Cultuur en leven in Maldegem, interviews en herinneringen.
26-10-2014
Bakker Savat, deel IV. Nrdstr. XIII.
De handelszaken
in de buurt van BAKKERIJ SAVAT, vanaf de hoek Noordstraat - Edestraat.
Bakker Savat Deel IV, de Noordstraat deel XIII.
Staan we nu voor Bakkerij Savat en stappen we een honderd meter naar links,
dan komen we aan de hoek Noordstraat Edestraat waar een tiental jaar geleden het
stijlvolle appartementsgebouw met onderaan de VDK Bank van Luc Van Gyseghem nummer 42 is opgetrokken.
De VDK was vroeger de brede hoekwoning van de
familie Coelis. Voorvader Ambrosius Coelis had dit laten bouwen voor de familie
van zijn vrouw Van Moffaert. De zus van dokter Maurits (1886) en Alina Coelis
Van Nieuwenhuyse dochter van Pierre Coelis, Julia Coelis (1885) had er een stoffenwinkel
op de hoek, voor, tijdens en na Wereldoorlog II.
Het mooie huis naast die hoekwoning (foto 2) was eigendom
van schrijnwerker Bernard Willems (31
januari 1823), echtgenoot van Blondina Pieters (1823). Bernard
Willems was aanvankelijk ingeschreven als timmerman, evolueerde naar
horlogemaker en had er later een drukkerij. Hij stichtte het weekblad De
Volksbode in 1879. Hij was een autodidact,
die kennis en vaardigheid verwierf door nauwgezet waarnemen en ijverig toepassen.
Bernard en zijn broer August kwamen van Brugge in Maldegem terecht als
wezen in 1837 en werden tewerkgesteld als knechtjes bij timmerman Pieter Roose. Bernard en zijn vrouw
Blondina gingen in 1844 inwonen bij een horlogemaker Petrus Ide, dus had Bernard de kans om ook dit
vak aan te leren.
In 1933 verkocht Clémence Standaert, de weduwe van een zoon van Bernard Willems, juwelier
Heliodoor Willems (1849), het huis aan bakker
Cyriel Standaert (1896)die de lekkerste
confituurtaartjes bakte van heel Maldegem. Het verhaal gaat dat bakker Cyriel Standaert na zijn pensioen zijn taarten
maakte en ging bakken bij een andere bakker. Toen die bakker de opmerking
maakte dat hij nog altijd geen Nieuwjaarsgeschenk gekregen had voor die vriendendienst,
ging Cyriel bij een andere bakker een brood halen, pakte het netjes in als
geschenk en gaf dit aan zijn vriend bakker waar hij dan toch verder zijn
lekkernijen in de oven mocht stoppen (Valeer Posman).
Later woonden tijdelijk Francine De Bruyckere en haar familie bij
Bakker Cyriel Standaert. Francine is de dochter van Leonard De Bruyckere (1904)
en Florentia Lampo (1904). Ze woonden in de Noordstraat nummer 42, bij de oom
en tante van Francine, bakker Cyriel
Standaert en Aline
Lampo (1896).
Cyriel Standaert en Aline Lampo waren de ouders van Roger, Frans en Monique Standaert. De
knappe Monique Standaert was getrouwd met de garage houder Antoine Blondeel. Cyril
Standaert werd 88 jaar en heeft heel zijn leven ten dienste gestaan van
anderen, daar waar het bakken betreft. Toen een brand de oven van Bakker Savat
tijdelijk lam legde, werd het brood gebakken bij Cyriel Standaert. Cyril was er
altijd als de pinken bij om anderen te helpen. Hij was en bleef heel zijn leven
bakker in hart en nieren. Het huis heeft enkele jaren leeg gestaan maar werd
toen verkocht aan Honoré De Meyer (1924) en Elza De Baets (1922). Het brede huis
staat er nog, met volledig ommuurd binnenplein en tuin en is deskundig
gerenoveerd door de volgende eigenaars Honoré
De Meyer (1924) en Elza De Baets (1922) uit de Noordstraat 124. Elza De
Baets was de zus van Robert De Baets die getrouwd was met Yolande Claeys. De zoon van Honoré De Meyer en Elza De Baets, de huidige
eigenaar Henk De Meyer had een opleiding gevolgd in het atheneum en heeft het houten uitstalraam volledig hersteld.
Het is eigenlijk een unieke woning met mooie inrijpoort met een ommuurd
binnenplein dat uitzicht geeft op de groene omgeving. Het uitstalraam is van
hout en gaf aan dat er in een bepaalde woning handel werd gedreven. Vroeger
waren heel veel van die handelszaken met een mooi afgewerkt houten uitstalraam
en inkomdeur maar die zijn langzamerhand verdwenen uit het straatbeeld.
Dan is er een brede toegang met inrijpoort naar het park, vroeger was dit
de tuin van notaris Jean Vermast en verder de tuin van het buitenverblijf (gebouwd
in 1860) van kasteelheer Frédéric Dhont (+ 1957). De tuin van Julia Coelis en
de nabijgelegen woningen kwamen dus uit in het huidige Sint-Annapark.
Naast de parkingang in nummer 48, woonde nog een Bernard Willems Van Rie, tot in Brugge gekend als aannemer en architect van bouwwerken.
Hij schreef facturen uit aan de gemeente Maldegem als aannemer-bouwmeester
zonder vermelding van zijn adres, dus moet hij wel gekend geweest zijn. De
facturen van 1870 vermelden niet alleen verkoop van bouwmaterialen en alle
houtsoorten, maar ook kruidenierswaren,
breiwol, gebreide en geweven stoffen, zelfs gist en likeuren. Werkelijk een
uitgebreide handel. Om naamverwarring te vermijden kreeg Bernard als bijnaam,
Bernard Penne en zijn zoon heette dan Arthur Willems (Penne) die er ook een
kantoor had voor een Spaarkas en Verzekeringen.
In deze dreef naar de tuinen van notaris Vermast en Frédéric Dhont stond op
het stilste, meest idyllische plekje een Anton Pieck huis nummer 46. Je kon
er de nachtegaal horen fluiten. Het was de mooie woning van de wijnhandelaar enjeneverstoker Achilles Van Hoorebeke (1867), die verwant was met de
familie Van Moffaert, het laatst bewoond door de zussen Alice (1873), Célina (1875) en Emma (1870) Van Hoorebeke. In de
notities van Valeer Posman kan je lezen dat zijn dochter Martine Posman samen
met een van de knappe dochters van Paul en Hélène Van Moffaert - Laisse,
Noordstraat 37, op bezoek gingen bij Celientje Van Hoorebeke, die prachtige familieverhalen
kende en een uitgebreid fotoarchief had over haar familie. De kelders van de
handelszaak Van Hoorebeke waren opslagplaatsen voor alcoholische dranken.
De zoon van architect Bernard Willems, Arthur Willems liet het statige
herenhuis bouwen op de hoek. Slager
Gaston Borgonjon (1899) en zijn echtgenote Adrienne Van de Genachte konden het brede hoekhuis aan de doorgang
naar het park kopen als woonhuis en het werd naderhand bewoond door kleinzoon
Luc Borgonjon.
De zoon van Luc Borgonjon, Cédric Borgonjon is pas veertien en haalde reeds de wereldpers als jonge chefkok.
De 14-jarige Cédric Borgonjon heeft de week van zijn leven achter de rug. Cédric mocht een week lang stage lopen bij Noma, het beste restaurant ter wereld. De jongeman volgt kokschool en had de eigenaar van het restaurant ontmoet op een beurs in Gent. De stage was meteen een schot in de roos, hij mag later nog terugkomen. Toch zal hij eerst zijn school moeten afmaken. (uit de krant)
Naast het herenhuis van Gaston Borgonjon was er aanvankelijk de schoenwinkel van Camiel De Zutter en
Mathilde Cabooter, overgenomen door meester-schoenmaker Marcel De Zutter (1901) en Maria Claeys, in nummer 50.
In de voormalige Leonidas winkel nummer 52 woonden Emma en Cordula De Baets,
de herbergiersters van café Congo,
waar later Raphaël De Baets (1910) een verf-
en behangzaak uitbaatte. Het was een heel brede woning met een etalage voor
behang - en verfbenodigdheden en twee inkomdeuren en woonhuis aan de
straatkant. (zie foto van de etalage van Bakker Caeckaert, daar heb je een
zicht op de vroegere handelszaak van Raphaël De Baets)
Daar waar we ons, de handelswaren, bont
en zuivelproducten herinneren in nummer 54, In Den Hert van Carlos Bekaert (1931) en Bertha Goossens (1929) was
de bakkerij van Bonaventura Standaert en
Leonie Cockeyt, de ouders van bankbediende
Pieter en de legendarische, muzikale onderwijzer
Paul Standaert. Toen Bonaventura overleden was bleef de weduwe Leonie Cockeyt snoep en lekkernijen
verkopen in de winkel. Nadien werd die woning een handelszaak in bont- en
zuivelproducten, een vreemde combinatie maar vroeger was alles mogelijk. Carlos
Bekaert bewerkte en verhandelde huiden/bont en zijn echtgenote Bertha Goossens
verkocht zuivelproducten en leverde die ook aan huis. Nu is In Den Hert een
mooie, brede nieuwbouw met twee huisnummers 54 en 54A.
In de gevel van In Den Hert
prijkte een hertenkop. Vroeger zag
je dit wel meer in Vlaanderen, in plaats van huisnummers werd een handel of een
woning aangeduid met een uithangbord of een mooie gevelsteen. Uitstekende
figuren of voorwerpen, dieren, fabeldieren, bustes, heiligenbeelden, vergulde
madonnas, ijzeren ornamenten of windwijzers versierden de gevels, boven de
deuren en ramen of waren op de deuren of een glasraam geschilderd. In het voormalige
Hoeveke is er nog een overblijfsel van een windwijzer, ook op de huisnummers
20, 28 en 58. Ze waren een soort weervoorspellers en meteen een verfraaiing van
de mooie burgerhuizen. Een honderdtal jaar geleden waren uithangborden en
gevelstenen heel gewoon. Boven de winkeldeur van schoenmaker René Posman hing een houten uithangbord met
Schoenmakerij St Crispijn. Crispijn was de patroonheilige van de
schoenmakers. Boven het mooie gevelhuisje van aannemer schrijnwerker Arthur Willems is een gevelsteen waar de
druiventros gedragen wordt door twee mannen, verwijzend naar t land van melk
en honing. De gevelsteen verwijst naar de vroegere wijnhandel van de familie Van
den Bossche die er toen gevestigd was. Verder in de Nieuwstraat nummer 24, in
het Boekhouder kantoor T. De Clerck,
prijkt een vuurkorf boven de inkomdeur, die verwijst naar warmte en gastvrijheid.
De voordeur staat er trouwens altijd open. Een paardenkop verwees naar een
paardenslachterij en koehorens naar een slagerij waar rundsvlees werd verkocht.
Dat wat betreft de verwijzingen naar handelszaken.
Na bont en zuivel van In den Hert komen twee verzorgde gesloten huizen. Kleermaker
of kleerstofbehandelaar Richard
Cuelenaere (1882) had een zaakin de
Noordstraat 56. Het is nu een nieuwe handelszaak, een kledinggroothandel. In het laatste oude woonhuis met heel fraaie
gevel, op de hoek, vlak voor de inrijpoort naar bouwmaterialen P. Vermeulen
woonden Elvira Leloup (1902) endekzeilhandelaarGeorges De Brée (1899), de oom van Carlos De Brée. Zij
verkochten aanvankelijk alcoholische dranken in de Edestraat nummer 24 en
schakelden over naar dekzeilen en touwen. Georges De Brée was een broer van
Clara De Brée, wasserijuitbaatster Noordstraat 111. Allicht onder invloed van
de broers van Clara De Brée schakelden zij over van likeuren naar dekzeilen en
touwen. Elvira was de zuster van Ivonna Leloup, echtgenote van huisschilder
Louis Deraes (1914), moeder van Patrick en Rita Deraes uit de Interieurzaak in
de Edestraat nummer 22.
De huizenrij van de hoek aan de Edestraat tot aan het leegstaand pand Slagerij
Martens, zijn woonhuizen, geen handelszaken. Het geheel oogt eigenlijk verzorgd
en is een mooi deeltje van de nog smalle strook van de handelskilometer.
Bakker Savat Deel IV, de Noordstraat deel XIII.
Met
dank voor de fotos en de informatie aan de Heer Hubert Savat en Mevrouw Erna
Dobbelaere. De beschrijving van de Noordstraat is gebaseerd op mondelinge
overleveringen van de kleinzoon van Cyril Standaert en aan de hand van de
notities van mijn neef Valeer Posman. Om het verhaal van Bernard Willems te
kennen kan u het Jaarboek Ambacht
Maldegem 2004 p 202 raadplegen waar Hendrik Van de Rostyne, de eerste
drukkers-uitgevers uitvoerig beschrijft.
Op
de fotos de huidige huizenrij vanaf de hoek van de Edestraat, de VDK Bank tot
aan Slagerij Martens. Op de oude prentkaart (archief Maldegem), zie je de handelszaak
van Bakker Cyriel Standaert. Zie ook. www.bloggen.be/marianne_posman_in_maldegem/
26-10-2014 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
20-10-2014
Bakker Savat, Maldegem. Deel III.
De handelszaken
in de buurt van BAKKERIJ SAVAT.
Deel III, de
Noordstraat deel XII.
Bakkerij Savat maakte bijna
een eeuw lang deel uit van de voormalige handelskilometer in de Noordstraat
Maldegem. Enkele privéwoningen vervolledigden vroeger de aaneenschakeling van herbergen,
winkels, groothandels- en eenmanszaken, kleine fabriekjes, vee- en landbouwbedrijfjes.
De handelskilometer bood veel werkgelegenheid
en - zekerheid aan. Eerst en vooral aan de inwoners zelf, vervolgens aan hun
kinderen en familieleden en aan de plattelandsbewoners die in het centrum werk
vonden op loop- of fietsafstand.
Is de handelskilometer teloor gegaan door de langdurige openbare werken en door ongelukkige beslissingen die getroffen
werden door hogerhand? Is het eenrichtingsverkeer
de boosdoener? De Noordstraat was
altijd breed genoeg om langs beide kanten te parkeren. Werd er
werkgelegenheid geboden op het industriepark en beschikt de gemeente over een
arsenaal employés in allerlei rangen, het blijft betreurenswaardig dat de
meeste Maldegemnaars, per wagen of met het openbaar vervoer urenlang onderweg
zijn van en naar het werk of zich verplicht voelen, hun eigen dorp, hun roots,
hun familie te verlaten om elders en dichterbij het werk te wonen.
Zaakvoerders zoals de Bakkers
Savatverschaftenwerkgelegenheid en boden meteen ook de
mogelijkheid tot het aanleren van een vak. Jonge mensen konden met een
leercontract een opleiding volgen
als bakker en werden meteen geconfronteerd met het echte leven van het ambacht
anders dan studenten die een opleiding volgen in een school, die na zes jaar
klaar zijn voor de bakkersstiel maar vaak afhaken omdat ze niet echt op de
hoogte waren van wat het zware nachtwerk met zich meebracht.
Enkele bakkersgasten volgden een opleiding
in Bakkerij Savat. Geert Matthys,
zoon van Romain uit Moerhuize, volgde een opleiding met leercontract en heeft
nu een succesvolle bakkerij in Assebroek. Marnix
Sijs startte een eigen zaak in Zomergem en Jan De Windt runt een eigen bakkerij in Assenede. Dominique De Visch kreeg er zijn
opleiding en startte een zaak in Torhout en zo zijn er nog wel enkele jonge mannen
die vaardigheid en kennis verworven bij de
Bakkers Savat.
Rechts en links van de gekendeBakkerij Savat nummer 73, waren ontelbare kleine
eenmanszaken afgewisseld met eengezinswoningen. Als je voor de voormalige
bakkerij staat, dan had je rechts vier
woonhuizen, de nummers 71, 69, 67 en 65. Nummer 71 had Norbert Savat gekocht en
hij woonde er toen zijn zoon Hubert trouwde en de bakkerij betrok. Later heeft
Hubert Savat beide woningen, 71 en 69 als eigendom verworven om te verhuren. In
nummer 67 woonden Petrus Van Canneyt (1866) en Melanie Bleyaert, later Marcel
Van Canneyt (1909) en Elza Van Rie. Het hoekhuis nummer 65was van Hector Braet (1899), Cordula Marclé (1900) en hun kinderen Anna
Braet, Diane Braet en Willy Braet. Anna Braet (1928) was getrouwd met Aimé De
Smet. Zij woonden in de Charles Rotsaert de Hertainglaan.
Tijdens W.O.II waren Duitse
troepen ondergebracht in barakken in de Dreef, die achteraan evenwijdig loopt
met de Noordstraat. Op de hoek naar de Bloemestraat stond vroeger een huis
bewoond door een deurwaarder. De smalle toegang naar de Bloemestraat was
moeilijk voor grote voertuigen. Toen het huis leegstond heeft de Duitse bezetter
het onteigend en er een openbare schuilplaats laten metsen. Na de oorlog werd
die schuilplaats afgebroken, je kan dit nog duidelijk merken aan de voetpaden
dat de huizenrij ingekort werd.
We nemen de huizenrij LINKS onder de loep,
van Bakker Savat tot het appartementsgebouw Van Hecke.
Naast Bakkerij Savat in nummer 75 woonde jarenlang gemeenteontvanger Camiel Serlet (1909) en zijn echtgenote
Maria De Clercq. Camilla,
Marie en Emma Verstringe woonden in
nummer 77. De gezusters Alida (1891) enMarie
(1899) Braet woonden in nummer 79.
Emma Braet (1884) en Henri Van Acker (1872) woonden
in nummer 81. De ongehuwde Hermina Braet
(1879) had een schoenwinkel en haar broer Julien Braet (1882) was schoenmaker
in nummer 83.
De ouders van naaisterDiane Martens (1928), echtgenote van kunstschilder
Nestor Martens uit de Nieuwstraat 51, zus Flora (1927) en broer Eric Martens woonden in nummer 85. Hun vader, Alfons Martens
was sigarenmaker. De kledingzaak Bawi startte in de woning
Martens en breidde later uit met de brede woning van Hermina Braet die 103 jaar
geworden is. Winkelierster Germaine
De Clerck (1908) en echtgenoot bediende Jozeph (1906) Vandezande woonden in
nummer 89. Zij hadden een dochter Henriette die religieuze werd.
In het voormalige kaaswinkeltje of t Hoeveke, nummer 91, woonden de kleermakerRobert De Decker (1907) en Alida
Leliaert en hun gezin. HuisschilderRaphaël De Baets heeft er nog naast gewoond,
in nummer 93, in het huis van kapper Maurits Meneve (1929) en Germana
Longueville en is dan verhuisd naar een handelszaak
van verf en behang rechtover het jeugdhuis naar het café Congo van zijn tantes Cordula en Emma De Baets, herbergiersters.
Dit is nu de leegstaande Leonidas pralinen winkel, die verhuisd is naar de
Nieuwstraat.
Dan volgt in nummer 97/ 95 de grote,
hoge, brede woning met onlangs prachtig gerenoveerde donkere gevel en witte
raamomlijsting van de veekwekerLudovicus of Louis Blomme (1909) (tweede
generatie Louis Blomme, er zijn er vier) en Yvonna Wildemeersch. Tot enkele jaren geleden waren twee
inkomdeuren.
Maurice De Vuyst, vader van Simonne, zetel garnierder woonde in een vleugel rechts
van het huis van Louis Blomme en Yvonna Wildemeersch (1912). Nu is dit
één grote, brede woning met prachtig gerenoveerde gevel van een nakomeling van
Louis Blomme, Lode Blomme, vierde generatie Louis Blomme. Camiel
Wildemeersch,
de vader van Yvonna Wildemeersch (1912), echtgenote Louis Blomme jr. (1909), was
getrouwd met Maria Alida Cuelenaere
uit Nederland en ze woonden in de Rapenbrugstraat toen nr. 18 bis. De zus van
Maria Alida, Reinhilde Cuelenaere woonde
in de Molenberg 1. Toen Reinhilde hulpbehoevend werd trok ze in bij de familie
Louis Blomme en Yvonna Wildemeersch en hun kinderen Ludovicus (1941), Yvonna (1942),
Lutgardis (1944), Rita (1945 als baby overleden) en Magda (1946).Ik herinner mij dat nog want Simonne De Vuyst was mijn Chirovriendinnetje.
Er waren twee inkomdeuren in het huis van Louis Blomme jr. nummers 95 en 97. De
vader van Simonne had er een meubelwinkel
aan de rechterkant. Als je verder in de gang ging, zat een oud vrouwtje voor
een raam, dat was waarschijnlijk tante Reinhilde. De dochters van Louis Blomme,
Lut en Magda Blomme waren gekende Chiromeisjes en liepen school bij de Zusters
Maricolen waar ik hen dus ook zag. In de kerk kwam het hele gezin vooraan binnen.
De meisjes en hun moeder waren altijd piekfijn uitgedost. Louis Blomme jr. was
een indrukwekkend man. Het ging er bij de Blommes altijd vrolijk en gezellig aan
toe. Yvonna Wildemeersch was een warmhartige, vriendelijke, positieve,
interessante en optimistische dame. Zij was boeiend gezelschap en ze is heel
oud geworden.
Drogist
en brillenverkoper
Maurice Van den Broucke en Simone Bonte woonden in het huis met gele
gevelsteen, een soort boothuis, dat er nu nog staat, in vervallen toestand, nummer
99. Daarna woonde Richard De Meulenaere die evolueerde van schrijnwerker,
bouwkundig tekenaar naararchitect,
met zijn echtgenote Esther De Baere en
hun kinderen Hilde en Guido in nummer 101. Guidootje werd ziek en is vroeg
overleden. Elk gezin huisvest een tragedie. Esther kon heel moeilijk dit
verlies verwerken maar ze bloeide open door haar drie kleinkinderen, Aenea,
Simon en Isolde.
Na de drie woonhuizen die er nu nog
staan naast Bakker Savat, tot aan het mooie gevelhuisje t Hoeveke, wordt die huizenrij tegenwoordig volledig in beslag
genomen door een eersteklas kledingzaak
BAWI waar de zaakvoerster Magda De
Windt, echtgenote Eddy De Baets reeds jarenlang de kunst verstaat om haar
stijlvolle, klassieke en modieuze kleding aan de vrouw te brengen. Het is een
mooie moderne etalagereeks maar bovenaan kan je nog zien dat verschillende woningen
werden verbouwd tot één geheel, BAWI. De naam van de zaak verwijst naar
de beginletters van de familienaam van de uitbaters (Baets-Windt).
Naast architect Richard De Meulenaere, werd het mooie huis
met de trapgevel Noordstraat nummer 103, gebouwd beginjaren 1900, omstreeks gelijktijdig
met de bouw van ons stadhuis,door Louis Blomme (eerste generatie) en Marie Teirlinck. Het werd eigendom van
zijn dochter, Paula BLOMME, een
politiek geëngageerde dame voor de oorlog, de zuster van Louis Blomme, tweede
generatie.
Op de oude prentkaart in bijlage kan je de gevel nog heel goed herkennen. Het huis
werd later bewoond door Etienne Gurickx en Ivonne Blomme en hun gezin. Na het
overlijden van Etienne baatten Ivonne samen met zoon Pieter - Jan een
succesvolle tearoom Pluk De Dag
uit gedurende enkele jaren. Een tearoom en restaurant voor dagschotels was een verrijking voor de Noordstraat en
bracht een tijdlang, stijlvol en gezellig tafelen in het mooie gevelhuis, met prachtig
gerenoveerd interieur, diepe, gezellige tuin tot aan de Dreef. Zoon Michael
Gurickx en zijn gezin, vierde generatie, wonen nu in dit mooie huis met
trapgeveltje van de familie Blomme.
Heel interessante familie in
de Noordstraat trouwens. Paula, Germaine, Ivonne (Zuster Ludovica) en Louis
Blomme waren de vier kinderen van de handelaar Louis Blomme en Marie Teirlinck.
Toen Louis Blomme overleed, hertrouwde de weduwe met Gust Blomme. Zaakvoerder August Blomme - Bafort had blijkbaar landbouwgrond achteraan de Dreef, die later aangekocht werden
door een ander Noordstraat bewoner, Marcel
De Baets.
Generaties lang bleven de huizen in
handen van de familie. Blijkbaar heeft een huis van de voorouders een zekere
charme en aantrekkingskracht. Oude huizen hebben een ziel, ze stralen kracht
uit en laten de liefde van de voorouders verder leven bij hun nakomelingen die
hun thuis liefdevol onderhouden als een kostbaar kleinood. Vanaf de hoek
Bloemestraat worden eengezinswoningen afgewisseld met enkele mooie, oude, gerenoveerde
gevels die dit stukje Noordstraat nog steeds aantrekkelijk maken.
Bakker Savat Deel III, de Noordstraat deel XII
wordt vervolgd.
Met dank voor de
fotos en de informatie aan de Heer Hubert Savat en Mevrouw Erna Dobbelaere, Mevrouw
Ivonne Gurickx - Blomme, het archief Maldegem en de notities van Valeer Posman
werden geraadpleegd.
Op de fotos Hubert Savat en echtgenote, Hubert
Savat in de bakkerij tijdens een schoolbezoek. De gerenoveerde woningen van de
familie Blomme.Op de oude
prentkaart in bijlage rechts, gevelhuis van Ludovicus Blomme Teirlinck met de aanpalende
woningen, er rechtover woning van bakker Pieter Spelier.
20-10-2014 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
18-10-2014
Bakker Savat, Noordstraat Maldegem. Deel II.
BAKKERIJ SAVAT
een handelszaak
die bijna een eeuw lang alle veranderingen in de handelskilometer van weleer
trotseerde,
volgt nu een
ander spoor.
Deel II, de
Noordstraat deel XI
In de Noordstraat richting Bloemestraat baatten de BAKKERS SAVATbijna 100 jaar lang, hun handelszaak uit. DAVID, NORBERT, ARMAND, HUBERT en LUC, vier generaties SAVAT bezorgden jarenlang
vers brood en heerlijk gebak aan ontelbare Maldegemnaren en buurtbewoners.
Op de foto in bijlage, kan u gemakkelijk, de vriendelijke en knappe jongeman, Hubert Savat herkennen in de gekende
kiel of werkschort, die zon58 jaar
geleden (1956) elf broden leverde bij de kroostrijke familie van Remi Van Deynse in Moerhuize. Hij kon
niet alleen de elf broden dragen en had hulp van een jong bakkersgastje, Werner Van Vooren, de aangetrouwde oom van
Veronique Blondeel die op het
gemeentehuis tewerkgesteld is.
Op het platteland waren veel kroostrijke
gezinnen waar het prettig en overvloedig leveren was aan huis! De bakkers
werden overal vriendelijk onthaald, zij brachten lekker, vers en betaalbaar
voedsel voor iedereen.
DAVID SAVAT startte de
zaak en zijn zonen Norbert en Armand
zetten de zaak verder.
Norbert Savat en Magdalena
Rotsaert hadden vier kinderen: Hubert, Rita, echtgenote van Jacques
Verschueren die in Sluis wonen, Marie-Rose
en echtgenoot Bas Appeldoorn wonen in Vlissingen en Jack (Jacques) Savat en zijn echtgenote, Marga Allemeersch uit
Sijsele, zijn naar Perth, West-Australië
getrokken.
De zoon van Jack Savat, genoemd naar zijn grootvader DAVID SAVAT, is professor aan de UWA, universiteit in Perth, West-Australië
en heeft talrijke publicaties op zijn naam staan. (Zie website DAVID SAVAT). Alle kinderen van Norbert Savat trokken
naar het buitenland, alleen HUBERT
bleef Maldegemnaar in hart en nieren.
Hubert Savat (3 april 1937)
volgde na zijn lagere school, de Grieks-Latijnse in Maldegem en in Brugge en
haakte af enkele maanden voor het einddiploma middelbaar onderwijs toen zijn
vader om gezondheidsredenen het werk in de bakkerij op een lager pitje moest
zetten.
Hubert vond het eigenlijk wel interessant om in de voetsporen van zijn
vader te stappen, hij vond bakken een mooie werkgelegenheid, hij was een
knappe, vriendelijke jongeman, erg sociaal en graag gezien bij de mensen op het
platteland waar hij overdag brood rond bracht. Hij moest van bij het begin,
hard werken maar had toch tijd voor heel veel goede vrienden.
Op foto 2 staat Hubert tijdens
een carnavalsfeest in Heist links, samen met twee Maldegemse vrienden die ook
al op de foto van de Matrozenbruiloft(1945) in eerdere publicaties
stonden.
Rechts Roland De Caussemaker
van Café De Norton in de Noordstraat (Pizzeria Saramonia), die nu in
Knokke-Heist woont en in het midden Jacky
Van den Abeele, zoon van slager-slachter Omer Van den Abeele (01 10 1907) en
winkelierster Lily Spiegelaere (1913). Jacky werd slager in Brussel maar woont
nu in Knokke. Hubert had altijd samen met de gekende Luc Speecke gestudeerd in Maldegem en in Brugge en ze zijn altijd vrienden
gebleven tot Luc Speecke overleed.
Hubert Savat trouwde met de knappe Erna Dobbelaere uit Kleit, die
jarenlang volledig zelfstandig de klanten in de winkel bediende met de glimlach.
Toen zoon Luc Savat besliste om ook in de zaak te
komen, werd Erna bijgestaan door haar schoondochter Ineke Kaas om de klanten te bedienen. Erna en Hubert, hun zoon Luc en zijn echtgenote Ineke runden de
zaak met verve een halve eeuw lang.
Zij verkochten alle soorten brood, in alle formaten
en gewichten, sandwiches, pistolets, boterkoeken en andere lekkernijen en
hadden een breed assortiment van gebak en gebakjes.
Erna en Hubert trokken zich pas terug in 2010 en betrokken toen definitief
hun mooie moderne woning met tuin, meer in het centrum.
Hubert en Erna
kregen drie kinderenLuc, Ann en Adinda. Adinda, een mooi klinkende naam die verwijst
naar het liefdesverhaal Saïdjah en Adinda in Max Havelaar (uit 1859) een roman van Multatuli,
het pseudoniem van Eduard Douwes
Dekker.
Hun zoon Luc Savat (1962) en zijn echtgenote Ineke Kaas uit de mosselstad
Philippine, in de gemeente Terneuzen, namen de zaak over, renoveerden
opnieuw, hadden jarenlang een bloeiende bakkerij en ontelbare tevreden klanten.
De winkel was modern en groot, het aanbod was massaal, divers, veelkleurig en
de bediening was perfect. Erna en Ineke waren uitmuntende, vriendelijke zakenvrouwen,
de ruggensteun van de echtgenoten die werkten achter de schermen, in de
eigenlijke bakkerij.
Op een bepaald moment, ongeveer in 2012 gaf Luc een andere wending aan zijn
beroepsleven. Hij stopte met de bakkerij en ontplooide zijn talenten op een
ander terrein, wat trouwens een nieuwe trend is in de huidige, moderne
maatschappij.
Niemand blijft levenslang vast geankerd aan eenzelfde beroepsleven. Men
zoekt andere mogelijkheden om alle en andere talenten te ontplooien. De
bakkerij Savat werd verkocht aan restaurantgigant Huyze De Baere, Dirk De Baere, een bewoner van de Noordstraat, met
een visie en ondernemingstalent.
De drie kinderen van Hubert en
Erna zorgden in de loop der jaren voor tien kleinkinderen die allen studeerden
en een aantrekkelijke betrekking hebben. Het is wel eens interessant hen te
vernoemen. Hubert en Erna zijn gekend en geliefd in Maldegem en de mensen
stellen meestal belang in de nakomelingen.
De 10 kleinkinderen van Erna en
Hubert brengen een glimlach op hun gezicht, zij zijn de rots in de branding, de
trots van elke grootouder.
Luc Savat en Ineke Kaas hebben vier kinderen, Marlon, Lorenz, Milton en Loïs.
Dochter Ann is getrouwd met Peter Van Eetvelde en zij hebben vijf kinderen
met Bijbelse namen, Sarah, Enya, Isaiah,
Hannah en Jona. De jongste dochter Adinda
Savat is getrouwd met Norwin Van Riel uit Drenthe en heeft een dochter, Lore. Zij wonen in Aardenburg.
Bakkers zijn belangrijk, zij
leveren het dagelijks vers brood aan heel veel mensen. Brood is een levensnoodzakelijk
voedsel dat altijd betaalbaar zal blijven. De variaties er rond zijn boeiend en
afwisselend, een lust voor het oog en voor de tong. Brood brengt de mensen
samen, rond de tafel, wat ook heel belangrijk is. Brood bevordert het sociaal
contact. Bakkers leveren een product dat de mensen dichter bij elkaar brengt.
Op de laatste foto, Luc Savat, bakkers Van Killegem, in de bakkerij tijdens een schooolbezoek.
Bakker Savat deel II wordt vervolgd.
Met dank voor de fotos en de informatie aan de Heer
Hubert Savat en Mevrouw Erna Dobbelaere.
Op de
fotos Hubert Savat met bakkersgastje Werner Van Vooren, Hubert tijdens
carnaval met zijn vrienden Roland De Caussemaker en Jackie Van den Abeele, de
etalages van de diverse bakkers Savat, de gerenoveerde winkel van Hubert en
Erna Savat Dobbelaere, het echtpaar Hubert en Erna Savat Dobbelaere, op de
laatste foto, de jongste bakker Luc Savat en bakker Van Killegem tijdens een
schoolbezoek aan de bakkerij.
18-10-2014 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
16-10-2014
Bakker Savat, Noordstraat, deel I.
BAKKERIJ SAVAT
een handelszaak
die bijna een eeuw lang alle veranderingen in de handelskilometer van weleer
trotseerde,
volgt nu een ander spoor.
Deel I, de Noordstraat deel X.
Enkele huizen voor de bocht van de Noordstraat naar
de Bloemestraat was bijna 100 jaar lang, BAKKERIJ
SAVAT, een handelszaak die de jaren, de talrijke en maandenlange
straatrenovaties en het eenrichtingsverkeer in de Noordstraat, Maldegem trotseerde.
De bakkers
DAVID, NORBERT, ARMAND, HUBERT en LUC, vier generaties SAVAT bakten jarenlang
brood en gebak voor honderdduizenden Maldegemnaren en buurtbewoners.
Gebeurde het bakken bijna 100 jaar geleden manueel en werd het brood met ezel
of paard en kar rondgebracht, met een bakfiets of een triporteur, de bakkers
Savat pasten zich telkens aan de moderne tijd. Nieuwe, ingewikkelde, handige,
werk besparende en dure bakinstallaties deden hun intrede in de loop der jaren en
brood werd rondgebracht met bestelwagens, tot dit laatste ook werd afgeschaft
aangezien elk inwoner van Maldegem, ook op het platteland langzamerhand
beschikte over een eigen wagen en zelf boodschappen deed in het centrum en in
de winkelketens op de ring.
Op de oude prentkaart, daterend van 1909, links staat David Savat (1875) met een stapel brood in de linkerhand, in het
midden staat met de hoed op, buurman Emiel
Spiegelaere (15 juni 1878), schrijnwerker
- timmerman en echtgenoot van Emma Vincke (1877), een modiste, die in het huis woonde rechts met het uithangbord, nummer 72. Op het voetpad met witte schort
staat de huisschilderPieter De Baets die een gevel aan t
schilderen was waar de ladder staat aan de rechterkant. Pieter De Baets (25 09 1884) was de vader van Raphaël De Baets. Pieter
De Baets woonde met zijn gezin in de Stationsstraat 38, schuin over de vroegere
CERA bank. Zijn zoon Raphaël De Baets woonde aanvankelijk in het huis naast het
voormalige kaaswinkeltje, t Hoeveke, waar jarenlang Kapper Meneve een zaak
uitbaatte. Raphaël De Baets en zijn echtgenote Angèle Timmerman startten een handelszaak in verf en behangrechtover het Jeugdhuis in een brede woning dat
eigendom was van de tantes van Raphaël, Cordula en Emma De Baets die er een
herberg hadden, Café Congo in nummer
52. Nu is dat de leegstaande voormalige Leonidas
pralinen winkel. Angèle Timmerman was de zus van Theophiel, dus een tante
van de gekende Louis Timmerman.
Naast het huis van Emiel Spiegelaere was ooit de woning van Dierenarts Henri Van der Donckt (1879) en Maria
Cuelenaere. Dit huis werd verkocht aan Alice Cauwels.Kapper Carlos De Brée - Decostere kocht deze woning en startteParfumeriePenelope. Toen deze handelszaak
verhuisde naar de Markstraat heeft Leen
Van den Driessche, de dochter van de handelsreiziger Jules Van den Driessche (1923) en Paula Spelier (1922) er een wol boetiek Berger DU NORD opengehouden.
Het is nu depraktijk en de woning van
Kinesitherapeut en Osteopaat Arne Verstrynge en Marianne De Brée.
Dan volgde hetlage huis van Ibeke
(Urbanie) Moelaert en Camiel Matthys (1879), daar kwam later de lingeriewinkel van Paula Wabbes (1919)
in nummer 78. Later is er de lingeriewinkel
van Greet Verstryngegekomen.Het grote huis ernaast, met twee ramen en een
uitstalraam was de woning en de kruideniersgroothandel
en winkel van Louis Bekaert en Cecilia Vanhyfte en familie. Alice Bekaert
(1886) was winkelierster in de Noordstraat 80.In nummer 82 woonden de zoon van slager Leonard Dobbelaere (1882) en Irena Cauwels, vleeswarenfabrikantAlbert Dobbelaere (1910) en Magd. Van de
Genachte (1911). Dat wat de prentkaart betreft.
De ouders van David Savat waren Pieter
Savat en Clémence Debbaut. David Savat (14 mei 1875) en zijn echtgenote Melanie De Muynck woonden in de
Noordstraat nummer 73. Melanie De
Muynck, had het huis geërfd van haar ouders, de kleermaker Eduard De Munck en Frederika Veirdegem, die in nummer 75 woonden.
De zonen van Eduard De Muynck, Georges De Muynck (1913) was kleermaker enValère De Muynck (1910) was kapper. Valère en zijn echtgenote
Julienne Cockheyt (1913) woonden in nummer 77. Aan de andere kant, woonde de
postbode Petrus Van Canneyt en Melanie Bleyaert. De postbode Marcel Van Canneyt (1909) enElza Van Rie (1911) woonden in 67. In nummer
65 was er de kruidenierswinkel van Cordula
Marclé (1900), echtgenote vande
handelsreiziger, Hector Braet (1899) en moeder
van Willy Braet (1924) die werkten voor de firma De Meyere. Nu is op de hoek de
gerenoveerde woning van voormalig juwelier Daniël Coens. In nummer 75, naast de
bakkerij woonden later de gemeenteontvanger Camiel Serlet (1909) en Maria De Clerck (1912).
Aan de overzijde van de bocht naar de Bloemestraat woonden houthandelaar en
handelsreiziger Etienne Verstringe en Dina Van Moffaert. Dina was een dochter
van kleermaker Janvier Van Moffaert
en Marie Borgonjon in de Nieuwstraat 28. Dina gaf les huishoudkunde in het
Koninklijk Atheneum. Louis Pieters
heeft er nog gewoond later. Nu is daar het modern flatgebouw Artemis.
Een tante van Melanie De Muynck, de groottante van Hubert Savat, Barbara De Muynck had een kantschool in de bakkerij, in 1858 (zie
tijdschrift Ons Meetjesland, 1985, jaargang 18 nr. 4). In die tijd waren er
in Maldegem talrijke kantschooltjes. De meisjes kregen er een beetje onderwijs
in godsdienst, taal en rekenen, leerden er de fijne kneepjes van het kantwerk
en kregen hiervoor een kleine vergoeding als bijdrage voor het gezinsbudget.
Gabriël De Lille schrijft in zijn brochurereeks Maldegem in Beeld en in
Schrift: Er was veel armoede in
Maldegem. 100 à 200 jaar geleden leefde een derde van de Maldegemse bevolking zonder middelen van bestaan,
in een tijd waar sociale voorzieningenzoals
werkloosheidsvergoeding, kinderbijslag en pensioenen onbestaande waren. De
gemeente, de Openbare Onderstand, de COO, het OCMW of het Sociaal Huis zoals ze
dat tegenwoordig noemen en de kerk probeerden op allerlei manieren de armen een
klein inkomen te verschaffen, zodat zij niet moesten verhongeren of gaan
bedelen.
Als je de alarmerende berichten via de media moet geloven is intussen nog
niet heel veel veranderd. Ondanks de uitgebreide sociale voorzieningen, leven
nog heel veel mensen in armoede. Kinderen
komenzonder broodtrommelnaar school. Stel je voor dat er geen
broodmaaltijd is voor de kinderen in onze welvaartsmaatschappij.
David Savat en
zijn echtgenote Melanie De Muynck hadden drie kinderen, Armand (04
04 1909),Norbert (6 januari
1911) en Elvira (10 december 1915).
De jongste, Elvira Savat (1915) was
getrouwd met de handelaar in
sproeistoffen Charles Vanhulle (1923), in de Noordstraat 74, waar nu twee
huizen opgetrokken zijn door de families Roger en Pascal De Decker. Ze hadden
twee kinderen Nicole Vanhulle en Paul Vanhulle, een advocaat.
Armand en
Norbert waren de bakkers en vulden hun nachtwerk aan met
het rondbrengen van brood op het platteland, enkele dagen per week, maandag,
woensdag, donderdag en zaterdag. Armand deed dit in de Aardenburgkalseide,
Strobrugge, Moerhuize en de Oosthoek. De bakkers waren overal welkom in elk
gezin. Zij waren altijd vriendelijk, hadden een luisterend oor en brachten
afwisseling en nieuws in een eentonig landelijk leven. Armand was getrouwd met Ivonna Vermeulen (1910) en woonde in de
Noordstraat 241. Zij hadden geen kinderen.
Norbert Savat en zijn
echtgenote Magdalena Rotsaert
woonden aanvankelijk in de Vakekerkweg 105, maar kwamen later in de zaak zelf
wonen. Zij zetten het bakkersbedrijf van stamvader David verder, renoveerden de
zaak en breidden uit.
Bakker Savat deel I wordt vervolgd.
Met dank voor de fotos en de informatie aan de Heren Valeer
Posman, Marc De Baets, Hubert Savat en Mevr. Erna Dobbelaere en Leen Van den
Driessche.
Op de
fotos: David Savat met paard en kar, de bakkerij Norbert Savat Rotsaert, de
huizenrij rond Bakker Savat anno 2011 en een foto van bakker Armand Savat,
broer van Norbert. En een etalage vol taartjes en taarten die doen watertanden.
16-10-2014 om 00:00
geschreven door Marianne Posman 1
26-09-2014
INGRID CAECKAERT en voorouders, deel II.
Een halve eeuw lang maakte BAKKERIJ CAECKAERT deel uit van de vele
bakkerijen in Maldegem, die de mensen voorzagen van brood, gebak en chocolade
in allerlei vormen en soorten.
Deel II, de Noordstraat deel IX.
HISTORIEK
Bakker Marcel Caeckaert (18 april
1906 - 24 november 1979) en zoon Georges
zorgden voor het dagelijks brood, pistolets, sandwiches, Frans brood,
boterkoeken, croissants en andere lekkernijen, pralines, speculaas, snoep in
het centrum en op het platteland. Soms werd er ook gebakken en geleverd aan
andere handelszaken.
Marcel
Caeckaert en zijn zoon Georges deden het lastige en zware nachtwerk, brood
bakken van s avonds tot s morgens vroeg terwijl hun knappe echtgenoten aanvankelijk
Irma Verstuyf en later Marie - Josephe
Vereecke de hele dag de klanten bedienden met de glimlach.
Toen er
vraag was naar pralinen, was Marie-Josephe, zakenvrouw tot in de toppen van
haar tenen, er als de pinken bij om aan haar klanten een uitgebreid assortiment
pralinen aan te bieden. De klanten deden twee vliegen in één klap in dezelfde
zaak.
Volgens professor De Brabandere, de autoriteit in België wat betreft
verklaring familienamen komt de naam
Cae(c)kaert voort uit de naam Jacquart
(zie website champagne Jacquart).
De
Caeckaerts hebben hun wortels in de streek van Landegem-Nevele en Lotenhulle.
(1435). Vanaf 1563 waren de parochiepriesters verplicht de dopelingen te
registreren met vermelding van de ouders, de peter en de meter. Vanaf dit
moment is het niet zo moeilijk meer gegevens van de voorouders op te sporen en
te synthetiseren tot een stamboom.
Voor de
familie Caeckaert is de stamboom gebundeld in een prachtig, rijk geïllustreerd
boek Familie Caeckaert 500 jaar
geschiedenis. Domenicus Caeckaert was hoogleraar kerkelijk recht in de
zestiende eeuw. Andere Caeckaerts bekleedden belangrijke openbare functies. De
Caeckaerts verspreidden zich in Vlaanderen maar sommigen trokken naar Amerika en anderen startten een
handelszaak in Frankrijk in de buurt
van Reims. Vanaf midden 1700, namelijk in 1738 nadert een tak van de Caeckaerts
onze streek via Damme, Sijsele, werden ze gelinkt aan Maldegem door geboorten,
huwelijken en overlijdens.
Jacobus Caeckaert is in 1785
overleden in Sijsele. Albert Caeckaert
werd geboren in Damme in 1801 en is overleden in Maldegem in 1885. De zoon van
Albert, Francies Caeckaert werd
geboren in 1839 in Beernem en is overleden in Maldegem in 1912. Hij was
getrouwd met Ulalia Pots (Adegem
1840 Maldegem 1917).
De zoon van Francies, Arthur
Caeckaertwerd geboren in Maldegem 1877.
Hij trouwde met Elodie Van Landschoot
(1877 1932).
Zij hadden acht kinderen: Julien (1905) werd bakker in de Kleitkalseide
183, Marcel werd bakker in Maldegem
centrum, Magdalena, Hubert werd bakker in Sint Margriete, Hubertine, Roger
(1913) werd timmerman, Maria en José-Marie.
Een grote kroost die zorgde voor een grote groep afstammelingen
Caeckaert in deze contreien. Arthur
Caeckaerten Elodie Van Landschoot
waren dus de grootouders van Georges en Etienne Caeckaert en de ouders van
Marcel Caeckaert.
Marcel Caeckaert (1906) vestigde
zich als bakker in de Noordstraat in Maldegem, juist voor de hoek naar de
Bloemestraat. Zijn vader Arthur was molenaar van de Molen Caeckaert in Kleit,
dus Marcel bleef werken in dezelfde branche.
Marcel trouwde met
Irma Verstuyf, een dochter van Alfons Verstuyf (1880) uit het Molentje
nr. 158 in Maldegem. Alfons was de zoon van Petrus Verstuyf en Barbara Van
Hauwe. Hij trouwde op 26 april 1906 met Alice De Backere (1882) dochter van de
Donkse timmerman, Victor De Backere en van Barbara Versluys.
Alice en
Alfons hadden negen kinderen: Germain, Rosa, Irma, Martha, Omer, Gilbert, Jordaan (Georges), Esther en Roger Verstuyf. Vanaf 1918 woonde Alfons met
zijn gezin in de huidige handelszaak van Henri
en Marnix Derycke, verwarming-sanitair-elektro handel, Noordstraat nr. 158.
De firma A.
& N. Verstuyf was heel ondernemend. Ze werkten met twee broers. Alfons had
een koeriersbedrijf - postdienst van Maldegem naar Gent en Pol (Napoleon 1882)
Noordstraat 172, reed jarenlang van Maldegem naar Brugge, met paard en kar op
meestal bar slechte, schaarsverlichte wegen met één rijstrook. Later schakelden
ze over naar de vrachtwagen. Alfons was voerman van 1893 tot 1958, 65 jaar
lang. Het ontbrak de familie Verstuyf niet aan ondernemingszin. Alle kinderen erfden zakeninstinct. Een van hen, Irma Verstuyf, getrouwd met bakker Marcel Caeckaert en leidde jarenlang de
succesvolle banketbakkerij in de Noordstraat
61.
Alfons
Verstuyf en Alice De Backere, hun negen kinderen, hun 25 kleinkinderen, van wie
Georges er een was en tientallen achterkleinkinderen hebben gezorgd voor de
verspreiding van voldoende zakentalent om de economie in Maldegem en omstreken,
levendig te houden. Marcel en Irma hadden het ondernemingstalent in de genen.
Marcel Caeckaert en Irma
Verstuyf hadden twee zonen. Georges
(1936) en Etienne (1937). Georges trouwde met Marie-Josephe Vereecke en zij
hadden een dochter, Ingrid Caeckaert.
Etienne trouwde met Maria Van Holle uit Leuven. Zij hadden drie dochters Patricia, Anita en Kristin Caeckaert,
allen geboren in Leuven.
Een verwante
van de familie Caeckaert namelijk Albert
Caeckaert, een rechtstreekse afstammeling van dezelfde Francies Caeckaert
en Ulalia Pots, de betovergrootvader van Erik
Caeckaert[1], kwam kort na zijn
huwelijk met Marie Van den Bon
terecht als molenaar in Maldegem-Kleit. Molenaars pachtten toen meestal een
molen voor een periode van zes jaar.
Maar Albert Caeckaert kocht een groot stuk
grond en bouwde er een molen en een
woning in 1842, in
de Kleitkalseide, naast het houtbedrijf van de Firma Van den Eeckhout. Op de oude prentkaart, staan links het woonhuis,
in het midden de molen en rechts een kapelletje. Het was een korenwindmolen met
een berg rond vanwaar de kap met de wieken op de wind gezet werd. Er werden
granen gemalen maar ook eikenschors die geleverd werd aan de talrijke huidvetterijen
in Maldegem.
In 1877 kwam
de molen door verkoop aan Francies Caeckaert-Pots en in 1914 aan de weduwe en
de kinderen, Kamiel, Jules, Hendrik, Arthur
en Mathilde. Arthur was de vader van Marcel Caeckaert.
De molens
draaiden tot in 1926 toen werd overgeschakeld naar een gasmotor. De wieken
werden verwijderd in 1939 en de kap waaide eraf. De romp werd ingekort en dicht
gegoten. Na WO II werd een elektrische motor en een nieuwe maalstoel geplaatst
op de benedenverdieping. De opkomst van veevoederfabrieken gaven de definitieve
doodsteek aan het mulderbedrijf. Pas in 2002 werden de laatste overblijfselen
van de Caeckaert molen definitief verwijderd.
TERUG NAAR DE NOORDSTRAAT,
MALDEGEM.
Naast de woning van bakker
Marcel Caeckaert was er een hoekwoning, van de handelsreiziger Etienne Verstringe en de huishoudlerares
Dina Van Moffaert. Aan de andere kant van de bakkerij waren enkelesmalle woningen, in het eerste huis nummer 59
woonden Aloïs Bomberna, meubelmaker
en schrijnwerker, Alice Ronse en hun gezin, in de twee volgende woningen
woonden o.a. Alex Clyncke, was de handelszaak van juwelier en horlogemaker
Germain Decostere (1907) en Magdalena Demey (1904) en de kapperszaak van Carlos
De Brée en Bea Decostere.
Dan volgde Apotheek Robert Lippens, later
schoenmakerij Marc Matthys in het
Jeugdhuis, vroeger woning van dokter-burgemeester-brouwer Désiré Van Mullem.
Op de foto
staat de neef van Georges Caeckaert, Carlos
De Brée in het deurgat, bij juwelier en horlogemaker GermainDecostere staat zijn echtgenote Magdalena
Demey voor het deurgat met twee kleinkinderen Linda en Marc De Brée en een
hondje.
Die woningen
waren ooit eigendom van postmeester Gerard Buyssens (1910), een familienaam die
vroeger wel eens meer opdook in het centrum. Die huizenrij werd afgebroken en
vervangen door Residentie Van Mullem.
Bakkerij Caeckaert, werd een
tiental jaar geleden samen met de hoekwoning tot aan de Bloemestraat afgebroken
om plaats te maken voor het appartementsgebouw
Artemis. Van de hoek Etienne Verstringe tot aan het Jeugdhuis werden alle
woningen afgebroken en vervangen door appartementsblokjes met onderaan een paar
handelszaken.
BAKKERIJ CAECKAERT VEREECKE, alom
gekend in Maldegem en omstreken, waar dochter INGRID CAECKAERT (7 mei 1964 - 16 maart 1991) is
opgegroeid tot een zelfbewuste, gedreven, joviale, attente, dynamische jonge
zakenvrouw en waar zij enthousiast heeft geleefd en verzekerd was van een beloftevolle
toekomst.
Bij haar onverwacht,
onwezenlijk, onbegrijpelijk overlijden, stortte de hele wereld voor altijd in
elkaar voor allen die van haar hielden.
Een
onbekende tot nu toe, die ondanks een intensieve speurtocht nooit werd
opgespoord maakte heel veel levens stuk. Niemand kon zich voorstellen dat die
betrouwbare, bloeiende bloem van een
dochter, die leefde voor haar werk en haar familie, zou vermoord worden op
klaarlichte dag, voor haar appartement op wandelafstand van haar eigen Immokantoor
in Knokke-Heist.
De bakkerij werd
stopgezet in 1991, na haar overlijden.
De bakkerij en
de buurthuizen zijn afgebroken en verdwenen
maar de herinnering aan een mooie, jonge,
sympathieke, liefdevolle, dochteren verantwoordelijke
en succesvolle zakenvrouw zal altijd
blijven leven in de gedachten van vele mensen die haar en haar familie
genegen waren.
Het mag niet zijn dat kinderen
sterven voor hun ouders en zeker niet op die onafwendbare manier.
De geschokte ouders moesten hun dochter
Ingrid uit handen geven en toevertrouwen aan
een oneindige goede Godmet de vraagom haar naam in ons midden levend houden.
Het
overlijden van een kind is een onaanvaardbaar en schrijnend lot dat diepe
wonden slaat voor hen die achterblijven. Allen blijven zoeken naar een
uitweg, met tranen die niet te stelpen zijn en verdriet zo diep als de zee.
Het is zoals in het troostgevend
versje van Bram Vermeulen.
En als ik dood
ga, huil maar niet
Ik ben niet
echt dood moet je weten.
Het is maar een
lichaam dat ik achterliet
Dood ben ik pas als jij mij bent vergeten!
Bakkerij Caeckaert, deel II, de Noordstraat IX.
Met dank voor de fotos en informatie aan het Archief
Maldegem, aan de Heer Georges Caeckaert en Mevrouw M.- J. Vereecke, aan de Heer
Carlos De Brée, voor de stamboom werd het internet geraadpleegd en het boek Familie Caeckaert 500 jaar
geschiedenis, geschreven door Walter
Caeckaert. In Honderd jaar
Adegem, Maldegem, Middelburg p 140/145, staan de molens Caeckaert en de
Bakkersronde beschreven. Familieblog Caeckaert: http://caekaert.wordpress.com/ is interessant.
De fotos
stellen Ingrid Caeckaert en haar ouders
en grootouders voor, de Molen Caeckaert in Kleit, de romp van de molen, de
woningen naast de bakkerij Caeckaert: Juwelier Germain Decostere en Kapsalon Carlos
De Brée.
Foto van de familiebijeenkomst Alfons Verstuyf en zijn nakomelingen in
de Noordstraat en de etalage met de pralinen.
(1) Erik Caeckaert leerde het molenaarsvak van zijn vader Honoré en is mulder op de
gerestaureerde Westermolen in Lembeke.