|
Fietsknooppunten: 76 47 77 81 82 89 84
85 74 75 76 = +/- 39,4 km. Parkeren: Hoek Westelijke Achterweg en West
Krakeelstraat Sommelsdijk.
Dinsdag 17 april 2018. Het is 16°C, net zoals in
Antwerpen, maar hier op het eiland Goeree Overflakkee staat er een strakke
noordwestenwind. Als we wind in de rug hebben zullen we snel rond zijn. We
parkeren onze auto pal bij de oude windmolen die hoog boven ons op de Westdijk
staat. Dit is De Korenbloem stellingmolen. Een ronde stenen korenmolen die
gebouwd werd in 1705 en daarmee de oudste molen van het eiland
Goeree-Overflakkee werd. Deze molen is een opvolger van een standerdmolen die
op 9 december 1703 door een zware storm zodanig beschadigd werd dat men besloot
tot de bouw van een nieuwe molen. Molenaars hadden tot 1918 de verplichting om
éénmaal per jaar voor de armen van het dorp gratis een zak tarwe te malen. In
1973 werd de molen eigendom van de toenmalige gemeente die de molen grondig
liet restaureren. We houden de molen rechts van ons en fietsen tot bij een
infobord dat een tragedie herdenkt van Wereldoorlog II. In de vroege morgen van
zondag 28 mei 1944, omstreeks 2:40u, verschijnt een Engelse Lancaster bommenwerper
boven het dorp Sommelsdijk. Het toestel werd op de huid gezeten door een Duitse
nachtjager en probeert uit alle macht te ontkomen. De uit acht leden bestaande
jonge bemanning, onder leiding van Pilot-Officer Allen, is echter een
gemakkelijke prooi voor de zeer ervaren Staffelkapitän Ernst-Wilhelm Modrow van
het beruchte Nachtjagdgeschwader 1. Het toestel vliegt in brand, cirkelt nog
een aantal keren rond boven het dorp alsof hij een geschikte plaats zoekt voor
een noodlanding, maar tevergeefs. Het toestel stort met bemanning neer achter
een boerderij. Daarop volgt een enorme explosie vanuit het vliegtuigwrak
wanneer een achtergebleven bom ontploft. Geen enkel bemanningslid overleefd de
ramp. Op 30 mei worden de resten van de lichamen op de begraafplaats van
Sommelsdijk begraven. We fietsen richting knooppunt 76.
Ons eerste tulpenbollenveld vinden we links van
ons, wanneer we net uit het centrum van Sommelsdijk fietsen. Het lijkt een oase
van witte tulpen en van ver leek het eerst alsof er een sneeuwwittapijt lag. De
kleur van onschuld en puurheid bovenop een groene stengel. In het voorjaar
veranderen de akkers van Goeree Overflakkee in een grote bloemenzee. Het
landschap wordt is bont lappendeken van tulpenakkers, weilanden met vee,
omgeploegde akkers en bossen. Aan de overzijde beheerst de landbouwgrond de
omgeving. Toch zien we middenin een groen veld van tulpen die angstvallig zijn
bloem in het omhulsel houdt. Ze hebben duidelijk nog geen zin om hun kopjes te
tonen aan wandel- en fietstoeristen. Hier op de open vlakten is er minstens een
windkracht van 4 tot 5 beaufort. Je zou voor minder binnen blijven. Verderop,
bij een prachtige hoeve, huppelen enkele kleine kangoeroes rond. Dit zijn de
echte Wallabies die klaarblijkelijk het Nederlandse klimaat goed kunnen
verdragen. Kangoeroes kunnen niet tegen droogte en ze voelen zich precies thuis
in dit vochtige landje. Bij de eerste zitbank staat een infobord over
'Bloemdijken Flakkee'. Verder rechtdoor tot knooppunt 76.
Op het eiland is het gevoelig kouder dan in het
binnenland en dat is duidelijk te zien aan de loofbomen en sierstruiken. De
stevige koude wind zorgt ervoor dat de bladknoppen nog dicht blijven. Wij
fietsen nogmaals met de wind op kop halen met moeite 13 km/u. Het leek alsof we
drie trappen vooruit fietsten en twee achteruit. Als ridders op een stalen ros
tarten we de natuur. We vechten tegen de wind als Don Quichot tegen windmolens.
We nemen een ondersteuning meer en fietsen nu op een normaal tempo. We rijden
langs een perenplantage. De witte bloesems waren reeds van ver te zien en het
leek alsof het net gesneeuwd had. Het zijn miljoenen bloempjes die uitgroeien
tot sappig fruit. Een uniek natuurfenomeen. Ons volgende tulpenbollenveld oogt
roze. De kleurige tulpen tekenen zich scherp af tegen het groene en
zandkleurige landschap. We kunnen er niet genoeg van krijgen.
We rijden op het grondgebied van Dirksland. We
dwarsen de N215 en fietsen pal naast de voormalige haven van Dirksland. De drie
kruiwagens bij de bietenkaai zijn van kunstenaar Michel Snoep. Hij overleed ten
gevolge aan de zeldzame ziekte FTD. Hij was 57 jaar jong. We fietsen door het
centrum van Dirksland, waar we halt houden bij het infobord 'Trambrug over de
haven'. 'In 1909 gaat er over Goeree-Overflakkee een tram rijden van de
'Rotterdamsche Tramweg Maatschappij'. Vanaf het station in Middelharnis loopt
er een spoor naar Ouddorp en één naar Ooltgensplaat. De totale lengte bedraagt
bijna 50 kilometer. De tram heeft tot eind 1956 op het eiland gereden. Daarna
wordt de brug verwijderd. Na de Deltawerken, waarbij de haven in 1970 is
afgesloten voor de scheepvaart, wordt er tussen de oude brughoofden van de
RTM-brug een vast bruggetje voor fietsers aangelegd. Daar rijden we dus over en
staan pal voor het bekendste gebouw van het eiland. Het Van
Weel-Bethesdaziekenhuis. De eerste steen van het complex werd op 27 juli 1932
gelegd. De officiële opening vond plaats op 9 maart 1934. Het Paviljoen werd
gebouwd in 1946. De nieuwe lighallen dienden voor de opvang van tbc patiënten
en langdurige zieken. In 1974 wordt het ziekenhuis uitgebreid en in het
Paviljoen komen kantoren.
In Korteweegje 28 werd de hoeve 'Boomvliet'
gebouwd. Een boerderij uit 1698 met puntgevel, afgedekt door een rollaag. Aan
de oprit werden twee gepleisterde bakstenen hekpijlers gemetseld met een
smeedijzeren toegangshek. De pijlers zijn bekroond door voluten en pijnappels.
Op ooghoogte prijken twee kleurrijke gemeentewapens.
We rijden door het voormalig dorp Kralingen waar
net buiten het centrum van Dirksland de oude watertoren staat. Hij werd gebouwd
van 1939 tot 1941. De toren heeft een hoogte van 62,50 meter. In 1944 hebben de
Duitsers circa 400 kg springstof aangebracht in de acht buiten- en vier binnen
kolommen waarop het reservoir rust. Ze wilden in mei 1945 de toren opblazen.
Dit is echter nooit gebeurd. Een paar dagen later werd de springstof
verwijderd. In 1987 wordt de watertoren buiten gebruik gesteld. Van 2007 tot
2009 was de toren als restaurant in gebruik. Sindsdien staat de toren leeg. Aan
de overzijde van de straat vinden we nog een akker met fruitbomen. Van bloesems
is nog niets te zien. Voor de appelbloesem is het trouwens nog te vroeg. Nog
voor we bij knooppunt 81 zijn houden we halt bij een knalrood tulpenveld. Al is
de kleur adembenemend mooi, het lijkt net een enorme bloedplas tussen het
groen. Het is een feeëriek tafereel dat zich elk jaar rond deze tijd afspeelt.
Ook hier zijn de naburige tulpenbollenvelden nog groen. Moest ik een tulp zijn,
ik zou ook wachten op hogere temperaturen of op een zacht briesje voor ik mijn
kopje uit mijn omhulsel zou opsteken.
Middag nadert en we zoeken een romantisch
picknickplekje. Na het volgende witte tulpenbollenveld rijden we voor een
gedeelte door het centrum van Nieuwe-Tonge. We komen niet voorbij de Protestantse
Kerk. Het dorp heeft tijdens de watersnood van 1953 zwaar geleden. In totaal
verdronken er in de gemeente 90 mensen. Aan de Molendijk houden we halt bij de
korenmolen DOranjeboom uit het jaar 1768. Tot circa 1960 was deze molen in
bedrijf. De laatste restauratie werd in 2017 uitgevoerd. Aan de overzijde van
de straat staat een bushokje. Een uitgelezen moment voor onze picknick. Even
verpozen uit de wind. Dat scheelt ons ongeveer drie beaufort. De school is uit
en de jeugd fiets massaal naar huis.
Ze zoeven ons voorbij en hebben er precies geen
moeite mee om te fietsen. Ze zijn met ruwe weersomstandigheden opgegroeid. Of
is het omdat ze in de tegenovergestelde richting rijden? Auto's blijven
angstvallig op een sukkeldrafje achter de fietsers rijden door de smalle
straten. De lucht hangt vol vogelgeluiden. Hoog in de bomen horen we de vink
ijverig suskewieten.
We moeten gedurig opboksen tegen de wind. We
juichen als we links of rechts moeten afslaan en fietsen gelijk één of twee
kilometer per uur sneller. Mooie liedjes duren echter niet lang. Aan het
volgende kruispunt moeten we weer afslaan en hebben we weer wind op kop. Terug
naar af. Maar toch wordt elke inspanning beloond met een mooi gekleurd
vergezicht. Ons volgende tulpenveld is nog volledig groen. We zijn blijkbaar
een week of twee te vroeg. Langs de Oudelandsedijk werd menig landbouwgrond
omgeploegd. Het is wachten tot er gezaaid kan worden. Het teeltseizoen gaat
stilaan beginnen. Een week of twee weken later dan verleden jaar. Langs de
grote waterloop werd een monument opgericht voor een neergestorte bommenwerper.
In 2007 graaft waterschap Hollandse Delta hier een waterplas. In de grond
vinden ze de restanten van het vliegtuig van eerste luitenant Robert E. Stover.
De Koninklijke Luchtmacht en de gemeente Oostflakkee hebben de wrakstukken
geborgen. Op de plaats van de crash staat nu een monument ter nagedachtenis aan
Stover en zijn bijdrage aan de strijd voor de vrede. Tijdens een luchtgevecht
verlaat Stover zijn toestel. Hij sneuvelt, omdat zijn parachute niet opengaat.
Het toestel stortte neer in de ochtend van 30 juli 1943. De piloot wordt
gevonden in een suikerbietenveld, 150 meter van de Molendijk bij Den Bommel.
Het monument vertoont één van de vier schroeven van het neergestorte vliegtuig.
Bij elke waterplas, beek of rivier zwemmen
verschillende watervogels. Zwanen, eenden en heel veel waterhoenen. Het is maar
een deel van de talrijke vogelsoorten die hier jaarlijks broeden. We slaan
linksaf bij knooppunt 89. Nu hebben we de wind een hele tijd in de rug. De zon
gaat ondertussen schuil achter witte sluierwolken. De temperatuur zakt daardoor
ook enkele graden. We hebben ondertussen al 20 kilometer gefietst. Ons volgende
bloemenveld is gigantisch. Witte en rode tulpen pronken naast elkaar en doet
mij denken aan de kleuren van voetbalclub Antwerp. De liefdevolle kleuren.
Doordat we bovenop de dijk fietsen hebben we een prachtig uitzicht over de
tulpenbollenvelden. De beste manier om te genieten van de plaatselijke cultuur.
Op sommige plaatsen wordt de waterloop omzoomd met schilderachtige oude
knotwilgen. Terug op de Oudelandsedijk tot knppnt 84.
Via de Oostmoersedijk fietsen we over een smal
asfaltbaan tussen het groen dat slechts heel in de verte wordt onderbroken door
een eenzaam huisje of een prachtige hoeve. Via de Molendijk rijden we de Stad
aan t Haringvliet' binnen. Nog voor het centrum houden we halt bij de molen
'De Korenaer'. De korenmolen werd gebouwd in 1746 ter vervanging van een
eerdere standerdmolen uit 1598. De huidige molen bleef tot in 1958 in bedrijf
en raakte van dan af in verval. De gemeente kocht de molen en liet hem in 1969
restaureren. We moeten niet via de kerk maar we wijken even af van onze route
voor een paar foto's van het gebedshuis. Achteraan is er nog steeds de begraafplaats.
De historische dorpskerk werd gebouwd rond het tweede kwartaal van de 16e
eeuw. Ze kende een bewogen leven en werd in de loop der eeuwen meermaals
gerestaureerd. De toren werd eerst gebouwd na een brand in 1898. Een arduinen
steen vermeld: 'De eerste steen van deze toren werd gelegd op 31 juli 1923 in
bijzijn van de burgemeester en de beide Wethouders.'
We volgen terug knooppunt 85 en op de hoek van de
Nieuwstraat en de Achterdijk vinden we een bronzen monument van de 'Wijzende
jongen' op een voetstuk van basaltblokken. Op een aluminium plaquette kunnen we
met moeite maart 2000 lezen. Hoogst waarschijnlijk de maand en jaartal van
plaatsing. Het dorp Stad aan 't Haringvliet is een echte trekpleister voor
watersportliefhebbers. Naast de oude haven in het centrum is er ook een grote
jachthaven aan de Zeedijk. Langs de Zeedijk fietsen we verder. Rechts van ons,
boven de Zeedijk, vloeit de Haringvliet. Een voormalige zeearm van de
Noordzee. Deze werd in 1970 afgesloten door de Haringvlietdam en van de zee
afgesloten.
We rijden het pittoreske dorpje Middelharnis binnen
dat samen met Sommelsdijk één woonkern vormt sinds 2012. Aan knooppunt 74 staat
een infobord Van Pallandtpolder met informatie over de zandplaat voor de
haven van Middelharnis, de plaat Flakkee. Middelharnis heeft een oud centrum met een
redelijk groot winkelaanbod. Aan de haven bevinden zich de talrijke cafés en
restaurants die uiteraard een extra troef bieden. Een fris Belgisch biertje
hoort er nu eenmaal bij. Middelharnis heeft een lange visserijhistorie. Dit en
nog meer staat te lezen op het infobord bij de haven. De vele prachtige
monumenten van het dorp getuigen van een rijk en boeiend verleden. Zoals het
beeld van een jonge knaap op een voetstuk van basaltblokken. Het noemt de
'Kofjekoker'. Het jongste bemanningslid op een vissersboot. Op het einde van de
Voorstraat rijden we recht op het prachtige oud Raadhuis af dat dateert van
1639. Het gebouw is tot eind 1986 in gebruik geweest als gemeentehuis. Op de
benedenverdieping zijn nog een oude gevangenis en een gijzelkamer aanwezig. Aan
de voorgevel hangen enkele hals stenen die overtreders kregen omgehangen als
zij 'aan de kaak' werden gesteld. De drie beelden op de kroonlijst stellen
gerechtigheid, liefdadigheid en voorzichtigheid voor. Tussen het raadhuis en de
kerk werd een monument geplaatst voor de gesneuvelden van Nederlands-Indië.
We fietsen door het 'Kerkstraatje'. Een geheel
gerestaureerd 17e eeuws straatje waarvan de even nummers het Streekmuseum
Goeree-Overflakkee vormen. De achterzijde van dit museum wordt door de oude
koormuur van de kerk gevormd. De breedte van de huisjes wordt bepaald door de
vroegere steunberen van het kerkgebouw: dit is nog duidelijk zichtbaar. In de
gevel van huisnummer 9 bevindt zich een gevelsteen uit 1598 afkomstig van het
gesloopte veerhuis op de kaai. De Mariakerk dateert oorspronkelijk van 1499. Ze
werd verschillende malen weer opgebouwd na een brand. De oorspronkelijke kerk
was een stuk groter dan de huidige versie. Naast het portaal werd een steen
ingemetseld met gotisch opschrift waaruit blijkt dat de kerk in 1499 werd
voltooid. Voor de kerk van Sommelsdijk werd eveneens een beeld geplaatst van
een kleine jongen op een voetstuk van basaltblokken. Het Koeienwachtertje was
de jongste telg van het gezin die vroeger op de leeftijd van 9 jaar met
ongeveer tien koeien op stap ging. Dit monument is een eerbetoon aan al die
jonge kinderen die hun jeugd moesten missen om een paar centen te verdienen. Na
een wirwar van kleine straatjes bereiken we terug de auto bij de molen te
Sommelsdijk.
Met de auto rijden we naar Batteloord. De bekende
locatie van februari 2018. Nu nog zijn er flamingo's te zien. Ditmaal aan de
linkerzijde van de kleine jachthaven. Hun aantal is echter wel geslonken, maar
het blijft ons tot de verbeelding spreken. Het drassige landschap voor het
water kleurt grijs en wit door de verschillende soorten eenden. Het is een
kabaal van geroep en gekwetter van jewelste. Er zijn buiten ons nog wandelaars en
vogelspotters. Hoewel de drukte van februari niet te evenaren is. Tot schrijfs. Foto's: Rina Meurs.






|