meerhoutwandeling
  • Nieuwmoerwandeling
  • Herfstwandeling Neerijse
  • Lepelstraatroute
  • Tremeloroute
  • Ekerenroute
  • Mozesbrugwandeling
  • Putteroute
  • Pijnvenroute
  • Tielt-Wingeroute
  • Kapelle-op-den-Bosroute 2
  • Borgloonroute
  • Tulpenwandeling
  • Meldertwandeling
  • Vordenstein 2019
  • Lentewandeling 2019
  • Kluizenroute
  • Fietswaterbus
  • Retiewandeling
  • Spildoornwandeling
  • Kesselse Heidewandeling
  • Parkwandeling Ekeren
  • Bokrijkroute
  • De Grote Schijn
  • Tervurenwandeling
  • Vennenwandeling
  • China Light
  • Brouwerij De Koninck
  • Hobokense Polderwandeling
  • IJzerlaantochtje
  • Bazelroute
  • Bevrijdingswandeling Antwerpen
  • Tulpenwandeling
  • Beeltjes te Ieper
  • De Legende van Veltwijck
  • Waterbustrip
  • Willemstadroute
  • Vichteroute
  • Dieren in de binnenstad
  • Lottum
  • Loenhoutroute
  • Leuvenwandeling
  • Liberationroute
  • Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge
  • Van Assenede naar Moerkerke (Damme)
  • Van Hulst naar Assenede
  • Wandeling Hulst
  • Met de fiets naar de kust
  • Asroute
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief per maand
  • 11-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 03-2014
  • 02-2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    kinderdagverblijf
    www.bloggen.be/kinderd
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    evertsuitlaatklep
    www.bloggen.be/evertsu
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    wskstapperke
    www.bloggen.be/wskstap
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    dansrustroest
    www.bloggen.be/dansrus
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    mydi
    www.bloggen.be/mydi
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    hooikoortsinfo
    www.bloggen.be/hooikoo
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    wskstapperke
    www.bloggen.be/wskstap

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs