Fietsknooppunten: 68 - 14 - 13 - 12 - 8 - 9 - 40 -
41 - 42 - 1 - 30 - 31 - 3 - 2 - 19 - 7 - 5 - 6 - 67 -68 = 46,6 km.
Parkeren: Fortuijnplein 25 Groot Ammers.
Woensdag 18 april 2018. Een warme zonnige dag waar
niet alleen wij van profiteren. Nederland kwam massaal op straat om te wandelen
en te fietsen. Het was er het weer voor. We vertrekken al vroeg in de morgen
naar Groot-Ammers. Het dorp is gelegen aan de Lek-rivier en vooral bekend door
de ooievaars. Door de dieren in gevangenschap te laten broeden is het
ooievaarsdorp Het Liesvelt ontstaan. Dankzij het broedprogramma gaat het goed
met de ooievaar en werd het domein een streekcentrum met een veel grotere functie.
Vanaf de parkeerplaats in Groot-Ammers houden we het Gezondheidscentrum
rechts van ons en rijden de straat uit tot het kruispunt. Linksaf tot het
volgende kruispunt. We wijken even af van onze fietstocht en rijden rechtdoor
tot aan de Hervormde kerk. De middeleeuwse parochiekerk is een bakstenen gebouw
van de 19e eeuw. Boven de zijingang werd een arduinen tegel
ingemetseld met het jaartal 1898. Het jaar dat de kerk werd voltooid. De
huidige kerk werd gebouwd op de plaats van een oudere kerk van omstreeks 1500.
We fietsen terug tot het kruispunt en slaan rechtsaf om knooppunt 68 te volgen.
De Kerkstraat ten einde moeten we rechtdoor fietsen tussen twee waterplassen.
In de verte spotten we onze eerste molens.
Onze eerste molen, waar we halt houden, is de
'Gelkenes Molen'. De wipwatermolen dateert
van voor 1760, want in dat jaar werd deze molen aangewezen als peilmolen
van de polder Gelkenes. De molen maalde tot in 1965 de polder Liesveld. De
Gelkenes molen werd in 1979 gerestaureerd en maalt tegenwoordig op vrijwillige
basis. De molen is een familiewoning en slechts op afspraak te bezoeken. Van de
volgende molen is niets geweten. Er werd zelfs geen infobord bijgeplaatst. In de bakstenen gevel
van de molen werd wel een natuursteen met tekst ingemetseld. De tand des tijd
heeft echter de woorden onleesbaar gemaakt. Ook bij de derde molen werd geen
infobord geplaatst. Wat we wel weten is dat hij gebouwd werd in 1805. Al kan
dat ook een restauratiejaar zijn. Bon, we fietsen tot bij knooppunt 68 waar de
Achterlandse Molen staat. De laatste van de vier molens aan de Molenkade,
gebouwd langs het water van de Ammersche Boezem. De molen dateert van 1596 of
eerder. Pas in 1866 is hij bewoonbaar gemaakt. In 1899 kreeg de molenaar
toestemming een voetveer te openen op de Ammersche Boezem, vlak bij de molen.
Het pontje zette tot rond 1972 voetgangers met of zonder kleine rijtuigen over.
De molen heeft tot 1969 de Polder Liesveld bemaald. De molen is de dag van
vandaag nog steeds bewoond. De laatste restauratie dateert van 2006 en de molen
draait op vrijwillige basis. Ook deze molen is slechts op afspraak te bezoeken.
Naast de molen is een brug voor wandelaars en fietsers. We moeten dus rechtsaf
over het water en fietsen op de Brandwijksedijk met weidse vergezichten. We
fietsen op een smalle asfaltbaan tussen groene weilanden met hier en daar een
boom die voor het vee wat schaduw zorgen. Beter één boom dan geen boom. Er
wordt geen prikkeldraad gebruikt om de weilanden af te boorden. Sloten, beken
en kanalen nemen die taak over. Bij de in en uitgang van een weiland werden
houten hekjes gezet.
De Damseweg, richting knooppunt 13, brengt ons in
het dorpje Brandwijk. De wateren rondom: de Graafstroom en de Boezem zijn
onderdeel van de schaatstocht 'de Molentocht'. Momenteel fietsen we tussen een
brede en een smalle beek. Over het water niets anders dan landbouwgrond. Het
weer is uitstekend geschikt voor het werk op het land en we zien dan ook menig
tractor over de akkers rijden. Ploegen of zaaien? Een auto raast ons met volle
snelheid voorbij. Je mag hier 60 p/u en dat doen ze dan ook, zonder te
vertragen als ze fietsers passeren.
Bij knooppunt 13 fietsen we door Vuilendam, een
buurtschap van de gemeente Molenwaard. Rechtsaf over de Gijbelandsedijk die ons
door het buurtschap Gijbeland brengt dat gelegen is aan het veenriviertje
Graafstroom. Een gegraven kanaal met een lengte van zes kilometer. Aan de
overzijde van het kanaal zien we het lintdorp Molenaarsgraaf liggen. Een dorp
in de Alblasserwaardse gemeente Molenwaard met amper 400 inwoners. Heel ver
voor ons zien we reeds de wieken van een molen. Op de berm groeit en bloeit de
knotwilg. De boom komt vrij veel voor in het polderlandschap langs sloten en
beken. Ze geven door hun scheve groei de heersende windrichting weer. De bomen
beginnen te botten en krijgen een groene lentekleur. Nostalgische beelden! De
sierstruiken in de voortuintjes staan reeds in volle bloei. Bij een brug over
het kanaal nemen we even de tijd voor een foto. Het is al een poos de middag
voorbij maar we hebben nog geen zitbank of picknicktafel langs de kant gezien.
We zetten ons dan neer op een brede aanlegsteiger tegen de groene berm op het
kanaal. Een idyllisch moment. De scholen zijn uit en dat dat is duidelijk te
merken aan de vele kinderen die met de fiets naar huis rijden.
Bewonderenswaardig want het is druk langs het kanaal. Al moet ik toegeven dat
de autobestuurders bij het naderen van de fietsende kinderen gas terug nemen en
geduldig achter hen blijven rijden tot ze op een veilige manier langs de jeugd
kunnen verder rijden. Het is heerlijk toeven naast het water. Er is bijna geen
wind en de zon brand. Ons regelmatig insmeren met een zonnebrandcrème is geen
overbodige luxe.
Voor knooppunt 12, op de baan Meulenbroek staat aan
de overzijde van het kanaal een molen. We kunnen er niet bij maar een infobord
werd langs ons pad geplaatst. Deze molen is de 'Middelmolen'. Een wipwatermolen
waarvan niemand weet hoelang hij hier staat. De naam zegt het al; er waren hier
minstens drie molens, de Zuidmolen verdween in 1952, en de noordelijke molen De
Kraak die verdween al 1890. Deze drie molens maalden parallel uit op de
Graafstroom. Het dichtst bij de Graafstroom stond de Westeindse molen, die ook
verdwenen is. We rijden verder tot aan de volgende molen, links van ons, met
info. Dit is de Hofwegensemolen. Hier stond in 1513 al een molen die in juli
van dat jaar door plunderende Gelderse soldaten in brand werd gestoken. Op 29
januari 1514 stond er alweer een nieuwe molen. Om bij weinig wind meer
rendement te krijgen werd de vlucht, de afstand tussen de uiteinden van twee
wieken, van 24,27 meter naar 27,20 meter gebracht. Volgens het infobord is de
ene wiek 30 centimeter korter dan de andere. Het verschil is van op deze
afstand niet te zien. De molen werd in 2007 gerestaureerd en maalt op
vrijwillige basis de polder.
Het is bijna 13:00u als we vlak naast het dorp
Bleskensgraaf fietsen. Over het kanaal zien we de kerk. Boven ons hoofd zingt
de vink uit volle borst. Hij 'Suskewiet' alsof zijn leven ervan afhangt. De
dorpskern van Bleskensgraaf is betrekkelijk nieuw. De oude kern is door een
bombardement in de vroege morgen van 12 mei 1940 volledig verwoest. Zeven
mensen kwamen om het leven. Veertig huizen werden vernield. Het raadhuis werd
met de grond gelijk gemaakt terwijl de kerk onherstelbare schade opliep. We
fietsen rechtdoor naar knooppunt 8. Voor we het centrum verlaten houden we halt
voor een foto van de Industrie- en poldermolen De Vriendschap die in
Heulenslag 3 staat. We rijden er niet naar toe maar we weten wel dat de molen
werd opgetrokken in 1890 ter vervanging van een wipkorenmolen uit ca 1680. De
huidige molen bleef regelmatig draaien tot 1971. Er wordt niet meer gemaald
maar de molen draait nog regelmatig.
Tussen knooppunt 8 en 9 fietsen we landelijk langs De
Alblas. Een riviertje met een lengte van tien kilometer dat vroeger druk
bevaarbaar was. Dat is soms nog duidelijk te zien aan de boerderijen die hun
voorgevel richting water hebben. Vandaag de dag wordt het water nog gebruikt
voor recreatieve doeleinden. In de verte zien we drie molens aan de andere
oever van de rivier staan. Van één molen draaien de wieken langzaam door het
wegvallen van de wind. Aan knooppunt 9 linksaf voor knooppunt 40. We rijden op de
N481. Links van ons zien we de
korenmolen De Hoop van Oud Alblas staan. We rijden er niet naar toe.
We weten wel dat de stellingmolen in 1844 werd gebouwd op de plaats van een
oudere standerdmolen. De huidige molen draait nog bijna dagelijks. We fietsen
rechtdoor op de Peilmolenweg (N481). We houden halt bij de Peilmolen waarvan
zeker is dat voor 1527 op deze plaats al een molen stond. In 1817 brandde de
oude peilmolen af. Voor iets meer dan 10.000 gulden stond er een jaar later de
molen waar we nu naar kijken. De peilmolen bemaalt het oorspronkelijke
peilgebied Zuidzijde van 630 ha groot. Zij maalt het polderwater circa 1,2
meter omhoog naar de lage boezem van de Nederwaard die in verbinding staat met
de molens van Kinderdijk. Tot 1861 werd deze molen aan molens in de buurt met
wiekenstanden, vlaggen of lampen de noodzaak tot 'malen' of 'stoppen' geseind,
afhankelijk van het polder- of boezempeil. Vandaar de naam Peilmolen. De molen
is bewoond. Er worden momenteel schilderwerken uitgevoerd. De schilders werken
met een hoogtewerker en dragen allen veiligheidsriemen. Na de rotonde wordt de
baan de N214.
Aan knppnt 41 zien we links van ons het dorp
Papendrecht. Het gemeentewapen heeft als afbeelding drie molens die spijtig
genoeg niet meer bestaan. In het park Noorse Hoekse Wiel staat sinds 30
augustus 1980 een verkleinde weidemolen als herinnering aan die tijd. De molen
is ondertussen gerestaureerd en draait nog vaak. We fietsen noordwaarts voor
1,7 km tot knooppunt 42.
Vanaf knooppunt 42 rijden we linksaf op Westeinde
en fietsen we opnieuw naast de rivier De Alblas. De rivier volgt golvend zijn
weg naar het westen tot aan de gemeente Alblasserdam waar ze sinds 1277 werd
afgedamd. Net na het gemeentebord van Alblasserdam is een gezellig terras met
zonneschermen die zorgen voor de nodige schaduw. We nemen er een welgekomen
verfrissing. Het is druk omdat je hier bootjes kan huren. Meestal voor een
rondvaart langs de molens van Kinderdijk. Het etablissement 'Het
Pannenkoekhuisje' verzorgt eveneens familie uitstapjes per boot: de
'Vinkenwaard Rondvaarten'. Na onze sanitaire stop vervolgen we onze weg langs
de Vinkenpolderweg tot knooppunt 1.
Bij knooppunt 1 fietsen we een stuk rechtdoor.
Dwars door een gedeelte van Alblasserdam met nog enkele scheepswerven waar
tegenwoordig nog slechts luxe jachten worden gebouwd. De beeldengroep op de Dam
is van de Nederlandse beeldhouwer Marcus Ravenswaaij. De vier mannen beelden
een beroep uit van de scheepsbouw. Het beeld werd onthuld op 10 april 1986.
Tijdens WOII werd er nabij de Brug over de Noord' zwaar gevochten. Bij zware
bombardementen van mei 1940 werd het oude centrum en de sluis van Alblasserdam
zwaar getroffen. Het Raadhuis, een kerkgebouw, winkels en bakkerijen werden
totaal verwoest. De dag van vandaag telt de gemeente nog vijf kerken, een zaal
van de Jehovas getuigen en een moskee. Een gezellig centrum met talrijke
winkels en uitgebreide terrasjes waarvan elke stoel bezet is. Gouden dagen voor
de horeca. We fietsen naast de Noord. De Noord is een druk bevaren rivier
voor de binnenscheepvaart tussen Rotterdam en het achterland. De jachthaven is
uniek zo vlak bij het centrum. Een overnachting met de boot kost 1,20 per
meter. Het moderne beeld op Haven-Noord werd op 18 december 2017 onthuld. Het
benadrukt de toegangspoort tot werelderfgoed Kinderdijk. Het is een kunstwerk
van Rosalinde van Ingen Schenau.
Na knooppunt 30 verlaten we de rivier Noord en
fietsen richting Kinderdijk. Kinderdijk is een dorp dat ligt halfweg tussen
Rotterdam en Dordrecht, op de plaats waar de Noord en de Lek samenvloeien tot
de Nieuwe Maas. Hier zien we nog enkele scheepswerven in gebruik. We slaan
rechtsaf bij knooppunt 3 en fietsen tussen de Hooge Boezem van de Overwaard
en de 'Molendijkse Nederwaard'. Al van ver zien we de wieken van de
verschillende watermolens van Kinderdijk. Het gaat om 19 authentieke molens die
uitsluitend te voet of per fiets goed te zien zijn. Ze torenen hoog uit boven
de polders van de Alblasserwaard. Hun wieken trots in de wind. Dit is misschien
wel één van de meest gefotografeerde landschappen van Holland. De voormalige
molens dateren van de 15e eeuw, maar de huidige molens werden
gebouwd vanaf 1738 tot 1740. De twee rijen molens zorgden voor de afwatering
van de Alblasserwaard dat oorspronkelijk een moerasgebied was. Eind 13e
eeuw werden de eerste dijken aangelegd om dit gebied tegen overstromingen door
de zee en de rivieren te beschermen. Halverwege de achttiende eeuw verschenen
bij Kinderdijk de windmolens om overtollig water weg te pompen. De typisch
Hollandse molens hebben in het begin van de twintigste eeuw hun functie
verloren. Moderne gemalen, eerst met stoom en later met diesel- en
elektromotoren aangedreven, zorgen nu voor droge voeten.
In museum Nederwaard ontmoeten we een echte
molenaar die toont hoe een windmolen werkt. Als er voldoende wind is draaien de
wieken. De hele molen is in zijn oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Het
interieur, met bedstee en vintage woonkamer, stamt nog uit de vijftiger jaren
van de vorige eeuw toen de laatste bewoner deze molen verliet.
Buiten wacht de ijscokar. Een vriendelijke man
bedient de mensen met een lach en een grapje. We zetten ons op een
aanlegsteiger en genieten van de sfeer, de gezelligheid en de drukte. Na de
aangename afkoeling fietsen we weer verder. Ook na knooppunt 2 fietsen we opnieuw
tussen de molens die 'Het Nieuwe Waterschap' bemalen.
Vanaf knooppunt 19 fietsen we gelijk met het kanaal
Groote- of Achterwaterschap. Tussendoor zien we nog meerdere molens lang het
water. We kunnen er niet bij. Linksaf bij knooppunt 7. Rechts van ons zien we
de Broekmolen. De wipwatermolen van Streefkerk is in 1581 gebouwd. Het
opschrift duid echter 1846 aan. Wat waarschijnlijk een restauratiedatum is. De
molen bleef tot 1951 in bedrijf. De laatste restauratie dateert van 2010. We
dwarsen de N480 en even verder houden we halt bij een grote ronde vijver. Het
lijkt of hier tijdens WOII een krater werd gemaakt door enkele bommen. Oude
knotwilgen groeien er rond. Ze werden onlangs nog vakkundig gesnoeid. Verderop
is knooppunt 5.
We rijden rechtdoor tot het eind bij de Lekrivier.
De brede stroom met een lengte van 62 km is belangrijk voor de scheepsvaart
tussen Rotterdam en Duitsland. We fietsen door de Dorpstraat van Streefkerk.
Het dorp grenst aan de Lek en heeft een jachthaven. Vervolgens fietsen we door
het natuurgebied 'De Kooi'. Een zandweg met putten en kuilen. Een prachtig
klein gebied met een eendenvangpijp. Overal op en rond de waterplassen zitten
eenden en zwanen. Met tientallen tegelijk. Het waterkieken mag hier dan ook
niet ontbreken. Voorbij Streefkerk staat 'De Liefde' molen. Nadat de achtkante
grondzeiler was afgebrand werd op dezelfde plaats in 1893 een stellingmolen op
een vierkante voet gebouwd. In 1935 werd de bedrijfsruimte vergroot voor het
malen van veevoeder. Sinds 2009 is de onderbouw van molen De Liefde in gebruik
als kantoor van SIMAV, de regionale molenstichting. Vanaf knooppunt 6 is het
nog 2,3 kilometer tot in Groot-Ammers. Terug naar het Fortuijnplein en onze
auto. Onze fietsteller staat op 5O kilometer. Tot schrijfs. Foto Rina Meurs.






|