Dinsdag 16 augustus 2016. We vertrekken uit Ekeren
om 08:30u. De zon schijnt en de temperatuur duidt reeds 20° Celsius aan. Het is
reuze fietsweer vandaag maar toch verkiezen we om vandaag te wandelen. De
fietsen zijn dringend aan een dag verlof toe. We parkeren de auto in Baasrode
(Oost-Vlaanderen ) achter de kerk. Vanaf hier is het slechts enkele stappen tot
aan de veerdienst. We zijn momenteel de enige passagiers als we om 09:25u op de
veerboot stappen. De veerman, Roger, is een vriendelijke man die wel een
praatje wil maken. De kapitein of schipper is al veertig jaar veerman. Eerst
was hij bij zijn vader op een veerboot om de stiel te leren. Nu is reeds zijn
zoon schipper op een veerboot in Sint-Amands. Ondertussen is het half tien
geworden. Roger staat op en gaat de stuurhut binnen. De motor wordt gestart en
de boot komt in beweging.
Vijf minuten later zijn we aan de overzijde van de
Schelde aangemeerd. Een gegalvaniseerde poort opent zich automatisch. Roger
opent een slagboom en we verlaten de overzet nadat we afscheid hebben genomen.
Een steile helling brengt ons boven op de dijk. We worden meteen verwelkomt
door een infobord: Welkom in het Sigmaproject Vlassenbroek en Wal-Zwijn! In
het kader van het Sigmaplan voeren Waterwegen en Zeekanaal NV en het Agentschap
voor Natuur en Bos hier de komende jaren werken uit. Het doel: de omgeving
beter beschermen tegen overstromingen en de unieke Scheldenatuur in ere
herstellen. Het principe van het Sigmaplan is eenvoudig. De rivier mag
overstromen in welbepaalde gebieden, waar geen bebouwing is. Zo werkt het
Sigmaplan aan een veilig natuurlijk en economisch aantrekkelijk Scheldegebied
voor iedereen.
Via de wandelknooppunten kunnen we alle kanten op.
We staan voor knooppunt 153 en we slaan linksaf richting knooppunt 154. Links
van ons stroomt de Schelde met een snelheid van +/- 7 kilometer per uur naar
zee. De rivier is 350 km lang en ontspringt in het noorden van Frankrijk op 97
meter hoogte en vloeit via België en het zuidwesten van onze noorderburen in de
Noordzee. Heel even twijfelen we of we langs de rechter- of langs de linkeroever
wandelen. Tussen het water en ons wandelpad is een steile oever met een rijke
vegetatie. Als bloemenliefhebber kijken we uit naar bijzondere plantensoorten.
Het is hier een varia van wilde struiken, kleine loofbomen, wilde grassen en
betoverende wilde bloemen in verschillende kleuren. Een tuin met stillevens.
Als eerste spotten we de wilde Orchidee. Een van de grootste plantenfamilies op
aarde. Volgens de laatste statistieken komen in België een 40-tal soorten
orchideeën voor. Ook de grote kattenstaart vindt zijn habitat langs oevers en
sloten. De plant bevat medicinale stoffen die onder andere gebruikt worden bij
diarree. De Haagwinde of Pispotje overdekt in de zomer hele heggen en
afrasteringen met witte bloemen die scherp aftekenen tegen de groene achtergrond.
Het is een genot om naar te kijken. De alom tegenwoordige statige populieren
zijn bomen uit de wilgenfamilie die 40 meter hoog wordt. Rechts beneden de
wandeldijk is Beerbroek. Het zijn niet alleen hectaren landbouwgronden waar de
maïs domineert maar ook talrijke weilanden worden bezet door menig renpaard en
pony. In de verte spotten we de spitse kerktoren van Kastel.
Door de ontelbare bewegwijzerde wandelwegen en
mooie vergezichten gaat een wandelhart feller slaan. Zo komen we bij knooppunt
154 en slaan we rechtsaf. We wandelen naar het centrum van Kastel. Het gehucht
ligt in Oost-Vlaanderen op het grondgebied van Moerzeke. Door zijn ligging
naast de Schelde is er geen doorgaand verkeer mogelijk. Het dorp ligt in een
bocht van de rivier en is namelijk langs drie zijden omringt. Kastel is een
dorp met veel polderland en grote serres. Met de jaren is het aantal
tuinbouwers erg geslonken. Verschillende serres staan leeg of worden als
opslagplaats gebruikt. Oude vervallen hoeves en bijhorende stallen werden de
laatste jaren afgebroken. Landbouw- en weidegronden werden verkocht en in de
plaats werden tientallen nieuwe eengezinswoningen opgetrokken. We wandelen op
een te grote afstand van de glazen serres om uit te maken wat er momenteel in
groeit en bloeit. Een dame van rijpere leeftijd komt met haar hondje onze
richting uit. Op mijn vraag wat er zoal in de serres wordt gekweekt vertelt ze
dat er momenteel tomatenplanten groeien. Op de plaats waar we het dorp
binnenstappen zijn tegen de hoge dijk dikke muren gemetseld. In de aangebrachte
gleuven worden bij hoogwater houten schotsen geplaatst. Verschillende dorpen
langs de Schelde en de Durme zijn gevoelig voor overstromingen. In de loop ter
tijden verloor de rivier haar natuurlijke overstromingsgebied door bebouwing en
landbouw activiteiten.
We komen bij de driesprong met de Tramstraat. De O.
L. Vrouw ter Noodkapelwerd gebouwd rond
1771. Ze werd vakkundig gerestaureerd tijdens WOII in 1941, volgens een
opschrift in de gedenksteen. In de Ganzenberg wandelen we tot bij de
parochiekerk van Sint-Jozef. Met de bouw van de huidige kerk werd gestart in
1876 in opdracht van pastoor stichter E.H.T. Verschelden. Een jaar later werd
ze plechtig ingehuldigd. Theofiel Verschelden werd de eerste pastoor van de
nieuwe kerk. Een monument voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen werd in
de gevel van de kerk ingemetseld. Ook werd een gedenksteen aangebracht ter
ereaan de gesneuvelden die de dood
vonden te Castel-Moerseke in september en oktober 1914 aan de Schelde. De vele
glas-in-loodramen komen echt tot hun recht nu de zon schijnt. Alle aandacht
gaat voornamelijk naar het brandglasraam in het hoogkoor. Het dateert van 1910.
In het midden zien we het Heilig Hart en O.-L.-Vrouw met kind Jezus. Links
Sint-Jozef en rechts de Heilige Coleta. Verder staan er nog verschillende O.
L. Vrouwbeelden op het altaar.
Eens uit het centrum van Kastel wandelen we terug
door de vrije natuur. Een nieuw infobord heet ons welkom en vertelt: We staan
nu in het deelgebied 'Randzone Nieuwbroek' met vele knotbomen. De Koning
Albertdijk werd na de grote overstroming van 1928 aangelegd door het verhogen
en verstevigen van een bestaande binnendijk. In 1932 huldigde koning Albert de
nieuwe dijk in.We naderen knooppunt
156.
Halverwege knooppunt 163 komen we bij de visvijver
in een groene oase van rust en stilte. We zijn hier helemaal alleen. Een
zitbank nodigt uit om onze meegebrachte picknick aan te spreken. De wandeling
heeft ons hongerig gemaakt. Een ijsvogel scheert laag over het water. Een vis
springt de hoogte in en valt terug in de vijver. Bomen weerspiegelen zich in de
uitgestrekte waterplas. Rondom het water vinden we de prachtige lisdodde met
zijn bloesems in lange kolven. De vrouwelijke kolven onderaan en de mannelijke
erbovenop in het geelbruin. Op de andere oever staat een zilverreiger doodstil
te wachten. Hij heeft ons gezien en houd ons scherp in het oog. Weer scheren
twee ijsvogels vlak boven het wateroppervlak van de ene oever naar de andere
waar ze verdwijnen tussen het hoge groen. Heerlijk is het hier. Links is een
brug over de vijver gemaakt. Het is windstil door de hoge statige populieren
die rond de vijver groeien. Na onze picknick moeten we verder rond de vijver.
De reiger vertrouwd het niet en kiest het hazenpad. We wandelen tot over de
brug en bij de splitsing vinden we geen knooppuntenbordje. Rechts van ons is
een hoge dijk met veel begroeiing. Netels, Grote bevernel of Wilde peen.
Hopelijk is het geen Berenklauw. Bovenop de dijk zien we ons knooppunt. Het pad
is volledig dichtgegroeid, maar we vinden gelukkig een andere weg naar boven.
De wind ruist door de kruinen van de hoge populieren. Het lijkt alsof er in de
buurt een grote waterval is. Braambessen groeien aan stekelige struiken. Ze
hebben een geneeskrachtige werking vooral bij verkoudheid en keelpijn. De
gewone vlierbesbomen bloeien volop. Van de vruchten wordt jam, vruchtensap en
vlierbessenjenever gemaakt.
In de Kasteellaan 23 werd een slotklooster gebouwd
tussen 1974-76. Het is door de grote klokkentoren en het witten kruis tegen de
zijgevel dat het opvalt dat hier een heiligdom werd opgetrokken. De zusters van
Ongeschoeide Karmelietessen leven hier in totale eenzaamheid en leggen zich
volledig toe op het gebed. De opvallende glas-in-loodramen hebben als thema de
aanroeping uit de litanie van Maria. De temperatuur is ondertussen hoog
opgelopen en we proberen zo veel mogelijk in de schaduw te wandelen. We snakken
naar een gezellig terrasje voor een verfrissend streekbiertje onder een grote
parasol. Dat zal, hopelijk, voor straks zijn.
Bij knooppunt 163 moeten we linksaf. Achter ons
zien we, in de verte, de spitse kerktoren van Moerzeke. Wat verder op de baan
staat de achthoekige Heilige kapel die werd gebouwd ter verering aan Sint-Jozef
in 1866 op initiatief van de bevolking om bijstand te verzoeken. Het gebeurt
echter niet vaak dat een heiligdom zo uitzonderlijk groots wordt opgetrokken.
Achter de landelijke kapel staat de bekende lindeboom volop in bloei. De kapel
werd gebouwd in acht-vorm met een gaanderij en het dak wordt ondersteunt met
evenveel pilaren. De achthoekige vorm verwijst naar de achtste dag, de dag van
de opstanding van Jezus Christus. De kapel is momenteel in restauratie. Twee
stellingen verstoren het uitzicht. Een heiligbeeld van Sint-Jozef met het kind
Jezus staat centraal op het altaar.
Tussen knooppunt 159 en 158 wandelen we voorbij het
natuurreservaat 'De Kramp', rechts van ons. Door de hoge struiken en bomen zien
we bijna niets van de meanderende zoetwaterschorren. Op lagere plaatsen groeit
het riet waardoor het een geliefkoosde plek is voor broedende vogels. Op de
helling van de dijken groeien de wilgen. Het overdadig groen belet ons het
zicht op de Schelde. Links van ons is het Oubroek. Je kan hier heerlijk rustig
wandelen. Aan water en groen geen gebrek. Het weelderig groen heeft verbazend
veel tinten. Een feest voor de zintuigen. De lucht is zomers blauw en de zonnestralen
kunnen we slechts met dichtgeknepen ogen doorkijken.
Het is even wachten op de overzet. Hij ligt nog in
Baasrode aangemeerd. Van hieruit gezien is het een stuk drukker dan vanmorgen.
Ook achter ons is het aanschuiven voor een plek op de veerboot. We praten even
met een man die met zijn zoontje een tocht gaan maken met hun mountainbike.
-'Anders zit
hij toch maar voor TV of achter de computer!' is zijn excuus. Ze zijn van
Kastel afkomstig en ze zouden nergens anders willen wonen. Ik weet niet of het
zoontje er binnen een paar jaar ook zo nog over denkt. Het is in Kastel heel
rustig wonen, dat wel, maar er valt voor de jeugd echter niets te beleven.
Ondertussen is de veerboot aangemeerd en we laten de mensen eerst afstappen
voor wij op de boot stappen. Tientallen fietsers plaatsen hun rijwiel tegen een
aangebrachte balustrade.
Enkele minuten later staan we voor de kerk van
Baasrode. De Sint-Ursmaruskerk is oorspronkelijk van de 16de eeuw en werd
opgetrokken op de plaats van een O. L. Vrouwekerk die te klein werd bevonden.
De huidige kerk kreeg het tijdens de afgelopen eeuwen zwaar te verduren. Niet
alleen door verwoestende oorlogen, maar ook felle branden en zware stormen
eisten hun tol aan het gebedshuis. Ze werd telkens opnieuw opgebouwd maar van
het 16de eeuwse kerk blijft niets meer over. De westertoren werd tijdens WOI
zwaar getroffen en eerst in 1921 door de huidige toren vervangen. De kleurrijke
glasramen werden tijdens het interbellum geplaatst. De lambrisering is van
hout, net zoals het altaar. De muren en plafond zijn gestuukt. Naast de
toreningang werd de Calvarieberg in de muur gemetseld. Het is sinds 1930 het
monument voor de gesneuvelden van WOI.
Het pand met nummer 23, in de Sint Ursmarusstraat,
werd gebouwd in opdracht van de broers Van Damme in 1928 en werdeveneens als scheepswerf ingericht. In 1955
werd alles verkocht aan een specialist in waterbouwwerken.
In taverne 'De Kring' nemen we een lange pauze om
het innerlijke en uiterlijke van de mens te versterken. Een fris streekbiertje
vormt de favoriete halte van menig wandelaar of fietser. Het hoort er nu
eenmaal bij. Toch zeker vandaag met deze aangename zomerse temperaturen. Na de
eerste slok knik ik goedkeurend. Dit is proeven volgens de regels van de kunst.
Het voormalige gemeentehuis van Baasrode is
momenteel in functie als dienstencentrum. De vlaggen wapperen in de wind. Het
gebouw werd opgetrokken rond 1860 samen met de gemeenteschool. Het nummer 100A
werd gebouwd in 1886 en door de gemeente aangekocht in 1910 ter uitbreiding van
het gemeentehuis. Momenteel is er de school IBO 'de Speelvogels' in
ondergebracht.
We wandelen door de Scheepswerfstraat naast het
Dorpsplein tot het nummer 51. Dit pand werd in 1909 gebouwd door een brouwer.
In de jaren van 1920 werden er in dit pand film- en toneelvertoningen gehouden.
Momenteel is het grote bloemenzaak waar men ook kruiden en geschenken kan
inkopen. Aan de overzijde, in nummer 68, is het pand van de voormalige
posterijen. Het staat al jaren leeg en begint te verkommeren. Het onkruid
tussen de plavuizen staat twee kontjes hoog. Het oorlogsmonument op de hoek met
de Kloosterstraat werd in 1920 plechtig onthuld. Het monument staat hoog op een
sokkel voor de Vrijheidsboom van 1919 en wordt omringt door een smeedijzeren
hek. Tussen de jaartallen 1914-1918 staat de tekst Hulde aan onze helden.
We vervolgen onze wandeling en slaan de volgende
straat linksaf (Rosstraat) tot bij het voormalige Godsgasthuis. Het pand werd
in 1931 gebouwd in opdracht van de Commissie van Openbare Onderstand. Het werd
een jaar later als rusthuis ingehuldigd waar alleen kansarmen, alleenstaanden
en gehandicapten werden opgevangen door de zusters van Sint-Vincentius a Paulo
uit Beveren. Vanaf 1968 wordt het gebouw gebruikt als rusthuis en
dienstencentrum. Rechts van de ingang werd een beeldengroep geplaatst van de
Heilige Vincentius a Paulo. Het werd reeds in 1947 aan het Godshuis geschonken.
Verderop rechtsaf wandelen we door de
Smeykensstraat tot bij de restant van een oude korenmolen. De stenen romp is
nog duidelijk zichtbaar. Het molenhuis is er tegenaan gebouwd. De kap en de
wieken werden jaren geleden al verwijderd. De eerste molen dateert van 1855 en
werd in hout opgetrokken. In 1989 stond er al een stenen staakmolen. In 1925
werden de houten kap en de wieken verwijderd. De molenromp werd nog gebruikt
als een elektrische graanmaalderij. In 1985 was het voorgoed voorbij toen alle
maalactiviteiten werden stopgezet. Bij het tweede kruispunt (Geerstraat) vinden
we aan onze rechterzijde de kruiskapel uit 1867. De kapel maakt deel uit van de
processie van het Heilig Kruis op O.L.Vrouw Hemelvaart. Er staan beelden van de
Heilige Rita, het Heilig Hart van Christus, de Heilige Theresia en een
gekroonde O.L. Vrouw met kind. We wandelen terug naar de auto. Op de terugweg
wandelen we weer door de Sint Ursmarusstraat die al aangegeven staat op de
wegenkaarten uit de 18de eeuw. Bij huisnummers 137-139 staan we stil bij de
oude gerenoveerde herenhuizen waar de scheepswerven waren. De
scheepsbouwonderneming werd in 1988 stopgezet en alle huizen en werkplaatsen
werden aangekocht door de provincie Oost-Vlaanderen. De panden werden omgebouwd
tot scheepvaartmuseum en scheepswerven. Terug naar huis, naar Ekeren. Tot
schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
Het
is ongeveer vier jaar geleden maar toch ben ik hervallen. Ik ga terug
fitnessen. Hier in het centrum van Ekeren. Het is niet onmiddellijk het mooiste
gebouw, ook zijn het niet de allernieuwste toestellen, ze staan dan nog een
beetje door elkaar met een doorgang van enkele centimeter. Maar het is voor mij
een beetje terug thuis komen. Enkele jaren geleden, toen ik vijftig werd, begon
ik aan mijn conditie te werken. Sommigen krijgen hun midlife crisis op hun
veertigste. Bij mij kwamen de symptomen een decennia later. Ik leerde er andere
mensen kennen en respecteren. Vooral Stany was een soulmaat geworden tijdens
het fitnessen. We spraken nooit af. Er waren zelfs weken bij dat we elkaar niet
zagen. Als we dan toch samen waren kwam het fitnessen vaak op de tweede plaats.
We zetten ons dan aan de toog en bij een warme mok koffie praatten we toen
honderd uit. Om eerlijk te zijn. Stany praatte en ik luisterde. Hij was op
tweeënvijftig jarige leeftijd op pensioen gegaan. Na jaren dienst bij Ford,
plan twee, als ik me niet vergis. Hij kon er uren over vertellen. Of over hun
kleinkinderen, een tweeling van, toen, vier of vijf jaar. Stany was geliefd bij
alle collega's van de fitness. Soms stonden we met vijf of zes rond hem en
luisterden naar zijn verhalen van de vele hobby's die hij had. Windsurfen,
wandelen, fietsen, en nog enkelen die me niet te binnen schieten. Tussendoor
zorgde hij ook nog voor z'n vrouw. Ik heb haar nooit gekend. Ze was
hulpbehoevend. Ze was visueel gehandicapt. Maar hij morde niet. Nooit
eigenlijk. Hij maakte tijd voor haar vrij om gezellig een wandeling te maken.
Fietsen deed hij uiteraard alleen. Hij maakte er uitvoerig reclame van hoe hij
gefietst had.
'Vanaf Ekeren natuurlijk naar Schoten. Langs het kanaal tot Brecht. Ter hoogte
van knooppunt 97 naar Wustwezel en vervolgens naar Wildert. Na een terrasje
terug rijden langs Kalmthout. Via Hoogboom is het niet ver meer tot Ekeren.
Goed voor een 40 à 45 kilometer besluit hij dan.'
Ik
zie het nog zo voor me. Tijdens de uitleg wijst hij met de wijsvinger over een
denkbeeldige fietsknooppuntenkaart in de lucht.
Tien
jaar later probeerde ik het bij een andere fitness. Prachtige locatie,
vernieuwde toestellen, op verschillende punten TV toestellen. Je mag zelf je
drinken meebrengen. Om kort te zijn: alles erop en eraan. Ik hield het geen
jaar vol. Ik miste iets. Ik miste warmte en vriendschap. Ik stopte er dan ook
mee.
Begin
januari 2016, vijf jaar later, laat ik me terug inschrijven bij de fitness in
de Kloosterstraat. Nu ik op pensioen ben kan ik in de voormiddag aan mijn
conditie werken. Niets is er veranderd, alles is nog hetzelfde. Rossi was blij
om een bekend gezicht terug te zien. De Spaanse furie achter den toog is ook
niets veranderd. Streng maar rechtvaardig. Altijd berijdt voor een praatje.
'Ik heb slecht nieuws Luc!''Stany is
begin januari 2014 gestorven.'
Een
koude douche. Een koude rilling loopt van mijn nek naar beneden.
Ben is stuk voorbij de zeventig. Hij komt hier al vanaf 1989, vertelt hij. Een
uurtje, dat is genoeg.
Frank, een vijftiger, al toont hij er een stuk ouder uit. Breed geschouderd,
werkt als havenarbeider. Steeds paraat voor een praatje.
Frieda en Fons. Een koppel dat tijdens de wintermaanden aan hun conditie komt
werken. Vooral fietsen is hun passie. Als het weer enigszins meezit, zie je ze
er samen op uit trekken met de fiets. Ze zijn de zeventig al een tijdje
gepasseerd. Fons is al jaren verknocht aan de wielersport. Overal heeft hij al
gefietst. Spanje, Denemarken, Nederland, Duitsland, zelfs tot in het verre
Roemenië kon men hem zien fietsen. Tegen een gemiddelde snelheid van 33 p/u
vliegt hij door de straten. De laatste tijd is het aan het minderen. Hij haalt
nog 'amper' 25 p/u.
In mijn beginperiode van de fitness kwam Diederik al in het sportcentrum. Hij
zocht nooit contact met iemand. Als hij groette was het steeds in het Engels.
Vandaag krijg ik de kans hem beter te leren kennen. Diederik komt niet uit
Engeland of de V.S. zoals ik eerst had gedacht. Diederik komt uit Denemarken.
Een klein dorp in het noordoosten van het land. De naam is mij ontgaan. Nu is
hij op pensioen en kwam hier in Ekeren wonen. Hij werkte hier aan de haven op
een groot bedrijf. Alle dagen heen en weer naar Denemarken. 's Morgens had hij
nooit file. 's Avonds wel, maar dat vond Diederik niet erg. Hij begrijpt wel
een beetje Nederlands, maar ja thuis praten ze Deens natuurlijk.
Sven Van Looveren is een jonge man die hier nu ongeveer een jaar komt trainen.
Half lang krullend haar, een volle snor en een korte verzorgde baard. Ik schat
zijn leeftijd op 25 jaar. Het sporten zit hem in het bloed. Een kleine twee
jaar geleden deed hij nog mee met kampioenschap armworstelen. Na een verkeerd
maneuver brak hij zijn bovenarm op vier plaatsen. Op de spoedafdeling besliste
de arts om onmiddellijk te opereren. Er werd een stalen plaatje tegen het bot
bevestigd. Na een week nog zes maanden revalidatie. Wanneer het plaatje eruit
moet weet Sven niet. Soms zie je hem naar zijn schouder pakken omdat deze wat
gevoelloos wordt. Dat verdwijnt wel met sporten had de chirurg beloofd. Het
litteken op zijn arm is wel groot. Sterkte Sven.
Op
11 april valt het doek. Rossi geeft het slechte nieuws door. De zaak sluit op
25 april 2016. Sommigen onder ons hadden de sluiting verwacht. Maar toch komt
het onverwachts. Ik was al blij dat Rossi er openlijk voor uitkwam. Er was een
kandidaat overnemer, vertelt ze, maar hij haakte op laatst af. Dat is niet
verwonderlijk. Het afgelopen jaar werden er geen onderhoudswerken uitgevoerd.
Alle toestellen zijn verouderd. De bekleding is gescheurd en/of versleten. Het
dak is versleten en lekt bij elke regenbui. Toch is het spijtig. Weer verdwijnt
er een stukje nostalgie. Na veertig jaar zal ook dit gebouw verdwijnen. Daar
zijn we ons van bewust. Misschien koopt de school het gebouw op om er een nieuw
complex te bouwen. Tot schrijfs.
Fietsknooppunten: 61-21-*-60-70-*-26-*-62-25-61.
Een sterretje verwijst naar een afwijking.
Zondag 07 augustus 2016. Enkele dagen geleden
beloofde onze weerman, Frank, een zonnig warm weekend. Alhoewel we van de
warmte niet kunnen klagen, is het alles behalve zonnig. Als we 's morgens de
rolluiken optrekken schijnt de zon maar een uur later schuiven er reeds grijze
wolken voor de gele ster en steekt er een strakke frisse wind op. Misschien is
het in de Brabantse Kouter beter weer. De 'Steenhuffelroute' is een deel van
route twee van de Brabantse Kouters in de provincie Vlaams Brabant. De hele
fietslus is 48,6 km zonder afwijkingen. De historische haltes stippelen we zelf
uit en dat maakt onze fietstocht behoorlijk langer en vermoeiender. In totaal
kom je door 9 of 10 dorpen waar je WOI monumenten vindt. Monumenten met een
sterk verhaal. In Asse is er een wandeling langs belangrijke
bezienswaardigheden voorzien. Alles bijeen is de route te lang om in één dag te
doen en alles te beleven. We delen de fietslus in twee. Elke route heeft zijn
markant of luguber verhaal. Eind juli reden we de 'Mollemroute' en vandaag de
'Steenhuffelroute'.
Onze GPS loodst ons door Londerzeel waar het heel
druk is. Vandaag vinden hier oogstfeesten plaats. De Dorpstraat en de
Molenstraat worden gedomineerd door talrijke vrachtwagens en bestelwagens. Het
lijkt alsof er een stoet van zwaar verkeer op het getouw komt. Het blijkt een
jaarlijkse traditie te zijn die vanmiddag om 14u begint met muziek voor jong en
oud. Vervolgens treed Johan Verminnen op en om af te sluiten speelt de lokale
band 'Magnet' covers die tot de late uurtjes voor ambiance zorgen. Dit
oogstfeest gaat vooraf met een voertuigenzegening in de voormiddag. De parochie
van Londerzeel is de enige die toegewijd is aan Sint-Kristoffel. Vanop het
gemeentehuis, voor de kerk, worden alle soorten van voertuigen gezegend. Dat
brengt deze felle drukte mee. Omdat ik in tegengestelde richting rij heb ik
bijna geen problemen en kan ik, rustig weliswaar, verder rijden. Dat kan niet
gezegd worden van de auto's die vanuit de tegenovergestelde richting in het
centrum van Londerzeel moeten zijn.
Om 10:00u draai ik de parking op bij de kerk van
Steenhuffel. De Sint-Genovevakerk is oorspronkelijk van 1235. Ze werd tijdens
de volgende eeuwen meermaals afgebroken en opnieuw opgetrokken. De kerktoren is
bijna 38m hoog en kreeg zijn huidige uitzicht na een uitbreiding in 1826 en
1913. In en om de 13de eeuwse kerk zijn renovatiewerken aan de gang. De
brandglasramen werden verwijderd omdat ze aangetast zijn door oxidatie. In 2017
zullen de glas-in-loodramen opnieuw in de kerk te bewonderen zijn. De
temperatuur duidt inmiddels 20° C aan en volgens een vertrouwde bron wordt het
beslist 25° C in de schaduw. Voor alle zekerheid houden we ons wollen vestje
aan tegen de wind en nemen een opvouw regenjas in de fietstassen mee.
Rechts van onze rijrichting is de hoge stenen muur
van de brouwerij met daarop de tekst, zwart op wit: Palm Brouwers sinds 1686.
Doch duurt het nog tot 1747 voor de officiële brouwerij wordt opgestart.
Tijdens WOI wordt de brouwerij volledig vernield maar wordt weer terug
opgebouwd. Het is echter wachten tot in 1958, tijdens de wereldexpo te Brussel,
vooraleer Palm de nationale bekendheid verwerft. Verderop is knooppunt 61.
Rechts staat het voormalige treinstation van Leireken dat omgebouwd werd tot
een Bistro café. Een ontmoetingsplaats voor fietsers en wandelaars die willen
genieten van een drankje, een snack of een koude en warme maaltijd. Het
voormalige treinstation werd in 1882 gebouwd langs de spoorlijn
Londerzeel-Aalst. In 1952 werd het station buiten dienst gesteld. De spoorlijn
verkommerde tot 1978. In dat jaar wordt de spoorlijn omgevormd tot een fiets-
en wandelpad, omgeven door de nodige fauna en flora, die ons dwars doorheen
pittoreske dorpjes brengt. Hier slaan we linksaf om knooppunt 21 te volgen. De Brabantse Kouters vormen een ideale decor om te
fietsen en te wandelen. We krijgen een mix van fraaie landschappen te zien met
uitbundig veel groen. Wat verder houden we halt bij de hopvelden van brouwerij
Palm. Het hopveld is 35 are groot en telt een 800-tal hopplanten. Tien meter
hoog groeien de ranken met het groene goud van Palm Hop. De jonge hopscheuten
die nog onder de grond zitten worden beschouwd als een delicatesse. Een
infobord laat ons weten dat in oktober 2011 dit hopveld werd aangelegd,
speciaal voor het brouwen van het Palm Hop Select bier.
Bij knooppunt 21 zijn we in het centrum van
Peizegem. De skyline vertoont de spitse toren van de
O.L.V.-Onbevlekt-Ontvangenkerk die in de steigers staat. De toren is volledig
afgesloten met nadarhekken. Door de strenge vrieskou van afgelopen winter zijn
verschillende voegen losgekomen. Brokstukken kwamen naar beneden en een
restauratie drong zich op. Twee straten voorbij het knooppunt moeten we linksaf
in de Kouter tot bij de Koutermolen. Wij slagen erin om te ver te rijden en na
een omweg en tweemaal vragen staan we dan toch voor de bijna verscholen stenen
Koutermolen. Wat we zien is slechts het restant van de molen dat gebruikt wordt
als opslagplaats. Van de molen was al sprake in 1406. De toenmalige houten
windmolen werd door een windhoos in 1876 omver geblazen. Daarop werd een stenen
molen opgetrokken en die maalde opnieuw vanaf januari 1877. Tijdens WOI was de
molen een strategische uitkijkpost en zat dan ook regelmatig vol met Duitse of
Belgische soldaten. En de molenaar maalde ondertussen rustig verder. Daardoor
dachten de Belgische soldaten dat hij met de Duitsers heulde en met de
molenwieken tekens gaf aan de vijand. Molenaar Mertens werd samen met zijn
knecht hiervoor in de gevangenis van Antwerpen opgesloten. De molen werd op 10
september 1914 in brand gestoken door de Belgische soldaten. Hij brandde als
een toorts en het vuur was tot ver in de omtrek te zien. Na de oorlog werd de
molen terug maalvaardig. In 1933 kocht René De Block de molen en maalde nog tot
eind 1970. Naderhand werd alles gesloopt tot er nog slechts de romp van over
bleef. Hij is privébezit en dus niet te bezichtigen.
Aan de overzijde van de straat, tegen de haagmuur
van huisnummer 72, werd het monument van Peizegem geplaatst. Het werd
ingehuldigd op 1 september 2013 ter ere van Jules Alfred Savoye. Jules werd te
Aarlen geboren op 11 september 1897. Op 16 jarige leeftijd maakte hij deel uit
van het 2de regiment Jagers te paard dat op 1 september 1914 een aanval inzette
om het gebied rond de Koutermolen op de vijand te heroveren. Hij sneuvelde een
paar dagen voor zijn 17de verjaardag en werd postuum tot brigadier bevorderd.
Hij werd tijdelijk langs de weg begraven, maar uiteindelijk overgebracht naar
Mont-sûr-Marchienne op 19 september 1924.
Als we rechtsaf slaan in de Gasthuisstraat bevinden
we ons in het centrum van Merchtem. Voor de 'Pen & Pret' school, aan de
linkerkant, staat een tamelijke grote wegkapel. De kapel Onze-Lieve- Vrouw
Bijstand noemt 'Weg Om' en werd in 1902 gebouwd. Het heeft een prachtig
interieur en is met talrijke bloemen versiert. Op het altaar, op een hoge
sokkel staat het beeld van Maria met kind.
Het monument van gesneuvelden werd geplaatst op de
hoek Krekelendries en Stationstraat, te midden van een groen plantsoen. De
bronzen soldaat, hoog op zijn sokkel, staat met de rechtervoet op een sabel. In
het lemmer staan de woorden: Macht boven recht. Het herdenkt de inwoners van
het dorp die omkwamen tijdens de beide Wereldoorlogen. De
O.L.Vrouw-ter-Noodtkerk heeft een bewogen leven achter de rug. Ze stortte
enkele keren in na felle branden. De laatste brand dateert van 1815. In 1969
kwam er een gedeelte van het plafond naar beneden. Momenteel worden er
onderhoudswerken uitgevoerd. Voor elk glasraam staat, zowel van binnen als van
buiten, een stelling. De glas-in-loodramen werden in de zijbeuk verwijderd voor
restauratie. De historische glasramen werden de afgelopen jaren beschadigd door
vandalen. Tijdelijk worden er gewone ruiten ingezet. Het maakt de mooie kerk
een stuk lichter. Vooraan kunnen we nog de kleurige taferelen bewonderen van de
glas-in-loodramen. De Heiligenbeelden geven kleur aan het eentonig wit van de
muren. Tegen de pilaren, die de middelste beuk ondersteunen, werd de kruisweg
van Christus bevestigd. Tussen twee glasramen hangt de Calvarieberg.
We belanden in Imde. Een gemeente van Meise. De
Sint-Kwintinuskerk dateert van de negende eeuw, maar in de 19de eeuw volgde een
uitgebreide vergroting zodat de huidige kerk dateert van 1839. Op 24 augustus
1914 werd in de buurt de 'Slag van Imde' uitgevochten tussen Duitse en Belgische
troepen waarbij 85 Belgische soldaten sneuvelden. 2,5 kilometer verder komen we
in het centrum van Wolvertem. De Sint-Laurentiuskerk werd gebouwd bovenop een
heuvel en bestaat uit verschillende bouwstijlen. Er werd rode baksteen en
natuursteen gebruikt. In de gevels werden de oudste grafzerken ingemetseld. Ze
zijn door weer en wind verweerd en bijna onleesbaar geworden. De toren is nog
van de 13de eeuw. Naast de toreningang wandelen we voorbij een hoge pilaar met
het beeld van Maria dat hier geplaatst werd in 1954. De kerk is niet open voor
een bezoek. Vooraan staat het monument van het Heilig Hart. Het monument voor
de gesneuvelden werd in de hoek van het gemeentehuis ingewerkt. Het gebouw dat
dateert van 1875 diende in die tijd niet alleen als gemeentehuis maar ook als
schoollokaal, zetel van het vredegerecht en archiefbergplaats. Vanaf september,
volgende maand dus, komt het gebouw leeg te staan. De gemeentediensten
verhuisden enkele jaren geleden al naar een nieuwbouw. Leerlingen van de
Academie vonden er tijdelijk een onderkomen. Nu ze op hun beurt verhuisden naar
een gerenoveerd pand wordt het openbaar gebouw verkocht.
Een gezellig terras, voorbij de kerk, lonkt ons en
we genieten van een streekbiertje. De zon laat het echter afweten. Wat later fietsen
we rechtdoor en volgen knooppunt 60. Maar het lot beslist anders. Verderop
moeten we naar links maar we zien geen bordje staan en fietsen dan maar
rechtdoor. Plots zijn we in Meise. Dat klopt niet. En we passeren een
knooppuntenbordje met nummer 42. Dat klopt evenmin. Discuteren en vloeken helpt
ons niet verder. Terug maar. Terug tot het centrum van Wolvertem en daar zie ik
onze fout. Een bordje gemist, meer nog. Links en rechts staat een
knooppuntenbordje met nummer 60 dat naar linksaf wijst. Shame on you!
Links van onze rijrichting staat het kunstwerk van
levende wielerlegende Eddy Merckx. Het werd vlakbij het administratief centrum
van Wolvertem geplaatst. Het kunstwerk werd in bijzijn van Eddy zelf plechtig
onthuld op 13 juni 2015. In de Van Hoorickweg staat een klein infobord over de
oude pastorie, gelegen aan de overzijde van het water. We lezen: Mej. Van
Horick stelde in haar testament Wolvertem aan als erfgenaam, op voorwaarde dat
de gemeente met dit geld een godshuis zou oprichten voor wezen, ouderlingen en
gehandicapten die in armoede leefden. Het geld werd gebruikt om deze oude
pastorie te kopen. Vandaag is het godshuis uitgegroeid tot een rustoord,
serviceflats en dienstencentrum.
Op weg naar knooppunt 70 moeten we door een heel
smal pad tussen weilanden. Het zal niet veel breder zijn dan een meter, maar
het is bijna helemaal dichtgegroeid met onkruid. Het werd aangelegd met asfalt
zonder eerst de putten en kuilen op te vullen. Ons pad is net zo breed als onze
fietsbanden. Hier fietsen stelt onze zenuwen danig op de proef. Als we een
tegenligger krijgen weet ik niet wat er moet gebeuren. Gelukkig slingert onze
tweewieler zich 'snel' over de kleine smalle plattelandsweg. De weilanden zijn
met prikkeldraad afgespannen. Links grazen koeien en rechts wacht de maïs om
geoogst te worden. Netels en distels groeien links en rechts op ons pad. En dan
praat ik nog niet over de Berenklauw die welig aan beide kanten tiert. Een ware
beproeving. We worden wel getroffen door landelijke stilte, enkel onderbroken
door natuurlijke geluiden van de omgeving. Teneinde linksaf om knooppunt 70
verder te volgen. We rijden door een lange laan. De zon is al een tijd
verdwenen en de wind steekt nog een tandje bij.
Aan knooppunt 70 staat het kasteel van Imde. Een
hoog gietijzeren hekwerk verspert ons de weg. Door de laaghangende takken zien
we bijna niets van het gebouw. Het mortuarium in de Kouterbaan is een hoog
gemetselde vierkante toren die reeds van ver zichtbaar is. Tijdens de slag van
Imde vielen aan Belgische zijde een honderdtal slachtoffers. Ter herdenking van
deze gesneuvelden werd op initiatief van juffrouw J. Orianne deze gedenksteen
opgericht die op 24 augustus 1920 werd ingehuldigd. De teksten werden in beide
landstalen aangebracht. Na ons monument moeten we knooppunt 26 volgen. We
naderen de boskapel langs een kiezelpad tussen eikenbomen. De weg zit vol
putten en kuilen. We proberen zo goed mogelijk rond de kuilen te slalommen. In
de weiden links en rechts grazen de koeien. Nieuwsgierig kijken ze ons na. De
Boskapel of 'Onze-Lieve-Vrouw-Behoudenis-der-Kranken' werd gebouwd op een oud
bedevaartsoord uit 1658. De kapel werd uit noodzaak in 1707 sterk uitgebreid.
De laatste renovatie werd gedaan in 2012. Op 15 augustus 2014 werd de
vernieuwde Boskapel plechtig ingehuldigd. Van juni tot september wordt er
wekelijks op woensdagavond een mis opgedragen. Ook vandaag is het druk aan de
kapel. Wandelaars komen een kaarsje branden. Een halteplaats voor fietsers om
even te rusten en een bezinningsplek voor pelgrims.
Na de boskapel is het allemaal groen wat de klok
slaat. We fietsen uitsluitend tussen weilanden, bossen en landbouwgronden waar
de maïs domineert. Ons pad slingert tussen de weilanden met enkele vierkante
hoeves. Bij een stal staan de kalveren buiten in een groepshok. Dorpen en
steden zijn uiteraard niet weg te denken, maar waar het even kan, heeft men het
groene karakter van weleer bewaard. Midden in dit landelijke gebied doemt in de
verte weer een dorp op als een baken boven het landschap. De kerktoren van
Londerzeel.
We komen in het centrum van Londerzeel en houden
halt op het Heldenplein. De Sint-Kristoffelkerk werd reeds beschreven in 1565.
In 1582 werd ze door een brand volledig verwoest. En dat zou niet de laatste
keer zijn. Ook in 1855 brandde de kerk volledig af. Ze werd opnieuw opgetrokken
in zandsteen. De vierkante spitse toren is van 1898, maar werd door een
windhoos vernield in 1990. Alles werd in oorspronkelijke staat weer opgebouwd.
Hier was vanmorgen om 10:30u de voertuigenwijding die alle jaren op het eerste
weekend van augustus plaats vindt. Opzij van de kerktoren staat het bronzen
beeld van Fien van Krones (1879 1951), moeder van dertien kinderen. Ze baatte
samen met haar man een winkel uit aan de overzijde van de straat 'Afspanning De
Kroon'. De winkel werd ondertussen door een nieuwbouw complex vervangen. Het
beeldhouwwerk is van één van haar nakomelingen Pol Van Esbroeck. Aan de andere
zijde staat het Heilig Hartbeeld.
We volgen opnieuw een spoor van WOI in de
Kasteelstraat. Vooraan moet villa Cara gestaan hebben. Er is wel een villa op
nummer 13 maar deze heeft geen naam. Misschien is het al weggebroken, wie weet!
In villa Cara woonde Jeanne Caroline Charlotte Orianne. Ze was de ongetrouwde
dochter van een Brusselse rijkswachtofficier die na de dood van haar ouders op
de villa is blijven wonen. Ze bezoekt het slagveld van Neeravert en ziet de
gruwelijke gevolgen.
Het beweegt haar ertoe om alle gesneuvelden waarvan
zovelen anoniem bleven, een waardig soldatengraf te geven. Samen met enkele
assistenten doorzoekt ze dagen lang het slagveld ter hoogte van Neeravert. Dat
is de dag van vandaag het stuk tussen Londerzeel, St-Jozef en de A12. Jeanne
graaft de lijken op, wast ze en probeert ze te identificeren. In een houten
kist krijgen ze een laatste rustplaats op het kerkhof van Londerzeel St-Jozef.
Juffer Orianne beperkt zich trouwens niet tot Londerzeel. Ook op andere
slagvelden zoekt ze naar gesneuvelde Belgische militairen.
In Klein Holland vinden we nog een hoge kapel,
gewijd aan Maria. We fietsen tot bij het grote monument op de hoek
Blauwenhoek/Ursene.Bij de 'Slag van
Londerzeel' of de 'Slag van Neeravert' op 29 september 1914 sneuvelden aan
Belgische zijde drie officieren en 127 soldaten. Als eerbetoon aan de
gesneuvelde soldaten liet juffrouw J. Orianne, vijf jaar later, op 29 september
1919 dit monument oprichten. De tekst, in beide landstalen, luidt: Aan de
officieren en soldaten van het 12e Linieregiment, 1e, 3e,
6e regiment Jagers te voet en Carabiniers te Londerzeel gesneuveld.
Het monument werd laatst in 199O grondig gerestaureerd. Naar aanleiding van
100 jaar Groote Oorlog werd aan het monument een ereplaket voor Juffrouw J.
Orianne bevestigd.
In de Breendonkstraat vinden we eveneens een kapel
die toegewijd is aan Maria. Het gebouw werd in 1944 gebouwd. De houten dubbele
poort staat slechts aangeleund. We kunnen het prachtige interieur bewonderen.
De klimop overwoekerd de zijkant van de kapel. De oude lindeboom zorgt voor
schaduw. Ons laatste monument is het 'Neeravert monument' dat eveneens
opgericht werd door Jeanne Orianne om het 12de Linieregiment te gedenken. Het
monument werd op 1 oktober 1919 ingehuldigd op de plaats waar de pelotons van
onderluitenant Van Calck en adjudant Wouters in stelling lagen. Langs knooppunt
62 vervolgen we onze weg.
Onze laatste kilometers rijden we weer tussen
maïsvelden. Slingerende asfaltbanen en een horizon vol loofbomen. De bewolking
trekt open. De zon brandt. We stoppen niet meer om ons in te smeren. Van
knooppunt 62 naar 25 is slechts driehonderd meter. Daarna rijden we via knppnt
61 en over het voormalige treinspoor naar Steenhuffel. We worden meteen
opgeslokt door een heerlijk stuk natuur. Een honderd meter voor het voormalige
treinstation kunnen we een glimp opvangen van kasteel Diepensteyn uit de 17de
eeuw. Het is uiteraard tijdens de eeuwen verbouwd, gerenoveerd en
gerestaureerd. Sinds 1989 is het kasteel eigendom van brouwerij Palm die er een
tuinpark aanlegt en een vijver laat uitgraven. Tussen de statige bomen ontwaren
we de 'mascotte van brouwerij Palm'. Het Brabantse trekpaard. Om 17:15u zijn we
terug bij de auto. We hebben 40 kilometer gefietst. Nog een veertig minuten
rijden tot Ekeren. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.