6
november 2018. We parkeren de auto op de Schroeilaan op 150 meter van station
Hoboken-Polder. Parkeren in de Scheldelei of Leigrachtlaan is ook mogelijk. Dat
is nog dichter bij de ingang van het domein. Als je net als wij op de
Schroeilaan parkeert heb je al een stuk gewandeld tot aan het begin van onze
wandeling die oorspronkelijk 7,5 km is. We volgen daar de witte A.S.-Adventure
pijltjes. Eigenlijk maakt het niet uit. Het is een zonnige dag en de weergoden
beloven een 20° C voor vandaag. Er staat slechts een zwakke wind die in het
domein volledig wegvalt. Voor we de Scheldelei indraaien stappen we even de
spoorweg over voor een foto van het nostalgische station van Hoboken-Polder. Het
station werd op 10 juni 1878 geopend aan spoorlijn 52 Puurs-Antwerpen Zuid. Het
gebouw slootzijn deuren in 1984 om in
1988 terug te openen. Weliswaar zonder loketten.
We
dwarsen de Schroeilaan en stappen tot bij het infobord aan het domein. We lezen: Eeuwenlang maakte de mens het gebied
geschikt voor landbouw en veeteelt door het in te polderen. Later palmde
industrie grote delen van deze Hobokense en Kielse polders in. Wat overbleef
werd in de jaren zestig, van vorige eeuw, opgehoogd met grond afkomstig van de
aanleg van de ring rond Antwerpen en de Kennedytunnel. Hier zou men de woon- en
KMO-zone Polderstad bouwen waarvan uiteindelijk slechts een beperkt deel werd
gerealiseerd. Op de resterende gronden kreeg de natuur vrij spel. Zo ontstond
een gevarieerd landschap: plassen, rietkragen, moeras en wilgenstruwelen op de
lager gelegen delen en graslanden, ruigten en jonge bossen op de hoger gelegen
delen. De rijkdom aan dier- en plantensoorten is groot! Dankzij het gevoerde
beheer blijft een verscheidenheid aan biotopen behouden en zich ontwikkelen.
We
wandelen het domein De Hobokense Polder in dat ligt tussen de Schelde, de
dichtbevolkte woonkernen van Hoboken en Antwerpen en de industrie van
Petroleum Zuid, één van de mooiste groene plekjes van Antwerpen. Het is ook het
grootste op het grondgebied van de stad: de perfecte plek om een paar uur
helemaal op te gaan in de natuur. Het natuurgebied ligt in een Scheldebocht en
heeft een heerlijk brok groen van 170 ha waar Natuurpunt er de natuur zo veel
mogelijk haar gang laat gaan. Dat resulteert in een grote diversiteit aan
landschappen en fauna en flora. De herfst lijkt nu toch definitief zijn intrede
gemaakt te hebben. De bladeren beginnen nu allemaal spontaan te kleuren en
dwarrelen nu en dan massaal naar beneden. Straks ligt er overal een dik tapijt
van mooi gekleurde bladeren.
Natuurpunt
heeft op zijn website fotomateriaal geplaatst met verschillende zoogdieren die
in het domein aanwezig zijn. Onder dat beeldmateriaal zien we de opnames van
een vos, steenmarter en ree. Ze blijven de zoogdieren op de voet volgen want
Natuurpunt heeft een vermoeden van nog enkele soorten die in het gebied
voorkomen zoals de wezel, de bunzing, de egel, de eekhoorn,
Rond
een grote poel staan kleine boompjes met gele en groene bladeren. Ze
weerspiegelen in het water. We blijven even staan en staren in het troebele water
om te zien of er leven inzit. Volgens het infobord dat we passeerden zou hier
de meerkikker, de bruine kikker, de gewone pad, de alpenwatersalamander en de
kleine salamander te zien zijn. Het water lijkt op dit moment wel doods, maar
in de lente bruist het hier van het leven. Kikkers en salamanders stoeien dan in
het water. Een reiger staat dan roerloos tussen het riet. Een plek waar de mens
spontaan tot rust komen als je de vogelgeluiden wegdenkt. Verderop staan we te
turen door de kijkgaten bij de vernieuwde kijkwand. Hier kunnen we vogels
observeren zonder ze te storen maar veel leven is er niet te zien op het water.
Paddenstoelen
kunnen we dan wel tussendoor spotten. Er zouden hier meer dan 500 verschillende
planten en tot 360 verschillende paddenstoelen te vinden zijn. Een soort hebben
we alvast gefotografeerd voor het nageslacht. Een vlonder pad helpt ons om
natte stroken te overbruggen. Al bij valt het goed mee. De laatste paar maanden
heeft het nauwelijks geregend. Het volgende infobord handelt over de Biotoop
bloemrijke graslanden. Omdat het volop herfst is kunnen we er niet van
genieten maar in een bloemrijk grasland groeien er naast grassen ook heel wat
kruiden, die éénmaal in bloei een mooi kleurenplaat opleveren. Deze graslanden
trekken veel insecten aan die op hun beurt weer insectenetende vogels
aantrekken. Maar dat is voor later. We picknicken op een zonnige bank tussen
het groen.
We
ontdekken na onze lunch nog meer herfstgroene bossen, waterplassen en zelfs een
weide met Galloway-koeien. Een sociaal dier datin kuddeverband leeft en in kleine groepjes kan losgelaten worden in
natuurgebieden. Hier en daar steken nog gele bloemen in bosjes uit de grond.
We
volgen een tijdje de dijk langs de Schelde. Op de Linkeroever zien we de
parochiekerk van Burcht. Gebouwd tussen 1899 en 1904. Het is heerlijk wandelen
langs het water. Halsreikend kijken we uit we naar de schepen die voorbij
varen. Een zitbank nodigt uit om even te verpozen. De zon verdwijnt achter
sluierwolken. De temperatuur moet inleveren. De waterbus vaart met een snelheid
voorbij. Ze vertrok vanaf de kade bij Kruibeke. In de verte zien we nog net de
spitse toren van de O.L. Vrouwekerk van Kruibeke waarvan de oudste delen
dateren van de vijftiende eeuw. We wandelen tot aan de jachthaven en houden
links aan. We moeten over een oude kasseiweg dat vroeger, in 1825, de
Scheldedijk noemde. Bij de splitsing werd een stenen monument gelegd: Polderbos
voor iedereen, beschermd door iedereen. Geplaatst door de gemeente Hoboken op 6
december 1975.
Kijkpunt
De Dodaars is een verhoogde kijklocatie die sterk lijkt op een bunker van WOI
of II. Niets is minder waar. Op de grote betonplaat die nodig was om de
stabiliteit op dit voormalig huisvuilstort te verzekeren, werden twee wanden
met zandzakken opgetrokken. Bij deze kijkwand aan de grote plas moeten we
normaal zeldzame vogels spotten, volgens het plaatselijke infobord. Volgens mij
zijn ze allemaal naar het zuiden getrokken. Ik kan ze geen ongelijk geven. Langs
de Scheldelei stappen we terug naar onze auto. Blij dat we weer groene longen
hebben.
Zaterdag
23 februari 2019. Ondanks de koude nacht is het tijdens de middag mooi weer met
een temperatuur van maximum 14°C. De wind is zwak zodat het lenteachtig
aanvoelt. Het is te mooi weer om achter de computer op het toetsenbord te
zitten tokkelen. We willen een korte fietstocht maken en besluiten om de nieuwe
fietsbrug aan de IJzerlaan uit te proberen. Langs de Noorderlaan fietsen we tot
aan de IJzerlaan die volledig wordt heraangelegd. De waterpartijen zijn
voorzien met mooie aanplantingen. Een brede trap is voorzien tot aan het water.
Ik schat dat het hier afgelopen zomer druk heeft geweest van de zwemmers. We
zien geen verbodsbord: Verboden te zwemmen. Een visser staart naar zijn
dobber op het water in één van de waterpartijen. Ondertussen fietsen we tot
voorbij de Bredastraat. Onder de ring komen we bij de fietsbrug. Voor een
betere bevaarbaarheid van het Albertkanaal zou de IJzerlaanbrug verhoogd moeten
worden, maar door de aanwezigheid van het viaduct van Merksem kwam de vrije
hoogte van de brug in het gedrang. De brug werd daarom gesloopt in het weekend
van 29 en 30 april 2017 en vervangen door een fiets- en voetgangersbrug. Na
enkele fotos fietsen we over het Albertkanaal en rijden vervolgens langs de
resten van de voormalige viaduct. Langs de Nieuwdreef tot aan de rotonde bij de
Rode Loop. Over het viaduct naast de Olsé naar Ekeren-Donk. Bij aankomst in
Ekeren-Centrum hebben we 15 km gefietst.
Fietsknooppunten: 71-72-86-74-75-99-98-95-09-67-48-49-71
= 32,5 km.
Parkeermogelijkheid: Lange
Gaanweg, nabij de kerk van Bazel.
17
oktober 2018. Een prachtige dag voor een bezoek aan de Scheldestreek. De
provincie Oost-Vlaanderen staat bekend voor haar gevarieerd landschap en talrijke
natuurgebieden en het lijkt ons een reden omdat allemaal met de fiets te verkennen.
We rijden al vroeg in de morgen, met de auto, naar het pittoreske dorpje Bazel
dat op de lijst staat van één van de mooiste dorpen van Vlaanderen en dat is
onmiddellijk duidelijk als we de auto parkeren voor de brede boogpoort van het
adellijke kasteel van Wissekerke. Het poorthuis werd gebouwd in 1832 en heeft
nog de wapenschilden van de families Vilain XIIII en de Zoë De Feltz. Het
geheel zelf is al indrukwekkend met zijn kantelen en smalle schietgaten. Hier
laten we onze fantasie de vrije loop. We wanen onszelf even terug in de
middeleeuwen met blinkend harnas en een vlijmscherp zwaard in de hand. We laten
ons stalen ros nog even op de drager achter en gaan de toegangspoort door tot
op het domein van het kasteel dat sinds 1989 eigendom is van de gemeente. De
historische waterburcht heeft een Engels landschapspark met talrijke bomen die
nu hun herfstkleuren tonen. Ook de herfst zijn charme. Er hangt momenteel nog
mist, maar de zon schijnt erdoor zodat het uitzicht romantisch en idyllisch
wordt. Het levert exclusieve beelden op. Links in de hoek bevindt zich het
hoevegebouw met indrukwekkende duiventoren uit de zestiende, begin zeventiende
eeuw, die een vervallen indruk heeft. Het dak is kegelvormig met op de top een
windmolen en overgroeid met groen klimop. De ronde bakstenen toren was ooit een
symbool van macht en rijkdom. Er zouden volgens geschreven bronnen een 700-tal
duivenhokken in gemetselde zijn. In de oude dienstgebouwen van het kasteel
bevindt zich bistro Den Duiventoren. Het etablissement is nog gesloten. Vlakbij
staat een vierkante waterpomp en een houten galg.
In
1824, werd in opdracht van Philippe Vilain XIIII, een smeedijzeren
voetgangersbrug gebouwd over de kasteelvijver. De brug werd laatst nog in 2012
gerestaureerd en is 28 meter lang en 2 meter breed. Het koperen kunstwerk
Landende Zwaan is van de hand van de plaatselijke beeldhouwer Cees Huisman.
Het
kasteel was oorspronkelijk van de tiende eeuw en maakte deel uit van een
versterkingsgordel aan de Schelde. Het kasteel stond toen volledig in het
water. Sinds 1803 ligt tot tegen de noordzijde een aarden dam. Het huidige
kasteel dateert van de zestiende eeuw al werd het ook vanaf dan nog vaak
verbouwd en gerestaureerd. Het kasteel is regelmatig toegankelijk voor
individuele bezoekers. Het is nog vrij vroeg en we weten niet of we het kasteel
binnen mogen. We zoeken eigenlijk een toilet. Binnen is geen levende ziel te
bespeuren. We betreden toch de vestibule met haar wit- en rood marmeren vloer
en zuilen. Dan komt een grote struise dame met een boenmachine onze kant op. Ze
glimlacht vriendelijk en dat stelt ons al gerust. We mogen van het toilet
gebruik maken. Ze zet het apparaat in gang en is ons compleet vergeten. Het
interieur van weleer is precies tot op heden nog steeds overheersend aanwezig. We
kunnen een blik werpen in de eetkamer met een uitgerekte lange tafel en twaalf
stoelen. De eikenhouten lambrisering is donker maar geeft een warme sfeer weer.
We
verlaten het kasteeldomein langs de toegangspoort en terwijl ik de fietsen van
het draagrek haal neemt moeder de vrouw een foto van Restaurant De Eenhoorn.
Het gebouw bestond al voor 1452 waarbij het een rol speelde in de slag om
Bazel, toen het als verschansing diende tegen de Franse troepen van Filips de
Goede. Het was de voormalige zetel van de Vierschaar en ook het hoofdcollege
van het Land van Waas hield er lange tijd haar vergaderingen.
We
fietsen eerst richting kerk omdat we nog niet weten in welke richting we moeten
om knooppunt 71 te volgen. De dorpskern heeft als middelpunt de veertiende
eeuwse Sint-Pieterskerk. De oudste delen gaan terug tot de vijftiende eeuw. In
1815 liet graaf Philippe Vilain XIIII een bidkapel bouwen met daaronder een
grafkelder. De replica van een kroonjuweel van Zoë De Feltz, aan haar
geschonken door Napoleon, is in de kerk te bezichtigen. Hoogbaljuw van het
Waasland Servaas Van Steelant (+1607) ligt hier begraven. De preek- en
biechtstoel zijn van de hand van Adriaan en Filip Nijs, twee bekende
beeldhouwers uit de achttiende eeuw. Rond de kerk staan enkele beelden. Hoog op
een arduinen sokkel staat Anzie Seppeeen fluitende en marcherende Chirojongen. Het beeld is van Frieda Mariën
en werd geplaatst ter ere van het 45-jarig bestaan van Chiro inzet in 1988. Het
andere bronzen beeld stelt een fietsend kind voor. Het opschrift luidt 13
maart. Er wordt hiermee aandacht gevraagd voor kwetsbare mensen in het verkeer,
voetgangers en fietsers. In het midden van een groene haag werd een buste
geplaatst van Amadee Verbruggen. Geboren en getogen te Bazel op 18 november
1886 en overleden op 28 november 1980. Hij was de kasseilegger van de Vlaamse
Beweging, een Vlaams-nationalistisch voorman, redenaar en politicus. Het
standbeeld werd onthuld op 30 april 1988. In een hoek van de kerk werd een
zandstenen beeld geplaatst op een gemetselde sokkel van Kardinaal Cardijn. Jozef
Leo Cardijn (1882-1967) was priester en later verheven tot kardinaal vanwege
zijn verdienste als stichter en bezieler van de jeugdbeweging Katholieke
Arbeiders Jeugd, bijgenaamd De Kajotters. Het oorlogsmonument werd in de gevel
ingewerkt. Het herdenkt de gesneuvelden en oud-strijders van Bazel van beide
Wereldoorlogen. Ernaast bevindt zich het Heilig Hart.
Over
de kerk werd in 1842 begonnen met de bouw van een bescheiden gemeentehuis. Het
gebouw staat momenteel leeg en lijkt onderkomen. Het is niet direct duidelijk
of het pand te koop staat. Om knooppunt 71 te volgen moeten we terug naar de
toegangspoort van het kasteel en linksaf slaan in de Lange Gaanweg. Op de hoek
van de Lange Gaanweg en de Verkortingsdijk werd een bronzen monument geplaatst
van een man en vrouw die diepe voren moeten maken voor het koren. Het beeld
werd geschonken op 9 december 2012 door het Polderbestuur van Kruibeke. Het
infobord is niet meteen duidelijk maar ik veronderstel dat het met het
overstromingsgebied te maken heeft.
We
fietsen volop door het Waasland dat oorspronkelijk een overwegend agrarisch
gebied was en bekend is door zijn typische panoramas van bolle velden,
begrenst door knotwilgen. Het Waasland wordt in het noorden begrenst door de
Nederlandse staatsgrens, in het oosten door de Schelde, in het zuiden door de
Schelde en de Durme en in het westen door het kanaal Gent-Terneuzen. We volgen
knooppunt 86 als we rechts een blik opvangen van de Rupelmonde Kreek die 300
jaar geleden gevormd werd tijdens een dijkbreuk in de polders op 3 maart 1715. In
de verte zien we reeds de Onze-Lieve-Vrouwtoren van Rupelmonde boven de kruinen
van de bomen uitsteken en lijkt nog oneindig ver weg. Links vloeit de Rupel in
de Schelde die we een tijdje gaan volgen. Rupelmonde, de stad van Mercator groeit
in de middeleeuwen uit tot een bevoorrechte woonkern dankzij haar strategische
ligging bij de Schelde tegenover de monding van de Rupel. De stad kan tol
heffen op de Schelde en krijgt als grafelijke enclave een benijde positie
binnen het landelijke Waasland. Zowat alle transport gebeurde toen nog via het
water en deze rivieren waren van groot economisch belang.
We
stoppen bij de ruïne van een waterburcht uit de twaalfde eeuw dat een
kollossale burcht was die ooit 17 torens telde. De vesting, omgeven door een
brede wal, werd opgetrokken door de graven van Vlaanderen, ter verdediging van
de Schelde en de Rupel. Bijna 500-jaar lang domineerde de machtige burcht van
de graven van Vlaanderen. Hier werden tegenstanders van de graaf onthoofd en
opgeknoopt, werden veldslagen uitgevochten, onderwierp een grafelijke tollenaar
alle scheepverkeer aan de gehate tol van Rupelmonde, borg de graaf een groot
deel van zijn arsenaal en archief op, er was een garnizoenskern voor eventuele
militaire acties en gevangenis. Het is in die gevangenis dat Mercator op
32-jarige leeftijd wordt vastgehouden op verdenking van ketterij. Februari
1544. In zijn woonplaats Leuven wordt Mercator met 42 anderen verdacht van
lutherse praktijken. Op het moment van zijn arrestatie is hij niet thuis en
wordt hij beschuldigd van voortvluchtigheid. Op dat moment was hij echter even
terug in Rupelmonde om de nalatenschap van zijn oom Gijsbrecht te regelen.
Uitgerekend in zijn geboorteplaats wordt Mercator gearresteerd en acht maanden
gevangen gehouden in het kasteel. Op voorspraak van enkele hooggeplaatste
figuren en bij gebrek aan bewijzen, wordt hij uiteindelijk vrijgesproken.
Nadat
de burcht in 1583 al ernstig werd vernield, volgde in 1678, door de lange
strijd van Spanje en de Verenigde Nederlanden tegen Frankrijk, de totale
verwoesting. Van het imposante complex, in de stijl van het Gentse Gravensteen,
is enkel het benedendeel van Doornikse kalksteen nog een zichtbaar
overblijfsel. Op die restanten bouwde baron De Feltz in 1817 een toren als jachtpaviljoen,
de huidige Graventoren. In de overgebleven toren werd in 1955 een Schelde- en
Mercatormuseum ingericht. Op de tinne staat een oriëntatietafel en krijg je een
mooi uitzicht over Rupelmonde en de Scheldestreek. De schietgaten zijn dicht
gemetseld en de vlag wappert op het hoogste punt. De site is al een tijd niet meer
toegankelijk wegens werkzaamheden maar het geheel spreekt zo al tot de
verbeelding.
De
watergracht onder de getijdenmolen staat droog aan de achterzijde. Langs deze
zijde is ook het rad niet te zien. Aan de voorzijde hebben we er een beter
zicht op. In 1187 stond op deze plek al een watermolen, aangedreven door de eb
en vloed op de Schelde. De huidige molen dateert van 1516 en is de enige
overgebleven getijdenmolen in Vlaanderen. De molen is tot op de dag van vandaag
nog uitgerust met het grootste binnenwater rad van het land. In 1997 werd hij
nog volledig gerestaureerd.
Tijdens
onze trip naar de kerk van Rupelmonde blijven we staan voor de gesloten kapel
ter ere van Jezus van het Kruis afgedaan. Ze werd gebouwd in 1859 met een
opvallend dak torentje. We plaatsen onze fiets vlakbij de kerk en bekijken het
grote standbeeld van Mercator die indrukwekkend hoog op een sokkel zijn
geboortedorp overkijkt. Het levensgrote beeld werd in 1870 gegoten te Brussel.
Gerard De Kremer werd hier, in Rupelmonde, geboren in 1512 en was in zijn leven
cartograaf, instrumentenmaker en graveur. Hij werd vooral bekend door de
introductie van het woord atlas. Dit woord omvatte destijds alle kaarten van
de kosmos, van zowel het heelal als de aarde. In 1552 verhuisde Mercator met
zijn familie naar Duisburg waar hij op 82-jarige leeftijd overleed. Aan de
overzijde van het Mercatorbeeld werd op 4 maart 2012 het bronzen beeld
ingehuldigd van de Jonge Mercator in aanwezigheid van de toenmalige
burgemeester en het koninklijk echtpaar van België. Het beeld werd onthuld
tijdens het geboortefeest ter ere van vijfhonderd jaar Mercator.
Vervolgens
draaien we rondom de imposante Onze-Lieve-Vrouw-Bezoeking kerk. In de achtste
eeuw zou volgens de geschiedenis hier op deze plaats een kapel gestaan hebben.
Deze werd vervangen door een romaanse kruisvormige kerk rond 1172. Vervolgens
werd de kerk nog enkele malen uitgebreid en gerestaureerd. De toren werd
opgericht in 1661. De huidige kerk dateert van 1757 en bezit talrijke beelden
en een kopie van een schilderij van Jacob Jordaens. De huidige sacristieën
werden in 1860 gebouwd. De collectie glas-in-loodramen zijn van grote
erfgoedwaarde. Het is uniek in Vlaanderen om dergelijke taferelen van het
Nieuwe Testament in een evenwichtig ensemble te zien. De ramen zorgen voor een
mooi en kleurrijk lichtspel in de kerk. Het grote glasraam boven de
toegangspoort is van 1971 en stelt Sint Michael voor, patroonheilige van Rupelmonde.
Terug
naar de kapel en rechtsaf om stroomopwaarts de fietsen langs de Schelde. Het
standbeeld van een reusachtige naakte vrouw staat uitdagend te zonnen met haar
armen achter haar hoofd. Een realisatie van Irenée Duriez dat de Schelde
symboliseert: groots, vloeiend, wassend, schoon en strak omlijnd. We maken een
bocht om de voormalige scheepswerf van de Chantier Naval de Rupelmonde of
kortweg CNR. Gesticht in 1913 en in 1962 uitgebreid met een tweede
scheepshelling. Eind jaren van 1980, begin jaren van 1990 kende de werf een
laatste bloeiperiode met de bouw van acht mijnenjagers maar in 1996 viel het
verdict. De scheepswerf zette haar activiteiten definitief stop.
We
fietsen door Steendorp, een deelgemeente van Temse. Hier bevinden zich langs de
waterkant de voormalige steenbakkerijen. In 1881 waren er nog een groot aantal
bedrijven gevestigd met een 1.000 à 1.200 werknemers die voor een jaarlijkse productie
van ongeveer 90 miljoen stenen zorgden. We fietsen langs de enige steenbakkerij
die nog actief is aan de rechterzijde Steenbakkerij Wienerberger. Voorbij
Steendorp krijgen we aan de overzijde van de Schelde De Notelaer te zien. Het
prachtige belvedère van de familie dUrsel van het verderop gelegen kasteel van
Hingene. Het paviljoen werd gebouwd tussen 1792 en 1797. De adellijke familie
kwam er regelmatig dineren of om gasten te ontvangen en te feesten. Het
belvedère is beter bekend als Villa Vorlat uit de tv-serie Stille Waters.
Momenteel heeft De Notelaer een uitgebreid jaarprogramma met
tentoonstellingen, wandelingen en concerten.
We
verpozen even op een picknicktafel bij de kapel van O.L. Vrouw van de Schelde.
De kapel werd vernieuwd in september 2011 nadat enkele vandalen het vorige plat
brandden. Van de heiligenbeelden, het kruisbeeld en de kandelaars was geen
spoor meer te bekennen. We krijgen zicht op de torens van de O.L. Vrouwekerk en
het gemeentehuis die boven de daken van het centrum van Temse uitsteken.
We
fietsen onder de Temsebrug door naar de Wilfordkaai. Het bronzen kunstwerk van
beeldhouwer Valeer Peirsman werd gemaakt in opdracht van Toerisme Temse. Het
zijn twee figuren die de oude en de huidige spotnaam van de Temsenaar
voorstelt. De Tuysscher en de Azijnzeker. Het monument werd onthuld op 20
september 1997. Verderop houden we halt bij de bronzen Kaailopers, de stoere
bonkige kerels die de schepen in Temse laadde en losten op het einde van de
negentiende, begin van de twintigste eeuw. Ze waren kleurrijke figuren die een
eigen plaats innamen in de geschiedenis en de folklore van de gemeente. De
beeldengroep werd onthuld op 25 mei 1991. De priemende zon nodigt uit voor een
biertje op het zonnige terras van de plaatselijke taverne. Mensen lunchen,
brunchen en genieten van een streekdrankje aan de kade terwijl op de Schelde de
boten af en aan varen. Schol!
Vanaf
knooppunt 75 hebben we een uitstekend zicht op de dubbele Scheldebrug. Met een
lengte van 365 meter is de Temsebrug een van de langste van Vlaanderen. In 1870
overspande hier al een brug de Schelde, voltooid door de Franse ingenieur
Gustave Eifel. Dezelfde man die de Parijse toren ontwierp. De brug maakte deel
uit van de spoorlijn Mechelen-Terneuzen. In 1955 kwam er een nieuwe brug voor
spoor- en autoverkeer. In 2009 werd een tweede parallelle brug aangelegd. We
wijken af van onze knooppunten en rijden naar de Markt van Temse. Over de kerk
werd van 1903 tot 1905 het gemeentehuis opgetrokken op de plaats van een
schepenhuis dat nog dateerde van de vijftiende eeuw. Het schepenhuis werd
vervangen in 1795 en verbouwd in 1828. Ook dit gebouw werd gesloopt in 1900 en
het huidige gebouw werd in gebruik genomen in 1906 tot 2006. In 2006 opent de
gemeente enkele straten verder het Administratief Centrum de Zaat dat de taken
van het gemeentehuis overnam. Het voormalige gemeentehuis is sindsdien een
ceremonieel-cultureel-toeristisch centrum. Het Belfort is 31 meter hoog en
bezit in totaal 40 klokken. Het eerste klokkenspel dateerde uit 1976 en had 23
klokken. Tijdens de restauratie in 2006 werden er nog 15 klokken aan
toegevoegd. In 2014 werden nog twee klokjes toegevoegd.
De
Onze-Lieve-Vrouwekerk van Temse werd vermoedelijk rond het jaar 770 gesticht en
werd toegeschreven aan de Heilige Amelberga, beschermheilige van Temse. Wat men
zeker weet is dat in 1496 de kerk door brand geteisterd werd dat Filips de
Schone een speciale belasting toestond om de herstellingswerken te bekostigen.
Vervolgens heeft de kerk in de loop der tijden diverse verbouwingen meegemaakt.
De laatste grote verbouwing dateert van 1888. Bij de kerk werd een monument
opgericht voor Priester Edward Poppe (1890-1924). De kerk verklaarde hem
eerbiedwaardig op 30 juni 1986 omwille van zijn heldhaftige beoefening van de
deugden. Hij werd op zondag 3 oktober 1999 zalig verklaart te Rome door Paus
Johannes-Paulus II. Het monument werd onthuld op 29 april 2000.
We
fietsen terug naar knooppunt 75 en volgen knooppunt 99. Een tocht van 3,5
kilometer. Links van ons is de Gewestweg. De Parklaan heeft naast de vele
prachtige landhuizen ook nog veel groen. De middenbermen hebben nog te lijden
onder de maandenlange droogte. We dwarsen de Krijgsbaan (N419). Verderop brengt
de fiets ons tussen akkers en weilanden, over smalle asfaltwegen en dan weer
over fraaie dreven met mooie villas. Voor elk wat wils!
We
rijden over de Europese weg E17 die loopt van Antwerpen naar Beaune in
Frankrijk. Onze volgende kapel wordt opgedragen aan Sint Amelberga en werd
gebouwd in 1921 op de hoek Haagdam / Luiseekstraat. De binnenzijde is wit
geschilderd en op het altaar staat het beeld van de heilige, geflankeerd door
grote kaarsen. Twee kerkstoelen nodigen uit om te bidden. De kapel werd onlangs
nog gerestaureerd. De uitzichten zijn hier wel spectaculair. Onze weg slingert
zich tussen hoge dennenbomen. Rondom rond is er geen huis te bespeuren. We zijn
hier helemaal alleen. We kunnen niet naar het Fort van Haasdonk. Arbeiders zijn
verderop in de straat bomen aan het snoeien en het is te gevaarlijk om verder
te rijden. We maken een omweg langs de Luiseekstraat en nemen de Bergstraat
naar links. Het is de N485 maar van drukte valt het goed mee. Aan het volgende
kruispunt willen we linksaf slaan om alsnog naar het fort te rijden. Maar ook
hier is de straat afgespannen wegens het snoeien van bomen. Rechtsaf dan, naar
het centrum van Haasdonk en knooppunt 95. Na dit knooppunt stoppen we bij het
oud-gemeentehuis van Haasdonk. Dit gebouw is niet het originele uit de
zestiende eeuw. Dat werd in 1926 gesloopt vanwege zijn slechte staat. Maar wel
identiek heropgebouwd. Erzijn momenteel
vergaderruimte voor plaatselijke verenigingen.
De
parochiekerk Sint-Jacobus de Meerdere in de Keizerstraat werd in twee fases
opgetrokken tussen 1843 en 1872. Na de afscheiding van Melsele in 1150 werd
meteen begonnen met de bouw van een eigen kerk. Ze werd in de loop der eeuwen
afgebroken en vergroot terug opgebouwd. De kerk staat middenin het dorp en voor
een gedeelte omringd door een grasveld met daarin het borstbeeld van de
patroonheilige.
Een
half uur later stoppen we bij de O.L. Vrouwekerk van Kruibeke, opgetrokken in
zandsteen. In 1575 werd de kerk in brand gestoken door Spaanse troepen. Ze werd
hersteld maar de daaropvolgende decennia werd de kerk opnieuw verbouwd. Na WOI
werd de vervallen kerk gerestaureerd en uitgebreid. Het gemeentehuis van
Kruibeke werd gebouwd in 1870. Boven de ingang bevindt zich een sokkel versierd
met het gemeentewapen (eenhoorn) en het bouwjaar. Het voormalige kabinet van de
burgemeester is afkomstig uit het huis van de ouders van Rubens, dat zich
bevindt op de Meir te Antwerpen. Op het O.L. Vrouwplein staat de arduinen
gemeentepomp van 1860.
Aan
Broekdam-Zuidstaat de vierkante kapel
O.L. Vrouw van zeven Weeën die aan een grondige restauratie toe is. Vooral het
houtwerk heeft fel te lijden onder de weerelementen.Bij de N419 werd in de middenberm een sokkel
geplaatst met een bronzen brandweerhelm. Een infobordje met gedicht werd
geplaatst op 11 september 2001. Het brengt hulde aan de inzet van
brandweerlieden en andere hulpdiensten.
Onze
laatste kapel bevindt zich op de hoek van de Kemphoekstraat en de Oude
Kruibekestraat in Bazel. Het is de Heilige Petruskapel, patroonheilige van de
parochie. Ze werd gebouwd in opdracht van de kerk van Bazel en met de
financiële steun van burggraaf Stanislas XIIII, toenmalig burgemeester en
eigenaar van het kasteel. Deze kapel dateert van 1902 nadat de vorige kapel
werd afgebroken omdat op die plaats een tramlijn moest aangelegd worden. De
kapel, gebouwd in Steendorpse baksteen, is nog een overblijfsel van de
Sint-Pietersommegang. Die werd van 1587 tot 1617 jaarlijks gehouden, maar door
het in voegen treden van de Heilige Sacramentsprocessie werd de ommegang niet
meer gedaan. Jaarlijks wordt er nog wel een eucharistieviering gehouden in en
aan de kapel. In de Tweede Wereldoorlog viel een vliegende V2-bom naast de
kapel, maar de bom ontplofte niet. Men schreef dat toe aan de hulp van
Sint-Pieter.
Bij
bistro den Bazelique drinken we nog iets ter afscheid op het in de zon
gedrenkte terras. De zon staat al laagaan het firmament en werp lange schaduwen. Tijd om terug te keren naar
Ekeren.
Maandag
5 november 2018. Op 11 november van dit jaar is het exact 100 jaar geleden dat
de Wapenstilstand werd getekend.Als
echte Antwerpenaar rijden we naar de koekenstad met het openbaar vervoer. De
bus rijdt ons niet meer tot op de Rooseveltplaats wegens de werken die er bezig
zijn. Het plein wordt overzichtelijker en veiliger gemaakt. De
traminfrastructuur breidt uit waardoor er minder bussen nodig zijn in het
centrum. Zo verdwijnen de busperrons voor het Koninklijk Atheneum en komt er
een openbare ruimte. We worden gedropt in de Van Stralenstraat en wandelen naar
het station waar men een infoboekje bedeelt over de route die we moeten lopen.
Ze zijn echter allemaal de deur uit. De kioskhouder verwijst ons naar de Stadswinkel
op de Grote Markt. Langs de Meir dus, langs de Groenplaats en de Kathedraal tot
aan het stadhuis dat in de steigers staat. Op 9 april 2018 gingen de werken van
start. Het historisch gebouw wordt niet alleen gerestaureerd, er vinden ook de
nodige aanpassingen plaats zodat alle schepenen en hun medewerkers er in de
toekomst een plek hebben om te werken. In het najaar van 2020 wordt het
vernieuwde stadhuis terug in gebruik genomen. In de stadswinkel hebben ze de
brochure nog voorhanden. Na een sanitaire stop op het zonnige terras van Den
Bengel starten we met onze wandeling door Antwerpen. Kijk even mee naar de foto's.
Donderdag
18 april 2019. We rijden naar de Isidoor van Beverenstraat te Groot-Bijgaarden.
Ter plaatse kunnen we gratis parkeren op de nabijgelegen weide. Twee gele
hesjes sturen je in de goede richting en zorgen dat alles netjes en ordelijk verloopt.
Het kasteel van Groot-Bijgaarden werd gebouwd omstreeks 1640 door de heren van
Bijgaarden. Het domein wordt omgeven door een brede sloot die overspannen wordt
door een stenen brug met vijf bogen. Ze wordt bewaakt door twee heraldieke figuren
uit de zeventiende eeuw. Het prachtige poortgebouw met ronde hoektorens stamt
uit de veertiende eeuw.
Na
de betaling betreden we het 14 ha grote domein dat enkel te bezoeken is tijdens
de jaarlijkse internationale bloembollententoonstelling in april. Onder leiding
van enkele vakspecialisten zijn in het park meer dan één miljoen bloembollen
handmatig geplant door de medewerkers van het kasteel. Als liefhebber van
kleurige voorjaarsbloemen kunnen we genieten van meer dan 500 soorten bloemen
waarvan tulpen in de meerderheid zijn. Tussendoor kunnen we kennis maken met
een 20-tal reproducties van Pieter Bruegel de Oude. Ter gelegenheid van de 450ste
verjaardag van zijn overlijden (1569) brengt Floralia Brussels hulde aan deze
grote kunstenaar. De werken zijn te bewonderen in hun originele afmetingen en
de kaders worden gedecoreerd met bloemen of groen door de bloemsierkunstenaars.
De
arcade aan onze rechterzijde is afkomstig van het Hof van Hoorne, dat gesloopt
werd in 1908. De koets is vooral een publiekstrekker voor amateurfotografen. De
grote serre werd omgetoverd in een mooie binnentuin met enkele bloemstukken. We
kunnen iets verfrissend drinken maar het is prijzig. Verder struinen we langs
een tapijt van wilde bloemen onder eeuwenoude bomen. We kunnen volop genieten
van narcissen, hyacinten en vooral van tulpen. De indrukwekkende bloemenpauw en
de vele bloemperken weten elke bezoeker te imponeren. Tijdens de middag
pauzeren we op een vrijstaande zitbank met een meegebrachte picknick. De
massieve dertig meter hoge slottoren heeft muren die drie meter dik zijn. Het
gebouw telt vier verdiepingen en stamt uit de veertiende eeuw. We hebben de
treden niet geteld, maar het zijn er veel. Het was trouwens druk op de
draaitrap. Er kwamen mensen met kinderen naar beneden terwijl wij naar boven
wilden, en visa versa. Vanop het hoogste punt, dat beschermd wordt door een
gekanteelde muur, hebben we een weids uitzicht over het domein en het Vlaamse
landschap. Een winderig gedoe en het duurde dan ook niet lang voor we de
terugweg aanvatte. Het kasteel zelf was ooit de zetel van de heerlijkheid van
Bijgaarden. Via huwelijk werd het goed in 1720 verworven door Karel-Ferdinand
de Königsegg-Rothenfels. Later wisselde het nog verschillende keren van
eigenaar en raakte het kasteel in verval. Raymond Pelgrims de Bigard redde het
van de ondergang en begon in 1902 met een dertig jaar durende renovatie. Zijn
nakomelingen zetten zijn werk verder. Rechts is een aparte deur die ons toelaat
de kapel te bezoeken. Ze werd magnifiek gedecoreerd met kleurrijke orchideeën. Geniet
nog even mee van onze prachtige fotos.
Op
een zonnige dag in april van 2016 rijden we met de kleinkinderen, Joey en Yuna,
naar de Koekenstad. In Het Steen gaan we helpen om enkele beeldjes te maken
van het type New Generation. Het lijken bange, ineengedoken figuurtjes met
een bolle ruggengraat. Er moeten in totaal 600.000 beeldjes van klei gemaakt
worden, evenveel als er Belgische slachtoffers waren van WOI: militairen en
burgers. Iedereen die een beeldje gemaakt heeft krijgt een boekje mee met een certificaat
van deelname en een dogtag, een ijzeren plaatje dat oorspronkelijk om de nek
van de soldaat zat. De beeldjes worden dan ergens in Ieper uitgestald als
aandenken aan de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. De locatie was toen
nog niet gekend. Afgelopen zomer, 11 juli 2018 rijden we met de kleinkinderen
en hun ouders, Elke en Edwin naar het Provinciaal domein Palingbeek te
Zillebeke, bij Ieper, waarvanaf begin
februari vrijwilligers de beeldjes hebben uitgestald op een groen weiland. Het
was een zee van gebakken kleifiguurtjes. Op een betonnen podium lag een groot rood
gebarsten ei waaruit kleine klei figuurtjes vielen. Het was indrukwekkend. De
kleinkinderen waren alvast enthousiast omdat ze er zelf toe bijgedragen hadden.
We kunnen onmogelijk uitmaken waar hun beeldjes liggen.
Vanaf
donderdag 15 november 2018 worden de beeldjes van klei gratis weggegeven. Wij
rijden de volgende dag naar Palingbeek om enkele beeldjes op te halen. Omdat we
op het nieuws gezien hadden dat er een grote toeloop was van belangstellenden
willen we het niet doen tijdens het weekend. Vandaag vrijdag 16 november 2018 trokken
we met een winkelbakje van de Colruyt naar het Provinciaal domein Palingbeek. Een
mistige dag en kei druk. Parkeren kon op de parking aan de cafetaria. Vanaf
daar moet men te voet. Er zijn al veel beeldjes weg. Hier en daar ligt nog een
kapot exemplaar. Het onkruid is door het dekzeil gegroeid. De mensen staan te
drummen om net dat beeldje te pakken te krijgen wat jij net wil nemen. We turen
in de verte en zien dat er nog veel te rapen valt. Het is een hele zware trip
als we terug komen met ons grijs oranje bakje waar twaalf beeldjes in liggen.
We
plaatsen de auto op het Gezelleplein te Ieper en wandelen naar de Menenpoort.
Van vrijdag 9 november tot en met zondag 11 november vond hier in Ieper de
eeuwherdenking plaats van de Eerste Wereldoorlog. Het begon met een optocht,
een elfnovemberlezing en s avonds een concert in de Sint-Maartenskathedraal.
Op zaterdag vond een herdenkingsmars plaats tussen Somme en IJzer. Op zondag
werd om 11u een extra Last Post onder de Menenpoort gehouden na de eredienst,
het vertrek van de Poppy Parade en de plechtigheid aan het Belgisch Monument.
Na de middag werd een concert gehouden en om 20:00u vond de officiële Last Post
plaats. Onder de Menenpoort liggen nog steeds de kransen die traditiegetrouw
uit klaprozen van kunststof bestaan. Gewoonlijk worden de trappen er mee
versiert maar het zijn er nu te veel. Ze liggen vooraan achter de ketting
afsluiting. Massas fotograven leggen het gebeuren vast. Langs de trap, tussen
de massas poppy kransen gaan we tot op de Menenpoort.
De
leeuwen voor de Menenpoort zijn replicas van het oorspronkelijke paar dat aan
het begin van de Eerste Wereldoorlog op dezelfde plaats stond, op sokkels aan
weerszijden van de weg die toen nog enkel een doorgang in de vestingen
was.
Bij
de vernieuwde rotonde werd een bronzen poppy krans geplaatst dat gesmeed werd
door kinderen naar aanleiding van het smeedevenement Ypres 2016. Terug onder
de Menenpoort nemen we de andere trap tot bovenop de Menenpoort. In het kader
van de herdenking van Wapenstilstand hebben scholieren uit Ieper meer dan
tienduizend kartonnen poppies geplant in het grasperk naast de Menenpoort. Op
de klaprozen staan boodschappen voor de slachtoffers van beide Wereldoorlogen.
De
mist blijft hardnekkig hangen. We gaan terug langs de Menenpoort, voorbij het
Flanders Field Museum dat het historische verhaal van WOI brengt. Op de Grote
Markt wordt momenteel hard gewerkt om de kerstkramen op te stellen. Bij het
Belgisch oorlogsmonument liggen ook verschillende poppy kransen als grote
bloedvlekken op arduinen stenen.
We
komen bij het Sint Georges Memorial Church. Als het daarnet bloedvlekken waren
is dit hier een zee van bloed dat langs de toren naar beneden stroomt en langs
de afsluiting weg stroomt. De Anglicaanse kerk werd gebouwd in 1928 naar de
plannen van de Londense architect Sir Reginald Blomfield. Deze
Herinneringskerk herbergt tal van herinneringen aan WOI. Tot zelfs het
meubilair werd alles door Britse verenigingen, regimenten of individuelen
geschonken. Het is een heel kleurig schilderspalet.
Naast
de Sint-Maartenskathedraal werd hoog op een arduinen sokkel het beeld geplaatst
van de Heilige Maria. Ze wordt omringt door honderden wit gele viooltjes. Dan
gaan we de kathedraal bezoeken. Nadat de voormalige kerk van Ieper verwoest
werd tijdens WOI werd in 1922 de huidige kathedraal herbouwd. Na ons bezoek
zakken we af tot het museum café.
We
kiezen een plaatsje vlakbij de verwarming. Een koffie verwarmt onze ingewanden.
Vanaf Ieper rijden we nog door naar de kust. Naar Koksijde St-Idesbald. Het badplaatsje
kent de laatste jaren een enorme groei op toeristisch vlak. Men is op talrijke
plaatsen bezig om vervallen villas op te knappen. Andere gebouwen worden
gesloopt en op de plaats komen nieuwe appartementsblokken. Het strand is vandaag
leeg en verlaten. De mist maakt het koud. Zelfs de meeuwen vinden het te mistig
om te vliegen. Ze slenteren maar wat rond op het strand. Winkels en horeca
zaken zijn gesloten langs de wandel boulevard. Van de kou haasten we ons toch een
zaak binnen die open is om weer een koffie te drinken om ons op te warmen. We
besluiten achteraf om de heenreis aan te vatten. Het vochtige weer laat zich
voelen aan onze gepensioneerde botten. Ondanks het spitsuur is het tamelijk
rustig op de snelweg. Het is na zes uur als we onze sanitaire stop houden.
Toevallig is het niet bij een Burger King. We zijn er gek op. Het is niet
druk en ik vraag beleefd, zoals het hoort, of ik bij mijn menu een koffie mag
in plaats van een ijs gekoelde frisdrank. De jongeman kijkt me aan en zegt:
-Omdat
je het zo vriendelijk vraagt doe ik dat. Vriendelijk toch?