Dinsdag
9 juli 2019. Het is 08:30u en de temperatuur wijst slechts 17° Celsius aan. Te
fris voor de tijd van het jaar zei Sabine gisterenavond nog. Vanaf morgen wordt
er regen voorspeld die vier à vijf dagen kunnen aanhouden. Daarom willen we
vandaag nog een wandeling maken. Onze benen eens extra uitrekken. En vooral in
beweging blijven. Daarvoor rijden we met onze Citroën Picasso naar Halsteren.
Een dorp van Bergen-op-Zoom in de provincie Noord-Brabant.
Wij
rijden noordwaarts tot in de Ligneweg waar we de wandeling starten. Het is even
oriënteren en kijken welke kant we uit moeten vanaf de parking. Het is nog
vroeg, amper 09:10u. De meeste mensen wandelen met hun hond en tussendoor
worden we ook nog gepasseerd door joggers. We staan vlakbij knooppunt 1 en
slaan rechtsaf in de Fort de Roovereweg vanaf de parking, richting knooppunt 94,
een bosrijke omgeving met uitsluitend loofhout. Eikenbomen staan langs ons pad.
Op het eerste zicht zien we geen processierupsen. Of zijn ze al getransformeerd
tot een prachtige vlinder? Of heeft Nederland geen last van de rupsenplaag? Het
zou ons sterk verbazen als de processierups een halte maakt aan de Belgische
grens. We blijven dan ook niet dralen rondom een eikenboom en stappen er zo
snel mogelijk voorbij. Het is stil en rustig in het bos. We moeten stil staan
en scherp luisteren om de zang van een vogel te horen. In de verte horen we
toch nog het monotone geraas van het verkeer op de hoofdweg.
De
wegbeschrijving is niet evident. Af en toe staan er slechts pijltjes met geel
groene strepen. Net alsof we een langeafstandswandeling maken. We gokken af en
toe of we linksaf of rechtsaf moeten. Ons bospad is zanderig en met een fiets
kan je hier niets beginnen. In de zijbermen groeien prachtige wilde bloemen in
verschillende kleuren. De grote kattenstaart en de lisdodde bloeien weelderig.
Het is echter de distel die de bermen domineren. We komen langs de Groote
Melanen. Een plas met een oppervlakte van 4,5 ha waar sportvissers het hele
jaar door kunnen vissen. Duizenden insecten dansen op of boven de plas. De bomen
weerspiegelen in het heldere water. De zon probeert door de uitdagende grijze
wolken te breken. Als we de geel groene strepen een tijdje volgen bereiken we
toch knooppunt 94. Eureka! We naderen een half open vlakte waar men
fitnesstoestellen langs het wandelpad heeft geplaatst. Het ziet er nog allemaal
nieuw uit. Een grootvader helpt zijn kleinzoon van het ene toestel op het
andere en toont waarvoor het dient. Het kind kraait van plezier. Hier, ongeveer
tussen knooppunt 94 en knooppunt 93 ligt de voormalige West-Brabantse
waterlinie met Fort Pinssen. Dit fort werd in 1628 gebouwd tussen De Roovere en
Moermont met als doel een gat in de inundatievlakte rond Halsteren te dichten.
In 1816 werd het fort buiten gebruik gesteld en na verloop van tijd overwoekerd.
Van een fort is totaal niets meer te zien.
Knooppunt
93 vinden we niet. Op een zitbank maken we de balans op terwijl we van een meegebrachte
thermos een kopje koffie drinken en we besluiten om terug te keren en een
andere weg te nemen. Maar ook dat brengt geen soelaas. We komen weer vast te
zitten. We lopen in een kringetje want we eindigen weer bij de
fitnesstoestellen. Een dame van leeftijd jogt ons tegemoet en we vragen haar of
zij weet welke richting we uit moeten voor een knooppunt. Niet dus. We willen
het eigenlijk opgeven en terug naar knooppunt 1 stappen als we toch een
aanwijzing vinden naar knooppunt 88.
Het
voormalige Fort de Roovere werd gebouwd in 1628 op een hoge zandrug en vormde
samen met de forten Moermont, Fort Pinssen en het Halsters Laag de zogenaamde
linie naar Steenbergen. Door middel van inundatie kon een gebied tussen de
vestingen Steenbergen en Bergen-op-Zoom onder water gezet worden. In 1727 werd
het fort verbeterd. Aan de zuidzijde kwam een aansluitende liniewal tot stand.
Tijdens het Beleg van Bergen-op-Zoom (1747) deden de Fransen tevergeefs een
aanval op het fort. In 1784 bracht men wijzigingen in de voorwerken aan en werd
het hoofdwal aan de noordzijde afgegraven. Het fort werd als vestingwerk in
1816 opgeheven. Van een fort is al lang geen sprake meer. Een houten vlonder
brengt ons over een brede gracht. Van Fort De Roovere rest alleen een
uitgestrekt areaal dat gedeeltelijk een weide- en bouwland vormt, al dan niet
bebost. De duidelijke plateaus met steil aflopende zijden zijn van elkaar
gescheiden door diepe grachten en greppels. Aan de grachtkant werd een hoge
toren gebouwd die een voormalige uitkijktoren vervangt. Deze hoge uitkijktoren,
met de naam Pompejus, kan door middel van 129 trappen beklommen worden.
Bovenaan staan we 25 meter hoog en kijken we uit over de West-Brabantse
Waterlinie en genieten van een prachtige uitzicht.
We
moeten over een verzonken brug waarvan de rand vrijwel parallel aan de grond en
het wateroppervlak loopt waardoor deze nagenoeg onzichtbaar is. Na nog een
aantal trappen kunnen we uitblazen op een houten zitbank. Even pauzeren voor we
de terugweg aanvatten. Het kanon op de waterschans werd als sierstuk geplaatst
en is oorspronkelijk uit Luik en werd in de negentiende eeuw gegoten. Langs de
kortste weg wandelen we terug naar de parking en besluiten we om naar Halsteren
zelf te rijden om in het centrum van het dorp rond te wandelen.
Een
kerktoren leidt ons tot in de dorpskern. Het Raadhuis van Halsteren werd,
volgens de muurankers, gebouwd in 1633. De laatste restauratie vond plaats in
1917 waar men aan de achterzijde de raadzaal vergrote. Het gebouw liep tijdens
WOII grote schade op maar alles werd netjes hersteld in 1949. Sinds 2010 is er
een restaurant-café in het Oude Raadhuis gevestigd. Vlakbij, in de Dorpsstraat,
staat de Nederlandse Hervormde kerk. Gebouwd rond 1457 tegen een veertiende
eeuwse toren. We pick-nicken vlakbij de protestantse kerk op een bankje in het
zonnetje. Vervolgens wandelen we verder door de Dorpsstraat waar we halt houden
bij de Rooms-Katholieke Sint-Quirinuskerk die samen met de pastorie gebouwd
werden in 1911. Na een verfrissing op een schaduwrijk terras van SDW
dag-centrum De Colweghe rijden we naar de bekende Intratuin van Halsteren. Het
dorp staat vooral bekend vanwege haar overdekte Intratuin dat tijdens de jaren
is uitgegroeid tot één van de grootste tuincentra van Nederland. Het bedrijf
Intratuin werd opgestart in 1983 en is marktleider in de Benelux. De winkel is
maar liefst 25.000 m² groot en tevens 7 dagen op 7 open.
We fietsen door dorpen zoals Onze-Lieve-Vrouw-Waver,
langs Putte bij Mechelen, Peulis, Grasheide en Beerzel.
Zaterdag 6 juli 2019. De zomervakantie en het
bouwverlof is begonnen. Momenteel genieten we nog van lange dagen en korte
nachten. De temperatuur wijst momenteel al 23°C aan en het is nog maar 08:30u
in de morgen. Nochtans gaat de zon vaak schuil achter dikke sluierwolken. Maar
het zou beslist droog blijven tot vanavond. We hebben geen regenkledij bij
omdat we onze weergoden vertrouwen. We rijden naar Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Een
gemeente tussen Heist-op-den-Berg en Mechelen. Het is niet al te druk onderweg
op de snelweg E19. Het vrachtverkeer is zelfs op één hand te tellen. Toch is
het langzaam rijden als we de Lode Craeyeckxtunnel naderen. Een kleine drie
kwartier later staan we op de parking vlakbij de begraafplaats. Er is plaats in
overvloed. De begraafplaats heeft een ereperk en een naamplaatje voor
oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog en twee graven van gesneuvelden die
worden onderhouden door de World War Graves Commission. Vooraan, op de lager
gelegen nieuwe begraafplaats, werden de zusters van de Ursulinen begraven. We
houden de begraafplaats rechts van ons en fietsen naar knooppunt 36.
Onze-Lieve-Vrouw-Waver is een deelgemeente van
Sint-Katelijne-Waver en is vooral bekend sinds 1841 vanwege het bekende
Sint-Ursula-Instituut dat hier gevestigd is. De school telt momenteel een 1750
leerlingen en had tot eind jaren tachtig, van vorige eeuw, een internaat. Aan
het eind van de Vinkenhofstraat moeten we oorspronkelijk rechtdoor in de Leemstraat.
We wijken echter even af en slaan linksaf naar Dorp en rijden rond de kerk. De
Onze-Lieve-Vrouwkerk was al van ver zichtbaar vanwege haar 68 meter ranke
toren, de hoogste uit de omgeving. Vanaf de dertiende eeuw was al sprake van
een kerk op deze plek, maar ze werd meermaals verwoest door oorlogsperikelen.
In het ontwerp voor de opvallende vierbeukige kerk werd de laat romaanse
vieringtoren uit de dertiende eeuw behouden. Tijdens de slag om Dorpveld in 1914
raakte de kerk zwaar beschadigd. Het was wachten tot 1921 voor alles terug werd
heropgebouwd. Vlakbij de kerk werd in 1910 het oud gemeentehuisje met schooltje
uit 1829 afgebroken. In de plaats werd dit nieuwe neogotische gemeentehuis
opgetrokken dat nu een ontmoetingscentrum geworden is met allerhande
activiteiten. De waterpomp in het midden van het driehoekige dorpsplein werd in
1870 gestoken om het dorp van zuiver drinkwater te voorzien, na een
cholera-epidemie die aan vele dorpelingen het leven kostte. Tussen de kerk en
het raadhuis werd in 1926 een oorlogs- en Heilig Hart monument opgericht. Het
draagt de namen van de acht Waverse soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog
sneuvelden. Vooraan op het dorpsplein bevindt zich een kleine rozentuin ter
herinnering aan de plaatselijke rozenkwekersfamilie Lens. Na ons kort bezoek
keren we terug en slaan de eerste straat linksaf in de Leemstraat tot knooppunt
37.
We blijven de Leemstraat volgen waar volop de
vrijstaande woningen werden gebouwd. Sommigen hebben het allure van een villa. Al
dan niet door een grote tuin omgeven waarin hier en daar de zomerbloemen
schitteren in verschillende tinten. Het is de tijd van de grote bolhortensias
Annabelle die maagdelijk wit kleuren. Mobilhomes worden op de lange, brede
oprit in gereedheid gebracht. Het is raden waar de rit naar toe gaat. Ik gok op
het zuiden. Voor de bocht linksaf in de Lemenhoekstraat. Een smal asfalt pad
tussen kleine kasseien. Nog meer statige vrije woningen die afgewisseld worden
met groene weiden waarin de koeien grazen. Het is blijkbaar lang geleden dat ze
nog mensen gezien hebben. Ze blijven ons nastaren tot we uit het zicht verdwenen
zijn. Tussen de weilanden lijkt het of de wind een tandje bijsteekt. We laten
ons echter niet kennen. We nemen een ondersteuning meer en halen dan gemakkelijk
een snelheid van zeventien à achttien kilometer p/u. We genieten tussendoor van
de prachtige panoramazichten. Even verder rijden we op het grondgebied Putte. We
rijden echter niet door het centrum. In de Spoelstraat dwarsen we de N15
Mechelbaan. We laten de drukke straat achter ons en draaien de smallere
veldwegenen kronkelpaadjes in. We bereiken
even later knooppunt 26.
Rechtsaf in de Schaapstraat langs de Sport- en
recreatiecentrum met ruime parking. Het is weer een smal asfalt pad waar we
door moeten en we hopen maar dat er geen autos moeten passeren. Misschien
aangelanden maar dat maakt het daarom niet veiliger. De regio is soms zacht
glooiend maar met onze e-bikes is dat geen probleem. We nemen een ondersteuning
meer en zoeven naar het hoogste punt. Bij de afdaling schakelen we onze
ondersteuning uit en laten ons uitbollen. De handen binnen het bereik van de
remmen. Als we een bosrijk gebied naderen zijn we uiterst voorzichtig en
speuren op de eikenbomen naar de processierupsen. En als we ze zien wat dan? Moeder de vrouw
fietste net nog met opgetrokken mouwen maar nu trekt ze wijselijk haar mouwen
naar beneden tot bijna over haar vingers. Stukken bos worden afgewisseld met
weiden en akkers waar tussen grote en kleine boerderijtjes of statige
landhuizen gebouwd werden. We vullen ondertussen onze longen met groene
zuurstof terwijl we genieten van prachtige vergezichten. Op sommige akkers is
de maïs al hoog gegroeid ondanks de droogte. Zelfs vanop de fiets kunnen we er
niet meer bovenuit kijken. Het koren oogt goudgeel en de enkele klaprozen
kleuren als bloedvlekken ertussenin. Ergens hoog boven ons in de kruin van een
beukenboom horen we de luidkeelse discussie van de eksters die in de groene
stilte de rust verstoren. De zon speelt gedurig verstoppertje achter grote
wolkenformaties. We zijn er niet gerust in. Ons Rina trekt een golfje aan. Teneinde
moeten we rechtsaf op een brede betonbaan. Oef! Even toch want wat verder
moeten we linksaf in Zegbos en weer is het een smal pad om op te fietsen. Als
er een auto wil passeren moeten we aan de kant in het gras of de sloot
inspringen. Keuze genoeg. Teneinde Zegboszijn we terug aan de grote N15 Mechelbaan die we rechts laten liggen. Vlak
voor het centrum van Peulis staat een kapel van de negentiende eeuw aan onze
linkerzijde. Mooi wit gekalkt met grijze plint. De dubbele groene deur is
afgesloten. Erboven staat H. Apollonia in drukletters geschilderd. De Heilige
Apollonia uit Egypte is de patrones van de tandartsen en wordt aangeroepen bij
kiespijn. We volgen verder de Oude Putsebaan tot aan het kruispunt met de Peulisstraat.
Aan de overzijde is café in t witte huis (2009). Hier rechtsaf tot aan het
majestueuze gebouw dat in 1895 werd opgetrokken als pastorie. Het toont vanop
afstand indrukwekkender dan de Sint-Jozefkerk van Peulis. Tussen de pastorie en
de kerk bevindt zich een Lourdesgrot. Dichtbij de beelden van Maria en
Bernadette houden we onze koffiestop. Terug naar het kruispunt met de Oude
Putsebaan en rechtsaf.
Na knooppunt 01 moeten we linksaf in de Scherpstukleiwaar we weer omgeven worden door
groene natuur. De weilanden worden op sommige plaatsen nog afgeboord met oude
knotwilgen en grachten. De bomen geven door hun scheve groei de heersende
windrichting mee. Teneinde rechtsaf fietsen we door Bonheiden. Een gemeente die
aanzien kreeg door de omvorming van een sanatorium in een ziekenhuis en er voor
tewerkstelling zorgde. Eens in de Harentstraat worden we omgeven door een
bosrijk gebied. Verderop bevindt zich de watertoren van Bonheiden. Een betonnen
kegelvormige kuip van 1973. Op de hoek Oude Booischotsebaan/ Harentstraat te
Bonheiden vinden we op een driehoekig pleintje met twee linden de zogenaamde
Onze-Lieve-Vrouw van Harentskapel, patrones tegen koorts. Gebouwd in 1965 ter
vervanging van een zeventiende eeuwse kapel. Een picknicktafel nodigt uit om
onze lunch te verorberen. Met een warme kop koffie erbij genieten we voor twee.
Aan knooppunt 74 linksaf in de Peerlaarstraatmet mooie moderne villas die vaak
worden afgeschermd met hoge hagen en veilige ijzeren hekwerken. Moet het gezegd
worden dat we af en toe een hond horen blaffen? Volgens mij zijn het geen
schoothondjes. Op de Oude Booischotsebaan zien we de hoge watertoren boven de
kruinen van de bomen uitsteken. Langs de weg rijden we vlak naast een bunker
van het type PS2. Deze kazemat van het anti-tank centrum was een onderdeel van
de KW-Linie, (KW = Koningshooikt Waver) aangelegd tussen september 1939 en
mei 1940. In de Plasstraat vinden we knooppunt 15. Even rechtdoor en dan
rechtsaf in de Bleukstraat. We
fietsen tweemaal over de Krekelbeek die door het landschap slingert. Het is
ondertussen wel duidelijk dat we door de natuur fietsen. Het is één en al
landschap afgewisseld met bomen, weiden en vergezichten om bij weg te dromen.
Tussendoor zien we de statige villas die Bonheiden hebben doen groeien. Eens
we terug door de Plasstraat fietsen bevinden we ons op het grondgebied van
Putte.
Van ver zien we de spitse toren van kerk net
boven de bomen uitkomen. Daar moeten we naartoe. We bevinden ons in Grasheide.
Een gehucht van Putte met een kleine 2.000 inwoners. Aan de nieuwe bebouwing te
zien groeit het gehucht elk jaar. We bereiken de dorpskern en houden halt bij
de Sint-Gerardus-Majellekerk. Opgetrokken rond 1909. Het voormalige kerkhof
werd omgebouwd tot parking. Over de kerk is een zonnig terras dat we niet
zomaar kunnen negeren. Het wordt een sterk biertje. We hebben het terras
helemaal voor onszelf. Maar we genieten voor twee. In de Kerkhoflei werd in
1948 het kleine kapelletje gebouwd, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Info is ter
plaatse. Teneinde de Kerkhoflei is ons knooppunt.
Als we linksaf slaan in de Haachtsebaan vinden
we de kleine kapel die werd gebouwd ter ere van de Heilige Gerardus Majella,
patroonheilige van de parochie. Gebouwd in 1919 door August Jennen. In 1919
wilde Frans Mariën, overgrootvader van de eigenaar met drie dochters naar
Beerzel verhuizen, zeer tegen de zin van de meisjes die in Grasheide wilden
blijven. De familie beloofde een kapelletje te bouwen als ze in Grasheide een
woning vonden. Enkele weken later kon Frans het huis kopen en na de
verbouwingswerken metste hij het kapelletje. In deze straat zijn talrijke
nieuwbouwhuizen die kunnen doorgaan voor villas. Over huisnummer 57 vinden we
onze volgende wegkapel met infobordje. Gebouwd voor Maria van Lourdes. Na de
kapel rechtsaf in de Vijfheidewaar
we al snel weer opgeslokt worden door groene natuur, open velden en weidse
vergezichten. De skyline wordt gedomineerd door hoge loofbomen. De boerderijen
werden mooi gerenoveerd tot woningen. Een fel gegeerd vastgoed. Op het einde
van de Grasheideweg is ons knooppunt.
We fietsen op het grondgebied van
Heist-op-den-Berg. De gemeente dankt zijn naam aan de Heistse Berg, een
heuvel die centraal in de gemeente ligt. Op de 48 meter hoge top ligt het
historische centrum. Aan het einde van Oude Schrieken bevinden we ons in het
gehucht Achterheide. De kapel in de Hollandstraat is van Onze-Lieve-Vrouw van
Hal en oorspronkelijk gebouwd in 1894. Door het getraliede venster zien we de
zwarte madonna op het altaar staan. Vanaf de Hollandstraat fietsen we weer op
een smal asfaltpad onder bescherming van de takken van de bomen. De
zonnestralen dringen niet door de overhangende takken van de bomen. Het is hier
fris en stil. Daarnet reden we nog door een drukke hoofdstraat met razende
autos. Het was even schrikken na een trip door het rustige landschap.
Rechtdoor en rijden even later het centrum in
van Beerzel. Een deelgemeente van Putte dat al bekend was in 1151. Ook hier is
een getuigenheuvel te zien met 51,60 meter het hoogste punt van de provincie
Antwerpen. De Beerzelberg is een recreatiegebied met spelen voor jong en oud.
Biljarten, poolen, minigolf en een speeltuin voor de kleinsten. Een leuke plek
om te wandelen door bos, hei en grasland. Er zou een terras zijn maar afgebrand
in 2017. Even verder rijden pal op de zoveelste wegkapel van vandaag. Op de
hoek met de Koningsbaan/Warandestraat werd de bakstenen kapel in 1885 gebouwd.
Op het altaar staat een Mariabeeld en obiitborden van 1938 en 1966. We komen
niet veel fietsers tegen op onze tocht. Blijkbaar zijn er veel naar het
buitenland vertrokken.
Rechtsaf in de Diepestraat met de Beerzelberg
rechts van ons. De Borgstraat brengt ons tot aan de N15 of Mechelbaan. Een
stukje rechtsaf en de eerste straat linksaf in de Molenstraat. Een brede
betonbaan en heel veel groen. Op de Berlaarbaan verlaten we het grondgebied van
Beerzel en rijden door Berlaar. Onze laatste kapel is de Kapel van de Heilige
maagd.
Na afloop van onze fietstocht staat de
fietsenteller op 48 kilometer en rijden we met de auto naar Brasserie De
Stenen Molen voor een welverdiend avondmaal. De fotos spreken voor zich.