Wij reizen om te leren.

29-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Autoroute 2 dag 6

We zijn nog moe van gisteren. We slapen uit en doen alles in slow-motion. Na het middagmaal rijden we met de auto naar Zillebeke, vlakbij Ieper. Op de Rijselsestraat (N336)  houden we halt bij het Bedford House Cemetery. We zijn de enige bezoekers. Hier worden soldaten herdacht van beide wereldoorlogen in een oase van groen. De bomen en struiken geven het gevoel in een park te wandelen. Deze begraafplaats net buiten Ieper, is een van de grootste Britse begraafplaatsen in de Westhoek. De tuinarchitectuur maakt van Bedford House Cemetery een unieke WO I site. De begraafplaats ligt op het voormalige domein van het kasteel Rosendael. Het kasteel deed tijdens Wereldoorlog één dienst als medische post en hoofdkwartier. In de kasteeltuin ontstonden verschillende kleine begraafplaatsen. De begraafplaats is genoemd naar Bedford House of Woodcote House, de naam die de Engelsen gaven aan het voormalige Kasteel Rosendael. Vooraan ligt een perk dat omgeven wordt door een brede diepe gracht met gele waterlelies. Hier bevinden zich de restanten van het vroegere kasteel. Tijdens de hele duur van de Eerste Wereldoorlog bleef het domein achter het front en kwam dus niet in Duitse handen, maar toch raakte het uiteindelijk vernield door artillerie.  

In de loop van de oorlog werden op het domein begraafplaatsen aangelegd. Op het einde van de oorlog telde het terrein vijf zogenaamde "enclosures". Na de wapenstilstand werden de graven van "Enclosure No. 1" overgebracht naar White House Cemetery in Sint-Jan. "Enclosure No. 2" werd gebruikt van december 1915 tot oktober 1918. Hier kwamen na de wapenstilstand nog eens 437 graven bij. Op vier na, waren deze overgebracht van de in Ieper gelegen Ecole de Bienfaisance Cemetery en Asylum Britsh Cemetery. De kleine "Enclosure No. 3" was van februari 1915 tot december 1916 in gebruik. Het grootste deel is "Enclosure No. 4", dat men van juni 1916 tot februari 1918 gebruikte. Soldaat Frederick Turner werd wegens desertie gefusilleerd op 23 oktober 1917. Hij was 31 jaar.

Na de oorlog werden hier 3324 graven bijgezet voor gesneuvelden die waren overgebracht van andere begraafplaatsen of gevonden op het slagveld. Een groot deel hiervan was niet geïdentificeerd, zoals de twee onbekende Indische zerken. Er staan ook een aantal speciale gedenktekens voor een aantal gesneuvelden waarvan men vermoed dat ze hier begraven liggen, maar geen grafsteen bestaat, en voor een aantal gesneuvelden van andere begraafplaatsen waarvan het graf vernield is in de oorlog. Het Cross of Sacrifice toornt hoog boven de zerken uit. Achteraan links en rechts een schuilkoepel in Franse steen. Rond de Stone of Remembrance liggen de gesneuvelden waarvan men denkt dat ze elders begraven zijn.

De graven van "Enclosure No. 5" werden na de oorlog naar het Aeroplane Cemetery in Ieper overgebracht. "Enclosure No. 6", vooraan, werd na de oorlog (1930-1939) aangelegd met stoffelijke resten uit het voormalige slagveld. Later werden hier ook nog 69 soldaten begraven die omkwamen in WOI. Deze soldaten sneuvelden tevergeefs tijdens een poging van het Britse Expeditieleger en haar geallieerden om de opmars van het Duitse leger door Noord-Europa tegen te houden. Ieper dat tijdens WOI een belangrijk symbool van het verzet vormde, lag tijdens een groot deel van WOII in het bezette Europa.  

We rijden naar Hill 60 in de Zwarteleenstraat te Zillebeke. Een parking is niet voorzien, maar als alternatief is er parkeerplaats bij het restaurant-tea room iets verderop. Op en rond de heuvel, bestaat het landschap uit een origineel oorlogslandschap met loopgravenstructuren, mijnkraters en diverse betonconstructies. Er werden diverse gedenktekens geplaatst, zoals: het gedenkteken voor de "Queen Victoria Rifles" bovenaan de heuvel, de witte gedenksteen voor de opeenvolgende troepenbewegingen voor de heuvel. Rechts van de heuvel het gedenkteken voor de "1st Australian Tunnelling Company", ernaast het gedenkteken voor de "14th Light Division". Naast dit monument staat nog een kleine gedenksteen voor 2 slachtoffers uit WOII.

Hill 60 is een kunstmatige heuvel uit 1850 en is zo’n 60 meter hoog, vandaar de naam. Hill 60 was aan het begin van de oorlog strategisch eigenlijk niet zo belangrijk, totdat bleek dat de heuvel een ideale uitkijkpost vormde voor de Duitsers, vanwaar ze de Britse stellingen richting Ieper konden observeren. Vandaar dat hier fel gevochten werd om deze heuvel.     De heuvel ligt nabij de spoorweg Ieper-Kortrijk. Eigenlijk is deze heuvel opgebouwd uit grond die vrijkwam bij de aanleg van 'de' spoorweg. De oorlogssite van Hill 60 is bewaard gebleven en kan vrij bezocht worden. Vanaf de heuvel hebben we mooie panoramazichten op Ieper en zijn omgeving. Hier tegenover was het Hill 60 museum gevestigd in een typisch Belgisch café, dit museum/café is nu gesloopt en er is een restaurant voor in de plaats gekomen. Hill 60 is onderdeel van de zogenaamde Hoogte van Wijtschate-Zillebeke waar ook de Helling van Mesen, Helling van Wijtschate en Hill 62 deel van uitmaken.

Op 10 december 1914 werd Hill 60 veroverd door het Duitse leger. De Britse 171e Tunneling Company begon echter in februari 1915 tunnels onder de Hill te graven. In april 1915 waren de tunnels klaar en waren zes mijnen geplaatst onder de Duitse posities. Op 17 april 1915 om 19.05 uur werden de mijnen tot ontploffing gebracht. De explosies duurden ongeveer tien seconden en verwoestten de verdedigingswerken van de Duitsers. Een Britse soldaat die boven de borstwering keek werd gedood door rondvliegend puin. De Britten konden Hill 60 innemen, zij verloren hierbij zeven man. De overwinning was echter van korte duur, op 18 april werden de Britten na een nachtelijke Duitse aanval weer verdreven van de heuvel. Britse versterkingen zorgden voor een nieuw offensief, en met succes: de heuvel kwam weer in Britse handen.

Op de hoek van de Komenstraat-Blauwepoortstraat is een demarcatiepaal nr 18. De verste Duitse opmars tussen de Noordzee en de Zwitserse grens werd in de jaren 1922-1925 aangeduid met 'demarcatiepalen' op de belangrijkste punten. Het zijn granieten zuiltjes van ongeveer een meter hoog, met bovenaan een helm op een lauwerkrans met de naam van de frontsector, op drie zijden een zin (Frans, Nederlands, Engels), met links een veldfles en rechts een gasmasker en op de hoeken een handgranaat en een lauwertak. De noordelijkste demarcatiepaal van het westfront is te vinden in Nieuwpoort-bad nabij de linkeroever van de havengeul. De zuidelijkste demarcatiepaal van de Westhoek bevindt zich in Loker. Op de meeste plaatsen werd de oorspronkelijke zin "Hier werd de overweldiger tot staan gebracht" (ev. vertaling) door de Duitse bezetter tijdens de tweede wereldoorlog verwijderd. Dit is een demarcatiepaal van het Britse type. Op de voorzijde staat bovenaan de naam "Ypres", versierd met een lauwerkrans en onderaan "Erected by the Ypres League". Het ontwerp van deze demarcatiepalen is van de Franse beeldhouwer en oud-strijder Paul Moreau-Vauthier.

Naderhand brengt onze wagen ons naar het Birr Cross Rouds Cemetery. Zillebekedorp en het grootste deel van de toenmalige gemeente bleven tot eind april 1918 in Britse handen. Het dorp werd door het II Corps heroverd op 8 september 1918. Birr Cross Roads (genoemd naar een depot van het 1st Leinsters, Ierland) lag op de Meenseweg, bij het kruispunt met het wegje 'Cambridge Road' dat liep van Wieltje naar Zillebekedorp. In augustus 1917 werd met de aanleg ervan gestart. Ze werd gebruikt als een 'Dressing Station cemetery' vóór en ná de Duitse opmars in het voorjaar 1918. Op het einde van de oorlog waren er negen onregelmatige rijen graven die nu gedeeltelijk Plot I vormen. Na de wapenstilstand werd de begraafplaats uitgebreid met teruggevonden stoffelijke resten uit de nabije omgeving en door de ontruiming van enkele kleinere begraafplaatsen. In totaal worden hier 834 soldaten herdacht, waarvan er 336 niet geïdentificeerd konden worden, waaronder 1 Zuid-Afrikaan en 1 Belg. Het gaat om een Belgische tolk, die op een Franstalige gedenksteen wordt herdacht ('A la mémoire de…'). 9 andere 'special memorials' herdenken slachtoffers waarvan er aangenomen wordt dat ze onder de naamloze graven begraven liggen. Andere 'special memorials' herdenken 18 slachtoffers die in 'Birr Cross Roads Cemetery No. 2' en in 'The Union Street Graveyards' begraven lagen, maar wiens graf vernield raakte door artillerievuur. Dit staat vermeld op een zogenaamde 'duhallow block'.            De begraafplaats is door een lage bakstenen muur omsloten. 

Sanctuary Wood Cemetery is een begraafplaats die anderhalve kilometer ten oosten van het dorpscentrum ligt, op een hellend terrein nabij Hill 62. Ze werd ontworpen door Edwin Lutyens en heeft een grondplan in de vorm van een cirkelsegment met een oppervlakte van ongeveer 7000 m². De begraafplaats is omgeven door een natuurstenen muur en de toegang bestaat uit een poortgebouw met een loggia. Centraal op het terrein staat de Stone of Remembrance, in de zuidwesthoek het Cross of Sacrifice. De begraafplaats wordt net als de anderen onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.

Er worden 1990 doden herdacht, waarvan 1353 niet meer geïdentificeerd konden worden. Ten noordoosten van de begraafplaats ligt een bos, dat door de Engelsen Sanctuary Wood werd genoemd. Tijdens de Eerste Slag om Ieper, eind 1914, konden de militairen hier immers uitrusten. In de loop van 1915 schoof de frontlijn echter dichter naar het bos toe. De Duitsers bevonden zich ten oosten, de Fransen en Britten ten westen. In de periode mei/augustus ontstonden er drie kleine Britse begraafplaatsen, twee aan de westkant, één aan de oostkant. Begin juni 1916 was het bos het centrum van zware gevechten bij de Slag om Mount Sorrel waar de 1st en de 3rd Canadian Divisions hevig strijd leverden. De drie begraafplaatsen werden vernield, enkel van de tweede restten nog sporen waarvan de graven in perk I de basis vormden voor de huidige begraafplaats. Tegen het eind van de oorlog lagen er 137 slachtoffers, waarvan men er 88 niet meer lokaliseren. Zij worden met Special Memorials herdacht. De begraafplaats werd in de periode 1927-1932 uitgebreid met graven die vanuit de omgeving rond Ieper werden overgebracht.

Naast het Sanctuary Wood Cemetery bevindt zich museum Hill 62. De grote kanonnen dateren uit WOII. We treden binnen langs het café en overvolle shop. We schrikken van de inkomprijs. €1O? Per persoon? Alles staat wanordelijk door elkaar.       Stoffig, vuil en vies. Het “museum” heeft diverse gebruiksvoorwerpen uit WOI tentoongesteld. Het is er haast allemaal. Uitrustingsstukken en wapens. Kijkkastjes in verschillende maten tonen foto’s van WOI in de slagvelden. De wanden zijn versiert met fotokaders. Vele Duitse helmen in de uitstalkasten. Geweren, sabels, obussen en beeldjes in brons. Buiten vinden we een aantal loopgraven en granaatkraters in de tuin. Een groep jongeren gebruikt de loopgraven als speelplaats. Er is geen onderhoud.  Het is een rommeltje. De loopgraven liggen er modderig bij. Wij hebben onze sandalen aan en kunnen niet in de tunnels. Neen dit is het niet.

Op het hoogste punt van Hill 62, een paar honderd meter verder, staat het monument voor de Canadezen op het vroegere “Sanctuary Wood”. Ondanks de geringe hoogteverschillen was het een goede plaats om als observatiepunt te dienen.                    De  geallieerde troepen konden vanaf hier de Duitse linies overzien. De linies in deze omgeving worden bemand door de Canadezen. Op 2 juni 1916 vanaf 8 uur in de ochtend bestookt de Duitse artillerie de Canadezen tot net na het middaguur, daarna worden ondergrondse mijnen tot ontploffing gebracht en volgt de aanval van de Duitse infanterie. De Canadezen worden over een linie van circa 1.200 meter compleet teruggeslagen, vanaf Hill 62 tot Mount Sorrel, een stuk zuidwaarts van Hill 62. In totaal weten de Duitsers ruim een halve kilometer terreinwinst te boeken. De dag erna, 3 juni, wordt een tegenaanval uitgevoerd. Deze levert nauwelijks terreinwinst op. Enige nut is dat de Canadezen de eigen linies beter kunnen versterken tegen een nieuwe Duitse aanval, welke echter uitblijft. Op 13 juni wordt na hevig geallieerd artillerievuur Hill 62 terugveroverd op de Duitsers. Hill 62 is onderdeel van de zogenaamde Hoogte van Wijtschate-Zillebeke waar ook de Helling van Mesen, Helling van Wijtschate en Hill 60 deel van uitmaken. Na de oorlog werd de omgeving beplant met ahornen en esdoorns, ter herinnering aan de vele Canadezen die hier sneuvelden. Op de heuveltop ligt het door sierheesters en rozenstruiken omringde Canadese gedenkteken. Om deze heuvel werd in juni 1916 verbeten gevochten. Nu genieten toeristen van een prachtig panorama op Ieper en begrijpen we het strategische belang van Hill 62.

Na het bezoek rijden we naar de Hooge Crater Museum in de Meenseweg 467 op het grondgebied van Ieper. Heel wat beter dan het vorige museum. In het nieuwe deel van het museum is er een originele film te zien, opgenomen in 1917 op het Hooge en de Meenseweg. Er werd hard gewerkt aan de nieuwe tentoonstelling: " van 't Hooge tot de Hel". Een glas-in-loodraam stelt de brandende belforttoren voor van 22 november 1914. In het café wordt een indrukwekkende collectie getoond van bewerkte hulzen. Ook grote oorlogsstukken zijn te bewonderen. Zoals de Britse Ford T ziekenwagen van 1916. In de naastgelegen gerestaureerde kapel staan vitrinekasten bewaart men zeldzame militaire kledij van de troepen die in de Ieperboog hebben gevochten, ook worden met behulp van levensgrote taferelen het leven tijdens de Eerste Wereldoorlog zo natuurgetrouw mogelijk weergegeven. De taferelen gaan van Duitse bunkers naar Britse loopgraven en levensgrote paarden bereden door cavalerietroepen. Bovenop een vitrinekast staat een indrukwekkend replica van een Fokker DR1 vliegtuig. De kapel waar het museum in gevestigd is, dateert van 1927 en de school werd in 1920 gebouwd. In de jaren 1992-1993 werd de kapel en de bijliggende wijkschool gekocht door de familie De Smul - Ceuninck, en werden van verdere verval gered door een grondige renovatie. De vroegere wijkschool doet nu dienst als thema-café. Het museum 'Hooge Crater' opende voor het eerst zijn deuren op Pasen 1994. Vanaf 1 januari 2009 werd het museum eigendom van Niek en Ilse Benoot-Watteyne. Het is een privaat oorlogsmuseum die tal van unieke verzamelingen van de Eerste Wereldoorlog in een mooi kader tentoonstelt. De uitbaters kunnen meer dan 50 zitplaatsen buiten op het terras culinair verwennen. Men heeft een uitgebreide keuze aan bieren, frisdranken en ijscrème. Je kan er ook genieten van heerlijke gerechten, waarvan de vleesgerechten huisbereid zijn. Wij kiezen voor de boerenboterham met paté en kaas. Een koel biertje van Passchendaele mag met dit weer.

Hooge Crater Cemetery ligt langs de drukke Meenseweg, tegen de heuvelflank van “’t Hoge”. Er worden 5.923 doden herdacht, waarvan er 3578 niet geïdentificeerd konden worden. Er liggen tot zes onbekende onder één zerk. De omgeving van Hooge was gedurende de hele oorlog het toneel van felle strijd omwille van zijn hoogte- en strategische ligging. Vlakbij stond het kasteel van de familie de Vinck, door de Britten "Hooge Chateau" genoemd. Bij een artillerieaanval op het kasteel op 31 oktober 1914 kwam bijna de hele staf van de Britse 1ste en 2de visie om het leven.  Voortaan werd het "White Chateau", dichter bij Ieper, gebruikt als geallieerd hoofdkwartier. Vanaf 1915 ging het kasteel en zijn omgeving meermaals over naar de andere partij. Eind mei konden de kasteelruïnes nog verdedigd worden, begin juni werden ze door de Duitsers bezet. De stellingen van beide partijen lagen nu op nauwelijks 50 meter van elkaar. De Britten planden een tegenaanval halverwege juli, maar lieten eerst een mijnlading van 2200 kg ontploffen, tot dan toe de grootste mijnlading van de oorlog. Er ontstond een krater met een doorsnede van veertig meter en een diepte van zes meter met een vijf meter hoge kraterwand van opgeworpen aarde. De Britten raakten daarna bij de aanval echter niet veel verder dan deze ontstane krater, die voor beide partijen een gegeerde schuilplaats was. De Duitsers zetten bij de tegenaanval een nieuw wapen in, de vlammenwerper, en veroverden op 30 juli het kasteel. Op 9 augustus konden de Britten de krater en het kasteel weer heroveren.

Van 6 juni 1916 tot 31 juli 1917 kwam de omgeving weer in Duitse handen. Op initiatief van de "burial officer" van de 7de divisie begonnen de Britten in oktober 1917 met de aanleg van de begraafplaats. Oorspronkelijk waren er 76 graven. In april 1918 ging het Hooge bij het Duitse Lenteoffensief echter weer naar de Duitsers. Bij het geallieerd eindoffensief werd de locatie definitief bevrijd op 28 augustus 1918. Na de oorlog werd de begraafplaats uitgebreid met graven uit de slagvelden en uit verschillende kleinere begraafplaatsen die werden ontruimd. Er zijn Special Memorials (speciale gedenkstenen) opgericht voor 31 doden uit het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Zij bevinden zich vermoedelijk onder de niet geïdentificeerde doden. Met 14 Special Memorials en een Duhallow Block worden 12 Britten herdacht, die op La Chappelle Farm begraven lagen, maar waar hun graf niet meer teruggevonden werd en twee Britten, wiens graf verloren ging op Kruiseecke German Cemetery. De Stone of Remembrance staat in een cirkelvormige diepte die verwijst naar de mijnkraters. Op de kasteelsite werd een nieuw landhuis gebouwd. In de jaren 20 werd de krater gevuld. Het kasteelpark ging later voor het grootste deel naar het pretpark Bellewaerde. 

150 meter verder ligt het domein van kasteel Hooge. Nu een drie sterren hotel met de nieuwe naam, “hotel kasteel T’ Hooge” met in de tuin mijnkraters uit 1916, twee Duitse betonconstructies en een opgegraven loopgraaf. Het kasteel ‘Hooge’ werd na de oorlog heropgebouwd op de plaats van de vooroorlogse stallingen. Het kasteelpark is bijna volledig in handen gekomen van het pretpark ‘Bellewaerde’. De kraters in de tuin van het in Engelse cottage-stijl heropgebouwde landhuis dateren van 6 juni 1916, toen de Duitsers ondergrondse mijnladingen tot ontploffing lieten brengen. De loopgraaf zou de eigenaar laten uitgraven door de Brit Mark Horner vanaf november 1994.

Wanneer we terug naar ons vakantie verblijf rijden worden we onderweg geconfronteerd met kleurige ‘plastieken’ wielrenners. Ze staan uitgestald op een rotonde. Daarna is het de beurt aan hectaren hopplantages. Tot morgen.

Tekst: Luc Verschooten          Foto’s: Rina Meurs                  Bron: Wikipedia








29-12-2014 om 19:42 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
22-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwkerkeroute dag 5

Woensdag 11 juni 2014. Het is 07:30u. De zon schijnt en het is bijna een wolkeloze hemel. Het huisje naast ons wordt gerenoveerd. Het is een kloppen en boren, timmeren en zagen. Van rust is hier nu geen sprake. De vogels storen zich er niet aan.           Ze doen een poging om  boven het lawaai uit te komen. Vandaag staat een fietstocht op het programma. Na ons ontbijt worden de fietsen op het draagrek geplaatst en rijden we naar Nieuwkerke.

Om 08:50u parkeren we de wagen op het Marktplein van Nieuwkerke. Onze fotocamera werkt weer naar behoren. Ons Rina neemt de ene foto na de andere. Op deze manier geraakt hij beslist oververhit. Straks blokkeert hij opnieuw. Nieuwkerke is één van de acht dorpen die Heuvelland vormen. Het dorp bleef tijdens WOI in geallieerde handen tot 14 april 1918. Na hevige gevechten slaagde de vijand erin om het dorp te veroveren. Op 2 september 1918 heroverde de 36th Ulster Division opnieuw het dorp. Ons Rina neemt een foto van het monument voor de ingang van de kerk. Een driedelig gedenkteken voor de burgerlijke en militaire slachtoffers van de Eerste- en Tweede Wereldoorlog van Nieuwkerke. Naaste familieleden plaatsten nog een oude foto bij het monument. Soldaat Elie Albert Joseph Chirouter behoorde tot het 3de Linieregiment, toen hij op 31 mei 1916 stierf.

Op het kerkhof vinden we de oorlogsgraven van het Gemenebest. 13 graven liggen her en der verspreid over het burgerlijk kerkhof. Het “Cross of Sacrifice” steekt boven de enorme hoge zerken uit. Twee oorlogszerken staan, verloren, apart tussen de burgerlijke grafzerken. We kunnen niet lezen wat erop staat. De tekst is naar de andere kant gericht. Het zonlicht weerkaatst op de zerk. Vier kruisjes van drie Belgen en één Fransman staan tussen Britse zerken. Zij sneuvelden eind mei 1940.                      De begraafplaats werd tijdens WOI gebruikt als medische post of door gevechtseenheden. In totaal rusten hier 106 militairen, waarvan 92 uit WOI. De overige slachtoffers werden tijdens de Tweede Wereldoorlog bijgezet. De begraafplaats is helemaal volzet. Oude en nieuwe zerken staan door elkaar. Hoge en lage kruisjes wisselen elkaar af. Er is totaal geen structuur.

De romaanse Onze-Lieve-Vrouwkerk werd in 1922-23 gebouwd, op de plaats van de laatgotische kerk uit de 16de eeuw, die in de Eerste Wereldoorlog was verwoest. In verband met de ‘Open kerk’ kunnen we het interieur bewonderen. Het beeld van Jezus aan het kruis dateert van het jaar 1600. De kruisweg werd samen met de kerk ingewijd in 1923. Twee glas-in-loodramen gedenken de moord op drie geestelijken in Reningelst. Elk kwartier klinken de vier kleine klokjes van de beiaard. Alle kerkstoelen staan op een rood tapijt. Eindelijk een priester die kleur bekend. Ons Rina blijft de ene foto na de andere nemen, ze is niet in te houden. Nou ja, zolang de camera werkt! Tussen de lijdensweg van Christus hangen grote heiligenbeelden. Waaronder de H. Theresia van Lisieu, de H. Barbara en natuurlijk mag Jozef en Maria met kind niet ontbreken. Ook onze vriend staat hier tentoongesteld. Naast de H. Antonius van Padua staat op zijn sokkel de H. Pastoor van Ars. Het beeld hebben we al zo vaak in een kerk gezien maar kenden zijn naam niet. De heilige wordt op 4 augustus herdacht en werd uitgeroepen tot beschermheilige van alle parochiegeestelijken. De H. Pastoor van Ars wordt terzijde gestaan door de H. Margaretha.  

We vertrekken met de fiets in de Nieuwkerkestraat. Onderweg stoppen we bij de H. Zusters van Vincentius, een voormalig klooster, gelegen in de Seulestraat. Op 7 december 1841 werd het klooster gesticht onder de naam: 'Zusters van Liefde van de      ‘H. Vincentius a Paulo'. Ze kozen de H. Vincentius à Paulo als patroonheilige omdat ze in zijn voetspoor wilden leven: liefde en voorkeur voor de armen in wie je God dient. Nieuwkerke kwam zwaar gehavend uit de Eerste Wereldoorlog. Het dorp lag in puin en ook het klooster en de school moest heropgebouwd worden.  

Onze eerste kapel staat net buiten het centrum van Nieuwkerke. Een hoge kapel met een dubbele witte deur. Onder de nok de tekst: Hulde aan O. L. Vrouw, 1911-1936. Door de Boerinnengilde van West-Nieuwkerke. Het interieur: Maria met kind, omringt met bloemen en kandelaars. De muren zijn mooi in het hemelsblauw geschilderd.

Een golvend landschap strekt zich voor ons uit. Het landschap kleurt groen. Af en toe zien we de rode dakpannen van een hoeve. Naast ons doen de aardappelen op het veld het uitstekend. Straks kunnen ze gerooid worden. Onze tweede kapel staat op de hoek van de Eikelstraat en de oprit naar een boerderij. Een verkommerde kapel. De deur is rot, roept op een likje verf en kan niet meer afgesloten worden. De tekst is in het Frans geschilderd maar kan niet meer ontcijferd worden. Slechts “Notre Dame… en …PPN, (bid voor ons).  Wat ertussen staat is niet meer duidelijk. Een poetsbeurt is lang geleden. Overal stof en spinnendraden. Een houten Mariabeeld met kind staat op een altaar met vuile vieze kunstbloemen en een oude half opgebrande kaars.

Westhof Farm Cemetery. “Westhof Farm” werd tijdens WOI ingericht door de Nieuw-Zeelandse Divisie als hoofdkwartier rond mei-juni 1917. Vanaf dan werden hier de eerste doden begraven. Hier liggen in totaal 136 militairen begraven. 6 soldaten kregen een ‘Special Memorial’ nadat hun graven vernield werden door artillerievuur. Een Duits soldaat ligt tussen de talrijke Britse zerken. De platte bovenkant van de zerk valt meteen op. Ons Rina neemt een foto van Rifleman Thomas Donovan. Hij werd op 17 oktober 1917 terechtgesteld. Hij had op 22 augustus 1917 voor de vierde keer geprobeerd te deserteren. Hij was 20 jaar. Op de zerk staat echter niet “Shot at Down”. Deze begraafplaats is volledig omgeven door een haag. Dat past beter in het glooiend landschap. Er staan soms twee namen op een Duitse zerk. Ze zijn haast niet meer te lezen. De werklieden van Commonwealth War Graves Commission rijden het gras af te. Het is behoorlijk lawaaierig. We stappen op. Terug naar de grote baan. Het is klimmen en besluiten het eindje te voet te doen. Het is heerlijk en aangenaam wandelen tussen de weilanden in het zonnetje. In de verte de kerk van Nieuwkerke. Enkele stieren staren ons na. Gelukkig staan ze achter prikkeldraad.

Zonder erg rijden we te ver. We zien geen bord meer dat ons de weg wijst. Aan de splitsing houden we rechts. We bevinden ons op Frans grondgebied. Na een hele tijd komen we bij een begraafplaats. Pont D’achelles Millitary Cemetery. Pont d' Achelles, een gehucht in de Franse gemeente Niepkerke, lag het grootste deel van de oorlog vlakbij de frontlijn, maar in geallieerd gebied. Als ik het register raadpleeg beseffen we dat we op de verkeerde begraafplaats zijn. In eerste instantie denken we op het Maple Leaf Cemetery te zijn. De begraafplaats werd in juni 1917 door gevechtstroepen en medische eenheden gestart. In april 1918 viel het gebied even in Duitse handen tijdens het Duitse Lenteoffensief en ook zij gebruikten toen de begraafplaats.   Vanaf september was het gebied weer in Britse handen en werd de begraafplaats nog een paar maanden door de Britten gebruikt. Enkele zerken zijn weggehaald voor renovatie. Tegen de muur een Duitse zerk met de naam Richard Tim. Ik tel 34 Duitse zerken. De zerken zijn bovenaan puntiger dan de Britse zerken. Hier liggen in totaal 330 doden begraven, waarvan er 7 niet geïdentificeerd konden worden. Soldaat Ernest Worsley, werd wegens desertie geëxecuteerd op 22 oktober 1917.

We rijden na ons bezoek terug naar de splitsing en gaan rechts. Ik ben niet 100% overtuigt, maar we doen het toch. We zien niemand op straat. Een paar meter voor ons komt een paard met ruiter ons tegemoet. De enige persoon die ons kan helpen. Hij is hier niet bekend. Hij is van Ploegsteert. Toch aangenaam. Hij spreekt wat gebroken Nederlands. We rijden terug naar de grote baan en houden halt bij een grote kapel, verscholen onder het bladerdek van enkele bomen. Ook hier het opschrift in het Frans. Notre Dame de Grace, Prieëz pour nous. Maria staat hoog op haar sokkel achter een ijzeren hek. Een klein vaas met bloemen moet de kapel wat opfleuren. Als we verder willen rijden zien we het ‘Cross of Sacrifice’ staan tegen een hoge groene haag.  Vanaf hier zien we de begraafplaats wel liggen.  

We bezoeken dus toch nog het Maple Leaf Cemetery. Deze begraafplaats ligt pal aan de Franse grens. De overzijde van de straat behoort bij Nieppe. Langs twee witte paaltjes betreden we de begraafplaats. Men begon de doden hier te begraven in 1914 vanwege de medische post en gevechtseenheden die in de buurt gestationeerd waren. De laatste maanden van de oorlog was de begraafplaats in Duitse handen na het Lenteoffensief. Dat verklaart het hoge aantal Duitse zerken. In totaal liggen hier 176 soldaten begraven waaronder soldaat Syd Currie, het jongste slachtoffer op deze begraafplaats. Hij was slechts 17 jaar toen hij op 3 juli 1915 sneuvelde. Een zerk met “Shot at Down” van Private A. Parry, hij werd terechtgesteld op 30 augustus 1917 wegens desertie.

Terug naar de grote baan, de Zakstraat, en slaan linksaf. Vervolgens draaien we de Ploegsteertstraat in. We rijden voorbij verschillende landbouwgronden met aardappelen, maïs, savooien, tarwe… Weiden die overvol staan met koeien. Boerderijen van herenboeren. Een enorm veld trekt onze aandacht. Hier groeit sla met losse krop en met gekrulde bladeren. Een rode en geel- groene variant. Het is ondertussen warm geworden. We moeten ons insmeren. Het briesje doet goed, maar is eveneens gevaarlijk om te verbranden. Steile hellingen zijn er niet meer. We rijden ondertussen door Le Bizet, een  gehucht van Ploegsteert. Het dorpje is gelegen dichtbij de Leie, tegen de Franse grens. Het is kermis en heel het dorp viert mee. Rood gele vaandels aan een kabel, hangen dwars over de straat. Een kleurrijke bedoening. Het is nog vroeg, maar op de terrasjes van de café s zitten al mensen van een drankje te genieten. Op de rotonde staat een grote kapel, maar ze is niet toegankelijk. Van fietspaden hebben ze hier blijkbaar nog nooit gehoord. We rijden op de baan en de auto’s scheren ons rakelings voorbij. Zonder te vertragen of uit te wijken. Even verder moeten we afslaan en rijden terug op een rustige baan.

Aan de volgende splitsing linksaf in de Dréves des Rabecques voor de Motor Car Corner Cemetery. Op deze plek gaf Motor Car Corner het punt aan waar geen enkel voertuig verder naar het front mocht. De begraafplaats werd gestart in juni 1917 bij de aanvang van de Tweede Slag om Mesen en werd tot eind maart 1918 gebruikt. Tussen 10 april en 29 september 1918 was de begraafplaats in Duitse handen als gevolg van het Duitse Lenteoffensief. Gedurende deze bezetting werd ze uitgebreid met Duitse slachtoffers. Deze graven werden later verwijderd. Eén Duits graf is overgebleven. Hier werden 132 militaire slachtoffers begraven. Er zijn 5 doden die niet geïdentificeerd konden worden.  Allan Holz en Ernest John Holz zijn twee Nieuw-Zeelandse broers die op 13 juni 1917 sneuvelden. Ze liggen naast elkaar begraven.

Aan de overzijde van de begraafplaats ligt een grote weide met kleine blauwe bloemetjes, met hoge stengels. Het is vlas, zegt ons Rina. Ik heb er geen flauw vermoeden van. Het oogt mooi. Het is een gewas dat al lang verbouwd wordt. Er zijn blauwbloeiende en witbloeiende rassen. Vlas wordt in de eerste helft van april gezaaid. Het bloeit in juni en wordt geoogst in de tweede helft van juli.

Verderop is de Touquetstraat waar we een bezoek brengen aan het Tancrez Farm Cemetery. Ploegsteert was bijna de hele oorlog in geallieerde handen, enkel tussen 10 april 1918 en 29 september 1918 was het tijdens het Lenteoffensief bezet door Duitse troepen. De begraafplaats lag tegenover een hoeve die gedurende de oorlog dienst deed als hulppost. Ze werd gestart in december 1914 en tot maart 1918 gebruikt door veldhulpposten en gevechtseenheden. Er worden in totaal 335 soldaten herdacht waarvan er 6 niet meer geïdentificeerd konden worden. Voor 1 Brit werd een Special Memorial opgericht omdat zijn graf niet meer gelokaliseerd kon worden en aangenomen wordt dat hij zich onder een naamloos graf bevindt. Er zijn in het verleden zerken tussenuit gedaan. De zerken staan hier verspreidt. Rode en gele bloemen vullen de leegte op. Oude zerken worden regelmatig vernieuwd. Duidelijk te zien aan de kleur, het logo en de tekst. De meeste vervangingen zijn van de zerken tegen de haag. Het sap van de haag is niet goed voor het marmer. Na een regenbui blijven deze zerken het langst nat. Weer en wind doen de rest.

Het ‘Le Touquet Railway Crossing Cemetery’ is een kleine begraafplaats. Ook hier veel plaats tussen de zerken. Duidelijk dat er hier vroeger meer zerkjes stonden. Op deze begraafplaats worden 74 doden herdacht. Le Touquet lag tijdens de oorlog dicht bij het front. Het terrein lag aan een overweg op de spoorweg van Komen naar Armentiers. Het werd gebruikt van oktober 1914 tot juni 1918. Er liggen ook 24 niet geïdentificeerde slachtoffers. Drie doden worden herdacht met Special Memorials omdat hun graven niet meer gelokaliseerd konden worden. De tekst op de zerk luidt: ‘Their glory shall not be blotted out’. Een gesneuvelde soldaat met een davidster is J. Knowles. Gestorven de 2de november 1914.

Sommige straten missen een straatnaambord. Dat maakt het ons moeilijk. We moeten linksaf. We rijden voorbij een parking en vinden geen straat naar links. En geen mens op straat. Op een driesprong kunnen we naar links, maar het is niet de juiste straatnaam. We rijden terug en vragen het een toevallige voorbijganger. Hij doet zijn best met Nederlands te praten. We moeten bij de parking zijn. Achter de parking is een straat die moeten we hebben. Bij de splitsing weer geen naambord en beslist ons Rina linksaf te rijden. Mooie keuze. Het is een eindeloze weg. Maar we zitten goed.

Calvaire (Essex) Military Cemetery. Het Cross of Sacrifice staat vlak bij de toegang. De begraafplaats werd aangelegd naast een gebouw dat door de Britten Essex House werd genoemd. Er liggen uitsluitend 218 Britten begraven. Ook hier staan de zerken ver uit elkaar.

Om 13:00u zijn we op Gunners Farm Cemetery. Genoemd naar een hoeve die aan de overkant van de weg stond. De plaats is een voorbeeld van een regimentsbegraafplaats zoals er zoveel werden aangelegd in 1914 en 1915. De eerst doden werden hier begraven in juli 1915. Ze was in Duitse handen tijdens het Lenteoffensief. Er liggen nu 175 Commonwealth- en vier Duitse graven (één zerk met twee namen). Hier vinden we geen nieuwe zerken. Zes zerken staan pal naast elkaar. Op de zerken staan telkens drie namen op. Een klein massa graf, denk ik dan. Er liggen geen onbekende soldaten. Twee zerken van Joodse soldaten. Er komt bewolking opzetten. Witte wolken waarachter de zon soms schuil gaat.

We rijden opnieuw tussen weilanden en hebben groene vergezichten. In de Crombionweg onderscheiden we twee kraters, rechts in een bocht. Gevuld met regenwater en omzoomd door knotwilgen. Hier zijn we uit Heuvelland. Hier is alles nagenoeg plat. Het is rustig fietsen. Ik had gedacht dat het drukker zou zijn. Op de begraafplaatsen toch zeker. Het zijn weliswaar kleine begraafplaatsen, maar het zijn toch ook slachtoffers van WOI. Niet op elke locatie kan een bus met “toeristen” stoppen. Er is niet op alle plaatsen een parking voorzien trouwens. We rijden richting Ploegsteert.

De London Rifle Brigade Cemetery is ontstaan in december 1914. Hier rusten in totaal 363 doden. In juni 1927 werd in het schuilhuisje een gedenkplaat onthuld als aandenken aan de inhuldiging van deze begraafplaats in het bijzijn van de bisschop van Londen in april 1915.  22 manschappen van de Rifle Brigade sneuvelden in Ploegsteert en werden hier begraven. Een Duitse zerk van een onbekende soldaat ligt helemaal achteraan. Ik zie geen enkele onbekende Britse zerk. Op de derde rij staat nog een Duitse zerk, geflankeerd tussen twee Britten van de 4th Division.

We zijn in het centrum van Ploegsteert, een deelgemeente van de Waalse stad Komen-Waasten. Het monument van de gesneuvelden is volledig in het Frans en herdenkt de Militaire en burgerslachtoffers van beide wereldoorlogen. Ploegsteert herbergde Britse troepen tijdens WOI. De neogotische Sint-Petrus-en-Pauluskerk werd in 1925 heropgebouwd, nadat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog was vernield. De kerk is afgesloten. Naast de kerk staat het gemeentehuis. Op de voorgevel is een gedenkplaat aangebracht waarop Winston Churchill duidelijk te zien is. Een infobord geeft de nodige uitleg. “De kleinzoon van W.Churchill in Ploegsteert”. Zo begint de info. “Op 11 november 1991. Sir W.C. (Eerste Minister van Groot Brittannië, tijdens WOII), was in 1916 Luitenant-Kolonel aan het hoofd van het 6de Batalion Roayl Scotsch Fusseliers. 75 jaar later heeft zijn kleinzoon Winston Spencer Churchill Ploegsteert bezocht. En de inhuldiging van de gedenkplaat ter nagedachtenis van zijn grootvader bijgewoond”.

We verlaten Ploegsteert langs de Route de Ploegsteert (N515) en bezoeken het Lancashire Cottage Cemetery. We betreden de begraafplaats langs een boogpoort. Hier staan de zerken vrij ver van elkaar. Het is duidelijk dat er in het verleden menige zerken naar ander begraafplaatsen zijn overgebracht. De lege plaatsen werden niet opgevuld. Rode rozen vervangen de klaprozen die tijdens WOI op de akkers bloeiden. Achteraan staan echter nog drie zerken pal naast elkaar. De middelste zerk bevat slechts een ingegraveerd kruis. Links en rechts staan op de zerk telkens twee namen van gesneuvelden. Op dit klein stukje grond liggen vier soldaten van het zelfde regiment begraven onder drie zerken. De rij ervoor staan vijf zerken tegen elkaar. Op de middelste zerk het bekende kruis en een naam van de soldaat. Links en rechts twee zerken met telkens twee namen. Op dit stuk grond rusten de resten van negen slachtoffers van de Groote Oorlog. Weer allen van het zelfde regiment. Er zijn zelfs eenzame zerken met drie namen van gesneuvelde soldaten. Er zijn 13 Duitse oorlogsgraven. De zerken werden tegen de stenen omheining geplaatst. Gesneuveld in april 1918 tijdens het Lenteoffensief. In totaal  liggen er 269 slachtoffers begraven.

Asfalt wordt zandweg en we rijden tot het eind. We rijden door het Bois de Ploegsteert. Een oase van groen en rust. Banken nodigen uit om even te verpozen. In het bos bevinden zich talrijke militaire begraafplaatsen en restanten van de Eerste Wereldoorlog. Het laatste stuk van het bos is een steile helling. We duwen de fietsen naar boven. Het is bijna even zwaar als naar boven rijden. Rechtsaf en we komen in Waasten. In het Frans Warneton. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Waasten volledig verwoest. De Duitsers groeven onder de ruïnes een uitgebreid net van gangen op 8 tot 10 meter diepte. Deze gangen leidden naar bomvrije schuilplaatsen. Na de oorlog werden al deze gangen gedempt en werd Waasten volgens een nieuw algemeen plan heropgebouwd. Bij de archeologische opgravingen op de plek van de vernielde kerk werd het ongeschonden graf aangetroffen van Robrecht van Kassel. Het werd overgebracht naar een crypte in de nieuwe kerk die in 1925 werd gebouwd. Dit indrukwekkende art-deco bouwwerk wordt vaak de kathedraal van de Leie genoemd.

We komen bij het Prowse Point Military Cemetery. Er is een infobord bijgezet. Majoor Charles B. Prowse gaf zijn naam aan een nabijgelegen boerderij (Prowse Point Farm) die hardnekkig werd verdedigd door zijn troepen, waarbij hij zich heldhaftig zou gedragen hebben. Hij sneuvelde in juli 1916 en ligt begraven in Louvencourt Military Cemetery in Frankrijk. Hij kreeg onlangs een nieuwe zerk. Enkele treurwilgen zorgen voor wat schaduw op de begraafplaats. In gebruik genomen van november 1914 tot april 1918. Hier worden 237 doden herdacht. 8 van hen konden niet meer geïdentificeerd worden. Ook 12 Duitsers hebben hier hun laatste rustplaats gevonden. Op het infobord is eveneens een foto van Harry Wilkinson geplaatst. Private Harry Wilkinson stond als vermist opgegeven. Men graveerde zijn naam op het Ploegsteert Memorial. 87 jaar later werden zijn stoffelijke resten in de Chemin de Saint-Yvon, op een nabij gelegen akker teruggevonden. Lange tijd heeft op die plaats een klein wit houten kruis gestaan met het opschrift: ‘In the memory of Private Harry Wilkinson. 10 november 1914’. Hij werd hier op de begraafplaats in het jaar 2000 bijgezet. Hij was 29 jaar toen hij sneuvelde. In 2006 werden eveneens de stoffelijke resten teruggevonden van soldaat Richard Lancaster, samen met twee ongeïdentificeerde lichamen. Ook zij werden hier herbegraven. Soldaat Alan J. Mather. Zijn lichaam werd in 2008 door archeologen gevonden. Via DNA onderzoek heeft men zijn identiteit kunnen vaststellen door een nog in leven zijnde achternicht. Hij stierf op 8 juni 1917 op 37 jarige leeftijd tijdens de Slag om Mesen. Hij werd hier herbegraven op 22 juli 201O.

Even verder moeten we rechtsaf. We rijden echter rechtdoor tot aan de volgende bocht. Links van ons staat een houten kruis langs ons pad met een naamplaatje waarop staat:  "The Khaki Chums  Christmas Truce. Dit kruis herinnert aan het “Kerstbestand” dat tijdens de eerste oorlogswinter in de omgeving plaatsvond. Op kerstavond 1914 klommen beide partijen uit hun loopgraven en begonnen spontaan te voetballen en kerstliederen te zingen. We fietsen nog verder. Na de volgende bocht, 400m verder, houden we halt bij huisnummer 12. Hier is tegen de voorgevel een gedenkplaat bevestigd als aandenken aan Capitein Bruce Bairnsfather (1887 – 1959). Hij raakte op 24 april 1915 gewond na een aanval op “Mouse Trap Farm” en wordt naar Engeland overgebracht. Hij heeft op zijn manier aan de eindoverwinning bijgedragen door honderden cartoons met het typetje “Old Bill” achter te laten bij zijn strijdmakkers op de Vlaamse en Franse slagvelden. Hij werd de beroemdste cartoonist van zijn tijd.

 

We rijden terug en slaan linksaf voor het Mud Corner Cemetery. Een kleine begraafplaats in een glooiend landschap. We staan op het grondgebied van Waasten in de provincie Henegouwen. De naam “Mud Corner” werd door de Nieuw-Zeelanders gegeven omdat de grond hier drassig was door z’n lagere ligging. De begraafplaats werd in gebruik genomen vanaf december 1917. Hier liggen 85 slachtoffers van WOI waarvan twee niet geïdentificeerd konden worden. Met uitzondering van één Brit zijn alle graven van Australiërs en Nieuw-Zeelanders. Allen gesneuveld tijdens de “Slag om Mesen”. Om de begraafplaatsen midden in het bos te bezoeken laten we onze fietsen staan op het Mud Corner Cemetery.

Te voet gaat het door het bos. Er wordt uitdrukkelijk gevraagd, in het Frans, om niet in het bos te fietsen, en geen honden, zelfs niet aan de leiband langs het wandelpad. Wat komen wij tegen denk je? Juist. Een jong koppel op de fiets die de hond uitlaten. Het diertje rent zonder leiband naast de fietsen mee. Wij zullen wel te voet gaan. Het pad is modderig met diepe kuilen. We hebben onze sandalen aan en moeten slalommend onze weg zoeken. Het is kunst en vliegwerk om bij de begraafplaats te komen. De zon dringt niet door het bladerdek van de bomen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag het bos bij de frontlinie. In het begin van de oorlog kwam het in Britse handen en werd door hen Ploegsteert Wood en Plug Street Wood genoemd. Later werden delen bezet door Duitsers en bij het Duitse lenteoffensief kwam het even helemaal in Duitse handen. In het najaar van 1918 werd het bij het eindoffensief heroverd. Het bos telt nog verschillende bunkers, kraters en sporen van loopgraven uit de oorlog. Onder meer Winston Churchill, Adolf Hitler en Anthony Eden waren hier in de loop van de oorlog. In juli 1955 ontploft net ten oosten van het bos nog een van de onontplofte ondergrondse mijnen van de Mijnenslag in Mesen van 1917. Na ongeveer 200m wandelen staan bij het Toronto Avenue Cemetery. De naam komt van de gemarkeerde paden die dwars door het bos liepen. Ze werden gebruikt om de troepen naar het front te brengen. Ze werden meestal bestookt door de vijand met, onder andere, gasprojectielen. De begraafplaats is omzoomd met groene afspanningsdraad. Alle 78 doden op deze begraafplaats zijn Australiërs. Twee van hen konden niet meer geïdentificeerd worden. Een kleine begraafplaats die onlangs nog bezocht werd.  Er hangen kleine Australische vlaggetjes bij enkele zerken. Deze zerken hier hebben het te verduren van de sappen van de bomen. Er dringt bijna geen zonlicht door de bomen. Ze blijven lang nat en dat zie je. Alle graven hebben dezelfde logo. De soldaten stierven allen op de 7de juni 1917. Op de eerste vrijdag van juni vindt een speciale herdenking plaats op deze begraafplaats. In aanwezigheid van de Australische ambassadeur worden kransen neergelegd om de Slag bij Mesen (7 juni 1917) te herdenken.

Links en rechts van ons wandelpad zijn de paden met prikkeldraad afgesloten. We wanen ons even in terug in 1914. Ploegsteert Wood Military Cemetery is een zoveelste Britse begraafplaats. Eveneens klein,  waarvan sommige zerken heel ver uit elkaar staan. Duidelijk dat hier zerken zijn overgeplaatst naar een andere begraafplaats. Soms gebeurd dat in opdracht van de naaste familieleden. Op een andere rij staan ze nog met zeven dicht bij elkaar. Allen met het zelfde embleem. Twee onbekenden zijn we voorbij gewandeld. In totaal worden hier 164 doden herdacht. Deze begraafplaats is ontstaan door de samenvoeging van enkele kleinere regimentsbegraafplaatsen. In het midden staat het bekende “Cross of Sacrifice”. Geen stenen muurtje maar een draadafspanning rond de begraafplaats.

Pal tegenover het Wood Cemetery, omgeven door prachtige groteske bomen, ligt het Rifle House Cemetery. De toegang is langs een ijzeren hekwerk tussen twee witte pilaren. Dit is de grootste van de drie begraafplaatsen, en bevindt zich op een open plek in het bos. Hier schijnt volop de zon. We voelen de warmte. De bewolking begint terug op te lossen. Sommige zerken staan ook hier ver uitelkaar. De 1ste Rifle Brigade begon hier in 1914 hun eerste doden te begraven tot juni 1916. Hier worden 230 slachtoffers herdacht. Slechts één dode kon niet meer geïdentificeerd worden. De jonge R. Barnett is van Joodse afkomst en was slechts 15 jaar. Hij sneuvelde op 19 december 1914. Bovenop de zerk liggen kleine steentjes. Die traditie ontstond toen de Joden hun graven in de woestijn bezochten en er bij gebrek aan bloemen steentjes neerlegden. Naast hem de zerk van de onbekende soldaat met davidster. Bij de grafsteen van Sergeant D.J. Muddle hebben familieleden een bordje geplaatst met verschillende decoraties, zoals: de Victorie medaille, de Britse oorlog ‘s medaille en de 1914 ster. Muddle stierf eveneens op 19 december 1914 op 24 jarige leeftijd. De medailles werden aan zijn vader overhandigd en andere familieleden brachten ze tot bij zijn graf. 

 

Terug langs de modderige paden tot bij de Mud Corner begraafplaats. We nemen onze fietsen en langs de Huttenbergweg rijden we tot de grote baan. Linksaf op de Rue de Messines, overschrijden we de taal- en provinciegrens, voor het Berks Cemetery Extension van Ploegsteert. Verschillende infoborden. Ook hier wordt elke eerste vrijdag van de maand om 19 uur de “Last Post” geblazen. Op 11 november organiseren de inwoners van Ploegsteert een aantal plechtigheden ter herdenking van de wapenstilstand. Op deze plaats worden 876 doden herdacht. Drie soldaten konden niet meer geïdentificeerd worden. Centraal staat het Ploegsteert Memorial, waar meer dan 11.000 Britse en Zuid-Afrikaanse Militairen worden herdacht die in de omgeving sneuvelden, maar geen bekend graf hebben. Aanvankelijk bestond de begraafplaats enkel uit wat nu het noordelijke perk is. In 1930 werd de begraafplaats uitgebreid met graven uit de Rosenberg Chateau Military Cemetery and Extension.       Op een zerk staat te lezen: Rifleman A.E. French, gesneuveld op 1 juni 1916 op 16 jarige leeftijd.

Aan de overkant bevindt zich het Hyde Park Corner Cemetery. Hier rusten 87 slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Deze plaats was een druk kruispunt van wegen met veel militaire activiteit. In april 1915 begon men zijn eerste doden hier te begraven tot november 1917. Naast de Britse zerken staan 4 Duitse zerken. Soldaat Albert Edward French sneuvelde op 15 juni 1916. Een 16 jarig jonge slachtoffer. Soldaat Samuel Mc Bride werd wegens desertie geëxecuteerd op 7 december 1916. Hill 63 lag ten noordwesten en in de nabijheid waren de Catacomben met diepe schuilplaatsen.

We gaan iets drinken in de nabijgelegen café. Het is ondertussen 16:00u. Na een Duvel en een Fruitige Liefmans voor moeder de vrouw rijden we al zingend verder. Wat verder op de baan is het Strand Military Cemetery. Genoemd naar een loopgracht in de buurt van het bos. Hier worden 1159 doden herdacht, waarvan er 354 niet meer geïdentificeerd konden worden. Er zijn “special Memorials” opgericht voor 4 soldaten uit Australië en 1 uit Nieuw-Zeeland: “Known or believed to be buried”. In het begin van de oorlog werd hier hard gevochten, daarna werd het hier relatief rustig. In oktober 1914 werden hier slechts twee doden begraven. Vanaf het Lenteoffensief, in het voorjaar van 1918, was de begraafplaats in Duitse handen. De acht Duitse graven zijn er de stille getuigen van. Na de wapenstilstand van 11 november 1918 werd de begraafplaats sterk uitgebreid met gesneuvelden uit de omgeving en uit kleinere begraafplaatsen. Tijdens WOII werden acht soldaten bijgezet ten gevolge van de terugtocht naar Duinkerke in juni 1940.

Na ons bezoek rijden we straat in en straat uit. De lucht is weer stralend blauw. Het groen overheerst de omgeving dat slechts af en toe wordt onderbroken door een rood pannendak. Onderweg rijden we voorbij enkele kraters,  gevuld met regenwater en omgeven door knotwilgen. We zijn  nog steeds vlakbij het Ploegsteertbos, aan de voet van Hill 63, dat de frontlijn vormde tijdens WOI. Vanaf hier groeven de geallieerden een hele reeks mijnen en legden men tonnen springstof onder de vijand.     Helemaal tot in Ieper. In één keer lieten ze de springstof ontploffen. Het resultaat is nog min of meer zichtbaar. Links, in de verte, de kerk van Nieuwkerke. Nog een heel eind. We moeten door een grindpad met kuilen met plassen water van afgelopen nacht. We hebben geen tijd om de omgeving te bewonderen. Links van ons vinden we Underhill Farm Cemetery dat aangelegd werd tijdens de Tweede Slag om Mesen. Ze werd vernoemd naar een nabijgelegen boerderij die de militairen “Underhill Farm” doopten. Hier worden 190 slachtoffers herdacht, waarvan 9 niet meer geïdentificeerd konden worden. Bij sommige onbekende soldaten is wel het regiment bekend en de datum van overlijden. Dat werd dan in de zerk gegraveerd. Vijf slachtoffers kregen een “Special Memorial” omdat de plaats waar ze begraven werden niet meer kon worden bepaald. Deze Memorials kregen de bijkomende tekst: ‘Known to be Buried in this Cemetery’.

Het Rosenbergkasteel, op de heuvel, werd tijdens het begin van de oorlog beschadigd door de Duitse artillerie. De portierswoning “Red Watch” genoemd gaf later zijn naam aan het gebied rond het kasteel. Omdat het kasteel dienst deed als onderkomen en hulppost worden er al vlug twee begraafplaatsen aangelegd. Na de oorlog wordt het kasteel dichter bij de weg heropgebouwd ten westen van zijn oorspronkelijke ligging. De eigenaar wou de begraafplaats niet meer op zijn grond hebben en 477 graven moesten worden opgegraven om opnieuw begraven te worden op het Berks Cemetery Extension van Ploegsteert. Voorbij de begraafplaats vinden we nog een Duitse bunker. Verscholen tussen het groen van bomen en struiken. Er staat geen infobord bij, we weten dus niet of hij van WOI of WOII is. IJzeren poutrels, die het dak ondersteunen steken aan de buitenkant eruit. Haastig en vlug is deze bunker gegoten. Op de hoek van de Rue de Messines staat een infobord met de tekst over de Catacomben bij Hyde Park Corner. Deze werden in 1916 op drie maand tijd gebouwd door de Australische Tunneling Companie. Als onderkomen en beschutting voor de troepen die aan de Slag om Mesen zouden deelnemen. De officiële naam was Hill 63 dug-outs.          De Australiërs noemden het “Walangara”, of het gat in de heuvel. Maar in de ommegang gebruikte men algauw het woord “Catacombe”. Er was plaats voor 1200 manschappen die aan weerskanten van de 19 gangen een slaapbank hadden.             Bepaalde delen waren voorbehouden aan de officieren en hun ordonnansen. Hogere officieren hadden recht op kamers met twee bedden en een tafel. Beroeps militairen logeerden in kleinere kamers zonder tafel. Naast het centraal bureau en het transmissie kantoor waren er nog 38 slaapbanken voor secretarissen en koeriers. Er was ook een elektriciteitscentrale voor de verlichting en het seintransmissie systeem voorzien.  Verder was er nog een kleine kantine en een veldhospitaal.

In de Nieuwkerkebaan staan rijen met “hop” in de velden. Een van de snelst groeiende planten, namelijk tot 10 cm per dag. Verderop de kerk van Mesen. We moesten linksaf in de Chemin du Pont de Pierre. Zonder erg rijden we er voorbij. We dwalen weer enkele kilometers af voor we terug keren naar de juiste straat. Een uur verloren schat ik. We komen dan toch op het Bethleem Farm West Cemetery van Mesen. Langs een graspad bereiken we een smalle toegang met twee grotere bakstenen zuiltjes. Nog een kleine begraafplaats waarmee gestart is op 7 juni 1917. Volgens het register liggen hier 165 gesneuvelde militairen, waarvan één onbekende Australiër. Een “Special Memorial” werd opgericht voor een Nieuw-Zeelander wiens graf door oorlogsgeweld vernietigd werd. Er ligt eveneens een Brit uit WOII. Hij kon ook niet meer geïdentificeerd worden. We fietsen terug naar de Rijselstraat en daar linksaf. De volgende straat rechtsaf. Midden in de wei ligt dan nog Bethleem East Cemetery.  Een heel kleine begraafplaats dat we bereiken langs een heel lang graspad. De zerken hebben veel te verduren onder de bomen. Tijdens een regenbui spat de modder tegen de zerk. Een zerk is alvast vernieuwd. Met de tijd zullen ook de andere vervangen moeten worden. Op rij A staan wel twintig zerken vlak naast elkaar. Als broeders schouder aan schouder. Allen met hetzelfde embleem. De laatste in de rij echter is een onbekende soldaat. Bij hem ontbreekt het embleem. Allen God kent zijn naam.       Hier werden slechts 43 gesneuvelden begraven. Acht van hen werden onherkenbaar in een graf gelegd. De begraafplaats kreeg de naam van een nabij gelegen boerderij die de Australiërs veroverden tijdens de Tweede Slag om Mesen. Het graf van Maurice Surrey kon niet meer gevonden worden en men richtte voor hem een “Special Memorial” op. Op de nabijgelegen boerderij Bethlehem hoeve verbleef Adolf Hitler tussen december 1914 en februari 1915. Hij maakte toen een waterverfschilderij van de ruïnes van de Sint-Niklaaskerk van Mesen.

 

Nog een eind fietsen, maar we zijn moe. Ons uithoudingsvermogen wordt zwaar op de proef gesteld. Onderweg vinden we niets om te eten of te drinken. We moeten de tweede straat rechts nemen. Bij een grote villa stoppen we even omdat naast de villa een weg is. Er is geen straatnaam voorhanden. Een verbodsbord verhinderd onze doortocht. “Privéweg” staat er vermeld. Wij verder natuurlijk. Na twee kilometer zien we in de verte onze twee begraafplaatsen liggen. Een paar honderd meter achter de villa. We besluiten terug te rijden tot bij de villa. Het was nochtans een aangename afdaling. Eerst terug naar boven. We nemen de privéweg. Ook een afdaling maar door het grind wel gevaarlijk. Niet te veel remmen.

La Plus Douve Farm Cemetery is een mooie begraafplaats. Hier, ten noorden van Ploegsteertbos, bevonden zich twee boerderijen. La Plus Douve lag meestal in geallieerde handen en werd geregeld als bataljonshoofdkwartier gebruikt. Er werd met de begraafplaats gestart in april 1915 door de Canadezen en bleef tot mei 1918 tot ze in de handen viel van de vijand. We tellen 336 graven. De zon werpt lange schaduwen over de begraafplaats.

Verderop, voorbij de volgende krater linksaf, voor het Ration Farm Annexe Cemetery. De begraafplaats werd in gebruik genomen tot januari 1918. Volgens het register worden hier 203 Commonwealt doden herdacht. Enkele zerken vertonen twee namen.  

Het is ondertussen 20:00u geworden. We zijn moe en moeten nog naar Nieuwkerke fietsen. Daarna met de auto naar Westouter. We moeten nog eten. Tijd om terug te rijden dus. Ons plan zegt dat we terug de privéweg moeten nemen, en si en la, maar ik stel voor om hier verder door te rijden. Een kleine klimming en we zijn op de grote baan, de N314. Hoop ik toch. Als ik mij goed kan oriënteren is de kans toch groot. Ons Rina volgt plichtsbewust. Eureka, we hebben geluk. De grote baan is de N314.  Links of rechts? Rechts zien we de kerk van Mesen. De keuze is vlug gemaakt. We hebben nog meer geluk. Het is een afdaling. We bereiken Wulvergem. Nog 3km tot Nieuwkerke. Ons Rina krijgt terug moed. Onderweg zoekt ons oog naar een taveerne of restaurant. Helaas. We houden toch nog halt bij de Kandahar Farm Cemetery. Een grote begraafplaats die te bereiken is langs twee smeedijzeren poortjes. In gebruik vanaf november 1914. In totaal worden hier 446 doden herdacht, waarvan er 11 niet meer geïdentificeerd konden worden. Ook de Duitsers begroeven hier drie strijdmakkers. Bij het “Cross of Sacrifice” staat een “Special Memorial” ter herdenking aan een Australiër, wiens graf verloren ging door oorlogsgeweld.

We rijden verder en zien de kerk van Nieuwkerke dichterbij komen. Nog twee kilometer. In Nieuwkerke is elk etablissement gesloten. In Westouter hebben we meer geluk. De keuken van het restaurant is tot 21:00u open. We mogen nog bestellen.        Een vermoeiende dag maar het weer maakt alles goed. Tot morgen.

Fietsafstand: 60km       Tekst: Luc Verschooten         Foto’s: Rina Meurs           Bron: Wikipedia.










22-12-2014 om 19:53 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cinema

Vrienden van ons gaan regelmatig naar de bioscoop. Minstens één keer per week. Het is ondertussen hun traditie geworden om op woensdagavond in  Kinepolis, op de Groenendaallaan te Antwerpen, naar een leuke film te kijken. Echte cinefielen zijn het. En met recht. Zij vinden het belangrijk om de film op beeld- en geluidstechnisch niveau te bekijken en te beluisteren.

Ons Rina en ik houden het liever bij een film op TV. Zij houdt van een mooie romantische film en ik van een spannende actiethriller. Of we kijken samen gezellig naar een tv-komedie. Af en toe eens lachen voor het slapen gaan zorgt voor wat extra verbrande calorieën. Heb ik van horen zeggen.

Oktober 1970, het jaar waarin ik 16 werd. Het jaar dat ik naar een film kon kijken van 16+. Een film met ‘blote borsten’. Man, man, man wat heb ik daarnaar uitgekeken, maar eindelijk was het zover. Helemaal alleen naar de ‘stad’. Helemaal alleen naar de cinema om een film voor 16+ te bekijken. Eindelijk zou ik ‘blote borsten’ zien. Jongens, wat een dag. In mijn licht grijs zondagskostuum de bus op en naar de koekenstad. Ik stapte  langs de vele verschillende bioscopen om de affiches te bekijken. Ik was te vroeg en had dus een zee van tijd. Er waren toen nog veel cinema’s in Antwerpen. Denk maar aan cinema Rex, Astrid of Rubens om er enkele te noemen. Ik ging ze allemaal af. De foto’s tegen de zijwanden spraken boekdelen. Er werden nogal wat ‘blote borsten’ getoond. Maar ik durfde niet echt bij die foto’s te blijven staan. Wat moesten de mensen niet denken van mij? Zo jong en reeds een obsessie van vrouwelijke ‘blote borsten’. Wat moet er van die jongen geworden? Ik voelde het schaamrood op mijn wangen en ging vlug de volgende cinema binnen. Het licht was al gedempt en zette me vlug neer. Onopvallend keek ik rond of iemand mij in het oog hield. Of iemand mij kende en het mijn vrienden zou vertellen waar ik was. Nog erger. Wat zouden mijn vrienden zeggen als ze moesten zien dat ik deze film aan het bekijken was? Ik schaamde mij echt. Ik zal het nooit vergeten. Mijn eerste film in de ‘stad’. Jungle book! Tot schrijfs.

Tekst: Luc Verschooten                    Foto’s: Rina Meurs






22-12-2014 om 18:21 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
15-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Autoroute 1 dag 4

Dinsdag 10 juni 2014. Om 07:00u scheen de zon, volop in al haar glorie. Nu is het 08:30u en de bewolking trekt een deken over het landschap. Gisterenavond heeft het hier nog flink gedonderd en gebliksemd. In de verte verdampt het regenwater in het bos. Het vormt een dichte nevel en stijgt omhoog. Daar vormt het opnieuw regenwolken. De weerman beloofde voor vandaag opklaringen met buien. We nemen het zekere voor het onzekere. We besluiten een autoroute te maken. De route hebben we enkele maanden geleden al uitgestippeld met het doel; ‘als het slecht weer is rijden we met de auto’. Sterker nog. We hebben twee autoroutes voor deze week. Autoroute één brengt ons naar Wervik, bij de grens van Henegouwen. De streek staat bekend voor zijn tabaksteelt. We gaan er het tabaksmuseum bezoeken. Het heeft voor ruim een half jaar de deuren gesloten voor een grondige herinrichting. De vernieuwde site was voorzien voor april, twee maanden geleden dus. We zijn benieuwd.

Onderweg houden we halt in de Hollebeekstraat te Wijtschate bij een kleine begraafplaats. Het is de Somer Farm Cemetery no 1. Ze werd genoemd naar een vlakbij gelegen boerderij. Onze fotocamera laat het weer afweten. Weer gedaan met foto’s nemen. We betreden de begraafplaats langs de toegang die met een ijzeren ketting is afgesloten. Twee sierkersen zorgen voor schaduw. De begraafplaats telt circa 89 zerken. We zien één zerk met Davidster. De soldaat stierf op 19 jarige leeftijd. Deze begraafplaats werd voor het eerst in juni 1917 in gebruik genomen. Vijf graven werden stukgeschoten en konden niet meer gevonden worden. Deze soldaten worden herdacht op ‘Special Memorials’. De blokken dragen de tekst “Known to be buried in this cemetery”. Er bestond nog een Somer Farm no 2. Deze werd echter na de oorlog ontruimd en overgebracht naar Wijtschate Military Cemetery.

Bij het kruispunt Rijselstraat-Hollebeekstraat staat het monument van de 57ste Regiment Infanterie Brigade. Het monument is een kruis op een sokkel, geheel vervaardigd in blauwe natuursteen. Vlakbij in de Rijselstraat ligt de Military Oosttaverne Wood Cemetery.     Gelegen op het grondgebied van Wijtschate. We betreden de rustplaats langs een groot toegangsgebouw met drie rondbogige doorgangen. De grote Britse begraafplaats werd in gebruik genomen vanaf de eerste dag van de Mijnenslag, op 7 juni 1917. Na de oorlog werd de begraafplaats enorm uitgebreid met graven van omliggende slagvelden, waaronder de gesneuvelden van Hill 60. Centraal staat de “Stone of Remembrance”, die telkens vanaf 1.000 doden op een begraafplaats wordt geplaatst. De inscriptie luidt: ‘Their name liveth for Evermore’. Hier rusten 1239 doden waarvan er 795 niet geïdentificeerd werden. Verschillende zerken zijn tijdelijk weggenomen voor renovatie. Een klein aluminium infobord met naam, rang, regiment en datum van overlijden getuigen van respect voor de nabestaanden. Tijdens WOII werden hier nog 117 Britten begraven, waarvan 9 onbekende, van mei 1940. Vooraan in de hoek staat eenzaam en alleen een kruis van Hadou Mohammed. Gestorven voor Frankrijk in mei 1940. Achter de begraafplaats, omgeven door weiland staan op enige afstand van elkaar de resten van twee bunkers. Overwoekerd met onkruid.

Om 09:45u parkeren we voorbij het museum in de Koestraat te Wervik. De deuren openen eerst om 10:00u en daarom wandelen we eerst naar de kerk. De stad Wervik ligt langs de Leie, die er de grens met Frankrijk vormt. Daar ligt de Franse gemeente zuid-Wervik (Wervicq-Sud). Op 5 oktober 1914 vielen Duitse troepen de stad binnen. Tijdens de Duitse bezetting vormden Wervik en Wervicq-Sud in Frankrijk opnieuw één geheel. Wervik was de eerste stad net buiten het front, dus werden Duitse soldaten er ingekwartierd en gewonden verzorgd. Adolf Hitler werd na een gasaanval in 1917 in zuid-Wervik verzorgd. De inkwartiering van Duitse troepen gaf aanleiding tot ongewone activiteiten in het grensstadje. Aankomsten en vertrekken van Duitse eenheden, transport van gewonden of krijgsgevangenen, begrafenisstoeten en collectieve teraardebestellingen, maar ook verplichtingen voor de inwoners, met zware boeten. In 1917 moest de bevolking de stad ontruimen omdat Engelse kanonnen op Wervik werden gericht en de stad in puin legden. Het dorp werd na de oorlog  heropgebouwd.

Voor de Sint-Medarduskerk in de Pastorijstraat staat het Heilig-Hartbeeld uit 1926. De kerk is één van de ruimste bedehuizen van West-Vlaanderen met een lengte van 81m. De grote westertoren meet 86m hoog. De kerk werd gebouwd tussen 1382 en 1433 in gotische stijl. De spitse toren echter dateert van 1901. Het is de week van de “Openkerk” en daar profiteren we van. Het voorportaal is prachtig. Langs beide zijden enkele nissen. Met links en rechts een heiligenbeeld van Maria met kind en de volwassen Jezus. De H. Medardus werd rond 1470 geboren in een welstellende familie. Patroonheilige van boeren en wijnbouwers. De enige kerk tot hiertoe waar alles duidelijk met infoborden wordt aangegeven. Ook wordt er een expositie opgesteld rond de middenbeuk. Met oude foto’s van begraafplaatsen uit WOI en ruïnes van bekende kerken of kathedralen. De crypte uit de 13de eeuw is slechts te bezoeken na afspraak. De kerk bezit een 15e-eeuws praalgraf voor Ervé de Meriadech en Heanne de Croix. Op haar graf staan honden als symbolen van trouw. Daarnaast zijn er een aantal 18e-eeuwse beelden en een groot aantal schilderijen, waaronder werken van Jacob van Oost de Jonge en Jan van Orley. De kerk bevat verder een 16e-eeuwse gildekast, resten van muurschilderingen, gebrandschilderde ramen en in het koor is nog een kruisweg van de 19e-eeuw. Tijdens WOI lag de kerk in Duits gebied en werd als paardenstal en uitkijkpost gebruikt. De vijand braken ook het praalgraf open van Hervé de Meriadech. Na de oorlog drongen herstellingswerken zich op. De laatste restauratie werd in 2012 afgesloten.  

We wandelen terug naar het tabaksmuseum. Als de glazen schuifdeuren opengaan staan we bij de toeristische dienst die hier ook is ondergebracht. We zoeken wat informatie die we interessant vinden. Ons Rina vraagt beleeft of we na het museumbezoek langs hier terug buiten moeten. Dan moeten we onze foldertjes nog niet meenemen. – “Het museum is nog niet open, mevrouw. Dat zal iets worden voor september”. Ik wou nog vragen in welk jaar. Maar ik hield braaf mijn mond.          We namen onze folders en staan terug buiten. Naar links voor de Briekenmolen. Alhoewel er reeds in de 13de eeuw windmolens in Wervik opgericht werden zitten we in de bloeiperiode van de Wervikse molens in de eerste helft van de 19de eeuw.               Toen kleurde niet meer dan 15 windmolens het Werviks landschap. Voor het begin van de Eerste Wereldoorlog bleven nog vier molens overeind. Waarvan de Briekenmolen er één was. In 1805 was er reeds sprake van de molen. Hij leverde in dat jaar de eerste olie aan de St-Medarduskerk. In 1844 werd de oliemolen omgevormd naar een olie- en graanmolen. In 1979 werd het geheel opgekocht door de stad Wervik. Er werd een ondergrondse stelling gemaakt zodat men ook onder de molen door kon lopen. In 1987 waren restauratiewerken hard nodig en kan sindsdien volop functioneren.

Vervolgens rijden we naar de Sint-Jozefskerk in de Kruisekestraat. Dit gebedshuis werd opgetrokken in 1937-38. Er bevinden zich vier statiekapelletjes en een Lourdesgrot. Ook deze kerk zet de deuren open voor de toeristen. Het is een moderne kerk die bestaat uit één beuk. Mooie glasramen boven het altaar. Slechts één biechtstoel achteraan. Meer dan voldoende zou ik durven stellen. De kruisgang hangt tegen de muur. De moderne beelden vooraan is niet mijn ding. Ze herinneren mij aan Barcelona in Spanje. De Sagrada Familia heeft eveneens super moderne heiligenbeelden. Maar ik wijk af. Ook rond het orgel zijn de  glas-in-loodramen bewonderenswaardig.

De volgende molen in Wervik is eveneens te vinden in de Kruisekestraat. Tijdens WOI werd de molen verwoest door de Duitsers. Na de wapenstilstand kochten de eigenaars de molen uit Lauwe met de gekregen schadevergoeding. De molen werd echter omgevormd tot tarwemolen. Nog later werd in de molen een dieselmotor geplaatst, zodat er ook kon gemalen worden als er geen wind was. In 1979 werd de stad Wervik eigenaar. Een restauratie drong zich weer op in 1985. De werken duurden tot 1997 en vond de plechtige inhuldiging plaats. De site is spijtig genoeg afgesloten. We kunnen er niet dicht bij komen. En een foto nemen van de site zit er ook niet in. We hebben pech vandaag.

Nabij de inrit van een boerderij in de Kruisekestraat staat een kapel langs de kant van de weg. De kapel van de heilige Antoine, of Antonius van Padua, heeft een groene deur met geel plexiglas. Hij werd geboren in een rijke, adellijke familie, rond het jaar 1195. De heilige Antonius wordt aangeroepen om kwijtgeraakte zaken terug te vinden, en was onder andere ook beschermheilige voor vrouwen en kinderen. Kruiseke is een gehucht van Wervik en ligt op een heuvel van 38m boven zeeniveau. Het dorp kende een bewogen leven tijdens de gevechten van de Eerste Slag om Ieper. Het Duitse 16e Beierse reserve Infanterie regiment, waarbij Hitler diende, deed op 29 oktober 1914 een poging door te breken in Kruiseke. Het bleef bij een poging maar het dorp lag volledig in puin. Na de oorlog werd het gehucht weer opgebouwd.  

De blauwe wegkapel, eveneens in de Kruisekestraat wat verderop is een stenen kapel. Het interieur bestaat uit een groot beeld in het midden van het altaar. Aan beide zijden staat een kind dat opkijkt naar de volwassenen. Bloemen en kandelaars sieren het geheel wat op.

We houden halt in Geluveld. Een landbouwgemeente van Zonnebeke. Het dorp ligt in een glooiend landschap en vormde tijdens WOI een belangrijk strategisch punt bij de slag om de ijzer in oktober 1914. Om die reden werd het dorp volledig verwoest. We kunnen parkeren bij de kerk. We bezoeken de neoromaanse St-Margaretakerk, die gebouwd werd in 1924 en genoemd wordt naar de heilige Margaretha van Antiochië. Aan de buitengevels bevinden zich een aantal bas-reliëfs die het leven van de heilige uitbeelden. Ze wordt vereerd omdat ze mensen hielp bij ziekte of aandoeningen. Er zijn herstellingswerken bezig in de kerk. Een stelling rijkt hoog tot bij de glas-in-loodramen. Werklui poetsen de ramen en  maken de dagkanten netjes. Dit is eveneens een moderne kerk. Het hoofdaltaar heeft glazen wanden waarachter St-Margaretha opgebaard ligt.

Opzij van de kerk staat een monument met buste van Albert I. Opgericht “Aan onze helden ’14 – ’18. Het werd geschonken aan de NSB van Geluveld op 8 november 1959. Links en rechts staan, in alfabetische volgorde, de namen van de gesneuvelden.    De gemeentelijke administratie bezit een mooie nieuwbouw. Naast de kerk staat een kleine kapel met een beeld van Margaretha.  

Na ons kort kerkbezoek wandelen we door de Oude Komenstraat. Het is een doodlopende straat waar op het eind de resten staan van een vervallen standaardmolen. Je moet wel enige verbeelding aan de dag brengen om van de brokstukken een molen te maken. Alles is overwoekerd met klimop. Bomen en struiken begroeid de molenwal. De molen zou in 1926 overgebracht zijn uit Watou. Hij heeft slechts enkele maanden dienst gedaan. Tegen de “molenwal” staan 2 gedenktekens. Een gedenkkruis voor het South Wales Borderers Regiment en een gedenkmuur voor het Worcestershire Regiment. Het opschrit luidt: “Ter eeuwige gedachtenis aan Bevelhebbers en Manschappen van het 2e- Worcester’s welke op 31 oktober 1914 streden tegen een vastberaden vijand en hun leven gaven te Gheluvelt ter redding der beschaving. Dit gedenkteken is opgericht uit fierheid en erkentelijkheid door een burger van Worcester en het werk “Asiles des Soldats Invalides Belges”. Het gedenkteken werd onthuld op 31 oktober 1925, precies 11 jaar na de tegenaanval van de Worcester’s.  Het gedenkkruis herinnert aan het South Wales Borderers Regiment dat net zoals het Worcestershire Regiment hevige gevechten leverde in de omgeving van het kasteelpark op 31 oktober 1914.

Ter hoogte van het Kruispunt Menenstraat-Pappotstraat staan twee obelisken tegenover elkaar. We moeten enkele treden omhoog  voor we op de historische plaats “Clapham Junction” staan. Deze plek werd tijdens WOI al vroeg aangeduid als ‘Clapham Junction’, genoemd naar het bekende treinstation in Londen. Een vierkante spitsnaald met een ingewerkte bronzen plaat is geplaatst voor het Gloucestershire Regiment. Het eerste bataljon van dat regiment was hier betrokken in de eerste Slag om Ieper in 1914. Het tweede bataljon leverde hier slag tijdens de Tweede Slag om Ieper in 1915. Op de grens met de gemeente Zillebeke staat de obelisk voor de 18th Division, dat hier eind juli-begin augustus 1917, met de Derde Slag om Ieper, zware verliezen leed. Tot april 1915 was het kruispunt in Britse handen, tot de Derde Slag om Ieper was het hier in Duitse handen en bij het Lente-offensief in april 1918 kwam de site terug in Britse handen. De omgeving werd steeds zwaarder onder vuur genomen als een belangrijk aanvoerpunt. Omdat troepenverplaatsingen over de Meenseweg essentieel, maar gevaarlijk waren, bouwden de Duitsers hier vanaf de zomer van 1915 een infanterietunnel onder de Meenseweg. Deze Hooge-tunnel had een lengte van 1500m en liep hier onder het midden van de weg. In het voorjaar van 1918 werkten de Canadese Tunnellers hier ook nog aan twee ondergrondse complexen.

Om 12:50u zijn we in Zonnebeke. Rond de gemeente hadden tijdens WOI heel wat gevechten plaats. Het monument voor de gesneuvelden bij de kerk is daar een stille getuige van. Het opschrift is dan ook duidelijk. “Hier liggen hun lijken als zaden in het zand”. De O.L.Vrouwekerk  oogt nog nieuw aan de buitenzijde. Deze kerk dateert van 1921-1924.  Ze werd gebouwd op de ruïnes van de abdijkerk na de vernielingen van het dorpscentrum tijdens WOI, waaraan de kerk ook moest geloven.               Binnenin worden momenteel restauratiewerken uitgevoerd. We zien een hoogtewerker vooraan in de middenbeuk. Het is één grote bouwwerf.  

Bij de zijgevel van de basisschool staat het Heilig Hartkruis. Na de wederopbouw van het gemeentehuis in 1925 – 26 krijgt de post de noordelijke vleugel in huur. Na de fusie van 1977 moet de post het gebouw voorgoed verlaten. Het gemeentehuis is pas opgeknapt. 

Door het park wandelen we naar het museum van Zonnebeke. Het kasteel was in de 18e-eeuw de vroegere abtswoning van de verdwenen Augustijnenabdij. Het werd vernield tijdens WOI, maar in 1924 opnieuw heropgebouwd. Het werd in 1980 door de gemeente aangekocht en opengesteld voor het publiek. Het Memorial Museum Passendale houdt de herinnering levendig aan de Slag van Passendale, waarbij in 1917 in honderd dagen tijd een half miljoen slachtoffers vielen voor een terreinwinst van acht kilometer. In april 2004 werd het kasteel officieel heringericht als Memorial Museum Passchendeale 1917. Verleden jaar opende het vernieuwde en uitgebreide museum zijn deuren. De uitbreiding omvat een nieuw museumgebouw specifiek over de Slag van Passendale en herinneringsgalerij. Met de trap naar de eerste verdieping. Hier krijgen we een overzicht van de vijf slagen bij Ieper, maar met de nadruk op de Slag van passendale. De unieke collectie historische voorwerpen is eveneens interessant. Verder vinden we oude foto’s, filmbeelden en kaartmateriaal. Van de ene zaal naar de andere wordt je geconfronteerd met WOI. Daarna dalen we af in een diepe Dugout uit 1917, compleet heringericht met communicatie en verbandpost, pompkamer, hoofdkwartieren en slaapplaatsen. Een adembenemende ervaring van hoe de Britten als mollen onder de grond leefden. Als laatste duiken we in een netwerk van Duitse en Britse loopgraven in open lucht. Langsheen het parcours van 400m zijn nog meer dan 5.000 collectiestukken te bekijken.  

Ook de pastorij krijgt een nieuwe facelift. Een stelling bedekt de gehele voorgevel. Een stofdoek beschermd de werklieden van weer en wind. Om 15:00 zijn we terug bij de auto.

We rijden naar het Tyne Cot Cemetery in de Vijfwegenstraat  te Ieper. Verleden jaar werden hier de graven gerenoveerd. Zerken werden vervangen en bij anderen werd het logo dieper uitgefreesd. Elektrische generatoren stonden te ronken. Rust en stilte was ver te zoeken. Vandaag willen we het resultaat bekijken van de werkzaamheden. Het gras wordt momenteel afgereden. Hier is altijd wel iets te doen. Tyne Cot is de grootste Commonwealth begraafplaats op het vaste land en ook de belangrijkste getuige van de bloedige Slag van Passendale. Oorspronkelijk was Tyne Cot een versterkte positie van de Duitse Flandern I- stelling, waar Australische troepen in oktober 1917 een eerstehulppost inrichtten. Ongeveer 12,000 soldaten liggen hier begraven. Op het indrukwekkende Tyne Cot Memorial staan nog eens 35,000 namen van soldaten zonder bekend graf, die na 15 augustus 1917 sneuvelden. Sinds 12 juli 2007 werd een volledig nieuwe bezoekersinfrastructuur ingehuldigd met het bezoekerscentrum als blikvanger. Vanaf hier heb je een uniek uitzicht over de oude slagvelden en krijgen we het aangrijpende verhaal van Tyne Cot Cemetery en de doden van Passendale te horen en te zien.

Daarna rijden we naar de kruising ’s Graventafelstraat en de Schipstraat voor het New Zealand Memorial. Het gedenkteken in het gehucht ’s Graventafel herdenkt de rol van de Nieuw-Zeelandse Divisie tijdens de Slag bij Broodseinde op 4 oktober 1917, die op zijn beurt kaderde in de Derde Slag bij Ieper of de Slag bij Passendale.

Onze volgende halte bevindt zich eveneens in de ’s Graventafelstraat. Het New Brittisch Cemetery. Het dorp en de omgeving ervan, komen bijna in elke fase van de oorlog ter sprake. Op 13 oktober 1914, trok de 7th Division door tot Roeselare en op 16 oktober trok diezelfde divisie, samen met de 3rd Cavalry Division en Belgische troepen, terug via Passendale. Op 17 oktober werd het dorp door de cavalerie bezet, op 18 en 19 oktober door Franse cavalerie en Territoriale troepen. Op 20 oktober ging het dorp in vijandelijke handen over. Op 6 november 1917 nam de 5th Canadian Infantry Brigade het dorp terug en trok nog iets verder. Deze verovering was een deel van de Tweede Slag om Passendale, de laatste in de rij gevechten tijdens de Derde Slag bij Ieper. Half april 1918 werd de geallieerde lijn teruggetrokken naar Ieper toe en kwam het dorp opnieuw in Duitse handen. Dit bleef zo tot Belgische troepen het dorp heroverden op 29 september 1918. De begraafplaats werd daarom na de oorlog aangelegd door de concentratie van verspreide graven op de slagvelden rond Passendale en Langemark. Bijna alle slachtoffers vielen tijdens de herfst van 1917. Eén soldaat stierf in november 1914 en één in mei 1915. In juni 2003 werden nog drie Canadezen bijgezet. Momenteel rusten op 16 aangelegde perken 2101 soldaten. Meer dan drie-vierde zijn niet geïdentificeerd. ‘Special Memorials’ werden opgericht voor zeven militairen. Hun opschrift luidt: “Believed to be buried in this cemetery”.  

We houden eveneens halt bij de gedenksteen “Crest Farm Canadian Memorial in de Canadalaan 45 te Passendale. Het monument herdenkt de zware verliezen van het Canadese leger tijdens de 700m lange mars tijdens de Slag om Passendale. Toch duurde deze mars tien dagen vooraleer het 6e Bataljon van de 2e Canadese Divisie de St-Audomaruskerk van Passendale kon bereiken. Dit gedenkteken is een eerbetoon aan alle Canadezen die in de omgeving gevochten hebben tijdens de Derde Slag bij Ieper in oktober en november 1917.

Het “Crest Farm Canadian Memorial” staat op de plaats van 'Crest Farm', een hoeve op een dominante positie over de hoogten. Het '72nd Battalion' had de opdracht die te veroveren, maar ze stootten er op grote tegenstand. Het bataljon kwam, net zoals het '85th Battalion', in de vuurlinie in de nacht van 28 oktober. De bodem waarop de aanval moest uitgevoerd worden, was een zompig moeras. De hoeve kon in de nacht van 30 oktober omsingeld worden en de overgebleven Duitse verdedigers werden verdreven. Het succes van de aanval was te danken aan het feit dat de manschappen zeer dicht volgden op het spervuur. Het 72ste bataljon bleef in de pas veroverde posities tot het in de vroege uren van 2 november werd afgelost. De relatief 'lichte' verlieslijst werd nog aangedikt tot 280 man als gevolg van zwaar Duits artillerievuur en opeenvolgende tegenaanvallen. De uitbreiding van het dorp zuidwaarts ontneemt het zicht dat deze commandopost eerder had op de Duitse verdedigers van Passendale, maar ook vandaag is het nog duidelijk dat de hoeve een dominante positie innam over de hoogten die zuidwestwaarts uitkomen op de belangrijkste heuvelrug.

In Langemark bij de kruising van de Tenten-en de Roeselarestraat noemt de “Verlorenhoek”. Mooie zwarte wilde paarden lopen vrij rond in een grote weide. Er staan enkele bunkers in, maar dat kan de paarden niet bekoren. Bij een zware gedenksteen in de Melkweg in Langemark, aan de oever van de Steenbeek, is de tekst bijna niet meer te lezen. Het is een herdenkingssteen die ingehuldigd werd voor alle oorlogsslachtoffers, op initiatief van Harry Patch. Luitenant Harry Anthony Patch van het 1ste Bataljon (1899-2009), streed bij Passendale toen hij 19 jaar was. Hij maakte deel uit van een Lewis machinegeweerteam bij de ‘Duke of Cornwall’s Light Infantry’. Hij verloor op 22 september 1917 drie van zijn beste vrienden door een explosie. Hijzelf werd zwaar gewond en verbleef twaalf maanden in een hospitaal. Pas op zijn 100ste verjaardag begon hij over de oorlog te spreken. Harry was de laatste nog levende veteraan die in de loopgraven had gevochten. Op 25 juli 2009 overlijdt hij in Wells (Somerset). ‘Always remember both sides of the line’, zei hij tijdens de Last Post bij de Ieperse Menenpoort in 2008.

Het Bridge house Cemetery  is een hele kleine begraafplaats, gelegen achter een hoeve, te midden van weiland. De koeien kijken nieuwsgierig over het muurtje. Op elke begraafplaats van de Commonwealth wordt vanaf 40 graven het ‘Cross of Sacrifice’ geplaatst. 45 zerken staan hier, dus net groot genoeg om het Cross of Sacrifice te plaatsen. 5 grafzerken zijn van onbekende slachtoffers. Enkelen van het Royal Army Medical Corps. Gesneuveld op 25 september 1917. "Bridge House" was de naam van de boerderij ten zuidwesten van de brug over de Steenbeek. De begraafplaats werd aangelegd door de 59th (North Midland) Division op het einde van september 1917. Met uitzondering van vijf graven, behoren alle graven tot deze divisie. Alle doden, met uitzondering van één, vielen op 26, 27 of 28 september 1917 tijdens de slag om Polygon Wood.  

We rijden midden in het spitsuur en onderweg zijn wegenwerken bezig. Een aannemer legt nieuwe asfalt op de weg. Het is aanschuiven.

Om de dag af te sluiten rijden we naar Lijsenthoek Military Cemetery. Een indrukwekkende getuige van meer dan vier jaar oorlogsgeweld. Van 1915 tot 1920 was op het gehucht Lijssenthoek het grootste evacuatiehospitaal van de Ieperboog gevestigd. Het is 17:20. We hebben nog even tijd om het bezoekerscentrum te bezoeken. Verleden jaar waren we net te laat. Het bezoekerscentrum is geopend van 09:00u t/m 18:00u. Ook nu is het krap, maar doenbaar. De fotoherdenkingsmuur is één van de blikvangers van het museum. Bij de opening, september 2012, telde de muur al meer dan 12OO portretten van slachtoffers die op Lijssenthoek begraven zijn. Het is als een plakboek dat aangroeit. Heel wat familieleden vinden het belangrijk dat ook hun naaste een plaatsje krijgt op de muur. Er is ruimte voorzien om alle 11.000 lijssenthoekslachtoffers te herdenken. Door middel van beelden, teksten en media materiaal wordt de geschiedenis van de begraafplaats geschetst en voor elke dag van het jaar wordt het verhaal van minstens één slachtoffer verteld. We luisteren naar enkele audio-fragmenten, geplukt uit brieven, dagboeken, registers… allemaal getuigen uit het heden en het verleden.

Om 18:00u is het tijd om te vertrekken. De lucht is ondertussen volledig opgeklaard. Geen wolkje aan de lucht. Het is behoorlijk warm geworden. De boordcomputer wijst 26° aan. Meer moet dat niet zijn. De GPS brengt ons langs de snelste weg terug naar Westouter, naar Woestenhof. Tot morgen. Tekst: Luc Verschooten  Foto’s: Rina Meurs   Bron: Wikipedia.










15-12-2014 om 15:57 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
>> Reageer (0)
08-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daguitstap in Ieper dag 3

Maandag 9 juni ’14. Tweede Pinksterdag. Het is bewolkt, zwoel, onweerachtig en windstil. Om kort te zijn: stilte voor de storm. Hopelijk krijgen we geen hagelbollen zoals in Brussel, afgelopen zaterdag.

Om 10:00u begint het al zachtjes te regenen. Nu zitten we nog op het terras. Genietend van de vogels die rondom ons hun lied zingen. Een lust voor het oor. Voor mama en papa merel is het geen feestdag. Hun jongen moeten eten. Na elkaar vliegen ze het nest in en uit dat zich onder de dakpannen bevindt bij de buren. Het voederen stopt zelfs niet tijdens de regenbui. We laten de fiets op stal staan. Vandaag staat een Ieperwandeling op het programma. Verleden jaar hebben we Ieper al bezocht.     Door tijdsgebrek en het wisselvallige weer hebben we niet intens kunnen genieten van de stad. Daarom keren we vandaag terug. Hopelijk klaart het vandaag vlug op. 

Om 12:45u parkeren we de auto op de “Vandepeereboomplein”, in het centrum van Ieper. Minister Alfons Vandepeereboom werd geboren in 1812 en stierf op 1884. Het is rustig in het centrum. Waarschijnlijk omdat het een feestdag is. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de stad Ieper aan drie zijden omringd door Duitse troepen, door de Britse verdedigers werd deze boog in het front de Ypres Salient genoemd. De Duitsers slaagden er niet in de stad te veroveren. De Duitse cavalerie had – nog voor de gevechten begonnen rond Ieper – de stad kunnen binnendringen en doortrekken; deze veldtocht duurde maar enkele dagen. Ondanks een aantal groots opgezette veldslagen die aan 500.000 soldaten het leven kostten bleef Ieper uit handen van de Duitse vijand.

We lezen in de oorlogskrant “Het Vaderland” van ‘Donderdag, 2 Augustus 1917’: “Het Fransch-Britsch offensief in Vlaanderen. De derde slag van Ieperen.   De Duitsche stellingen ingenomen op een front van 24 kilometers tusschen Steenstraete en de Leie. Meer dan 3,500 krijgsgevangenen”. In kleine letters volgt een kort verslag: “De veldslag der Vlaanderen is begonnen. Dinsdag morgen, om 4 uur, verlengde de artillerie haar geschut, dat 12 dagen onophoudelijk op de eerste en tweede vijandelijke stellingen had gehamerd, om het voetvolk toe te laten op te rukken. De uitslagen van dezen eersten dag zijn uitmuntend. Maar men moet niet vergeten, dat den slag, die begonnen is, weken en weken duren zal, het is een strategische dag in den welke de Britten en de Franschen, die in nauwe voeling werken, zullen gebruik maken van tot hiertoe nog onbekende middelen, doch men zal trapsgewijze vooruitgaan. In deze omstandigheden achten wij het nuttig onze lezers op hunne hoede te stellen voor alle te overdreven opgewektheid waarvan blijken gegeven werden bij de vorige offensieve verichtingen. Het aanvalsfront breidt zich uit op 24 kilometers, van ten zuiden van Diksmuiden tot het noord-westen van Ieper…”  De krant vermeld vervolgens ook nog: “Op de uitersten linkervleugel, hebben de Fransche troepen, in nauwe verbinding met de Britsche strijdkrachten en hun linker flank bedekkend, zich meester gemaakt van Steenstraete en zijn spoedig de vijandelijke stellingen binnengerukt tot op drie kilometers diepte”.  Als laatste vermeld de krant: “De vijand, die zware verliezen geleden heeft, heeft krijgsgevangenen in onze handen achtergelaten, waarvan het tot nu bekend aantal drie duizend vijfhonderd bedraagt maar het is nog niet mogelijk onzen buit naar juiste waarde te schatten…”

We bezoeken het Saint-George’s Memorial Church in de Elverdingestraat. Als we binnen stappen in de Anglicaanse gebedsplaats zijn we aangenaam verrast. De kerk is rijkelijk versiert met talrijke verschillende kleuren. Op elke stoel ligt een dik kleurrijk kussen met geborduurde logo’s van verschillende regimenten. Rondom zijn vaandels tegen de muur bevestigt. Vergulde plakketten met de namen van de strijdende regimenten aan WOI versieren de muren. De één beukige kerk is wit geschilderd.            De ramen laten veel licht door. Ze bezitten allemaal een wapenschild van een dorp of stad uit Ierland. Stoelen en banken nodigen uit voor een stil gebed. Een foldertje geeft ons een korte historiek van de kerk: “Op het einde van de eerst wereldoorlog roept Veldmaarschalk French op tot het bouwen van een Anglicaanse Kerk die moet dienst doen als aandenken van de gesneuvelden maar ook als verzamelplaats voor de bezoekende familieleden. De zoektocht naar een stuk grond begon en mede door de hulp van de Imperial War Graves Commission werd een geschikt terrein gevonden en aangekocht. Het Ieperse Verbond contacteerde Sir Reginald Blomfield (architect van de Menenpoort) om plannen te ontwerpen voor de bouw van een kerk. In de lente van 1927 waren de plannen getekend.  Hij had een simpele ruimte ontworpen die onderdak verschaft aan een 200 tal personen. De inrichting van het interieur van de kerk wordt gegeven door familieleden van de gesneuvelden. De aanpalende school zou betaald worden door de Old Etonians. De eerste steenlegging vond plaats op 24 juli 1927. De kerk werd ingewijd door de Bisschop van Fulham op 24 maart 1929 (Palmzondag). De eerste leerlingen op school begonnen op 9 april 1929.            (Het schooltje is momenteel een parochiezaal). Elk item in de kerk, de gedenkplaten aan de muren en op de stoelen, de vensters, de vlaggen en het meubilair zijn er allemaal ter herinnering aan diegenen die hun leven gegeven hebben voor de vrede”.

We vinden het gezellig om in een stad te wandelen. De vele historische gebouwen hebben allemaal een verhaal. De talrijke horecazaken, bieden uiteraard hun beste waarden aan. Een fris streekbiertje op een zonovergoten terras of een grote dikke pannenkoek als afsluiter horen er gewoon bij. Straks misschien? Naast de Lakenhallen, in de Jules Coomanstraat, staan we voor de imposante gedenkmuur van de “Ieperse Furie”. Geplaatst ter nagedachtenis van de militaire en burgerlijke slachtoffers van beide Wereldoorlogen. Onthuld op 27 juni 1926. Tussen de bronzen beelden staan de namen vermeld van gesneuvelden. Netjes gerangschikt en volgens het alfabet. De Leeuw van Vlaanderen houdt brullend de wacht.

Het Belle Godshuis Museum in de Rijselstraat is gesticht rond 1276 toen de lakenindustrie een crisis doormaakte. Oorspronkelijk opgevat als een opvangcentrum voor armen. Het groeide uit tot een echt hospitaal. Van 1796 tot 1971 was het een rusthuis voor vrouwelijke bejaarden. In de vroegere kapel, gebouwd in 1616, is het Museum opgericht.  Het vertoont de mooiste stukken uit de rijke collectie van het Ieperse OCMW. Het museum toont met trots het schilderij dat de Heilige Maagd voorstelt.       Het doek werd in 1420 geschilderd en is daarmee één van de oudste schilderijen in België. Het museum bezit ook  opmerkelijke meubels, zoals een unieke linnenpers en een wandtapijt uit de 17e-eeuw.

Midden de Rijselstraat staat “Het Steen”. Dit is het enige bewaarde stenen huis van Ieper dat dateert van eind 13e-eeuw. Er is inmiddels een bouwkundige vergunning aangevraagd. Elke informatie ontbreekt op de voorgevel. Het is bijna 14:00u als het begint te regenen.  We gaan even schuilen in een oude koetspoort. Deze geeft toegang tot exclusieve appartementen. Ons Rina wil een foto nemen, maar het werkt niet meer. Ze mag zoveel op het knopje duwen, niets werkt. De batterij eruit halen, en opnieuw beginnen. Niets aan te doen. Gedaan. Vanaf nu geen foto’s meer. Amen en uit. Het stopt met regenen. Toch iets dat meevalt.

De gotisch-romaanse Sint-Pieterskerk ligt in de Rijselstraat. Op de plaats waar de Vlaamse graaf Robrecht de Fries in 1073 een bedehuis zou gesticht hebben, werd in de 12e-13e eeuw deze romaanse kerk gebouwd, toegewijd aan Sint Pieter. Op het einde van de 15de en de eerste helft van de 16de eeuw werd ze verbouwd tot een gotische hallenkerk. De eerste toren brandde af in 1638. Het duurde tot  1868 vooraleer de kerk een nieuwe toren kreeg. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de kerk bijna volledig vernietigd. Alleen de basis van de westertoren en de onderste geleding van de viering bleef gespaard. De bekende wederopbouwarchitect Jules Coomans heeft bij de wederopbouw de restanten van de muren geïntegreerd in de nieuwe kerk en de gotische bovenbouw van de toren vervangen door een romaanse toren. De Sint-Pieterskerk ligt in de levendige Sint-Pieterswijk die een eigen reus heeft, Robrecht de Fries genaamd. De wijkbewoners dragen hun reus met trots tijdens de driejaarlijkse Kattenstoet door de straten van Ieper. We kunnen de kerk ook van binnen bekijken. De Sint-Pieterskerk bezit een fotokader van Pater Damiaan. Het kerkschip bestaat uit drie beuken. Het orgel heeft men in een nis van de zijmuur geplaatst. De houten preekstoel is helemaal uitgesneden. Verschillende bekende Heiligenbeelden. De schilderpanelen dateren van 1562 en 1620. Een schilderij op doek stamt uit de 17e-eew. Er vind op dit moment een expeditie plaats van kerkelijke relikwieën uit de schatkamer van de kerk. Uiteraard bevinden zich alle kostbaarheden achter glas. De Heilige Pieter zit achteraan op een troon. Vervaardigd in brons en ijzer eind 19e -eeuw. In zijn linkerhand de sleutel van de hemelpoort, en rechts maakt hij een gezegend gebaar.

Ieper is in de ban van de Ronde van Frankrijk. Op enkele locaties staan fel gekleurde namaak fietstoeristen als blikvanger voor het naderende evenement. Op 9 juli dit jaar wordt het startschot gegeven voor de 5e-etappe van de Ronde van Frankrijk, die hier in het centrum vertrekt. De eerste 6km worden op Ieperse bodem gereden.

We komen bij de leeuwentoren. De Predikherentoren maakte deel uit van de 14e -eeuwse Bourgondische vestingmuur. Deze hoektoren ontleent zijn naam aan het kloosterdomein van de Dominicanen of Predikheren, dat dichtbij lag. In de Franse tijd werd de toren verlaagd en omgebouwd tot geschutplatform. Voor de toren ligt in de brede Majoor gracht, een driehoekig eiland als voorversterking. De Leeuwentoren heeft zijn naam te danken aan zijn stevigheid: de muren zijn 2.4 meter dik.                 Een gemetselde tunnelgang of poterne door de aarden wal verbindt de toren met de binnenstad. Ook deze verdedigingstoren werd door Vauban verlaagd en tegen artilleriegeschut beschermd door een eiland. Het smalle middeleeuwse boogschutter venster werd later aangepast als kanonnen gat.

We nemen nog een kijkje op de Ramparts begraafplaats. De eerste begravingen op de vestingen van Ieper gebeurden door Franse troepen in november 1914. Tussen februari 1915 en april 1918 begroeven ook de Britten heel wat doden op de stadswallen. Na WOI werden vele graven van de vestingen geconcentreerd op andere begraafplaatsen. Ook de Franse graven werden na de oorlog verwijderd. Op 11 oktober 1999 werden nog 4 lichamen van soldaten bijgezet, die werden opgegraven nabij de St-Jacobskerk. In totaal rusten hier 197 soldaten, waarvan er 9 niet meer herkend konden worden. 

Een weinig later staan we bovenop de Rijselpoort. Deze poort was één van de belangrijkste doorgangen naar het front en werd meer gebruikt dan de Menenpoort, omdat deze weg beter beschermd kon worden tegen vijandelijke artillerie. De Rijselpoort werd vroeger ook de Mesenpoort genoemd. Het is de enige van de tien Ieperse stadspoorten die min of meer behouden bleef. Ze werd diverse malen verbouwd. De laatste keer na de Eerste Wereldoorlog.  

Hier staan ook kunstrenners op de fiets. Allen in de driekleur van België. Langs een trapje naar beneden. We staan voor het Ramparts War Museum voor een gesloten deur. Op een briefje staat dat het museum gesloten is op woensdag en donderdag. Blijkbaar ook op feestdagen.

Hoera, onze fotocamera werkt terug. We kunnen weer foto’s maken. Wat de reden ook was, we zullen het nooit weten. 

In elke straat die we bewandelen zijn er gebouwen die uitnodigen tot ontdekken. Zoals de vispoort bijvoorbeeld. Dit bijzondere architecturale monument is een reconstructie naar het vooroorlogse model en kreeg pas op het eind van het jaar 1920 haar huidig uitzicht. De oorspronkelijke poort werd gebouwd in 1714. Het jaartal is nog vernoemd in Romeinse cijfers. Het stadswapen bevindt zich tussen twee dolfijnen. We lopen door de toegangspoort naar de vismarkt. Ons Rina probeert zo veel mogelijk foto’s te nemen. Je weet nooit of hij seffens weer blokkeert. De verkoopstalletjes vervangen de vooroorlogse loodsen. Het tolkantoor, ook Minckhuisje genoemd, werd hier in 1899 opgericht. In dit klein prachtig gebouw moesten visverkopers tol betalen. Het huidige gebouwtje is een reconstructie van na de Eerste Wereldoorlog. 

Prachtige monumenten en gebouwen getuigen van een boeiend en rijk verleden. Zoals het vleeshuis dat in natuursteen werd opgetrokken. Het gelijkvloers is van de 13de eeuw en de eerste verdieping dateert van 1525-1530. Tot de 20ste eeuw werd op het gelijkvloers vlees verkocht. In de rest van het gebouw was tot 1796 de gilde gevestigd. Van 1857 tot 1973 was het stedelijk museum hier ondergebracht. Ook de jeugddienst op de eerste verdieping en het jeugdhuis JOC in de kelder hebben hier hun stek gevonden.

 

Terug op de Markt zetten we ons op een terras omdat een mens nu éénmaal moet drinken. Vervolgens wandelen we naar de Kathedraal. Gelegen in het grasperk, naast de Kathedraal, staat het Munster monument. Het Iers kruis werd opgericht ter herinnering aan de omgekomen militairen, afkomstig uit de provincie Munster in Ierland, die in de Ieperboog sneuvelden tijdens WOI. Dit gedenkteken werd onthuld op 13 juli 1924.

We wandelen voorbij de plaatselijke gevangenis in de Elverdingestraat. In 1843 werd beslist om een nieuwe gevangenis te bouwen ter vervanging van het bestaande “Rasphuis”. De penitentiaire instelling werd gebouwd op de plaats waar de gevangenis nu nog steeds gehuisvest is. In al het losgebroken geweld van WOI, bleef de gevangenis van Ieper relatief goed overeind staan. Mede hierdoor had de gevangenis verschillende functies: kantoren van de Britse militaire plaatscommandant, kantine voor militairen en als veldhospitaal. In 1917 werden op de binnenkoer 3 Britse deserteurs geëxecuteerd. Op het einde van WOI waren de gevangenisgebouwen zwaar beschadigd. De dag van vandaag fungeert het gebouw nog steeds als gevangenis.

Ons Rina neemt een foto van het huis waar de Commonwealth War Graves Commission gehuisvest is in dezelfde straat op nr 83. We keren terug en het regent opnieuw, het is 16:30u. We hebben nog tijd zat om de begraafplaats te bezoeken. Op het Ypres Reservoir Cemetery op het Minneplein worden 2.614 doden herdacht, waarvan er 1.035 niet meer geïdentificeerd konden worden. 'Special memorials' herdenken 2 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die begraven waren op Infantry Barracks en 8 die begraven waren op Ypres Reservoir Middle Cemetery van wie de graven door artillerievuur vernield werden. Donkere wolken schuiven boven ons samen. In de verte donder en bliksem. We schuilen in een portiek. Tijdens het wachten vraag ik mij af hoe onze soldaten van WOI zulk weer evenaarden. Wij kunnen nog schuilen, maar in de loopgraven kon je geen kant uit.  Zij ondergingen gelaten weer en wind. Alles was beter dan oog in oog te staan met de vijand. Nu en dan een sigaretje roken en/of praten met een lotgenoot. Over thuis. Over moeder de vrouw en de kindjes. Straks worden ze afgelost en kunnen ze een brief schrijven naar hun beminde. Hopelijk zit ze gezellig bij de houtkachel. Met een bord soep en een homp brood…

Het onweer trekt even later weg zonder schade aan te richten. We wandelen terug naar de Markt. Hier kunnen we iets eten en drinken tot het tijd wordt voor de “Last Post”.

Om half zeven vertrekken we naar de Menenpoort. En stenen grenspaal bij de lakenhallen onder de inrijpoort trekt onze aandacht. De Ieperse keure, dat stamt uit het begin van de 13de -eeuw legde de rechten vast van alle Ieperlingen, of ze nu binnen of buiten de stadsgrachten woonden. Het gebied waarbinnen de keure van kracht was werd nauwkeurig afgebakend met stenen grenspalen. Dit gebied werd het schependom genoemd omdat de schepenen van de stad er mochten recht spreken. In de paal werd het wapen van de stad in zijn eenvoudigste vorm uitgekapt: een kruis met dubbele dwarsbalk. Van deze grenspalen is slechts één exemplaar bewaard gebleven.

Vaandels wapperen aan het historische gebouw dat de naam “Kasselrij” draagt. Een infobordje geeft uitleg in onze beide landstalen: ‘Dit gebouw, oorspronkelijk een middeleeuws steen genaamd “De Wulf”, was vanaf 1503 de vergaderplaats voor de schepenen van de kasselrij. In de 19e-eeuw werd het deels als hotel en deels als rechtbank gebruikt. Na de Eerste Wereldoorlog deed het tot 1967 dienst als voorlopig stadhuis. Bij de wederopbouw van de 16e-eeuwse voorgevel werd de renaissancestijl grotendeels behouden. De medaillons stellen de 7 hoofdzonden voor. 

Aan de Menenpoort wordt men toch stil als je de kransen en bloemen bekijkt die hier alle dagen worden neergelegd. Ook bij het lezen van de namen van de gestorven soldaten slik je enkele keren. De namen zijn alfabetisch gerangschikt. Bij elk regiment begin je terug van A tot Z. Corporal, Serjeant, tweede luitenant… en ga zo maar verder. Australië, weer met honderden namen: Bovenaan: Oxford, Corporals, Serjeant, Private, Lanciers-Corporal. De namenlijst van Private soldier is eindeloos lang.            Elke letter van het alfabet is gebruikt.   Het kan je niet onberoerd laten bij het lezen van al die namen. Hier en daar lezen we drie of vier maal dezelfde familienaam onder elkaar. Broers? Alleszins familie, toch? 

Ik ga naar beneden en wacht met ons Rina aan de straatzijde op het begin van de taptoe. Als de klaroenen beginnen te schallen krijg ik kippenvel. Fotocamera’s flitsen onophoudelijk. Voor de rest is het muisstil. Tot morgen. Tekst: Luc Verschooten Foto’s: Rina Meurs.








08-12-2014 om 09:24 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
04-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een sprekende pop





04-12-2014 om 16:48 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-12-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Westouterroute dag 2

Zondag 8 juni ’14. Het is 06:30u als we wakker worden. Het daglicht schijnt door de overgordijnen. Het wordt een drukke dag. Vandaag verkennen we de omgeving per e-fiets. Niet via de knooppunten. We hebben zelf een route uitgestippeld langs verschillende kleine begraafplaatsen. Hoeveel kilometer ons traject is weten we niet. Nog niet.

Het is zwaar bewolkt. In het westen klaart het op en in het oosten kleurt de lucht grijs tot pekzwart. Op het nieuws van acht uur voorspelt de weerman kans op regen met onweersbuien. We nemen onze regenkledij mee. De gevoelstemperatuur is aangenaam, maar hoeveel graden het is weten we niet. Ik luister scherp, maar het is een feit. We horen geen geraas van auto’s, vrachtwagens, geloei van sirenes of ander straatlawaai. We horen uitsluitend het gefluit van verschillende vogels. Met velen zingen ze hun ochtendserenade. Een lust voor het oor. De merel steekt er bovenuit. Zo willen we elke dag gewekt worden. Geregeld zien we een vrouwtjes merel onder het pannendak van onze buren vliegen. We horen de jongen roepen. Als mama merel terug uit vliegt, is het de beurt aan papa merel om de kroost te voeden. Ons huurhuisje noemt “Heuvelzicht”. Gebouwd eind jaren ’70 begin jaren ’80 van vorige eeuw. De meesten zijn verkocht. De eigenaars van “Heuvelzicht” kochten het en maakten er een moderne woning van. Voor ons is deze vakantiewoning ideaal om de streek te verkennen.

Om 08:30u vertrekken we voor onze fietstocht vanuit onze verblijfplaats. We rijden linksaf en worden onmiddellijk met de neus op de feiten gedrukt. Dit hier wordt geen lachertje. Voor ons een hele steile helling. Er ligt nieuwe asfalt op de baan, maar geen bord met het percentage. Maar zelfs dat zou ons niet helpen. De helling is zo steil dat we te voet naar boven moeten, met onze e-fiets aan de hand. Ik ben al blij dat er geen tractor passeert, zoals gisteren. Even een rustpauze bij een wegkapel die recent gerestaureerd werd. De blauwe deur is afgesloten. Door het glasraam kijken we naar binnen. Een mooi onderhouden kapel. Er branden zelfs al twee kaarsen bij 10 verschillende heiligenbeelden op het altaar. Het imposantste Heiligenbeeld is Maria van Lourdes. Alles is mooi gedecoreerd met plastiek bloemen. We hebben even gerust, maar we moeten verder. Onderweg moeten we nog enkele keren halt houden om op adem te komen. Als alternatief biedt de omgeving ons van mooie panoramazichten.        De bewolking nemen we erbij. We staan op enige afstand van een krater en horen de kikkers uit volle borst kwaken. Ik hoor het graag maar wil er ‘s morgens toch niet door gewekt worden. Tegen de helling van de heuvel, verderop, staan de druivenplantages.

We dwarsen de Rodebergstraat. Onze tweede kapel is oud en hoog. De kapel van Sint-Godelieve is gebouwd in de loop van de 19e –eeuw. Volledig wit geschilderd, met aan beide zijden lindenstruiken. Onder het kleine vensterraam in de voorgevel staat de tekst: ‘Sinte Godelieve sta ons bij en van keel en oogpijn houd ons vrij’. De deur kan niet open. Het glasraam achter het ijzeren hekwerk wel en geeft ons een blik op het interieur. De Heilige Godelieve staat op het altaar met naast haar de tekst in twee landstalen. “Ste Godelieve als het U believe: bewaar in elk gezin de goede min. Toon dat gij hulp en bijstand zijt voor wie aan oog of kele lijdt. Bid dat onze ziele, ziek of blind, door U bij God genezing vind”. St-Godelieve wordt bijgestaan door nog twee andere Heiligenbeelden: Maria van Lourdes en een houten Maria beeldje. Met de kapel in de rug fietsen we rechtsaf. Heuvelop door het Hellegatbos. De voormalige eigenaar van dit domein wilde het bos volledig rooien. De Belgische staat kocht daarop het eigendom in 1912. Twee jaar later werd het bos toch met de grond gelijk gemaakt door WOI. Na de oorlog werd het Hellegatbos opnieuw aangeplant. We moeten rechtsaf en na een helling van 10% bereiken we de Lijstermolen. De houten staakmolen stond oorspronkelijk in Beernem. Daar werd hij opgebouwd van 1801 tot 1805. In 1957 kocht de toenmalige burgemeester van Westouter de molen. Hij werd volledig afgebroken en hier, op de Rodeberg vakkundig weer opgebouwd. De tand des tijds zorgde er echter voor dat de Lijstermolen vervallen is. Hij bezit geen wieken en wordt gestut door balken. De hele site is aan een grondige renovatie toe. De grote panoramazichten zijn nog in de mist gehuld. In de buurt bevind zich een kleine camping. Enkele tenten zijn opgesteld. We rijden terug naar de grote baan en rijden verder naar boven tot het hoogste punt. De zon komt een beetje tevoorschijn. De adembenemende vergezichten doen hier ieder wandel- en fietsharten sneller slaan. Ons Rina kan mooie foto’s nemen van ons volgende dorp, met als blikvanger de kerktoren van Loker. Daarna dalen we af met 12%.

We komen in het centrum van Loker, een klein dorp van Heuvelland. De gedenkplaten bij het speeltuintje zijn uitsluitend in het Frans gedrukt. Infoborden vertellen het reilen en zeilen van het dorp tijdens WOI. Loker lag 7 à 8 km achter de frontlinie.      Doch werd het dorp tijdens WOI volledig verwoest tijdens het laatste Duitse offensief in april 1918. We lezen op het infobord: “de slag om de Kemmelberg. April 1918. De Eerste Wereldoorlog woedt al bijna vier jaar in de regio. De Duitse opmars van september 1914 is op de heuvelrug rond Ieper en Wijtschate-Mesen vastgelopen. Die heuvels vormen de laatste natuurlijke hindernis naar de zee. De geallieerden dienen kost wat kost de Duitse invallers hier tegen te houden. Een doorbraak naar zee en de Franse havens van Duinkerke en Calais (toevoerhavens van Britse troepen) zou de slagkracht van de geallieerden dramatisch verminderen”. Van de St-Petruskerk bleef nog een hoopje bakstenen over. De kerktoren werd bijna volledig vernielt en niet meer terug geplaatst. Een infobord vermeld: “de kerk trotseerde ook grote historische stormen. Loker is als grensdorp op de verbindingsweg Ieper-Belle altijd het mikpunt geweest van invallende soldaten, brigands, andersgelovigen, bende plunderaars, voorbijtrekkende hongerige legers… Zo wordt de kerk in haar 500- jarig bestaan minstens vier keer platgebrand. Daarnaast is ze vier keer leeggeroofd”.

In de jaren 20 van vorige eeuw werd een deel terug heropgebouwd. Ter vervanging kreeg de westertoren vier hoektorentjes. Alleen de torenhaan staat trots op dezelfde hoogte als vroeger. De noord- en zuidelijke torenflank zijn versierd met metselaarstekens. We onderscheiden duidelijk het wapenschild van de voormalige Heren van Loker. De kerk is niet toegankelijk. We bekijken de glas-in-loodramen ter hoogte van het koor. Ze tonen de moord op graaf Karel de Grote. Een ander glas-in-loodraam herinnert aan “Den Grooten Oorlog” dat werd geschonken door Karel van Renynghe. De Calvarieberg is verwaarloosd. Er hangt geen Christusbeeld aan het kruis.

Rondom de kerk bevindt zich de “Britse Militaire begraafplaats” of de “Loker Churchyard”. Hier liggen in totaal 215 gesneuvelde soldaten begraven. Drie zerken zijn van Britse soldaten die geëxecuteerd werden. Hun opschrift luidt: ‘Shot at down’.   Alle zerken zijn vooraan versierd met rode rozen, ter vervanging van de klaprozen. Voor het grootste gedeelte van de oorlog waren in Loker veldhospitalen gelegerd. Tot juni 1917 werden de slachtoffers hier op dit kerkhof begraven. Vanop de begraafplaats hebben we een mooi uitzicht over de streek. Zo zal het hier 100 jaar geleden niet hebben uitgezien. Ik herinner mij een foto van WOI, een zwart wit foto, met hopen puin wat eerst een woning moet geweest zijn. Een echtpaar staat er mistroostig bij. De vrouw lichtjes gebogen, alsof ze tussen het puin nog iets nuttigs lijkt te zien. Haar twee handen gebald voor haar mond. De man heeft zijn pet tussen twee handen. Moest de foto in kleur zijn, dan kon je vaststellen dat de kneukels wit waren van de kracht die de man uitoefent op het hoofddeksel. Het zou me niet verbazen indien hij staat de vloeken als een ketter. Of van onmacht. Van onbegrip zelfs… Op de begraafplaats staan slechts twee berkenbomen. Ze brengen wat schaduw. Tegenover het voormalige gemeentehuis van Loker staat het monument voor gesneuvelden van beide Wereldoorlogen.

Na de Kemmelbergweg, bij knooppunt 99, slaan we rechtsaf in de Godtschalckstraat. We staan even stil bij ‘Huize Godtschalck’, het voormalige St-Antoniusklooster. Het klooster of gesticht werd in 1873 gebouwd om zieke ouderen te verzorgen. Het werd geen succes en het gebouw werd noodgedwongen in 1887 gesloten. Charles Godtschalck was een rijke weldoener en kocht het leegstaande gebouw in 1896. Hij startte hier een huishoudschool voor wezen. Met succes, want de school huisveste meer dan 200 kinderen tot de oorlog uitbrak. Opdat Loker tijdens WOI in handen van de geallieerden was richtten zij hier een Medische post in. Hier konden de gewonden rekenen op medische hulp. In juli werd het dorp door de Duitsers veroverd en ‘Huize Godtschalck’ werd totaal vernietigd. In 1927 werd alles terug opgebouwd en biedt sinds 1961 opvang en begeleiding van kansarme jongeren tot en met 20 jaar. In september 2012 vierde men nog het 50 jarig bestaan van een halve eeuw bijzondere jeugdzorg. In de voortuin staat de Ierse muur van 1998. Geplaatst met losliggende stenen door Ierse arbeiders die in Mesen de Vredestoren gemetst hebben. Ter herinnering aan Majoor William Redmont en alle Ierse soldaten die voor onze vrijheid vochten.

Het ‘Locre Hospice Cemetery’ ligt verscholen achter een woning in een weide. Men begon hier in 1917 zijn doden te begraven toen het domein nog bij ‘Huize Godtschalck’ behoorde. We betreden de begraafplaats langs de tweedelige smeedijzeren poort. Door het glooiende landschap werd de begraafplaats in niveaus aangelegd. Achteraan staat het Cross of Sacrifice. Op deze begraafplaats liggen 260 militairen begraven, waarvan 14 uit WOII. Er liggen ook twee soldaten begraven die geëxecuteerd werden wegens desertie. Dertig meter voorbij de begraafplaats ligt het graf van Majoor William Redmond onder een Iers kruis. De majoor was een belangrijk parlementslid voor de katholieke ‘Irisch Party’. Een hevige voorstander voor een onafhankelijk Ierland. Hij werd te Wijtschate dodelijk gewond en verzorgd in ‘Huize Godtschalck’. William Redmond stierf op 56 jarige leeftijd. Zijn lichaam werd hier eenzaam begraven tussen de velden. Na de oorlog wilde men zijn stoffelijke resten op de nabijgelegen begraafplaats bijzetten maar dit werd tegengehouden door de vrouw van William Redmond. Aan een groene ijzeren paal, achter het kruis, hangt een Mariabeeld in een klein kapelletje met beschermingsglas.

De zon doet haar best om door de bewolking heen te breken. Het wordt gevoelig warmer. Langs de Hofstraat rijden we tot op de grote baan. We zijn blij dat we de grote baan bereikt hebben zonder kleerscheuren. De Hofstraat is de naam ‘straat’ niet waardig. Een smal tractor spoor, bezaait met kiezel, putten en kuilen is mijn inzien geen straat. We zijn er niet gerust in. De steentjes schieten onder onze banden naar alle kanten. En we dragen geen helm. Hier rijden alleen tractors die naar hun bouwland moeten om het te bewerken. Rechtsaf in de Dikkebusstraat tot bij Demarcatiepaal nr 7. Het één meter hoge paaltje is bekroond met een Franse helm waarin “RF” is gegraveerd. De Franse Touring Club stelde in 1921 voor om op bepaalde punten langs de frontlijn 28 paaltjes te plaatsen waar de vijand het verst op nationale bodem was doorgedrongen.

We keren terug en laten de Hofstraat links van ons. Een weids panoramazicht met een golvend landschap onttrekt zich voor ons. Groots spreidt de natuur zich voor ons uit. Bossen worden afgewisseld met weiden en nostalgische boerderijtjes. We genieten op twee wielen. Bij de Lampernissestraat, is een boom geplant ter nagedachtenis van de plaatselijke landbouwer die hier de dood vond bij het omploegen van zijn land. De bewuste boom staat in het midden van de akker. Ongeveer dan toch. Sinds het ongeval is het land niet meer bewerkt geweest. Verderop staat een kleurig infopaneel. Het heet ons “Welkom in de Douvevallei en het Eeuwenhout: Een deel van de Douvebeek trekt in het Heuvelland de grens tussen België en Frankrijk. In dit prachtig stroomgebied van de Leie ligt zo’n 63 hectare natuur en bos. Eind jaren ’90 onderging het gebied een gedaanteverandering door aankopen. Prikkeldraden worden opgerold waardoor hagen vrij uitgroeien tot ruige struwelen. Begrazingszones zorgen ervoor dat de vroegere scherpe perceelgrenzen vervagen. Door de talloze houtkanten en hagen, knotbomenrijen en holle wegen waan je je zo een paar eeuwen terug”.

Een paar meter verder is begraafplaats Locre nr 10 Cemetery. Deze begraafplaats werd in gebruik genomen vanaf het voorjaar van 1918 door de Franse strijdkrachten. Het muurtje rondom is afgedekt met witte natuursteen. Rechts van de ingang staat het kleine dienstgebouw. De meidoornbomen en de sierstruiken zorgen voor schaduw tijdens de warme dagen. De Duitse zerken dragen het hakenkruis. De bovenzijde is niet recht maar in het midden tot een botte punt gevormd. Hier rusten in totaal 133 gesneuvelde soldaten, waarvan 58 uit het Verenigd Koninkrijk. Veertien lichamen konden niet meer geïdentificeerd worden. Van de 75 Duitse soldaten die hier hun laatste rustplaats vonden konden er drie niet meer herkend worden. De Franse soldaten werden na de oorlog verwijderd.

Terwijl we de Lampernissestraat in rijden lost de bewolking helemaal op. Tijd om onze factor 50 boven te halen. Het uitzicht op de Kemmel- en de Monteberg is adembenemend. We wanen ons even in Zwitserland. In klein Zwitserland uiteraard. In de Victoriastraat bevind zich het Dranouter Military Cemetery. Te bereiken langs een grasperk naast een woning. Het geheel is dringend aan restauratie toe. De teksten op de zerken zijn haast onleesbaar geworden. Ook hier rust een Duits soldaat. De zerk is tussen de geallieerde gesneuvelden gezet. Een zitbank staat tussen twee kleine lindebomen. Nog enkele jaren en dan kunnen de bezoekers in de schaduw van de bomen zitten. Een eenzaam zerk vertelt ons dat hier de resten begraven liggen van twee onbekende soldaten. Samen in één graf. De begraafplaats werd in juli 1915 in gebruik genomen. In 1923 werden er nog 19 graven toegevoegd vanaf het kerkhof van Dranouter. Ze werden ontgraven om de heropbouw van de kerk mogelijk te maken.             Er worden in totaal 458 gesneuvelden op deze begraafplaats herdacht.

Even later rijden we het centrum van Dranouter binnen. Een kleine deelgemeente van Heuvelland. Het dorp lag gedurende WOI lange tijd achter het front. De Engelse soldaten vonden hier rust en verzorging. Bij de ingang van de kerk staat het monument voor de gesneuvelden van WOI. Een Belgische soldaat staat treurend op zijn sokkel. Naast hem wappert onze driekleur. Naast het monument werd de staart van een gevechtsvliegtuig geplaatst. Het toestel behoorde toe aan Kapitein-vlieger Boudouin de Hemptinne. Zijn toestel werd geraakt tijdens een luchtgevecht op 5 mei 1942 en stortte neer in Dranouter. Hij werd begraven op het Ypres Town Cemetery Extension.

De neogotische St-Jan-de-Doperkerk is terug opgebouwd geworden in 1922-23 met een spitse toren. In de kerk van Dranouter hebben de beuken een houten plafond. Het kleine altaar is ver vooruit geplaatst op een podium. Veel Heiligen beelden in de kerk waarvan ik de namen niet ken. Achter de kerk een gedenkteken voor de aardrijkskundige, mathematicus en wereldreiziger Pieter Platevoet (Peter Placius). Op de Dranouter Churchyard staat een klein zerkje van een kind. Gestorven tijdens WOI op negenjarige leeftijd. Dit Militair kerkhof werd in gebruik genomen op 14 oktober 1914. Ondanks de ontgraving in 1923, om de kerk te herbouwen, liggen hier nog 79 slachtoffers van de strijd om Dranouter. Op de hoek van de Markt staat het beeld “Fluitspelende Quinten” van Nele Boudry en Pieter Borghman. Aan de kapel in de Kruisabelestraat worden renovatiewerken uitgevoerd. Oorspronkelijk was de kapel gebouwd in de jaren 20 van vorige eeuw ter ere van de H. Theresia. Achter de rode poort en de ijzeren tralies staat een houten altaar zonder Heiligenbeelden. Tijd om te lunchen.

Na zoveel calorieën wordt het hoog tijd om wat afslankende actie te ondernemen. We fietsen langs landbouwgrond die voornamelijk beplant is met mais en graan of koren. De mais is nog klein. Dat vinden wij niet erg. Nu genieten we nog van vergezichten in het glooiende landschap. Koeien en paarden grazen in de weide die afgeboord zijn met oude knotwilgen. Als we voorbij fietsen blijven ze ons nastaren tot we uit het zicht zijn verdwenen. We genieten van het zonnetje en het lichte briesje. Het enige nadeel is dat we op de baan fietsen bij gebrek aan een fietspad. De auto’s scheren rakelings langs ons heen zonder vaart te minderen. Beangstigende momenten, vooral in de Kruisabelestraat. Het is een lange straat met klimmen en dalen. De Packhorse Farm Shrine Cemetery in de Lindestraat is een kleine begraafplaats. Ze werd genoemd naar een toenmalige nabijgelegen boerderij en kapel. Deze begraafplaats is in gebruik genomen in 1915. De dodenakker is slechts te bereiken via een graspad tussen twee weiden.   Hier rusten de lichamen van 59 Britse soldaten.

We fietsen terug en rijden verder op de Hooghofstraat tot de Wulvergem-Lindenhoek Road Military Cemetery. De begraafplaats is gelegen in een landelijke en heuvelachtige omgeving. Langs brede treden kom je voorbij de ‘Stone of Remembrance’. Rechts is het statige schuilhuisje gemetst. De begraafplaats werd vanaf het begin van WOI in gebruik genomen. Op vijf perken rusten in totaal 843 doden waarvan 332 niet meer konden geïdentificeerd worden.

We blijven de Hooghofstraat verder volgen tot het centrum van Wulvergem. In het dorp zijn wegenwerken aan de gang. We moeten te voet langs het voetpad. De straat wordt heraangelegd. Geen asfalt maar een betonnen wegdek wordt gegoten.

Bij de St-Machutuskerk houden we halt. Het kolossale Monument van 14-18 staat naast de kerk. In het midden de tekst: Wulverghem aan zijne gesneuvelde helden. Links de namen van gesneuvelde soldaten en rechts zeven namen van Burgerlijke slachtoffers. Ook dit dorp kreeg zijn deel van het oorlogsgeweld. De kerk werd reeds in 1914 volledig vernield en in 1922-23 heropgebouwd. In het torengebouw bevinden zich figuren in rode baksteen en het familiewapen van de belangrijkste Heer van Wulvergem. We bezoeken de inrichting van de kerk. Een hele mooie kerk. Heiligenbeelden tegen elke pilaar. De H. Agnes, H. Maria van Lourdes… om er enkele te noemen. De accolade tegen de muur, in blauw en wit, vertoont een walvis. In 1999 herschilderen gemeentearbeiders de binnenmuren van de kerk. Tijdens de voorbereidende werkzaamheden troffen ze restanten van een bandversiering aan. Deze bandversiering werd volledig in ere hersteld. Het motief met de walvis werd behouden.         Deze tekening verwijst naar de legende van Machutus. Op volle zee vond deze missionaris een eiland waarop hij, op Paaszondag, de misviering kon doen. Nadien bleek dit een walvis te zijn geweest. Boven het grote altaar werden glas-in-loodramen geplaatst. Ook hier werd het plafond in hout bewerkt. Rond de kerk bevinden zich de oorlogsgraven van 1914-1918.

We genieten ondertussen van de stilte in het landschap dat slechts onderbroken wordt door het getjirp en gezang van vogels. Onderweg zijn we enkele bomkraters gepasseerd. Gevuld met regenwater zijn ze gegeerd door ganzen en eenden.                      Bomen weerspiegelen in het rimpelloze water. Sommige poelen worden gebruikt om afval te dumpen. Linksaf in de Vrooilandstraat tot het Pond Farm Cemetery. De begraafplaats is omringt door een natuurstenen muur, bovenaan afgedekt met witte natuursteen. Een vijftal meter is echter verdwenen. Iemand kwam natuursteen tekort en heeft deze meegenomen. Men begon de dode soldaten hier te begraven vanaf 1916. 301 gesneuvelden worden hier herdacht. Ook dit terrein is licht hellend. We zetten ons een paar minuten neer op een witstenen zitbank achteraan bij het schuilhuisje. Bloemperken en sierstruiken groeien langs de randen.

Na de begraafplaats is er iets mis gelopen. We zijn verkeerd gereden bij onze laatste begraafplaats. Op het kruispunt van de Vrooilandstraat en de Gremmerslinde staat geen richtingsbord van de Commonwealth War Graves Commission. We weten niet welke richting we uit moeten. Met het plan erbij rijden we terug op koers maar we laten een begraafplaats liggen. Via knppnt 9 rijden we terug volgens plan. We slaan linksaf in de Kruisstraat en rijden voorbij het Lone Tree Cemetery en de bekende krater rechts van ons. Deze sites hebben verleden jaar bezocht. Ons Rina wil toch even stoppen bij de “Pool of Peace”. Verderop kunnen we ons weer op de bekende groen witte bordjes concentreren. Langs een heel smalle straat bereiken we het Irish House Cemetery. Gelegen achter een boerderij en te bereiken langs een graspad. In 1917 werden hier de eerste doden begraven. Zodat momenteel op deze landelijke en heuvelachtige begraafplaats 121 doden begraven liggen uit het Verenigd Koninkrijk. 44 van hen konden niet meer geïdentificeerd worden. Vier van deze onbekende soldaten zijn Duitsers die begraven werden onder één zerk. Tegen de stenen omheining staat een ‘special memorial’ voor een Australiër, waarvan wordt aangenomen dat hij zich onder de naamloze bevindt.

Via de Oosthoekstraat, de Vergierstraat en de Briekeriestraat fietsen we tot de Kemmelstraat of de N331. Aan de overzijde vinden we het La Laiterie Military Cemetery. Voor het eerst in gebruik genomen in 1914. Op dit heuvelachtig stuk grond stond de voormalige melkerij waarnaar de begraafplaats is vernoemd. Langs enkele trappen bereiken we de ingang, tussen twee zuilen. Geen hek, slechts een gietijzeren ketting sluit de begraafplaats af. Ook hier is een bakstenen schuilhuisje aanwezig met de nodige zitbanken en de drietalige landplaat. Er bevinden zich 12 perken met in totaal 751 zerken waarvan 180 onbekende militairen. Er staat een opmerkelijke grafzerk van Gujar Singh. Een Sikh die dienst deed bij de 24th Bn Canadian Infantry. Hij sneuvelde in 1915 op 32 jarige leeftijd.

We fietsen verder op de Kemmelstraat en na de Wijtschatestraat slaan we rechtsaf in de Reningelststraat (N304). Vervolgens belanden we in het centrum van Kemmel. Voor de Noordstraat rijden we langs demarcatiepaal nr 14. Tijdens de slag om de Kemmelberg werd de vijand op deze plek tot staan gebracht, zodat de overheerser De Klijte niet kon bereiken. Ik lees in de oorlogskrant, die Gazet van Antwerpen gedeeltelijk terug heeft uitgegeven, het volgende bericht. “Het Vlaamsche Nieuws van Zaterdag 27 April 1918. De Duitschers op den Kemmelberg. St. Elooi, Kemmel, Dranoutre genomen: 6.500 gevangenen. Duitsch Avondbericht, Berlijn, Vrijdag 26 April. – Officieel: Westelijk gevechtsterrein. De aanval van het leger van generaal Sixt von Arnim tegen de Kemmelberg, de wijd over de Vlaamsche vlakte heen schouwende heuvel, is in ons bezit. Na sterke geschutactie brak het voetvolk van de generaals Sieger en von Eberhardt gisterenochtend ten stormloop op. Fransche divisies, met hen omramende Engelsche troepen met de verdediging van den Kemmelberg gelast, en de bij Wijtschaete en Dranoutre aansluitende Engelschen werden uit hunne stellingen geworpen. De groote trechters van St-Elooi en het dorp zelf werden genomen. De talrijke, in het slagveld gelegen betonhuisjes en versterkte hoeven werden veroverd. Pruisische en Beiersche troepen namen het dorp en den berg Kemmel stormenderhand in. Onder bescherming van de, niettegenstaande de moeilijkheden van het terrein, in ’t vuur blijvende artillerie, drong de infanterie op vele plaatsen tot aan de Kemmel-beek door. Wij namen Dranoutre en de hoogten benoordwesten Vleugelhoek. Vechteskaders vielen de met voertuigen en kolonnes dicht bezette wegen achter het vijandelijk front met groot sukses aan. De buit van de gevechten van gisteren bedraagt meer dan 6,500 gevangenen, voor het meerendeel Franschen. Onder de gevangenen bevinden zich een Engelsche en een Fransche regimentskommandant. Tot zover het artikel over de Kemmelberg.

Bij de rotonde aan de N375 dwarsen we de baan voor een bezoek aan La Clytte Military Cemetery. Een Britse begraafplaats dat op het grondgebied ligt van Loker en waar men voor het eerst zijn doden begroef in november 1914. Langs één van de grote gebogen toegang betreden we de dodenakker. Na de oorlog werden kleinere begraafplaatsen en geïsoleerde graven van gesneuvelden hier opnieuw begraven. Er liggen in totaal nu 1082 Militairen begraven. Voor 20 slachtoffers werden ‘special memorial’ opgericht omdat men vermoedt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden. Soldaat Leonard Mitchell werd wegens desertie geëxecuteerd op 19 september 1917. Bloemen en struiken vrolijken de begraafplaats op. Als we terug op onze fietsen springen rijden we door ‘De Klijte’. Een klein dorp van ruim 500 inwoners. Het dorpje behoort bij Poperinge en ligt aan de voet van de Scherpenberg, één van de heuvels van Heuvelland. Een bezienswaardigheid is de O.L.Vrouwekerk.

Om 17:20u zijn we in het centrum van Reningelst. De kapel aan de Vlamertingseweg en de Zevenkotestraat is de O.L.Vrouw van de Vrede, bid voor ons. Een gerenoveerde brede kapel aan de overzijde van de begraafplaats. Een dubbele bruine deur met doorkijk ramen tonen ons het interieur. We gaan iets drinken in de kinderbrouwerij naast de kapel. Het is heel warm. We krijgen een spie taart aangeboden. Het dorp Reningelst lag ver van het front tijdens WOI en bleef de hele tijd in geallieerde handen.    Een uitgelezen plek uiteraard voor een veld hospitaal. Het hele dorp werd uitgebreid tot een Brits centrum. De plaatselijke handel deed gouden zaken. Doch werd vanaf 1917 Reningelst zwaar onder vuur genomen. Meer bepaald om de nieuwe spoorweg die vlak door het centrum aangelegd was.

De St-Vedastuskerk is voor een gedeelte opgetrokken in ijzerzandsteen en dateert oorspronkelijk van 1200. Door de eeuwen heen vergroot en menige keren gerenoveerd. Ze wordt omringd door een geel bakstenen muurtje met een kleine begraafplaats.         Er staan slechts drie zerken van evenveel Britse soldaten. Eén ervan wordt herdacht met een special Memorial omdat zijn graf niet meer gevonden werd. Gebrandschilderde ramen vertellen de priestermoord door de geuzen in 1568. Het zeskantig traptorentje is van 1754. De Reninghelst Churchyard Extension is een nieuwe begraafplaats. De rode bakstenen omheining met witte natuursteen afgedekt is nieuw. De toegang is verspert door rood en wit lint. Er is eveneens nieuw gras gezaaid. Nog een kapel nabij het kerkhof. Boven de ingang van deze kapel, gewijd aan de H. Rita, staat de familie Rijckewaert met eronder het wapen van Reningelst. De kapel werd gebouwd in 1938. Op deze plaats stond voorheen een andere kapel die tweemaal zo groot was. De kapel kan open en is mooi onderhouden. Op het altaar een foto van Pater Damiaan. Enorm veel bloemen en brandende kaarsen fleuren het interieur helemaal op.

We bevinden ons vlak voor het centrum van Westouter. Op het Westouter Brittisch Cemetery rusten Drie Chinezen van het Labour Corps. Gesneuveld op 25 december 1917. Het “Cross of Sacrefice” bevindt zich vooraan bij de ingang. Hier liggen 180 gesneuvelden waarvan 52 niet meer konden geïdentificeerd worden. Ook vijf ‘special memorials’ herinnert de bezoeker aan het feit dat deze soldaten vermoedelijk bij de onbekende grafzerken behoren. Helemaal links in de hoek een eenzame zerk van een onbekende soldaat. Hier rusten eveneens vier Britten en een Fransman uit WOII, gestorven tijdens de terugtrekking naar Duinkerke in 1940.

Aan de kerk van Westouter houden we halt om het innerlijke te versterken. Tijdens WOI werd het dorp nooit door de Duitsers veroverd. De St-Eligiuskerk is vanaf haar ontstaan herhaaldelijk verbouwd. De achthoekige westertoren bleef bewaard. Het portaal bezit een bas- reliëf, dat herinnert aan de thuiskomst van de Westouterse soldaten en krijgsgevangenen van WOI. Aansluitend bezoeken we het Westouter Churchyard & Extension. Op twee perken staan zerken van Britse militairen uit WOI. In totaal worden hier 101 soldaten herdacht, waaronder één Indiër en drie Duitsers. Eén Canadees kon niet meer geïdentificeerd worden. De Extension (uitbreiding) werd gebruikt door Field Ambulances en gevechtseenheden gedurende de Eerste Wereldoorlog;       Het voormalige gemeentehuis, naast de kerk, dateert van 1925 en is thans een postgebouw. Vlak ernaast staat de grenspaal die de scheidingslijn vormt tussen Westouter en Vleninckhove. Op het dorpsplein herinnert het bergstenen kapelletje van O.L.Vrouw van Czestochowa in Polen aan de bevrijding van Westouter op 6 september 1944. Tot morgen.

Aantal kilometers: 40,5 km. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.











01-12-2014 om 12:40 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Broekemwandeling
  • Meerhoutwandeling
  • Nieuwmoerwandeling
  • Herfstwandeling Neerijse
  • Lepelstraatroute
  • Tremeloroute
  • Ekerenroute
  • Mozesbrugwandeling
  • Putteroute
  • Pijnvenroute
  • Tielt-Wingeroute
  • Kapelle-op-den-Bosroute 2
  • Borgloonroute
  • Tulpenwandeling
  • Meldertwandeling
  • Vordenstein 2019
  • Lentewandeling 2019
  • Kluizenroute
  • Fietswaterbus
  • Retiewandeling
  • Spildoornwandeling
  • Kesselse Heidewandeling
  • Parkwandeling Ekeren
  • Bokrijkroute
  • De Grote Schijn
  • Tervurenwandeling
  • Vennenwandeling
  • China Light
  • Brouwerij De Koninck
  • Hobokense Polderwandeling
  • IJzerlaantochtje
  • Bazelroute
  • Bevrijdingswandeling Antwerpen
  • Tulpenwandeling
  • Beeltjes te Ieper
  • De Legende van Veltwijck
  • Waterbustrip
  • Willemstadroute
  • Vichteroute
  • Dieren in de binnenstad
  • Lottum
  • Loenhoutroute
  • Leuvenwandeling
  • Liberationroute
  • Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge
  • Van Assenede naar Moerkerke (Damme)
  • Van Hulst naar Assenede
  • Wandeling Hulst
  • Met de fiets naar de kust
  • Asroute
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief per maand
  • 11-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 03-2014
  • 02-2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    myidol
    www.bloggen.be/myidol
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    heiligerita
    www.bloggen.be/heilige
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    dansrustroest
    www.bloggen.be/dansrus
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    trainermarnix
    www.bloggen.be/trainer
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    levend_geloof8
    www.bloggen.be/levend_
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    autokampioen
    www.bloggen.be/autokam
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    myidol
    www.bloggen.be/myidol

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs