Woensdag 17 juli 2019. Het is 08:20u en de
huidige temperatuur bedraagt 17°C. Voor vanmiddag beloven de weergoden nog 25°
à 26°C. Het is één strakke blauwe lucht en momenteel nog windstil. Tijd voor
een fietstocht. Met de fietsen achterop de drager rijden we naar Leopoldsburg. Het
verkeer valt goed mee zodat we een half uur later op de voornoemde parking
staan gestationeerd. Met onze fietsen houden we de parking links van ons en vlakbij
is knooppunt 554. In de Koning Leopold III-laan werd een beeldje geplaatst van
De Soldaat. Het is een kunstwerk van Hilde Fransen dat op 10 september 2010
onthuld werd ter gelegenheid van 175 jaar Kamp Beverlo en 160 jaar
Leopoldsburg. Rechtdoor spotten we de grote kiosk van Leopoldsburg waar nog
regelmatig openlucht evenementen plaats vinden. De
Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming kerk staat in de schaduw van talrijke bomen
waardoor het gebedsgebouw is onttrokken aan de omgeving. Alleen de toren is van
ver zichtbaar omdat deze boven de kruinen van de bomen uitsteekt. Het is
onmogelijk om de volledige kerk op foto vast te leggen. De militaire kerk werd gebouwd
in baksteen en arduin. De rondbogige glasramen in de koorgang zijn kopieën van
glasramen uit de kathedraal van Chartres in Frankrijk. De kerk werd ingewijd op
12 juni 1903 en behoort tot de grootste van de provincie door haar 1 400
zitplaatsen en 1 000 staanplaatsen. Vlakbij de appartementsblok werd een
massieve rotsblok in de grond gezet in de schaduw van een grote boom. Een
herdenkingsplaatje werd aangebracht dat ons vertelt dat op deze plek een
meiboom werd geplant. Verderop in de Koning Leopold III-Laan houden we nogmaals
halt bij een monument dat ons vertelt dat deze laan ingehuldigd werd door Zijne
Majesteit Koning Boudewijn op 21 september 1985.
We wijken even af en rijden de laan ten einde.
Rechtsaf in de Koningin Louisa Marialaan en komen langs het Paviljoen van de
Commandant van de Genie dat in 1869 werd gebouwd. Dit gebouw valt op door zijn
bekoorlijkheid in bouwstijl. De verdieping is volledig omgeven door een
sierlijke gaanderij en tegen de regen beschermd door een uitspringend dak. Op
het hoogste punt prijkt een belvedere en in de gevel zijn fraaie motieven
ingemetseld met gekleurde bakstenen. Het is niet direct duidelijk of het
paviljoen nog in gebruik is. Er is nochtans sprake om er een museum in onder te
brengen. Rechtdoor voor een bezoek aan het Belgisch Militair Kerkhof. Door de
Kampenaars wordt het nog wel eens het Duitse kerkhof genoemd. Het kamp was
tijdens WOI immers een belangrijke troepenopleidingsplaats voor de bezetter. In
het militair hospitaal werden zwaar gewonde Duitsers verpleegd. Velen onder hen
stierven en werden begraven op deze begraafplaats. Na WOI werden er Belgische
militairen en oorlogsslachtoffers begraven. In 1945 werden de Duitse
stoffelijke resten naar de grote Duitse begraafplaats in Lommel overgebracht.
Vooraan op de begraafplaats liggen ongeveer 800 slachtoffers van WOI. Op het
achterste gedeelte bijna 400 uit WOII. Helemaal achteraan zijn de graven van 29
gefusilleerde waaronder 22 ongeïdentificeerde weerstanders die in het Gemeentebos,
kort bij Hechtel, werden neergeschoten tijdens WOII. Op de begraafplaats staan
twee kleine gebouwtjes (Mausolea). Het eerste is het mausoleum voor de
onbekende krijgsgevangenen van beide wereldoorlogen, het tweede is dat van de
onbekende politieke gevangenen van WOII. Wat verder staat nog een oude waterput
die dateert van 1850.
Als we de begraafplaat verlaten moeten we
rechtsaf en de Koning Leopold II-laan volgen tot bij de ingang van de militaire
begraafplaats van het Brits Gemenebest. De begraafplaats werd in 1948 in
gebruik genomen. De militairen die hier hun laatste rustplaats kregen
sneuvelden vooral tijdens de opmars naar Arnhem tijdens WOII Operatie Market
Garden. Het bekendste graf (4B13) is dat van de Britse majoor Lord Robert
Cavendisch (markies van Hartington). Hij sneuvelde in Heppen bij de
bevrijdingsgevechten aan het hoofd van een compagnie van de Coldstream Guards.
Hij was getrouwd met Kathleen Kennedy, de zus van John F. Kennedy, voormalig
president van Amerika. In totaal rusten hier 724 Britten, 31 Canadezen, 8
Australiërs, 27 Polen, 4 Nederlanders en 2 onbekenden.
We rijden terug en houden halt op de hoek van
het Koning Albert I-plein en de Leopold III-laan. Op deze plaats werd in 1903-1904
het gebouw voor de posterijen opgetrokken ter vervanging van het eerste
postkantoor dat gebouwd werd in 1838 op de plaats van de oude pastorij. Al voor
de aanleg van steenwegen reden er postkoetsen, die dagelijks de regio Diest en
Hasselt verbonden. In die tijd duurde een reis heen en terug bijna een hele
dag. Vanaf 1835 was er een dagelijkse postkoetsdienst tussen het kamp en
Brussel en vanaf 1936 kon je ook iedere dag met de postkoets naar Herentals
reizen. In de winter werd deze rit slechts eenmaal per week gereden. Het grote
postgebouw staat momenteel te koop.
Verderop, in dezelfde laan, staan we stil voor een
prachtig gebouw met kapel dat één geheel vormt met de straat. Het is de kapel
van het Karmelklooster. Op deze plek werd in 1843 een nieuw kerkje, buiten het
militair domein, ingewijd ter vervanging van een klein parochiekerkje van 1837
dat door een orkaan vernield werd. In dit kerkje was er slechts plaats voor 300
personen wat veel te weinig was voor de grote militaire gemeenschap. In 1906,
na de bouw van de grote nieuwe kerk, kocht een handelaar het kleine kerkje en
gebruikte het als stapelplaats. In 1924 werd in Leopoldsburg onder impuls van
priester Eduard Poppe een gemeenschap van de zusters Karmelietessen gesticht.
De zusters richtten de stapelplaats in als kloosterkapel. Voor het gebouw werd
op 9 december 2005 het borstbeeld ingehuldigd van Koning Leopold I (1790-1865)
door Z.K.H. Prins Filip.
We rijden vervolgens vlak naast de
oefenterreinen van het Belgische leger inLeopoldsburg. In de periode van 1831 tot 1839 heerst er tussen België en
Nederland een gewapende vrede. De Nederlandse koning Willem I erkent echter
onze onafhankelijkheid niet. Dit verplicht het leger om paraat te blijven en de
grens met Nederland te bewaken. Vanaf 1832 worden kleine Belgische
observatiekampen opgericht langs de grens. Deze kampen kosten handen vol geld
en beantwoorden niet aan de doelstellingen van de eerste Belgische koning.
Leopold I wil immers één groot kamp dichtbij de Nederlandse grens, waar
infanterie, ruiterij en artillerie samen kunnen oefenen. In oktober 1834 komt
hij met enkele generaals op verkenning naar de Grote Heide van Beverlo. De
koning is onmiddellijk gewonnen om in deze desolate vlakte een enorm kamp te
bouwen. De grond is goedkoop, het gebied is dun bevolkt en er is genoeg
drinkwater. Begin 1835 keurt het parlement de bouw van Het Kamp van Beverlo
goed. In nog geen vier maanden tijd worden meer dan 400 barakken van Diest
overgebracht naar Beverlo, meer dan duizend tenten rechtgezet en honderden
strohutten gebouwd. In augustus van dat jaar komen de eerste 20 000
soldaten op oefening en het Kamp is geboren. Handelaars vestigen zich rond de
basis. Deze pioniers vormen de kern van het latere Leopoldsburg dat als kind
van het kamp in 1850 het levenslicht ziet.
We fietsen op het fietspad naast de drukke N73.
Net voor het informatiekantoor staat nog steeds het oud militair hospitaal. De
plaats waar in 1835 de ambulancecompagnie haar tenten en wagens neerzette en
het domein er omheinden. Enkele gebouwen voor het personeel, een keuken en
stallen voor de paarden worden gebouwd waardoor het hospitaal vorm krijgt. De
eerste definitieve gebouwen zijn uit 1841 en de eerste hospitaalzalen uit 1850.
Een nieuwe methode van laagbouw met afzonderlijke paviljoenen maakt dit complex
uniek. Onderling verbonden door een gang, sloot het geheel een centrale
binnenkoer en tuin in. Het hospitaal was als dusdanig zeer modern voor zijn
tijd en dwong in Europa, algemene bewondering af. In 1901 kreeg het hospitaal
een speciale afdeling voor tuberculozen. In 1913 werd het complex uitgebreid
met 8 ziekenzalen, een apotheek en een administratiegebouw. 1 000 zieken
en gewonden konden er verzorgt worden. Vanaf augustus 1914 bezetten de Duitsers
het hospitaal. Zij brenger er elektriciteit aan. Na de oorlog neemt ons leger
het hospitaal terug over. In 1923 wordt er een kloostergebouw en een kapel aan
toegevoegd. De Duitsers nemen de instelling tijdens WOII over en blijven zelfs
nog een hele tijd na de bevrijding. Pas op 20 december 1948 verlaten de laatste
krijgsgevangenen samen met hun Duitse dokters het hospitaal. Op 1 januari 1949
wordt het complex opnieuw militaire infirmerie en vanaf 1951 tot 1971 terug
volwaardig militair hospitaal voor de Belgische strijdkrachten. Vanaf 1982 is
er het Museum van het Kamp van Beverlo in ondergebracht.
Wat verder houden we halt bij het majestueuze Tacambaro
monument. In 1867 werd de zuil van Mexico in alle stilte ingehuldigd wegens
de hevige beroering die de expeditie had veroorzaakt in het land. De zuil
draagt de namen van de manschappen die gesneuveld zijn tijdens de veldtocht van
1864/1865 in de veldslagen van Tacambaro, Loma en Morelia. In 1864 werden twee
bataljons (ongeveer 1500 militairen) gerekruteerd door Mexico. Ze werden
geïntegreerd in een voornamelijk Frans bezettingsleger. In Mexico was een
keizerrijk tot stand gekomen door toedoen van Frankrijk, Engeland en Spanje. De
kroon van dat nieuwe rijk werd toegewezen aan Maximiliaan van Oostenrijk en aan
zijn echtgenote prinses Charlotte van België, dochter van koning Leopold I. Al
snel, na zijn troonbestijging geraakte keizer Maximiliaan in zware moeilijkheden
en werd hij geconfronteerd met een algemene opstand. Leopold I stuurde zonder
raadpleging van het parlement het expeditiekorps ter hulp omdat zijn dochter in
nood verkeerde. Het detachement geraakte verwikkeld in hevige gevechten. Het
meest bekende wapenfeit is dat van Tacambaro op 14 april 1865. Niet alleen de
gevechten maar ook ziekten waren verantwoordelijk voor de zware verliezen.
Keizerin Charlotte keerde terug naar België in 1866. Het detachement scheepte
terug in begin 1867 en keizer Maximiliaan werd in juni 1867 door de
opstandelingen gefusilleerd.
Achter de omheining staan talrijke militaire
voertuigen gestationeerd in elke vorm die je maar kan bedenken, maar militairen
krijgen we niet te zien. Misschien heeft het iets te maken met het verlof. Rechts
zien we het vliegveld van Leopoldsburg dat een onderdeel is van het militaire
kamp. Aeroclub Sanicole vzw kreeg in 1971 een vergunning om hier een vliegveld
uit te baten. Het wordt gebruikt door paras en A109 helikopters.
We fietsen voor een gedeelte door het centrum
van Hechtel zelf. Een smalle asfaltstraat met aan beide zijden prachtige
villas. Als we er Wikipedia op na lezen komen we te weten dat Hechtel een
klein landbouwdorpje was met een rijke geschiedenis. De gemeente werd in 1977
samengevoegd met Eksel. We nemen van op afstand een foto van de kerk. Links van
ons zien we, in de verte, de boomtoppen van het Bosreservaat In de Brand. Het
wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Een prachtig domein met
verschillende wandel-mogelijkheden.
Voorbij knooppunt 258 slalommen we tussen hoge
bomen waarvan de takken met bladeren voor de nodige schaduw zorgen. Het is er
zelfs frisjes. Eksters roepen, alsof ze andere vogels waarschuwen dat er
fietsers in aantocht zijn en mogelijk een gevaar betekenen. De talrijke schapen,
vlakbij in de groene weide antwoorden terug. Eens uit centrum van Hechtel rijden
we weer langs het militair domein. Als we de Grote Nete dwarsen fietsen we door
Locht, een gehucht van Hechtel-Eksel.Door Locht loopt de N715 van Hasselt naar Lommel en Eindhoven.
We rijden noord west tussen het militair
domein. Als we op de Kiefhoekstraat fietsen rijden we pal naast het Slijkven
dat vroeger een rijk heidegebied was dat vervolgens bebost werd. Vanaf 2010
werd begonnen met ontbossing en werd de grond afgegraven. Het twaalf hectaren
grote gebied wordt opnieuw een heidegebied. Op het eind van de straat is
knooppunt 272. Tijd voor onze meegebrachte picknick. We zetten ons op een dikke
boomstam die eigenlijk dienst doet als fietsstalling die niemand gebruikt. Het
is hier druk van fietsers en wandelaars. We hebben, hier in Limburg, al
letterlijk door het water gefietst en sinds kort kan men ook door de bomen
fietsen. Hier, bij knooppunt 272, aan het Pijnven in Bosland werd een
constructie gebouwd met 449 unieke kolommen in weervast staal, die de stammen
van de dennen symboliseren. Zo gaat het geheel mooi op in de omgeving. Met het
nieuwe pad wil de provincie zich nog meer op de kaart zetten als fietsparadijs.
Het lijkt of vandaag iedereen hier de bomen in wil fietsen. Gelukkig is het
slechts toegankelijk in één richting. De klimming is goed te doen, niet te
steil. Op het hoogste punt houd iedereen halt voor een foto. Iedereen blijft
keurig rechts zodat het doorgaand verkeer geen hinder ondervindt. Terug beneden
rechtsaf naast het Domeinbos Pijnven dat zonder meer een paradijs is voor
stevige boswandelingen.
Verderop nodigt een mooie picknicktafel uit om
even te verpozen. Bij een kopje koffie hebben we een prachtig panoramazicht
over de vlindervallei. Rondom onze rustplaats werd op 18 maart 2007 feestelijk
een nieuw bos aangeplant. Dit gebeurde in het kader van de campagne Kom Op
Tegen Kanker. De boompjes werden aangekocht en geplant door bewoners, verenigingen
en bedrijven uit Hechtel-Eksel, Lommel en Overpelt ten voordele van het
Kankerfonds. Sofie van Mol en Marcel Vanthilt zijn de trotse meter en peter van
dit stukje bos. Het zorgt niet alleen voor een aantrekkelijk landschap. De
natuurlijke structuur biedt ook meer leefgebied voor tal van zeldzame
diersoorten in deze vallei. Bijvoorbeeld vlinders maken hiervan graag gebruik
om zich op te warmen en bloemen te bezoeken. De ideale bosrand ziet er dan ook
uit als de vleugelranden van de gehakkelde aurelia.
We houden halt bij de Duitse begraafplaats te
Kattenbos dat in 1959 in gebruik werd genomen. Het is er uitzonderlijk druk vandaag
door een theater- en muziekvoorstelling van Stage of Mind. Het evenement gaat
van start om 15:00 uur. Momenteel is men nog bezig met de opbouw en het
opstellen van de rekwisieten. Er komen tot 30 jongeren uit verschillende landen
die via deze voorstelling zich uitdrukken over oorlog, vrede, mensenrechten en
diversiteiten. Wij bezoeken de begraafplaats die nu bruin oogt door de
langdurige droogte. Nergens zien we bloemen of kransen. Dit is een terrein van
16 ha groot waar 38.000 soldaten van WOII rusten. Er bevinden zich ook een
kleiner aantal (483) gesneuvelde soldaten van WOI. Sinds 2015 kan men in het
plaatselijke fietscafé Hof Ten Vrede iets verfrissend drinken. We zetten ons
in het zonnetje en drinken elks een streekbiertje Oudstrijder. Daarna fietsen
we verder. Het Ford Lommel Proving Ground is een testbaan van Ford. Een terrein
van 3,22 km² dat aangelegd werd in 1964 maar later nog werd uitgebreid.
Na knooppunt 264 rijden we over de N746 en
fietsen tussen de Molse Nete en het Kattenbos. De Molse Nete is een rivier die
ontspringt nabij het Lommelse Kattenbos en in westelijke richting stroomt. Ze
doorkruist het Kanaal van Beverlo en stroomt dichtbij Geel in de Grote Nete.
Vlakbij het Kattenbos vindt men de Kattenbosserheide, één van de weinige
overgebleven heidegebieden. In de Zandstraat, even verder, stoppen we voor een
ijsje en een drankje bij Sandens ice cream. Zij zorgen alle dagen voor 27 verse
ijssmaken. Terwijl moeder de vrouw afkoelt met een tiramisu- en amaretto ijsje geniet
ik van het abdijbier Steenbrugge Blond. Een bier van hoge gisting met
nagisting in de fles. Na onze sanitaire stop komen we even verder bij de ingang
van het Kattenbos. We worden aangenaam verrast door een groot mooi kunstwerk.
Het is een rups die een mooie vlinder wordt. Tijdens een tocht van 2,2 km door
het Kattenbos spot de wandelaar nog enkele mooie kunstwerken. Wij fietsen
verder. We rijden voorbij een akker waar groene kool verdort is. Hier wordt
duidelijk niet gesproeid. Andere groenten, in de buurt, staan er tip top bij.
Niet overal krijgt de zon kans om het water te laten verdampen.
Na knooppunt 552 fietsen we op de Oude Vosvijvers.
Een asfaltweg met luxueuze open bebouwing. Links mooie vergezichten door de
hectaren landbouwgronden. Op schaduw moet je hier niet rekenen. Op het eind van
de straat bevinden we ons in Gelderhorsten. Een gehucht van Lommel dat enkel
bestaat uit een straat met enkele zijstraten. Er is wel een voormalige kerk en
een Mariakapel.
We dwarsen het kanaal van Beverlo dat een
aftakking is van het kanaal Bocholt-Herentals. Het is tevens één van de zeven
Kempische kanalen tussen Maas en Schelde. Met de bouw, van het kanaal, werd
gestart in 1854 om militaire redenen. In 1830 werd de kazerne van Leopoldsburg
opgericht en via het kanaal werd het garnizoen bevoorraad van zwaar militair
materiaal. Onderweg zien we hectaren groen loof van aardappelen in bloei staan.
Volgens mij kan er geoogst worden.
We fietsen aan de rand van het natuurreservaat
Keiheuvel. Een gebied van 108 ha unieke duinen en bossen waarvan ongeveer de
helft beschermd is omdat er zon waardevolle planten en dieren opgroeien en
bloeien. We rijden ondertussen op het grondgebied van Balen. We rijden niet
echt door het centrum maar steken de Grote Neet over en volgen even de
Zwellingsloop tot bij de molen. De Zwellingsloop is een kunstmatige
zijloopvan de Grote Nete. De Topmolen
is de enige molen van het bovenslag type in de provincie Antwerpen. Dit
betekent dat het water geleid wordt tot boven het kleine wiel, dat voorwaarts
draait. In tegenstelling tot de andere watermolens van de streek, die allen
onderslagmolens zijn. De watermolen werd in 1850 opgericht. In 1935 werd hij
volledig heropgebouwd in steen, samen met het molenhuis. De molen werd voorgoed
stilgelegd in 1958.
Linksaf aan knooppunt 30 waar we ons even in de
provincie Antwerpen bevinden. Op Schoorheide (straat) hebben we langs beide zijden
een prachtig panorama. Schoorheide is een gehucht van Balen. Hier bevond zich
oorspronkelijk de Schoorse Heide. Aan knooppunt 275 moeten we het kanaal van
Beverlo dwarsen via brug 5 Balen Zwaling. We fietsen langs het kanaal op het
grondgebied van Leopoldsburg. We vertragen ter hoogte van de grote jachthaven.
Pleziervaartuigen liggen hier te pronken en te schitteren in de late
namiddagzon. Goedkoop om uit te varen is het blijkbaar niet want sommige eigenaars
zitten met familieleden te zonnen op het dek terwijl het jacht zachtjes
schommelt tegen de kade.
Na knooppunt 277 houden we halt bij een
arduinen grafzerk van Louis Goetz. Sergeant kandidaat officier Louis Goetz
maakte deel uit van de Derde Gemotoriseerde Eenheid die tijdens de
bevrijdingsgevechten van september 1944 in stelling lag rond Heppen. Men
vermoedde dat de vijand in de loop van de nacht van 11 op 12 september een 88
mm antitankkanon in versterking had gekregen in de omgeving van Oostham. Een
verkennings-patrouille drong zich dus op. Sergeant Goetz meldde zich vrijwillig
om de patrouille te leiden. Op 12 september, tijdens de patrouille, liet hij
rond 19:30 uur de mannen van zijn sectie in dekking gaan in een gracht en stak
alleen de Engestraat in Heppen over. Hij vorderde nog enkele tientallen meter
verder in het open weiland om de positie van de vijand beter te kunnen bepalen.
Plotseling werd Cadet Goetz dodelijk getroffen in het hart door de kogel van
een vijandelijke scherpschutter.
We fietsen naast de spoorlijn Hasselt-Mol. Hier
krijgen we een mooi zicht op het stationsgebouw van Leopoldsburg. In 1878
stoomde de eerste trein Leopoldsburg binnen. Dit gebeurde na jarenlange
onderhandelingen waarbij het Kamp twee andere kansen had verkeken: eerst de
lijn Hasselt-Neerpelt langs Wijchmaal, later de lijn Mol-München Gladbach.
Uiteindelijk kreeg de gemeente een station op de lijn Diest-Mol. Oorspronkelijk
was het in rode baksteen maar vanaf 1950 werd het gebouw overschilderd. Het
vroegere goederenmagazijn werd afgebroken en ruimde plaats voor een parking.
Het is 17:30 uur als we terug bij onze auto staan.
Fietsknooppunten:
27-95-39-90-360-350-351-355-43-42-41-40-44-61-79-78-77-76-28 = +/- 46,7 km.
Parkeren: Tielt-Winge. Parking: Optielt 14, nabij
de kerk.
Zaterdag 2 juni 2019. We vertrekken speciaal vroeg vandaag omdat ze
(weerprofeten) een warme dag voorspellen. Temperaturen tot 27°C in de Kempen.
En naar het schijnt is dat nog in de schaduw. We hadden afgesproken van morgen,
zondag, te fietsen maar ze (weerprofeten) voorspellen dan nog warmer weer.
Daarom dat we precies vandaag om 09:20u op de afgesproken parking staan voorbij de kerk. We bevinden ons in het hart
van Hageland te Tielt-Winge. Een gemeente die bekend is om zijn of haar wijnen
en vooral door de fruitteelt van appels, peren en krieken. Voor de vruchten is
het nog een paar maanden te vroeg, al zien we de kleine peren als krieken zo
groot met trosjes aan de laagstammige fruitbomen hangen. De Sint-Martinuskerk
die we net met de wagen voorbij reden heeft een vierkante toren waarvan het
oudste gedeelte in ijzerzandsteen werd gebouwd in de loop van de dertiende
eeuw. In 1754 werd hij verhoogd met rode baksteen. Met de fiets houden we de
parking rechts van ons. Het is om te beginnen al klimmen. Onze plattelandsbenen
zijn het niet gewend. Voorbij huisnummer
137 slaan we linksaf en volgen knooppunt 27 tot aan de Vlooybergtoren.
Op deze plek stond jaar en dag een vervallen houten uitkijktoren. Wat we
nu zien is de bekende uitkijktoren die dateert van 2013. Deze toren werd bekent
door de serie 'Callboys' die hem als decor gebruikten. In de nacht van 29 op 30
juni 2018 werd de uitkijktoren beschadigd door vandalen. Er werd brand gesticht
door middel van balen stro en benzine. Enkele dagen later werden de daders
reeds geklist. De toren wordt terug herstelt en zal ongeveer 1,5 meter hoger
worden. Of dat zo is hebben we niet kunnen vaststellen. Het is in ieder geval een
stevige klim tot op het hoogste punt, maar het loont de moeite. Door het helder
weer zien we in het westen de koeltorens in Vilvoorde en in het oosten kunnen
we de schachten zien van de Limburgse steenkoolmijnen. De akkers rondom zijn
allemaal beplant. Hopelijk is het niet allemaal maïs. Tussen de akkers staan tientallen
rijen laagstammige fruitbomen. Het lijkt op een groene oase nu alle bloesems verdwenen
zijn en stillaan vruchten worden. Ook dorpen met hun spitse kerktorens zien we
als ze niet achter een bos verscholen liggen. Terug beneden lezen we bij de
picknicktafel een gedicht van Ina Stabergh Toren van Tielt.
Enkele pedaaltrappen verder fietsen we op een asfaltweggetje in the
middle of nowhere tussen de fruitplantages door een (licht) golvend groen
Vlaams-Brabants landschap. We rijden richting Limburg maar we bezoeken vandaag
nog talrijke andere oude monumenten, historische stadjes en pittoreske dorpen
in een perfecte mix van natuur en cultuur. Nadat we de N2 of de Diestsesteenweg
gedwarst hebben houden we halt bij de Kapel van Onze-Lieve-Heer. De tamelijk
grote kapel werd vooral op Goede Vrijdag bezocht om er te bidden voor het
welzijn van de mensen en het vee. In 1945 werd de kapel verwoest door een
Duitse bom. Tussen het puin werd het houten Christusbeeld ongeschonden terug
gevonden. Het beeld ligt horizontaal onder het altaar opgebaard. Verderop
fietsen we pal langs een hoge afsluiting met bovenaan prikkeldraad. Het is een
militair domein waarop een kleine tiental schotelantennes geplaatst zijn. Het
is ons niet direct duidelijk waarvoor ze dienst doen. Ik kan me voorstellen dat
ze niet bedoelt zijn om VRT of VTM te ontvangen.
Aan het volgende kruispunt hangt een klein Mariakapelletje aan een boom.
Het is nog steeds versierd met blauw witte plastiek bollen ter gelegenheid van
de afgelopen Mariamaand. Als we rechtsaf slaan in de Kerkstraat vervolgen we
onze weg over kasseien. Het eerste stuk kunnen we naast de kasseien op de
grasberm rijden. Aan het achtergelaten spoor te zien zijn we niet de enige die
dit doen. Na de bocht duiken we in een holle weg en zijn we verplicht de vele
kasseien te trotseren. Af en toe moeten we rechtstaan op de pedalen om ons
zitvlak te sparen. We fietsen momenteel op het grondgebied van
Molenbeek-Wersbeek. Een landbouwdorp dat tijdens WOI in 1914 zwaar werd
beschadigd. Tijdens de invasie werden 14 huizen in brand gestoken en de rest
werd leeggeplunderd. Bij de kerk stoppen we voor enkele foto's. De Sint
Laurensiuskerk met omliggende begraafplaats dateert van de dertiende eeuw. De
toren is van de veertiende eeuw. Er werd een monument aangebracht dat hulde
brengt aan E.P. Gaston Daenen. Hij werd hier in de gemeente geboren op
27/12/1910. Hij werd missionaris in Kongo van 1938 tot aan zijn dood in 1967.
Hij werd vermoord in Kisenge op 1/11/1967.Verder langs holle wegen bereiken we ons knooppunt.
Linksaf op de Halensebaan. Na enkele holle wegen krijgen we een
betoverend groen landschap voorgeschoteld. Het is ondertussen al warm geworden.
Er staat wel een frisse wind die verkoeling brengt. Dat maakt het nog
gevaarlijker. Het is oppassen geblazen om niet te verbranden. Insmeren is de
boodschap. We fotograferen prachtige vergezichten dat een belangrijk leefgebied
is voor verschillende vogelsoorten. De bermen herbergen een schat aan flora en
fauna. De beukenbomen groeien reikhalzend de hoogte in. In de verte zien we
onze eerste vierkanthoeve. De eeuwenoude boerderij herinnert aan de tijd dat
het boerenleven hier het karakter bepaalde. Linksaf op de Provinciebaan (N29),
richting Diest.
Op de hoek Zelliksebaan/Leemkuilstraat werd een kapel gebouwd die gewijd
is aan O.L. Vrouw van Lourdes. Een prachtige onderhouden kapel met veel beelden
en bloemen. We fietsen op het grondgebied van Bekkevoort. Het dorp zelf ligt op
een hoogte van 64 meter. Het bladerdek van de bomen geven ons de nodige
schaduw. De talrijke akkers liggen in grote, aaneengesloten, complexen bij
elkaar. Alles baadt in het volle zonlicht. Als bloemenliefhebbers kijken we uit
naar bijzondere plantensoorten die in de zijbermen groeien en bloeien.
We rijden door het gehucht Struik. Het wordt niet aangegeven door een
plaatsnaambordje, maar de vrijstaande villa's en gerenoveerde hoeves doen
vermoeden dat hier eendorp begint te
ontstaan. Er ontbreekt slechts een kerk. Honderd meter verder verlaten we reeds
het gehucht en fietsen opnieuw tussen akker- en weilanden. Teneinde linksaf fietsen
we door Rijnrode. Een gehucht van Bekkevoort. We rijden ondertussen door de
Provincie Limburg. Dat is alleen al te merken aan de knooppunten-borden. Ze
zijn rechthoekig, en blauw met witte cijfers. Het Limburgse fietsnetwerk telt
ongeveer 2.000 km fietspaden.
Op de hoek Hagelandstraat/Gebrandhofstraat stoppen we bij de kapel O.L.
Vrouw van het Heilig Hart. Een redelijke grote kapel met brede dubbele glazen
deuren. Mooi onderhouden en ook hier is de versiering nog aanwezig. We fietsen
op het grondgebied van Halen. Op de grens van Haspengouw en Hageland. Wat
verder staat een gigantische boom en geloof het of niet, maar er hangt een
versierd Mariakapelletje aan. Naast de boom werd een smalle zitbank geplaatst
waar we onze meegebrachte picknick verorberen. Op een infobordje werd het lied
gedrukt dat in 1910 werd geschreven ter gelegenheid van het vijftigjarig
jubelfeest der plechtige kroning van O.L. Vrouw van Vlaanderen. Het lied
Liefde gaf u duizend namen, weerklonk in t hart van ons Vlaamse volk en heeft
nog steeds succes. Ook een spreuk werd hier aan de oude boom geplaatst met de
woorden: Waar men ga langs Vlaamse wegen, oude hoeve, huis of tronk. We
bevinden ons te midden van uitbundig veel groen. Zalig. Na onze lunch rijden we
verder maar aan het volgende kruispunt staan we voor een dilemma. De straat
werd vernieuwd en we zien wel verkeerspalen staan maar geen knooppuntenbordjes.
Onze smart-phone helpt ons verder. We moeten naar de Rozedelstraat. Linksaf
dus.
De lucht is nog steeds lenteblauw al komen er wolken opzetten waar de
zon af en toe achter schuilt. Rechtsaf bij ons ons knooppunt en even verder
verlaten we het fietspad opnieuw naar rechts. Het is 12:30u als we op de
Betserbaan in de open vlakte rijden. Een oase van stilte en groen. De mooiste
stukjes van ons fietstraject zijn de kleine betonwegen waar enkel
landbouwvoertuigen en aangelanden mogen komen. Het moment om even diep adem
te halen. Zuurstof opsnuiven en dan krachtig weer uitademen zonder lawaai te
maken. Een gelukzalig moment. Wat verder werden slechts enkele vrijstaande
woningen opgetrokken naast recent gerenoveerde boerderijen met een hele geschiedenis.
Voor ons knooppunt fietsen we weer tussen hectaren fruitplantages maar een
wegversperring houdt ons tegen. De baan is verderop opengebroken. Een infobord
geeft aan dat het fietsknooppunt niet bereikbaar is. Een omleiding is niet
voorzien. Tirez votre plan! En dat doen we. We stappen met de fiets aan de hand
door de versperring. Twee fietsers komen vanuit de tegenovergestelde richting.
Ik vraag of we verder kunnen, in de hoop dat deze mensen dezelfde knooppunten
volgen. Als ge niet te breed bent! roept hij nog na zonder te stoppen. Enfin!
We riskeren het toch. Honderd meter verder moeten we rechtsaf. Iemand heeft twee
smalle planken over een brede gleuf in het wegdek gelegd. We kunnen erover met
de fiets aan de hand.
We vervolgen onze weg tussen de fruitplantages. De zon verdwijnt vaak
achter de grote witte wolken. Het voelt fris aan in het onbebouwde landschap.
Volgens mij steekt de wind een tandje bij. Het is meer dan de voorspelde 2
beaufort. Rechts van onswerden op 15
mei 2016 de 44 kleurrijke betonnen helmen ingehuldigd op de plek waar de Slag
der Zilveren Helmen heeft plaatsgevonden. Ze zijn het symbool voor de Duitse soldaten
die Limburg tijdens de oorlog bezetten. Elke helm vertegenwoordigd een gemeente
en vertelt een klein verhaal via de streepjescode. Elke helm weegt maar liefst
twee ton. Jong en oud gingen samen aan de slag om de helmen te bewerken en het
resultaat mag gezien worden. Onder de voorkant is er een ledverlichting
aangebracht, gevoed door een batterij op zonnepaneeltjes. Het opzet is dat de
helmen op deze locatie mettertijd opgenomen worden in het landschap. We fietsen
over de IJzerenbeek die een rol speelde in 1914. De grote cavalerieslag uit de
geschiedenis 'De Slag der Zilveren Helmen' die uitliep op een Belgische
overwinning. Echter zonder grote gevolgen voor de verdere verloop van WOI. Er
stierven 160 Belgen, 140 Duitsers en er werden 600 soldaten gewond weggevoerd.
Ook paarden waren slachtoffer van de veldslag. Ongeveer 400 paarden werden in
de strijd gedood.
Rondom ons werd maïs aangeplant. Hij staat al 15 à 20 centimeter hoog.
We kunnen dus nog genieten van prachtige vergezichten. We worden tijdens het
fietsen begeleidt door het gezang van de vink. Hij vliegt van boom naar boom en
hervalt in zijn gezang. We fietsen vaak door holle wegen. Uit de wind is het
dan weer te warm in de zon. Als we maar kunnen klagen! Wat verder werd het
monument opgericht voor de Zwarte Duivels. Na enkele trappen staan we voor een
enorme rotsblok uit de Oostkantons. Op deze blok natuursteen prijkte voorheen
een driehoekig bord met een zwarte duivel als afbeelding. Waarom het verwijderd
werd is niet gemeld. In 1976 werd het monument ingehuldigd ter ere van de
Karabiniers-Wielrijders voor hun verbeten tegenstand tijdens het gevecht van 12
augustus 1914. Ter herinnering aan al de gesneuvelden, zonder onderscheid van
herkomst, godsdienst of taal, werd bij gelegenheid van de vijfenzeventigste
herdenking in 1989 het Europese Kruis opgericht.
Aan het kruispunt rechtsaf. Bij het volgende kruispunt linksaf in de IJzerwinningstraat.
Links is het grondgebied Halen en rechts van ons ligt Loksbergen. We fietsen tot
het volgende kruispunt. We wijken af. Rechts is de Zilveren-Helmenstraat maar
wij fietsen linksaf in de Liniestraat tot nummer 59 voor de Militaire
begraafplaats. Hier rusten in totaal 181 Belgische soldaten waarvan de
meerderheid stierf tijdens de Slag van de Zilveren Helmen op 12 augustus
1914. De begraafplaats werd aangelegd in 1915 door de toenmalige burgemeester.
Vlakbij de begraafplaats werd een monument opgericht ter nagedachtenis aan de
gesneuvelden van het vierde en vierentwintigste Linieregiment. Terug naar het
kruispunt en linksaf om ons knooppunt te volgen. Even verder staat het
herdenkingskruis van het voormalige Duitse militaire begraafplaats. Het
hardstenen kruis in de velden naast de IJzerwinning-hoeve is het enige restant
van een Duitse begraafplaats uit 1915. Hier werden na de slag 111 Duitse
gesneuvelden begraven. Ze werden in 1956 overgebracht naar de Duitse
begraafplaatsen in Vladslo en Langemark.
We houden halt bij de voormalige Rotemse molen vlak naast de Velpe. De
cisterciënzerinnen van Mariëndal bouwden rond 1422 de watermolen die al in 1646
verdween toen de huidige molen gebouwd werd. Deze molen werd uiteraard
veelvuldig gerestaureerd en uitgebreid. De watermolen ging na de Franse
bezetting over in privébezit en maalde in 1920 nog 75.000 kg graan. Hij werd
uitgebaat tot 1961. Nu is het een uitstekende locatie om de dorstige te laven.
Het werd een duivelse verfrissing.
Bij knooppunt 355 bevindt zich het museum Slag der Zilveren Helmen dat
de herinnering aan de slag levend houdt. Je vindt er een unieke verzameling van
authentieke stukken zoals de kleurrijke uniformen, schilderijen, dagboeken en
getuigenissen via videomontages. We stoppen even op de hoek met de
Struikstraat, bij een oude lindeboom. Tegen de bast hangt een klein
Mariakapelletje. Op de zitbank opzij hebben we vier jaar geleden nog
gepicknickt. Nostalgie!
We verlaten Limburg en rijden opnieuw Vlaams-Brabant binnen. We slaan
rechtsaf in de Lindestraat en aan het volgende kruispunt wijken we af van onze
route. Rechtsaf in de Mannekenshaagstraat met talrijke fruitplantages. Aan het
T-kruispunt met de August Cuppensstraat werd een monument opgericht ter
nagedachtenis aan de bemanning van een Harvard IIB H-68. De instructeur Roger
Caillard en leerling Alain Julien kwamen hier op 2 september 1953 om het leven
na een crash met hun vliegtuig. We fietsen terug en aan de picknicktafel eten
we een appeltje. Naderhand genieten we van een uitgebreid palet aan fruitbomen.
In de hoge bermen groeien volop klaprozen. Het lijken wel honderden druppels
bloed in het groene landschap. Bij het volgende kruispunt staan we even stil
bij een kapel voor een foto. De twee knotwilgen achteraan zijn door de jaren
heen naar elkaar toe gegroeid als een getrouwd koppel. Ze vormen samen een
uniek hart. In de verte spotten we de spitse toren van de
Sint-Bartholomeuskerk.
Voor het centrum van Waanrode werd de begraafplaats aangelegd met zerken
van Oud Strijders uit de beide Wereldoorlogen. Vlakbij staat de Sint-Annakapel.
Verderop bevinden we ons in Waanrode dat een deelgemeente is van Kortenaken. Hier
pronkt de Sint-Bartholomeuskerk, omringt door een hoge muur waarachter nog
steeds de begraafplaats is. De kerk staat momenteel in de steigers omdat het
dak moet gerestaureerd worden. Ze dateert waarschijnlijk van voor de zestiende
eeuw. In de loop der eeuwen werd ze meermaals vergroot en gerestaureerd. Ook
hier werd een kapel neergezet. Oorspronkelijk moeten we linksaf maar we rijden
even rechtdoor tot bij de parking waar een miniatuur werd geplaatst van de
kerktoren. De Waanrodenaren worden met een spotnaam Torendraaier genoemd, al
is niet geweten waarom. Vermoedelijk wordt er gezinspeeld op de bouwwijze van
de opeenvolgende kerkgebouwen, waarbij de toren telkens van plaats verwisselde.
De huidige kerk is van 1902 en heeft geen westertoren maar een zuidwestertoren.
We fietsen terug tot knooppunt 40 en slaan rechtsaf tot bij de St-Germanuskerk
van Miskom. De kerkklok slaat net 15:30u. De kerk is omgeven door een hoge muur
en via enkele treden kunnen we de begraafplaats bezoeken.
Na knooppunt 44 bereiken we Kersbeek. Vanaf 1825 vormt het dorp samen
met Miskom de gemeenschap Kersbeek-Miskom,
een deelgemeente van Kortenaken. In de Heerbaan wijken we nogmaals af naar de
kerk van Kersbeek. We slaan niet linksaf maar rijden verder rechtdoor tot aan
de T-splitsing. We rijden rechtsaf, richting Kapellen en Diest. Bij de Sint
Servatiuskerk houden we halt. De muur rond de begraafplaats wordt gestut door houten
balken. De oude bakstenen kankeren weg. We nemen een foto van de kleine maar
mooie Lourdesgrot met Bernadette en Maria. De kleine gemeente heeft wel enkele
opmerkelijke monumenten en grafzerken. Een monument van WOII dat de drie
RAF-piloten herdenkt die vielen op 25 augustus 1942. Voor het monument prijken
de drie witte zerken waar de militairen begraven werden. We bezoeken ook de
graven van de veteranen van de beide Wereldoorlogen op het kerkhof. Ook blijven
we even stilstaan bij het monument dat de slachtoffers herdenkt die vielen
tijdens WOI. Het kanon dat zoveel slachtoffers maakte tijdens WOI werd ingehuldigd
op 23 augustus 2003 door de toenmalige burgemeester. De bewolking is bijna weer
opgelost. Het wordt meteen een paar graden warmer. Tijd om onze huid in te
smeren met factor vijftig. We hebben ondertussen 35 km gefietst als we door een
stiltegebied rijden. We horen geen autos, trucks, trams of treinen. Alleen het
fluiten van vogels vergezeld ons. De warme zonnestralen zetten het landschap in
een goudgeel licht. Een mens wordt van minder blijgezind. We fietsen terug naar
de T-splitsing en slaan linksaf.
Vervolgens staan we stil bij de kapel O.L. Vrouw van het Heilig Hart. Ze
is niet open. De Bergstraat wordt omgeven door prachtige vergezichten. Alles
kleurt groen. We fietsen over de N29. Fietsen vervolgens door de Dorpstraat van
Kapellen en staan even later voor de grote kapel van O.L. Vrouw van Gedurige
Bijstand, gebouwd in 1964. Mooi onderhouden kapel met veel bloemen en brandende
kaarsen. Bij de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk nemen we enkele fotos. Ook hier
is de begraafplaats nog rond de kerk gevestigd. Tegen de straatkant werd het
monument voor de gesneuvelden opgericht. Ernaast staat een herdenkingsbord dat
plechtig werd ingehuldigd op 11 november 2016: Glabeek herdenkt! Het bericht
over de dood van twee soldaten uit Glabbeek in 1960 na de onafhankelijkheid van
Congo. De Tramstraat is geen volwaardig fietspad te noemen. Het is een breed
grindpad waar de steentjes alle kanten opvliegen. Hopelijk rijden we niet plat.
De omgeving maakt het dan weer goed door de vele fruitbomen. Een infobord over
de crash van een Duits jachtvliegtuig tijdens WOII houdt ons staande. De
wrakstukken van de neergestorte Spitfire werden in de buurt gevonden in
september 1949. Het infobord werd ingehuldigd op vrijdag 28 april 2017.
We komen in het centrum van Meensel een deelgemeente van Tielt-Winge. Op
de hoek van de Wersbeekstraat en de
Statiestraat werd het monument met kanon geplaatst in 2015. Het kanon is een
gerenoveerde Duitse mortierwerper uit WOI. Ernaast werd het monument geplaatst
dat de gesneuvelden herdenkt van WOI. De beide relicten stonden eerlang bij de
kerk. De Sint-Mattheüs kerk van Meensel is wellicht de kleinste kerk van het
Hageland. Het is een mooie slanke kerk met onregelmatige grote en kleine
vensters, zoals de boeren vroeger bouwden. De toren dateert van 1779, terwijl
de beuk en het koor zijn opgetrokken in de zestiende eeuw. We dalen een paar
treden af in de open grafkelder die gebouwd werd omstreeks 1810 en nog steeds
toehoort aan de familie Kenes-Heps. Enkele nissen zijn dichtgemetseld. Een
infobord verschaft de bezoeker van uitleg. Meensel-Kiezegem heeft een zware tol
betaald aan WOII. Op zondag 30 juli 1944 werd door vreemde elementen een
gewezen vooraanstaand lid van de Vlaamse Wacht vermoord. Hierop volgden
weerwraakacties. De vreselijkste razzias waren vooral op 1 augustus en een
tweede op 11 augustus. In totaal vielen er 68 slachtoffers, waarvan er vier ter
plaatse werden vermoord en 64 de concentratiekampen niet overleefden. Dit
maakte dat Meensel één negende van zijn bevolking verloor. Ter nagedachtenis
werd een ere-kerkhof opgericht met voor elk slachtoffer een zerk.
Na de kerk rijden we verder tot het kruispunt Kapellekensweg en
Keelstraat. Op de hoek werd een ontmoetingscentrum ondergebracht in een
bestaande woning. De weg brengt ons naar de kerk van Kiezegem met bijhorende
begraafplaats.
Na de kerk fietsen we op de Tieltsestraat tot nummer 18. Hier werd in
2015 het standbeeld geplaatst van Eddy Merckx, rechtover zijn geboortehuis. De
wielerlegende onthulde dit beeld op 6 juli 2015 tijdens de doortocht van de
Ronde van Frankrijk. We genieten ernaast op het terras van de plaatselijke
kroeg van een frisse pint onder een schaduwrijke parasol. Schol!
Bij de driesprong bevindt zich de Sint-Donatuskapel die gebouwd werd in
1869 door de bewoners van de Goethuys-hoeve. De Heilige Donatus was de beschermheilige
tegen donder en bliksem. De kapel werd meermaals gerestaureerd. Een eind verder
langs de weg treffen wij de Goethuys-hoeve aan. Tot op heden is deze hoeve een
landbouwbedrijf gebleven. Vroeger was het landschap rond de hoeve een
kleinschalig landbouwgebied. Door vererving, wegenaanleg enz. werden de gronden
erg versnipperd. Tussen de akkers en weilanden vonden we houtkanten. We houden
rechts aan in de Sint-Donatusweg. Aan de volgende splitsing rechts houden en
volgen Optielt tot voorbij de kerk. Het is net 19:00u en de fietsenteller staat
op 55 kilometer.
Woensdag
15 mei 2019. Buiten schijnt de zon, de temperatuur duidt 15°C aan en het is nog
maar net 08:45u. Vanmiddag wordt het beslist warmer maar er staat een strakke wind
van minstens drie beaufort. Hij waait vanuit het oosten, wat sowieso rond deze
tijd van het jaar wat frisser aanvoelt. Na dit weerpraatje vindt ik mezelf een
doorwinterde weerprofeet. Een feit is: voor een T-shirt met spaghettibandjes is
het nog een paar weken te vroeg. De ijsheiligen zijn nog maar net het land uit.
We gaan in ieder geval een fietstocht maken. Onze parking ligt vlakbij de
spoorlijn Mechelen-Dendermonde die aangelegd werden in 1837 en doorheen het
centrum rijdt van Kapelle-op-den-Bos dat volgens de inwoners van de gemeente nog
steeds Kapelle genoemd wordt. We bevinden ons in de provincie Vlaams Brabant,
in de streek van de Brabantse Kouters. De gemeente bestaat ongeveer een kleine
800 jaar maar ze was toen niet meer dan een klein kapelletje in de bossen van
Brabant. De legende vertelt dat een verdwaald edelman in de dertiende eeuw, uit
dank voor zijn redding, een kapel liet bouwen. In 1564 werd deze vervangen door
de huidige Sint-Niklaaskerk. De kerk werd tijdens de Eerste Wereldoorlog
platgebrand en kreeg na de heropbouw een kroon als toren. Een unicum in België.
We
fietsen zuidwaarts langs de Eternietfabriek dat lange tijd gebruik maakte van
asbest, waardoor er veel asbestvervuiling was in Kapelle o/d Bos. De laatste
jaren wordt werk gemaakt van de sanering van onder andere de asbeststorten en
een beek. Er zijn jaarlijks nog slachtoffers ten gevolge van asbestkanker.
Velen durfden echter niet te protesteren omdat de fabriek voor werkgelegenheid
zorgt. Aan onze rechterzijde staan uitsluitend prachtige vrijstaande woningen
met hier en daar een mobilhome op de inrit. Er is duidelijk nog een zekere
welstand onder de mensen van Kapelle. Aan het eerstvolgende kruispunt slaan
we linksaf in de Huttekenstraat die overgaat in de Vaartdijk. Na het bordje
einde centrum zien we links van ons enkele magazijnen van de Eternietfabriek.
Na de bocht fietsen we tot knooppunt 33 langs het Zeekanaal Brussel-Schelde dat
in 1997 is ontstaan door het doortrekken naar de Schelde van het Zeekanaal
Brussel-Rupel. Het zeekanaal Brussel-Schelde behoort tot de oudste kanalen van
ons land en moest oorspronkelijk de stad Brussel verbinden met Antwerpen en de
zee. Het kanaal werd mettertijd steeds verder aangepast en uitgebreid. In 1997
werd de zeesluis in Wintam in gebruik genomen, waarmee het kanaal een
rechtstreekse verbinding kreeg met de Schelde en van toen af ook zeekanaal
Brussel-Schelde genoemd werd.
Aan
de overzijde van het recyclagepark werden in 2001 drie windturbines gebouwd.
Een van deze windmolens werd in 2015 getroffen door een blikseminslag en verder
werd afgebroken. In oktober 2018 werden ook de overige twee windturbines verwijderd.
Verderop bevinden we ons op het grondgebied van Humbeek, een deelgemeente van
Grimbergen. We moeten de Buisbeek of Driesbosbeek over en fietsen vlak naast
het s Gravenbos. Een van de grootste en oudste bossen in de omgeving. Het is
grotendeels privédomein maar de wandelpaden zijn toegankelijk. Bij de eerste
picknicktafel houden we onze eerste stop om even te genieten van een warm kopje
koffie. In de verte zien we de eerste betonnen constructie van de ophaalbrug
over het kanaal.
Bij
knooppunt 31 bevindt zich de Lourdesgrot die in het begin van het jaar 1950
werd gebouwd en deze keer is Bernadette ook van de partij. Het plan om deze
grot te bouwen kwam er op initiatief van 12 kajotters van Humbeek na hun
bedevaart naar Lourdes in 1952. De grot werd op 15 augustus 1954 door
monseigneur Cardijn, stichter van Katholieke Arbeidersjongeren, plechtig
ingewijd. Ieder jaar heeft op deze datum een misviering plaats, speciaal voor
bejaarden, zieken en mindervaliden. Dagelijks komen hier ook troostzoekenden om
te bidden. Achteraan de grot bevindt zich de Calvarie met Christus aan het
kruis tussen Maria en Johannes. Verder werd een circuit aangelegd met de
veertien staties waarbij Jezus vanuit het paleis van Pilatus vertrekt naar de
heuvel Golgotha tot aan zijn graf. Op de achtergrond werd een decor aangebracht
van imitatierotsen, afgeknotte zuilen en ruïnes uit de Grieks-Romeinse tijd dat
dateert van 1958. Alles is gewoon prachtig onderhouden.
Even
verder, net voor het centrumbord van Humbeek leidt een donkere dreef met een
ongeveer 500 m bospad naar het domein van het s Gravenkasteel. Dat het donker
is komt door het dichte bladerdek van de vele statige bomen langs de dreef die
geen spatje zonlicht doorlaten. Verderop is een brede toegangspoort die verhinderd
verder te rijden. Alleen als je van plan bent brandhout te kopen mag je verder.
We nemen vanaf hier enkele fotos van het imposante kasteel. Al is de afstand
eigenlijk te groot voor een optimale foto. Het s Graven-kasteel is een
waterkasteel dat ook Lundenkasteel wordt genoemd, naar de naam van de vroegere
eigenaars. Deoudste delen dateren van
de vijftiende en zestiende eeuw. Het kasteel werd in de zeventiende eeuw
hersteld na zware schade door oorlogsperikelen. In de negentiende eeuw werd het
dan weer sterk uitgebreid. We fietsen terug en vervolgen onze weg langs het
kanaal. Aan de tweede ophaalbrug is knooppunt 33. Hier moeten we rechtsaf in de
Vaartstraat.
De
Oyenbrugstraat is volledig aangelegd met kasseien en dat was geen lachertje. We
proberen zoveel mogelijk naast de weg te rijden, maar zelfs dat is geen optie. Het
lijkt alsof elke honderd meter wel kilometers zijn. We krijgen er schele hoofdpijn
van en als we denken dat het voorbij is, kondigt zich weer een kasseistrook
aan. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld maar de verlossing is nabij. Na
volledig door elkaar geschud te zijn kunnen we terug genieten van uitbundig
veel groen en horen we opnieuw de vogeltjes fluiten. Als bloemenliefhebbers
kijken we uit naar bijzondere plantensoorten die naast ons in de bermen
groeien. Die vreselijke kasseistrook heeft ook zijn voordelen. We stoppen bij
de MOT-molen voor een sanitaire stop. Dat hebben we dubbel en dik verdiend. We
bevinden ons bij de Tommenmolen, een watermolen op de Maalbeek. De gevelsteen
onder het brugje vermeld het jaartal: 1547. Het molenaarshuis werd vergroot
Anno 1852. De molen bleef in werking tot in de jaren 1960. Aan de
eerstvolgende zitbank houden we onze picknick. Het is al na twaalf uur. We
moeten voorbij een poel, omringd door struiken en bomen. We zouden er zowaar
voorbij gefietst zijn maar er klinkt een concert van kikkers. Ze zijn niet te
spotten. We moeten de Maalbeek over. Daar lonkt een weide met gele bloemen en
dat trekt onze aandacht. In een scherpe bocht houden we halt bij De
Liermolen. Deze molen dankt zijn naam aan het geslacht De Lire, één van de
vele eigenaars uit het rijke verleden van deze graanwatermolen. De eerste
vermelding dateert van 1341 toen de abdij de molen kocht. De huidige gebouwen
dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw. De molen bleef actief tot begin
der jaren zeventig van vorige eeuw. Daarna werd de molen, in opdracht van de
gemeente, gerestaureerd. In de oude molenschuur is een tentoonstellingsruimte
ondergebracht over het MOT. Het molengebouw is nu een gezellige taveerne
geworden. Momenteel is het haar sluitingsdag. Het water heeft een groot verval.
De vele knotwilgen langs de Maalbeek moeten hoognodig gesnoeid worden. De
takken steken al meer dan drie meter de lucht in en op deze manier heeft de
wind er vat op. De oude wilden buigt zich met de wind mee. hoe lang duurt het
nog voor hij omligt? Er worden blijkbaar geen manden meer gevlochten.
Bij
knooppunt 38 staan we in het centrum van Grimbergen. De indrukwekkende abdijkerk
lonkt ons en we wijken even een paar honderd meter af langs knooppunt 76. De
kerk maakt deel uit van de Norbertijnerabdij maar doet ook dienst als
parochiekerk. Ze bezit een koepel van 45 meter en een toren van 58 meter hoog.
De toren bevat een beiaard met 48 klokken. In 1999 werd de kerk de eretitel van
basiliek verleend. We kunnen ook binnenin een kijkje nemen. Het altaar dateert
van 1732. Er bevinden zich verschillende relikwieën. Ze zijn ingewerkt in de
altaren of in de zijdeuren van de altaren. Een koorgestoelte met vele heiligen
en zaligen van de Norbertijnenorde.
We
verlaten al vlug het centrum van Grimbergen langs de s Gravenmolenstraat. Hier
vinden we nog de gesnoeide schilderachtige knotwilgen langs de Maalbeek. De
beek ontspringt op een hoogte van 61 meter in Relegem en mondt uit aan de
Verbrande Brug in het Zeekanaal Brussel-Schelde. Teneinde de straat werd de
kapel gebouwd in de schaduw van talrijke bomen. Aan knooppunt 39 bevindt zich een
brasserie te midden het groen van de Maalbeekvallei te Grimbergen. Een uniek
terras sinds 1993 dat zorgt voor een baken van rust en ontspanning. Ze heeft
vandaag haar wekelijkse sluitingsdag.
Vanop
de Roostbaan hebben we een mooi groen vergezicht met hier en daar een
gerestaureerde boerderij die ons herinnert aan de tijd dat het boerenleven het
karakter in de streek bepaalde. We horen duidelijk dat we het centrum van
Grimbergen achter ons hebben gelaten. We bevinden ons in een oase van stilte
dat slechts onderbroken wordt door de enige natuurlijke geluiden van
verschillende vogels. Een mens wordt van minder zelfs blijgezind. Maar even
verder neemt de bebouwing weer toe.
Eens
over de N277 bevinden we ons in het centrum van Meise. Een gemeente die rond
1900 nog een landelijk dorp was. De
voortuintjes van de mooie luxewoningen kleuren en geuren van talrijke
voorjaarsbloemen. De grootste bezienswaardigheid van Meise is echter het kasteel
van Bouchout, een voormalige burcht van het huis Arenberg, waarrond zich de
Plantentuin van Meise bevindt die opgericht werd tijdens de Franse periode. Het
domein is 92 ha groot en bezit naast een bibliotheek ook over 18.000 levende
planten. Vervolgens fietsen we door Bouchout, een deelgemeente van Wemmel. We
zien talrijke villas die meestal achter hoge hagen of ijzeren sierhekken
schuilgaan. Voorbij de begraafplaats van Meise moeten we rechtsaf door een
holle weg. Het is voor ons, plattelands toeristen, een steile klimming. Eens op
het hoogste punt hebben we een indrukwekkend uitzicht van 360°.
In
de J.B. Van Gyjsellaan werden mooie vrijstaande woningen opgetrokken waarvan de
meeste omringd zijn door een menshoge groene haag. In de Bosweg fietsen we over
de Amelvonnes-beek die dwars door de Plantentuin van Meise verder naar
Grimbergen stroomt, en ter hoogte van het Nekkerbos uitmondt in de Maalbeek.
Onze rit gaat verder door een bos. Het is privé eigendom en wordt omgeven door
groene afrastering. In het gehucht Amelgem moeten we rechtsaf en rijden door
Oppem, een klein dorp van Meise. We fietsen door een smalle holle weg. De hoge
wegkant is begroeid met bomen en struiken. De grond is bedekt met groene
bodembedekker. De echte wilde natuur zeg maar. Aan het kruispunt met de achthoekige
Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lorette is knooppunt 56. De kapel werd in 1851
opgericht door kardinaal Sterckx en zijn twee zussen die toen iets verderop
woonden.
Via
de Klepperstraat verlaten we Oppem en genieten meteen van een mooi vergezicht.
Een bont deken van landbouwgronden. In de verte doemt de kerktoren op van
Wolvertem. Maar het is nog een heel eind. We rijden er niet in rechte lijn naar
toe. Linksaf op de Groene Weg met haar recente vrijstaande woningen. Toch
prachtig dat de knooppunten ons langs de mooiste plekjes in de omgeving brengen!
Tussen de hectaren akkers en weiden liggen de bescheiden boerderijen en statige
landhuizen. We belanden in Wolvertem en houden even halt bij de Baggermolen
waarvan het rad jaren geleden al werd verwijderd. In de gevel werd een jaartal
bevestigd: 1748. De Baggermolen werd reeds vermeld in een telling van 1683,
maar hij moet veel ouder zijn. De watermolen was een Ban- of dwangmolen, waar
naburige boeren werden verplicht hun graan te laten malen.
We
dwarsen de Molenbeek en fietsen tot aan de N211. We moeten niet echt bij de
kerk zijn maar we zijn toch benieuwd of we er binnen kunnen. De
Sint-Laurentiuskerk werd op de oude motte gebouwd en heeft een westertoren uit
de dertiende eeuw. In de zuidelijke hoek werd een beeld van O.L. Vrouw op een
zuil geplaatst met het jaartal 1954. Rechts van de ingang staat het Heilig
Hartbeeld op een bakstenen sokkel. Binnen is er een prachtige doopvont uit de
twaalfde eeuw. Over de kerk werd het voormalige gemeentehuis gebouwd in 1875
dat diende tot 2008. In de hoek van de gevel herinnerd een oorlogsmonument van
blauwe hardsteen aan de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. De pastorie uit
1660 waar het OCMW is gevestigd.
We
rijden verder over de Stationsstraat en nemen de eerste straat links. We nemen
een foto van de levende wielerlegende Eddy Merckx. Het monument werd vlakbij
het administratief centrum van Wolvertem geplaatst. Het kunstwerk werd in
bijzijn van Eddy himself plechtig onthuld op 13 juni 2015. In de Van
Hoorickweg werd een klein infobord geplaatst, over de oude pastorie, gelegen
aan de overzijde van het kanaal. We lezen: Mej. Van Horick stelde in haar
testament Wolvertem aan als erfgenaam, op voorwaarde dat de gemeente met dit
geld een godshuis zou oprichten voor wezen, ouderlingen en gehandicapten die in
armoede leefden. Het geld werd gebruikt om deze oude pastorie te kopen. Vandaag
is het godshuis uitgegroeid tot een rustoord, serviceflats en dienstencentrum.
Vlak
voor knooppunt 70 fietsen we door de dreef die naar het kasteel Van Imde
leidt. Het kasteel dateert van de negentiende eeuw. De gesloten hoeve is deels
van de zeventiende en de achttiende eeuw. Het kasteel en de hoeve zijn gelegen
in een prachtig en uitgestrekt park met lange populieren dreven, weiden en
vijvers. Alle eigendom is privé.
Even
afwijken voor de Kapel Onze-Lieve-Vrouw der Kranken. De boskapel werd
herhaaldelijk hersteld en gerestaureerd tijdens de laatste eeuwen. De eerste
steenlegging van de kapel gebeurde in 1695 in opdracht van de toenmalige
barones van Imde. Dit gebeurde nadat door enkele gelovigen een beeldje van de
Heilige Maagd werd opgehangen aan een oude eik omstreeks 1658. De Mariadevotie
ontstond in de zeventiende eeuw naar aanleiding van de verschillende oorlogen
en pestepidemieën. De kapel groeide met de eeuwen omwille van de grote toeloop
van pelgrims.
Na
ons bezoek fietsen we weer verder naast een brede Molenbeek die kronkelend door
de natuur stroomt. Als we afdraaien in de Kerkhofstraat laten we de Molenbeek
achter ons. We volgen een smal asfaltpad tussen uitbundig veel groen op de
gronden van Londerzeel. Ook hier in de straat vinden we nog de bekende oude
knowilgen langs de grachten. Sinds onze laatste tocht in deze regio is hier
tamelijk veel bijgebouwd. Net voor het centrum van Londerzeel houden we halt
bij de Kalvariebergkapel. Een zandstenen kapel uit het begin van de zestiende
eeuw. Ze werd uitgebreid omstreeks 1800. Het interieur dateert van de
zeventiende en achttiende eeuw. In de gevel van de kapel werd een monument
bevestigd van het 426e Squadron Halifax III, een oorlogsvliegtuig
dat was opgestegen vanop de Britse basis te Linton-On-Ouse en hier in
Londerzeel neergestort op 13 mei 1944. Vier bemanningsleden overleefden de
crash. Vier anderen kwamen om het leven en werden in Evere begraven. De
gemeente Londerzeel behoort tot de streek Brabantse Kouters en bij de Groene
Gordel rond Brussel.We rijden niet echt
door de kern van Londerzeel. We dwarsen de A12 en fietsen even gelijk met de
A12 om na enkele meters rechts aan te houden in de Bergstraat tot aan de
spoorweg en knooppunt 26.
Tot
knooppunt 28 fietsen we naast het spoor dat ons terug bij de auto brengt in
Kapelle-op-den-Bos. Onze fietsenteller staat op 41 km. Na de fietsen opgeladen
te hebben rijden we naar rustoord Akapella in de Parallelweg 10. Voor de tweede
dit jaar gaan we op bezoek bij tante Maria die morgen 92 jaar wordt. Ze is
uiterst verast ons weer te zien. Een paar uur later moeten we helaas opnieuw
afscheid nemen maar beloven plechtig snel terug te komen. Dan gaan we beslist
een wandeling maken rond de vijver aan de achterzijde van het rustoord. Als het
weer het toelaat ten minste.
Vrijdag
19 april 2019. Witte donderdag. De dag waarop het laatste avondmaal van
Christus met zijn apostelen wordt herdacht. Om 08:45u wijst de temperatuur al
17°C aan en de lucht is Hemelsblauw. Wij rijden voor een pittige fietstocht
naar de Limburg. In het voorjaar kleuren miljoenen bloesems het glooiende
decor. Er zijn van die dingen die een mens zo blij kan maken als bloemen die de
lente vrolijk komen bezoeken. Het is een spektakel dat slechts van korte duur
is, maar dat maakt het alleen maar specialer. De fruitbomen bloeien maar een
week of twee. Geen wonder dat het momenteel druk is in de omgeving van
Borgloon. Het gezellige stadje Borgloon was ooit een versterkte burcht van
waaruit de graven van Loon over hun graafschap regeerden. Toen de Franse
revolutie een einde maakte aan het Ancien Régime werden alle privileges en
titels van steden afgeschaft. Borgloon verloor zijn stadstitel. Op 19 juli 1985
zorgde een Koninklijk Besluit er echter voor dat Borgloon zijn titel van stad
terugkreeg.
Het
centrum van de stad Borgloon is een blauwe zone maar er is aan de bloesemtoerist
gedacht. Vlak voor de dorpskern verwijzen borden naar vier of vijf
verschillende locaties waar we langdurig kunnen parkeren. We rijden ze één voor
één af omdat ze allemaal propvol staan. Het is duidelijk dat op zonnige mooie
dagen zoals vandaag het Hageland overrompeld wordt door een mega toerisme voor
de bloesems, fruitveilingen, wijndomeinen en andere fruitige locaties die hun
deuren openzetten voor een sappige rondleiding.Uiteindelijk belanden we naast de begraafplaats van Borgloon waar nog
enkele plaatsen vrij zijn. Tussen de autos is het erg smal. Ik moet ons Rina
eerst laten uitstappen voor ik mooi schuin tussen twee autos kan staan en zelf
op een bijna normale manier kan uitstappen. Maar bon, er is geen alternatief. De
temperatuur is intussen opgeklommen tot 20°C als we met de fiets vertrekken. De
kerktoren steekt af en toe boven de daken van de huizen uit en is een baken om
ons de weg te wijzen naar het rusthuis in de Graethempoort (straat). Ons
vertrekpunt bij knooppunt 154. Het begijnhof van Borgloon ontstond rondom de
kapel van het Johannietershospitaal te Graethem, bij de stadspoort. Deze Graethemkapel
is de begraafplaats van Lodewijk I (+1171), graaf van Loon en zijn vrouw Agnes.
De graftombe bleef bewaard tot 1860. Bij opgravingen werden de skeletten van
Lodewijk I en zijn vrouw Agnes teruggevonden. In 1174 schenkt de weduwe het
hospitaal aan de abdij van Villers. Enige tijd later vestigen er zich begijnen
rond het hospitaal zodat rond 1258 er definitief een begijnhof komt. In 1654
worden de negen begijnhuizen door Lorreinse troepen platgebrand bij het beleg
van de stad. Rond 1714 is het hospitaal zodanig vervallen dat hetwordt heropgebouwd aan de overzijde van de
straat. In 1802 wordt het begijnhof een bejaardentehuis en twaalf jaar later
wordt de kapel opengesteld voor de publieke eredienst. In 1911 wordt bij het
ouderlingenhuis een nieuwe kapel gebouwd. Van het begijnhof rest enkel nog de
kapel die deel uitmaakt van het hospitaal van het OCMW. De kapel fungeert thans
als tentoonstellingsruimte. We houden de kapellen rechts van ons en volgen ons
knooppunt.
Op
de Markt werd het stadhuis gebouwd in 1680 met zuilengang. Een prachtig gebouw
dat getuigd van een boeiend verleden. De eerste vermelding dateert echter van
1358 en was waarschijnlijk van de graven van Loon toen zij in Borgloon
resideerden. Hier is de Dienst voor Toerisme ondergebracht. Moest de
gerestaureerde schandpaal kunnen praten zouden we vele verhalen horen die onze
haren ten berge deed rijzen. In de Papenstraat rijden we tot bij de parochiekerk
Sint Odolphus en kloostergang. De oorspronkelijke kerk dateerde waarschijnlijk
van 1047 en verving een ouder gebouw. Aan de kerk is duidelijk te zien dat ze
in verschillende fasen gebouwd werd. Momenteel staat de kerk weer in de
steigers. De glas-in-loodramen werden zorgvuldig verwijderd om gerestaureerd te
worden en de opening werd tijdelijk dicht getimmerd met houten panelen. Achter
de kerk werd de pastorie in 1824 op de plaats van een thans verdwenen
kanunnikenhuis gebouwd.
Het
kanunnikenhuis aan Speelhof 9 is een prachtig herenhuis uit de tweede helft van
de zeventiende eeuw met een ellenlange geschiedenis. Het is nog altijd mooi
onderhouden. Over het herenhuis werd het oorlogsmonument geplaatst tijdens het
interbellum ter nagedachtenis van de gesneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Na
WOII werd een extra gedenksteen bij geplaatst ter ere aan
oorlogsslachtoffersvan WOII.
We
houden rechts in de Tongersesteenweg tot aan de kapel van Sint Rochus die
dringend moet gerestaureerd worden. Rochus van Montpellier is een Franse
heilige die zijn vermogen schonk aan de armen en te voet vertrok naar Rome in
1317. Sint Rochus is de patroon tegen pest en besmettelijke ziekten. Naast de
kapel werd een zitbank geplaatst waar we graag gebruik van maken om onze
meegebrachte picknick te verorberen. Door de strakke wind blijven we niet te
lang zitten. We nemen de volgende straat rechtsaf in de Grootloonstraat. We dwarsen
de Sint-Truidersteenweg (N79). We blijven de Grootloonstraat volgen maar slaan
onmiddellijk rechtsaf en nemen de oude kasseiweg. Het wordt puffen en blazen en
vooral trappen. Weer ondervinden we dat onze conditie heel zwak is. Wij zijn
rasechte plattelands rotten. Bovenaan rijden we terug op een betonbaan
vergezelt van bloesemplantages. Aan de driesprong linksaf.
Spijtig
dat het niet meer wordt aangegeven. Aan de volgende splitsing weer rechts en dan
wandelen we door de grote drukte met de fiets aan de hand tot aan het
fantastische doorkijkkerkje van de Nederlandse kunstenaar Gijs Van Vaerenbergh.
Reading Between the Lines is een kunstwerk van 2011 en bestaat uit 100 op
elkaar gestapelde lagen verroeste Cortenstaalplaat in de vorm van een authentiek
kerkje. Binnenin zien we een prachtig lijnenspel. Buiten versmelt het kerkje
helemaal met het landschap. Bij valavond moet het uitzicht nog mooier zijn als
de zon tussen de luikjes lichtspelletjes speelt op het beton. Mensen blijven
met hun kinderen massaal rond het kunstkerkje hangen. Ze kunnen hier vrij
rondlopen, spelen en genieten van een mooi vergezicht. Een jongen van een jaar
of tien laat net een drone op. Er is echter te veel wind op dit punt en vaak
stort het kleine ding neer in het gras.
We
rijden terug naar de Grootloonstraat en slaan rechtsaf om knooppunt 155 te
volgen. Even verder heeft een goede ziel een oude antieke fiets langs de weg
tentoongesteld. Het ijzeren geval heeft een groot wiel vooraan en een klein
wiel achteraan. Het levert een mooie foto op. We fietsen verderop door een holle
weg tussen enorm veel groen waar we even verlost zijn van de wind die we
blijkbaar altijd op kop hebben. We genieten tussendoor toch van de landelijke
stilte die enkel onderbroken wordt door de natuurlijke geluiden van de
omgeving. Soms fietsen we te snel over de slingerende smalle wegen. (Bergaf
toch!) We hebben namelijk nog heel wat kilometers voor de boeg.
Vanaf
Groot-Loon passeren we regelmatig fruitplantages met een zee van bloesems. Rij
aan rij pronken hele takken en kruinen met hun roze appelbloesems. Zover het
oog reikt. Op de Loonderweg worden we massaal omringd door de natuur. Hier komt
een mens tot zichzelf. We doen inspiratie op en blijven op dokters voorschrift
in beweging terwijl we onze longen vol zuurstof fietsen. We houden halt voor
een foto van een nieuw indrukwekkend aangelegde fruitplantage. Hectaren groot. De
bebouwing neemt toe, we naderen Bommershoven, vlak voor knooppunt 156.
Bommershoven is een deelgemeente van Borgloon en ligt in droog-Haspengouw op
een hoogte tot 110 meter. In de Alfonsstraat werd het kasteel van Bommers-hoven
gebouwd in 1761 op de plaats van een vroegere pachthoeve en brouwerij. Het
gebouw heeft niet echt het uitzicht van een kasteel en lijkt meer op een groot
herenhuis. Een 100 meter verder staat de Sint-Alfonskerk die werd opgetrokken tussen
1841 en 1844 op de funderingen van een oude Sint-Annakapel.
Eens
uit het centrum fietsen we weer door een streek voor genieters. Een pittoresk
landschap met een mix van akkers, weiden en uitbundig veel groen. Het is
aangenaam om onder de stralende lentezon door dit mooie landschap te fietsen.
Het is volop genieten. De maretakken zijn blijkbaar voorbehouden voor deze
streek. Het is een bezienswaardigheid op zichzelf. In een bocht staat een
oeroude kapel te verkommeren, omringd door onbebouwde akkers met aan de overzijde
een appelplantage. De houten deur van de kapel heeft een houten afrastering met
kleine mazen. We zien geen beelden binnenin de kapel en volgens mij is de kapel
ten dode opgeschreven. In Terhove (straat) botsen we als het ware op Kasteel
Terhove aan de rand van de Mombeek. Oorspronkelijk lag hier een Romeinse
villa. In de Middeleeuwen was hier een proosdij van de Abdij van Corbie
gevestigd. We kunnen even genieten van het prachtige domein. De Mombeek stroomt
links van ons, maar door het rijkelijke groen is dat niet te zien. Ze ontspringt
in Widooie en stroomt na ongeveer 23 kilometer in de Herk rivier. De landbouw
lijkt nog niet echt gestart. De akkers zijn netjes omgeploegd en in voren
getrokken. Voor enig groen dat boven staat is het nog te vroeg. Vanaf maart
werden de asperges al geplant en met aarde afgedekt. De rest van de akkers
wachten tot na de ijsheiligen om beplant te worden.
Op
de Kasteelweg genieten we van prachtige vergezichten aan onze rechterzijde. Ons
pad slingert zich tussen de enorme hectaren landbouwgronden. Links groeit een
kleine haag van enkele kilometers lang. Een smal asfalt pad ertussen leidt naar
het kasteel van Widooie dat omgeven is door een prachtig domein. In 1559 werd
het kasteel door abt Karel I van Bourbon in erfpacht gegeven aan Godfried van
Bocholt. In 1588 is het kasteel eigendom van de patriciërsfamilie Vaes.
Momenteel is het kasteel in het bezit van de familie van Ridder Norbert de
Schaetzen. Hij erfde het kasteel van zijn vader en heeft het park en de arboretum
uitgebouwd tot wat het vandaag geworden is. Een uitzonderlijk park in privé
bezit. Het is uitsluitend toegankelijk voor evenementen. We naderen weer een
fruitplantage. De weidse velden en onbewerkte bruine akkers wisselen af met
prachtige vierkanthoeven die al of niet mooi gerestaureerd zijn. Verderop in de
Bielenstraat bevinden we ons even in Vechmaal. Een dorp van Heers
We
komen niet door het centrum maar slaan linksaf aan knooppunt 133. We rijden op
het grondgebied van Tongeren. Aan het landschap valt dat niet op. Weer een stuk
holle weg. In de Kerstboomstraat vinden we weer een fruitplantage met perenbloesem.
Na de Romeinse Kassei (N69) fietsen we in de Tapstraat en rijden we even het
kleine dorpje Lauw binnen, een deelgemeente van Tongeren. We rijden echter niet
door het centrum. In de Ormelingerstraat steken we de taalgrens over. Aan de
straatnaam is het nog niet te zien. Ten einde de straat moeten we rechtsaf en
eerst dan verandert elk woord en elke zin in het Frans. We rijden op de Hesbeinsstraat
op het grondgebied van Luik in het Waals Gewest. Het Waals Gewest omvat de 5 Franstalige
provincies met name Henegouwen (Hainaut), Waals-Brabant (Brabant Wallon), Namen
(Namur), Luik (Liège) en Luxemburg (Luxembourg). De route leidt ons over de
Jeker. De rivier die nabij Borgworm ontspringt en door een groot gedeelte van
Haspengouw stroomt vloeit bij de Nederlandse stad Maastricht in de Maas. We
fietsen op een smal betonnen pad tussen landbouwgrond. Heel in de verte zien we
een kerktoren.
In
de Rue Arbre Saint-Pierre is de prachtig onderhouden kapel opgedragen aan
St-Pierre. Even voor knooppunt 57 fietsen we door het landbouwdorpje Thys, een
dorp van de gemeente Crisnée. De Sint-Pieterskerk, rechts van ons, werd op het
hoogste punt gebouwd.
Tussen
knooppunt 57 en 58 we fietsen door het centrum van Crisnée. Het dorp ligt vlak
aan de taalgrens en had in 1334 zelfs een Nederlandse naam: Gherstenhoven. We
zien de Sint-Mauritiuskerk met begraafplaats op het hoogste punt van de
omgeving. We dwarsen daarna de N614.
Bij
knooppunt 58 bevinden we ons in Odeur of in het Nederlands Elderen met
prachtige vrijstaande woningen. Zo te zien is er nog een zekere welstand in ons
land. We fietsen voorbij de Sint-Severinuskerk en het kasteel van Odeur. We
slaan linksaf om op, bij wijze van spreken, de taalgrens te fietsen. Links ligt
Vlaanderen en rechts is Wallonië.
Bij
knooppunt 549 vatten we een tocht aan van 3,3 km. We bevinden ons eerst in
Herstappe. In de Kerkstraat werd, hoe kan het ook anders, de
Sint-Jan-de-Doperkerk gebouwd met hoge westtoren en achtzijdige naaldspits. De
oorspronkelijke kerk van 1711 was in zon slechte staat dat men in 1858 besloot
om deze te slopen. In 1869 wordt begonnen aan de huidige kerk. De Luykerweg is
weer een holle weg. We fietsen verderop weer tussen hectaren akkers. Opvallend
is dat het landschap hier niet verstoord wordt door windturbines en
elektriciteitspylonen. Het kan hier evengoed 1919 of 1819 zijn, honderd of
tweehonderd jaar geleden. Terug door een holle weg. We houden halt bij een
picknicktafel. Een smal pad leid naar het Heilige Huisje van Rutten. Een
kapel, te midden van de velden op een heuvel op het hoogste punt nabij
Herstappe. De heuvel biedt een mooi uitgezicht over het voormalige slagveld van
Haspengouw. De kapel, omgeven door de bekende lindebomen, werd gebouwd in de
vijftiende eeuw ter nagedachtenis aan de veldslag bij Othée, die plaatsvond op
23 september 1408. Tijdens deze veldslag sneuvelden duizenden Luikse
opstandelingen, die hier in de vallei van de Ezelsbeek door het Bourgondisch
leger van Jan zonder Vrees werden verslagen. De kapel werd vaak bezocht door
bedevaarders om bescherming tegen de ziektes van hun vee af te dwingen. In de
verte zien we de kerk van Rutten en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Tongeren.
Bij
de eerste straat links moeten we afslaan en rijden naast de Ezelsbeek. De
gronden bij de beek worden voornamelijk gebruikt als hooi- of weiland. Door
haar lemige bodem is de grond geschikt voor akkerbouw. Teneinde rechtsaf zien
we reeds de kerktoren van Rutten.We
komen echter niet door het centrum. Rechtsaf aan knooppunt 118. We houden halt
aan het beeldje van de De zaaier, geschonken door de Landelijke Gilde van
Rutten in 1994.
In
de Motstraat, tegenover de Sint-Evermaruszaal staat de Sint-Evermaruskapel.
Deze kapel is het middelpunt van een volksverering van Sint-Evermaar,
pelgrim-martelaar, die volgens de legende door Hacco, heer van Herstappe werd
vermoord. In de kapelweide werd rond 968 het graf van Evermarus gevonden door
de plaatselijke pastoor. Hij zou op die plaats een houten kapel hebben laten
bouwen. Abt Wedericus van Burtscheid bouwde rond 1048-1075 op het graf een
grotere kapel. Deze kapel dateert van 1784 en werd door kanunnik Hardy gebouwd
op de plaats van de vroegere kapel. Binnenin zien we een schilderij op doek met
de voorstelling van de marteldood van Sint-Evermarus. De Hagelindeweg brengt
ons bij knooppunt 115 met haar sterk uit te kluiten kapel. Linksaf in de
Boudewijnstraat. Na de picknicktafel rijden we weer over de Ezelsbeek. Nog meer
fruitplantages met wit-roze bloesems. Rechts van ons ligt Tongeren waar we weer
niet door het centrum rijden maar wel een spectaculaire foto kunnen nemen van
de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Op het kruispunt Hossenstraat/Sint Rochusstraat
staat de Sint Hubertuskapel van de twaalfde eeuw. De kapel is omgeven door een
groen grasperk met op het voormalige kerkhof enkele oude grafkruisen die
dateren van het eind van de zestiende en begin zeventiende eeuw. Deze plek was
een bedevaartsoord tegen hondsdolheid en tandpijn. Na de Sint-Hubertuskapel
komen we in Offelken. Een gehucht van Tongeren dat slechts 275 inwoners telt. Langs
de oever van de Jeker werd een hippodroom aangelegd. Een van de weinige renbanen
waar nog drafwedstrijden worden gehouden. Wat verder nodigt een zonnig terras
ons uit om het innerlijke van de mens te versterken.
Na
knooppunt 116 dwarsen we de Oude Jeker. In de Linderstraat werd een beeld
geplaatst van de Heilige Maternus, langs de Jeker. Aangeroepen als
beschermheilige tegen koorts en infectieziektes. We dwarsen nogmaals de
Romeinse Kassei (N69). Voor knooppunt 128 zien we het Provinciaal Instituut
voor Biotechnisch Onderwijs. Bij knooppunt 128 linksaf en rijden we Piringen
binnen. Een kleine deelgemeente van Tongeren. Na de wit geschilderde kapel die
gebouwd werd voor de Heilige Maria rijden we door de Tomstraat waar de opvallende
Sint-Gertrudiskerk werd opgetrokken met massieve westertoren in silex. Het
schip werd in 1819 gesloopt nadat deze in de achttiende eeuw bouwvallig was
verklaart. Het vernieuwde gedeelte werd opgetrokken in baksteen en dateert van
1940. Voor de kerk rechtsaf. Vlakbij Beringen staan we voor de Mariakapel die
afgesloten is. Door het glasraam in de deur lukt het om een foto te maken van
het interieur. We houden de kapel links van ons als we verder rijden. Terug
door een holle weg. Eens uit het centrum van Piringen worden we weer verwent door
al het groen. We rijden op de Weg Gors-Opleeuw met rechts statige loofbomen
en links hectaren landbouwgrond. Het is klimmen en dalen terwijl we genieten
van de prachtige vergezichten. Ons pad is smal maar hier rijden amper autos. We
dwarsen de Marmolbeek nadat we de oude spoorweg onderdoor zijn gereden die
geheel in baksteen werd gebouwd. We naderen weer een bos en ik vraag me af of
al die groene bomen een kasteel met grote tuin of park moet afschermen? Aan
knooppunt 136 dwarsen we de Sint Annabeek en slaan linksaf om langs de Sint-Annabeek
verder te rijden en bevinden ons in de Vallei van de Sint-Annabeek. Een klein
gebied dat slechts een oppervlakte heeft van minder dan 10 hectare. Het is een
lappendeken van wilgenstruwelen, rietveldjes en dottergraslanden. In de
boomkruinen merken we de maretak op. Meer dan één zelfs. De Sint-Annabeek
ontspringt ten oosten van Borgloon en mondt uit in de Mombeek te Gors-Opleeuw. We
rijden over de N76 en laten het centrum van Kerniel rechts liggen. Een
voormalige landbouwgemeente die geleidelijk aan zijn bedrijvigheid verschoof
naar de fruitteelt. Langs de Steenweg op Borgloon bereiken we 152. We zijn
terug in Borgloon. Onze fietsenteller staat op 50 km als we terug bij onze auto
staan die trouw op ons gewacht heeft.