Vertrek: Marktplein,
aan de kerk van Kieldrecht. In de Dorpstraat is bordje 12.
Maandag 21 augustus 2017.
We vertrokken uit Ekeren met een helderblauwe lucht, maar als we in het
Waasland toekomen hangt er een nevelige waas voor de zon. Vandaar de naam:
'Waasland', denk ik. De temperatuur meet hier slechts 18°C aan. Een beetje
frisjes voor de tijd van 't jaar zou de weerman zeggen. We trekken een lichte
trui aan en vertrekken, op onze e-bikes, voor een trip door het Waasland. De
eerste Sint-Michielskerk, van Kieldrecht, werd op het hoogste punt van het dorp
gebouwd in 1238. Tijdens de daarop volgende eeuwen te klein bevonden,
afgebroken en sterk vergroot weer opgebouwd. In 1788 werd de westtoren grondig
vernieuwd. Op het Marktplein werd het monument opgericht dat de inwoners van
het dorp herdenkt die tijdens de beide Wereldoorlogen omkwamen of vermist werden.
Naast de kerk werd een verkoperd monument op een sokkel geplaatst met de naam:
'Boegbeeld'. In Oud Arenberg staan we voor de pastorij die vermoedelijk gebouwd
werd tussen 1894-'97. Sinds 2012 is het gebouw in privé bezit.
We rijden door de
Dorpstraat tot nummer 24 waar het voormalige gemeentehuis staat te pronken. Het
gebouw dateert van 1893. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw
getroffen door een vliegende bom. Het was wachten tot 1948 voor de schade werd
hersteld. Momenteel is het een politiekantoor. In de gevel werd een monument
aangebracht. We lezen: 'Door een bominslag vielen hier op deze plaats op 22
maart 1945 negentien onschuldige slachtoffers van zinloos geweld. Kieldrecht
zal hen nooit vergeten'. Daaronder staan de namen van 13 burgerslachtoffers en
zes Britse militairen. De gedenkplaat werd op 11 november 1998 onthuld.
Bij knooppunt 12 rijden
we 800 meter tot knooppunt 60. Aan de splitsing in de Kouterstraat gaan we de
Belgische Nederlandse grens over en fietsen een stukje door Zeeuws
Vlaanderen dat omgeven is door de Westerschelde en de Noordzee. Zeeuws
Vlaanderen is een geliefde bestemming voor strand- en natuurliefhebbers. We
belanden in het dorpje Nieuw-Namen dat bijna op de grens van België en
Nederland ligt. Het dorp behoort bij de gemeente Hulst en is omgeven door
zeekleipolders. De Heilige Jozefkerk in de Hulsterloostraat dateert van 1860.
Aan het eind van de 19e eeuw werd de kerk sterk uitgebreid. De toren
werd in 1912 opgetrokken. Naast de inkom staat een levensgroot beeld van Jezus
afgebeeld, hoog op een arduinen sokkel. Daaronder de woorden: 'Komt allen tot
mij'. Als we het dorp verlaten moeten we knooppunt 64 volgen. Het bord is niet
echt duidelijk. We moeten rechtdoor maar de straat splitst zich. Links is een
doodlopende straat die overgaat in een zandpad tussen een grasberm. Links van
ons, tussen enkele schapen, toornt een hoge luchtwachttoren met uitkijkplatform
hoog de lucht in. Een infobordje legt uit: 'In Nederland zijn in de tijd van de
'koude oorlog' 140 uitkijktorens gebouwd. Deze toren uit 1953 is er één van. De
torens deden dienst als uitkijkpost om vliegtuigen van 'de vijand' te
signaleren. Het Koros Luchtwacht Dienst, bestaande uit vrijwilligers, bemande
de torens. Al sinds 1964 worden de torens niet meer gebruikt. Deze
luchtwachttoren is nu in particulier bezit. Aan Staatsbosbeheer is destijds
gevraagd om bomen en struiken aan te planten zodat de torens uit het zicht
werden onttrokken'. Ons plan vertelt dat we de Schelpstraat moeten volgen over
een rustige asfaltbaan. De andere straat dus waar we rechts, in de verte, de
koeltorens van Doel zien. Ze spuien onophoudelijk dikke wolken van waterdamp de
lucht in. De boosdoener die een waas voor de zon brengt. Voor ons staat de
skyline vol met geordende groene loofbomen.
2,8 km verder is
knooppunt 64. We fietsen langs een perenplantage van hectaren groot. Trossen
fruitige peren hangen klaar om eind augustus te worden geoogst. De houten
verzamelbakken staan reeds klaar. We rijden rechtdoor voor 2 km tot knooppunt
65. Hier fietsen we door Emmadorp. Buurtschap Emmadorp is een kleine kern in de
gemeente Hulst. Er zijn nog enkele oude huizen en zelfs nog nieuwbouw. We
fietsen zelfs nog voorbij enkele grote bedrijven. Na knooppunt 65 volgen we
even knooppunt 59. Rechtdoor dus tot het eind. Links van ons bevindt zich het
café, Het Verdronken Land. Het heeft net vandaag zijn sluitingsdag. Nog meer
naar links is het bezoekerscentrum van het Zeeuwse Landschap gevestigd. Het
omvat een moderne expositie, met veel doe activiteiten die verrassend zijn
voor jong en oud. Op de parking staat de voormalige lichtbaken 'Marlemontse
Plaat'. De Waker van Saeftinghe. Dit baken werd geplaatst op 15-08-1966 en
uit Saeftinghe verwijderd op 26-11-1997.
Voor ons ligt een hoge
dijk die men kan beklimmen door middel van enige trappen. Kleine zwaluwen
blijven op de houten trapleuning zitten als we naar boven stappen. Eens we te
dicht genaderd zijn vliegen ze weg. Als we voorbij zijn zitten ze al terug op
hun plaats te wachten op hun ouders die hen komt voederen. De beklimming is de
moeite waard want eenmaal boven hebben we een prachtig zicht over het uniek
natuurgebied het 'Verdronken Land van Saeftinghe' met een oppervlakte van 3.500
hectare. Het gebied leeft op het ritme van het getij: het zilte water van de
Westerschelde stroomt bij elke vloed het gebied binnen; bij eb zakt het water
weer. Via de drie hoofdgeulen, die zich het gebied in vertakken, komt het water
tot vlak bij de dijk. Van de vroege 14e tot en met de 16e
eeuw was de 'Heerlijkheid Saeftinghe' zeer vruchtbaar polderland. Het lag ook
zeer strategisch voor de haven van Antwerpen. Er lagen vier dorpjes en er stond
zelfs een kasteel, Slot Saeftinghe. Door opeenvolgende overstromingen is het
land verdronken. Het is een magnifiek schorren- en slikkengebied met de
mooiste planten en kruiden. Het aantal vogels dat hier overwintert loopt in de
tienduizenden en vormt daarom een belangrijk gebied voor broed- en trekvogels.
We kunnen nog een stuk de dijk af tot bij een draadversperring. Hier waait een
strakke bries. We hebben een thermos koffie meegebracht en genieten zo nog meer
van de uitgestrekte natuur die zich voor ons uitspreidt. In de verte spotten we
twee wandelaars. Rechts van ons grazen talloze schapen. Nog verder, vlak voor
ons, vaart een COSCO containerschip op de Westerschelde naar een losplaats. Het
gaat tergend langzaam. De Westerschelde is één van de drukst bevaren wateren
ter wereld. Ze staat in open verbinding met de Noordzee en de Schelde en vormt
daardoor een belangrijke verbinding tussen Antwerpen en Vlissingen.
Na onze lange stop in
Emmadorp vergeten we even de knooppunten en volgen gewoon deEmmaweg. We laten de hoge dijk links
liggen. We hebben nu de koeltorens vlak voor ons. Tussen de twee reuzen
schouwen zien we de minuscule spitse kerktoren van Prosperdorp. Op de
voorbijrijdende akkers wordt in mindere maten maïs geteeld. Het zijn de
groenten die hier domineren. Bij zo'n akker zijn de erwten klaar om machinaal
geoogst te worden. Het loof is al geel geworden. Emmaweg wordt Prosperweg en
even verder nemen we de derde straat rechtsaf (Petrusstraat). Nog wat verder
rijden we terug de grens over en fietsen we opnieuw in België. Home sweet home.
Na knooppunt 13 volgen we knooppunt 17 en komen in Prosperdorp. Een gehucht van
de gemeente Beveren. De polder dateert van 1846 en is nog tamelijk jong. Bij
een infobord, langs de kant van de weg, houden we halt. Het gaat over de
voormalige Prosperhoeve, genoemd naar hertog Prosper van Arenberg die het
gebied liet indijken. Zo creëerde hij landbouwgrond en trok hij bewoners aan.
Een infobord vermeld: 'Hertog Prosper Lodewijk van Arenberg (1785-1861) liet in
1846 de grensoverschrijdende Prosperpolder aanleggen. Hij paste er een uniek
uitbatingsmodel toe. In plaats van de gronden te verkavelen en te verpachten,
baatte hij de polder in eigen regie uit. Vier hoeves stonden hiervoor in.
Vanuit de centrale hoeve, de Prosperhoeve, coördineerde de rentmeester van de
hertog de uitbating. Aan de overzijde van de straat staat nog de schuur van de
voormalige Prosperhoeve. Wat verder werd de Sint-Engelbertuskerk gebouwd in
1910-11 in opdracht van hertog Engelbert Marie van Arenberg. In Prosperdorp
vonden, in 2015, de opnames plaats van de bekende televisieserie Den elfde van
den elfde. Naast de kerk staan enkele zitbanken waar we in het middagzonnetje
onze picknick houden. De plaatselijke kroeg, café 'Den Angeluus', heeft zijn
sluitingsdag.
We verlaten het centrum
van Prosperdorp en fietsen tot aan de hoge dijk met een infobord. We lezen:
'Tot 2020 bouwen we hier aan een grensoverschrijdend natuurgebied van
internationaal belang. Door 465 hectare voormalige poldergrond terug te geven
aan de rivier, stijgt de veiligheid, natuurlijkheid en toegankelijkheid van
deze grensstreek aanzienlijk. De Schelde krijgt weer meer ruimte en de
getijdennatuur herleeft. Deze prachtige regio kan verder uitgroeien tot een
toeristische trekpleister met talrijke kansen voor de streek. Een hoge muur van
steen- of schanskorven trekt onze aandacht. Achter de muur nodigen trappen uit
om tot op de dijk te klimmen. Het Hedwige Prosperproject. Op dit punt staan
we oog in oog met de gevolgen van de strijd tegen het water. Dit gebied is
altijd onderhevig geweest aan de grillen van de getijden. Al in de 13e
eeuw begint men de strijd tegen het water. Men werpt dijken op en wint
polderland. Maar soms wint de natuur iets terug. In 1570 bijvoorbeeld zet de
Allerheiligenvloed dit hele gebied blank, van Saeftinghe tot Kallo. Vandaag
voorziet het Hedwige-Prosperproject in een teruggave van zo'n 450 hectare grond
aan de Schelde. Een deel daarvan ligt op Nederlandse grond, in de
Hedwigepolder. Een ander deel ligt hier, in Prosperpolder. De getijden krijgen
hier opnieuw vrij spel. En zo ontstaan slikken en schorren.Het is bijna net hetzelfde uitzicht als het
'Verdronken Land van Saeftinghen'. Plassen, kreken en oneindig veel groen. De
skyline wordt gedomineerd door de Scheldehaven met laad- en loskades voor
containerschepen. Momenteel legt de MSC aan om gelost te worden. Een ander
containerschip maakt zich los van de kade en wordt naar zee geloodst.
We staan bij de
infokeet op de Zoetenberm bij een infopunt. De loods is niet open, maar aan de
zijkant staat op een infodoek dat het infopunt tijdens de week open is van 8u30
tot 16u30. Niet dus.
Na knooppunt 13
bereiken we Oud Doel, nog een gehucht van Beveren. Het dorp wordt niet
aangegeven door de gebruikelijke verkeersborden F1 F3. We fietsen langs een
aantal oude boerderijen en in de verte spotten we weer de koeltorens van de
kerncentrale Doel. Al snel verlaten we het dorp over een kasseiweg. Links
aanhouden en langs een steil pad met grove grind klauteren we te voet de dijk
op. We moeten oorspronkelijk naar rechts. We hebben voor ons de Schelde. Een
pracht van een uitzicht. En dan denk ik: hier wil je niet staan koekeloere bij
slecht weer. Eerst naar links tot bij de uitkijktoren. Na 44 treden houd een
balustrade ons tegen. Het uitzicht van 360° is waanzinnig spectaculair en
adembenemend. 200 m verder staat de radartoren. De radartoren vervangt de toren
die vroeger aan de Nederlandse grens stond. Hij bevond zich midden in een
voormalige polder. Die 'ontpoldering' kadert in het Sigmaplan, dat Vlaanderen
beschermt tegen overstromingen. De radartoren begeleidt het scheepvaartverkeer
op de Westerschelde. De oorspronkelijke toren lag pal in een gebied dat
ontpolderd zou worden. Daarom bouwden ze hier een gloednieuwe toren.
Een veeboer komt zijn
koeien van de polder ophalen. Op sommige plaatsen stonden ze tot hun buik in de
zwarte modder. We vervolgen onze weg langs knooppunt 17. Voor we de dijk
afrijden volgen we het bord naar een Brits monument. Rechts van ons ligt de
Doelpolder (71 ha) en Brakke Kreek (36 ha). Beide gebieden zijn
natuurcompensaties voor de natuurwaarden die verloren zijn gegaan bij de aanleg
van het Deurganckdok. Een witte lepelaar zoekt naar prooi in het ondiepe water.
Het is een zeldzame vogel die voornamelijk in het Zwin voorkomt. Tientallen
andere watervogels zwemmen in de grote plas. Eenden maken om de beurt een duik
tot op de bodem. De meeste eenden zitten op de oever de zonnen. We maken een
grote bocht om de kerncentrale. De koeltorens zijn ongeveer 1,70m hoog. De vier
kernreactoren werden in gebruik genomen tussen 1975 en 1985. Het jaagpad brengt
ons tot vlakbij het monument. Het werd opgericht in juni 1948 door de dankbare
bevolking dat hulde brengt aan de dappere Britten die hen bevrijdde van
september 1944 tot mei 1945.
Voor de Scheldemolen
staan de eerste 'huizen' van Doel. Door de graffiti zijn ze duidelijk zichtbaar
tussen het groen. Een pand is volledig uitgebrand. Bij een ander pand staan de
ramen wagenwijd open. Weer en wind heeft vrij spel. Dan praat ik nog niet over
de vogels die hun nest binnen maken. Bij een volgende pand staat een auto en
een caravan op de oprit. De Scheldemolen is nog één van de oudste stenen molens
van Vlaanderen, maar wordt al bijna 90 jaar niet meer gebruikt. De eerste
houten korenmolen werd waarschijnlijk gebouwd voor de indijking van 1614. Hij
werd geveld door een zware storm. De huidige molen dateert van 1835 en stopte
met malen in 1927. Tijdens WOII werd hij bezet door het Duitse leger en daarna
door Engelse soldaten die er een observatiepost van maakten. De gemeente
Beveren kocht de molen in 1978 en na restauratie werd het 'Restaurant De Molen
met een terras voor wandelaars en fietsers. Van hieruit hebben we een mooi
zicht op een bosrijk gebied dat het dorpje Lillo herbergt. Vroeger kon je met
een veer naar de rechteroever en terug. De drukte op de Schelde laat het niet
meer toe.
Het voormalige dorp
Doel is een spookdorp geworden waar kunstenaars zich met graffiti hebben kunnen
uitleven. Op een enkeling na hebben alle inwoners het polderdorp verlaten. We
maken een fietstocht door het kleurrijke dorp. In elke straat zijn er nog
enkele huisjes die bewoond zijn. Een plastieken bloembak voor het raam is pas
gevuld met geurige bloemen. Witte gordijnen hangen voor het mooi gepoetste
raam. Borden waarschuwen vandalen en graffitikunstenaars dat het pand bewoond
is. Eigenaars die voet bij stuk houden. De overige gebouwen zijn dichtgetimmerd
met hout of aluminium platen. We stoppen bij de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart
kerk. Ze is nog omgeven door een begraafplaats en een gietijzeren omheining van
1857. De eerste kerk dateerde van de 15e eeuw. Maar deze werd
afgebroken, vernieuwd en vergroot. De huidige kerk werd gebouwd in 1851-'54. De
deur is op slot. Een bord met camera laat weten dat er constant bewaking
aanwezig is. De parochiekerk wordt nog regelmatig gebruikt voor huwelijken,
uitvaarten en doopplechtigheden. Voor de kerkingang werd het monument voor de
gesneuvelden van beide Wereldoorlogen geplaatst. Op de parking staan enkele
auto's geparkeerd. Twee daarvan met Nederlandse nummerplaat. Nog meer
ramptoeristen, net als wij. Bij een kleine speeltuin werd op 1 juni 1985 het
monument geplaatst van de schipper. Het werd opgericht naar aanleiding van het
125 jarig bestaan van de Koninklijke Schippersgilde van Doel. Het 'Sinte
Cornelius Gesticht' van Doel werd eveneens gebarricadeerd met houten platen voor
ramen en deuren. Verschillende dakleien ontbreken en zorgen binnen voor
wateroverlast. Een voormalig klooster en eertijds een kostschool voor meisjes.
Hoe de toekomst er voor 'het dorp' uitziet is anno 2017 nog altijd onduidelijk.
Zal de haven zich hier verder ontwikkelen? Wat dan met de kerk en de molen?
Twee geklasseerde gebouwen. Dat maak je niet zomaar met de grond gelijk.
Na een natje en een
droogje fietsen we weer bovenop de dijk en vervolgen we onze weg over een brede
kasseiweg. We wanen ons even als professionele wielrenners in de 'Ronde van
Frankrijk'. Tot alles begint pijn te doen. Beneden de dijk bemest een tractor
zijn akkers. De wind staat in onze richting en kunnen we mee genieten van de
geur. Wat een fietser niet allemaal lijden kan.
Na knooppunt 14
belanden we in Saftingen, een gehucht van Beveren. Het dorp situeert zich
slechts naast de straat Saftingen. Naast een wegkapelletje H. Maria bidt voor
ons staan enkele huizen en een boerderij, omgeven door hectaren landbouwgrond.
De uien liggen op de bermen te drogen.
Een paar kilometer voor
Kieldrecht rijden over de Pillendijk. Links van ons kijken we uit over 'Putten
West' dat net als Putten Weide een natuurgebied is. Aangericht om het verlies
van kostbaar groen te compenseren toen het Deurganckdok gebouwd werd. Een
plaats waar we genieten van vogels of gewoon van de stilte. Verderop zijn we
terug bij knooppunt 12.
Op weg naar huis
stoppen we even aan het Verheyenplein van Verrebroek. Een deelgemeente van
Beveren. De Sint-Laurentiuskerk dateert vanaf de 15e eeuw. In 1688
kreeg de kerk haar huidige uitzicht. De torenspits werd gehalveerd in 1804 door
de Fransen die er een semafoor op plaatsten. De begraafplaats is al lang
verdwenen. Er rest nog het oorlogsmonument dat de gesneuvelde soldaten gedenkt.
Op een arduinen sokkel werd het bronzen borstbeeld geplaatst van Philip
Verheyen. Geboren te Verrebroek op 23 april 1648. Hij was ontleedkundige,
doctor in de medicijnen en hoogleraar te Leuven waar hij stierf op 28 januari
1710. Het monument werd in 1862 ingehuldigd. De gemeentepomp met sierlijke vaas
werd geschonken door de familie Jaequemyns in 1857 aan de inwoners van
Verrebroek. Het is nog ongeveer een half uur rijden tot Ekeren. Foto's: Rina Meurs.
Dit is de derde en laatste fietslus van de
Brabantse Kouters. De route is ongeveer 40 km lang zonder afwijkingen. In
tegenstelling tot de vorige Brabantse Kouterroutes laten we vandaag de
afwijkingen voor wat ze zijn. De routes worden te lang en we rijden dan
gewoonlijk nog verkeerd ook. We volgen op deze route gewoon de knooppunten en
bezoeken de oorlogsrelicten die we langs de fietslus passeren, genietend van
mooie vergezichten, van het prachtige weer en van elkaars gezelschap. De
Brabantse Kouters liggen tijdens de eerste oorlogsweken in niemandsland. Een gespannen
situatie. Af en toe breekt er geweld uit en huizen worden in de as gelegd. Een
uitval van het Belgische leger uit Antwerpen eindigt met gevechten in Zemst,
Grimbergen en Meise.
Maandag 7 augustus 2017. We parkeren vlakbij
knooppunt 28 in de Spoorwegstraat te Kapelle-op-den-Bos. Als we met de fietsen
vertrekken wijst de temperatuur al 20° Celsius aan. En het beloofd een warme
zomerse dag te worden. We rijden terug tot aan de spoorwegbrug, bij knooppunt
28 en slaan rechtsaf. We rijden via de stalen Jan Bogaertsbrug over de
Willebroekse vaart. Het zijn twee bruggen, één brug voor het wegverkeer en over
de ander loopt het dubbel spoor van spoorlijn 53. De wegbrug werd gebouwd in
1979 en de spoorbrug twee jaar later. Links toornt de uitkijktoren hoog de
lucht in. De getinte ruiten geeft de bruggenwacht een onbeperkt uitzicht over
het water. Niets ontsnapt aan zijn aandacht. Met het graven van het kanaal werd
gestart in 1550 en is daardoor één van de oudst bevaarbare kanalen van Europa.
Inmiddels vaart een binnenschip, geladen met meer dan twintig grote containers
in het ruim, zonder moeite onder de brug door. De Franse vlag wappert achteraan
het schip. Voor grotere schepen moeten de bruggen opgehaald worden. We rijden
even in een kring. Daarnet hadden we de uitkijktoren links van ons. Nu zien we
de toren recht voor ons en fietsen onder de Jan Bogaertsbrug door. Twee
passagierstreinen ratelen net boven ons hoofd over de brug. Gelukkig kruisen ze
elkaar. Tot knooppunt 29 fietsen we naast de Willebroekse vaart. We houden halt
voor het grondgebied van Willebroek. Een wegwijsbord geeft de richting aan naar
een 'Hopveld'. We volgen rechtsaf knooppunt 87. Het hopveld weet van de
droogte. Enkele ranken zijn verdroogd en geen enkel is volgroeid. Toch zien we
de bloempjes op de zijscheuten van de ranken. Nog even en er kan geoogst
worden.
Via de Alemstraat rijden we het centrum binnen van
Leest. Het dorp is een deelgemeente van de stad Mechelen. Niets roert zich in
de straten van Leest. Geen levende ziel te bespeuren ondanks de grote vakantie.
We horen geen kinderen joelen of roepen. De bewoners zijn hoogstwaarschijnlijk
gaan werken of naar het buitenland op vakantie. Eens uit het centrum fietsen we
langs akkers met spruitplanten. De vruchten zijn nog zo klein als mini
knikkers. In september begint de oogst die in maart eindigt. Tussen de planten
groeien savooikolen. Het zijn typische groenten die aardig wat vorst kunnen
verdragen. Tractors verwijderen de laatste hectaren koren in de omgeving.
Ondanks de droogte in het voorjaar is de graanoogst een succes geworden. Maïs
domineert de regio. Tussen de plantages in is het warm. De temperatuur stijgt.
Er staat bijna geen wind.
Vlak voor knooppunt 25 fietsen we langs spoorlijn
53 en houden halt bij een klein monument langs de kant van de weg. Dit R.A.F.
monument werd ingehuldigd op 10 mei 2013 voor het 158ste eskadron dat tijdens
de nacht van 23 juni 1943 met hun Halifaxvliegtuig neerstortte in het
omringende veld en de bemanning doodde. Hun namen worden op het monument vermeld.
Aan landbouwgronden is hier geen gebrek. In een afgespannen weide grazen
tientallen schapen. Mooie uitzichten worden ontsiert door de stalen pilaren met
vuistdikke elektriciteitskabels. In een groene poel verderop zoekt een reiger
naar prooi. Hij houd ons scherp in de gaten opdat we niet te dicht naderen.
We rijden door het dorp Laar. Een gehucht van
Zemst. Bij het kruispunt staat een kapel in de schaduw van een grote den. Het
opschrift boven de deur luidt: 'God ziet mij'. Daarboven werd een oog in de
bekende driehoek geschilderd. Het beeld van 'Moeder Maria' kleurt het
interieur. De kapel splits de straat in twee. Het naast gelegen Café 'Hof van
Laar' is vandaag gesloten. Het is niet direct duidelijk of het zijn
sluitingsdag is of dat de eigenaars op vakantie zijn. Het café was, enkele
jaren geleden, het decor voor de populaire VRT-reeks 'Loslopend Wild'. We
rijden rechtdoor en laten de Sint-Engelbert en Bernardus kerk, uit de late 19e
eeuw, links liggen. Bij de Larestraat, buiten het centrum, houden we halt bij
de kapel van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel. De kapel dateert uit het midden van
de vorige eeuw. Ze wordt door de buurtbewoners prachtig onderhouden. De deuren
staan uitnodigend open. Verse bloemen sieren het altaar. Het beeldje staat in
een nis achter glas en traliewerk ervoor. Een bezienswaardigheid is het met
rode ledlampen verlichte kruis in de nok. Er werden zitbanken en een
picknicktafel naast de kapel geplaatst waar we dankbaar gebruik van maken. Tijd
om het innerlijke te versterken.
Voorbij knooppunt 45 fietsen we langs het park
'Wormelaar' of het 'Dalemansbos'. Een 20 ha groot park met vijver dat werd
aangelegd rond 1880. Een pracht locatie die uitnodigt te wandelen langs
monumentale oude bomen. Het natuurgebied wordt beheert door Natuurpunt. Nog
verder naar knooppunt 17, op de Singelweg, houden we weer halt bij een
bijzonder mooi onderhouden kapel. De O.L. Vrouw van zeven smarten kapel werd
gebouwd aan het eind van de 19e eeuw in opdracht van de familie
Deudon. Rondom werden zeven nissen in de muur gemetseld waarin de zeven smarten
van Maria staan afgebeeld. Slechts door een getralied raam kunnen we het
prachtig interieur bewonderen. Het altaar werd gedecoreerd met kantwerk.
Vervolgens stoppen we even bij het 'Impelkasteel'. Het slot ontstond in de 11e
12e eeuw als een omwalde hoeve. De hoeve werd op termijn omgeven
door water en op een motte geplaatst en evolueerde zo tot een kasteel. In 1783
werd het slot omgebouwd tot een landhuis en kreeg het zijn huidige gedaante.
Het park werd in de 18e eeuw voorzien van een 300 m lange gracht en
een eilandtuin. Tussen 1812 en 1820 werd het naar Engels model omgevormd tot
een romantisch rivierlandschap van 5,5 hectare.
Aan knooppunt 18 bevinden we ons in het centrum van
Eppegem. Het dorp is een deelgemeente van Zemst en ligt aan de Zenne rivier. De
gemeente Eppegem werd zwaar geteisterd tijdens WOI. Er werden 176 huizen
platgebrand en er vielen acht burgerdoden. We fietsen door de Rekelstraat tot
bij nummer 37. Het is de weer opgebouwde hoeve Pickaerts, genoemd naar de
laatste uitbaters. In de nazomer van 1914 werd de hoeve volledig verwoest en
rond 1918 terug heropgebouwd. Het toenmalige gemeentehuis en ook de kerk liepen
zware schade op tijdens WOI. De Sint-Clemenskerk dateert van de 16e
eeuw en bezit een noord toren, wat zeer uitzonderlijk is. In het oorlogsjaar
1914 werden de daken en gewelven grotendeels vernield, om pas in 1920-21 in hun
volle glorie te worden hersteld. De parochiekerk werd recent opnieuw
gerestaureerd. Ervoor werd het monument voor de gesneuvelden geplaatst. Het
herdenkt de inwoners van het dorp die zijn omgekomen tijdens beide
Wereldoorlogen. Het wordt omringt door een ijzeren hekwerk. Ook hier is de
dorpskroeg gesloten. Al goed dat we nooit zonder flesjes water van huis vertrekken.
We rijden naar de Belgische Militaire begraafplaats van Eppegem op de
Brusselsesteenweg. We kunnen het niet laten om even van onze route af te
wijken. Normaal gesproken moeten we nog verder van onze route afwijken. De
brochure 'Brabantse Kouters' stuurt de fietser naar de Begijnhofstraat en de
Schoondonkstraat. In deze straten vond de Duitse heropbouw plaats van een
'Noodwoning' in 1915. De frontlinie van augustus september 1914 kwam daarvoor
in aanmerking. De nieuwe huizen verschilden erg van de traditionele huizen. In
Eppegem werden zo'n 20 tal Duitse huizen gebouwd. We fietsen naar de opgegeven
locatie maar zien niets anders dan vrijstaande moderne villa's. Waarom men de
mensen langs hier loodst is ons een raadsel.
Maar bon, we houden onderweg halt voor een
welverdiende verfrissing op het zonovergoten terras van café Richelieu. Een
Palm en een Vedett extra dragen bij om de fietsende mens niet te laten
uitdrogen. Daarna rijden we tot bij de militaire begraafplaats. Naast de
Belgische begraafplaats bevond zich vroeger een Duitse begraafplaats met
militairen die sneuvelden tijdens deze periode. Na WOI werden de Duitse graven
naar Wespelaar overgebracht. Op de begraafplaats, die in juni 1918 werd
ingewijd, kwam een beeld te staan dat in 1939 naar de militaire begraafplaats
van Lier werd verhuisd. Vanaf dan werd het een Belgische begraafplaats. Met de
'Uitval van Antwerpen', die plaats vond van 24 tot 26 augustus 1914, sneuvelden
227 soldaten waarvan er 46 niet meer konden geïdentificeerd worden. De meeste
slachtoffers vielen vooral op 24 augustus 1914. Het zijn voornamelijk 2de en
3de Jagers te Voet die hier hun laatste rustplaats hebben gevonden. Het metalen
gedenkkruis werd vervaardigd uit twee kanonlopen. Na ons bezoek rijden we terug
naar knooppunt 18. We volgen de Zenne rivier die ontspringt in het gehucht
'Naast' (Henegouwen) op 123 meter hoogte. Na 103 kilometer vloeit ze over in de
Dijle.
Bij knooppunt 13 maken we weer een afwijking. Even
volgen we knooppunt 14 tot de eerste straat links, de Havendoklaan tot het
eind. Rechtsaf op de drukke Mechelsesteenweg tot bij de ingang van de
stedelijke begraafplaats van Vilvoorde. Een groot perk is voorbehouden met
grafstenen van oud-strijders rondom een monument voor de gesneuvelden van WOI.
Er werd ook een monument opgericht voor de slachtoffers van de ontploffing van
de springstoffenfabriek op 31 mei 1919. Het monument is van het 'Pompiers korps
van Vilvoorde die hulde brengen aan de kameraden-slachtoffers van hun
zelfopoffering'. Het onderhoud om en rond de zerken laat te wensen over.
Distels groeien op het wandelpad. Terug naar onze fietsroute. We fietsen langs
de twee koeltorens van Vilvoorde die vanaf 2014 niet meer gebruikt worden. De
centrale is niet meer rendabel.
Bij knooppunt 14 slaan we rechtsaf en rijden de
Zenne over. Bij knooppunt 33 rijden we over de 'Verbrande Brug' van Grimbergen.
De brug overspant het zeekanaal Brussel Schelde en werd gebouwd in 1968. De
naam 'Verbrande Brug' is afkomstig van de houten brug over het kanaal die in 1577
in brand werd gestoken door een Spaans garnizoen uit Vilvoorde. Oorspronkelijk
moeten we rechtsaf maar wij fietsen rechtdoor tot bij de Heilig -Hartkerk van
Grimbergen. De kerk werd in 1873 gebouwd en in 1887 ingewijd. In 1923 werd ze
hersteld na oorlogsschade. De gebrandschilderde ramen in het koor bleven
gespaard. Ze dateren van rond 1889. De glasramen worden momenteel verwijderd
voor renovatie. Spaanplaten vervangen tijdelijk de glas-in-loodramen. Rond de
kerk bevinden zich geen burgerlijke graven meer. Er is slechts nog een perk met
20 Belgische gesneuvelden waarvan er acht niet meer konden geïdentificeerd
worden. Ook hier ontbreekt het onderhoud. Er werden kleurige bloemen voor de
zerken geplaatst maar door het hoge onkruid verliezen ze hun waarde. Er werd
ook een zerk geplaatst voor korporaal Léon Trésignies waarvoor men een monument
bij de Verbrande Brug oprichtte. Een Brits oorlogsgraf is van soldaat Thomas
Martin. Hij was slechts 21 jaar jong toen hij sneuvelde op 21 mei 1940. Deze
zerk wordt regelmatig onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.
Terug naar de brug over het kanaal Brussel
Schelde. Voor de brug linksaf tot het monument dat werd opgericht voor Léon
Trésignies. Soldaat Trésignies meldde zich, op 26 augustus 1914, als vrijwilliger
om het kanaal over te zwemmen en de brug naar beneden te draaien zodat zijn
peloton kon oversteken. Op het moment dat hij het mechanisme van de brug in
werking zette werd hij dodelijk getroffen. Hij kreeg de graad van korporaal. Op
de Westoever werd een monument opgericht met een tekst van Koning Albert I die
herinnert aan deze heldendaad. Verderop is knooppunt 33. Linksaf voor 3,2 km
fietsen naar knooppunt 43.
Onderweg naar knooppunt 43, te Grimbergen, moeten
we over de Oyenbrugstraat met kasseien fietsen. Dat is geen lachertje. Al onze
spieren en botten voelen we. Als we denken dat het voorbij is, kondigt zich
weer een kasseistrook aan. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld. Best
niet te hard in het stuur knijpen om pijnlijke vingers en polsen te voorkomen.
Hoe sneller je fietst, hoe minder je schokt, maar een hoge snelheid aanhouden
is niet vol te houden. Op het laatst rijden we nog stapvoets. Hoofdpijn en een
pijnlijk zitvlak als eindpunt. In een scherpe bocht werd 'De Liermolen' gebouwd.
De molen dankt zijn naam aan het geslacht 'De Lire', één van de vele eigenaars
uit het rijke verleden van deze graanwatermolen. Een eerste vermelding dateert
van 1341 toen de abdij de molen kocht. De huidige gebouwen dateren uit de 17e
en de 18e eeuw. De molen bleef actief tot begin jaren zeventig van
vorige eeuw. Daarna werd de molen, in opdracht van de gemeente, gerestaureerd.
In de oude molenschuur is een tentoonstellingsruimte ondergebracht over het
MOT. Het molengebouw is nu een taveerne geworden. Het is een drukbezochte
herberg waar we in de schaduw van een parasol van een fris streekbiertje kunnen
genieten.
In Grimbergen is een straat die aan winkelen doet
denken. Geloof me, de Winkelveldstraat is een landelijk smal asfaltbaantje
naast een open gracht met enkele prachtige vrijstaande woningen. Geen enkel
gebouw staat er te koop. Na knooppunt 34 rijden we terug op het grondgebied van
Kapelle-op-den-Bos. Vlak voor knooppunt 28 linksaf naast het spoor tot bij onze
auto. De dagteller op de fiets duidt 48 kilometer aan. Tot schrijfs.