Fietsknooppunten:
96 -25 -98 -85 -93 -99 -9 -73 -68 -71 -86 -66 -84 -67 -21 -31 -13 -3 -6 -46 -45
-44 -56 -52 -65 -14 -96 = 43,5 kilometer.
Dinsdag
21 augustus 2018. Half acht, het is reeds 20°C. maar licht bewolkt. We rijden
vandaag naar de provincie West-Vlaanderen voor een fietstocht door de Leiestreek
met een ontbijt vooraf. De kinderen en kleinkinderen gaven ons een bongoboekje
cadeau met verschillende adresjes. Wij kozen voor B&B De Zoete Kers dat
gelegen is aan de rand van het schilderachtige Wakken. Een dorp omringd door
wandel- en trekpaden, halverwege Gent en Kortrijk. Het is een groene hoeve die
enkele jaren geleden werd omgebouwd tot een B&B. We hoefden niet eerst een
overnachting te boeken om van een stevig uitgebreid continentaal ontbijt te
genieten. Gewoon een afspraak maken was voldoende om een flinke dosis energie
op te slaan. Als welkomstdrankje werd een glas cava aangeboden. In het midden
van de tafel stond een mand met een broodassortiment zoals wit, volkoren en
pistolets. Ook een bord met kaas en fijne vleeswaren, verschillende confituren
of gewoon choco, siroop en honing stonden uitgestald op tafel. Koffie werd in
een thermoskan aangeboden en een theekannetje voor moeder de vrouw werd binnen
handbereik geplaatst. Het was top.
Verzadigd
rijden we met de auto verder naar Vichte, een deelgemeente van Anzegem. Het
dorp Vichte is een toeristische regio die het verloop volgt van de Leie van
Kortrijk tot Gent. Om 10u20 staan we op de parking in de Kerkdreef te Vichte,
vlakbij de Oude Kerk. Hier hangt nog een hardnekkige mist doordat de wind
volledig is weggevallen. Hopelijk komt de zon erdoor. We houden uit voorzorg
maar onze trui aan. Op de fiets heb je altijd wel een beetje wind. We bevinden
ons vlakbij het wandelnetwerk Land van Streuvels waar men kan kennismaken met
het glooiende landschap zoals Stijn Streuvels het in zijn romans omschreef. De
wandelknooppunten zijn hier ook al ingeburgerd.
We
beginnen onze fietstocht rond de kerk omdat we niet goed weten welke kant we
uitmoeten. De Sint-Stephanus en Sint-Theodonicuskerk, een typische
plattelandskerk, werd rond 1100 gebouwd als bidplaats voor de onderdanen van de
heren Van der Vichte. Aan de westzijde was het gebouw afgesloten door een
klokkenmuur. Deze eerder Franse bouwwijze valt te verklaren door de
aanwezigheid op de linkeroever van de Vichtebeek van monniken uit de abdij van
de Gulden Berd te Reims. In de veertiende eeuw werd het kerkje omgebouwd tot
kruiskerk. Het mooie portaal met deuromlijsting in Vlaamse barok kwam er in
1779. Omdat ze te klein werd, besloot men in 1962 in Vichte een nieuwe
parochiekerk op te trekken. De Oude Kerk kreeg een nieuwe bestemming als
bibliotheek en vormt sinds 1996 het decor voor concert- en expositieruimte.
We
houden de Oude kerk rechts van ons en fietsen langs de Kerkdreef tot het eind.
Rechtsaf op de Vichteplaats. Recht voor ons is café Den Hert van Verhaeghe.
Bij de hoge bomen werd een infobord geplaatst. Vichte heeft een rijk verleden
dat nog spreekt uit de overgebleven stenen getuigen. Op het einde van de elfde
eeuw schonk de graaf van Vlaanderen Robrecht II aan zijn ridder Goswin een
mooie partij bos in leen, gelegen op de rechteroever van de Fluviolum Fifta
of Vichtebeek. Omstreeks 1100 bouwde Goswin er een bescheiden kasteel. Het Oud
Kasteel was bijna zes eeuwen lang het hoofdkwartier van het geslacht van der
Vichte. Het oudste gedeelte is te situeren aan de achterzijde van het bestaande
gebouw. Bij de brug die naar de binnenplaats leidt springt de merkwaardige toegangspoort
meteen in het oog. Op de zijgevel van de vijftiende eeuwse schuur prijken de
wapenschilden van Vichte en Vichte-Wielant die verwijzen naar de toenmalige
heer en vrouw van Vichte. Naar verluidt was Karel V, de vermaarde keizer Karel,
hier ooit te gast. Vanaf de zeventiende eeuw werd het kasteel verhuurd. Later
kwam het in handen van de familie Verhaeghe, die het nog altijd bewoont.
Alhoewel het kasteel niet toegankelijk is voor publiek gaan we toch langs het
brede kasseipad tot over de slotbrug voor een paar sfeerfotos. De tuin van de
binnenplaats is prachtig aangelegd en heeft totaal niet te leiden van de
droogte.
Terug
naar café Den Hert, linksaf en nemen de tweede straat links in de Kerkdreef. In
de bocht van de Kerkdreef staat de oude hoge wegkapel , opgedragen aan de Heilige
Joseph in 1931 op de plaats van een oudere kapel die gebouwd werd, volgens
opschrift, in 1877. De deur staat open en we werpen een blik op het interieur.
De muren zijn bekleed met faiencetegels. Op een altaar werd een groot houten
beeld gezet van Sint-Jozef met kind. Op het ijzeren hek werden paternosters opgehangen.
Op
deze plaats zien we dat we in de verkeerde richting rijden. We hadden eerder
moeten afslaan. We hadden het niet gezien. Terug tot een pad rechts ons in
Kasteelpad loodst en knooppunt 96 aanwijst. Op de hoek werd verticaal een hoge
ijzeren plaat neergepoot met een gedicht van Stijn Streuvels. Voor de
spoorwegtunnel liggen koeien te grazen naast een krater die gevuld is met
regenwater. Of het een bommenkrater is laten we in het midden. We moeten onder
de spoorweg tot het eind. We fietsen langsheen het Koopcentrum Molecule. Eens
uit het centrum van Vichte wordt het landschap lichtglooiend. Af en toe nemen
we een extra ondersteuning om heuvelop te geraken. Het prettige ervan komt
achteraf. Dan laten we onze fiets de vrije loop met de vingers klaar om af te
remmen. We houden het voorzichtig. In de bochten vertragen en niet te kort
achter elkaar hangen. Voorkomen is beter dan genezen. In de Neerkouter rijden
we op een smalle asfaltweg waar we omringd worden door hectaren landbouwgronden
met voornamelijk maïs- en aardappelvelden. In de verte duikt weer bebouwing
op.
Na
knooppunt 98 naderen we Otegem. Het landschap is groen. Zo te zien hebben ze
hier geen of bijna geen last van de droogte gehad. We genieten onderweg van
prachtige, heuvelachtige vergezichten. Zelfs door de mais, die blijkbaar van
hoogte staat, moeten we niets missen van het landschap. De zon laat zich nog
altijd niet zien maar de bewolking of mist begint op lossen. Het verschil is te
voelen in de temperatuur. Onze trui verdwijnt in de fietstassen. Sommige akkers
kleuren bruin. Het rijpe koren werd onlangs afgereden. Links, in de verte, zien
we de vierkante spitse kerktoren van Tiegem tussen een rij bomen. Rechts van de
toren prijkt de romp en wieken van de Bergmolen van Tiegem. Prachtige beelden
die je niet vaak meer in Vlaanderen tegenkomt.
We
moeten door het centrum van Otegem dat een deelgemeente is van Zwevegem. Op de Otegemplaats
staat de Sint-Amanduskerk op het hoogste punt van het dorp. De
Sint-Pietersabdij van Gent laat in 1788 de huidige kerk bouwen op de plaats van
de in 1776 afgebroken oude kerk. Ze werd pas voltooid in 1796. Tegen de
koormuur staat de stenen calvarieberg uit 1789. De glasramen dateren tussen
1895 en 1955. De kerkpoort staat open voor bezichtiging maar we worden
tegengehouden door een glazen wand. Links is een kapel waar je wel binnen mag,
om te bidden of een kaars te branden. Het is een mooie kerk. Het interieur is onvoorstelbaar. Naast
de kerk prijkt het bronzen beeld van Jef Planckaert. Hij werd geboren te
Poperinge op 5 mei 1934. Jef Planckaert was een beroepswielrenner van 1956 tot
1965 en in de jaren van 1960 werd hij aanbeden als held in de Ronde van
Frankrijk en vele wielerklassiekers. Hij overleed alhier in Otegem op 22 mei
2007 na een slepende ziekte. Naast het beeld van Jef Planckaert werd het
monument 14-18 en 40-45 opgericht. Aan de overzijde staat het gouden Heilig
Hartbeeld in een plantsoen.
We
verlaten het centrum van Otegem en moeten al vlug een omweg maken omdat een
vrachtwagen de weg verspert over de volledige breedte van de rijweg. Een
grijpkraan maakt de gracht terug open die bijna dichtgegroeid is. Ook aan de
andere zijde is een gracht en we kunnen er niet langs. Een omleiding is niet
voorzien. Dan maar op eigen houtje. Eerst rechtsaf, dan links en aan de
volgende straat weer een bord dat wijst dat de straat is afgesloten. We zitten
juist en vervolgen ons knooppunt 85. Het barst hier van de schilderachtige
taferelen. We genieten van mooie vergezichten onder een mooie strakke blauwe
hemel. Dit is genieten. De fotos zijn ook mooier nu de zon schijnt. Hier doe
je inspiratie op als kunstschilder, beeldhouwer of dichter. We komen gelijk tot
rust. Tussen twee akkers spotten we een vierkante kapel die omgeven wordt door een haag. Het rode
pannendak steekt er net boven uit. Ons Rina trekt er te voet naar toe. 150
meter de akker in voor fotos. het interieur kan ze door de deurraam
fotograferen. Twee grote gekleurde beelden staan achter glas in een nis.
Bloemen en kaarsen sieren de kapel op. Wat verder spotten we weer een kapel
tussen twee akkers. We nemen deze keer van ver een foto. Boven de kruinen van
de vele bomen steekt de kerktoren uit van Avelgem. De wind brengt het geluid
mee van de klokken die net het middaguur luiden. Vlak voor het centrumbord zien
we nog een kleine gemetselde wegkapel.
Op
het kruispunt voor de kerk zien we een bruin bordje met de mededeling dat er
rechtsaf de Tondeelmolen staat. Er wordt echter niet vermeld hoe ver of waar de
molen staat. We wagen het erop. Rechtsaf tot het eind. We staan voor een straat
die opengebroken ligt. Een laag asfalt werd verwijdert en nieuwe rioolbuizen
liggen op het voetpad te wachten tot ze ingegraven worden. Aan de overzijde
werd het voormalige station gebouwd in 1924 ter vervanging van een station uit
1869 dat tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar werd beschadigd. Het
stationsgebouw wordt momenteel gebruikt door het Gemeentelijk Atelier voor
Visuele Kunsten van Avelgem. Van een bordje dat een molen aangeeft zien we
niets meer. Een toevallige voorbijganger weet ook niets van over molen in de
buurt. Ons Rina wandelt tot voorbij het oud-station en speurt de skyline af.
Niets dat op een romp of op wieken lijkt, zover ze kan zien. We draaien terug
en vervolgen onze weg naar de kerk van Avelgem.
Avelgem
is een dorp dat ligt tegen de grens van Oost-Vlaanderen en Henegouwen. Het is
tevens de gemeente waar Stijn Streuvels, in zijn jonge jaren en nog onder
zijn echte naam Frank Lateur bakker was. De huidige Sint Martinuskerk werd
opgetrokken na WOI. De voormalige kerk werd tijdens zware bombardementen
vernietigd en dateerde van 1869. Ook de kerk is een indrukwekkend gebouw, zowel
van binnen als van buiten. Ze staat momenteel voor de helft in de steigers. Het
is een heel lichte kerk doordat er gewone ramen zijn voorzien die de kerk volop
in het daglicht zet. Slechts opzij en boven het oude altaar zien we prachtige
glas-in-loodramen. Het H. Hartbeeld staat voor de kerk. Bij de kerk verlaten we
even onze route. We slaan linksaf voor de kerk en blijven rechtdoor rijden tot
bij de Scheldeburcht, of wat er van overblijft. Voor de aanleg van de
Kasteelstraat in 1813 werden namelijk het poortgebouw en een vleugel gesloopt
en de omwalling gedempt. Op de koop toe ging in 1957 nog een tweede vleugel
tegen de grond, om plaats te maken voor de uitbreiding van het Sint-Jan
Berchmanscollege. Het oorspronkelijk kasteel, dat in de vijftiende- en
zestiende eeuw werd gebouwd, moet dus minstens drie keer zo groot zijn geweest.
De familie dUrsel, eigenaar vanaf 1701, liet het eind achttiende eeuw echter
verkommeren. Vandaag de dag is enkel de oostvleugel bewaard. Hij biedt onderdak
aan het plaatselijke conservatorium, het gezondheidscentrum en het
consultatiebureau van Kind en Gezin. Het kasteel toont heel oud. De rode
bakstenen kankeren weg. Ik twijfel er niet aan dat het interieur mooi
gerenoveerd werd, maar de voorgevel moet dringend gerestaureerd worden. We
rijden terug naar de kerk en volgen verder knooppunt 99.
We
moeten voorbij een speeltuin waar volop ambiance is van roepende en gillende
kinderen. Het is hoorbaar dat het nog steeds vakantie is. We moeten rechtsaf
maar onze weg is afge-sneden door nadarhekken en een verkeersbord verbiedt
doorgang langs beide zijden. Een omweg is niet voorzien. Het is tirez votre
plan. De dranghekken zijn duidelijk geplaatst om de veiligheid van de spelende
kinderen te garanderen die hier, god weet waarom, over en weer rennen. Voor het
gebouw staan fietsen geparkeerd en wij wagen het erop. We loodsen onszelf
voorbij de hekken en fietsen verder. Na het oponthoud wachten ons zitbanken die
uitnodigen om onze meegebrachte picknick te verorberen. Op deze plek, achter de
kerk van Avelgem zijn de rivierarmen, afgesneden meanders na het rechttrekken
van de Schelde, nog steeds goed zichtbaar in het landschap. Ook een groot deel
van de Scheldemeersen, het natuurlijke overstromingsgebied van de rivier, is
als ongerept stukje groen intact gebleven. De marslanden vormen een
natuurgebied van 450 hectaren. Na onze picknick fietsen we ongeveer 2 kilometer
op de Trimaarzate. Het was ooit de bedding van spoorlijn 85, die Oudenaarde
verbond met Moeskroen en aansloot op het Franse spoorwegnet. De naam verwijst
naar de vele pendelaars of trimaars die dagelijks de trein namen om in de
Noord-Franse textielfabrieken te werken.
Het
dorp Outrijve ligt aan de hoge oever van de Schelde en behoort bij Avelgem. Bij
het inrijden van het dorp zien we in de verte de bovenkruin van een windmolen
boven de bebouwing uitsteken. De wieken zijn nog aanwezig maar ze draaien niet.
We hebben nog wat kilometers voor de boeg en besluiten er niet naartoe te
rijden. We houden halt bij de kerk. De oorspronkelijke kerk van Outryve dateert
uit de tiende eeuw en werd drie eeuwen later vervangen door de huidige
Sint-Pieterskerk. De kerk van Outrijve is binnenin ook te bewonderen. Ook hier
hangt een drieluik van O. L. Vrouw van altijd durende bijstand. Mooie sierlijke
glasramen met nog onbekende heiligen. De tekst is nog in het latijn
weergegeven. Op het kerkhof ligt een perk met 14 Britse militaire graven van
gesneuvelden uit WOI. Een van hen kon niet meer geïdentificeerd worden. Ook op
het bijhorende kerkhof ligt de Belgische wielrenner Paul Deman begraven.
Geboren in Rekkem op 25 april 1889 en werd prof in 1910 tot 1925. Hij stierf in
Outrijve in 1961. Deman was winnaar van de allereerste Ronde van Vlaanderen in
1913. Voorbij de kerk van Outryve bereiken we de linkeroever van de Schelde die
hier de natuurlijke grens vormt tussen West-Vlaanderen en Henegouwen en is dus
tegelijk de taalgrens. We volgen het jaagpad ongeveer twee kilometer tot op de
plek waar het kanaal vanuit Kortrijk aansluiting vindt op de rivier. De sluis
tussen beide overbrugt een verval van maar liefst 9,49 meter. De sluis meet
115m x 12,50m. We rijden over het kanaal Bossuit-Kortrijk na een foto van
weelderige mooie bloemen.
Aan
knooppunt 86 bevinden we ons in Bossuit, waar het kanaal uitmondt in de
Schelde. We moeten oorspronkelijk de
eerste straat rechtsaf maar wij rijden nog 150 meter rechtdoor op de
Doorniksesteenweg, of de N353, tot bij de Sint-Amelbergakerk. De kerk bestaat
al sinds de tiende eeuw en in de negentiende eeuw tekende men de plannen voor
de nieuwbouw. De bouwwerken startten in 1857 en negen jaar later werd de kerk
officieel ingewijd. Ze werd deels vernield tijdens de Grote Oorlog maar werd
heropgebouwd in de jaren van 1920. Toen de Sint-Amelbergakerk in 2007
bouwvallig werd verklaard ging men op zoek naar een nieuwe bestemming. Deze
kerk werd opnieuw geruïneerd en ondertussen heeft de Britse Ellen Harvy de kerk
getransformeerd tot het kunstwerk Repeat een publieke ruimte in open lucht. De
schaduwtekening op de terrazzovloer is een samenspel van de lijnen van het
gebinte van de voormalige kerk en op het silhouet van de na WOI vernielde
kerktoren. De officiële opening van het kunstwerk vond plaats op 13 juli 2014.
Vooraan de kerk is nog steeds de begraafplaats aanwezig met verschillende
negentiende eeuwse arduinen grafmonumenten. De bekende marmeren zerken zijn van
de oud-strijders. Vooraan werd een monument opgericht voor de militairen en
burgerslachtoffers van WOI. Het loont te moeite om even af te wijken.
We
blijven de Doorniksesteenweg (N353) nog ongeveer 200 meter verder volgen tot we
rechts het domein zien van een deels omwald kasteel. Het werd in 1710 door de
heren van Bossuit verkocht aan burggraaf Michiel Maximiliaan Luytens. Die liet
er een park aanleggen en gaf het oorspronkelijke kasteel een neoclassicistisch
tintje. Toen het kanaal, dat vlakbij werd aangelegd, in 1860 officieel geopend
werd, in aanwezigheid van koning Leopold I, werd het banket in het kasteel
gegeven. De voorbije jaren kwam het imposante kasteel herhaaldelijk in het
nieuws door een keiharde vete tussen de erfgenamen, de broers de Talhouet de
Boisorhand. Het geschil is intussen bijgelegd en de jongste tijd werd hard
gewerkt om het kasteel op te knappen en het een meer openbaar karakter te
geven.
Terug
via de N353 tot aan het kanaal. Linksaf op het jaagpad langs het 15 kilometer
lange kanaal dat momenteel groen oogt door de algen. Er is ondertussen
bewolking opgekomen maar de temperatuur blijft goed. We bevinden ons op het
grondgebied van Moen. Een klein dorp langs het kanaal dat de Schelde met de Leie verbindt. Aan
knooppunt 67 zien we rechts de Sint-Pietersbrug. De negentiende eeuwse ijzeren
hefbrug en de oude kanaalarm werden recent uitgeroepen tot mooiste plekje van
de regio Zwevegem. De Sint-Pietersbrug is afgesloten met de bekende hekwerken.
Een geel A5 blad werd eraan bevestigd met de mededeling dat de brug moet
gerestaureerd worden. De gemeente vraagt een vergunning. Het onkruid staat op
de meeste plaatsen meer dan een meter hoog. We houden een korte idyllische stop
bij de picknicktafel voor een appeltje en een lauwe kop koffie. De meeste
landbouwgronden zijn in toenemende mate ingenomen door maïs. Het wordt geteeld
voor veevoeder. Wat verder fietsen we langs het Orveytbos. Een bos dat op het
einde van de jaren 1980 werd aangelegd op een oud kleistort. Het gebied is rijk
aan natuur met een overweldigende hoeveelheid fauna en flora. Met wat geluk
spotten we herten, reeën of zwijnen.
Aan
knooppunt 21 rijden we onder de Smalspoorbrug van Zwevegem door. Ze werd
vermoedelijk gebouwd op het eind van de jaren 1970, na de verbreding van het
kanaal. Verderop werd het kanaal overspannen door de Knokkebrug. We fietsen
op het grondgebied van Zwevegem als we boven de kruinen van de bomen een
gemetselde schouw zien uitsteken. Ook een soort van watertoren waagt zich de
hoogte in. Net voor WOI werd langs het Kanaal Bossuit-Kortrijk een
elektriciteitscentrale gebouwd. Steenkool werd in elektriciteit omgezet. De
productie werd in 2001 stopgezet. Een groot herbestemmingsproject zorgde ervoor
dat het industriële erfgoed werd omgetoverd tot een locatie voor recreatie,
toerisme, wonen en avonturensport zoals duiken, cultuurprojecten en allerlei
events. Er worden volop renovatiewerken uitgevoerd aan de oude
elektriciteitscentrale Transfo. De centrale werd gebouwd in 1911 en 90 jaar
later buiten gebruik gesteld. De locatie bezit nog een unieke collectie ketels,
machines en generatoren.
Vervolgens
fietsen we onder de La Flandre brug door die gebouwd werd vanaf november 1980
op de plek waar weverij La Flandre stond die gesloopt werd. Op de
steunpilaren van de brug werden tekeningen met graffiti aangebracht. Ongewoon
prachtige kunstwerken.
Bij
de rotonde aan knooppunt 6 moeten we ergens verkeerd gereden zijn. We fietsen
langs een drukke baan, wat niet evident is voor het fietsknooppuntnetwerk. Naast
ons razen de autos en vrachtautos ons voorbij. Na het rustige platteland is
het weer even wennen. De drukte negeren kan niet. Aan de doorsteek naar rechts
houden we halt en zien daar knooppunten bordjes hangen. Normaal gesproken
moeten we daar fietsen want het bordje wijst knooppunt 46 aan. We vervolgen
vanaf hier onze verdere route. Eens op het grondgebied van Stasegem fietsen we onder
de E17 door en rijden we via de Beneluxlaan tot het eind. We zijn in het
gehucht Stasegem. Normaal moeten we rechtdoor maar aan dit kruispunt slaan we
linksaf en fietsen op de Steenbrugstraat 400 meter tot het volgende kruispunt.
Linksaf in de Brouwerijstraat tot het eind. Hier vinden we, achter de bomen,
een kasteel dat werd gebouwd in 1898 voor brouwer politicus Jules
Deconinck-Laga. Tijdens WOI kwam er een hospitaal voor Duitse soldaten. Vandaag
is het de privéwoning van vastgoedmakelaar Thiers. Terug naar de
Steenbrugstraat. Rechtsaf en aan de Beneluxlaan linksaf op een voorbehouden
fietspad dat ons over de spoorweg brengt tot bij de molen van Harelbeke.
Een
Koutermolen op het provinciaal domein De Gavers. Opgericht tussen 1775 en 1789.
In 1810 vervangen en op deze plek opgetrokken. De molen is ontoegankelijk
wegens een rotte buitentrap. De priemende zon nodigt uit tot een terrasje. We
passeren dus cafetaria De Gavers niet zonder een frisse sanitaire stop met
vriendelijke bediening. Al wordt iedereen geplaagd door luie wespen. Moeder
de vrouw drinkt een Pilaarbijter en ik hou het bescheiden bij een blonde
Petrus. Schol!
We
zijn in de Harelbeke. De stad aan de Leierivier met haar legendarische bochten. We fietsen door het provinciaal domein De
Gavers van maar liefst 200ha dat ontstond rond het Gavermeer van 62 ha. Het
biedt tal van ontspanningsmogelijkheden, van wandelen en fietsen tot water- en
avonturensporten. Ook een vogelreservaat en een arboretum is aanwezig.
Ons
volgende dorp dat we vereren met een bezoek is Deerlijk. Als we rechtsaf slaan,
in de Stationsstraat, moeten we oorspronkelijk direct linksaf, maar we fietsen
ongeveer 400 meter verder en slaan linksaf in de Vercruysse de Solartstraat tot
bij het Gaverkasteel. De straatnaam verwijst naar de adellijke familie die er
eind negentiende eeuw een herenboerderij liet verbouwen tot een kasteel. Tijdens
WOI werd het kasteel opgeëist door Duitse officieren die veel kostbaar
meubilair naar Duitsland lieten overbrengen. Op bepaalde plaatsen werden
silhouetten van de Groote Oorlog aangebracht met tekst. Op 10 september 1914
gingen wraaklustige Duitsers op zoek naar de daders van een schietpartij eerder
die dag. Boerderijen worden in brand gestoken. Ook hoeve Ostyn, die na de
oorlog door het leven gaat als het Verbrand Hof. Zoon des huizes Gustaaf
Ostyn wordt onterecht aanzien als dader en wordt met een lans omgebracht door
de Duitsers. Hij is daarmee de eerste Deerlijkse burger die sterft in WOI.
In
1956 werd het hele kasteeldomein aangekocht door de gemeente die er een
sportcentrum creëerde. Het vroegere koetshuis werd een restaurant. Het kasteel
van Gavers is niet echt indrukwekkend. De stenen pilaren aan de inkom ogen
fraaier dan het kasteel. Het OCMW en de jeugdbeweging zijn in dit gebouw
gevestigd. Momenteel zijn scouts een houten constructie aan het opstellen met
palen die niet genageld of geschroefd worden. De palen worden aanéén gesjord
met touwen. Er wordt dit weekend een fancy-fair gehouden. We fietsen dezelfde
weg terug tot het eind. Rechtsaf in de Stationstraat en eerste straat rechtsaf
voor het vervolg.
Aan
het kruispunt van de Braamakkerstraat en de Kapel ter Rustestraat kunnen we
niet naast de enorme kapel kijken. Een grote statige kapel met een bewogen
leven. Ze werd gebouwd in 1632 in
opdracht van Jan du Bois, deken van het toenmalige kapittel. In de achttiende
eeuw wordt de kapel gerestaureerd en krijgt een vernieuwd interieur. Vanaf 1810
wordt de kapel gebruikt als spinschooltje voor kansarme kinderen. In 1848 wordt
beslist om de kapel tijdelijk in te richten tot hospitaal voor tyfusleiders. Na
een grondige herstelling wordt de kapel terug opengesteld voor erediensten op
25 maart 1884. Tijdens WOI wordt de kapel opnieuw een bloeiende
bedevaartsplaats.
Aan
knooppunt 52 moeten we rechtsaf maar slaan eerst linksaf tot bij het museum van
René De Clercq dat eertijds een winkel en herberg Het Damberd was. Dit is het
geboortehuis van De Clercq en sinds 1991 een museum dat gewijd is aan deze
dokter in de Germaanse filologie, dichter, essayist en Vlaams activist
(1877-1932). Hij schreef ook heel wat liedjesteksten; liefst 144 componisten
maakten daar dankbaar gebruik van. Een van de bekendste is Tineke van Heule.
Over het geboortehuis van René de Clercq
werd een buste geplaatst van hemzelf. Op het einde van de straat staat
de kerk in de steigers. De Sint-Columbakerk van Deerlijk is een romaanse kerk
waarvan de oudste delen uit de twaalfde eeuw stammen. Gebouwd op de plek waar
voordien een houten kerkje stond dat afgebroken werd omdat het niet meer
voldeed aan de behoeften van de parochianen. Aan het eind van de zestiende eeuw
lag de kerk echter gedeeltelijk in puin. De huidige kerk dateert van 1774. Het monument voor de gesneuvelden werd in 1952
vervangen door het huidige exemplaar dat het Heilig Hart wordt genoemd.
In
de Pontstraat dwarsen we eerst de Ringlaan en vervolgens fietsen we over de
E17. In de Klijtstraat, omgeven door enorm veel groen komen we aan knooppunt 65.
Rechtdoor dwarsen we tweemaal dezelfde spoorweg en rijden terug door Vichte. Vanaf
de spooroverweg is de omgeving hier zo verstedelijkt dat je zelfs op veel mooie
groene plekken in de verte toch nog altijd een trein of autos hoort.
Na
knooppunt 14 dwarsen we de Beukenhofstraat en fietsen langs Domein Beukenhof
voor jeugd en lekkerbekken. Het domein werd in 1973 door het gemeentebestuur
aangekocht en opengesteld voor het publiek. Het is een groene long van 2,5 ha
met een oud en gevarieerd bomenbestand, gedeeltelijk afgezoomd met een haag.
Midden in het park prijkt een kasteel uit 1876 dat de toenmalige burgemeester
Karel Vlieghe liet bouwen. Er kwamen ook een portiers- en hovenierswoning.
Langs de Beukenhofstraat is een ijskelder bewaard gebleven. Er is een veilige
speelweide voor kinderen en magazijnen en paardenstallen worden nu gebruikt
door de plaatselijke jeugdbewegingen. Het kasteel zelf werd in 2005 grondig
gerenoveerd en is een restaurant geworden. Na de bekende Sint-Jozefkapel in de
Kerkdreef linksaf tot bij de auto. We hebben officieel 49,7 kilometer gereden.











|