|
Dag 5
Fietsknooppunten: 60-71-28 -6-34-55 -35 -90 -66 -99
-45-59 -5 -40-88 -84 -26 -76.
Geplande afstand: 21,5 km.
Vrijdag 18 mei 2018. We worden blijgezind wakker.
Ondanks de zware fietstocht van gisteren
hebben we een uitstekende nacht gehad. We voelen ons fit genoeg en
verheugen ons op de laatste dag op de fiets. Het is slechts iets meer dan
twintig kilometer tot in Blankenberge. Peace of cake dus. We gaan aan het
strand van Blankenberge wat rondkuieren en nemen de trein terug naar huis.
Helemaal tot in Ekeren. Al moeten we daarvoor een boemeltrein nemen. Maar eerst
ontbijten. De afspraak was om acht uur maar door omstandigheden wordt het
08:30u. Geen probleem, we hebben tijd zat. We worden naar een andere plaats
gebracht waar we mochten aanschuiven aan een rijkelijke gevulde tafel met op de
achtergrond zachte klassieke muziek.
Het is een continentaal ontbijt om U tegen te zeggen. Ons Rina haar ogen
beginnen te fonkelen als ze naar de rijk gevulde tafel kijkt. Het gezegde:
'ontbijt als een koning' is hier duidelijk van toepassing. Al wat je je maar
kan bedenken van etenswaar werd overvloedig over de grote tafel verspreidt en
in de buurt op de kasten. We zijn diep onder de indruk. We wisten echt niet
meer wat eerst tussen onze boterhammen of zoete broodjes te smeren. Of zullen
we eerst een stuk taart nemen? Koffie en thee was vanzelfsprekend à volonté.
Zelfs een glaasje met huisgemaakte likeur stond ingeschonken. De ochtendkrant
ligt op een vrije stoel naast mij. Zoals gewoonlijk lees ik slechts de koppen.
Na meer dan een uur later nemen we met een volle maag afscheid van het
vriendelijke echtpaar.
Het is zwaar bewolkt als we vertrekken en er staat
weer een strakke wind. We rijden richting Damme. We worden meteen opgeslokt
door een prachtig stuk natuur met weidse uitzichten. Een stilleven van
weilanden, akkers en grachten die afgeboord zijn met oude knotwilgen. We kiezen
ervoor om niet door het centrum van Damme te fietsen. Dat hebben we gisterenavond
nog uitvoerig gedaan en we besluiten om knooppunt 6 te volgen. We slalommen via
een smal asfaltpad tot aan de Damse vaart. Een kanaal van ongeveer 15 km lang.
Na de aanzet van Napoleon begint het
graven in 1810. Koning Willem I komt in de plaats van de keizer en neemt ook de
plannen over van het kanaal. De Damse vaart werd dwars door het centrum van
Damme gegraven zodat heel wat gebouwen moesten verdwijnen.
We rijden de Damse Vaart over waar we links de
witte Schellemolen zien. Er was al sprake van een molen in 1479. De huidige
molen dateert van 1867 en maalde tot 1963. De toeristische boot met zijn rad
achteraan ligt aan de oever te wachten. Het schip vertrekt stipt om 15:00u en
vaart over de schilderachtige Damse vaart tot Brugge.
We fietsen op de Dammesteenweg op een oude
betonbaan met aan weerszijde oude knotwilgen die hoognodig gesnoeid moeten
worden. Voor de rest kleurt de omgeving al zomers groen. Dit is echt een streek
voor genieters. Hier fiets je met plezier door een pittoresk landschap met een
mix van akkers en weiden waar we volop lentegroen vinden. We rijden op het
grondgebied van Oostkerke, een deelgemeente van de stad Damme, dat in 1974
verkozen werd tot het mooiste dorp van West-Vlaanderen. We fietsen echter niet
door het centrum.
Na ons knooppunt linksaf in de Pompstraat waar we
gelukkig verlost zijn van de drukke Dammesteenweg. We fietsen tot het eind waar
we halt houden voor een laatste foto van de kerk en de witte molen van Damme.
We fietsen door een stuk mooie natuur en het zou nog mooier zijn onder een
stralende zon en wat minder wind. Maar je kan niet alles hebben.
We rijden verder en komen op het grondgebied van
Brugge. De omgeving is buitengewoon prachtig. De skyline kleurt groen door
talrijke bomen, afgewisseld met weide- en akkerland. Plekken waar we even
kunnen halt houden en wegdromen. Zullen onze achterkleinkinderen nog van zo'n
uitzicht kunnen genieten?
Om 10:30u zijn we in Dudzele belandt bij de
Sint-Pieters-in-de-Bandenkerk met bijhorend kerkhof. Rechts staat de ruïne
toren van de 12e eeuw. Dudzele was in de middeleeuwen een bekend
bedevaartsoord. Het was zo succesvol dat men met de opbrengst ervan, vanaf
1150, een grote kerk bouwde. Uit documenten uit 1161 blijkt dat Dudzele reeds
een imposante kerk had. Op de viering stond een witstenen klokkentoren. Ze werd
eind 16e eeuw verwoest als gevolg van de godsdienst troebelingen.
Uiteindelijk zou het hele gebouw instorten. De zuidelijke traptoren werd
bewaard en in 1715 werd er een klokkentoren van gemaakt, die tot nu toe dienst
doet. De nieuwe kerk werd pas in 1871 gebouwd op de grondvesten van de oude.
Links op de hoek staat de ons bekende kapel die dateert van WOI. Na de Eerste
Wereldoorlog besliste het gemeentebestuur om een gedenkteken op te richten ter
ere van de Dudzeelse gesneuvelden tijdens de Groote Oorlog van 1914-1918. In
andere gemeenten en steden was dit een plaat, een standbeeld of een monument,
alleen in Dudzele werd er een kapel gebouwd. Op 6 juli 1920 werd ze ingewijd.
In de kapel wordt hulde gebracht aan de gesneuvelden en zijn er gedenkenissen
te zien van de Dudzeelse oorlogsslachtoffers van beide Wereldoorlogen. In 1923
besliste het 'Komiteit van de Kapel der Gesneuvelden' om naast de kapel een
ereperk voor Oud Strijders aan te leggen met uniforme zerken. We hebben
ondertussen reeds elf kilometer gefietst.
Via de Herdersbruggestraat rijden we tot aan de
N348. De Herdersbruggestraat is een brede straat met mooie woningen die tamelijk
recent lijken. We steken het Boudewijnkanaal over via de Dudzeelse Brug. Deze
werd in 1996 gebouwd om een draaibrug te vervangen die dateerde van 1906. Waar
de brug precies zou komen werd een bitse strijd tussen Dudzele en Lissewege.
Een infobord ter plaatse legt alles uit! Voorbij de brug moeten we eigenlijk
rechtsaf slaan. We houden echter halt aan een houten zitbank met een propeller
van een vliegtuig. Aan drie hoge palen hangen verschillende vlaggen te wapperen
in de gure wind. Een infobord werd geplaatst als herinnering aan de bemanning
van de Bristol Blenheim R3896 LS van het 15de RAF Squadron die op 7 juli 1940
neerstortte in dit kanaal. Verdere uitleg staat op het infobord dat geplaatst
werd met de plechtige inhuldiging van deze herdenkingssite op 28 juni 2014 ter
gelegenheid van 70 jaar bevrijding van Dudzele. Vervolgens fietsen we naast het
12 kilometer lange Boudewijnkanaal dat gegraven werd van 1896 tot 1906. Na de
A11 fietsen we onder de spoorlijn Brugge-Knokke door. We bevinden ons in de Kuststreek.
We blijven naast het kanaal fietsen tot knooppunt 59.
Linksaf naar het centrum van Lissewege, één van de
tien mooiste dorpen van Vlaanderen. De huisjes in het oude dorpscentrum zijn
sinds eeuwen wit geschilderd. Het dorp is trouwens nog volledig aangelegd met
kasseien ook. Dat zie je niet alleen, dat voel je. De natuur roept en we
besluiten om in dit gezellige dorp met zijn vele terrasjes een sanitaire stop
te houden. Onze keuze valt bij 'Den Artist' een cultuur café waar het momenteel
uitzonderlijk rustig is.
Na een natje en een droogje wandelen we met de
fiets aan de hand naar de O. L. Vrouwkerk.
De gotische kerk is van de 13e eeuw. Tijdens de
godsdienstoorlog, in 1586, werd de kerk door
een brand verwoest maar weer herstelt. Ze was tevens een bedevaartsoord
met een mirakelbeeld van de Heilige Maria dat ook in 1586 door de Geuzen werd
vernield. De kerktoren is bijna 50 meter hoog en kan in juli en augustus
bezocht worden na 264 treden te beklimmen. Het monument voor de gesneuvelde
soldaten dateert van 1920. Verder op het Marktplein werd een beeldengroep in
brons geplaatst van Willem van Saeftinghe. Een lekenbroeder van de
cisterciënzerabdij Ter Doest die een belangrijke rol speelde bij de overwinning
van de Vlamingen in de Guldensporenslag van 1302. Het standbeeld, gemaakt door
Jef Claerhout, werd hier in 1988 onthuld.
Aan de overzijde bevindt zich het 'Dorpspoortje'.
Langs dit poortje van 1225 liep de weg naar de losplaats voor Doornikse steen
voor de bouw van de kerk. Deze steen werd over de Lisseweegse watergang
aangevoerd. De watergang werd met dit doel door de dorpsterp gegraven.
Aan knooppunt 40 rechtdoor de spoorweg over. Rechts
het voormalige stationsgebouw van 1906. In 2009 werd het vervallen gebouw
particulier verkocht en na een grondige restauratie werd er op 16 juli 2011 een
tentoonstellingsruimte en kunstgalerij geopend. Sinds 2014 werd er in het
gebouw een brasserie en een vakantieappartement bij gevestigd.
Aan knooppunt 84 fietsen we naast de spoorweg tot
in het centrum van Blankenberge. Eén kilometer verder stoppen we ter hoogt van
het station. Het is 12:45u en we hebben precies 23 kilometer gefietst. We
'parkeren' onze fietsen aan de voorgeschreven fietsstalling. Met een bang
hartje laten we ze alleen achter tot we de trein nemen. We gaan eerst
poolshoogte nemen in het station. Het eerste stationsgebouw van Blankenberge
werd in gebruik genomen op 3 april 1937 en werd gesloopt in 2013. Het werd
vervangen door het huidige gebouw dat plechtig ingehuldigd wordt op 4 juli
2018. Het biedt meer reizigerscomfort voor de duizenden pendelaars en
toeristen. We betreden de ruime hal met loketten, automaten en dergelijke meer.
Het is druk aan de loketten. Een vriendelijke ambtenaar staat ons gewillig te
woord en geeft ons de nodige info. Hij blijft zelfs vriendelijk als we hem een
tweede keer iets vragen, gewoon om zeker te zijn. Om kort te gaan: onze trein
vertrekt op perron 2 om 16:54u en rijdt van Blankenberge tot Genk. In Brussel
Zuid stappen we over. Met de fiets stappen we dan om 19:20u uit op het perron
van Ekeren. Het is een mondelinge overeenkomst en is dus niet bindend. Maar we
zijn opgelucht als we terug uit het stationsgebouw stappen. Zo ver zo goed. We
gaan nog enkele uren wandelen langs het strand. Een broodje eten en iets
drinken terwijl we nakaarten over het afgelopen midweek. Al bij al veel geluk
gehad met het weer. Dat was eigenlijk onze grootste zorg geweest. We werden op
elke B&B goed ontvangen. We hebben heerlijk geslapen en fantastisch
ontbeten. Volgens kenners: 'de belangrijkste maaltijd van de dag'. We wandelen
ondertussen langs de zeedijk. Er is minder wind dan verwacht. Zelfs op het
strand is het aangenaam wandelen. Op enkele strandjutters na is het strand
verlaten. Het schuim wordt door de wind op het zand geblazen.
Om 16:15u staan de fietsen al in de trein. Mijn
fiets wordt door de stationschef in het voorbehouden compartiment geplaatst
waar geen plaats meer is voor de tweede. Normaal hangen de tweewielers aan een
haak tegen het plafond, maar een e-bike hangen ze daar niet aan. Gelukkig zou
ik zeggen. De andere fiets blijft in de gang staan. Er wordt mij gevraagd om
hem in het oog te houden dat hij zeker niet valt bij vertrek of tijdens het
afremmen. We staan het dichts bij de wagon van 1ste klas. We mogen daar plaats
nemen tot aan station Zuid. Hier zitten we rustig. De trein vertrekt stipt op
tijd. Dat mag ook eens gezegd worden. Het compartiment wordt niet druk bezet. Toch
verwonderd het mij dat er zoveel jongeren voor eerste klas kiezen. Echt rustig
zitten kan ik niet. Ik maak me zorgen om de fiets. Als hij maar niet omvalt, en
als hij valt hoop ik dan maar dat er geen passagier gewond geraakt die net
passeert. Als de fiets valt is er zeker schade. In Brussel Zuid komt de
kaartjesknipper het compartiment openen waar de andere fiets staat. Ze helpen
echter niet om de fiets op het perron te zetten. Het lukt me vrij snel. Ik was
bang om tussen het perron en de trein te sukkelen maar het viel mee. Zo snel
mogelijk naar de lift, afdalen naar het gelijkvloers en daar de lift naar het
volgende perron te nemen voor onze verbinding naar Ekeren. De trein is hier
weer op tijd. Zo snel mogelijk iemand vinden die ons helpt de fietsen te
plaatsen. Zenuwslopend is het. Een compartiment met een fietslogo helpt ons,
maar de fietsen inladen moeten we voor eigen rekening nemen. Het compartiment
zit vol reizigers zonder fiets. Rechts zit een man met een gewone fiets. Links
maakt een jonge man plaats zodat ons Rina haar fiets tegen de klapstoelen kan
zetten en nog kan zitten ook. Noodgedwongen moet ik mijn fiets tegen haar fiets
stallen en kan ik nog net een zitplaats bemachtigen. In Berchem stappen de
meeste pendelaars uit en kunnen we onze fietsen apart opstellen en vastmaken.
Normaal gesproken moet de verantwoordelijke de deur openmaken om reizigers met
een fiets te laten uitstappen. De man met de gewone fiets wacht aan de deur
maar niemand komt opdagen. Dan maar zijn fiets op de schouder, twee, drie
treden omhoog naar het volgende compartiment en daar verlaat hij de trein.
Blijkbaar is het niet zijn eerste keer dat hij dit doet. Dat zie ik ons niet
doen met een elektrische fiets. No way. Als we Antwerpen bereiken komt de
kaartjesknipper langs en vraagt of de man met de gewone fiets al uitgestapt is.
Wat we glimlachend beamen. We drukken er nogmaals op om de deur te openen in
Ekeren en hij beloofd om het niet te vergeten.
Stipt op tijd houd de trein halt in het station van
Ekeren. Zoals beloofd komt de kaartjesknipper de deur openen. Nogmaals moet ik
de fietsen alleen uit de trein laden. Met het gevaar tussen de trein en het
perron te sukkelen. Maar eens uit de trein slaken we een zucht van verlichting.
We hebben het gehaald. We zijn thuis. Een bekende auto stopt vlak voor ons.
Onze oudste zoon en schoondochter, Danny en Veerle en in het bijzonder hun
oogappel Brent wilden ons komen opwachten en hij dacht dat de trein wel
vertraging zou hebben. Verkeerd gedacht dus. Toch leuk dat ze ons komen verwelkomen.
Toch?






|