Dag 3.
Fietsknooppunten: 47 - 46- 45- 44- 43- 74- 71- 73-
29- 26- 27- 20- 13-12-Philippine -12 -88 -86 -91 -51.
Geplande afstand: 38,8 kilometer.
Woensdag 16 mei 2018. We zijn heel vroeg wakker
geworden. Onze slaapkamer heeft bijna rondom ramen. Er hangen wel overgordijnen
maar die kunnen niet alle daglicht buitensluiten. Na het fantastische ontbijt
nemen we afscheid van onze gastheer. Onze fietsen staan klaar voor een tocht
terug naar België. Het weer speelt een spel met ons. De zon schijnt maar er is
heel wat bewolking die vaak voor de zon schuiven. Er staat tevens een strakke
wind. Dus weer geen T-shirt dag. Vandaag fietsen we nog een tijdje door de
provincie Zeeland dat voor een groot gedeelte op en onder zeeniveau ligt. Sinds
de middeleeuwen wordt hier strijd geleverd tegen het water. Aanwinst en verlies
van land wisselen elkaar af. Het is stipt 09:00u als we vertrekken. We moeten
rechtdoor via de Tivoliweg. We steken de N290 over en gaan de eerste straat
linksaf op de Parallelweg West. Even verder, links van ons, vloeit de Oude
Vaart die nog ongeveer drie kilometer lang is. De voormalige waterweg vloeide
van landgoed Groot Eiland richting Hulst in de vestinggracht. De Oude Vaart
heeft geen scheepvaartfunctie meer. Verderop aan de driesprong is knooppunt 46.
Het is voorbij knooppunt 46, in de Havikdijk, als
we een eind voor ons langs de kant van de weg een hinde zien. Haar kop
verscholen tussen enkele struiken met bessen waar ze rustig van snoept. We
houden halt op een behoorlijke afstand zodat ons Rina er een foto van kan nemen
maar blijkbaar maken we teveel geluid. Haar kop schiet de hoogte in en onze
ogen staren elkaar aan. Niet voor lang echter want als een vuurpijl loopt ze de
dijk af en verdwijnt tussen de bomen. We volgen ze met onze ogen en we zijn
ervan overtuigt dat een bambi haar volgt. Dit alles gebeurt in een tijdspanne
van enkele seconden maar we zijn blij dat we een wilde hinde met jong gezien
hebben. Nog steeds boven op de dijk hebben we een prachtig uitzicht over de Zeeuwse
Vlaamse Polders. Het is een smal fietspad met aan één zijde statige hoge bomen.
Na knooppunt 45 is het nog rechtdoor via de
Havikdijk. Nog meer polderlandschap dat meer en meer op een lappendeken lijkt.
We kunnen er niet genoeg van krijgen. Elke vierkante centimeter landbouwgrond
lijkt bezaaid of beplant. Nu is het aan de zon en de regen om haar werk doen.
Hier zijn aardappel- en aspergeplantages in de meerderheid. Hopelijk wordt het
een vruchtbaar jaar. Nog steeds fietsen we langs de Oude Vaart. Op de andere
oever grazen bruine koeien langs nog meer waterplassen met talrijke
watervogels. Een stilleven. We rijden door buurtschap Vijfhoek. Het omvat
slechts ongeveer tien huizen met ca. 25 inwoners. Op de Klein Cambrondijk fietsen we opnieuw tussen
het groen waar we even beschut zijn voor de wind.
Voorbij knooppunt 44 fietsen we door Luntershoek,
een buurtschap in de gemeente Hulst. Het bestaat uit een tiental woningen en
enkele boerderijen. Bij de Y-splitsing houden we links aan en vervolgen onze
weg langs de Nieuwe Zeedijk tot het eind. We fietsen pal naast het water van de
Spuikreek. De Spuikreek is een aantrekkelijk visgebied binnen de
Kanaalzone. We bevinden ons op het
grondgebied van Axel.
Na een tijdje bevinden we ons in buurtschap
Kijkuit. Rondom rond landbouwgrond met een eenzame hoeve. De weg loopt over de
Oude Linie gracht. Dit water vormde de grens tijdens de Tachtigjarige oorlog
(1568-1648). Eerste straat rechtsaf in de Liniedijk. Deze dijk werd opgetrokken
om de polder onder water te zetten. Op deze manier controleerden de strijdende
partijen strategische plaatsen in de frontzone. De skyline wordt gedomineerd
door windturbines. Ze zijn haast niet te
tellen. Daartussen, in de verte, spotten we de wieken van de stadsmolen van
Axel. Een korenmolen uit 1750 die nog regelmatig draait. De Buijzestraat brengt ons in de gemeente Axel. We
rijden niet pal door het centrum. We fietsen tot aan de rotonde waar een
bronzen Zeeuws paard op een hoge sokkel werd geplaatst, vlak voor de visvijver
'De Grote Kreek'. Het kunstwerk werd gemaakt in opdracht van de gemeente Axel
door Josje Esselman. Op de Grote Kreek wordt veel gevist door de leden van de
visvereniging. Er komen in dit water vrij veel vissoorten voor: snoek, voorn,
brasem, paling en karper. Ons knooppuntenbord hangt aan een paal maar door
omstandigheden werd het verdraaid zodat het lijkt of we rechtsaf moeten. Maar
we moeten rechtdoor, daar is geen twijfel over want aan het volgende kruispunt
is knooppunt 74.
Verderop fietsen we langs de N686 alsmaar
rechtdoor. Links van ons ligt het natuurgebied de Axelsche Kreek. Een van de
grootste kreken van Zeeuws-Vlaanderen. Het is een restant van de eens zo
machtige stroomgeul die vanuit de Westerschelde vanuit de Braakman, via Axel tot in Hulst stroomde en
die via het Hellegat terug in de Westerschelde uitmondde. Met de indijking van
de Bewesten Blijpolder in 1790 werd deze open verbinding afgesloten.
We rijden noordwaarts langs de Sasweg met zijn talrijke statige loofbomen.
Aan de splitsing rechts houden door de Graaf Jansdijk. Deze dijk liep in de Middeleeuwen van Knokke via
Assenede naar Terneuzen. Na de grote stormvloed van 1404 gaf de graaf van
Vlaanderen Jan zonder Vrees de opdracht om deze dijk te herstellen. In 1488
brak de dijk bij Hoek door waardoor een groot aantal polders tussen Terneuzen
en Assenede onder water kwam te staan. Tenminste zeven dorpen verdwenen onder
de golven. Achter de oude dijk werd toen een nieuwe dijk aangelegd. Door
krijgshandelingen kwam in 1584 bijna heel Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen opnieuw
onder water te staan. Bij het herbedijken van de ondergelopen polders volgde
men zoveel mogelijk het tracé van de oude dijk. Uiteraard volgt de dijk nu niet
meer overal het oorspronkelijke tracé. Door latere inpoldering verloor de
Graafjansdijk zijn taak als zeewering. Het viaduct is in 1913 gebouwd over de
spoorlijn Mechelen-Terneuzen. De laatste trein reed er in 1968 onderdoor en
sinds 1990 zijn de rails verwijderd. We fietsen bijna in het duister doordat de
kruinen van de bomen, aan beide zijden van ons pad, in elkaar gegroeid zijn.
Rechts ligt er een brug over de Spuikreek. De weg leidt naar buurtschap
Schapenbout.
We laten Schapenbout rechts liggen en fietsen
rechtdoor tot in Spui. Een klein dorp in de gemeente Terneuzen met een circa
300 inwoners. Linksaf op de Spui (straat).
De skyline vertoont tientallen windturbines. Het is geen zicht. Tussen de
grauwe wolken komt de zon tevoorschijn en we kunnen een glimlach niet
onderdrukken. Links zien we de witte beltmolen Eben Haëzer uit 1807 die tot
1952 in gebruik was. De gemeente Axel kocht de molen in 1985 en liet hem
restaureren. De molen draait nog regelmatig. Als het begint te druppelen
stoppen we onder het bladerdek van enkele bomen om onze regenkledij aan te
doen. Maar na een paar druppels is de bui al over gewaaid. Toch houden we onze
regenkledij aan. Het beschermt ons tegen de strakke koude westenwind. Wat
verder bevindt zich aan de linkerkant
van de weg het voormalige gebouw van de Gereformeerde kerk dat werd
opgetrokken in 1941. Sinds 1974 is het een vrijmetselaarsloge.
Rechts van ons ligt Terneuzen. De Tweede
Wereldoorlog begon in Terneuzen op 20 mei 1940 met het bevel van de Belgische
militaire commandant aan de bevolking om de stad te verlaten in verband met een
dreigend bombardement. De Duitsers trokken de stad in op 24 mei 1940. de oorlog
eindigde er begin september 1944 met de vlucht van Duitse troepen over de
Schelde. De Polen trokken de stad in op 20 september 1944. We blijven de
Hoofdweg N61 volgen. Ons traject loopt evenwijdig met de N62. We fietsen over
het kanaal Gent Terneuzen dat, in opdracht van Willem I, werd gegraven
gedurende de jaren 1825-1827. We fietsen steeds over dijken. Net voor knooppunt
27 houden we halt bovenop het viaduct over de N62 waar we een weids uitzicht
hebben over het omringende landschap. Een open vlakte met akkers. Geen enkele
woning te bespeuren. In de verte domineert een molen het landschap. We dwarsen
de N62.
Na knooppunt 20 fietsen we al op het grondgebied
van Philippine. We bezoeken de stad die bekend staat als mosselstad, een
traditie die overgebleven is aan de vroegere haven die in verbinding stond met
de Westerschelde. In de negentiende eeuw ontwikkelde Philippine zich tot een
bloeiende plaats van vissers en mosselkwekers. Door verregaande verzanding van
de Braakman moest in 1900 een kanaal worden gegraven om de stad toch een
verbinding te laten behouden met de zee. Maar Philippine verloor zijn
belangrijke positie meer en meer aan het groeiende Terneuzen, dat direct aan de
Schelde lag. De afdamming van de Braakman in 1952 betekende het einde van de
mosselcultuur. Alle vestingwerken werden gesloopt om plaats te maken voor
nieuwe woonwijken. Wat bleef is de faam van de mosselrestaurants. Tijdens het
mosselseizoen kan je hier over de koppen lopen van de vele toeristen die van
een mosselmaaltijd willen genieten in één van de zeven mosselrestaurants. We
houden halt bij de reusachtige mosselschelp waaruit een beetje water spuit. Het
monument werd in 1988 gemaakt door J. van Driel. Professor Dokter Wisse Dekker
schonk terzelfdertijd een toepasselijk bankje dat er naast kwam te staan. Het
heeft de vorm van een opengeklapte mosselschelp.
De O.L.V. Hemelvaartkerk van 1862 werd in 1924
vervangen aan het Philipsplein. Deze kerk werd echter in 1944 door oorlogsgeweld
verwoest. Deze koepelkerk verrees in 1953-54. De koepel heeft een doorsnede van
18 meter die geheel vrij in de lucht, zonder ondersteuning werd gebouwd. Op het
Stadhuisplein zien we het voormalig stadhuis 'De Schotse Hoek' dat gebouwd werd
in 1869, voor de helft als stadhuis en voor de andere helft als lagere school.
In 1905 werd de school overgebracht naar een nieuw schoolgebouw 'De Meerpaal'
en kwam er een bewaarschool voor in de plaats. In 1970 verloor het stadhuis
zijn functie door een gemeentelijke samenvoeging. De bewaarschool was al eerder
vertrokken. Nu fungeert het gebouw als cultureel centrum. De herkomst van de
naam 'De Schotse Hoek' is niet achterhaald, maar heeft waarschijnlijk te maken
dat de oorspronkelijke rechte hoek aan het gebouw later is vervangen door een
schuine 'schotse' hoek. Vanaf 'De Schotse Hoek' kijken we over het Philipsplein
waar in de tijd van de vesting het exercitieterrein lag. Nabij de historische
wegwijzer staat de grenspaal, die herinnert aan de tijd (ca. 1720) dat
Zeeuws-Vlaanderen onder Oostenrijks gezag stond. Ook de oude gietijzeren
waterpomp doet ons denken aan de mensen die vroeger geen leidingwater hadden en
daarom hier emmers water moesten vullen om thuis de kinderen en of kleding
moesten wassen. Het restaurant 'In Den Vlaemschen Pot' is open en we kunnen er
iets drinken. We hebben zin in poffertjes en bestellen een portie bij ons
drinken. Geen enkel gedekte tafeltje is bezet. Het is nochtans voorbij het
middaguur. Als we afscheid nemen van de zaakvoerder komen er toch vier personen
het restaurant binnen voor een potje lekkere mosselen.
Bij knooppunt 88 fietsen we langs grenspaal No.
319. We rijden door buurtschap Posthoorn dat slechts uit enkele wegen bestaat.
Vroeger moet hier een herberg hebben gestaan met de naam Posthoorn. We rijden
vlak op de grens van Nederland en België. We bevinden ons meteen in het
Meetjesland, een regio van de provincie Oost-Vlaanderen. Het noordelijk deel
van het Meetjesland werd gewonnen na eeuwen strijd tegen de zee. Hier in de
vlakte liggen tal van dorpen begraven die ooit door de Honte of Westerschelde
van de kaart werden geveegd. Vooral de Elisabethsvloed, van 1376, zette grote
stukken polder voor meer dan 100 jaar opnieuw onder water. Na deze rampzalige
vloed, waarbij duizenden mensen het leven lieten, werd het Meetjeslandse
poldergebied nog getroffen door verschillende overstromingen. In totaal gingen
liefst 17 parochies, ook in Zeeuws-Vlaanderen, verloren. Ondertussen fietsen we
langs verschillende waterlopen, kreken, polders en dijken. Dit alles vormt het
gelaat van Assenede. Een infobordje: 'Bodemloze Put 1808 2008': vertelt over
de hevige noordwester-storm in 1808 en 1809 waardoor een aantal polders in
Assenede overstroomden. Voor zover bekend vielen er toen twee menselijke
slachtoffers te betreuren. Als we links afslaan om de Hollekensstraat te volgen
rijden we over het 'Zwarte Sluiswatering 1832-1967-2007'. Een infobord werd
geplaatst door het bestuur van de Zwarte Sluispolder en onthuld op zondag 2 december 2007. Dit als
herinnering aan het feit dat dan 175 jaar geleden het uitwateringskanaal naar
Boekhoute werd gegraven; en bovendien als herinnering aan het plan 40-jarig
bestaan van de Zwarte Sluispolder.
We rijden verder zuidwaarts. Vlak voor knooppunt 91
zien we rechts de Rode Geul. De Rode Geul is 10 ha groot en het resultaat van
zware overstromingen van honderden jaren geleden. De Elisabethsvloed van
november 1376 liet een spoor van dood en vernieling achter. Hele dorpen
verdwenen in de golven. Toen de zee zich uiteindelijk terugtrok bleven de
kreken achter als stille getuigen. Uiteraard is het een paradijs voor vogels,
kleine fauna en zeldzame vegetatie. Langs ons pad is een werkman bezig een
infobordje aan een paaltje over de Rode Geul. Omdat wij belangstelling tonen
wil hij in geuren en kleuren vertellen wat hij allemaal weet over het water dat
zich voor ons uitstrekt. Spijtig genoeg praat hij in het plaatselijk dialect
waardoor we niet alles begrijpen wat hij zegt. We danken hem toch hartelijk
voor zijn vriendelijke uitleg en fietsen verder. Op de hoek Oude Molen en de
Hollekensstraat nemen we onze zoveelste foto van het Mariabeeldje van Assenede.
We volgen knooppunt 51 slechts voor een gedeelte.
Aan café Passé moeten we rechtsaf. Het etablissement lijkt leeg en verlaten,
of het heeft net vandaag zijn sluitingsdag. We vangen nog een glimp op van de
Rode Geul en links zien we het water van de Grote Geul die beiden deel uitmaken
van het Asseneedse krekengebied. Het Krekenlandschap is bij overstromingen
ontstaan na het wegtrekken van de zee. De Grote Geul is 14 ha. groot en
kronkelt meer dan twee kilometer door de polder.
Het is iets na 15:00u als we bij ons
overnachtingsadres Buitengewoonslapen aankomen. Te vroeg blijkbaar. We bellen
aan maar niets roert zich. We besluiten om verder te rijden naar Assenede dorp.
Drie kilometer verder. In een supermarkt hopen we om wat avondeten te kunnen
kopen.
De poldergemeente Assenede is één van de oudste
gemeente van Vlaanderen. De Sint-Petrus en Sint-Martinuskerk op de Markt kende
een woelige geschiedenis. De oudste delen van de kruiskerk komen uit de dertiende eeuw en tijdens de veertiende eeuw werd het koor uitgebreid. De periode
1940-1945 was een woelige tijd waarin vele gebouwen en kunstvoorwerpen verloren
gingen. Ondanks langdurige gevechten had de kerk over het algemeen niet al te
veel schade opgelopen. Maar toen de oorlog ten einde liep, bij de
bevrijdingsgevechten in september 1944, sloeg het noodlot toe. Bij het naderen
van de geallieerden beseften de Duitsers dat de uitkijktoren die ze
installeerden in de kerktoren niet in handen mocht vallen van de Canadezen. Om
dit ten allen kosten te vermijden, staken ze de toren, gevuld met stro en
benzine, in brand. De gevolgen waren catastrofaal: de kerkklokken smolten door
de hitte, de brandende torenspits viel op de bedaking van de middenbeuk
waardoor de brand oversloeg naar de ganse kerk en het waardevolle interieur in
vlammen opging. Vier jaar later begon men met de restauratie en op paaszondag
van 1950 werd de kerk weer ingezegend. Momenteel wordt de kerk wit geschilderd.
Ze is tevens open voor een bezoek.
Bij de kerk staat de schandpaal met ketting en
handboei. De paal dateert uit de achttiende eeuw en werd tijdens de Franse
revolutie afgebroken. In de negentiende eeuw kende de schandpaal een tweede
leven als pomplichaam, het begin van zijn reis door de gemeente. Pas in 1980
verscheen hij opnieuw op zijn oorspronkelijke plaats, als een stille getuige na
een woelig verleden. Het infobordje is praktisch onleesbaar geworden doordat de
ketting er tegen schuurt.
Aan de overzijde werd in 1871 de pastorie gebouwd.
Het voormalige gemeentehuis op de Markt nummer 4 wordt gerestaureerd. De
voorgevel vermeld het jaartal 1771 en werd toen oorspronkelijk gebouwd als
land- of schepenhuis. Tot 2006 waren de gemeentediensten hier ondergebracht.
We vinden een supermarkt en doen onze inkopen voor
vanavond. Daarna fietsen we terug naar de Kapellestraat 60. Op ons aanbellen
komt er nu toch iemand om ons te verwelkomen. We worden rondgeleid door een
prachtige locatie waarop de woonwagen staat. We krijgen borden en bestek om in
de woonwagen te eten. Het is er gezellig warm bij een elektrisch vuurtje.
Buiten steekt er een krachtige wind op. Gelukkig moeten we nu niet fietsen.
Alleen voor het sanitair moeten we nog buiten. De douche bevindt zich achter
het atelier van onze gastheer die steenkapper op rust is. We hebben in totaal
47 km gefietst. Fotos: Rina Meurs.





|