|
Fietsknooppunten: 51 -52 -55 -61 -64 -74 -73 -76
-85 -89 -91 -16 -15 -6 -3 -65 -15 -82 -63 -60. Geplande afstand: 34,9
kilometer.
Dag 4. Donderdag 17 mei 2018.
We zijn gisterenavond als een blok in slaap
gevallen. Ondanks de felle wind buiten hebben we er hier in de woonwagen bijna
niets van gewaar geworden. De kleine ramen hebben dubbele beglazing en het
karkas van de woonwagen werd grondig geïsoleerd. Een elektrisch vuurtje hield
de koude buiten en maakte het binnen gezellig warm. De ramen konden voldoende
afgedekt worden zodat er bijna geen licht doorkwam. We worden wakker rond
07:30u en wachten op het ontbijt dat men ons brengt. Buiten is de wind gelukkig
wat geluwd. Het leek gisteren wel of het herfst was in plaats van lente. Nu
schijnt de zon en na het lekkere ontbijt nemen we afscheid van onze gastvrouw
en -heer. Onze fietsen mochten we
gisteren in het atelier stallen en daar waren we blij om want met die wind
zouden ze omgevallen zijn en hoogstwaarschijnlijk schade opgelopen hebben. Onze
batterijen moesten niet opgeladen worden. We kunnen nog minstens vijftig
kilometer fietsen.
Bij ons vertrek volgen we nog even knooppunt 51,
naar Damme, naar het westen toe. We moesten ons niet afvragen welke richting
het was. De wind steekt een tandje of twee bij en we moeten weer af en toe op
onze trappers staan. Als we dan afslaan naar links of rechts voelen we ons weer
koning te rijk. De boordcomputer wijst onmiddellijk een snelheid aan van 18
km/u. Even toch want de volgende straat moeten we weer richting westen. We
kunnen toch nog onderweg genieten van prachtige vergezichten. Het stille groene
landschap is een bont lappendeken van akkers en weiden waar koeien vredig
liggen te herkauwen. Ik vraag me vaak af welke dorpen er in de verte schuilgaan
achter de bomen waarvan we enkel de spitse kerktorens zien.
Vanaf knooppunt 52 fietsen we op de voormalige
tracé van spoorlijn 55. De sporen werden verwijderd en na de asfaltering werd
dit een volwaardig fietspad. We rijden niet door het centrum van Bassevelde
maar nemen wel een foto van de kerk waarvan de toren in de steigers staat.
Aan knooppunt 64 rijden we rechtsaf door de
Kaprijkestraat waar de waterloop is
omzoomd met schilderachtige oude knotwilgen of -essen. De beek doorkruist een
contrastrijk landschap. De bomen geven door haar scheve groei de heersende
windrichting weer. Aan knooppunt 74 moeten we rechtsaf op een smal onverhard
pad dat bijna dicht gegroeid is. Links bevindt zich een smalle gracht en rechts
is een verhoging die de akkers aangeeft. Hier fietsen stelt onze zenuwen danig
op de proef. Ik begin te slingeren en besluit om het pad te voet te
doorkruisen. Voorkomen is beter dan genezen. Gelukkig is het slechts
achthonderd meter. In de verte spotten we de romp van een stenen graan- en
oliewindmolen. Opgericht in 1804 en in 1866 werd er een stoommachine geplaatst.
De kap en het wiekenkruis zijn in 1920 door een storm afgewaaid. Op één van de
akkers ligt een vracht mest. Het ligt klaar om met een tractor over de akker te
verdelen. De wind waait de geur de andere kant op. De volgende straat moeten we
rechtsaf en het aroma komt ons tegemoet.
Aan knooppunt 89 moeten we oorspronkelijk rechtdoor
maar besluiten rechts af te slaan naar het centrum van Sint Laureins. Het dorp
is een gemeente van Oost-Vlaanderen dat vooral bekendheid verwierf door zijn
polders, kreken en waterlopen. De kreken zijn nog getuigen van de
overstromingen vanaf de 12e eeuw. Links in de Dorpstraat houden we
halt bij een hoge wegkapel. Er is net gepoetst. De stoep is nog nat en het
ruikt naar javel. De kapel Heilig Hart en Heilige Blasius werd gebouwd in 1906
op vraag van de plaatselijke pastoor en weduwe De Smet-Baeyens. De dubbele
glazen deur is op slot maar de twee glas-in-loodramen opzij laten net genoeg
licht binnen voor een foto al moet ze getrokken worden door het glas in de
deur. Er staat een Heilig Hartbeeld op het houten altaar.
Wat verder in de Dorpstraat hangt een thermometer
aan de voorgevel van de plaatselijke apotheek die 19° Celsius aangeeft. We
houden halt bij de Sint-Laurentiuskerk die oud is en roept om gerestaureerd te
worden. De romaanse kerktoren werd in het begin van de 14de eeuw
gebouwd. De kerk zelf dateert van 1554-57. Enkele jaren later moest de kerk al
vergroot worden wegens het groeiende aantal parochianen. We kunnen de kerk van
binnen bewonderen en dat is niet te veel gezegd. Het interieur is buitengewoon
prachtig. In het hoofdkoor rijzen in mensengrootte gestalte de vier
evangelisten op en de patroonheiligen: Sint-Laurentius en Sint-Blasius. Er is
een rondgang met kapellen achter het altaar maar bezoek is niet toegelaten. De
glasramen zijn oogverblindend. Bij het verlaten van de kerk komen we langs het
bronzen Heilig Hartbeeld dat in 1947 werd geplaatst. Rondom de kerk worden
momenteel werkzaamheden uitgevoerd. De begraafplaats werd ontruimd en bomen
werden gerooid. Zou de kerk gerestaureerd worden?
In Dorpstraat 91 werd het gemeentehuis gebouwd op
de plaats van een oude in 1894 gesloopte pastorie. In 1902 werd met de bouw
gestart met op het gelijkvloers een café en conciërgewoning die dienden tot
1940. Op 1 mei 1995 werd een nieuwe administratie vleugel in gebruik genomen.
Aan de voorgevel werden twee gedenkplaten aangebracht. Eén ervan is voor de
'4th Canadian Armoured Division' die Sint Laureins bevrijdde in september en
oktober 1944. Voor het gemeentehuis , tegen een muur van bloeiende rode
rododendrons, werd een monument opgericht met een vos als afbeelding. Reynaert
de Vos torent op een granieten zuiltje boven enkele eenden in zijn buurt uit.
In de Reynaert-iconografie komen naast kippen echter heel wat eenden voor,
wellicht als verbeelding van Als de vos de passie preekt, boer pas op uw
ganzen. Tussen de purperen rododendrons en de groene aanplanting werd in 1920
het oorlogsgedenkteken opgericht voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen.
Een picknicktafel nodigt uit om onze meegebrachte lunch op te eten. De zon
schijnt en we verwarmen ons aan haar warme stralen.
Zelfs een klein dorp als Sint Laureins heeft als
toerist veel te bieden. Boven de daken van de huizen steekt een ronde koepel
met een veelvuldig glazen torentje uit. We zijn nieuwsgierig en fietsen er na
onze lunch naar toe. Het blijkt een voormalig Godshuis te zijn dat gebouwd werd
tussen 1843 en 1849 om tegemoet te komen aan het leed van de armen en zieken
van de streek. In 1940 en ook tijdens de bevrijding in 1944 vond de bevolking
er beschutting tijdens zware gevechten. In de jaren 90 van vorige eeuw stond
het pand te bekommeren. Sinds 2004 is het gerestaureerde 'Godshuis' terug open
en is het een prachtig complex dat ingericht is als hotel en worden er nog vaak
seminaries en feesten georganiseerd.
Op de hoek Kruiskenstraat en Caatsweg, richting knooppunt
91, houden we halt. Over de driehoekige verhoogde berm werd in 1841 de kapel
van de waterhoek gemetseld. Ze is hoogdringend aan restauratie toe. Ondanks dat
wordt ze nog mooi onderhouden. Het gebied
is prachtig landelijk en rustiek. Het is een feit dat de bordjes van het
fietsroutenetwerk ons langs de mooiste plekjes in de regio brengen.
We fietsen nog een stuk door het Meetjesland en
daarna door het Brugse Ommeland. We dwarsen het Afleidingskanaal van de Leie
of Schipdonkkanaal over de Celiebrug. De ijzeren ophaalbrug werd tijdens WOII
verwoest en rond 1947 heropgebouwd. Het kanaal loopt over een lengte van 56 km
vanaf Deinze tot in Zeebrugge waar ze uitmondt in de Noordzee. Het graven en
afwerken van het kanaal verliep tussen 1846 en 1860. Het kanaal was samen met
het Leopoldkanaal één van de eerste grote infrastructuurwerken in het jonge
België. Tijdens de beide Wereldoorlogen speelde het kanaal een belangrijke
strategische rol. Tegenwoordig is het Schipdonkkanaal een toeristisch lint
doorheen het Meetjesland. We houden even halt bij knooppunt 15 voor een paar
fotos. Het wordt beslist een pittige tocht langs het water want vanaf dit
knooppunt tot knooppunt 60 fietsen we 11,4 km langs het kanaal. Het is constant
opboksen tegen de wind. De zon schijnt maar we worden er niets van gewaar. Onze
jassen worden tot tegen de kin dichtgeritst. Onze kap op het hoofd en
dichtgeknoopt. We halen amper een snelheid van 13 km/u. We nemen een
ondersteuning meer en halen nu toch een 15 à 16 km/u. We proberen desondanks
toch een beetje te genieten van onze tocht langs het kanaal. Doch blijft het
een zware opgave. Maar we klagen niet want we houden het droog.
We rijden onder de Leestjesbrug van Maldegem door.
Aan het volgende knooppunt 15 wijken we af naar Moerkerke. Het is nog te vroeg
om naar ons slaapadres te rijden. Op de
kruising van de Waterhoek en de Vissersstraat staat de witgekalkte kapel
O.L.Vrouw van de Waterhoek. Op het eind van de achttiende eeuw stond hier op deze
plek al een kapel. De huidige kapel werd gebouwd rond 1870. Het is trouwens een
welgekomen afwisseling dat we afwijken naar Moerkerke na de koude strakke wind
waar we tegenaan moeten fietsen. De snijdende wind behoord nu toch even tot het
verleden. We willen in het dorp van de gelegenheid gebruik maken om wat avondeten
mee te nemen. De bebouwing neemt toe, we naderen het centrum van Moerkerke. We
hebben pech de meeste winkels hebben vandaag hun sluitingsdag. De kerkklokken
slaan net twee uur als we voor het kasteel van Moerkerke staan dat nog grotendeels
door water omgeven is. Het prachtig slot was tijdens de middeleeuwen een omwald
kasteel dat rond 1100 werd gebouwd. Tijdens de bezetting van WOII wordt het
kasteel geplunderd en raken de gebouwen in verval. In 1964 wordt het kasteel
gerestaureerd, vergroot en omgevormd tot etablissement voor feestelijkheden en
huwelijken. In de jaren 70 en 80 van vorige eeuw werd er nog een linker- en
rechtervleugel aangebouwd. Het is nu een restaurant. Op de plaats waar de
huidige kerk staat stond oorspronkelijk een kapel die rond het jaar 1600
verwoest werd. Ze werd heropgebouwd maar werd in de helft van het jaar 1800
afgebroken om een grotere kerk te bouwen die in 1870 ingehuldigd werd, opgedragen
aan de heilige Dionysius. Tijdens WOII kwam de kerk onder zwaar vuur te staan.
De toren werd eraf geschoten maar werd netjes terug hersteld. Ook deze kerk
staat momenteel in de steigers.
Terug naar knooppunt 15 en linksaf naast het water.
Terug opboksen tegen de strakke wind maar het is niet ver meer. Het is rustig
fietsen langs het water tot we opgeschrikt worden door de luidkeelse discussie
van een paar eksters die in de groene stilte de rust verstoren. Aan knooppunt
63 slaan we linksaf. Achteraf gezien was rechtdoor rijden naar knooppunt 67 een
beter idee geweest want als je daar linksaf slaat waren we sneller bij onze
B&B. Maar swat, we zijn ondertussen
verlost van de gure wind. We zijn totaal (heerlijk) uitgewaaid. We worden goed
ontvangen en krijgen een rondleiding in ons huisje Natsha. We drinken een
kopje koffie en besluiten naar Damme te rijden om iets te eten.
Terug naar knooppunt 60 en vervolgens 71 en dan 28.
We bevinden ons, na drie kilometer, in het centrum van Damme. Een toeristisch
stadje met nog veel oude gebouwen en een lange geschiedenis. In de 17de eeuw
was Damme een versterkte stad met een stervormig grondplan gevormd door zeven
bastions. Het vestingwerk is gedeeltelijk verdwenen. In de Kerkstraat stoppen
we op de brug over het Zuidervaartje dat werd gegraven in 1841-1848 om het
overtollig water vanuit Sint-Michiels, Sint-Kruis en Asbroek af te voeren. Deze
brug vervangt een ouder houten exemplaar met eveneens houten balustraden. Aan
de linker kant staat nog steeds de zesdelige ophaalmechanisme.
Nog voor de kerk bevindt zich de eerste van twee
kazematten. De tweede bevindt zich aan de overzijde van de weg. Dit waren
vermoedelijk de soldatenverblijven of wapendepots van het 17de eeuwse Spaanse
garnizoen die de middeleeuwse stadspoorten moesten bewaken. Ze werden in
basaltblokken tussen de kasseien aangebracht. Momenteel is het een onderkomen
als winterschuilplaats voor vleermuizen.
We fietsen tot bij de O.L.Vrouw Hemelvaartkerk. De
kerk ontstond vermoedelijk in 1180. Ze werd tijdens de afgelopen eeuwen
meerdere malen gerestaureerd, afgebroken, geplunderd en uitgebreid terug
opgebouwd. In 1704 was de kerk zo erg in verval geraakt, bij gebrek aan
fondsen, dat men genoodzaakt werd om te slopen. Het transept en het schip
werden verwijderd en in 1727 werd de torenspits afgebroken. In 1807 werden toen
reeds tal van grafzerken uit de kerk verwijderd. In 1890 en 1904 werden er weer
restauratiewerken uitgevoerd maar haar lot was bezegeld. De westertoren is 43
meter hoog en na 209 treden, genieten we van een spectaculair uitzicht. In de
verte zien we de witte korenmolen langs de Damse Vaart. Beneden ons, op het dak
van het oude rusthuis naast de kerk, huizen ooievaars. Ook het interieur van de
kerk zelf kan bezocht worden wat echt de moeite loont.
Elk gebouw heeft zijn eigen verhaal zoals het
rustoord Sint-Jan in de Kerkstraat 33. Het was oorspronkelijk het
Sint-Janshospitaal van de 13de eeuw. Daarna volgden nog uitbreidingen tot de
20ste eeuw. Het oudste gebouw van het complex werd in 1249 opgetrokken in
opdracht van Margaretha II van Vlaanderen. Nu is er het oudheidkundig museum in
het hoofdgebouw onder gebracht en aanpalend is het OCMW voor bejaarden gekomen.
We fietsen verder langs oude monumentale gebouwen
die ons doen terugkeren naar die goede oude tijd. Ze getuigen stuk voor stuk
van een rijk en boeiend verleden. De achtzijdige gietijzeren waterpomp bij
huisnummer 38 dateert uit de 19de eeuw. In het waterbekken werden bloemen
aangeplant.
Verderop is het stadhuis van Damme dat gebouwd werd
in 1464-1467 op de plaats van een bouwvallige grotere halle van 1241. Het
huidige gebouw werd herhaaldelijk gerestaureerd. Een gedenkplaat voor de gesneuvelden van de
Eerste Wereldoorlog werd in natuursteen aan het stadhuis geplaatst op 23 juli
1922. Op de voorgrond staat het beeld van Jacob van Maerlant, onthuld op 9
september 1860. Hij was gekend als 'De vader der Nederlandse Letteren' die zich
in Damme vestigde rond 1265 waar hij schepenklerk wordt. Hij sterft te Damme
rond 1292 en word begraven onder de toren van de kerk.
Na ons diner fietsen we terug naar ons overnachtingsadres
in B&B Vandenstampershoek aan de Zuiddijk 19 Moerkerke.






|