Donderdag
18 april 2019. We rijden naar de Isidoor van Beverenstraat te Groot-Bijgaarden.
Ter plaatse kunnen we gratis parkeren op de nabijgelegen weide. Twee gele
hesjes sturen je in de goede richting en zorgen dat alles netjes en ordelijk verloopt.
Het kasteel van Groot-Bijgaarden werd gebouwd omstreeks 1640 door de heren van
Bijgaarden. Het domein wordt omgeven door een brede sloot die overspannen wordt
door een stenen brug met vijf bogen. Ze wordt bewaakt door twee heraldieke figuren
uit de zeventiende eeuw. Het prachtige poortgebouw met ronde hoektorens stamt
uit de veertiende eeuw.
Na
de betaling betreden we het 14 ha grote domein dat enkel te bezoeken is tijdens
de jaarlijkse internationale bloembollententoonstelling in april. Onder leiding
van enkele vakspecialisten zijn in het park meer dan één miljoen bloembollen
handmatig geplant door de medewerkers van het kasteel. Als liefhebber van
kleurige voorjaarsbloemen kunnen we genieten van meer dan 500 soorten bloemen
waarvan tulpen in de meerderheid zijn. Tussendoor kunnen we kennis maken met
een 20-tal reproducties van Pieter Bruegel de Oude. Ter gelegenheid van de 450ste
verjaardag van zijn overlijden (1569) brengt Floralia Brussels hulde aan deze
grote kunstenaar. De werken zijn te bewonderen in hun originele afmetingen en
de kaders worden gedecoreerd met bloemen of groen door de bloemsierkunstenaars.
De
arcade aan onze rechterzijde is afkomstig van het Hof van Hoorne, dat gesloopt
werd in 1908. De koets is vooral een publiekstrekker voor amateurfotografen. De
grote serre werd omgetoverd in een mooie binnentuin met enkele bloemstukken. We
kunnen iets verfrissend drinken maar het is prijzig. Verder struinen we langs
een tapijt van wilde bloemen onder eeuwenoude bomen. We kunnen volop genieten
van narcissen, hyacinten en vooral van tulpen. De indrukwekkende bloemenpauw en
de vele bloemperken weten elke bezoeker te imponeren. Tijdens de middag
pauzeren we op een vrijstaande zitbank met een meegebrachte picknick. De
massieve dertig meter hoge slottoren heeft muren die drie meter dik zijn. Het
gebouw telt vier verdiepingen en stamt uit de veertiende eeuw. We hebben de
treden niet geteld, maar het zijn er veel. Het was trouwens druk op de
draaitrap. Er kwamen mensen met kinderen naar beneden terwijl wij naar boven
wilden, en visa versa. Vanop het hoogste punt, dat beschermd wordt door een
gekanteelde muur, hebben we een weids uitzicht over het domein en het Vlaamse
landschap. Een winderig gedoe en het duurde dan ook niet lang voor we de
terugweg aanvatte. Het kasteel zelf was ooit de zetel van de heerlijkheid van
Bijgaarden. Via huwelijk werd het goed in 1720 verworven door Karel-Ferdinand
de Königsegg-Rothenfels. Later wisselde het nog verschillende keren van
eigenaar en raakte het kasteel in verval. Raymond Pelgrims de Bigard redde het
van de ondergang en begon in 1902 met een dertig jaar durende renovatie. Zijn
nakomelingen zetten zijn werk verder. Rechts is een aparte deur die ons toelaat
de kapel te bezoeken. Ze werd magnifiek gedecoreerd met kleurrijke orchideeën. Geniet
nog even mee van onze prachtige fotos.
Wandelknooppunten:
40-51-50-49-71-70-26-48-24-25-47-99-40 = +/- 8 km.
Parkeren: Eeckhoutstraat, vlakbij
de kerk van Meldert en knooppunt 40.
Maandag
15 april 2019. Het is een stralende morgen met een overvloed aan zonneschijn
tegen een strakke blauwe lucht. Een mens zou zich in het zuiden van Spanje
wanen. We vinden het in ieder geval een uitgelezen dag om een boswandeling te
maken tussen de wilde hyacinten en kleurige bosanemonen. Tijdens het nieuws van
gisteren liet TV zender één nog een korte reportage zien over de drukte in de
Hallerbossen. Omdat het paasvakantie was trokken de mensen massaal met hun
kroost naar het 552 ha grote recreatiegebied om al het moois te aanschouwen. Het
was een prachtig zicht. De bloemen lijken wel echte zonnekloppers. Geen seconde
verliezen ze om de warme stralen in zich op te nemen. Elke dag kleurt het bos
meer blauwpaars omdat vele bloemknoppen nog moeten open springen en beginnen te
bloeien.
Wij
rijden naar het Scheldeland, een regio die zich uitstrekt langs de Schelde,
Dender en Rupel. De auto parkeren we in de Eeckhoutstraat, vlakbij de kerk van het
landelijk en groen dorp Meldert. Een deelgemeente van Aalst, vlakbij de grens
met Vlaams-Brabant. Het is klimmen tot bij de Sint-Walburgakerk die opgetrokken
werd in de lokale witte steen. Ze bevindt zich op een heuvel en wordt nog
steeds omringd door de begraafplaats. We hebben zicht op een hopmonument dat op
het dorpsplein werd geplaatst op vraag van de Heemkundige Kring De Faluintjes.
Het werd in september 2018 plechtig ingewijd. Het is een groot kunstwerk in
gegalvaniseerd staal van een omgekeerde abstracte hopbel van 5,5 meter hoog en
een diameter van 6 meter. De tekst rondom: op de omtrek van de aarde komen
begin en einde samen symboliseert de oneindigheid van de seizoenen. Wat verder
op het driehoekig pleintje werd in 1978 een monument onthuld in de vorm van
rechtopstaande en liggende zandstenen dat herinnert aan de bloeiende zandsteenontginning
in het middeleeuwse Meldert. Vlak ervoor werd in 1919 het monument der
gesneuvelden geplaatst dat hulde brengt aan de oorlogsslachtoffers van beide
Wereldoorlogen.
We
bevinden ons aan knooppunt 40. Even voorbij de kerk hangt een zeil waarop een
oude foto wordt afgebeeld van het leven in een brouwerij. De tekst luidt: er
komt weer leven in de brouwerij. Achter de hoge bakstenen muur bevindt zich
Hof den Tuitelaar, een voormalige brouwerij die werd verbouwd tot een
gezellige buurtherberg. De houten bankjes in de tuin lonken ons uitnodigend
maar het is echter maandag en dan zijn alle cafés dicht. Onze wandeling is
licht glooiend en dat voelen we al snel aan onze kuiten. We zijn echte
plattelands mensen.
Eens
uit het centrum worden we omringd door natuur. Sommige bomen beginnen stilaan
groener te worden. Hoogstammige fruitbomen kleuren wit door miljoenen bloesems.
Een streling voor het oog. De meeste akkers zijn nog bruin gekleurd. De grond
werd omgeploegd en waarschijnlijk bemest. Om te planten lijkt het nog te vroeg.
Wachten de landbouwers tot na de ijsheiligen? Regelmatig worden we opgeschrikt
door laag vliegende vliegtuigen. Dit lawaai zijn we niet gewend en we vragen
ons af of de toestellen op Zaventem gaan landen of zijn ze net opgestegen? De
skyline vertoont nog vaak kale bomen. Langs een beek zien we de bekende
knotwilgen staan. Ze moeten hoognodig gesnoeid worden. Ze kleuren alvast mooi
groen.
Na
knooppunt 50 bevinden we ons aan de rand van het Kravaalbos, de streek rond
Aalst waar hopranken eeuwenlang het landschap bepaalden. Ze gebruikten de hop
om hun bier op smaak te brengen en het bittere kruid groeide uit tot het
belangrijkste exportproduct in de streek. In de loop van de twintigste eeuw
verhuisde de hopteelt naar het Oostblok. De staakvelden verdwenen uit het
landschap en het plantje wordt sindsdien vooral in haagvorm gekweekt voor de
oogst van hopscheuten, een delicatesse. Het Kravaalbos is het restant van het
vroegere Kolenwoud, (een oerbos dat het Hallerbos, het Zoniënwoud, het
Buggenhoutbos, het Heverleebos, het Meerdaalwoud en het Bos van Houssière
omvatte). Het Kravaalbos heeft een oppervlakte van ongeveer 80 hectare dat net
als het Hallerbos vermaard is om de boshyacinten die er rond deze tijd bloeien.
Het zal ons benieuwen.
Door
de eeuwen heen werden grote delen gekapt voor de ontginning van kalkzandsteen,
maar ook om de Duitse troepen tijdens de beide Wereldoorlogen van brandstof en
buskruit te voorzien. Eerst wandelen we tussen de gele bosanemoon die bloeien
van maart tot mei. De plant groeit op voedselrijke, vochtige grond in
loofbossen tussen het hakhout. Hier ontspringen de beken die zich lieflijk door
het landschap slingeren. We genieten van onze wandeling langs trage paden en
wegen. We komen geen mens tegen maar genieten des te meer van de verschillende
vogelgeluiden. Langs ons pad steken groene plantjes ongeveer tien centimeter
boven de grond. De hyacint is op deze plek nog niet echt te zien alhoewel de
zon de aarde overvloedig beschijnt en duidelijk warmte geeft.
Het
Kravaalbos is niet te vergelijken met het Hallerbos. Hier is alles wild. Hier
worden geen dorre bladeren of dode takken verwijdert. Groeit het is het goed,
groeit het niet heb je pech. We kunnen toch enkele mooie fotos maken van de wilde
hyacint die hoofdzakelijk voorkomt in eiken- en haagbeukenbossen. Het
Kravaalbos draagt sporen van de vroegere zandsteen-winning, waaronder de vijver
langs ons pad. Het is rustig op en rond het water. Je zou toch zweren dat het
lente is en dat de vijver of de oevers vol zitten met parende of broedende
vogels.
Onze
voetzolen landen zacht op de verende bospaden. We worden geflankeerd door
groene reuzen terwijl we gezamenlijk genieten van de overweldigende rust. Ik
vraag me vaak af of we niet stiekem in het oog worden gehouden door de vele
bewoners van het Kravaalbos. Ik betrap me erop dat ik voorzichtig rondom kijk.
Je kan nooit voorzichtig genoeg zijn. Het blijven tenslotte wilde dieren. Op
verschillende plaatsen liggen omgevallen bomen en mag de natuur haar gang gaan.
Dood hout trekt insecten aan die op hun beurt ten prooi vallen aan de vele
verschillende vogelsoorten die hier in het bos leven.
Langs
de Putstraat bereiken we het volgende café met de bekende naam: F.C. De
Kampioenen, bij Pascale. Ook dit etablissement is vandaag gesloten. Op maandag
is het vaak niet gegund om even uit te rusten onder het genot van een
verfrissend streekbiertje. Al dan niet gecombineerd met een streekhapje. Het
café werd gebruikt als decor voor de derde bioscoopfilm van F.C. De Kampioenen.
Het aanpalend voetbalveld is de thuisbasis van De Stinneboys. Het kapelletje
ervoor is oorspronkelijk van 1886. Vanaf hier loopt een zandpad richting
Kravaalbos. Deze zandwegjes zijn van levensbelang voor bepaalde solitaire
bijen. De grijze zandbijen graven hier hun holletje. We verlaten Meldert langs
de Putveldweg. Verder wandelen we tussen de onbebouwde akkers en weiden zonder
grazers. Runderen staan nog in de stal omdat de nachten nog steeds te koud zijn.
Voor een weids panoramazicht houden we regelmatig halt. Niet te lang want de
gure oostenwind snijdt door merg en been. Om 15:30u bereiken we weer onze
auto.