Het denkende hart van de barak : de brieven van Etty Hillesum./ Etty Hillesum. 11de druk, Amsterdam, Balans, 2009, 151 p. : ill. ISBN9789460031830 (paperback)
Het ondiepe. Hoe onze hersenen omgaan met internet./ Nicholas Carr. Oorspr. taal Engels. Oorspr. titel The shallows : how the internet is changing the way we think, read and remember. Amsterdam, Maven Publishing, 2011, 327 p. ISBN9789490574130 (paperback)
Vos 8. Een furhaal. / George Saunders. Ill. Chelsea Cardinal. Oorspr. taal Engels. Amsterdam, De Geus, 2019, 53 p. : ill. (ISBN9789044541755 - hardback)
De eindeloze steppe./ Esther Hautzig. Amsterdam, Leopold, 1987, 171 p. (ISBN90-258-3635-6)
In het begin van de Tweede Wereldoorlog komt Polen onder Russisch regime. Esther, een joods meisje, en haar familie worden door de Russen naar Siberië verbannen.
Rudolf Steiner en de anthroposofie./ Frans Carlgren. Zeist, Vrij Geestesleven, 1978, [84] p.
"In deze biografie van Rudolf Steiner worden leven en werken van de grondlegger van de anthroposofie besproken. Na de eerste kennismaking met jeugd en opvoeding wordt vooral aandacht besteed aan de door hem zelf ontwikkelde leer die geleid heeft tot belangrijke ontwikkelingen vooral op het gebied van kunst, religie, natuurwetenschappen, opvoeding, geneeskunde en landbouw, waarbij hij vele moeilijkheden heeft moeten overwinnen. Bevat foto's en een literatuurlijst van Nederlandstalige werken en geeft een goede indruk van de invloed die Steiner nog steeds uitoefent op het denken en handelen van vele mensen.
Van cohousing tot volkstuin. De opmars van een andere economie./ Gerard Hautekeur. Berchem, EPO, 2017, 213 p. ISBN 9789462670945 (paperback)
Een volkstuin in Zellik, een complementaire munt in Gent, de prefinanciering van energiezuinige toestellen in Antwerpen, en de coöperatieve sociale kruidenier voor Vlaams-Brabant. Op het eerste gezicht zijn het vier totaal verschillende projecten. Maar schijn bedriegt. Het zijn vier initiatieven waar burgers en middenveldorganisaties het heft in eigen handen nemen. Sinds de economische crisis zit de sociale en coöperatieve economie in de lift. Maar hebben ook maatschappelijk kwetsbare groepen daar baat bij?
Gerard Hautekeur nam bic en notitieblok, en maakte zijn ronde van Vlaanderen. Langs stadslandbouwprojecten, sociaal distributieplatform gezonde voeding, sociale kruideniers, cohousingprojecten, initiatieven van buurteconomie, ruil- of deeleconomie. Langs hoofdrolspelers, bevoorrechte getuigen en experts. Dit boek inspireert actoren die willen investeren in alternatieve economische modellen en daarbij uitgaan van het perspectief en de kracht van maatschappelijk kwetsbare groepen.
Het gordijn./ Kader Abdolah. Amsterdam, Prometheus, 2017, 180 p. (ISBN9789044634747 - hardback)
"Het leven van Kader Abdolah is in twee periodes te verdelen.
De eerste helft van zijn leven woonde hij in Iran; de tweede helft begon met een vlucht uit zijn land die hem naar Nederland zou voeren.
In Nederland begon hij met een nieuw leven en schiep hij zijn literaire oeuvre. Zijn boeken werden vertaald en hij reisde de wereld over, naar lezers in alle landen.
Maar naar één land kon hij nooit meer terug: zijn vaderland. En dat terwijl zijn moeder intussen in de winter van haar leven belandde.
Recentelijk reisde Kader Abdolah naar Dubai, het land van zand en olie, om daar zijn moeder en zus te ontmoeten, wat voor haar gemakkelijker was en voor hem veiliger. Hij wilde zijn moeder zien, misschien wel voor het laatst, en vooral omdat ze geleidelijk in de wereld van de dementie aan het verdwijnen was.
Maar eenmaal in Dubai aangekomen werd hij geconfronteerd met een geheimzinnige wereld van de ouderdom waarin zijn moeder hem steeds dieper meenam.
'het Gordijn' is het hoogstpersoonlijke, soms hilarische en soms ronduit pijnlijke verslag van Kaders ontmoeting met zijn moeder. Met 'het Gordijn' neemt de schrijver ons mee op een ongewone reis.
'het Gordijn' is een compact boek. Maar het is een boek van een grote intensiteit en bevlogenheid, geschreven door een van de fijnzinnigste schrijvers van onze letteren."
De raaf./ Louis Beyens. Amsterdam, Uitgeverij Atlas Contact, 2018, 221 pagina's, [16] pagina's platen
ISBN 9789045034188 (paperback)
"In ‘De raaf’ schenkt Louis Beyens aandacht aan de vogel die volgens hem erg onderschat wordt. De raaf is namelijk niet echt de Caruso van het dierenrijk. Toch is hij net als de kraai een heuse zangvogel, de grootste zelfs. Was hij vroeger een gewone broedvogel in Nederland en België, door zijn duistere, zwarte uiterlijk, de vermeende concurrentie met jagers en zijn slechte naam als aaseter hadden we hem bijna uitgeroeid. Halverwege de vorige eeuw is hij heruitgezet en nu leven er weer honderden broedparen in de Lage Landen. Daar mogen we blij mee zijn, want de raaf is een van de intelligentste diersoorten ter wereld. In vrijwel alle culturen neemt de raaf een belangrijke plaats in, mede door zijn incarnatie van de eeuwige tegenstelling van goed versus kwaad. In dit deel van de vogelserie vertelt Louis Beyens aanstekelijk en toegankelijk over deze prachtige mythische vogel waarmee de mens al zo lang een speciale relatie heeft."
Klassieke roman, oorspronkelijk uitgegeven in 1903, van de Amerikaanse auteur Jack Londen (1876-1916).
"In de klassieke Amerikaanse avonturenroman ‘De roep van de wildernis’ onderzoekt Jack London de wetten van de beschaving en van de wildernis – en de kracht van instinct – door de ogen van Buck, half sint-bernard, half collie. Nadat hij is weggerukt uit zijn comfortabele Californische leven wordt Buck verkocht als sledehond tijdens de goudkoorts die Klondike in zijn greep heeft. Vertrouwen op zijn oerinstinct is de enige manier waarop hij kan overleven.
Jack London (1876-1916) put in ‘De roep van de wildernis’ uit zijn eigen ervaringen als goudzoeker in de Canadese wildernis, maar ook uit de denkbeelden van Charles Darwin en Friedrich Nietzsche, wat het verhaal tot een duurzame vertelling over overleven maakt."
Stoner./ John Williams (1922-1994). [Amsterdam], Dwarsligger, 2016, 495 p. ; 12 cm. (Reeks Dwarsligger ; 244). ISBN9789049805012 (paperback)
"Stoner van John Williams vertelt het levensverhaal van William Stoner. Hij wordt aan het einde van de negentiende eeuw geboren als zoon van een arme boerenfamilie. Tot groot verdriet van zijn ouders kiest hij voor een carrière als docent Engels. Hij wijdt zijn leven aan de literatuur en aan de liefde – en faalt op beide fronten. Zijn huwelijk met een vrouw uit een gegoede familie vervreemdt hem verder van zijn ouders, zijn carrière verloopt moeizaam en zijn vrouw en dochter keren zich tegen hem. Een nieuwe liefdesrelatie wordt verbroken om een schandaal op de universiteit te voorkomen. Stoner sterft uiteindelijk in anonimiteit, zoals ook zijn hele leven zich in de marge heeft afgespeeld."
Kolja. Roman./ Arthur Japin. Amsterdam, De Arbeiderspers, 2018, 342 p. : ill. (ISBN 9789029509916)
Kolja is acht jaar oud en doofstom als de broers Modest en Pjotr Tsjaikovski zich over hem ontfermen. Achttien jaar trekken zij met hem op. Reizend door Europa bevrijden zij de jongen uit zijn isolement. Modest leert hem liplezen en feilloos spreken. Dankzij Pjotr lukt het hem zelfs muziek te ervaren. Kort voordat de componist in 1893 sterft, richt hij zijn laatste brief, een smeekbede, aan Kolja.
Als de jongeman, inmiddels 25, op de ochtend van Tsjaikovskis overlijden in Petersburg arriveert, begint hij te twijfelen aan de officiële doodsoorzaak, cholera. De ware toedracht wordt door iedereen stilgehouden. Maar stilte kent voor een dove als Kolja geen geheimen.
Stierf de componist een natuurlijke dood of was hij slachtoffer van een complot? Wat stond er in de brieven waarmee men hem chanteerde? Wat was de rol van het geheimzinnige studiegenootschap en hun erecode? Wie dreef Tsjaikovski tot zijn gruwelijke dood en waarom greep de Tsaar niet in?
Kolya heeft drie dagen, tot de staatsbegrafenis, om de waarheid te achterhalen. Maar terwijl Petersburg gonst van de geruchten, rijst de vraag of hij de Tsjaikovskis, die hem leerden spreken, niet beter dient door nu te zwijgen.
Een roman gebaseerd op soms lang verzwegen - feiten.
Leven als een beest./ Charles Foster. Amsterdam, Signatuur, 2017, 236 p. Oorspr. titel Being a beast (ISBN9789056725808 - hardback)
Charles Foster wilde weten hoe het is om een dier te zijn. Dus probeerde hij het uit.
Als das leefde hij wekenlang in een hol terwijl hij regenwormen leerde eten. Als otter zwom hij 's nachts in de rivieren van Devon. Als (stadse) vos wroette hij in Londense vuilnisbakken. Als edelhert struinde hij Exmoor en de Schotse hooglanden af. En als een gierzwaluw volgde hij obsessief de trektocht tussen Oxford en West-Afrika. (Bron: boek.be)
Compostela. Voetreis naar het einde van de wereld./ Jean-Christophe Rufin. Antwerpen, De Bezige Bij Antwerpen, 2014
239 p. (ISBN9789085425748 - paperback)
De Franse schrijver en academicus Jean-Christophe Rufin verbaasde zichzelf en zijn omgeving door naar Santiago de Compostella te stappen. 785 kilometer lang volgt hij de Chemin du Nord, een route die veel minder druk is dan de gebruikelijke pelgrimstocht. Maar waarom doet een mens dat? 'Telkens als iemand me die vraagt stelt, kan ik daar zeer moeilijk op antwoorden', schrijft Rufin. 'Ik ben gewoon vertrokken, dat is alles.'
De reis leidt hem langs de Baskische en Cantabrische kust, en over de wilde bergen van Asturië en Galicië. Maar hooggestemde heroïek is niet aan hem besteed. Rufin is een fijnzinnige observator van wat ons, mensen, beweegt. Zijn Compostella. Voetreis naar het einde van de wereld past in het rijtje van de grote literaire reisverhalen. Rufin schetst het ene amusante portret na het andere, filosofeert er ludiek op los, en oefent zich in zelfspot, humor en verwondering. Eens op reis, altijd op reis.
Deel 2 uit, onmiddellijk verweesd & onthutst, ...
Onweerstaanbaar gespannen verlangend naar het vervolg...
Hoe is het mogelijk op zo'n manier een boek te schrijven dat zooo verslavend inwerkt op de lezer?! Zelden zo fel meegemaakt:
De nieuwe achternaam. Adolescentie./ Elena Ferrante. Vertaler Marieke Van Laake. [Amsterdam], Dwarsligger, 2018, 855 p., 12 cm, Reeks Dwarsligger ; 514, De Napolitaanse romans ; 2. ISBN9789049806361 (paperback)
Info:
bibliotheek.be (--> naar beneden scrollen voor besprekingen! --> De Standaard, 'Ongemakkelijke waarheden zijn het zout van de literatuur'./ Ruth Joos, 21 augustus 2015)
Het verhaal van Ásta./ Jón Kalman Stefánsson. Amsterdam, Ambo|Anthos, 2019, 430 p. (ISBN9789026342967 - hardback)
' Waar ga je heen, als er geen uitweg is uit deze wereld?
Het is een zin die een paar keer in de roman wordt herhaald. Het is misschien wel de kerngedachte van deze roman. Zowel voor Ásta, Josef als de schrijver aan de eenzame kust. Een vorm van wanhoop, een van de redenen dat alle verhalen worden verteld, dat deze roman geschreven is, is het vinden van een antwoord op deze vraag; een vraag als een open wond.
Bron: tzum - interview-jon-kalman-stefansson
"Jón Kalman Stefánsson, auteur van onder meer Zomerlicht, en dan komt de nacht, schreef met Het verhaal van Ásta een meesterwerk over liefde en sensualiteit. Het verhaal van Ásta is een aangrijpend verhaal over het onvermogen om lief te hebben. Een prachtige en zinnelijke roman over het leven dat altijd anders verloopt dan we hoopten, en onze eindeloze zoektocht naar geluk.
Stavanger, Noorwegen. Sigvaldi ligt op de stoep: hij is van een ladder gevallen. Net als de wolken die steeds van uiterlijk veranderen, veranderen zijn herinneringen met de tijd. Liggend op de stoep herinnert hij zich de man die hij dertig jaar geleden was in IJsland, een man die s winters op zee voer en s zomers als schilder werkte. Zijn eerste vrouw, Helga, was diep verliefd op hem en toch onrustig. Ze noemden hun tweede dochter Ásta, naar een heldin uit de IJslandse literatuur. Een voornaam met een belangrijke betekenis het lijkt heel erg op het IJslandse woord voor liefde maar die slechts ongeluk zal brengen.
'Soms klinkt Stefánsson een beetje grappig-afstandelijk, soms een tikkeltje ironisch, maar nooit sarcastisch of neerbuigend, alsof deze alwetende verteller voortdurend wil zeggen: ziedaar de mens, met al zijn kleine hebbelijkheden, zijn eenzaamheid, zijn verdriet en zijn obsessies, maar hoe kan dat ook anders, hij is (maar) een mens.' Trouw"
Bron:
amboanthos.nl (Website uitgeverij)
Veronika besluit te sterven./ Paulo Coelho. Amsterdam: Uitgeverij De Arbeiderspers, 2016, 191 p. (ISBN9789029506168 - paperback)
"Veronika is jong, mooi, intelligent... en wil dood. Ze heeft alles beleefd wat er te beleven valt en besluit met een overdosis een einde aan haar leven te maken. In het aangezicht van de dood leert men echter zijn werkelijke verlangens kennen. Wanneer Veronika ontwaakt in een psychiatrische kliniek, beseft ze dat ze niet dood wil, maar vooral graag een ander leven wil leiden. Dan blijkt echter dat haar hart door de overdosis beschadigd is en dat ze binnen een week zal sterven. Durft ze nog iets van het leven te maken, nu het eigenlijk te laat is? "
Bron: boek.be
Shinrin-Yoku : de kunst en wetenschap van het bosbaden./ Qing Li. Amsterdam, Lev., 2018, 309 pagina's : ill. (ISBN9789400509849 - hardback)
"Shinrin-yoku, in het bos 'baden', is overgewaaid vanuit Japan waar dit al een tiental jaren in de mode is. Ons aangeboren vermogen tot genezing wordt ingezet zodra wij korte tijd verblijven in een bos of park en alle vijf zintuigen prikkelen. Dat is volgens wetenschapper Qing Li de basis van bosgeneeskunde en hij geeft uitgebreid uitleg. Hij haalt diverse internationale onderzoeken aan over dieren, mensen en milieu. Zo begon men in 2004 met serieus wetenschappelijk onderzoek naar de relatie tussen bomen en de menselijke gezondheid. Naar verwachting 75 procent van de wereldbevolking woont rond 2050 in de stad. De nadruk in dit boek ligt op specifieke bosplekken en parken in Japan. Men kan het bos ook in huis halen middels planten, oliën, kaarsen en bijvoorbeeld houtspaanders. Li sluit af met de toekomst van dit fenomeen. Met een wereldkaart met veertig bossen, uitleg over de werking van de soorten bomen, verantwoording van de aangehaalde onderzoeken, websites en Engelse titels. Bomen, bos, wandelen in de natuur: hét medicijn anno 2018 voor stressvermindering en verhoging van het immuunsysteem. De vele kleurenfoto's van bomen en bossen brengen je gelijk in de stemming om een boswandeling te gaan maken. Met literatuuropgave en vragenlijst om je psychologische welzijn te meten."
Bron: bibliotheek.be/catalogus
Een kleine inleiding in het boeddhisme./ Edel Maex. Tielt, Lannoo, 2010, 117 p., ill. (ISBN 9020963069)
"Het boeddhisme is op weg om een westerse traditie te worden
Eerdere inleidingen beschrijven het boeddhisme vaak van op afstand; de Antwerpse psychiater en zenbeoefenaar Edel Maex beschrijft het
...
Het boeddhisme is goed op weg om een van de invloedrijkste levensbeschouwingen in de Westerse wereld te worden. De vele verschillende stromingen binnen de boeddhistische traditie maken het echter niet altijd eenvoudig het hart van deze leer te vatten. Zenbeoefenaar Edel Maex voelde de nood aan een bevattelijk en handig basisboekje over het boeddhisme. Zowel lezers die voor het eerst kennismaken met de boeddhistische leer als beoefenaars van het boeddhisme die meer inzicht willen krijgen in de wortels en basisbegrippen van hun beoefening vinden in Een kleine inleiding in het boeddhisme een handige gids."
Wat mindfulness niet is, en wat dan wel./ Edel Maex ; Illustrator Ardan Timmer. Tielt, Lannoo, 2018, 55 p. : illustraties. (ISBN9789401448574 - hardback)
Huidloze hemel./ Herbjørg Wassmo. Breda: De Geus, 1997, 317 p. ISBN 9044500937
De Tora-trilogie van de populaire Noorse schrijfster (1942), inmiddels een klassieker in de moderne Scandinavische literatuur, speelt zich af in de jaren '50 in het ruige noorden van Noorwegen. Na vernedering en verkrachting blijkt Tora, dochter van een Duitse vader en een Noorse moeder, zwanger te zijn door haar stiefvader ('Het huis met de blinde serre' en 'De stille kamer'). In dit derde deel probeert Tora wanhopig de gevolgen van zwangerschap en geboorte van een levenloos kindje alleen te doorstaan. Zij stort zich op de studie en kan dankzij de solidariteit van haar tante Rakel de schande afleggen. Als deze op dramatische wijze sterft, blijft Tora ontredderd achter. Langzaam versmelt haar persoonlijkheid met die van Rakel. Tora maakt een tragische keuze tussen macht, haat en wraak en de totale vlucht uit de realiteit. Wassmo vertelt op krachtige en indringende wijze over de traumatisering van Tora. Het verhaal gaat 'diep onder de huid' van een breed lezerspubliek en is een aanklacht tegen seksueel geweld en 'het zwijgen'.
De grote wereld./ Arthur Japin. Amsterdam, De Arbeiderspers, 2007, 112 p.
Flaptekst:
In zijn jeugd koestert Lemmy, een dwerg, lange tijd de illusie dat zíjn maat ook de maat der dingen is. Tot onvermijdelijk de grotemensenwereld zijn kleine universum binnendringt met rampzalige gevolgen.
Nadat zijn ouders tijdens een circusact op tragische wijze om het leven komen, neemt Lemmys stoïcijnse grootmoeder hem onder haar hoede. Wanneer zich later de kans aandient om met het rondtrekkende gezelschap Märchenstadt Lilliput door Europa te reizen, heeft Lemmy weer een eigen plek gevonden. Hij ontmoet er zelfs zijn grote liefde Rosa. Maar de Tweede Wereldoorlog staat op uitbreken. Lemmy en Rosa zien zich door de buitengewone omstandigheden geconfronteerd met een vraag die ieder mens zich vroeg of laat kan stellen: hoe ver zijn wij bereid te gaan om bij anderen in de smaak te vallen?
De grote wereld vertelt het verhaal van twee dwergmensen, Lemmy en Rosa, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Arthur Japin zet een erg geloofwaardig verhaal neer, verteld vanuit het perspectief van Lemmy. Hij geeft mooi aan wat het betekent om een minderheid te zijn in een samenleving. Meer nog, hij verheft het verhaal tot een bijna universele parabel. De kwetsbaarheid van elke mens die, om te overleven in een gemeenschap, zich moet aanpassen aan wat anderen van hem verwachten of hoe anderen over hem denken, blijkt nog het best geïllustreerd te kunnen worden vanuit het perspectief van een dwergmens. Eén citaat: "Dacht je dat het iets uitzonderlijks was, wat wij moeten doen, jij en ik?' Ze stapt uit haar onderrok en stroopte haar broekje af, zette een voet op de wastafel en draaide de kraan open. 'Dacht je dat andere mensen niet de hele dag bezig waren om maar in de smaak te vallen? [...] Dacht je dat er ook maar één mens bestaat die niet van alles moet verloochenen om maar te voelen dat hij voor een ander misschien van nut kan zijn, dacht je dat soms?"
Bron: Leeswolf. NBD Biblion. 31 december 2007 via: bibliotheek.be
De grond onder onze voeten./Jesús Carrasco. Amsterdam, Meulenhoff/Boekerij, 2017, 224 p. (ISBN 9789029092289 - paperback)
Een aangrijpende en tijdloze roman over de verbindende kracht van verlies en de onverwachte troost van vreemden, van de auteur van het veelgeprezen debuut De vlucht.
Aan het begin van de twintigste eeuw is Spanje ingelijfd bij het grootste imperium dat Europa ooit heeft gekend. Nadat de rust is hersteld, krijgen de militairen die het bevel voerden bij de bezetting een dorp in Extremadura toegewezen om zich te vestigen. Eva Holman, de echtgenote van een van hen, leidt in die idyllische omgeving een teruggetrokken bestaan, totdat een zwijgzame man ongevraagd zijn intrede doet en geleidelijk steeds meer invloed op haar leven krijgt. Beiden delen een verlies groter dan ze kunnen dragen, bij elkaar vinden ze de kracht om op zoek te gaan naar de ware zin van het leven.
De grond onder onze voeten verkent onze verbondenheid met de aarde de plek waar we geboren zijn, waar we vandaan komen, onze wortels. In hetzelfde rijke proza als in De vlucht bezingt Jesús Carrasco de eindeloze weerbaarheid van de mens, de verwondering over ons inlevingsvermogen wanneer de ander in onze ogen niet langer een vreemde is. Een aangrijpende en overweldigende leeservaring, een boek dat je blik op de wereld voorgoed zal veranderen.
(Bron: bibliotheek.be
)
Het huis met de blinde serre./ Herbjørg Wassmo,
Vertaler Paula Stevens. Breda, World Editions, 2014, 347 p. ; 15 cm. (Tora-trilogie; 1, Colibri-bibliotheek; 25)
Aan de voet van de gletsjer./ Halldór Kiljan Laxness; Vertaler Marcel Otten; Nawoord Susan Sontag. Breda, World Editions, 2015, 410 p. ; 15 cm. Zakformaat. ISBN 9789462371095 (hardback)
De bisschop van IJsland stuurt een jonge priester, Gebi, naar de pastoor van een afgelegen parochie aan de voet van de Snæfellsgletsjer om de klachten over pastoor Jon Primus te onderzoeken. Zo zou de man de doden in zijn parochie niet meer begraven. De bisschop drukt Gebi op het hart om objectief te werk te gaan. Daarom neemt Gebi een bandrecorder mee. De nuchtere, esoterische beschouwingen van de dorpsbevolking laten zich echter niet zo makkelijk op band vangen en Gebi raakt verwikkeld in allerlei vreemde situaties. (Bron: boek.be)
De vioolbouwer van Auschwitz./ Maria Àngels Anglada. Breda, World Editions, 2015, 153 p. Zakformaat (ISBN 9789462371361 - hardback)
Tijdens een concertuitvoering in Krakau leert een Parijse musicus een Poolse violiste kennen. Hij raakt diep onder de indruk van haar spel en van de klank van de viool. Langzamerhand krijgt hij het verhaal te horen van de oorsprong van dit muziekinstrument. In deze raamvertelling gaat het om de geschiedenis van de joodse vioolbouwer Daniel die, geinterneerd in een kamp in de nabijheid van Auschwitz, van de kampcommandant het bevel krijgt om een viool met een perfect geluid te bouwen. Gaandeweg ontdekt hij dat het om een gruwelijke weddenschap gaat, met zijn leven als inzet. Het monotone kampleven, de altijd aanwezige honger, de kou, de vernederingen, maar ook de gedachten van Daniel worden op een bijna zakelijke manier, maar daardoor des te indringender, beschreven. Samen met de authentieke citaten uit kampdocumenten die aan elk hoofdstuk voorafgaan, wordt een meer dan overtuigend beeld geschetst van het trauma dat Holocaust heet.
De Catalaanse auteur (1930-1999) schreef naast romans ook poezie, kinderboeken essays en literaire kritieken. Gebonden; vrij kleine druk.
Het herdersleven. Een verhaal over het Lake District./ James Rebanks. Amsterdam, Hollands Diep, 2017, 288 p.
ISBN 9789048839254 (paperback)
Een mooi, boeiend en spannend boek. Jawel, over herders, schapen, tradities, geschiedenis, het belang van het voortzetten van tradities, ondanks en samen met veranderende opvattingen, over familiewaarden, levenswaarden, landschapswaarden, leven met de natuur, leven op het ritme van de natuur, ontdaan van het "romantische beeld" van de ontheemde stedeling die er eventjes al 'luchtig' wandelend zijn neus komt verfrissen van de bedompte stadslucht, met een reisgids van Wordsworth in de hand.
Een sterk verhaal van een herder in hart in nieren. Een gestudeerde herder, die, na zijn studies in Oxford, terugkeerde naar het herdersleven. En later een boek schreef over dat herdersleven, de geschiedenis, het belang van de schapen en schapenboeren (in dit geval) van het Lake District voor het landschap en om dat landschap in stand te kunnen houden dankzij de traditionele levenswijze, terwijl dat sterk bedreigd wordt door de 'moderne' tijden en andere zienswijzen. (ElsElisa)
Inhoud:
Een liefdesverklaring aan het herdersleven in het Engelse Lake District.
James Rebanks is schaapherder en woont en werkt al zijn hele leven in het Noord-Engelse Lake District. In Het herdersleven biedt hij ons een uniek inkijkje in het dagelijks leven op het Engelse platteland, en laat ons kennismaken met een oeroud landschap en een uitstervende levenswijze. Het is een verhaal over een werkend bestaan, over mensen die voortleven en volhouden, zelfs als de cultuur om hen heen - die van het Lake District en van het boerenleven - verandert.
Hoogsensitief./ Elke Van Hoof. Leuven, Lannoo Campus, 2018, 173 p. (ISBN 9789401426695 - paperback)
2 op de 10 mensen zijn hoogsensitief
Wat is hoogsensitiviteit en wat is het niet? Hoe bepalen we wie hoogsensitief is? Hoe gaan we ermee om op school of op de werkvloer? Liefst 1 op de 5 personen is hoogsensitief. Dat is meer dan 1 miljoen Vlamingen en meer dan 3 miljoen Nederlanders. Toch werden mensen met hoogsensitiviteit lange tijd stiefmoederlijk behandeld door de wetenschap. Bovendien is de alternatieve informatie die mensen kunnen lezen in blogs, kranten en tijdschriften niet altijd even betrouwbaar. Hoogsensitief biedt een stand van zaken van het huidige wetenschappelijke onderzoek. Het legt uit wat hoogsensitiviteit is, hoe je het kunt herkennen en hoe je kunt omgaan met de problemen die hoogsensitieve personen soms, maar zeker niet altijd, ervaren. Dit boek is een onmisbaar naslagwerk voor iedere professional die met hoogsensitieve mensen in contact komt. (Bron: lannoo.be (site uitgeverij))
Eerste hulp bij stress & burn-out./ Elke Van Hoof. Tielt, Lannoo, 2017, 125 p. ISBN9789401446525 (paperback)
"Stress is goed. Ja, je leest het goed. Meer nog: stress is noodzakelijk. Stress zorgt ervoor dat je uit je comfortzone komt en een betere versie van jezelf wordt. We hebben allemaal een gezonde portie stress nodig in ons leven, anders zouden we niks bereiken. Maar natuurlijk heeft stress ook negatieve kanten. Langdurig blootgesteld worden aan stress maakt mensen ziek. En het ergste is: de meesten onder ons zien dat helemaal niet aankomen.
Dit boek helpt je om de negatieve stress tijdig te herkennen en de effecten ervan tot een minimum te herleiden. Ook als je al een burn-out hebt, kan dit boek je meer inzicht geven in wat je is overkomen en je stap voor stap op weg zetten naar herstel.
Stressexpert Elke Van Hoof begeleidde al vele honderden mensen met stressgerelateerde klachten. In dit boek vat ze op een toegankelijke manier samen wat we vandaag weten over stress én moedigt ze je aan de hand van zelftests, oefeningen en concrete tips aan om zelf aan de slag te gaan.
'De sleutel tot succes is stress te zien als een alarmsignaal dat je leert stilstaan bij wat er misloopt en hoe je dit kunt rechttrekken. Makkelijk? Absoluut niet. Haalbaar? Zeker weten!' " (flaptekst)
Pleidooi voor het gewone./ Edel Maex. Tielt: Lannoo, 2017, 126 p. (ISBN9789401440585 - hardback)
Het moet altijd meer, sterker, intenser. Ook als het over zen en religie gaat. Het westerse boeddhisme is een bravourereligie geworden, zo stelt psychiater en zenleraar Edel Maex. Sommigen vinden dat mindfulness niet kan buiten een boeddhistische context. Anderen zeggen dat je pas ernstig bezig bent als je urenlang mediteert, liefst in Auschwitz of Lampedusa. Er moeten grootse dingen plaatsvinden, intense ervaringen, verlichting, het wegvallen van het zelf. Voor minder doen we het niet.
Maar glijden we zo niet steeds verder weg van de kern? Mag het ook iets minder zijn? Dit boek is een oproep om het gewone weer in ere te herstellen. Omdat het niet gaat over steeds sterkere verhalen en steeds hardere praktijken, maar over betrokkenheid en engagement in de wereld waarin we leven, nu. (lannoo.be)
"Lila en Elena groeien samen op in een volkswijk in het Napels van de jaren vijftig, een tijd waarin het ondenkbaar is dat meisjes hun tijd verspillen met leren. De intelligente Lila moet van school om te gaan werken. Ze probeert aan haar milieu te ontsnappen door jong te trouwen. Haar beste vriendin Elena mag wél verder leren, maar beseft maar al te goed hoeveel slimmer Lila is. En mooier.
De geniale vriendin is de eerste van Ferrantes vier Napolitaanse romans, waarin zij met groot inlevingsvermogen en in een onnavolgbare stijl vertelt over twee vrouwen en hun levenslange vriendschap, die even sterk om liefde als om rivaliteit draait. Ferrante vertelt met het verhaal van Lila en Elena ook het verhaal van een wijk, een stad en een land in een tijd vol veranderingen.
De momenten waar het echt om draait in het leven, dat zijn er maar een paar. De gebeurtenissen waardoor we zijn geworden wie we zijn, staan als een brandmerk in onze ziel geschroeid. We kunnen er nooit van loskomen. Hooguit kunnen we ze beschrijven. Dat is het verhaal van de Napolitaanse romans van Elena Ferrante. De Groene Amsterdammer" (bron:boek.be)
De Zwaluwman./ Gavriel Savit. Amsterdam, Ambo|Anthos, 2016, 243 p. (ISBN 9789026329982 - paperback)
"De Zwaluwman is het indrukwekkende debuut van de Amerikaanse schrijver Gavriel Savit. Een oorlog heeft iets onwerkelijks en dat is precies wat de auteur in zijn boek benadrukt. Volwassen begrijpen nauwelijks wat er gaande is, laat staan dat een kind van zeven het snapt. Anna groeit razendsnel op maar klampt zich tegelijkertijd aan haar kinderlijke onschuld vast.
De Zwaluwman doet aan een sprookje denken. Een sprookje dat liefdevol maar ook grimmig is. Wat is goed en wat is slecht in oorlogstijd? Vervult de Zwaluwman de rol van sprookjesprins of monster? Dit prachtig geschreven en ontroerende verhaal heeft iets betoverends. Het liet me niet meer los. Een juweeltje." (Bron: leestafel.info/gavriel-savite)
Geïnteresseerd, geïntrigeerd en geïnspireerd door 'de boerenrebel' Sepp Holzer uit Oostenrijk. (Na Frank Anrijs, De Natuurlijke Moestuin)
HET KAN ANDERS. Er is wel veel moed en durf nodig. Nieuwsgierigheid, experimenteerdrang, natuurgevoel, respect voor mens, dier en plant, ... eigenzinnigheid, enggeestige overheden trotseren, geloof in eigen waarden en ervaring, ...
Holzer's permacultuur : een praktijkgids voor moestuinen, boomgaarden en het boerenbedrijf./ Sepp Holzer. Utrecht, Van Arkel, 2017, 285 p. (ISBN9789062245178 - paperback)
"Elkeen die de natuur gerecht wil doen, zou dit boek moeten lezen. Al is het alleen al om te ervaren wat iemand voor elkaar heeft gekregen door met de natuur samen te werken; door te natuur eerst te observeren en dan pas te handelen; door zelfstandig te denken en dingen te doen die volgens de deskundigen onmogelijk waren, om dan te tonen dat het wél kon." (landwijzer.be)
"Veel van zijn tips zijn direct toepasbaar, ook in ons vlakke land, ook in een kleine tuin.
Hij behandelt ondermeer:
1. Landschapsarchitectuur (ecologisch evenwicht, ontwerpideeën, verhoogde bedden, watertuinen).
2. Landbouwmethoden (principes, bodemvruchtbaarheid, probleemplanten, oude plantenrassen, polyculturen, varkens als medewerkers).
3. Fruitlandschappen (aanleg en onderhoud, vraat, (oude) fruitsoorten, enten).
4. Paddestoelen kweken op hout en stro in de tuin of op het balkon.
5. Tuinen (moestuinen, apotheek, bemesting, slakken, wormen, stadstuinen, plantenlijst).
Sepp Holzer brengt hier de waardevolle kennis samen van een leven lang observeren en experimenteren. Wie het leest zal popelen om zelf aan de slag te gaan." (boek.be)
Identiteit./ Paul Verhaeghe. Amsterdam, De Bezige Bij, 2012, 270 p. (ISBN 9789023473039 - paperback)
Maatschappelijke veranderingen hebben gezorgd voor een veranderd ik-gevoel. Paul Verhaeghe onderzoekt de effecten van dertig jaar neoliberalisme, vrijemarktwerking, privatisering en de relatie tussen de maakbare samenleving en onze identiteit. Wie wij zijn wordt zoals altijd bepaald door de context waarin wij leven. Die context bepaalt op dit moment: Wie geen succes heeft zal ziek zijn. De dwang tot succes en geluk blijkt een keerzijde te hebben: het leidt tot verlies aan zelfbesef, tot desoriëntatie en vertwijfeling. De mens is eenzamer dan ooit. De liefde is moeilijk te bereiken en betekenisvol leven is diepgaand problematisch geworden.
Vanuit zijn klinische ervaring als psychotherapeut laat Verhaeghe zien hoezeer de veranderde maatschappij doorwerkt in de hedendaagse individuele psychische problemen. Mensen komen met andere psychische klachten bij de psychiater dan voorheen.
(Bron: debezigebij.nl)
Geheugen van steen./ Kirstin Vanlierde. Hasselt, Afijn, 2005, 288 p. ISBN 90-5933-075-7
Geheugen van steen is in de eerste plaats het verhaal van Alman en Tomà, twee jonge monniken in het klooster van Sant Pere de Rodes. Hun innige band komt onder zware druk te staan wanneer Tomà besluit het klooster te verlaten om zich aan te sluiten bij de Katharen. Deze geweldloze christelijke groepering werd in de dertiende eeuw genadeloos afgeslacht door oorlog en Inquisitie.
Verder toont dit verhaal ook de ervaringen van Andrea en Owen, die leven in de twintigste eeuw. Andreas grootvader is conservator van het klooster, waar de laatste hand wordt gelegd aan ingrijpende restauraties. De archeoloog Owen helpt daar voor de zomer. Maar zijn echte interesse gaat uit naar de Katharen. Hij probeert zoveel mogelijk sporen van ze terug te vinden. Hoewel het haar aanvankelijk nogal vergezocht lijkt, begint Andrea zich voor zijn zoektocht te interesseren.
Het klooster van Sant Pere zet hen voor verrassingen. Want soms kunnen ze niet meer zeggen of ze op zoek zijn naar het verleden, of naar zichzelf.
Geheugen van steen is een verhaal over een oude liefde en een nieuw begin. Over leven en sterven voor je idealen, maar bovenal proberen een goed mens te zijn. (Bron: kirstinvanlierde.be/geheugen (Auteur site))
Dingen die je alleen ziet als je er de tijd voor neemt
Dingen die je alleen ziet als je er de tijd voor neemt. Rust vinden in een drukke wereld./ Haemin Sunim, Youngcheol Lee, Amsterdam, Boekerij, 2018, 275 p.
(Oorspr. titel The things you can see only when you slow down) ISBN9789022581124 (hardback)
Mock humanity. Two essays on James Ensor's grotesques./ Bart Verschaffel. Gent, A&S/books, 2018, 111 P. , illustraties.
Bevat: James Ensor's grotesques and the history of caricature by Jules Champfleury; Frame and figure in the work of James Ensor. ISBN9789076714516 (paperback)
"Dit boek toont aan dat James Ensor zijn fantastisch en grotesk universum niet ontwikkeld heeft uit zijn melancholiek gemoed, maar uit een oude beeldtraditie die hij gevonden heeft in de Geschiedenis van de Karikatuur van de Franse auteur en criticus Jules Champleury. Een tweede essay analyseert de manier waarop die vreemde wezens de randen en kaders van Ensors beelden binnendringen en zo de normaliteit verstoren."
Liefde kent veertig regels./ Elif Shafak, Vert. Manon Smits. Amsterdam, De Geus, 2018, 445 p.
Ella Rubenstein is veertig jaar oud en ongelukkig getrouwd wanneer ze een baan als proeflezer aanneemt voor een literair agentschap. Haar eerste opdracht, het lezen van een manuscript over de mystieke soefi Roemi, werpt een nieuw licht op Ellas eigen leven en op haar opvattingen over de liefde.
De blinde uil : roman./ Sadegh Hedayat ; uit het Perzisch vertaald door Gert J.J. de Vries. Oorspr. taal Perzisch. Amsterdam, Jurgen Maas, 2018, 133 p. Oorspr. titel Buf-e KurI. SBN9789491921391 (hardback)
'De blinde uil' is een van de grootste Perzische meesterwerken van de moderne tijd van een weergaloos schrijver die lange tijd tegen zijn innerlijke demonen moest vechten en te jong overleed. Dertig jaar geleden verscheen De blinde uil (1937) voor het eerst rechtstreeks uit het Perzisch vertaald in het Nederlands, in een vertaling van Gert J.J. de Vries. Tachtig jaar geleden werd de roman daarnaast voor het eerst gepubliceerd, reden genoeg voor een heruitgave. In de roman probeert de verteller zijn waanzin te bezweren door die op schrift te stellen en zo te analyseren, en zich te verzoenen met zijn onafwendbare, naderende dood. Hij neemt de lezer bij de hand en toont zijn innerlijke wereld en leven, wat buitengewoon krachtige, directe literatuur oplevert, die een brok in de keel doet ontstaan.
'Er is slechts één angst die me bezighoudt en dat is dat ik morgen zou sterven zonder mezelf te hebben gekend. In de loop van mijn leven heb ik gemerkt dat er een immense kloof bestaat die mij van mijn medemensen scheidt. En ik heb bovendien geleerd dat men zo zwijgzaam mogelijk door het leven dient te gaan en zijn gedachten zo veel mogelijk voor zichzelf dient te houden. Ik heb nu weliswaar het besluit genomen om over mezelf te schrijven. Maar daarmee beoog ik uitsluitend mezelf kenbaar te maken aan mijn schaduw - die schaduw op de muur.'
"De auteur van het boek is medestichter van Yggdrasil, een pionier in natuurlijk tuinieren. De ervaringen die je in het boek leest, zijn dan ook niet uit de lucht gegrepen maar stoelen op jarenlange ervaring. Met vallen en optaan.
Hoewel het boek het niet expliciet heeft over permacultuur, volgen de principes wel grotendeels die werkwijze. Tuinieren wordt bevattelijk gemaakt door het uit te leggen als 'met zeven rode koffers op reis vertrekken'. Hoewel op reis gaan met zeven koffers wel erg veel is, zijn de zeven tuinprincipes heel eenvoudig, zoals het belang van je tuinontwerp, zorg voor de bodem, mulchen en combinatieteelt. Je vindt hier geen ingewikkelde teeltschema's, geen uitgebreide handleiding om te gaan tuinieren. Wel veel beelden die laten zien hoe je je tuin klaar maakt en een fenologietabel (de activiteit van een plant of dier vertelt je wat je op dat moment in je tuin moet doen, bijvoorbeeld kikkers beginnen te kwaken in de lente: spinazie zaaien). Het belangrijkste is dat je de zeven koffers (op eigen tempo) combineert tot de ideale moestuin. Eens zien of het werkt...
Dit boek kan je op weg zetten om op een natuurlijke manier te gaan tuinieren. Een duwtje in de rug voor de twijfelaars die graag een moestuin willen starten, maar ook een prikje voor wie al tuiniert maar dat doet met bijvoorbeeld zware grondbewerking of bemesting.
Dit boek doet nadenken over onze manier van tuinieren. Het doet je uitzien naar een tuin waar je minder tijd steekt in wieden en bodembewerking, maar des te meer kan bezig zijn met je groenten en genieten van de oogst en de dieren die mee van je tuin profiteren. Begin alvast met het verzamelen van mulchmateriaal en compost. En schaf dat boek maar aan, of abonneer je op de digitale nieuwsbrief van Yggdrasil.
Het bos. Het handboek voor elke boswandeling./ Peter Wohlleben. Oorspr. taal: Duits, Oorspr. titel: Gebrauchsanweisung für den Wald, Uitgever Utrecht: Lev., 2017, 255 p.
(ISBN 9789400508934 - paperback)
In deze handleiding neemt de populaire boswachter Peter Wohlleben ons mee op een ontdekkingsreis door de verborgen wereld van bomen en het bos. Op entertainende wijze vertelt hij hoe we verschillende bomen en hun eigenschappen kunnen onderscheiden. Daarnaast geeft hij talloze tips en adviezen over hoe je je weg kunt vinden zonder kompas of gps, onder welke bomen je moet schuilen tijdens een storm, welke bessen en paddenstoelen eetbaar zijn, hoe je dierensporen moet lezen, hoe je jezelf met natuurlijke insectenverdelgers tegen muggen, mieren en teken kunt beschermen, hoe je het bos met kinderen kunt verkennen en hoe je het best een nacht alleen in het bos kunt doorbrengen. (Bron: boek.be)
De wandeling./ Robert Walser (1878-1956)
Oorspr. taal Duits, Oorspr. titel Der Spaziergang
Amsterdam, Lebowski, 2015, 111 p.
In De wandeling vlucht een schrijver weg van het lege vel papier voor hem, naar buiten. Hij wandelt door een kleine stad en door bos en open veld, opmerkzaam op elk detail. Zo nu en dan ontmoet hij iemand, zoals een boekhandelaar, een belastinginspecteur, een dame, een zingend meisje en een reusachtige man genaamd Tomtsjak. Aan het slot worden de randen van zijn gemoed steeds donkerder.
De wandeling wordt wel gezien als een allegorie op het scheppingsproces, waarin schrijven een middel is om aan het leven te ontsnappen. (Bron: boek.be)
Stilte. Jezelf staande houden in een wereld vol lawaai./ Erling Kagge.
Amsterdam, Lev., 2017, 150 p. (Oorspr. titel Stillhet i støyens tid) ISBN9789400508620 (hardback)
De Noorse avonturier en uitgever Erling Kagge stelt zichzelf in dit boek drie vragen: Wat is stilte? Waar kun je het vinden? Waarom is het nu belangrijker dan ooit? Wat volgt zijn drieëndertig pogingen om een antwoord te vinden. is een persoonlijk, innemend en belangrijk boek dat op krachtige wijze het leven anno nu onder de loep neemt. Erling Kagge gebruikt zijn ervaringen als ontdekkingsreiziger en bergbeklimmer om het onderwerp stilte te onderzoeken. 'De wereld buitensluiten gaat er niet om je omgeving de rug toe te keren, maar juist het tegenovergestelde: het gaat erom de wereld duidelijker voor ogen te hebben, je richting te bepalen en je leven te waarderen.'
Het verborgen leven van bomen. Wat ze voelen, hoe ze communiceren. Ontdekkingen uit een onbekende wereld./ Peter Wohlleben. Amsterdam, Lev., 2016, 222 p.
Oorspr. taal Duits. Oorspr. titel: Das geheime Leben der Bäume.
ISBN9789400507326 (hardback)
Peter Wohlleben (1964) studeerde bosbouw en werkte meer dan 20 jaar bij bosbeheer in het Rijnland (Duitsland). In 2006 nam hij ontslag om zijn ideeën over ecologie in de praktijk te kunnen brengen, en werd boswachter van een gebied van 1200 hectare in de Eifel. Hij schreef meerdere boeken over het bos, dieren en natuurbehoud.
In het bos gebeuren verbazingwekkende dingen: bomen communiceren met elkaar. Bomen die niet alleen liefdevol voor hun nageslacht zorgen, maar ook voor hun oude en zieke buren. Bomen met emoties, gevoelens en een geheugen. Moeilijk te geloven? Misschien, maar het is waar!
Boswachter Peter Wohlleben vertelt fascinerende verhalen over de onverwachte en ongelooflijke vaardigheden van bomen. Hij combineert de laatste wetenschappelijke inzichten met zijn eigen ervaringen uit het bos, en creëert zo een opwindende nieuwe kennismaking met levende wezens die we dachten te kennen, maar nu pas echt leren begrijpen. En zo betreden we een compleet nieuwe wereld...
Het verborgen leven van bomen is een onweerstaanbare liefdesverklaring aan het bos.
Als je iemand verliest die je niet kan verliezen./ Ish Ait Hamou. Antwerpen, Manteau, 2016, 109 p.
"Soms kan het behoorlijk fout gaan. Dat is precies wat er gebeurt bij dokter Sheila. Het leven lachte haar toe. Ze was een topchirurg, werkte in een vermaard ziekenhuis en had de beste man ter wereld. Tot het noodlot haar genadeloos trof. Sheila wordt overgeplaatst naar een eenvoudig ziekenhuis in een klein stadje en zal daar moeten vechten tegen vele vooroordelen. En vooral tegen zichzelf. De spoken in haar hoofd zijn immers een goed bewaard geheim. Onderweg naar haar nieuwe leven ontmoet ze in de trein Sulayman, een Palestijnse vluchteling die twee jaar in het land verblijft. Een paar dagen later komt er een spoedgeval binnen in het nieuwe ziekenhuis. Een man is zwaar toegetakeld door messteken. Dokter Sheila wordt erbij gehaald. Ze is bloednerveus. Ze wil vooral niet dat de geschiedenis zich herhaalt "
Ecologisch tuinieren voor beginners./ Geert Gommers. Berchem, Velt, 2014, 71 p. (ISBN9789081612883)
Dat ecologisch tuinieren niet moeilijk hoeft te zijn, bewijst dit boekje.
Hoe verzorg je je bodem? Waarom kies je voor vruchtwisseling? Hoe bescherm je je groenten tegen plagen en belagers? Op al die vragen krijg je een helder antwoord, zodat je al snel kunt genieten van je eerste kraakverse oogst.
Veel ruimte of kennis om te beginnen heb je niet nodig: dit boekje richt zich tot beginners en gaat uit van een kleine tuin en gemakkelijke teelten. Maar ook voor wie het wat groter of moeilijker ziet, is Ecologisch tuinieren voor beginners een goede basis voor succes.
De oude wegen. Een voetreis./ Robert Macfarlane. Amsterdam, De Bezige Bij, 2013, 463 p. Oorspr. titel The old ways : a journey on foot (ISBN9789023473138)
Mensen laten net als andere dieren sporen na; paden die in de loop der tijden door menselijke voeten, karrenwielen, paarden, ezelshoeven en door regen, ijs en wind zijn uitgesleten. Een voetafdruk van menselijk leven in het landschap. Macfarlane volgt deze paden en spoort de verhalen op die ermee verbonden zijn. Het is de derde keer dat Robert Macfarlane ons meeneemt op zijn tochten door de natuur. In Hoogtekoorts onderzocht hij de menselijke fascinatie voor huiveringwekkende bergtoppen, in De laatste wildernis ging hij op zoek naar de ongerepte natuur in Engeland en Ierland. In De oude wegen, het laatste deel van het drieluik, richt Macfarlane zijn zoektocht juist op de door mensen betreden natuur.
The long, long life of trees./ Fiona Stafford. New Haven : Yale University Press, 2017, 287 p.
"A lyrical tribute to the diversity of trees, their physical beauty, their special characteristics and uses, and their ever-evolving meanings.
Since the beginnings of history trees have served humankind in countless useful ways, but our relationship with trees has many dimensions beyond mere practicality. Trees are so entwined with human experience that diverse species have inspired their own stories, myths, songs, poems, paintings, and spiritual meanings. Some have achieved status as religious, cultural, or national symbols.
In this beautifully illustrated volume Fiona Stafford offers intimate, detailed explorations of seventeen common trees, from ash and apple to pine, oak, cypress, and willow. The author also pays homage to particular trees, such as the fabled Ankerwyke Yew, under which Henry VIII courted Anne Boleyn, and the spectacular cherry trees of Washington, D.C. Stafford discusses practical uses of wood past and present, tree diseases and environmental threats, and trees potential contributions toward slowing global climate change. Brimming with unusual topics and intriguing facts, this book celebrates trees and their long, long lives as our inspiring and beloved natural companions.
Fiona Stafford is professor of English language and literature, University of Oxford. She is author and presenter of two highly acclaimed series for BBC Radio 3 titled The Meaning of Trees. She lives in Bucks, UK."
Vloeiend landschap : over de toekomst van het Friese landschap./ Peter de Ruyter ; eindredactie: Mark Hendriks.[Gorredijk]: Bornmeer, 2016, 127 p.
"In Nederland is er een groeiend onbehagen over de kwaliteit van het landschap. Dit geldt ook voor Friesland, volgens velen de mooiste provincie. De diversiteit en schoonheid van het Friese landschap brokkelt zienderogen af. Anonieme bedrijventerreinen, willekeurig geplaatste windturbines en een verschrompelend veenweidegebied zorgen voor 'landschapspijn'.
Kan het tij gekeerd worden? Op een rondreis door de verschillende landschapstypen van Friesland laat Peter de Ruyter in zijn boek 'Vloeiend landschap' zien dat het nog niet te laat is. Door mee te bewegen met toekomstige veranderingen als een stijgende zeespiegel en een krimpende bevolking ontstaan er kansen voor verbetering. De grootste veranderingen in het Friese landschap zullen de komende decennia plaatsvinden in het Lage Midden, het Friese veengebied. Door het huidige landgebruik oxideert het veen in rap tempo; huizen verzakken, kades kantelen en verhalen verdwijnen. Tegelijkertijd is er door de klimaatverandering behoefte aan berging van zoet water en is er de vraag naar robuuste gebieden voor natuurinclusief boeren. Is er een nieuwe verhouding tussen melk en water mogelijk?
Peter de Ruyter pleit voor een ruilverkaveling 2.0 in het Friese landschap met ruimte voor verschillen, verschuivende verantwoordelijkheden en nieuwe landschappelijke kwaliteiten.'Vloeiend landschap' is een pleidooi voor visie en regie met plaats voor een betrokken houding van de burger, de mienskip.
Gij nu./ Griet op de Beeck. Amsterdam, Prometheus, 2016, 287p. ISBN9789044629354 (hardback)
Vijftien heel verschillende mensen. Allemaal op een bepalend moment in hun leven, zon moment waarop de dingen ontploffen of imploderen, stilvallen of deblokkeren, kapotgaan of ten goede keren.
Gij nu gaat over wurgende eenzaamheid. Over vluchten en ontsnappen, wat geenszins hetzelfde is. Over verledens die je blijven achtervolgen, tot je beter leert te weten. Over de liefde die kan helpen, als je dat durft toe te laten. Over het verlangen om gezien te worden, de verschroeiende dwang om het goed te doen, de angst voor het geluk, vaak groter dan die voor het verdriet, de opmerkelijke veerkracht van wie weigert op te geven. En over de heftige wereld die het soms zelfs de dappersten onmogelijk maakt.
"In zijn kleine werkhuis op de Molenberg in het dorpje Deurle bij Gent hield Cyriel Buysse in 1913 van de eerste dag van de lente tot begin november een dagboek bij - 'iets helemaal aparts in mijn productie', zei hij zelf. Vanuit zijn unieke observatiepost, hoog boven de omliggende Leievlakte, registreerde hij met liefdevolle aandacht de gang van de seizoenen op en rond de heuvel. Dag na dag: rake observaties, lyrische impressies en mijmeringen die het product zijn van een authentiek natuurgevoel. Zo vormt Zomerleven een originele kroniek van het leven van alledag op het vooroorlogse platteland in Vlaanderen waarin Buysse met gevoel voor ironie beschrijft wat hem intrigeert of amuseert, vertedert of irriteert: indrukken: de Wereldexpositie in Gent, een autoreisje door Holland en Gelderland, de mentaliteit van Engelsen en Italianen of een gekke nieuwe modedans die de tango wordt genoemd
Recensie(s)
Cyriel Buysse (1859-1932) behoort tot de generatie rond het tijdschrift "Van nu en Straks" (1893). De literatuurkritiek noemt hem Vlaanderens beste verteller. Hij is een naturalistische romancier (vgl. Zola) maar met een sobere en indringende schrijftrant. "Zomerleven" is binnen zijn omvangrijke oeuvre bijzonder. Een impressionistisch natuurdagboek (1913: lente -november), geschreven in zijn werkhuisje op de Molenberg (Deurle/Gent). Liefdevol registreert hij de gang van de seizoenen rondom de heuvel. Zijn natuurgevoel en scherpe waarneming ontroert ook nu nog. Hij beschrijft daarbij het leven van alledag op het vooroorlogse platteland in Vlaanderen en wat er in de wereld gebeurt: de Wereldexpositie in Gent, een autotochtje, een nieuwe modedans de Tango, zijn verstuikte voet. Deze teksteditie is verzorgd door Y T'Sjoen. Boeiend nawoord door Joris van Parijs. Een poetisch natuurdagboek voor liefhebbers. Ook opgenomen in het verzameld werk. Vrij kleine druk."
De luwteplek : Een ruimtelijk onderzoek naar stilte, rust en verstilling in de stad./ G. Peymen & P. Jellema. Peymenjellema, 2017.
"De Luwteplek is het resultaat van een onderzoek naar ruimtelijke parameters die de publieke ruimte in de stad tot plaatsen van stilte, rust en verstilling maken. Het begrip luwte als een plek in de rivier waar de stroming geen vat op heeft staat hier symbool voor wat een stilteplek binnen een stedelijk landschap kan betekenen: een plek om even uit de dagelijkse drukte te stappen.
De auteurs omschrijven hoe zes parameters omsloten, poreus, betekenisvol, contrastrijk, relationeel en niet-toegeëigend de ervaring van stilte, rust en verstilling beïnvloeden. Een tool brengt deze parameters in hun onderling verband samen en is een uitnodiging om zelf op stap te gaan en elke luwteplek in kaart te brengen.
Het boek richt zich tot ontwerpers, beleidsmakers, stedenbouwkundigen, stadsplanners, buurtwerkers, maar zeker ook tot iedereen die luwteplekken als een meerwaarde zien in het dagelijks leven van de stad.
Nu de stedelijk verdichting ons voor nieuwe uitdagingen stelt is het nog belangrijker om een stad op mensenmaat te ontwikkelen waar ruimte blijft voor stilte, rust en verstilling. De luwteplek, als een nieuwe typologie, kan de stad van de toekomst mee vormgeven."
Dromen van het noorden./ Barry Lopez. Amsterdam, Atlas, 2001, 476 p.(Oorspr. titel: Arctic dreams)
Dromen van het noorden is het verhaal over de ongekende schoonheid en de gevaren van de natuur van het hoge Noorden en over de mens, die probeert een plaats in deze natuur te veroveren. Het boek bevat prachtige beschrijvingen van migraties van dieren over land, zee en door de lucht, van heroïsche tochten van ontdekkingsreizigers, van steile monolieten die schepen verbrijzelen en van een verre berg die slechts een luchtspiegeling blijkt te zijn. Lopez beschrijft het desolate maar tegelijkertijd fascinerende landschap in zijn meest elementaire vorm. Dromen van het noorden werd bekroond met de National Book Award.
Ik zie u gaarne met een boek./ Randall Casaer. Antwerpen, Vrijdag, 2013, [47] p. (ISBN 9789460011269 - hardback)
Een graphic poem over een ménage à trois: een man, een vrouw en een boek. Men poogt elkaar te lezen, men schermt, men manoeuvreert discreet. Hij praat veel, zij haast niet, het boek is van papier. (Achterflaptekst boek)
"Mikt Casaer met de elegantie van zijn woorden vooral op de lach, dan zijn het de tekeningen die het boekje een cryptisch karakter geven. In louter zwart- en geeltinten schermt hij de lezende vrouwen, die op elke pagina terugkeren, af van de buitenwereld. Alsof ze in hun eigen beeltenis verborgen zitten: zo goed slaagt Casaer erin hun aanwezige afwezigheid in tekeningen te vatten. Voor even is het brandpunt van hun bestaan dat boek, dat Casaer ze met ranke lijnen laat vasthouden. In de details gaan de grootste blijken van zorgvuldigheid schuil: wat de kijker pas na tientallen seconden opvalt, krijgt een substantiële betekenis binnen het beeld. Desondanks is Ik zie u gaarne met een boek nooit moeilijk, laat staan gezocht. Casaer schenkt het publiek een in een gele omslag gevangen glimlach. Een glimlach om schoonheid, om de schoonheid van wat geestig is, om de geestigheid van iets dat onbegrijpelijk schoon is. Zoals een vrouw. Een vrouw met een boek, welteverstaan. "
De stem van je hart./ Susanna Tamaro. Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1995, 155p. Oorspr. titel: Va'dove ti porta il cuore
"In de herfst van 1992 besluit een 80-jarige Italiaanse vrouw, Olga, een geestelijk testament neer te schrijven. De reeks brieven, in de vorm van een dagboek gegoten, schrijft zij voor haar kleindochter, die zij als kind heeft opgevoed, maar die als tiener naar Amerika vertrokken is. Daar verblijft zij nu reeds enkele maanden. Het meisje heeft bewust het contact met haar oma verbroken.
Olga weet dat haar dood nabij is. Het ogenblik is gekomen om de balans op te maken van haar leven, te onderzoeken waar het fout is gegaan en aan haar kleindochter een brief te schrijven vol bekentenissen, vol smartelijke en aangename herinneringen, vol wijsheid. Het meisje is niet op de hoogte van haar nakende dood en het is de bedoeling dat zij de brief pas [lees meer] leest als haar oma overleden is en zij naar Triëst is teruggekeerd. Laat, te laat ziet Olga in dat ze in feite drie levens heeft verwoest: het hare, dat van haar dochter en dat van haar kleindochter. Het boek heeft dan ook een bittere klank, maar is ook een hartverwarmende roman over de universele thema's van leven en liefde, waarheid en trouw. Kunnen we ontsnappen aan ons noodlot? In welke mate speelt het toeval een rol in ons leven? Wat is het belang van de erfelijkheid? Hoe komen we tot zelfstandigheid en zelfontplooiing zonder de anderen te schaden?"
Bron, meer info en beschikbaarheid in Vlaamse openbare bibliotheken: zoeken.bibliotheek.be
"Als de merel Mozart is, dan is de spreeuw Satie" (Koos Dijkstra ;o)
De spreeuw./ Koos Dijksterhuis. Amsterdam, Atlas Contact, 2016, 158 p. (Vogelserie. ISBN9789045029108, paperback)
"Spreeuwen zwermen met miljoenen door de avondlucht. Hoe doen ze dat? Ze versieren hun nesten met bloemen. Waarom doen ze dat? Het leven van spreeuwen kent vele interessante aspecten. Koos Dijksterhuis is al jaren gefascineerd door spreeuwen, door hun gedrag en hun voorkomen. Ze zijn een genot om naar te kijken, zeker wanneer het licht hun fraaie verenkleed zichtbaar maakt, en een genot om naar te luisteren, ze zingen en neuriën immers het hele jaar door.
Spreeuwen zijn overal waar mensen zijn, ze broeden het liefst onder dakpannen in de stad en op het platteland, we nemen ze daardoor voor lief. Maar de laatste jaren nemen ze in aantal af, waarschijnlijk door toedoen van dezelfde mensen bij wie ze onderdak vonden. In De spreeuw beschrijft Dijksterhuis zijn grote liefde voor deze vogel in de hoop op een betere toekomst voor dit dier."
De laatste grens. Op rendiertrek met de Sámi./ Karin Anema. Amsterdam, Atlas, 2009, 158 p., [16] p. pl. (ISBN9789045005409)
"De laatste grens neemt de lezer mee op een lange, ruige tocht van Sámiherders en hun rendieren. Door Sápmi land van het laatste oervolk van Europa naar Magerøya in het hoge Noorden, de uiterste grens van Europa. Opgejaagd door brullende snowmobiles snellen duizenden rendieren met kletterende hoeven over hard bevroren sneeuw door verblindende sneeuwlandschappen. Door gierende wind, bijtende kou, dagenlang, nachtenlang. Karin Anema reist met hen mee. Maar meer nog dan aan de natuur is ze overgeleverd aan de grillen van haar menselijke gezelschap. Het veelkleurige wit van de hoogvlakte is het ijzige decor van Karin Anemas even ijzige ontmoeting met een Sámifamilie. Uiteindelijk raakt ze ook aan haar eigen grenzen. De laatste grens is een fascinerend relaas en een ontnuchterende toevoeging aan het romantische beeld van de laatste wildernis van Europa."
Beken(d) talent. Ken je kerntalenten en maak de juiste keuze voor je studies, je werk en je leven./ Danielle Krekels. Antwerpen, Standaard, 2013, 208 p.
Het lot van de kikker./ Toon Tellegen. Amsterdam, Querido, 2014, 126 p.
"In zijn nieuwste dierenroman stelt Toon Tellegen de kikker centraal, een rol die de kikker maar wat graag op zich neemt. Hij kwaakt dat het een lieve lust is, en dat doet hij het liefst voor een groot publiek. Maar waar is dat publiek, waar zijn de anderen, vinden zij het gekwaak dan niet prachtig? Hij doet toch zijn best, en wat is er mooier dan zijn gekwaak? Het kwaken is zijn lot, als hij niet kwaakt dan denkt hij aan kwaken, en als hij slaapt dan droomt hij ervan. Het mag de anderen wel eens storen, maar dat ligt niet aan hem. Nee, een gelukkiger lot dan dat van de kikker tref je niet snel!"
Een jihad van liefde./ Mohamed el Bachiri, neergeschreven door David van Reybrouck (Vertaler: Manik Sarkar, Oorspr. taal: Frans). Amsterdam, De Bezige Bij, 2017, 92 p. ISBN9789023471622 (paperback)
Ik ben een jihadist van de liefde. Vraag me niet om te haten, nog liever zou ik sterven!
"Mohamed El Bachiri is een Marokkaanse Belg, moslim en Molenbekenaar. Hij is ook de man van Loubna Lafquiri, zijn grote liefde en moeder van zijn kinderen, die op 22 maart 2016 bij de aanslagen in Brussel om het leven is gekomen. Zijn liefdevolle speech in het tv-programma De Afspraak eind december beroerde miljoenen en werd het meest bekeken filmpje ooit op de Vlaamse televisie.
In Een jihad van liefde opgetekend door David Van Reybrouck praat Mohamed over zijn jeugd in Molenbeek, de liefde voor zijn vrouw en zijn leven na de aanslagen. Als eerbetoon aan zijn vrouw buigt Mohamed het leed dat hem is aangedaan op moedige en veerkrachtige wijze om in een boodschap van liefde en medemenselijkheid, waarbij hij westerse moslims oproept tot een meer humanistische benadering van de islam. Het resultaat is een sobere tekst van een ongelooflijke wijsheid.
David Van Reybrouck (1971) is cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver van non-fictie, theater en poëzie. Voor Congo ontving hij de Libris Geschiedenisprijs, de AKO Literatuurprijs, de J. Greshoff-prijs en de Prix Médicis 2012. In 2014 ontving hij de Gouden Ganzenveer. In datzelfde jaar werd Tegen verkiezingen bekroond met de Henriëtte Roland Holst-prijs."
De spion./ Paulo Coelho. Amsterdam, De Arbeiderspers, 2016, 174 p. ISBN 9789029511346
-> Mata Hari, Biografische literatuur, Historische literatuur, Roman
"De van oorsprong Friese Mata Hari (1876-1917) was de meest begeerde vrouw van haar tijd: een beroemde exotische danseres die omging met grootheden, in de grote Europese en Amerikaanse steden in de theaters stond en het publiek schokte en vervoerde met haar erotisch geladen optredens.
In De spion gebruikt Paulo Coelho zijn verbeeldingskracht om het even glamoureuze als tragische leven van Mata Hari te herscheppen. Haar moeilijke jeugd, haar ongelukkige huwelijk dat haar naar Nederlands-Indië voerde, de trieste lotgevallen van haar kinderen, haar komeetachtige opkomst als danseres, haar intieme omgang met hooggeplaatste militairen en politici die haar uiteindelijk op een beschuldiging van spionage en hoogverraad kwam te staan. Dit is het verhaal van een vrouw die de moed had zichzelf te bevrijden van het moralisme en het bekrompen burgerfatsoen van de vroege twintigste eeuw.
"Het boek bevat twee (lange) brieven, een die de bekende spionne Mata Hari (1876-1917) aan haar advocaat schrijft en een van de advocaat aan Mata Hari over zijn verdediging en waarom hij denkt dat Mata Hari uiteindelijk gefusilleerd is. Margaretha Zelle werd geboren in Friesland en trouwde al jong om aan haar nare jeugd te ontsnappen. Het huwelijk mislukt en ze vlucht naar Parijs waar ze als exotische danseres de naam Mata Hari aanneemt. Ze heeft veel succes, beschermers en minnaars. Als haar succes minder wordt, krijgt ze een uitnodiging om in Duitsland op te treden. Door het uitbreken van de oorlog gaat dat niet door, maar men vraagt wel of ze wil spioneren voor de Duitsers. Terug in Frankrijk geeft ze dit meteen door aan de Fransen en wordt ze beschouwd als dubbelspion. Uiteindelijk kost dit haar leven. Maar uit de brief van de advocaat blijkt dat er geen enkel bewijs was en de veroordeling gebaseerd is op vage vermoedens. De enige fout van Mata Hari is dat ze zichzelf bleef en niet afhankelijk wilde zijn. Het is een tamelijk korte maar bijzonder boeiende roman van de Braziliaanse auteur (1947). Geïllustreerd met enkele foto's."
Ik kies voor mijn talent : wat is talent? Hoe talent ontwikkelen? En wat met waar je echt niet goed in bent?./ Luk Dewulf . Leuven, Lannoo Campus, 2016, 167 p. ISBN9789082542219 (paperback)
Doelgroep: Volwassenen
Onderwerpen: Talent, Arbeids- en organisatiepsychologie, Begaafdheid
Wonderen der witte wereld : het leven van mens, dier en plant binnen de noordpoolcirkel van januari tot december./ Peter Freuchen & Finn Salomonsen. Amsterdam : Strengholt, 1961, 439 p.: illustraties.
Onderwerpen: Noordpool, Poolgebieden ; culturele antropologie. Ecologie in het Noordpoolgebied. Natuurleven. ...
Mooi boek met heel waardevolle informatie over het leven van plant, dier en mens in de poolgebieden en hoe dat verloopt volgens de seizoenen.
De das./ Frans van Bommel, Stefan Vreugdenhil en Maurice La Haye. Zeist, KNNV, 2015, 135 p. ISBN9789050115360
"Deze uitgave van de KNNV is tot stand gekomen als onderdeel van het Jaar van de Das (2015) en bedoeld om meer bekendheid en dus begrip voor dit marterachtige zoogdier te krijgen. Het boek is geschreven door meerdere auteurs die wisselend samen een aantal hoofdstukken, in totaal tien, voor hun rekening hebben genomen. De lezer krijgt informatie over de das, zijn gedrag en leefwijze, de verspreiding en aantallen in Nederland, de jacht, het gebruik door de mens en later de officiële bescherming (met de wirwar aan wetten). Ook is er aandacht voor het samenleven van de das met de mens, waarbij infrastructuur, landbouwschade, verkeersslachtoffers e.d. worden bekeken. De tekst staat in twee kolommen per pagina. Het taalgebruik is eenvoudig. Kleurenfotos en groene kaders met aanvullende informatie en interviews zijn toegevoegd. De onderzoekgegevens worden met grafieken en schemas uitgelegd. Een heldere, praktische handleiding voor de professional. Voor de niet-professionele geïnteresseerde vergt het boek hier en daar enig doorzettingsvermogen. Met inhoudsopgave, literatuurlijst en websites. Geen register."
Iets ter grootte van het universum : een familiesaga./ Jón Kalman Stefánsson, Amsterdam, Ambo|Anthos, 2016, 339 p. ISBN9789026334573 (Vertaler: Marcel Otten, Oorspr. taal: Ijslands, Oorspr. titel: Eitthvað á strð við alheiminn)
Iets ter grootte van het universum is een caleidoscopische roman waarin de lezer meegezogen wordt in het rijke universum van Stefánsson aan de hand van een familiegeschiedenis in het twintigste-eeuwse IJsland. Het relaas van een gespannen relatie tussen vader en zoon en van een vrouw die zich ondanks alle tegenslag staande weet te houden, zijn aanleiding tot vele dichterlijke bespiegelingen.
Hoe onvoorwaardelijk moet liefde eigenlijk zijn? En zijn onze gevoelens niet altijd een weerspiegeling van het hele universum? In zijn meanderende verteltrant schetst de auteur een onvergetelijk beeld van een familie, waarmee hij ons stimuleert na te denken over hoe wij zelf in het leven staan.
Winterzusters./ Majgull Axelsson. Breda, De Geus, 2009, 509 p. ISBN9789044514391
(Oorspr. taal: Zweeds, Oorspr. titel: Is och vatten, vatten och is)
De tweelingzusjes Inez en Elsie zijn uiterlijk elkaars evenbeeld, maar verder totaal verschillend: de een plichtsgetrouw, de ander avontuurlijk. Toch zijn ze onafscheidelijk, tot een dramatische gebeurtenis een wig tussen hen drijft. Na een ongewenste zwangerschap laat Elsie haar zoontje Björn achter bij Inez en verdwijnt. Björn ontwikkelt zich tot een beroemde popster. Inez eigen dochter Susanne groeit op in de schaduw van haar neef, net zoals Inez altijd in Elsies schaduw heeft gestaan. Dan verdwijnt Björn spoorloos.
Jaren later neemt Susanne, inmiddels misdaadschrijfster, deel aan een Noordpoolexpeditie op een onderzoeksschip. Wanneer iemand regelmatig haar hut binnendringt, wordt Susanne op een totaal onverwachte manier met haar verleden geconfronteerd
De vogels van Europa./ Bart Koubaa. Amsterdam, Querido, 2014, 237 p. (ISBN9789021456034)
Maarten De Ridder is gelukkig getrouwd, heeft drie kinderen, werkt voor de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie en is fervent vogelaar. Wanneer hij tijdens een opsporingsbericht op de televisie een jeugdvriend herkent, wordt hij overvallen door onrust en besluit hij op zoek te gaan naar de man die hij vijfendertigjaar geleden voor het laatst heeft gezien.
Open hart. Overpeinzingen van een overlever./ Elie Wiesel. Amsterdam, Meulenhoff, 2016, 101 p. (ISBN 9789029091466)
Als schrijver Elie Wiesel op zijn tweeëntachtigste met spoed een hartoperatie moet ondergaan er wordt gevreesd voor zijn leven wordt hij voor een tweede keer geconfronteerd met zijn eigen sterfelijkheid. Als jonge jongen overleefde hij de Holocaust nadat hij op zijn vijftiende werd gedeporteerd naar Auschwitz. Dat verleden is nooit ver weg en bijna automatisch gaan zijn gedachten uit naar familieleden die tijdens de oorlogsjaren zijn weggevoerd en niet meer terugkwamen. Heeft hij in zijn boeken en in zijn publieke optredens genoeg gedaan om de oorlogsslachtoffers te blijven herinneren? En dan zijn zoektocht naar God: waar heeft die toe geleid? Is er nog hoop voor de mens?
Vol liefde en wijsheid schrijft Wiesel in Open hart over zijn kinderen en kleinkinderen en getuigt hij van zijn hoop, zijn vertrouwen en zijn liefde voor het leven. Een zeer inspirerend boek, dat aanzet tot overpeinzing van het eigen leven.
Le blaireau./ Emmanuel Do Linh San. Saint-Yrieix (Charente), Eveil nature, 2002, 72 p. (2-8400-0042-3, Cart)
Chacun connaît le blaireau mais qui peut se réjouir de l'avoir observé dans la nature autrement que dans les lumières des phares d'automobile ?
Nocturne, discret et habile fouisseur, ce carnivore aux rondeurs sympathiques n'habite peut-être pas très loin de chez vous ; une haie, un bosquet ou un coteau boisé suffisant à son bonheur.
Cette monographie vous présente les connaissances les plus récentes sur le tesson habitat, alimentation, vie sociale, territoire, -rythmes d'activité, reproduction, dynamique des populations sans oublier deux caractéristiques du blaireau, l'accumulation de graisses sous-cutanées au cours de l'automne et la tenue du repos hivernal.
Spécialiste du blaireau et biologiste de terrain, Emmanuel Do Linh San étudie l'écologie comportementale des mammifères et spécialement celle des carnivores. Titulaire d'un diplôme de biologie, il est actuellement assistant au Laboratoire d'Ecoéthologie de l'Université de Neuchâtel où il achève sa thèse sur le blaireau, mustélidé qu'il a étudié et observé durant ces huit dernières années dans différentes régions de Suisse.
Vliegwerk. Vogels in de kunst./ Matthias Depoorter. Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2015, 199 p. (ISBN9789025300579; hardback)
Vogelobservaties in kunst en natuur, beschreven vanuit kunsthistorisch oogpunt, maar ook met kennis van vogels, hun gedrag en hun voorkomen in de natuur.
Er is ook een nederlandstalige uitgave bij Clavis.
"'Nog niet zo lang geleden was ik een klein meisje dat door een wereld vol kleuren liep. Alles was een raadsel. Nu woon ik op een planeet van pijn, transparant als ijs, waar niets verbloemd wordt.'
-Frida Kahlo
Al tijdens haar leven was Frida Kahlo (1907-1954) een stijlicoon. Dankzij haar charisma werd de Mexicaanse kunstschilder op handen gedragen door revolutionairen, feministen en minderheidsgroepen. Haar leven was kort, haar kunst blijft tijdloos en indrukwekkend.
Een poëtische en hartverscheurende vertelling over Frida Kahlo. Met imponerende tekeningen van Benjamin Lacombe. Vanaf 10 jaar.
Recensie(s)
Dit mooi uitgevoerde prentenboek in groot formaat is een hommage aan de beroemde, twintigste-eeuwse, Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo. Haar oeuvre, dat doortrokken is van een eigen symboliek met verwijzingen naar Azteekse mythes, antieke mythologieën en Mexicaans volksgeloof, is vaak slecht begrepen en ondergewaardeerd. Het inspireerde beide auteurs om de diepere betekenislagen van Frida's schilderijen in woord en beeld onder de aandacht te brengen. Het boek begint en eindigt met Casa Azul, het huis waarin Frida geboren werd en stierf. Daartussenin belichten de auteurs negen thema's die in haar leven en werk belangrijk waren: het ongeluk, geneeskunde, aarde, dieren, liefde, dood, moederschap, de gebroken zuil en nalatenschap. Poëtische zinnen uit Frida's correspondentie en doorkijkjes in de kleurrijke schilderijen naar de diepere lagen eronder weerspiegelen op bijzondere wijze haar gevoelens. Achterin vertelt Lacombe over Frida's leven en gaat hij dieper in op de betekenis van een aantal schilderijen. Achterin staan een tijdlijn en een beknopte woordenlijst. Het omslag is bekleed met santijnachtige stof en oogt luxueus. Het volwassen taalgebruik en de complexheid van Frida's schilderijen maken dit prachtboek vooral geschikt voor volwassenen en jongeren vanaf ca. 13 jaar.
S.E. van Zonneveld"
De sperwer van Maheux./ Jean Carrière ; gevolgd door 'In het spoor van de Camisards./ Ton van Reen. Utrecht, IJzer, 2016, 319 p. (ISBN9789086841332)
De sperwer van Maheux is de roman van de stilte, over de eenzame strijd van een mens tegen natuurmacht en natuurgeweld in een van de robuuste uithoeken van Frankrijk, de onherbergzame Cevennen. Het landschap biedt meer steen dan aarde, de zomers zijn drukkend heet, de winters ijzig koud, en bijna het hele jaar door heerst een alles doordringende wind. De boeren zitten er al generaties vastgeklonken aan vrijwel niets opleverende stukjes land. Ze leven eenzaam, sterven eenzaam. De dorpen raken ontvolkt.
De sperwer van Maheux gaat over de laatste bewoners van Maheux, het laatste gezin dat in 1947 nog gebleven is.
Carrière hanteert een stijl die de dingen neerzet alsof men ze zou kunnen vastpakken. De natuur, het dorp, de dieren, de wanhopig vechtende mensen, ze staan in zeldzame scherpte voor ons.
De valstrik van het geluk. Cartoonboek./ Russ Harris, Bev Aisbett, Rob Pijpers. Katwijk, Panta Rhei, 2015, 168 p.
ISBN: 9789088401169
"Stop met streven - begin met leven
Een speels opgezet zelfhulpboek voor iedereen die kampt met gevoelens van angst en onzekerheid, gebrek aan zelfvertrouwen en op zoek is naar een meer ontspannen manier van leven.
Op een humoristische manier geeft het boek inzicht in de oorsprong en aard van deze gevoelens en gedachten. Met behulp van eenvoudige tips en oefeningen gebaseerd op mindfulness leren we hoe we die destructieve gevoelens en gedachten een zodanige plaats kunnen geven dat ze ons niet meer in de weg staan.
Acceptatie en engagement zijn de kernbegrippen van de oefeningen: accepteren wat je toch niet kunt veranderen, en verbinding zoeken met activiteiten die energie of voldoening geven. Met als resultaat een lichter leven met minder stress en meer kans op geluk.
De aan de Acceptatie en Commitment Therapie ontleende oefeningen hebben het volgende resultaat:
*minder stress en zorgen;
*angst en onzekerheid verdwijnen;
*effectiever omgaan met pijnlijke gedachten en gevoelens;
*meer zelfvertrouwen en zelfacceptatie;
*de vicieuze cirkel van het zoeken naar geluk wordt doorbroken;
*een zinvoller, rijker en bevredigender leven.
'Wie het geluk achterna rent,
rent het voorbij.'
Russ Harris is arts en psychotherapeut en gespecialiseerd in het omgaan met stress. Hij ontwikkelde eenvoudige oefeningen die ons helpen om anders te gaan denken, waardoor we gemakkelijker leren om te gaan met tegenslagen.
De geniale illustraties van Bev Aisbett maken dit psychologisch verantwoorde boek tot een waar genot om te lezen.
Een lange winter./ Colm Tóibín. Breda, De Geus, 2007, 91 p.
Direct nadat Miquels moeder na een echtelijke ruzie is weggelopen, wordt het Catalaanse bergdorpje waar ze wonen overvallen door een sneeuwstorm. Na vergeefse zoektochten wordt al gauw voor haar leven gevreesd. Miquel en zijn vader moeten zich een lange winter zien te redden en kunnen alleen maar wachten tot de dooi intreedt. Miquels eenzaamheid wordt doorbroken door de komst van Manolo, een hulp in de huishouding, tot wie hij zich aangetrokken voelt. Samen met hem hervat hij aan het eind van de winter de zoektocht naar het lichaam van zijn moeder. Een lange winter is een novelle over liefde en verlies, over vertrouwen en verlangen (...)"
De bekeerlinge./ Stefan Hertmans. Amsterdam. De Bezige Bij, 2016, 317 p.
In een klein dorp in de Provence wordt sinds mensenheugenis over een pogrom en een verborgen schat gesproken. Eind negentiende eeuw vindt men in een synagoge in Caïro een hoeveelheid opzienbarende joodse documenten. Stefan Hertmans ontdekt de sporen van een voorname christelijke jonkvrouw uit de elfde eeuw, die haar leven vergooide uit liefde voor een joodse jongen. Hij gaat letterlijk achter deze vrouw aan, die samen met haar verboden liefde op de vlucht slaat en een duizelingwekkende tocht aflegt, opgejaagd door alles en iedereen.
Stefan Hertmans baseerde zich voor De bekeerlinge op historische bronnen. Dat brengt hem in een chaotische wereld van passie, haat, liefde en dood, en voert hem uiteindelijk van Caïro terug naar het kleine Provençaalse dorp, waar hij sinds decennia thuis is.
Het groene glas./ Torgny Lindgren. Amsterdam, De Geus, 2016, 186 p.
De jonge Klingsor treft op een dag een groen glas aan op een boomstronk in het bos. Het glas is oud, imperfect, ziet er vanuit elke hoek anders uit. Vanaf dat moment begint zijn leven als kunstenaar: hij is bezeten van het idee de perfecte afbeelding van het glas te maken. Klingsor stelt zijn hele leven in dienst van de hoogst mogelijke kunstvorm: het stilleven. Hij ontwikkelt zich niet verder, maar is dat niet juist wat hem bijzonder maakt? Het groene glas is een roman over de parameters van creativiteit van Zwedens grootste verhalenverteller.
De kunst van compassie : verrassende ontmoetingen en tijdloze inzichten./ Dalai Lama & Victor Chan. Amersfoort, BBNC, 2013, 251 p. (Oorspr. titel: The wisdom of compassion) ISBN9789045315218 (paperback)
"De auteur beschrijft ontmoetingen van de Dalai Lama met volwassenen en kinderen over de hele wereld. Centraal staat de kunst van compassie: hoe meeleven met en zorgen voor anderen altijd resulteert in een diepgeworteld gevoel van welzijn oftewel wijze zelfzuchtigheid, gebaseerd op het inzicht dat alles onderling afhankelijk is. Het eerste deel van het boek gaat over tegenslag overwinnen, waarbij wordt uitgelegd hoe met uitdagingen om te gaan bezien vanuit een groter perspectief. Het tweede deel 'Lessen voor het hart' handelt over het laten groeien en koesteren van compassie in het leven van alledag. In het derde deel 'Compassie in actie' staan voorbeelden hoe compassie te vertalen naar actief handelen, b.v. voor kansarme mensen. Het boek geeft een beeld van de inspanningen van de Dalai Lama, alsmede van Victor Chan om aandacht te vragen voor het belang van compassie, waarbij de grote interesse van de Dalai Lama voor de inzichten vanuit de wetenschap in dit verband ook een voorname plek krijgen. De auteur schreef eerder 'De kunst van vergeven'*."
De alchemist./ Paulo Coelho. Amsterdam, De Arbeiderspers, 2015, 183 p.
De jonge schaapherder Santiago heeft één grote wens: de wereld bereizen tot in alle uithoeken om zo uit te vinden hoe deze in elkaar zit. Zijn dromen over een verborgen schat zetten hem aan tot een zoektocht. Na veel omzwervingen ontmoet hij in Egypte de alchemist, die over grote spirituele wijsheid beschikt. Hij adviseert de jongen:
`Luister naar je hart. Dat kent alles, omdat het afkomstig is van de ziel van de wereld en daar ooit naar zal terugkeren ( ) Waar je hart is, is ook je schat.
De alchemist is een magische fabel, met de diepe wijsheid van een klassiek sprookje.
Vier levensvrienden : geleide meditatieoefeningen voor vriendelijkheid, compassie, medevreugde en gelijkmoedigheid./ Frits Koster, Erik van den Brink, Jetty Heynekamp. Rotterdam, Asoka, 2013, 2 cd's + boekje (57 p.), 160 min. ISBN9789056703042
Mildheid : geleide meditatie-oefeningen voor vriendelijkheid en compassie./ Frits Koster en Jetty Heynekamp. [Rotterdam], Asoka, 2011, 2 cd's + boekje (48 p.), Speelduur 130 min. ISBN9789056702687
Dit boekje en bijbehorende CDs laat de lezer kennismaken met de heilzame kracht van vriendelijkheid en compassie (twee boeddhistische begrippen).
"Vriendelijkheid en compassie zijn hartverwarmend en kunnen worden samengevat in de term mildheid of heartfulness, als waardige aanvulling op het begrip mindfulness. Net zoals aandacht of opmerkzaamheid is het mogelijk door training mildheid tot bloei te laten komen. Het bijzondere van deze beoefening is dat ze religie-overstijgend is; ieder mens kan zijn of haar leven verrijken met de kracht van mildheid. Op de CDs worden geleide meditatieoefeningen aangereikt, waarmee de cirkel van compassie en vriendelijkheid steeds kan worden uitgebreid, uitgaande van onszelf naar uiteindelijk alle levende wezens. Het boekje (met een voorwoord van Edel Maex) dient als ondersteuning, biedt achtergrondinformatie en beschrijft valkuilen die kunnen optreden bij de beoefening."
Black dog : leven met een depressie./ Matthew Johnstone. Leuven, Acco, 2011, [46] p.
"Een van de zekerheden in het leven is, volgens Matthew Johnstone, dat we ooit allemaal moeten doodgaan, belastingen betalen en ook wel eens depressief worden.
De auteur is geen psycholoog, therapeut of deskundige, maar heeft zelf wel een depressie meegemaakt. Bij de meeste mensen gaat die depressie, ook wel eens de blues genoemd, meestal snel over. Een op zeven vrouwen en een op tien mannen krijgen evenwel een klinische depressie die erg ingrijpend is. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zullen er in de 21e eeuw meer mensen arbeidsongeschikt zijn door depressie dan door kanker en hartziekten. In Black Dog gaat Johnstone ervan uit dat er meerdere soorten depressie bestaan, met uiteenlopende oorzaken en verschillende behandelingen.
De auteur heeft met dit boek een bijzondere prestatie geleverd. Hij maakt de kern van de depressie vooral duidelijk aan de hand van tekeningen. Centraal staat daarbij de black dog. De hond verpersoonlijkt dan de donkere kant van de persoonlijkheid. Dankzij Winston Churchill werd de term bekend als metafoor voor depressie. De auteur beschrijft op een ontroerende en scherpzinnige manier de gemoedstoestand, de ruzies en de lichamelijke signalen die op een ernstige depressie wijzen. De boodschap van de auteur wil bezielend zijn: de depressie zal je achtervolgen, maar in plaats van ervoor te vluchten, kan je ze beter aanvaarden en uitzoeken wat je eruit kan leren.
Het vlot leesbare en mooi geïllustreerde boekje besluit me leestips en verwijzingen naar websites. Dit boek is zo bijzonder omdat het vooral via de tekeningen en de korte tekstjes de lezer toelaat om op een erg empathische manier een depressie te begrijpen. Het is geen zelfhulpboek, maar een visuele verduidelijking van wat het betekent om depressief te zijn. De auteur hoopt dat dit boekje depressieve mensen kan helpen om hun gevoelens te delen met partners, ouders, kennissen en artsen."
[Guido Cuyvers]
Copyright (c) Vlabin-VBC2012Bron: http://www.deleeswolf.be (Bron: Via website Openbare Bibliotheek Gent)
De kracht van het nu./ Eckhart Tolle. Deventer, Ankh-Hermes, 2010, 191 p.
"De auteur verhaalt over de wijze waarop het zich richten op het 'nu' kan leiden tot het hervinden van innerlijke vreugde en vrede. Dit gebeurt via de vorm van vraag-en-antwoord, waarbij sterretjes tussen de tekstdelen als rustpunt dienen om het betoogde dieper te laten doordringen. Zijn betoog is net als bij Osho niets nieuws. Zijn kracht zit in de eigenzinnige samenstelling en uitleg van inzichten uit de psychologie (Gestalt), verschillende wereldreligies (boeddhisme, christendom, soefisme) en 'Een cursus in wonderen'. De kern ervan bestaat uit het aankweken van grote opmerkzaamheid voor de rijkdom van het leven zonder het waargenomene meteen te vertalen in mentaal-emotionele patronen. Deze laatste zijn volgens Tolle vooral verantwoordelijk voor het individuele en collectieve lijden in de wereld. In het boek zijn de oefeningen in de tekst geïntegreerd en daarom lastig terug te vinden als men ze niet noteert. Tolle's betoog kent dezelfde strenge, maar tevens liefdevolle toon als veel van zijn geciteerde leermeesters. Hierdoor is het als lezer makkelijk om positief op zijn boodschappen te reageren. Het boek bevat nogal wat herhaling van dezelfde boodschap, maar als tegenwicht zijn er vele one-liners die het onthouden waard zijn, zoals 'verzet is zwakte'. Dunne schreefloze letter."
De omhelzing./ David Grossman, Edward van de Vendel (vert.), Michal Rovner (ill.). Amsterdam, Cossee, 2011, s.p.
Een heel mooie prentenboekje voor klein én groot, voor jong én "oud".
"Ben loopt met zijn moeder in het veld met hun hond Mirakel. Zij vertelt hem dat hij speciaal is en dat er niemand op de hele wereld is zoals hij. Deze gedachte maakt Ben eerder bang dan gelukkig. Zijn moeder probeert hem duidelijk te maken dat volgens haar iedereen uniek is en 'een beetje alleen maar ook samen'. Ze maakt hem duidelijk dat je helemaal uniek jezelf kunt zijn, maar dat dit niet betekent dat je je alleen of droevig moet voelen. Het gesprek eindigt met een omhelzing want, zo zegt Bens moeder, 'dan ben je niet alleen en dan ben (ik) niet alleen'.
Dit mooie filosofische boekje heeft eenzaamheid en liefde als thema's. In eenvoudige zinnen laat de auteur zijn personages, en daarmee ook de lezer, nadenken over iets existentieels: elk mens is uniek en daardoor alleen, maar tegelijk ook verbonden met de aarde en met andere mensen.
De een- tot zevenregelige tekst in blokletters lijkt met potlood geschreven, in overeenstemming met de zeer eenvoudige en erg passende potloodtekeningen van Michal Rovner, een internationaal bekende Israelische kunstenares. De vertaling is van Edward van de Vendel, bekende kinder-en jeugdboekenschrijver. Voor iedereen vanaf ca. 5 jaar." Veerle Willaert
De wolvenlus./ Nicholas Evans. Amsterdam, De Boekerij, 2000, 420 p.
Een baby ligt buiten in zijn wiegje te kraaien. Langzaam sluipt de wolf dichterbij...
Een troep wolven waart in de bosrijke omgeving van het dorpje Hope in Montana, de streek waar ze een eeuw geleden tot op het laatste exemplaar werden afgeslacht. Nu worden ze beschermd door de wet en door de 29-jarige biologe Helen Ross, die in het gebied is om deze prachtige wilde dieren te observeren. Ook moet ze zien te voorkomen dat de wolven opnieuw worden uitgeroeid. Dit tot groot ongenoegen van de lokale schapenfokkers die hun kuddes bedreigd zien.
Nicholas Evans laat zien hoe de emoties in het afgelegen dorp langzaam steeds hoger oplopen en uiteindelijk tot een aangrijpende confrontalie leiden. Voor geen van de bewoners zal het leven ooit nog hetzelfde zijn.
De lessen van Burn-out. Een persoonlijk verhaal./ Annegreet van Bergen. Amsterdam, Atlas, 2016, 263 p.
In 'De lessen van burn-out' beschrijft Annegreet van Bergen wat ze nooit voor mogelijk had gehouden dat haar zou overkomen: ziek worden van te hard werken. Als journaliste bij Elsevier had ze er al vaak over geschreven. Voor haar cover story 'Druk, druk' interviewde ze mensen die als gevolg van een te zware werkdruk overspannen geraakt waren. Maar dat zij zelf ook hard op weg was om overwerkt te raken, dat had ze niet in de gaten. In 'De lessen van burn-out' beschrijft ze wat ze allemaal meemaakte: de oorzaken en gevolgen, het ziek zijn, het gevoel niet meer te kunnen voldoen aan allerlei verwachtingen en vooral het proces van weer overeind krabbelen en genezing. Haar verhaal is een hart onder de riem voor iedereen die opgebrand is en laat zien dat burn-out niet het eind van alles hoeft te zijn, maar juist het begin van een nieuw leven kan inluiden.
"Wat veel mensen in de aanloop tot een burn-out gemeen hebben, is dat ze niet zien in welke vicieuze cirkel zij zijn belandt. Het gaat heel geleidelijk. Je hebt het zo druk en je voelt je zo opgejaagd, dat het not done is om een avondje vrij te plannen of om tijd voor jezelf te nemen. Er moet zoveel gebeuren dat geen enkele minuut onbenut mag blijven. Het opgejaagde gevoel wordt alleen maar groter. De lichamelijke signalen die zorgen voor nog meer onrust en gepieker. Je kunt je niet ziek melden want dan blijft het werk liggen. De vicieuze cirkel valt bijna niet meer te stoppen.
Uiteindelijk kan het lichaam niet anders dan aan de noodrem trekken en je tot stilstand dwingen. Dan begint het pas. Het achterstallig onderhoud weg werken. Wanneer alle vermoeidheid en emoties eruit zijn begint het herstel. Zowel het voorproces als het herstel wordt mooi beschreven in het boek. Het herstel is een cursus zelfkennis. De coach (of psychiater in haar geval) helpt om de bril waardoor je kijkt weer op te poetsen en de goede glazen aan te meten zodat je weer helder naar jezelf en de wereld om je heen kunt kijken."
Liefde in tijden van angst./ Bleri LLeshi. Berchem, Epo, 2016, 171 p.
Vlot en helder geschreven. Een aanrader.
"Bang om niet rond te komen, bang om te falen, bang voor aanslagen, bang om alleen te zijn, bang om samen te gaan wonen, bang voor verandering, bang voor morgen. We leven in een angstsamenleving. Onze angst is soms zo verpletterend dat je dreigt te denken: zouden we niet beter meteen stoppen met leven? Maar ook sterven is geen optie, want we zijn bang van de dood. Filosoof Bleri Lleshi ziet maar één oplossing: de Liefde. Niet de romantische of peperkoeken versies uit tv-programma's (Verboden liefde!), literatuur (Vijftig tinten grijs!) of filmwereld (The Twilight Saga!). Die leren je vooral dat liefde een product is uit een met tl-lampen belichte rayon in de supermarkt. Wél de liefde die ons laat bloeien en groeien, en ons samenbrengt. Alleen heeft die, net zoals een boom, stevige wortels nodig: in gezinnen, onderwijs, middenveld, media en politiek. Liefde in tijden van angst is een prikkelend essay dat, zoals het een straatfilosoof betaamt, vertrekt vanuit de dagelijkse verhalen van gewone mensen. Over solidariteit, spiritualiteit en de noodzaak van een liefdessamenleving. Broodnodig in tijden van angst"
Burn-out. Het begin van verandering./ Mieke Lannoey. Utrecht, AnkhHermes, 2016,127 p.
"In dit Ankertje beschrijft de Vlaamse auteur haar burn-out en de langzame weg naar herstel. Uiteindelijk vindt ze niet alleen een nieuwe levensinvulling, die gestoeld is op andere waarden dan voor haar burn-out, maar heeft ze ondertussen ook zichzelf op een grondige manier leren kennen. De grote kracht van dit kleine boekje zijn de beschrijvingen van alle aspecten van een burn-out. Deze zijn tot in detail en zeer helder geformuleerd opgetekend. De angst en paniek over de burn-out worden afgewisseld door de kleine stappen vooruit en het voortschrijdend inzicht bij de auteur. De kleine pieken en grote dalen beschrijven haar persoonlijke weg, maar zijn dermate indringend beschreven dat ze het persoonlijke juist overstijgen. Haar conclusies zal iedereen die direct of zijdelings te maken heeft met (iemand met) een burn-out kunnen bevestigen, versterken en inzicht bieden, ook al beschikt niet iedereen over haar nieuwsgierigheid en intelligentie."
De verovering van de vrijheid. Van luie mensen, de dingen die voorbij gaan./ Alicja Gescinska. Rotterdam, Lemniscaat, 2013, 219 p.
"Alicja Gescinska heeft aan den lijve ervaren wat gebrek aan vrijheid is. Ooit woonde zij met haar ouders en zussen in een studio van vier bij vier in communistisch Polen. Vlak voor de Val van de Muur vluchtte het gezin naar België; Alicja was toen zeven jaar oud. Als tiener kon zij moeilijk aarden in het Westen, waar de toegenomen vrijheid niet meteen een garantie bleek voor een beter bestaan. Vrijheid scheen haar eerder een ander woord voor luiheid, gemakzucht, consumentisme. Pas met de ontdekking van wijsbegeerte en literatuur vond zij naar eigen zeggen de ware, positieve zin van de vrijheid.
In de zomer van 2010, toen zij volop werkte aan dit boek, werd Alicja geconfronteerd met de plotse ziekte en het overlijden van haar vader. Deze ingrijpende gebeurtenis deed haar niet alleen de broosheid van het bestaan beseffen, maar ook de noodzaak om het leven te omarmen, zelfs al is dat soms ongenadig hard. Zij realiseerde zich dat je als mens slechts vrij bent wanneer je liefdevol en betrokken in het leven staat. Dat is de eigenlijke drijfveer achter haar pleidooi tegen de luiheid en morele onverschilligheid die zij kenmerkend vindt voor de moderne tijden. Deze neigingen zijn ook haar niet vreemd. Haar pleidooi is dus evengoed een innerlijke polemiek. Deze jonge filosofe laat ons inzien - of we nu liberaal zijn of katholiek, socialist of conservatief - dat vrijheid verre van vrijblijvend is. Zij moet veroverd worden."
Zoya. Een hondenleven./ Sancho Vanherck en Jan Demarest (ill.) ISBN: 9789462420496
"Een boek voor jonge hondjes en voor kinderen die van jonge hondjes houden
Mensen zijn rare dieren. Een ellendig en verdrietig bestaan, vol tegenslag en miserie, dat noemen ze een hondenleven.
Ik heb een hondenleven geleefd. Een écht.
Want ik ben een hond. Soms was mijn leven droevig, soms spannend en griezelig. Grappig en ontroerend. Dikwijls was het gewoon maar leven. Maar er waren ook heel fijne en gelukkige tijden. Helemaal geen hondenleven.
Dat leven wil ik hier vertellen. Aan alle jonge hondjes en puppies die willen weten hoe ze met mensen moeten omgaan, en hoe ze hun Baasjes kunnen temmen.
Kinderen die van honden houden, mogen meelezen.
Hugo Sancho Vanherck (Retie, 1956) debuteerde in 2015 bij Kramat met ¡Dos bolas, por favor!, een vrolijk verslag van de tien jaren waarin hij, samen met zijn vrouw, een ijsjeszaak openhield in de Spaanse Pyreneeën, en er naar vogels en mensen keek.
Veertien jaar lang had het koppel ook een hondje, dat ooit met hen in een pretpark werkte, met speedboten koerste, in de bergen rondzwierf en avonturen beleefde.
In Zoya, een hondenleven vertelt Zoya zélf hoe het allemaal ging , ter lering en vermaak van alle nieuwsgierige jonge hondjes, en van kinderen die van honden houden."
Hemel en hel ; Het verdriet van de engelen ; Het hart van de mens
Hemel en hel ; Het verdriet van de engelen ; Het hart van de mens./ Jón Kalman Stefánsson. Amsterdam, Ambo, 2014, 946 p.
Het mooiste boek dat ik tot nog toe heb gelezen. Zo schoon, in een prachtige, poëtische taal geschreven, adembenemend, met heel veel gevoel, mededogen, confronterend en tegelijk heel troostend, zich afspelend in een woest IJslands landschap en harde overlevingsstrijd van de mens ergens eind 19e - begin 20ste eeuw.
Inhoud
"`Hemel en hel `Het verdriet van de engelen `Het hart van de mens Nu in één band: de drie prachtige romans van de IJslandse Jón Kalman Stéfansson over de naamloze jongen: `Hemel en hel , `Het verdriet van de engelen en `Het hart van de mens . Twee vrienden, Bardur en de jongen, gaan vissen op zee. Wanneer ze worden overvallen door een storm raakt Bardur onderkoeld en sterft. Op zoek naar een manier om dit verlies te verwerken besluit de jongen op reis te gaan. Wanneer hij na vele omzwervingen weer terugkeert in het dorp, merkt hij dat hij is veranderd. Hij laat zich niet meer zo door anderen leiden, neemt zijn eigen beslissingen en is vastbesloten te kiezen voor de liefde."
Of Wolves and Men./ Barry Holstun Lopez and John Bauguess. New York (N.Y.): Simon and Schuster, 1995, 309 p.
"Originally published in 1978, this classic exploration of humanity s complex relationship with and understanding of wolves returns with a new afterword by the author. Humankind's relationship with the wolf is based on a spectrum of responses running from fear to admiration and affection. Lopez s classic, careful study won praise from a wide range of reviewers and went on to improve the way books about wild animals are written. Of Wolves and Men reveals the uneasy interaction between wolves and civilization over the centuries, and the wolf's prominence in our thoughts about wild creatures. Drawing on an astonishing array of literature, history, science, and mythology as well as considerable personal experience with captive and free-ranging wolves, Lopez argues for the necessity of the wolf's preservation and envelops the reader in its sensory world, creating a compelling picture of the wolf both as real animal and as imagined by man. A scientist might perceive the wolf as defined by research data, while an Eskimo hunter sees a family provider much like himself. For many Native Americans the wolf is also a spiritual symbol, a respected animal that can make both the individual and the community stronger. With irresistible charm and elegance, Of Wolves and Men celebrates scientific fieldwork, dispels folklore that has enabled the Western mind to demonize wolves, explains myths, and honors indigenous traditions, allowing us to further understand how this incredible animal has come to live so strongly in the human heart."
The Darkness Is Light Enough: The Field Journal of a Night Naturalist./ Chris Ferris (1988, 404 p.)
This remarkable journal was not intended for others to read, but kept as a record of the place Chris Ferris has come to call her own. Twenty years ago, she damaged her back and, finding that she couldnt sleep for more than a few hours at a time, used to walk in the woods and fields around her home to ease the pain. It was then that she saw animals and birds going about their lives in ways that she had never dreamed of, and these notes record the fascinating details of the animals observed at incredibly close quarters.
Chris Ferriss journal will astonish everyone who believes that nothing but animals and birds move around the woods after dark; it will also intrigue everyone who has a deep love of nature.
Een prachtig boek van een moedige vrouw die dieren met gevaar voor eigen leven met hand en tand verdedigt. Heel mooie natuurobservaties. Diepe liefde, genegenheid en engagement voor de dieren, met vooral dassen en vossen in de hoofdrollen, uilen, en zoveel andere maar ook oog voor de planten. Daarnaast een aanklacht tegen het ongebreideld bejagen en molesteren van dassen en vossen, in Engeland, jaren '80. Vaak zeer triestige en schokkende passages over hoe wreed mensen met de natuur en dieren omgaan.
Derk Das blijft altijd bij ons./ Susan Varley en L.M. Niskos. Lemniscaat, 25 p. (prentenboek)
Derk Das was een goede vriend van alle dieren in het bos. Maar hij was oud, héél oud. Op een dag vond Victor Vos een brief van Derk: 'Ik ben de lange tunnel ingegaan. Dag jongens... daaag!'
De dieren missen Derk Das heel erg, maar als ze over hem praten is hij toch een beetje bij hen.
Recensie(s)
Prentenboek over Derk Das, die voelt dat hij spoedig zal sterven. Als dat inderdaad gebeurt (hij droomt van een doorgang door een lange tunnel), zijn alle dieren erg verdrietig, maar later herinneren ze zich allerlei dingen die ze van Das geleerd hebben. Ze verwerken hun verdriet door samen te praten over hun vriend. Mooie, kleine illustraties bij de tekst op de linkerpagina; grote, wit omkaderde prenten op de rechterbladzijde. Alle platen zijn met zachte kleuren ingekleurd in een pentekening. Zowel uit de goed voorleesbare tekst als uit de warme platen straalt rust. Mooie bladspiegel, stevige uitvoering. Het thema van het verhaal lijkt sterk op dat in "Dat is heel wat voor een kat" van J. Viorst (zie a.i. 92-27-213-4). Deze uitgave is echter geschikt voor iets jongere kinderen, vanaf ca. 5 jaar.
Torak en Wolf. Avonturen in het Hoge noorden./ Michelle Paver. Vianen, The House of Books, 2013, 255 p.
(Best wel een mooi en spannend jeugdboek, vanaf ca. 11j)
De prehistorische mensen, die zo'n 6000 jaar geleden Europa bevolkten, leefden dagelijks op het scherp van de snee. Het mislukken van de jacht kon het einde betekenen. Het woud was vol gevaren; gevaren die ze kenden, zoals de winterkou en de roofdieren, en waar ze zich konden tegen wapenen, en de gevaren uit het onbekende, uit de wereld van de demonen, waar de mens machteloos tegen is. Torak en Renn zijn al de hele dag op jacht zonder resultaat. Ze zijn koud en moe, hebben een scheurende honger en het rendier dat ze al zo lang volgen, ontsnapt hen. En dan is plots Wolf verdwenen.Torak, die hem als welpje onder zijn hoede heeft genomen, beschouwt Wolf als zijn broeder en wil hem met gevaar voor zijn en Renns leven gaan zoeken. Hij vindt sporen terug van een val en al gauw beseft hij dat Wolf is meegenomen door 'zieleneters'
Een soort van liefde./ Alicja Gescinska. Amsterdam, De Bezige Bij, 2016, 236 p.
"Na de dood van haar vader, een gerenommeerde professor Duitse cultuurgeschiedenis, staat Elisabeth voor de taak zijn huis leeg te maken. Doordat ze nooit goed met haar vader op kon schieten, lijkt deze opdracht aanvankelijk niet erg zwaar. Maar wanneer Elisabeth een brief ontvangt, geadresseerd aan haar vader, openen zich kamers van het verleden waarvan ze niets wist.
Elisabeth en Anna, twee vrouwen die elkaar nooit hebben gekend, blijken elkaars leven in een definitieve plooi gelegd te hebben. Het is te laat om dat te veranderen, maar misschien is het nog niet te laat om het te begrijpen.
Een soort van liefde vertelt het verhaal van vele soorten liefde: van een moeilijke liefde tussen vader en dochter, en van een onverhoedse liefde tussen een oudere professor en een jonge studente. Lichamelijk, geestelijk, hartstochtelijk of ingehouden, steeds is de liefde ongrijpbaar en ambivalent."
De Wildernis in./ Jon Krakauer. Amsterdam, Prometheus, 2015, 284 p.
"In april 1992 lift de 24-jarige Chris McCandless naar Alaska om daar de wildernis in te trekken, met niet meer dan een geweer en tien pond rijst op zak. Hij heeft zijn spaargeld aan een goed doel geschonken, zijn auto achtergelaten en het geld in zijn portemonnee verbrand. Vier maanden later wordt zijn lichaam gevonden door een elandjager.
Op zoek naar verklaringen voor de drijfveren en verlangens van Chris, werpt Jon Krakauer een verhelderend licht op zijn tocht. Hij beschrijft de beproevingen en de zelfverloochening waarnaar deze raadelachtige jongen op zoek was met zeldzaam inzicht. De wildernis in is het hypnotiserende, hartverscheurende verhaal van de enorme aantrekkingkracht van de natuur, het gevaar dat op de loer ligt en de complexe, beladen band tussen een zoon en zijn vader."
Recensie
"Een intelligente zoon van rijke geslaagde ouders raakt gefascineerd door het natuurlijke, nomadische leven zoals door Tolstoj beschreven. Zijn hang naar ascetisme doet hem besluiten alle verbintenissen met zijn eerder leven op te geven, zijn aardse bezittingen achter te laten en een zwervend bestaan te gaan leiden. Uiteindelijk wordt dat hem noodlottig: hij wordt doodgevroren in Alaska gevonden. De doodsoorzaak is verhongering. De auteur wijdde een kort artikel aan deze tragische gebeurtenis. Maar de macabere vondst van het in staat van ontbinding verkerende lichaam in een slaapzak liet hem niet los. Hij besloot het leven van deze jongen te reconstrueren. Het resultaat is een fascinerend boek over een onbegrepen jongen die niet anders kan dan zijn veilige omgeving verlaten. Het griezelige is dat dit bij veel meer jongeren kan gebeuren. Impliciet verwijst het verhaal naar de waarde van de ouder-kind band. Het boek is intens, helder, en wars van sensatie geschreven. Bevat enkele kaarten. Pocketeditie, kleine druk.
De jongen die tien concentratiekampen overleefde./ Alan Gratz. Alkmaar, Kluitman, 2013, 192 p.
Recensie (Leeswelp, NBD Biblion)
"De jongen die tien concentratiekampen overleefde neemt de lezer mee naar het Joodse getto in Krakau, waar de Joodse Yanek Gruener woont met zijn vader en moeder. Al snel wordt het getto overvol en moet de familie haar appartement delen met nog drie andere families. Na een inval van de nazis, waarbij een groot deel van de flatbewoners wordt gedeporteerd, verlaat de familie het appartement en gaat op het dak wonen, in een duiventil. Dat gaat goed, totdat Yaneks vader en moeder worden opgepakt als zij bij de bakker in de rij staan voor brood. Vanaf dat moment staat Yanek er alleen voor. Het is 1942, hij is net dertien jaar oud en werkt in een naaiatelier. Als dat wordt opgedoekt, worden alle werknemers gedeporteerd naar een kamp in Plaszów. [verberg tekst] Daar begint Yaneks rondgang langs maar liefst tien concentratiekampen, waaronder Auschwitz Birkenau, Bergen Belsen, Buchenwald en Dachau.
Al snel wordt hem duidelijk dat er weinig hoop is dat zijn ouders nog in leven zijn. In Plaszów ontmoet hij nog wel zijn oom Moshe, die hem in de korte tijd voordat hij vermoord wordt de belangrijkste stelregels van het kampleven bijbrengt: Je bent niemand. Je hebt geen naam. Je zegt niets, je kijkt niet naar ze, je meldt je nergens voor aan. Je werkt, maar niet zo hard dat het opvalt. Je ouders, Oskar en Mina. Ze zijn dood. Ze zijn er niet meer, Yanek, en we zouden om ze rouwen als we konden. We hebben nog maar één doel en dat is overleven, Yanek. Overleven, koste wat het kost. We kunnen niet toestaan dat die monsters ons uit de geschiedenis wissen.
En overleven is wat Yanek doet. Kamp na kamp. Steeds opnieuw weet hij de dood die vanuit alle hoeken op hem loert voor te blijven. Zo doorstaat hij de strenge selectie van Josef Mengele in Birkenau, weet hij uit het beeld van bloeddorstige kampcommandanten te blijven en volbrengt hij de dodenmarsen naar Sachsenhausen en Dachau.
De jongen die tien concentratiekampen overleefde is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Yanek (Jack) Gruener en opgeschreven door Amerikaanse auteur Alan Gratz onder de titel Prisoner B-3087. Volgens uitgeverij Kluitman is het boek echt iets voor liefhebbers van Haar naam was Sarah en De jongen in de gestreepte pyama. Hoewel De jongen die tien concentratiekampen overleefde de lezers van deze boeken zeker zal aanspreken, doet deze aanbeveling het boek zelf tekort. Juist omdat het boek wél is gebaseerd op feiten, waarbij slechts bepaalde gebeurtenissen anders beschreven en anders in de tijd geplaatst zijn om een completer en representatiever beeld van de Holocaust te geven worden de beschreven gruwelijkheden persoonlijk. Yanek zat van zijn dertiende tot zijn zestiende daadwerkelijk in deze kampen en geeft zo de verschrikkingen van de Holocaust een gezicht. Dit is een indringend verhaal, geschikt voor jongeren vanaf een jaar of twaalf, al is het zeker niet specifiek voor deze doelgroep geschreven. [Fedor de Beer]"
Het Huis Van De Moskee./ Kader Abdolah. Breda, De Geus, 2008, 413 p.
Kader Abdolah:
'Ik heb dit boek voor Europa geschreven. Het gaat over mensen, over kunst, over religie, over seks, over film, over het belang van radio en televisie. Ik schuif de gordijnen opzij en laat de islam als levenswijze zien. Wat getoond wordt geeft een dieper inzicht. In Het huis van de moskee verwerk ik ook passages uit de Koran. Het gaat me vooral om de geest van de Koran als boek, niet als religieuze leidraad. Ik wil de milde islam laten zien, niet die van het radicalisme.'
Recensie:
"Roman van de Iraans/Nederlandse auteur Abdolah [1954] die diverse romans en bundels columns op zijn naam heeft staan, zoals 'Spijkerschrift' en 'Karavaan'.
'Het huis van de moskee' gaat over Aga Djan, tapijthandelaar en hoofd van een grote Iraanse familie die het huis van de moskee bewoont. Broers en zussen, en neven en nichten wonen vreedzaam in het huis totdat de Sjah van Perzie wordt afgezet en de Ayatollah-revolutie Khomeini aan de macht brengt (1979). Niet alleen het land lijdt onder de terreur, de jihad en de islamisering. Ook de familie van Aga Djan wordt verscheurd, en familieleden worden vijanden.
In dit prachtige en aangrijpende verhaal wordt niet alleen de historie van Iran weerspiegeld in de familiegeschiedenis, het gaat ook over religieuze radicalisering en hoe vrienden vijanden kunnen worden. De roman is geschreven in eenvoudig Nederlands, en boeit van het begin tot het eind. Abdolah is een rasverteller, een echte vertelkunstenaar. Zijn roman geeft inzicht in het hedendaagse moslimfundamentalisme. Een aanrader voor een groot publiek."
Nelle : de heks van Cruysem./ Marc de Bel en Jan Bosschaert. Antwerpen, Manteau, 2011, 344 p.
"We schrijven 1634. De veertienjarige Nelle woont met haar tante Clara in een lemen huisje aan de rand van het Hollebeekbos. Het is een tijd van leven en overleven, van bijgeloof en rituelen. Niet iedereen gunt hen echter het geluk, want de gemene roddels over tovenarij nemen steeds toe. Op een dag wordt het leven van Nelle en Clara grondig verstoord wanneer ze van hekserij worden beschuldigd. Beiden worden opgepakt en Clara wordt aan de vreselijkste folteringen onderworpen. Uiteindelijk bezwijkt ze aan de martelingen. Nelle kan vluchten en wil de naam van haar tante en zichzelf zuiveren. Daarvoor moet ze echter naar Oudewater in Holland, waar een heksenwaag staat die kan bewijzen dat ze geen heks is. Tijdens haar gevaarlijke tocht heeft Nelle heel wat verrassende ontmoetingen en ontdekt ze dat niet iedereen het goed met haar voor heeft. Ondertussen is ook de beloning verdubbeld voor wie haar levend kan uitleveren aan grootinquisiteur Kramers.
De Bel schetst een goed beeld van de onmenselijke praktijken die beschuldigden moesten ondergaan. Tevens toont hij ook hoe blind, bijgelovig en haatdragend mensen kunnen zijn voor het onbekende. Dat kerkelijke leiders hier handig op inspelen in Gods naam wordt dan ook niet verdoezeld. Zoals in vele andere boeken probeert de Bel ook nu weer de (jonge) lezers op zijn hand te krijgen met gedurfd taalgebruik. Woorden als stijve tepels, piel, harige kont en schaamhaar komen dan ook geregeld voor. Toch komt dit niet storend over, omdat het telkens op een min of meer verantwoorde manier aan bod komt.
(...)
De Bel is erin geslaagd om een scherp beeld te schetsen van een meisje tijdens de heksenvervolgingen. Naast de gruwelijke folterpraktijken heeft hij ook oog voor de dagelijkse gewoonten uit die tijd, de huisnijverheid, het gebruik van kruiden, volkswijsheden en de omgang met dieren. Bovendien gaat Nelle ook over liefde: de liefde tussen Nelle en Wiete, maar ook de liefde tussen Nelle en de mensen die in haar onschuld geloven. Dit vormt een mooi tegengewicht voor de donkere en harde toon die er met momenten te bespeuren valt. Al bij al is dit een mooie, breed uitgesponnen vertelling, die niet gaat vervelen. [Kristof Sas]"
Reis door Lapland 1732 : dagboek van Carl Linnaeus./ Carolus Linnaeus. Zeist, KNNV, 2007, 229 p.
Neen, dit reisdagboek van de Zweedse botanicus Carl Linnaeus (1707-1778) heb ik niet uitgelezen. Met alle beste wil van de wereld, maar het lukte me niet. Ongeveer aan de helft geraakt. Best zeer gedetailleerd, en met tekeningen door Linnaeus, niet alleen natuurobservaties, ook zeden en gewoonten van de Samen worden opgemerkt door Linnaeus.
"Het unieke dagboek van de beroemde Zweedse botanicus Carolus Linnaeus. In het voorjaar van 1732 maakt hij op 25-jarige leeftijd een onderzoeksreis door Lapland. 'Iter lapponicum' is het reisverslag waarin hij onderweg de planten, dieren en andere natuurverschijnselen beschrijft, maar ook de leefwijze van de lokale bevolking: de Samen.
Reis door Lapland geeft een indringend beeld deze bijzondere reis. Tussen de regels door zijn vaak de eenzaamheid en de ontberingen te voelen, maar altijd schrijft Linnaeus scherp en vol verwondering. Het dagboek bevat ook zo'n 250 pentekeningen. Vele zijn haastig, andere heel zorgvuldig getekend en rijk aan fijne details. De knappe plantentekeningen verraden de hand van een expert.
Reis door Lapland is daarmee een puur en levendig reisverslag. Het geeft een uniek beeld van deze historische onderneming, maar ook van Carl Linnaeus die later onsterfelijk zou worden als de grondlegger van de wetenschappelijke naamgeving voor planten en dieren."
Liefde. Een onmogelijk verlangen?/ Dirk De Wachter. Tielt, Lannoo, 2014, 111 p.
"Geef de liefde de status die ze verdient, weg van de Hollywoodiaanse nepparadijzen en wellnessweekends."
"Geen enkel thema is zo vaak beschreven in literatuur, muziek en kunst als de liefde. Toch blijft de mens op zoek naar haar ware aard. We denken haar te kunnen definiëren en vatten maar merken steeds weer dat we tekortschieten.
Liefde is ondoorgrondelijk maar levensnoodzakelijk. In dit boek beschrijft Dirk De Wachter, auteur van Borderline Times (2012), hoe de liefde in haar voortbestaan bedreigd wordt door het hedendaagse consumentisme en de kwalijke illusie dat alles maakbaar is.
Liefde. Een onmogelijk verlangen is een pleidooi om gewoon te doen. Want alleen dan, als we niks forceren, kan de liefde in volle glorie verschijnen."
"In deze bundel verkent de Vlaamse auteur, psychiater en hoogleraar aan de KU Leuven, het thema liefde vanuit verschillende invalshoeken. Aan de hand van fragmenten uit de wereldliteratuur bespreekt hij onder meer de volgende onderwerpen: het verlangen naar een duurzame relatie; liefde in een maakbare wereld; het belang van hechting; relatieproblemen en de therapeut; de perfecte match. Naast de literaire citaten ondersteunen zeven afbeeldingen van schilderijen de tekst. Op een prettige, relativerende manier beschrijft de auteur het mysterie 'liefde' en de welhaast onmogelijke eisen die men heden ten dage aan een relatie stelt. Hij komt tot de conclusie dat het geluk vaak schuilt in de 'gewonigheid' van het samenleven van alledag en niet zozeer in de nu heersende cultuur, waarin alles 'leuk' moet zijn. Een mooi vormgegeven boek met de kleur van de liefde, rood, voor het omslag en de citaten. Achterin vermelding van de literatuur en de schilderijen. Lezenswaard voor iedereen, want zoals de schrijver zegt: 'Iedereen wil graag geliefd en liefdevol zijn'."
Huiswaarts : het wonderbaarlijke instinct van trekvogels en andere dieren./ Bernd Heinrich. Amsterdam, Meulenhoff, 2015, 365 p.
Oorspr. titel The homing instinct : meaning and mystery in animal migration.
ISBN9789029090803 (hardback)
De bekende bioloog Bernd Heinrich gaat sinds zijn jeugd elk jaar terug naar zijn geliefde plek in de bossen van Maine. Waar komt, vroeg hij zich af, die heimwee naar een bepaalde plek vandaan? En waarom zijn emoties vaak zo sterk als het om iemands geboorteplek gaat? Hoe zit dat eigenlijk in de dierenwereld?
Albatrossen, kraanvogels, zalmen, zelfs monarchvlinders leggen enorme afstanden af om terug te keren naar hun geboortegrond. De grote vogeltrek twee keer per jaar wordt niet alleen ingegeven door het speuren naar voedsel, maar ook door het sterke verlangen naar de geboorteplek. Op hun trektochten gebruiken sommige dieren de zon als kompas, andere nemen geursporen of water- en luchtstromen als gids. Maar allemaal vinden ze hun weg naar huis.
In Huiswaarts neemt Heinrich de lezer mee op de trektochten van vele vogels en andere dieren. Door de onderhoudende vertelwijze heeft de lezer nauwelijks door dat hij een stuk wijzer is geworden.
De Wolven Verleckert Op 't Mensenvlees 1586-1783./ Hugo Van den Abeele, met pentekeningen van Paul Haesaerts. S.l.: s.n., 1961, 53 p.
Wolven ; Oost-Vlaanderen ; geschiedenis
Jacht op wolven en ander wild in Oost-Vlaanderen in 16de - 18de eeuw
Eigenlijk bijna een horrorverhaal van een hele reeks moorden op voornamelijk wolven, maar ook op vossen, wilde 'verkens', 'moerdassen' en ander wild in onze oostvlaamse streken in de 16de-18de eeuw. ("Kasselrij Gent", regio Gent-Aalter-Deinze-Nazareth).
In 1586 maakte de Raad van Vlaanderen' bekend dat het was toe gestaan om 'wilde dieren' te vernietigen. Daarbij werden wrede praktijken toegepast. (Op basis van archiefstukken uit het Rijksarchief van Gent)
En alzo werd de wolf hier uitgeroeid...
En ander interessant artikel:
"Van de wolven, peerden, coeyen, schapen en ander bestial. De geschiedenis van de wolf in België./ Koen van den Berge en Rik Desmet. In: Nieuwe wildernis. Het avontuur van de Natuur. jg.3, winter 1997-1998, pp. 4-7.
Brakel 1250 jaar 736 - 1986 : het verhaal van een gehucht./ Frank Vermeulen, Raf van den Abeele, e.a. Sint-Martens-Latem, Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem, 1987, 173 p.: ill.
Een zeldzame weelde. Kunst van Latem en Leiestreek 1900-1930./ Piet Boyens. Gent, Ludion, 2001, 215 p.
Verschenen naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling van 17/06/2001 tot 23/09/2001.
"Tijdens het eerste kwart van de 20ste eeuw vond in de streek langs de Leie, tussen Deinze en Gent, een unieke concentratie van artistieke werkzaamheid plaats. In de loop van de tijd werd het werk van deze kunstenaarskolonie bekend als de School van Sint-Martens-Latem. In werkelijkheid was er echter geen sprake van een constante, een school of een doorgaande beweging.
Karel van de Woestijne sprak over de inspirerende tijd in Latem als 'avondstonden van een zeldzame weelde'. Dit werd het uitgangspunt voor het tentoonstellingsproject 'Een Zeldzame Weelde'. Dat wil, in een concept van curator Piet Boyens, Sint-Martens-Latem als kunstenaarskolonie in een historisch kader plaatsen en bovendien afrekenen met de hardnekkig mythe dat er sprake zou zijn van een school."
In de voetsporen van de Latemse kunstenaars./ Piet Boyens. Gent, Ludion, 2003, 80 p. (reeks Ludion gidsen)
"Deze wandelgids leidt door de Leiedorpen Deurle en Sint-Martens-Latem, waar een eeuw geleden de (schilder)kunst hoogtij vierde. Drie wandelingen, degelijk beschreven en via een uitvouwbare wandelkaart gevisualiseerd, voeren langs de sporen (huizen, ateliers, schildersmotieven, musea) die naar de kunstenaars van toen verwijzen. De eerste wandeling, in Deurle (vier km), is het gebroeders De Smet-pad genoemd (Gust en Leon), dat ook aandacht besteedt aan Cyriel Buysse die hier zijn windmolen en paalwoning had. De tweede wandeling (zes km) strekt zich uit over het centrale deel van het dubbeldorp en heet het Drevenpad; hier gaat terecht iets meer aandacht naar de natuur (bossen, dreven, beemden), maar ook kunstenaars als Servaes, Van den Berghe [verberg tekst] en Edgard Gevaert komen hier aan bod. De derde wandeling, in Latem zelf (zeven km), heet het Gebroeders Van de Woestijne-pad (Karel en Gustaaf) en focust uiteraard ook op hun kompanen De Saedeleer, Permeke, Minne én hun aartsvader Binus Van den Abeele. Heel het vroegere Latem van de kunstenaars in een notendop. Auteur Piet Boyens beheerst de materie magistraal en weet zijn kennis van en liefde voor zijn onderwerp enthousiast over te brengen. De meegedeelde informatie is in alle beknoptheid veelzijdig en rijk, de inhoud ervan degelijk, correct en ad rem, de verwoording zakelijk, met hier en daar zelfs een poëtische toets. Het geheel leest aangenaam en vlot en de gids is handig, ook voor de actieve wandelpraktijk. Naast de teksten bij de drie wandelingen zijn er nog negen kaderartikels, gewijd aan evenveel Latemse kunstenaars van wie we de namen hierboren vermeld hebben. De tweede generatie -- De Sutter, Malfait, Ev. De Buck -- wordt amper vermeld en hun kunst krijgt iets te weinig aandacht. Essentieel onderdeel van deze gids zijn de illustraties: afbeeldingen van kunstwerken, oude ansichtkaarten en actuele foto-opnames. Het is verbazend hoeveel sporen van de laat-19e eeuw nog bewaard zijn gebleven. De hedendaagse (landschaps)foto's zijn gemaakt door Michiel Hendryckx, die de voorkeur geeft aan een contrastrijke, donkere en harde fotografie, fel verschillend van de poëtische sepia's van de oude ansichten. Er is een mini-bibliografie (een dozijn titels) en op de achterflap staat ook concrete bezoekersinformatie betreffende de vier plaatselijke musea (Gust De Smet, Leon De Smet, Dhont-Dhaenens en Gevaert-Minne). Een goede, mooie en hanteerbare gids, zowel voor de lezer thuis als voor de attente en traag genietende wandelaar. Voor tien euro is de prijs-kwaliteitsverhouding bijzonder hoog. Een modelboekje in zijn genre, en allicht dus een blijvertje. [Paul Huys] "
La pluie jaune./ Julio Llamazares. Verdier, 2012, 140 p.
(titre original: La lluvia amarilla.)
Au seuil de la mort, un homme achève l'expérience extrême de l'abandon. Pour conjurer la peur, il parle. Il raconte avec une grande pudeur et une douceur infinie, sa cruelle traversée.
Il réveille dans ce village oublié des Pyrénées aragonaises, les visages disparus que la maladie, la vieillesse, la guerre mais surtout l'exode ont emportés jusqu'au dernier - lui.
Il évoque sa résistance obstinée contre les forces obscures et implacables de la nature, contre les mensonges de la mémoire, les illusions du réel ou les exaltations de la folie.
Ce chant âpre et fascinant - écrit dans une langue simple mais imagée, sensible, enveloppante, volontiers itérative au point de susciter ce sentiment étrange de déjà vécu - emporte celui qui écoute vers un point de vertige où s'évanouissent ensemble, dans la chute lente des feuilles de l'automne, l'éphémère et l'éternel.
Wandelen. Een filosofische gids./ Frédéric Gros. Amsterdam, De Bezige Bij, 2013, 254 p.
Tot rust komen, één worden met de natuur, voldoening: de zegeningen van het wandelen spreken steeds meer mensen aan. Voor lopen is geen scholing, techniek, materiaal of geld nodig. Alleen een lijf, ruimte en tijd.Wandelen wordt door Frédéric Gros nadrukkelijk beschreven als een filosofische daad en als een spirituele ervaring. Voor veel grote historische, filosofische of literaire figuren was lopen een manier om gedachten te ontwikkelen of inspiratie op te doen: Arthur Rimbaud, Friedrich Nietzsche, Mahatma Gandhi en Immanuel Kant. Ook existentiële, mystieke en culturele aspecten van het lopen komen in dit boek ter sprake: eeuwigheid, eenzaamheid, stilte, traagheid, vrijheid en de pelgrimstocht. Wandelen zal veel mensen die het niet van zichzelf weten, tonen dat ze eigenlijk wandelende denkers zijn.
Sinaasappels zijn niet de enige vruchten./ Jeanette Winterson. Uitgeverij Contact, 1994, 183 p.
Gedeeltelijk auto-biografische debuutroman waarin de auteur het milieu waarin zij opgroeide op uiterst geestige en gevoelige wijze beschrijft. Zij wordt als vondeling opgenomen door een echtpaar waarvan de moeder een fanatiek lid van de Pinkstergemeente is, de vader blijft een schimmige figuur. Moeder beslist dat het meisje zendeling zal worden en al jong wordt zij betrokken in het kerkewerk. Dit vindt het meisje heel gewoon. In haar puberteit sluit zij vriendschap met een meisje; de moeder ziet dit als zondig. Vergeefs proberen ouderlingen de demon uit te bannen, sinaasappelen, de enige vrucht volgens de moeder, helpen hier niet. De onverzoenlijke godsdienstijveraars verstoten het meisje dat zich zeer verlaten voelt. Geholpen door haar filosofische kijk op het leven weet zij zich door deze moeilijke periode heen te slaan. Haar observaties zijn kostelijk. De bekrompenheid van de kleine geloofsgemeenschap maar ook de steun die zij krijgt van sommige ouderen, worden haarscherp op papier gezet.
Bron: bol.com (Biblion recensie, H.E. de Maaker-Verbeek.)
Arctic Dreams. Imagination and Desire in a Northern Landscape./ Barry Lopez. London, The Harvill Press, 1986, 464 p.
Samenvatting en bespreking (Nederlandstalige uitgave Atlas, 2001, 476 pagina's)
"Dromen van het noorden is het verhaal over de ongekende schoonheid en de gevaren van de natuur van het hoge Noorden en over de mens, die probeert een plaats in deze natuur te veroveren. Het boek bevat prachtige beschrijvingen van migraties van dieren over land, zee en door de lucht, van heroïsche tochten van ontdekkingsreizigers, van steile monolieten die schepen verbrijzelen en van een verre berg die slechts een luchtspiegeling blijkt te zijn. Lopez beschrijft het desolate maar tegelijkertijd fascinerende landschap in zijn meest elementaire vorm. Dromen van het noorden werd bekroond met de National Book Award.
Recensie
Impressies van een biologisch gericht onderzoeker van het Noordpoolgebied. Niet alleen onderzoeksresultaten maar ook een poging uit te leggen waarom de schrijver dit zo'n mooi en waardevol gebied vindt. Het accent ligt wel op 'kennisoverdracht' betreffende het gebied. Veel interessante gegevens over o.a. biologie, fysische geografie, klimaat, historie. Hoofdstukken over: leefwijze van muskusos, ijsbeer, narwal; migratie (dieren en mensen); ijs en ijsbergvorming; exploratie, archeologie, topografie; ontdekkingsreizen. Verder nog: kaarten en lengte en breedte graden van allerlei plaatsen; Latijnse namen van planten en dieren; archeologische perioden tabel en register. Een interessant en leesbaar boek over een van de laatste 'echte wildernissen' op aarde. De behandelde stof is, hoewel voor dit doel aan de pittige kant, zeker bruikbaar voor werkstukken of spreekbeurten voor hoogste klassen VWO. Paperbackeditie, kleine druk. "
"IF you lowered a microphone into Lancaster Sound off Baffin Island in the Canadian Arctic on a summer day, you might hear all at once the tremolo moans of bearded seals, the baritone boom of a walrus, the high-pitched bark and yelp of ringed seals, the electric crackling of shrimp, the birdlike trills and clicks and other harmonics of white beluga whales and horned narwhals, and the elephantine trumpeting of huge bowhead whales. And it is this synchronous wealth of life - of all life - that Barry Lopez is celebrating in his jubilant new book. Among contemporary nature writers Mr. Lopez is especially a rhapsodist, and what he has done in this passionate paean to the Arctic and its cycles of light and darkness, its species of ice, its creatures and waters, is to present a whole series of raptures and riffs on the subject of musk oxen, ivory gulls, white foxes, polar bears, icebergs and sea cur-rents. Speaking of the effect of the Arctic upon an explorer, he describes how ''the land becomes large, alive like an animal; it humbles him. . . . It is not that the land is simply beautiful but that it is powerful. . . . Darkness and light are bound together within it, and the feeling that this is the floor of creation.'' "
"Lopez handles his materials with the meticulous care of a scientist, with the visual sensitivity of a painter, with the cadences and insights of a poet, and with the ingenuous awe of a man to whom the Arctic has revealed wonders that border on the religious. His first-person narrative is deceptively casual, disarmingly nonchalant; its flow and its careful use of language remind one of the best of E. B. Whites writing."
One Thousand Days with Sirius. The Greenland Sledge Patrol.
One Thousand Days with Sirius. The Greenland Sledge Patrol./ Peter Schmidt Mikkelsen. Cawdor, The Steading Workshop, 2005, 222 p.
The experiences of a Sirius man during his two-year tour of duty in northeast Greenland are related in this entertaining book; it is the first-ever English language text on the life and work of the Sirius Patrol. A summary of the the history of exploration and travel in northeast Greenland is also included as an appendix.
To travel long distances by dog sledge in the polar regions is something now experienced by very few westerners. No longer possible in the Antarctic since the ban on dogs there, and with many Inuit dog teams now replaced by motorised skidoos, the Danish Sirius Patrol is almost alone in using dog teams in this traditional way.
Walking: in de voetsporen van Paulo Coelho, Bruce Chatwin, Gerard van Westerlo, Alexandra David-Neel, Virginia Woolf, Werner Herzog, Jon Krakauer, Reinold Messner, Thich Nhat Hanh, Marlo Morgan, Eric Hansen , samengesteld door Erdmute Klein, Rainbow Pocketboeken, 2002, 202 p.
"Walking is een bundel om te koesteren. Elk fragment nodigt uit om het boek waaruit de passage gelicht is, aan te schaffen. Dit is een boek over ongrijpbare, maar ook haalbare dromen. De modale lezer zal er nog niet zo snel toe komen de Mount Everest te beklimmen of op ski's de poolvlakte te doorkruisen, maar flaneren door een avondlijke stad of een voettocht maken naar de plaatsen van je jeugd ligt in ieders bereik. Tijdens het lezen van de verhalen vraag je je af waarom het er nooit van gekomen is. Anderzijds bezorgt deze bundel je de luxe in je luie zetel meegenomen te worden door het oerwoud of door de Australische woestijnen, terwijl het enthousiasme en de verwondering van de verteller over je heen vallen als een warme deken.
Een constante in de verhalen is de moeilijkheid van de wandelaar-schrijver om zich aan te passen aan de traagheid van het wandelen. Onthaasting ten voeten uit. "Misschien ben ik als wandelaar zo rustig omdat ik me alleen maar voortbeweeg en nergens naar toe ga, zonder ambitie", schrijft Messner.
Veruit het meest aangrijpende verhaal is 'De gezongen aarde' van Bruce Chatwin. Een verhaal over de zangsporen van de aboriginals. Mysterieus, intrigerend en vol rijkdom. Op de voet gevoelgd door Virginia Woolf. Zij flaneert bij valavond door Londen. Ze kijkt naar de mensen, ze kijkt naar de huizen en droomt weg. Een antiquariaat kan nooit meer hetzelfde zijn na het lezen van Woolfs verhaal. In deze bundel volgt het ene hoogtepunt het andere op. Of de schrijver nu onderweg is naar Parijs (Werner Herzog) of Santiago (Paulo Coelho), of het ondoordringbaar gewaande Tibet binnensluipt (Alexandra David-Neel), de lezer kan niet anders dan meestappen in de voetsporen van de auteurs.
Zelden herbergt een samengestelde bundel zoveel kwaliteit. Een overweldigende rijkdom aan inhoud neergepend in een rijke taal. Bovendien is het boek nog fraai uitgegeven ook. Elk verhaal wordt voorafgaan door een korte nota over de schrijver. [Werner Verrelst]
Copyright (c) Vlabin-VBC2001Bron: www.deleeswolf.be" via bibliotheek.be
Een lijstje met de wandelverhalen met opgave uit welke boeken ze zijn opgenomen, vind je via recensies.infonu
Mijn voorkeur: de teksten van Reinold Messner, Virginia Woolf, Alexandra David-Neel, Paulo Coelho, Werner Herzog
Het geheim van de behekste crypte./ Eduardo Mendoza. Rainbow Pocketboeken, 1993, 212 p.
Een vroegere politie-informant wordt in een psychiatrische inrichting letterlijk van het voetbalveld geplukt door een commissaris en een non om uit te vinden wat er gebeurt met jonge meisjes die uit een katholieke kostschool verdwijnen. In zijn sportplunje en zonder een cent wordt hij middenin Barcelona uit de politieauto gezet om zijn naspeuringen te beginnen. Een douche is de liefste wens van de ik-figuur, maar hij zal daar niet aan toekomen voor hij enkele dagen later (opdracht voltooid) weer afgeleverd wordt in de inrichting. Persiflage op het genre speurdersroman die meer is dan dat alleen door de scherp-ironische ontmaskering van de Spaanse samenleving als een door en door verouderd en verrot systeem. Slechts de gekken gedragen zich in wezen normaal achter hun grillige façade. Mede door de uitstekende vertaling wordt de thriller tot literatuur.
Het plan was eenvoudig: Lut zou zich inschrijven voor een cursus Spaans en Sancho zou naar de bakkersschool gaan. Ze zouden avondlessen volgen, hun werk opgeven, hun huis in de Bourgoyen verkopen en in Spanje een patisserie openen met gebak en zelfgemaakt roomijs.
Het liep niet helemaal zoals verwacht, maar het leverde wel een heerlijk boek op. Een vrolijk verslag van een poging om een ander bestaan op te bouwen in Sobrarbe, een dunbevolkte uithoek van de Pyreneeën.
De wereld is groot en overal loert redding./ Ilija Trojanow. Breda, De Geus, 2009, 283 p.
Alexandar Luxow wordt geboren in het communistische Bulgarije. Zijn vader Vasko droomt van de vrijheid en een beter leven in het Westen. Hoewel zijn moeder Tatjana liever bij haar familie blijft, gaat ze mee als Vasko in de zomervakantie besluit om heimelijk met zijn gezin te vluchten. Na een tocht vol tragikomische incidenten belandt het jonge gezin in een vluchtelingenkamp in Italië, een miserabel oord waar sommige vluchtelingen al jarenlang wachten op de afhandeling van hun asielaanvraag. Vasko en zijn gezin vluchten verder, naar Duitsland. Ze vinden er het betere leven dat ze zochten, maar lang duurt het niet. Alex ouders verongelukken in de eerste fatsoenlijke auto die ze zich kunnen veroorloven. Alex overleeft het ongeluk, maar verandert van een vrolijke, ondernemende jongen in een depressieve, apathische jongeman. Oma Slatka in Bulgarije hoort niets meer van hem en besluit haar wijze en bereisde vriend Bai Dan, koning van het backgammon, eropuit te sturen om Alex te zoeken.
Spanish Pyrenees and steppes of Huesca - Spain./ Dirk Hilbers & Kees Woutersen. Arnhem, Crosbill Guides, 2012, 255 p.
Huesca is the northern province of Aragón and covers the whole of the central Spanish Pyrenees and much of the arid, desert-like lowlands of the Ebro river. The diversity in landscapes, flora and fauna of this relatively small area is immense and ranks among the highest of Europe. The area comprises of three main regions: The High Pyrenees, The Sierras Exteriores, The Ebro lowlands
European nature is stunning, immensely beautiful and fragile. The Crossbill Guides Foundation is a European non-profit organisation with a single goal: to forster interest in European nature and its conservation. One way of doing this is by publishing the Crossbill Guides ecotourism travel guides with routes for naturalists, hikers, birdwatchers and anyone who wants to discover the secret spots and species of European natural areas.
Arabische nachten en dagen./ Nagieb Mahfoez. Breda, De Geus, 2008, 254 p.
Mahfoez geeft de klassieke verhalen van Sjahrazaad een nieuwe glans in zijn kenmerkende, beeldende en boeiende stijl. De rasechte verhalenverteller schreef met Arabische nachten en dagen een roman die net zo kleurrijk en vermakelijk is als de inspiratiebron.
Recensie(s)
Tijdens het bewind van Sultan Sjahrijaar, die met Shahrazaad (Sjeherazade) trouwde, nadat zij hem in 1001 nachten zulke mooie verhalen had verteld, komen in koffiehuis 'de Emirs' elke dag enkele mannen bij elkaar. Ze praten over hun belevenissen, die te maken hebben met corruptie, hebzucht, de islam, vrouwen en onverklaarbare dromen. Voortdurend duiken er geesten en demonen in hun leven op, die hun lot een andere wending geven.
De Egyptische schrijver (1911-2006, Nobelprijs in 1988) schreef meer dan dertig romans. Dit boek uit 1979 is niet zo bekend als zijn eerdere boeken 'De dief en de honden'* of 'De dwaaltocht'**. Maar net als in zijn andere boeken vertelt hij hier onderhoudend en met veel humor. Omslag met minaretten in het avondlicht; kleine druk.
Trein met vertraging./ Christophe Van Gerrewey. Antwerpen, De bezige Bij, 2013, 238 p.
"Trein met vertraging vertelt het verhaal van een treinreis van Oostende naar Antwerpen-Centraal. Tussen twee Gentse stations blijft de trein om onverklaarbare reden stilstaan en uiteindelijk zal hij het eindstation zelfs niet halen. Maar dat is slechts bijzaak.
Tijdens de reis kruipt de auteur in het hoofd van de personages die doen wat mensen op een trein met vertraging doen: rondkijken, een beetje proberen te werken, naar muziek luisteren, naar het toilet gaan, maar bovenal even stilstaan bij de grote en minder grote thema's uit hun leven.
Het is bijzonder knap hoe Van Gerrewey keer op keer in de huid van de verschillende karakters kruipt en de kleine besognes uit hun leven tot op het bot analyseert, tot je als lezer daadwerkelijk kippenvel krijgt van de hersenspinsels van de personages. Zo maakt hij van een schijnbaar banale situatie een erg meeslepende roman, wat zonder meer pleit voor het grote observatietalent van de auteur. Van Gerrewey toont hoe de levens van de verschillende forenzen elkaar soms kruisen, maar veel vaker ook niet. Sommige pendelaars hebben elkaar al eens gezien, maar een echt gesprek aangaan, durven ze niet. Veel woorden blijven onuitgesproken. Als in een huis clos zijn ze tot elkaar veroordeeld, maar nog meer tot hun eigen gedachten. Vluchten is niet mogelijk.
Van Gerrewey heeft duidelijk geen last van de vloek van de tweede roman. Met het existentialistische, bijzonder vlot geschreven Trein met vertraging bevestigt hij zijn grote verteltalent. Het is nu al uitkijken naar zijn derde boek."
Traffic./ John Ruskin. London, Penguin Classics, 2015, 56 p.
Synopsis
'You shall have thousands of gold pieces; - thousands of thousands - millions - mountains of gold: where will you keep them?'
Two of Ruskin's most powerful essays: 'Traffic' and 'The Roots of Honour'Introducing Little Black Classics: 80 books for Penguin's 80th birthday.
Little Black Classics celebrate the huge range and diversity of Penguin Classics, with books from around the world and across many centuries. (...) Here are stories lyrical and savage; poems epic and intimate; essays satirical and inspirational; and ideas that have shaped the lives of millions.
Dat onverwoestbare in mij./ Etty Hillesum. Amsterdam, Balans, 2014, 92 p.
De dagboeken en brieven van Etty Hillesum hebben over de hele wereld weerklank gevonden. Sinds de publicatie van Het verstoorde leven in 1981 is Hillesum het symbool geworden voor een geweldloze weerbaarheid tegen het barbarendom waarin zij, en iedereen, in de oorlogsjaren moest leven.
Tussen maart 1941 en september 1943 schreef ze vrijwel onafgebroken aan haar dagboek, en leverde ze een constant gevecht om haar evenwicht te bewaren en niet te verzinken in haat tegen de nazis die op haar ondergang uit waren en op die van haar hele volk. Tot in kamp Westerbork wist ze de overtuiging te behouden dat haat geen oplossing is en dat het leven ondanks alles waard is geleefd te worden. Poëzie tegenover terreur, mystiek tegenover verwarring, liefde tegenover macht, schoonheid tegenover vervolging: je moet maar durven.
Etty Hillesum was een onverschrokken vrouw, wier stem ook ruim zeventig jaar later nog glashelder en inspirerend klinkt. Deze uitgave bevat prachtige en aangrijpende fragmenten uit de dagboeken en brieven die ze vanuit het concentratiekamp Westerbork schreef.
Oorlog en terpentijn./ Stefan Hertmans. Amsterdam, De Bezige Bij, 2014, 333 p.
Vlak voor zijn dood in de jaren tachtig van de vorige eeuw gaf de grootvader van Stefan Hertmans zijn kleinzoon een paar volgeschreven oude cahiers. Door de verhalen uit zijn jeugd vermoedde Hertmans dat de inhoud wel eens onthutsend kon zijn. Jarenlang durfde hij de schriften niet te openen. Tot hij het wél deed, en onvermoede geheimen vond. Het leven van zijn grootvader bleek getekend door armoedige kinderjaren in het Gent van voor 1900, door gruwelijke ervaringen als frontsoldaat in de Eerste Wereldoorlog en door een jonggestorven grote liefde.
Hij sublimeerde zijn verdriet in de stilte van de schilderkunst. In een poging dat leven te doorgronden schreef Hertmans zijn herinneringen aan zijn grootvader op. Hij citeert uit diens dagboeken en kijkt naar diens schilderijen,om uiteindelijk de ware toedracht te ontsluieren. Hertmans vertelt dit verhaal met een verbeeldingskracht waarover alleen grote schrijvers beschikken, en in een vorm die een onuitwisbare indruk op de lezer achterlaat.
Oorlog en Terpentijn vormt een aangrijpende zoektocht naar een leven dat samenviel met de tragiek van een eeuw en een postume, bijna mythische poging dat leven alsnog een stem te geven.
dewereldmorgen.be Fragment: "De schoonheid en de troost zitten hem niet alleen in de poëtische taal en de sterke beelden die Hermans in zijn roman verweeft. Ook de taaie kracht en het bezielde gevoelsleven van de grootvader zelf beklijven. Hertmans toont dat er buiten de lotsbestemming (la condition humaine) én het noodlot (conditions inhumaines) nog iets anders is waarop de mens drijft. Noem het passie, bezieling, verwondering. "Mijn grootvader, in de laatste jaren voor zijn dood, was zeer getraind in kijken en was zich blijven verbazen. Het was alsof zijn verbazing zich verdiepte met de jaren. Hij bezat deze wonderlijke eigenschap van de hoge ouderdom, elke dag een onverklaarbare vreugde te voelen omwille van het feit dat hij er nog steeds was, deel kon hebben aan iets dat ver boven hem uitsteeg en dat hem blijkbaar droeg. Ik meen zelfs te mogen zeggen dat hij pas in de laatste jaren werkelijk onbezwaarlijk gelukkig werd." (p. 329) "Ik ben zo gelukkig geweest vandaag, Maria" zegt Urbain Martien op de laatste dag van zijn leven tegen zijn dochter - hij is dan negentig. Als de laatste dag van een leven een gelukkige dag is, is dan alles uiteindelijk goed?"
World Light./ Halldór Laxness. New York, Vintage Books, 2002, 605 p. (orig. ed. 1937)
"Oláfur wanted to become a poet, to write about the sun, the sun that is far away from us, but still sheds its light inside of us. But the sun, he was told, is not something to write about. How could he know, he replied most of the time when he was taken for wicked, when he had not attended school.
Oláfur is a solitary boy, brought up by a foster family, abused and overworked, when he only wanted to stay by the shore and look at the blue sky above him. Life was tough, he was poor, he was alone, he hardly had any friend, but in verses he was able to release his sorrow.
This is a sad story. A story that will move you in the end, if you have the patience to go through all those 600 pages of the novel. Oláfur's modesty, simplicity, and wretchedness does not bring him any luck and he will not turn out to be the Icelandic poet as he had always dreamt.
Laxness' novel is tedious and not easy to read all the time. Even though he is mainly focusing on Oláfur, much is left to be said, or guessed, about his personality. Dialogs are scarce and the reader gets to know the protagonist rather from his poems, than from an psychological portait that is not always very well outlined in the book. To,e and again references are made to various characters from the Icelandic sagas, which I am not familiar with, and in spite of the explanatory notes, I still could not really get the metaphors and thereby relate to them.
The style of the story is a bit like the weather in Iceland. It is either nice and then you can enjoy the wonderful things that it has to offer, or it is bad, cold and dark, fumbling through blindess all around. To me, Laxness is either writing meaningful chapters, with much to tell, describing in detail the people, or the nature around, or he is confusing the reader with magical elements that seem misplaced in such a realistic novel (to me, at least), combined with humorous cues, or philosophical learnings that brought up in the most unexpected way, so that many times you do not know if you got it all right.
In a nutshell it is not an easy novel, and it wont become gripping or enthralling by no means. You should let yourself immerse into it and make the effort to understand it. It is a bit like Oláfur himself, misunderstood most of the times, hard to get to and not in the least, complicated. "
Berlin ist zu groà für Berlin - Berlin is too big for Berlin
Berlin ist zu groß für Berlin./ Hanns Zischler. Berlin, Verlag Galiani, 2014, 180 Seiten
Seit gut vierzig Jahren bewegt sich Hanns Zischler fast ausschließlich zu Fuß, mit dem Fahrrad oder der S-Bahn durch Berlin. Kein Wunder, dass er einen ganz eigenen Blick auf die Stadt und ihre Geschichte entwickelt hat.
Da ist vor allem eine Beobachtung: Zu der Stadt, die einst auf Sand und Sumpf gebaut wurde, gehört seit je eine gewisse Mischung aus Ausdehnungshunger, Größenwahn und Lust an der Selbstzerstörung.
Oder wie anders soll man es bezeichnen, wenn den Plänen des Architekten Schinkel fast alle vorhandenen barocken Ensembles Unter den Linden zum Opfer fallen? Oder die Bürogemeinschaft Hitler/Speer und der Germania-Plan: Wäre der Krieg den beiden nicht zuvorgekommen, hätte in ihrem Auftrag die Abrissbirne fast genauso schlimm gewütet.
Hanns Zischler entführt seine Leser in ein weniger bekanntes Berlin, wenn er seine Spaziergänge mit denen des Stadtgeografen Friedrich Leyden, der Dichterin Gertrud Kolmar und des Passfälschers Oskar Huth verschränkt und dank der Aufzeichnungen der drei Stadtwanderer ein untergegangenes Berlin aufspürt. Er macht den Geist und die Geschichte der Stadt spürbar, wenn er auf den Teufelsberg im Grunewald wandert, an dessen Erde man nur leicht graben muss, um auf Scherben, Zinkblech und Klinker zu stoßen Reste
von Berliner Mietshäusern. Wer weiß schon, dass im Inneren des Teufelsbergs ein noch viel größeres Geheimnis schlummert?
zo prachtig verwoord, is ook de mijne voor 't nieuwe jaar:
Je vous souhaite des rêves à nen plus finir et lenvie furieuse den réaliser quelques uns. Je vous souhaite daimer ce quil faut aimer et doublier ce quil faut oublier. Je vous souhaite des passions, je vous souhaite des silences. Je vous souhaite des chants doiseaux au réveil et des rires denfants. Je vous souhaite de respecter les différences des autres, parce que le mérite et la valeur de chacun sont souvent à découvrir. Je vous souhaite de résister à lenlisement, à lindifférence et aux vertus négatives de notre époque. Je vous souhaite enfin de ne jamais renoncer à la recherche, à laventure, à la vie, à lamour, car la vie est une magnifique aventure et nul de raisonnable ne doit y renoncer sans livrer une rude bataille.
Je vous souhaite surtout dêtre vous, fier de lêtre et heureux, car le bonheur est notre destin véritable.
Les vux de Jacques BREL, 1er janvier 1968 (Europe 1)
BIÉLORUSSE З Божым нараджэннем (Z Bozym naradzenniem)
BIRMAN Christmas nay hma mue pyaw pa
BOSNIEN sretan Boić
BRETON Nedeleg laouen
BULGARE весела коледа (vesela koleda)
CATALAN bon Nadal
CH'TI joïeux Noé
CHEROKEE ulihelisdi danisdayohihvi
CHINOIS 圣诞快乐 (shèng dàn kuài lè)
CORÉEN 메리크리스마스
CORNIQUE Nadelek lowen
CORSE bon Natale
CRÉOLE GUADELOUPÉEN jwayé Nwèl
CRÉOLE HAITIEN jwaye Nowel
CRÉOLE MARTINIQUAIS bon Nwel
CRÉOLE RÉUNIONNAIS zwayé Noèl
CROATE sretan Boić
DANOIS glædelig jul
DHOLUO bedgi sikuku maber
ESPAGNOL feliz Navidad
ESPÉRANTO gojan Kristnaskon
ESTONIEN häid jõule
FÉROÏEN gleðilig jól
FILIPINO Maligayang Pasko
FINNOIS hyvää joulua
FRANÇAIS joyeux Noël
FRANCIQUE LORRAIN frohe Weihnachte
FRISON noflike Krystdagen
FRIOULAN bon nadâl
GAÉLIQUE D'ÉCOSSE Nollaig chridheil
GAÉLIQUE D'IRLANDE Nollaig shona
GALICIEN bo Nadal
GALLO boune Neoua
GALLOIS Nadolig llawen
GÉORGIEN gilocav shoba axal wels
GREC καλά Χριστούγεννα (kala khristougenna / kala xristougenna)
HAWAÏEN mele Kalikimaka
HÉBREU חג מולד שמח (hag molad saméa'h)
HINDI Krismas ki subhkamna
HONGROIS boldog karácsonyt
IGBO annuri Ekeresimesi
ILOCANO naragsak a paskua
INDONÉSIEN selamat Natal
ISLANDAIS gleðileg jól
ITALIEN buon Natale
JAVANAIS sugeng Natal
JAPONAIS merii kurisumasu
KABYLE tameghra tameggazt
KHMER រីករាយបុណ្យណូអ៊ែល (rik reay bon Noel)
KINYARWANDA Noheli nziza
KIRUNDI Noheli nziza
KURDE Noela we pîroz be
LANGUEDOCIEN (OCCITAN) bon nadal
LAO souksan van Christmas
LATIN felix dies Nativitatis (traduction littérale) / felicem diem Nativitatis (plus naturel)
LETTON priecīgus Ziemassvētkus
LIANGMAI mathabou Christmas
LIGURE bón dênâ / bón natâle
LINGALA eyenga elamu ya mbotama ya Yezu
LITUANIEN su Kalėdomis / linksmų Kalėdų
LUXEMBOURGEOIS schéi Chrëschtdeeg
MACÉDONIEN среќен Божиќ (srećen Boić, formel) / Христос се роди (Hristos se rodi, informel) / Навистина се роди (Navistina se rodi, en réponse à la forme informelle)
MALAIS selamat hari natal
MALAYALAM Christmas ashamshagal
MALGACHE tratry ny Krismasy / arahabaina tratry ny Krismasy / arahaba tratry ny Krismasy
MALTAIS il-milied it-tajjeb / milied hieni
MANX Nollick ghennal
MAORI meri Kirihimete
MIZO Krismas chibai
MONÉGASQUE bon Natale
MONGOL zul sariin bayariin mend hurgie
NÉERLANDAIS vrolijk Kerstfeest
NIÇOIS bouòni Calèna
NORMAND jostous Noué
NORMAND (JÈRRIAIS) bouan Noué
NORVÉGIEN god jul
OCCITAN bon Nadal
OROMO baga ayyaana dhaloota Kiristoos isin ga'e
PAPIAMENTO bon pasku
PERSAN کریسمس مبارک (Christmas mobaarak)
POLONAIS wesołych świąt bożego Narodzenia
PORTUGAIS feliz Natal
PROVENÇAL bòn nové
ROMANI baxtalo Krečuno
ROUMAIN un Crăciun fericit
RUKIGA Noheiri nungi / webale Noheiri
RUSSE с Рождеством Христовым (S rozhdestvom Kristovom)
SAMOAN ia manuia le Kerisimasi
SARDE bona Pasca de Nadale (logudorois) / bona paschixedda (campidanois)
SERBE Христос се роди (Hristos se rodi)
SHONA Krisimas yakanaka
SILÉSIEN Radosnych godów
SINDHI Chrismas joon wadhayoon
SINGHALAIS suba nattalak wewa
SLOVAQUE vesele vianoce
SLOVÈNE vesel boič / vesele boične praznike
SOBOTA dobro dedek
SRANAN switi Krisneti
SUÉDOIS God Jul
SWAHILI heri la Krismasi
TAGALOG Maligayang Pasko
TAHITIEN 'ia 'oa'oa e teie Noera
TAMAZIGHT asgwass amaynou
TAMOUL கிறிஸ்மஸ் தின நல் வாழ்த்துக்கள் (Krismas dina nal vaagethoukkal)
TCHÈQUE veselé Vánoce
TELUGU Krismas shubhakankshalu
THAI สุขสันต์วันคริสต์มาส (souksaan wan Christmas)
TONGAN mele Kilisimasi
TSWANA (SETSWANA) Keresemose sentle
TURC Noeliniz kutlu olsun
UDMURT Shuldyr Ymuśton
UKRAINIEN З Різдвом Христовим (Z Rizdvom Khrystovym) / Щасливого Різдва Христового (ʃtʃaslyvogo rizdva Hrystovogo)
"De hel, dat zijn de anderen", zegt Sartre. "Ik wil best toegeven dat die anderen ons het leven behoorlijk zuur kunnen maken, maar ze kunnen ook onze metgezellen van het paradijs zijn. Voor mij is de hel het niets, een plek zonder mijn vrienden, zonder muziek, zonder woorden die de verbeelding prikkelen, zonder meeslepende schoonheid."
Citaat op de achterflap van:
"De hel, de stilte." nr. 4 van de stripreeks Blacksad./ Juan Díaz Canales en Juanjo Guarnido. Brussel, Dargaud, 2010, 56 p.
New Orleans in de jaren 1950. De carnavalsgekte rond mardi gras bereikt stilaan haar hoogtepunt. Weekly brengt Blacksad in contact met Faust, een jazzproducer die zijn hulp nodig heeft. Een van zijn stermuzikanten, de pianist Sebastian Little Hand Fletcher, is spoorloos verdwenen. Met Sebastians zwak voor heroïne in het achterhoofd, vreest Faust het ergste. Er is bovendien geen tijd te verliezen want Faust heeft een kanker die hem elk moment kan vellen. Blacksad aanvaardt de opdracht, maar ontdekt gaandeweg dat Faust hem niet alles heeft verteld. Hoewel hij verstrikt raakt in allerhande manipulaties, beslist Blacksad toch om zijn zoektocht naar de verdwenen Sebastian door te zetten. Het wordt een van zijn lastigste onderzoeken, in meer dan één opzicht?
Onder de Eskimo's./ Fridtjof Nansen, Anton van den Heuvel (Ned. vert.). Amsterdam, Scheltens & Giltay, 1923?, 224 p.
"For one whole winter we were cut off from the world and immured among
the Greenlanders. I dwelt in their huts, took part in their hunting, and
tried, as well as I could, to live their life and learn their language.
..."- Dr. Fridtjof Nansen (1861-1930)
Kom hier dat ik u kus./ Griet Op De Beeck. Amsterdam, Prometheus, 2014, 381 p.
'Kom hier dat ik u kus' is een roman "over ouders en kinderen. Over kapotte mensen en hoe zij ongewild anderen ook
kapotmaken. Over waar verantwoordelijkheid eindigt en schuld
begint. Over geheimen en eenzaamheid. Over ziekte en zwijgen. Over de
gevaren van sterk zijn. Over vergeten en niet kunnen vergeten. Over
jezelf durven redden. En natuurlijk ook nog over de liefde. Omdat dat
alles is wat we hebben, of toch bijna". Bron:
cobra.be
Kom hier dat ik u kus is een roman over een emotioneel gestoorde familie, over getalenteerde artiesten en egoïstische mannen, de bange vrees om de eisen van het hart te volgen, en over de moed en de humor van een meisje en een vrouw om niet dezelfde fouten te maken. Bron: cobra.be
Het verlangen van de egel./Toon Tellegen. Amsterdam, Querido, 2014, 134 blz.
"De egel is eenzaam en verlangt naar gezelschap en dus wil hij andere dieren gaan uitnodigen om langs te komen. Hij schrijft een brief, maar dan slaan twijfel en angst toe. Twijfel over hoe hij de dieren moet ontvangen, hoe ze zullen reageren en of ze überhaupt wel willen komen. Zijn ze bijvoorbeeld niet erg bang voor zijn stekels? Angst heeft hij voor wat ze kunnen aanrichten. Zal de olifant niet zijn hele huis verpletteren en als de walvis komt, zal dan niet het hele bos onderstromen?
In hoofdstuk 22 droomt hij van een boek met de titel Voor- en nadelen van bezoek. Vaak beeldt hij zich in dat de conversatie stilvalt, dat ze zijn taart niet lusten of dat ze helemaal geen thee blieven. De brief verdwijnt in een la, want hij durft het niet aan.
Maar dan gaat hij een voor een de dieren na die langs zouden kunnen komen. De mier, de vlinder, de walvis, de giraffe, de secretarisvogel en nog veel meer en hij fantaseert zelfs over dieren die helemaal niet bestaan.
Rode draad in de gedachten en dromen van de egel, zijn de schildpad en de slak, die onderweg zouden kunnen zijn, maar vooral door de traagheid van de slak niet opschieten. Zullen ze ooit aankomen? De schildpad en slak vormen samen een grappig ruziënd duo.
(...)
Het verlangen van de egel, had ook wel De twijfel van de egel kunnen heten, want de egel blijft maar twijfelen en intussen wordt het herfst en nadert de winter en wie heeft er dan nog zin om op visite te komen? Uiteindelijk geeft de egel het op. Het verlangen blijft knagen, maar een brief versturen aan een dier doet hij na veel afwegingen niet. Gaat hij nu heel eenzaam de winter in?
Het verlangen van de egel van Toon Tellegen is een heel fijn boek dat je op je gemak moet lezen. Lekkere slow reading, zodat niets je ontgaat en dan maar hopen dat je kunt blijven doorlezen en er geen bezoek komt dat het lezen zal verstoren."
Koude aarde./ Sarah Moss. Amsterdam, Artemis&co, 2009, 252 p.
Soms is het beter om het verleden te laten rusten. Nina vertrekt aan het begin van de zomer met een team van zes jonge archeologen naar een uithoek van Groenland, in de hoop sporen te vinden van oude Vikingnederzettingen. Terwijl de onderzoekers vorderen met de opgravingen op een oude begraafplaats, grijpt een geheimzinnig virus om zich heen in de rest van de wereld. De internetverbinding valt weg en de archeologen hebben geen idee wat er in de buitenwereld gaande is. Nina heeft ondertussen angstaanjagende dromen over wat er op de archeologische vindplaats is gebeurd, en ze raakt er steeds meer van overtuigd dat ze 's nachts stemmen en voetstappen hoort bij hun tentenkamp. Ze begint zich af te vragen of ze er wel goed aan doen de oude begraafplaats te verstoren. Wanneer het erop begint te lijken dat het vliegtuig dat hen zou halen niet komt opdagen en zij een koude en geïsoleerde winter tegemoet gaan, stapelen de irritaties zich op en valt de groep langzaam uiteen. In haar sfeervolle en onheilspellende debuutroman beschrijft Moss haarscherp de onderlinge relaties tussen mensen, de dreiging van het onbekende en de teloorgang van een beschaving.
De kleur van de hemel./ James Runcie. Vianen, The House of Books, 2005, 253 p.
James Runcie is schrijver en filmmaker. Zijn tweede historische roman 'De kleur van de hemel' is geinspireerd op het schilderen van de Maesta in het Palazzo Pubblico in Siena door de Florentijnse schilder Dominico Ghirlandaio in 1485. Een tweede inspiratiebron is de introductie van de bril in Italie die naar schatting rond 1287 plaatsvond.
De roman begint in Venetie in het jaar 1295. Paolo is een vondeling die opgroeit tussen de glasmakers van Murano. Hij is bijziend, maar heeft een groot talent om kleur te onderscheiden. Simone Martini is schilder in Siena en zoekt het perfecte blauw om de hemel te schilderen. Hij stuurt Paolo op weg om ultramarijnblauw te vinden. Een zoektocht die hem door Perzie, Afghanistan en China leidt. Paolo vindt er de kleur en bovendien holle lenzen die hem voor het eerst in zijn leven voorwerpen haarscherp doen zien. Hij vindt er ook zijn grote liefde Aisja en ontdekt dat een leven zonder haar geen waarde heeft. De gave van Runcie is gelegen in het briljant beschrijven van het leven van zijn jonge held Paolo, die een wonderbaarlijk gevoel heeft voor kleur.
Uit de tijd vallen. Een verhaal in stemmen./ David Grossman. Amsterdam, Cossee, 2011, 143 p.
Ik moet weg.
Waarheen?
Naar hem.
Waarheen?
Naar hem, daarheen.
Naar de plek waar het gebeurd is?
Nee, nee. Daarheen.
Wat bedoel je met daar?
Weet ik niet.
Je maakt me bang.
Nog één keer hem even zien.
Maar wat zul je daar nu zien? Wat valt er nog te zien?
Misschien kan ik hem daar zien. Misschien zelfs met hem praten.
Praten?!
Uit de tijd vallen verkent in precieze en tegelijkertijd poëtische taal de pijn en het verdriet van ouders die een kind verloren hebben. Vijf jaar na de dood van zijn in de oorlog gesneuvelde zoon Uri slaagt David Grossman op ongeëvenaarde wijze in deze bijna onmogelijke onderneming. Waar het nodig is zelfs met vertwijfelde humor.
Na het avondeten staat hij plotseling op, neemt afscheid van zijn vrouw en vertrekt naar daar om één keer, heel kort hun dode zoon te zien. Anders is het verdriet niet meer uit te houden, na er vijf jaar over gezwegen te hebben. Onderweg sluiten zich tot zijn verbazing meer en meer mensen bij hem aan, allemaal vaders en moeders die geen vrede kunnen vinden met de dood van hun kinderen.
In de veelstemmige stoet bevinden zich een stadsschrijver, die alles moet optekenen, een regent, een wiskundige, een vroedvrouw en een schoenmaker. Zij passeren in een lange optocht de Centaur. Deze ongelukkige half schrijver, half schrijftafel probeert het verdriet om de dood van zijn zoon al jaren in woorden te vatten. Schrijven, zegt hij, is de enige manier om iets te begrijpen. Tegen de stadsschrijver met zijn droge notulen brult hij: Jij moet in grote reuzenletters schrijven: Ik moet hem in een verhaal herscheppen! Snap je?
Het lukt hem uiteindelijk om daar de juiste woorden voor te vinden, maar de prijs die hij betaalt is hoog. Met het afronden van zijn verhaal, het beëindigen van zijn herinneringswerk, is hij zijn zoon definitief kwijt.
Uit de tijd vallen ontleent zijn overweldigende kracht en meesterschap paradoxaal genoeg aan de combinatie van ontroostbaarheid over het verlies en de distantie daarvan. Dit, mompelt de Centaur, kan alleen in een verhaal lukken.
Grossman heeft al lang naam en faam als een groot verteller. Uit de tijd vallen leest dan ook als een volstrekt onsentimenteel verhaal, dat ons met al zijn indrukwekkende beelden en personages tot lang na de laatste bladzijde niet loslaat.
Recensie
Uit de tijd vallen houdt het midden tussen poëzie, proza en een theatertekst. David Grossman deed het. Schrijven over iets wat je niet in woorden wilt uitdrukken. Grossman legt de vinger op de zere plek: de manier waarop wij over pijn en rouw praten, staat mijlenver af van de ervaring ervan. Uit de tijd vallen begeeft zich tussen stilte en spreken, tussen verder leven en dat niet kunnen. Haarfijn weet Grossman rouw uit te tekenen in woorden. Zijn personages hoeven niet langer te zwijgen. de Volksrant ****
Le Groenland. Kalaallit Nunaat./ Jacqueline Thevenet. Paris, Karthala, 2009, 132 p.
Depuis que le monde entier s'inquiète du réchauffement climatique et de la fonte des glaces dans l'océan Arctique, un intérêt soudain s'est porté sur le Groenland, cette île de plus de 2 millions de km2 (5 fois la France), encore si peu connue des Européens. Elle a pourtant son histoire, sa langue, sa culture, qu'ont étudiées les explorateurs et les ethnologues. Il était grand temps que tout un chacun puisse profiter de leurs découvertes et connaître mieux le peuple étonnant des Esquimaux ou Inuit, répandus sur les terres et les glaces de l'hémisphère nord, en Alaska, au Canada, au Svalbard, en Sibérie et surtout au Groenland où ils représentent 88% de la population actuelle, soit 50 000 habitants sur les 57 000 que compte le Territoire. L'occupation de l'île par les Vikings au Xe siècle, puis par les Danois au XVIIIe, confère au Groenland un intérêt particulier, de même que, pour les Français, son exploration par des personnalités aussi prestigieuses que le commandant Charcot, Paul-Émile for ou Jean Malaurie. Ceux qui ont connu et aimé les Inuit en partent mieux que quiconque, tant il est vrai que l'empathie constitue la clé majeure des connaissances. Et que dire de la beauté des icebergs aux formes étranges, de la pureté de l'eau des fjords, de la chasse aux phoques, de l'ardeur des chiens de traîneau et, dans un tout autre registre, des trésors de son sous-sol et des fonds marins qui l'entourent, de son autonomie qui prélude peut-être a son indépendance... Apres la Mongolie, à laquelle elle a consacre plusieurs ouvrages, Jacqueline Thevenet s'intéresse au Groenland avec la même méthode et le même enthousiasme, et nous propose une synthèse claire et documentée dans l'esprit de la collection " Méridiens ".
De klank van sneeuw. Twee novellen/ Arthur Japin. Amsterdam, De Arbeiderspers, 2006, 119 p.
De twee novellen in dit boek staan in het teken van muziek en theater en vinden hun oorsprong in de periode dat Arthur Japin nog als acteur en zanger door het leven ging.
In Dooi verplaatsen we ons in het hoofd en het eenzame leven van een klassiek zangeres, die - op kerstavond onderweg - ten gevolge van sneeuwbuien strandt in een sfeerloos hotel langs de snelweg. Haar eenzaamheid brengt haar terug bij haar enige manier van expressie: het zingen. Voor de stof van deze novelle maakte Japin dankbaar gebruik van de tijd dat hij figureerde bij de Nederlandse Opera.
In Zeep repeteert een actrice voor een toneelstuk dat door de maker geafficheerd wordt als 'De nieuwste Euripides' hoewel het door hemzelf is geschreven. De actrice komt voor belangrijke beslissingen te staan: ze moet kiezen tussen roem en eer, vernedering en liefde. Zeep is ontleend aan de twee zomers dat Japin in het Openluchttheater in het Amsterdamse Bos speelde.
'Zien en gezien worden, daar gaat het om in deze verhalen,' aldus de auteur zelf. 'De vrouwelijke hoofdpersonen spelen en worstelen met de consequenties van het bekeken worden en het jezelf tentoonstellen.'
Ode aan het kijken./ Alain de Botton. Amsterdam, Atlas Contact, 2012, 93 p.
Alain de Botton gelooft in de kracht van de filosofie om ons een gelukkiger leven te laten leiden. In dit boek behandelt hij alledaagse zorgen en vragen - hoe kunnen we laten zien dat we verdriet hebben ? De Bottons advies en observaties zijn als altijd gebaseerd op het werk van grote schrijvers, kunstenaars en denkers uit de wereldgeschiedenis.
"Einar is mijn meester. Dat zeggen de runen die zijn gekerfd in de steen die, glad van het dragen, op mijn sleutelbeen rust. De amulet was ooit van een andere slavin, wier naam niemand zich meer kan herinneren. Ze weten zelfs niet meer hoe ze is gestorven, alleen dat het gebeurde in de tijd waarin ik werd geboren." (Katla)
Eerste zinnen uit:
Bibrau, het Vikingkind. Liefde, Haat En Wraak Tussen Drie Generaties Vrouwen./ Judith Lindbergh. Amsterdam, Foreign Media Books, 2006, 430 p.
"In het jaar 985 na Chr. reist de mooie slavin Katla met haar meester Einar en zijn huishouden per schip vanuit Ijsland naar het tot dan toe onbewoonde Groenland. Aan boord trekt ze de aandacht van twee heel verschillende mannen. De een zal haar voor altijd beschadigen, terwijl de ander zijn leven lang zal proberen dit goed te maken. In Groenland wordt ze opgenomen in het huishouden van de zieneres Thorbjorg, en in dit ruige achterland, met de vreemde profetes aan haar zijde bevalt Katla van een dochter. De alom gerespecteerde maar ook gevreesde Zieneres Thorbjorg vaart mee naar Groenland om voor de zoveelste keer een nieuw thuis te zoeken. Wanneer Katla onherstelbaar verminkt lijkt, biedt Thorbjorg aan voor haar te zorgen. Met het kind dat in Katla groeit heeft ze grootse plannen. Maar de krachten van het meisje zullen nog vele malen sterker blijken dan Thorbjorg ooit had kunnen vermoeden. Katla's dochter, Bibrau, wordt geboren uit een brute verkrachting. Haar moeder weigert vanaf het allereerste moment van haar te houden, maar Thorbjorg ontdekt speciale gaven in Bibrau, neemt het meisje onder haar hoede en leert haar vervolgens de oude heidense wijze om te genezen en voorspellingen te doen. Helaas zal Bibrau haar wijsheid en macht maar voor één ding gebruiken: eigen gewin." Bron: bol.com
"Bibrau, het Vikingkind is een episch verhaal over liefde, haat en wraak en speelt zich af op een cruciaal punt in de geschiedenis, waarop het Christendom de eerste stappen in de heidense cultuur van de Vikingen zet. Gebaseerd op uitgebreid historisch onderzoek en met veel gevoel voor detail beschrijft Judith Lindbergh de scheuringen, allianties en opofferingen die daarvan het gevolg zijn, en weet met haar onvergetelijke personages de pijn van een verdwijnende cultuur en de geboorte van een andere, nieuwe wereld op meesterlijke wijze tot leven te wekken." Recensie: dizzie.nl
"Vanaf het begin heeft mijn moeder me gehaat. In haat werd ik verwekt en vervuld van bitterheid heeft ze mij gebaard. Ze vragen zich af hoe het komt dat ik ben zoals ik ben, maar als ze even zouden nadenken, zouden ze dat weten. Ach, wat zouden ze ervan begrijpen. Ik zou er om moeten lachen - ik kan lachen, hoewel maar weinigen dat ooit hebben gehoord - ik kan lachen en dansen totdat ik dubbel lig van genotvolle pijn. Maar dat zulle ze nooit weten, want ze kijken zonder te zien. Dus loop ik rond in stilte, en weet dat het allemaal dwazen zijn." (Bibrau)
"Er zijn woorden voor wat ik ben - waarvoor u, Odin, mij hebt gemaakt. Zieneres, ja, maar ook iets anders. Op een dag, in een andere taal, in een andere tijd, zouden ze me 'heks' noemen. Maar ze zouden niet de subtiele aard begrijpen van wat ik doe, of het verschil kennen tussen welwillendheid en boosaardigheid, tussen woorden om kwaad te doen en woorden om goed te doen.
Ik ben de stem van duizenden seizoenen. Ik ben de stem van Odin. Als hij me oppakt en daarna omlaag duwt, moet ik me overgeven. Dan moet ik gehoorzamen. De woorden die ik uitspreek zijn niet die van mijzelf." (Thorbjorg)
Als de toendra roept./ Kari Herbert. Vianen/Antwerpen, The House of Books, 2006, 351 p.
Kari Herbert wordt als klein meisje door haar ouders meegenomen naar de uitgestrekte sneeuwvlakten van de noordpool. Daar woont zij samen met haar moeder Maria en haar vader, de beroemde ontdekkingsreiziger Sir Wally Herbert, enkele jaren bij de lnuit, een van de laatst overgebleven traditionele stammen van Groenland. Kari is verzot op rauw walvisspek en speelt elke dag wilde spelletjes met de jagerskinderen en de poolhonden. Terug in Engeland valt het niet mee om weer een 'gewoon' meisje te zijn.
Dertig jaar later keert Kari terug naar Groenland. Zij heeft het gast-vrije Inuitvolk en de ongetemde schoonheid van de toendra nooit kunnen vergeten. Zouden haar vrienden er nog zijn? En zo ja, hebben ze hun tradities in ere kunnen houden? Of zijn ze bezweken aan de verleidingen van de moderne wereld?
ALS DE TOENDRA ROEPT is het Fascinerende en indrukwekkende verhaal van een jonge vrouw die op zoek gaat naar een van de gelukkigste periodes van haar jeugd. Een persoonlijk reisavontuur, gesitueerd in een van de meest bijzondere en afgelegen regio's ter wereld.
'Bijzonder meeslepend.' - GEOGRAPHICAL MAGAZINE
Met haar fotografenoog en haar welsprekende pen beschrijft Kari Herbert de zuivere schoonheid van het arctische landschap.' - DAILY TELEGRAPH
Kari Herbert, geboren in 1970, is schrijfster, fotografe en journaliste.
Levenspaden. Zeven geschiedenissen./ Alice Miller. Houtem, Van Holkema & Warendorf, 1998, 192 p.
"De auteur, Zwitsers psychoanalytica en vooral bekend van het boek "Het drama van het begaafde kind", trekt ten strijde tegen kindermishandeling in de breedste zin van het woord. Het gaat hier om de volgens haar routinematig beschadigende wijze van opvoeden, zoals die in onze cultuur gangbaar is en waarbij voorbij gegaan wordt aan het diepste wezen van het kind. Met een zevental fictieve levensverhalen illustreert ze het mechanisme waarmee vroege ervaringen met leed en liefde het latere leven van een mens en zijn relaties tot anderen beïnvloeden en van generatie op generatie worden doorgegeven. Hoewel de verhalen duidelijk geconstrueerd zijn rond een bepaald thema en de personen weinig levensecht worden neergezet, geeft het boek wel een aardige illustratie van het belangrijkste thema in het werk van Miller. Als aanvulling daarop zeker interessant voor ieder die zich wil verdiepen in opvoeding en jeugdervaringen in relatie tot het latere leven."
Het drama van het begaafde kind./ Alice Miller. Houten, Unieboek, 2010, 113 p. (Rainbow Pockets, 885)
Inhoud (cover tekst)
In Het drama van het begaafde kind laat Alice Miller zien dat veel psychologisch leed van begaafde mensen verklaard kan worden door gebeurtenissen uit hun jeugd. Begaafde kinderen kunnen door de wensen en eisen van hun omgeving in de knel raken doordat ze zich te veel aanpassen aan hun omgeving en zo hun ware zelf verdringen.
Alice Miller is deskundige op het gebied van begaafde kinderen en laat in deze bewerkte en aangevulde editie door middel van voorbeelden, toelichtingen en inzichten zien hoe deze problemen verholpen kunnen worden. Het drama van het begaafde kind is een belangwekkende en boeiende bijdrage aan dit belangrijke onderwerp.
De auteur
Kinderpsychologe Alice Miller (1923) werd geboren in Polen. Ze promoveerde tot doctor in de filosofie, psychologie en sociologie en werkte jarenlang als psychoanalytica. De klassieker Het drama van het begaafde kind is wereldwijd vertaald en alleen al in Nederland werden meer dan 150.000 exemplaren verkocht.
Tussen de eerste Nederlandstalige uitgave en de negentiende, bewerkte en aangevulde editie uit 1996, waarvan dit een ongewijzigde herdruk is, liggen vijftien jaar van ervaringen. Ervaringen die de Duitse psychoanalytica als mens en als therapeute gerijpt hebben en waarvan ze in dit boek verhaalt. Haar therapeutisch uitgangspunt vormen de kinderjaren die voor elk mens de voedingsbodem voor het leven vormt en waarin de 'ik' van de persoon wortelt. Veel psychologisch leed laat zich verklaren uit deze kinderjaren en kan als ervaring een ingang vormen voor therapie. Kinderen met een bijzondere begaafdheid kunnen in de knel komen doordat zij zichzelf te snel aanpassen aan de vaak onbewuste wensen van ouders. Daardoor verdringen zij hun eigen behoeften en verlangens en ontwikkelen een 'vals zelf', dat een vrij contact met de 'ware ik' in de weg staat. Een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling kan hiervan het gevolg zijn. Dit essay is een belangwekkende bijdrage aan een boeiende maar ook moeilijke thematiek.
(Biblion recensie, Anne Schipper.)
Dans les forêts de Sibérie. Février-juillet 2010./ Sylvain Tesson. S.l., Gallimard, 2011, 266 p. (F)
Zes maanden in de Siberische wouden. Februari-juli 2010./ Sylvain Tesson. (vertaald door Eef Gratama). Amsterdam, De Arbeiderspers, 2013, 255 p. (NL)
Inhoud (flaptekst nederlandstalige uitgave):
"Sylvain Tesson had een belangrijk doel in zijn leven: nog voor zijn veertigste wilde hij ervaren hoe het is om als kluizenaar te leven, diep in het bos. Het is een man die houdt van extremen en dus besluit hij om zes maanden in een hut te gaan wonen, gelegen aan het Baïkalmeer in Siberië. Het dichtstbijzijnde dorp is 150 kilometer verderop, s winters vriest het er tot -30ºC en s zomers lopen er beren rond. En toch is het leven er prachtig.
Dit is zijn relaas van een periode zonder alle stress van ons drukke en moderne bestaan."
"Tessons dagboek is een onweerstaanbare combinatie van poëtische, haiku-achtige natuurbeschrijvingen en gelukkig ook zelf-ironisch commentaar. Een verfrissend relaas van een bewuste daad van verzet tegen de consumptiemaatschappij." Bron: Cobra.be (--> prachtige boekbeschrijving!)
"Et si la liberté consistait à posséder le temps? Et si la richesse revenait à disposer de solitude, d'espace et de silence toutes choses dont manqueront les générations futures? Tant quil y aura des cabanes au fond des bois, rien ne sera tout à fait perdu." Bron: website uitgeverij Gallimard
Smilla's gevoel voor sneeuw./ Peter Høeg. Amsterdam, Meulenhoff, 2007, 445 p.
Smilla Jaspersen is de dochter van een Groenlandse zeehondenvangster en een rijke Deense arts. Een jonge vrouw opgegroeid in twee culturen. Smilla kent de eigenschappen van sneeuw en ijs als geen ander. Wanneer haar buurjongetje Esajas dood in de sneeuw aan de voet van een steiger wordt gevonden, ziet zij dat de voetsporen op het dak niet kloppen met de verklaring dat hij tijdens zijn spel gevallen zou zijn. In het decor van Kopenhaagse straten en een Groenlandse gletsjer ontrafelt Smilla haarfijn de omstandigheden die leiden tot Esaja's dood, te beginnen met Esaja's vader die stierf tijdens een expeditie naar Groenland. Brutaal en eigenzinnig baant zij zich een weg door een kluwen van wetenschappers en ambtenaren, die met of zonder goede bedoelingen een rol in het gecompliceerde complot spelen. Kristalheldere sneeuwanalyses en onzuivere motieven voor wetenschappelijk onderzoek geven als basisingrediënten een speciale - aangename - smaak aan deze literaire thriller.
"Het is een literaire thriller die zich beurtelings afspeelt in Kopenhagen, op een expeditieschip in de Atlantische Oceaan en tussen de levensgevaarlijke ijsbergen van Groenland. Hoofdpersoon is de 37-jarige Smilla Qaavigaaq Jaspersen, dochter van een Eskimose zeehondenvangster en een rijke Deense arts. Ze is wetenschappelijk expert op het gebied van de glaciale morfologie van Noordgroenland, maar tegelijk een maatschappelijk onaangepaste die van ieder instituut dat ze bezocht heeft voortijdig is verwijderd. Ze koestrert een diep wantrouwen tegen haar medemensen en kan alleen goed opschieten met het zesjarige jongetje Esajas dat bij haar in de flat woont. Op een gegeven moment glijdt Esajas uit op het dak en valt van zes hoog naar beneden, morsdood. Een ongeluk? Smilla, expert in ijs en sneeuw, heeft de sporen gezien en gelooft er niets van. Haar hardnekkige speurtocht leidt tot een verbijsterende ontdekking.
Met Smilla heeft Híeg voor het eerst gekozen voor een vrouwelijke hoofdpersoon, een buitenstaander die als Groenlandse zich het liefst ophoudt in de marge van de Deense samenleving. Híeg: De gespletenheid van Smilla staat wat mij betreft niet alleen voor het culturele conflict tussen Denemarken en zijn voormalige kolonie Groenland maar voor de tegenstellingen tussen het Westen en de derde of vierde wereld. In zekere zin verbeeldt het wat ik zelf ervaren heb toen ik weg was uit Europa: als je een tijdje in Afrika bent geweest ervaar je hoe ontspannen het ritme van het dagelijks leven daar is. Dat maakt het weerzien met je vaderland steeds tot iets dubbels. Je bent blij terug te zijn maar voelt tegelijk de spanning tussen de mensen, een spanning die je ook terugvindt in de architectuur. Voor mij is dat het meest typerend voor het Westen: de temperatuur van het leven is er lager, de menselijke relaties zijn er kouder dan bij voorbeeld in het Arctische Groenland.
Dat ik gekozen heb voor een vrouwelijke hoofdpersoon heeft te maken met het feit dat je als man altijd probeert het fenomeen 'vrouw' te doorgronden. Eén van de manieren is om jezelf als vrouw te vermommen wat voor mij als schrijver betekent dat ik in de huid van die vrouwelijke hoofdpersoon probeer te kruipen. Smilla is weinig vrouwelijk in de traditionele zin van het woord: in de tropen en op Groenland heb ik gezien dat de vrouwen een heel andere benadering van fysiek geweld hebben. Smilla heeft die agressie ook in zich en maakt er gebruik van om zich te handhaven in het rauwe mannenwereldje aan boord van het schip waar ze uiteindelijk op verzeild raakt. Er zit natuurlijk ook iets provocerends in het doorbreken van de cliché-verwachtingen ten aanzien van vrouwelijke personages. "
Fragmenten uit recensie op: trouw.nl (GERTJAN VINCENT − 22/09/94)
Schaduw over Berlijn./ Volker Kutscher. Amsterdam, De Boekerij, 2008, 521 p.
Als het lichaam van een gemartelde Rus uit de rivier de Spree wordt getrokken, ziet rechercheur Zeden Gereon Rath zijn kans schoon een plekje bij Moordzaken te veroveren. Hij duikt op eigen houtje de Berlijnse onderwereld in op zoek naar de moordenaar en legt een samenzwering bloot die van de Russische bendes voert naar de allerhoogste politieke kringen en de financiering van de dreigende socialistische opstand.
Schaduw over Berlijn is een spannende thriller, een portret van een stad die tegelijk zorgeloos en bikkelhard was en een roman over grenzeloze ambitie, sociale onrust en het leven op de rand van een nieuw tijdperk. Een groots opgezet, indringend en met veel gevoel voor historie verteld verhaal dat de lezer meesleept naar een verbijsterende climax.
Recensie(s)
Inspecteur Gereon Rath is in 1926 vanuit Keulen overgeplaatst naar de afdeling zedenpolitie van Berlijn, maar ziet kans om bij de afdeling moordzaken te komen als in de Spree het lijk gevonden wordt van een zwaar mishandeld persoon. Zonder medeweten van zijn superieuren doet hij onderzoek naar een omvangrijk complot waarbij Russische bannelingen, Berlijnse nachtclubeigenaren en leden van de opkomende SA betrokken zijn. En dat tegen de achtergrond van communistische demonstraties die het Berlijnse gezag op zijn grondvesten doen trillen. Bovendien is er grote twijfel over de betrouwbaarheid van collega's. Rath gaat bepaald niet conventioneel te werk en mede daardoor en door de logische vermenging van prive- en politiezaken is dit een bijzondere thriller geworden. De schrijver heeft een boeiende en beangstigende setting gecreeerd waarin men de ondergang van de Weimarrepubliek als het ware proeft, met een sterke karakterisering en een ingewikkeld, maar razend knap plot, waarin plichtsbesef en integriteit een belangrijke rol spelen. Kleine druk.
Met open zinnen. Natuur, landschap, aarde./ Ton Lemaire. (Amsterdam, Ambo, 2003, 359 p.)
In Met open zinnen onderzoekt Ton Lemaire onze verhouding tot de natuur, het landschap en de aarde. De nadruk ligt daarbij op de rol van de zintuigen en zintuiglijkheid. In twaalf hoofdstukken verkent hij een grote verscheidenheid aan onderwerpen, zoals de beleving van de ochtend, de ervaring van het sublieme, de teloorgang van de stilte, de opkomst van de expressionistische en abstracte schilderkunst, de gevolgen van de globalisering voor ons ruimtelijk besef en de toewending tot het 'buiten'. Bij de bespreking van die thema's komt een aantal tegenstellingen in onze cultuur aan de orde, zoals die tussen natuur en cultuur, naturalisme en spiritualisme en tussen natuur- en geesteswetenschappen.
Lemaire put in zijn betoog uit inzichten uit de milieufilosofie, de esthetica, de ideeëngeschiedenis en tijdsdiagnosen en laat zien hoe onze verhouding tot de natuur is veranderd door de technische ontwikkelingen van de moderne tijd en de dominantie van de consumptiemaatschappij. Met open zinnen is een pleidooi voor de herontdekking van de aarde en voor het samengaan van het esthetische, spirituele en ecologische in een andere, poëtische omgang met de wereld.
Sneeuwstorm en amandelgeur./ Camilla Läckberg. Amsterdam, Anthos, 2010, 158 p.
Het is een week voor kerst. Politieman Martin Molin reist met zijn nieuwe vriendin naar een eiland voor de Zweedse kust voor een weekend met haar familie. Als ze net zijn aangekomen steekt er een sneeuwstorm op waardoor het eiland volledig afgesneden raakt van de buitenwereld. Molin maakt kennis met zijn kleurrijke schoonfamilie.
Aan het hoofd staat de steenrijke grootvader Ruben. Hij bouwde gedurende zijn loopbaan een groot zakenimperium op. Nu leiden twee van zijn zoons de firma. Ze presteren onder de maat, laat Ruben hun tijdens het diner op de eerste avond weten. Ook andere familieleden moeten het ontgelden. Grootvader is het zat dat iedereen op zijn zak teert. Daarom heeft hij onlangs zijn testament aangepast: na zijn dood zal er niets naar de kinderen gaan.
2 meisjes. 2 motoren. 7 maanden. 9 moslimlanden. 30.000 kilometer. 1 boek. Met de motor naar Iran? Twee meisjes? Is dat niet gevaarlijk? Waarom net daar naartoe? Het korte antwoord: uit nieuwsgierigheid. Omdat we niet geloven dat moslimlanden gevaarlijker zijn dan andere. En voor het avontuur, natuurlijk. Omdat het een wilde meisjesdroom is: stoer en een tikje nostalgisch. In 1939 stappen twee Zwitserse schrijfsters, Annemarie Schwarzenbach en Ella Maillart, in een Ford en rijden naar Afghanistan. Bijna 70 jaar later pikken wij hun spoor weer op. En stellen verbaasd vast hoe weinig er veranderd is in de wereld. Trui Hanoulle & Gaea Schoeters vertellen elk op hun manier het verhaal van deze unieke reis. Trui met fotos, Gaea met woorden. Trui als ervaren overlandreiziger, Gaea met het ongeremde enthousiasme van een first-timer. Twee visies, één reis.
http://www.boek.be/boek/meisjes-moslims-motoren
Zijde./ Alessandro Baricco. (Breda, De Geus, 2007, 120 p.)
In 65 hoofdstukken, die soms maar uit een paar regels bestaan, beschrijft de auteur de geschiedenis van een man die in de negentiende eeuw viermaal naar Japan reist om eieren voor de zijdespinnerijen te kopen. Door een vreemde ontmoeting met een vrouw van wie hij de stem nooit zal horen, wil hij steeds naar Japan terug, stervend van heimwee naar iets wat hij nooit zal beleven, maar toch niet ongelukkig met zijn leven en vrouw in Frankrijk. De symboliek van vogels, volières, kleine blauwe bloempjes en Japanse ideogrammen speelt een hoofdrol in deze geschiedenis en maakt er bijna een gedicht van. Dit boek is zeer intrigerend en kan zowel een publiek boeien dat in ontdekkingsreizen en geschiedenis geïnteresseerd is als een publiek dat meer literair georiënteerd is.
Honderd Jaar Eenzaamheid./ Gabriel García Márquez (Amsterdam, Meulenhoff, 2005, 55ste dr., 427 p.)
"De fantastische familiekroniek Honderd jaar eenzaamheid is het meesterwerk van Gabriel García Márquez. Het is het exotische en tragische verhaal van de talrijke generaties Buendía's, die hun stad Macondo op het moeras veroverd hebben, ruim een eeuw voordat de stad haar apocalyptische einde vindt. Natuurrampen, exploitatie en meedogenloze oorlogen bepalen de geschiedenis van het geslacht Buendía, waarvan de stichter José Arcadio, een alles beproevende amateur-alchemist, onder andere bewijst dat de wereld rond is, een zinvolle, zij het late ontdekking.
Gabriel García Márquez ontving in 1982 de Nobelprijs voor literatuur. Hij schreef meer dan vijfentwintig boeken, waaronder De kolonel krijgt nooit post, Honderd jaar eenzaamheid en Over de liefde en andere duivels. Ter ere van zijn tachtigste verjaardag verschenen zijn romans en verhalen in een cassette."
'Het droomboek van een geniaal verteller.' Bernlef
Honderd jaar eenzaamheid op: - wikipedia.org - dbnl.org: "De roman Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez kan op vele niveaus worden gelezen. Sommigen lezen het boek als sprookje, anderen als bijbelse parabel of als kroniek. Ook wordt deze roman wel gezien als een literaire weergave van de dramatische geschiedenis van Colombia, van Latijns-Amerika of van de mensheid."
Nicolien Montessori - nrcboeken
Schrijver Gabriel García Márquez overleden. In: demorgen.be
Isabelle. Een verslag van een gepassioneerd en paradoxaal vrouwenleven./ Annette Kobak (Rainbow Pocketboeken okt 1990)
Als niet gewenst kind van een getrouwde Russische aristocrate en de anarchistische gouverneur van haar kinderen had Isabelle Eberhardt (1877-1904) een moeilijke jeugd. Ze dagdroomde al jong van het leven in de woestijn en van de Islam. Na de dood van haar ouders leefde en reisde ze, gekleed als Arabische man, in Noord-Afrika. Over het leven in Noord-Afrika schreef zij tot zij in 1904 bij een overstroming omkwam. In deze biografie beschrijft Annette Kobak uitgebreid de omstandigheden waaronder deze vrouwelijke tegenhanger van Lawrence of Arabia zich ontwikkelde. Daarmee geeft zij een boeiend beeld van het leven in Russische 'exil-kringen', aan het eind van de 19e eeuw in Europa en het koloniale leven in Frans Noord-Afrika. Isabelle Eberhardt zelf komt echter niet helemaal uit de verf.
Un livre est un monde, un monde fait, un monde avec un commencement et une fin. Chaque page d'un livre est une ville. Chaque ligne est une rue. Chaque mot est une demeure. Mes yeux parcourent la rue, ouvrant chaque porte, pénétrant dans chaque demeure. Dans la maison dont la forme est : chameau, il y a un chameau. Dans la cabane : oie, une oie m'attend. Derrière les multiples fenêtres des manoirs : indissolubilité et incorruptibilité, se devinent l'indissolubilité du mariage et l'incorruptibilité de Robespierre. (. .. ) Ce matin, en sortant de mon livre, j'éprouvais une délicieuse sensation d'ébriété et d'espace, une grande impatience, un magnifique désir. Tout ce que je demande à un livre, c'est de m'inspirer ainsi de l'énergie et du courage, de me dire ainsi qu'il y a plus de vie que je ne peux en prendre, de me rappeler ainsi l'urgence d'agir.
Spiral Jetta. A Road Trip Through The Land Art Of The American West./ Erin Hogan (Chicago, The University of Chicago Press, 2008, 180 p.)
Erin Hogan hit the road in her Volkswagen Jetta and headed west from Chicago in search of the monuments of American land art: a salty coil of rocks, four hundred stainless steel poles, a gash in a mesa, four concrete tubes, and military sheds filled with cubes. Her journey took her through the states of Utah, Nevada, New Mexico, Arizona, and Texas. It also took her through the states of anxiety, drunkenness, disorientation, and heat exhaustion. Spiral Jetta is a chronicle of this journey. A lapsed art historian and devoted urbanite, Hogan initially sought firsthand experience of the monumental earthworks of the 1970s and '80s - Robert Smithson's Spiral Jetty , Nancy Holt's Sun Tunnels , Walter De Maria's Lightning Field , James Turrell's Roden Crater , Michael Heizer's Double Negative , and the contemporary art mecca of Marfa, Texas. Armed with spotty directions, no compass, and less-than-desert-appropriate clothing, she found most of what she was looking for and then some.
De vrouw van een ander en de man onder het bed./ Fjodor Dostojevski
Amsterdam, Van oorschot, 2013, 61 p. (oorspr. uitg. 1958)
In deze novelle van Dostojevski zit zoveel vaart en humor, dat het haast onmogelijk is om het niet in één keer uit te lezen. Een man wordt op straat aangesproken door een voorbijganger in een wasberenpels. Deze voorbijganger verdenkt zijn vrouw ervan dat ze een minnaar heeft en wat volgt is een krankzinnige dialoog waarin de man in wasberenpels erachter probeert te komen of hij misschien met de betreffende minnaar aan het praten is. Uiteindelijk belanden ze samen onder het bed van een vrouw van een ander, wat een hilarische slotscène oplevert.
Based on the internationally acclaimed novel by Arthur Golden, "Memoirs of a Geisha" is a sweeping romantic epic set in a mysterious and exotic world that still casts a potent spell today. The story begins in the years before WWII when a penniless Japanese child is torn from her family to work as a maid in a geisha house. Despite a treacherous rival who nearly breaks her spirit, the girl blossoms into the legendary geisha Sayuri (Ziyi Zhang). Beautiful and accomplished, Sayuri captivates the most powerful men of her day, but is haunted by her secret love for the one man who is out of her reach (Ken Watanabe).
The Happy Prince and Other Stories./ Oscar Wilde. (England, Puffin Books, 2003, 204 p.)
"The Happy Prince and Other Stories" is a collection of stories for children by Oscar Wilde first published in May 1888. It contains five stories, "The Happy Prince", "The Nightingale and the Rose", "The Selfish Giant", "The Devoted Friend", and "The Remarkable Rocket". It is most famous for its title story, "The Happy Prince". (The edition of 'Puffin Classics' contains 9 stories)
"The Happy Prince"
In a town where a lot of poor people suffer, a swallow who was left behind after his flock flew off to Egypt for the winter meets the statue of the late "Happy Prince", who in reality has never experienced true happiness. Viewing various scenes of people suffering in poverty from his tall monument, the Happy Prince asks the swallow to take the ruby from his hilt, the sapphires from his eyes, and the golden leaf covering his body to give to the poor. As the winter comes and the Happy Prince is stripped of all of his beauty, his lead heart breaks when the swallow dies as a result of his selfless deeds. The statue is then torn down and melted leaving behind the broken heart and the dead swallow which are taken up to heaven by an angel that has deemed them the two most precious things in the city by God, so they may live forever in his city of gold and garden of paradise.
IJsland, 1915. Na een barre tocht komt een weduwe met zes kinderen aan in Akureyri. Hier zal het leven anders zijn dan in Reykjavík. Hier zullen alle kinderen een opleiding krijgen en zal armoede voorgoed tot het verleden behoren. De werkelijkheid is anders. In Akureyri is het verschrikkelijk koud en moet er vooral hard worden gewerkt. Maar Karitas, de jongste dochter, droomt ervan kunstenares te worden. Ze is dolgelukkig als ze wordt toegelaten tot de kunstacademie in Kopenhagen.
Maar wat komt er van haar dromen terecht als ze eenmaal is teruggekeerd naar IJsland, als ze verliefd wordt, kinderen krijgt en de strijd om het bestaan opnieuw al haar aandacht opeist?
Een prachtige en ontroerende roman over een vrouw die haar innerlijke stem volgt. Een verhaal over dromen en verlangens, onverwacht geluk, ondraaglijke pijn en grote passie.
Op de hoogte./ Christophe Van Gerrewey. Antwerpen, De Bezige Bij, 2012, 192 p.
"De eersteling van Christophe Van Gerrewey (°1982) gaat over een liefdesbreuk. Een man ontwaakt in het huis van vrienden die op vakantie zijn. In het gezelschap van hun kat herinnert hij zich de vorige zomer, toen er nog een vrouw bij hem was. Hij besluit haar te schrijven om haar op de hoogte te brengen van recente ontwikkelingen. Hij brengt de plekken in herinnering waar ze verbleven, de dingen die ze tegen elkaar zeiden, de geheimen die ze met elkaar deelden. Steeds uitgebreider komt de afwezige geliefde zelf aan het woord, totdat haar stem de zijne verdringt en al zijn mankementen etaleert."(...)
""Dit debuut is met bravoure geschreven. Van Gerrewey beschikt niet alleen over het nodige schrijfmetier en compositorisch vernuft, maar is in staat de lezer te verrassen en in dit geval zelfs te verschalken. 'Op de hoogte' is een verrassende roman, met stilistisch raffinement geschreven en een ijzersterk verhaal dat de lezer bij het nekvel grijpt, aldus de jury, die onder leiding stond van Sam De Graeve (Woestijnvis)." (...)
"Onze recensente Inge Michiels noemde 'Op de hoogte' van Christophe Van Gerrewey een "hoogst origineel romandebuut, een brief aan een verloren geliefde en een pijnlijk zelfonderzoek".
Christophe Van Gerrewey heeft intussen al een tweede roman uit, 'Trein met vertraging', die ook goed is ontvangen."
"Voor zijn debuutroman heeft de Vlaamse essayist en verhalenschrijver Christophe Van Gerrewey (1982) de vorm van een brief gekozen: een beproefd genre om fictie en werkelijkheid op een natuurlijke wijze met elkaar te vermengen. Moeiteloos wisselt deze begaafde stilist dan ook lyrische liefdes- en haatverklaringen af met bijtende maatschappij- en literatuurkritiek. En zoals alle geslaagde literaire brieven, met als beroemdste voorbeeld Kafkas lange, niet verstuurde Brief aan vader, is ook Op de hoogte een middel tot introspectie." (...)
"Op de hoogte is zowel een sterk en met schwung geschreven verhaal over wanhopige liefde als een noodkreet over een door commercie en platte scoringsdrift in het slop geraakte literatuur."
De gelukkige krijgers./ Halldór Laxness. (Breda, De Geus, 2011, 411 p.) Vertaald door Marcel Otten, oorspr. uitg. 'Gerpla', 1952
In het IJsland van de elfde eeuw is het christendom de officiële godsdienst, maar bezingen de dichters nog de oude goden en de bloeddorstige heldendaden van de Vikingen. Dichter Thormod Bessason en krijger Thorgeir Havarsson worden bloedbroeders en besluiten de wereld in te trekken in de geest van hun vaders en voorvaderen. Halldór Laxness schreef met behulp van oude IJslandse teksten deze schitterende roman over de bloeddorstigheid van de mens en het nastreven van roem. Het is een van de belangrijkste werken van Nobelprijswinnaar Laxness.
Halldór Kiljan Laxness (IJsland, 1902-1998) schreef meer dan zestig romans, verhalenbundels, essays, reisverslagen, dichtbundels, toneelstukken en memoires. Hij werd in 1955 gelauwerd met de Nobelprijs voor Literatuur. Bij De Geus verschenen eerder Onafhankelijke mensen, Het visconcert, Het herwonnen paradijs, De klok van IJsland, Aan de voet van de gletsjer en Salka Valka.
Recensie
De IJslandse auteur (1902-1998) schreef een groot aantal romans, verhalen, essays, gedichten en toneelstukken en vormde jarenlang het 'kritische geweten' van de IJslandse samenleving. In 1955, d.w.z. twee jaar voor het verschijnen van 'De gelukkige krijgers', ontving Laxness de Nobelprijs voor literatuur. De (opnieuw) door Marcel Otten (die ook een verklarend nawoord schreef) zeer toegankelijk vertaalde roman speelt in het jaar 1100, toen het IJslandse parlement het christendom als staatsgodsdienst aanvaarde. Helden van deze, op de oeroude saga's gebaseerde roman zijn de krijger Thorgeir Havarsson en de dichter Thormod Bessason. Als bloedsbroeders verwerkelijken zij hun dromen en trekken vanuit de afgelegen Westfjorden de wijde wereld in om er in de geest van hun voorvaderen als helden op te gaan treden. In deze moderne versie van een eeuwenoude saga neemt Laxness stelling tegen menselijk geweld, verschrikkingen van de oorlog en de onmetelijke zucht naar roem en macht. Bevat lijst van aantekeningen. Een grootse roman! Kleine druk. G. Brandorff
De kleine bedrieger. Een jaar bij de Fransen./ Fouad Laroui. (Breda, De Geus, 2012, 252 p.)
"Als tienjarige komt Mehdi aan op een Frans Lyceum in Casablanca. Een vriend van de familie heeft hem daar gedropt. Hij staat voor de balie van de conciërge met een gedeukt koffertje in de hand en geflankeerd door twee kalkoenen (zoals het de Marokkaanse traditie betaamt, want je kan toch nergens met lege handen aankomen). Mehdi zakt door de grond van schaamte. De scène waarmee Laroui De kleine bedrieger begint, is tekenend voor de rest van het boek: twee culturen die botsen in het hoofd en de belevingswereld van een tienjarig jongetje.
Wanneer de kleine Mehdi moederziel alleen toekomt in het lyceum weet hij nauwelijks wat hem overkomt. Alles en iedereen schijnt hem vijandig toe. Het liefst van al was hij die eerste dag onder een steen gekropen om er nooit meer onderuit te komen. Maar naarmate de dagen verstrijken en hij zich de routine van het internaat eigen maakt, begint het kleine Marokkaantje zich steeds meer thuis te voelen.
Dit verhaal, bij momenten even tragisch als hilarisch, is ook het verhaal van schijver Fouad Laroui zelf. Toen hij als knappe Marokkaanse student bij de Fransen in de leer ging, stond zijn wereld zoals hij die kende op zn kop. En zo vergaat het elke migrant die uit een niet-westerse cultuur komt aangespoeld: elke referentie valt weg. Het belette Laroui niet om een ingenieursdiploma op zak te steken, om Nederlands staatsburger te worden en succesvol schrijver. Maar de thematiek die hem in al zijn boeken bezighoudt is hoe je als migrant je eigen cultuur kan verzoenen met die van je gastland."
Ook te beluisteren als radioboek op: radioboeken.eu Recensie Tamar van der Niet "De kleine bedrieger maakt je vrolijk" : cultuurbewust.nl Info over FOUAD LAROUI op Wikipedia
`Ze zei tegen me: ``Nog van jou houden, dat is uitgesloten. Nog met je leven, dat wil ik niet." Er kwam een vlaag van razernij over me. Ik trok mijn mes. Ik wilde dat ze bang werd en me om genade smeekte, maar die vrouw was een duivelin.'
Nooit werd een onontkoombare, laaiende hartstocht met noodlottige afloop onderkoelder en nauwkeuriger vastgelegd dan in de befaamde novelle Carmen, die oorspronkelijk in 1854 verscheen. Juist de ironie en afstandelijkheid waarmee hij zijn romantische en fantastische verhalen vertelt, maken Prosper Mérimée (1803-1870), vriend van Stendhal en Toergenjev, tot een ware meester van het genre en tot een van de kopstukken van de negentiende-eeuwse literatuur.
Carmen is vooral dankzij de opera van Bizet, maar ook de verfilming als die van Carlos Saura, een geliefd klassiek verhaal geworden. En dan te bedenken dat Mérimée in 1845 aan een vriend schreef: `U zult binnenkort een aardigheidje lezen van uw dienstwillige dienaar, dat onuitgegeven gebleven zou zijn als de auteur zich niet genoopt gezien had een pantalon aan te schaffen.' Terwijl hij een vriendin liet weten: `Iets verheffenders heb ik onze schone dames op het ogenblik niet te bieden.'
NBD|Biblion recensie
Tijdens een reis door Andalusië ontmoet schrijver een man die uit liefde voor de zigeunerin Carmen, aan wie hij niets kon weigeren, bandiet werd. Tot het uiterste gedreven doodt hij haar en geeft zich aan. Wachtend op de dood, vertelt hij aan de schrijver over zijn hartstochtelijke liefde voor de trouweloze Carmen. Mérimée (1803-1870) vertelt dit verhaal in een sober, ingehouden, fijn gestileerde taal; het blijft boeien, al is het wat verouderd. De vertaling is prijzenswaardig, het nawoord vormt een goed commentaar. Liefhebbers van een goed geschreven boek en van Franse taal en letteren vinden hier een juweeltje. Ook bekend geworden door de opera van Bizet en de film van Saura. Donkerrode omslag met schetsen van Carmen en haar bandiet; normale druk. (Biblion recensie, Drs. W.F. van Olffen.)
Land van grote eenzaamheid. Reisnotities over IJsland./ Gerrit Jan Zwier (Utrecht, Veen Uitgevers, 1987, 160 p.)
Ijsland is een land dat altijd tot de verbeelding heeft gesproken, zeker tot die van Nederlanders. In vroeger dagen berichtten alleen vissers en walvisvaarders, die bij slecht weer een goed heenkomen zochten in baai of fjord, over dit noordelijke eiland. Later waren het vooral natuurvorsers en sagaliefhebbers die het land verkenden. Een groot deel van Ijsland is ongetemd en onherbergzaam. Op een levendige en persoonlijke wijze brengt Gerrit Jan Zwier in dit boek verslag uit van zijn reiservaringen.
"Tien jaar later was ik er opnieuw, dit keer alleen. Ik had weer toegegeven aan het 'noordelijk gevoel'. Ik weet niet precies wat voor gevoel dat is. Het heeft te maken met een hang naar ruimte, naar eenzaamheid, naar zuiverheid misschien. Het lijkt op nostalgie, die ook nooit bevredigd kan worden. Met dweepzucht heeft dit sentiment in ieder geval niets gemeen, zoals iedereen zal kunnen beamen die de navolgende indrukken, invallen en stemmingen heeft gelezen." Citaat p. 18
The Identity of Man./ Jacob Bronowski (New York, The Natural History Press, 1971, 145 p.)
Science has called into question many traditional assumptions about human nature. In the age of the human genome project, this truism is even more obvious than it was in 1965, when scientist and historian of ideas Jacob Bronowski first delivered the lectures upon which this book is based. Has science revealed that we are essentially just complex machines? Or is human identity more than the sum of its parts? With his gift for conveying the excitement of ideas, Bronowski discusses the impact of science on our sense of self and the need to re-evaluate ethics in light of the scientific perspective. As both a practicing scientist and an author of books on poetry, he makes interesting connections between the uses of the imagination in science and in literature. Whereas science creates experiments to test hypotheses about the outside world, literature provides "experiments" in poetry and prose, allowing readers to experience what it means to be fully human and relating the individualÆs inner life to that of every human being. In the quest for understanding, science discovers the facts about reality while art depicts the truth of human experience. Bronowski argues that a true humanistic philosophy must give equal place to the inner, subjective vision of the arts and the outer, objective perspective of science since they are both products of one self-conscious creative imagination. In the final analysis, he emphasizes that these perspectives converge in revealing a more enlightened, universal ethics, one that fosters tolerance, mutual understanding, an appreciation of differences, and a sense that we all share a common destiny as human participants in natureÆs cosmic drama.
Reality without restraint. Bathtime in the Villa dall'Ava./ Christophe Van Gerrewey (2005, 30p.)
Reality without restraint' was the official debut of Belgian writer Christophe Van Gerrewey (1982) on the Dutch-speaking literary scene. It was part of his collection of 'fictional architecture criticisms' (published in 2004 by Vlees & Beton), and it appeared in 2005 in the literary magazine DWB. This handsome edition makes this remarkable short story, that takes place inside of the famous Villa dall'Ava designed by Rem Koolhaas/OMA, available to a wider English-speaking audience. The booklet is illustrated with a 'Chinese perspective' of the house, produced at the time of construction by Xaveer De Geyter.
Hús eru aldrei ein - Black sky./ Nökkvi Elíasson (photographs) & Aðalsteinn Ásberg Sigurðsson (poems) (2011, 127 p.)
Abandoned farms in Iceland possess a relentless charm in their desolation. In this unique and powerful book, Nökkvi Elíasson´s photography and Aðalsteinn Ásberg poems tell the story of the deserted buildings that litter the Icelandic countryside-echoes of a bygone era and a way of life that is all but forgotten.
In dit reisverhaal wordt een tiental architectuurprojecten van Office becommentarieerd aan de hand van een episode uit het leven van de Britse kunst-, cultuur- en architectuurcriticus John Ruskin (1819).
Alle dagen samen./ Erwin Mortier (Amsterdam, De Bezige Bij, 2004, 94 p.)
In deze novelle beschrijft Erwin Mortier zeven dagen in het leven van een jongen van vijf, wiens overgrootvader stervende is. De zomerse hitte in en rond zijn geboortehuis roepen herinneringen op aan zijn eigen ziekte, het jaar voordien, en aan de gesprekken van de volwassenen die hij, lam van de koorts, vanaf zijn ziekbed beluisterd heeft, dat 'tropische feest, broeiend in zijn binnenste'. Tegelijk is hij gebiologeerd door wat zich afspeelt rond zijn overgrootvader, in het koele, donkere hart van het huis. In de dagen van de voorbereiding van de begrafenis loopt hij steeds meer verloren tussen de volwassenen. De zomer smelt de dagen aaneen en heft alle orde op, ook die van de taal in zijn hoofd. Net als bij de andere boeken van Mortier spreekt uit dit verhaal een verlangen om de tijd teniet te doen; een streven om woorden dusdanig op proef te stellen dat ze het allerbelangrijkste, dat nooit gezegd kan worden, alsnog laten weerklinken.
Erwin Mortiers debuutroman Marcel (1999) werd bekroond met de Gerard Walschapprijs, de Van der Hoogtprijs en het Gouden Ezelsoor. In 2000 verscheen zijn tweede roman, Mijn tweede huid, genomineerd voor onder andere de Libris Literatuur Prijs en De Gouden Uil. De dichtbundel Vergeten licht (2001) ontving een jaar later de C. Buddingh'-prijs. In 2002 volgde de derde roman Sluitertijd, genomineerd voor de AKO literatuur Prijs, en de essaybundel Pleidooi voor de zonde.
Recensie(s)
De Vlaamse schrijver Erwin Mortier (1965) is zeer succesvol. Boeken als "Marcel", "Mijn tweede huid", "Pleidooi voor de zonde" en "Sluitertijd" werden bekroond en vertaald. In deze nieuwe novelle beleeft een vijfjarige jongen de dood van zijn overgrootvader en herbeleeft hij zijn eigen ziekzijn van een jaar eerder. In kort bestek slaagt Mortier erin met zeer poetisch en raak (vaak Zuidnederlands) taalgebruik de wereld van het kind en de volwassenen om hem heen te treffen. Het boek is een familieroman, teruggebracht tot een novelle, die hier en daar aan Hugo Claus' "De Metsiers" doet denken. Humor, verbeeldingskracht, taalschoonheid en psychologisch inzicht gaan moeiteloos samen. Juist bij zo'n briljante stilist storen de zetfouten die dit boekje rijk is en die ene lelijke grammaticale fout, die een redactie had moeten ontdekken! Verder is deze mooi uitgegeven novelle een uniek kunstwerkje in taal, zeer authentiek en tot herlezen uitnodigend. Normale druk. Drs. Cees van der Pluijm
A room of one's own - Three guineas./ Virginia Woolf. (Penguin books, 364 p.)
In A Room of one's Own (1929), een essay over seksisme, kunst en de vrijheid om kunst te scheppen, licht Woolf haar pleidooi voor professioneel vrouwelijk auteurschap toe. Om haar argumenten te verlevendigen, geeft Woolf het essay de vorm van een deels fictieve vertelling. Ze bedenkt een verteller, Mary, een getalenteerde maar door de maatschappij belemmerde auteur. Mary neemt de lezer mee via een onderhoudende monologue intérieur op een imaginaire tocht door Oxbridge en Londen. Een bezoek aan de bibliotheek van het British Museum inspireert Mary tot bedenkingen over de verschillende obstakels waarmee begaafde vrouwen geconfronteerd worden in het creatieve proces.
Van A Room of One's Own (1929) wordt gezegd dat het aan de basis ligt van de feministische literatuurkritiek. Woolf stelde dat de schrijver een product was van zijn of haar historische omstandigheden en dat materiële omstandigheden van cruciaal belang waren. Bovendien argumenteerde ze dat die omstandigheden een diepe invloed hadden op de psychologische aspecten van het schrijven en op de aard van het creatieve werk zelf.
A Room of One's Own lijkt in niets op enig ander feministisch manifest. Het is ontstaan uit twee lezingen over Vrouwen en Fictie die Woolf gaf op 20 en 26 oktober 1928 aan Newnham en Girton College voor meisjesstudenten (Cambridge).
Three Guineas
Woolfs volgehouden pacifisme in een tijd van oprukkend fascisme en oorlogsdreiging veroorzaakte controverse. Ze kreeg de kritiek een wereldvreemde estheet te zijn. In Three Guineas (1938) verklaart ze waarom ze als vrouw pacifist is.
"Als je absoluut wil vechten om mij te beschermen, of om "ons land" te beschermen, laat het dan duidelijk zijn dat je eigenlijk vecht uit een seksueel instinct dat ik niet deel, om voordelen te bekomen waarvan ik niet geniet en waarschijnlijk ook nooit zal genieten; want als vrouw heb ik geen land, als vrouw wil ik geen land, als vrouw is de hele wereld mijn land."
Three Guineas is niet alleen een pleidooi tegen de oorlog, maar ook het boek waarin Woolf haar feministische standpunten het duidelijkst formuleert. Vrede betekent veel meer voor Woolf dan het vermijden van gewapende conflicten. Vrede is nodig om de patronen van onderdrukking en uitsluiting, bijna altijd vertegenwoordigd door mannen, te stoppen. Die seksistische patronen strekken zich uit in het gezin, het onderwijs, de economie en de politiek. Fascisme, nazisme en oorlog zijn alleen maar verre uitwassen van seksisme. Oorlog bestrijden moet gebeuren door onderdrukking van vrouwen te bestrijden.
Het kind in het getto. Moederziel alleen overleeft een joods meisje de Poolse bezetting./ Mirjam Pressler (Uithoorn, Karakter, 2012, 256 p.)
September 1943, de joodse dorpsarts Hanna Mai woont met haar beide dochters, de 16-jarige Minna en de 7-jarige Malka, in Lawoczne, een dorp in het door de Duitsers bezette Polen dicht bij de Hongaarse grens. Tijdens een razzia van de nazis moeten ze halsoverkop en zonder enige voorbereiding huis en haard ontvluchten. Geteisterd door weer en wind trekken de drie vrouwen door de bergen richting Hongarije, waar het naar verwachting relatief veilig is. Maar nog vóór de grens, in Pilipiec, bezwijkt de 7-jarige Malka aan uitputting en hoge koorts, wat het voor de vrouwen onmogelijk maakt om verder te reizen.
Met bloedend hart besluit Hanna haar jongste dochter bij een onderduikgezin achter te laten; maar ook daar wordt de Duitse dreiging te groot en Malka wordt naar het getto gebracht, waar ze vanaf dat moment moederziel alleen moet zien te overleven, zonder eten, onderdak, of gezelschap. In de maanden die volgen en tijdens de ijskoude Poolse winter die invalt ontwikkelt Malka een primitief survivalsysteem, net als een paar andere achtergelaten joodse kinderen van haar leeftijd. Ze weet zichzelf onzichtbaar te maken, de eenzaamheid en eeuwige honger te weerstaan
Schrijvers zijn mijn psychiaters, ze geven mij advies hun werk is een geschenk, de briljante ideeën worden mij gratis voorgeschoteld, het is een botsing met een hogere intelligentie.
Louis I. Kahn. Conversations with students. Architecture at Rice 26. Texas, Princeton Architectural Press, 1998, 93 p.
Louis Kahn (1901-74) is one of the most renowned practitioners of international modernism, on a par with Le Corbusier and Mies van der Rohe in the extent of his influence on subsequent generations of architects. Kahn sought the spiritual in his powerful forms, and encouraged his students to seek the essential nature of architecture.
Kijken naar de pijn van anderen./ Susan Sontag (De Bezige Bij, Amsterdam, 2005, 124 p.)
"In Kijken naar de pijn van anderen, het vervolg op haar briljante On Photography uit 1977, vraagt Sontag zich af of schokkende beelden kijkers beïnvloeden of wellicht zelfs ophitsen. We krijgen dagelijks een portie van zulke beelden te zien, bomaanslagen en oorlogsgeweld. Misschien is onze perceptie van de werkelijkheid aan erosie onderhevig als gevolg van de alomtegenwoordigheid van gruwelijke beelden.
Sontag volgt de raadgevingen op van Virginia Woolf, die in 1938 in Three Guineas overdenkingen neerschreef over de oorzaken van oorlog. Ze liet mannen en vrouwen naar oorlogsfoto's kijken. Het is een mannenzaak, zei Woolf, mannenwerk, de moordmachine heeft een geslacht en wel het mannelijke. Kijk maar eens naar foto's van de Spaanse burgeroorlog, ging Woolf verder, kijk welke gevoelens die afbeeldingen bij ons opwekken. Dat doet Sontag ook: hoe reageren wij op zulke beelden, wanneer we naar de pijn van anderen kijken? Voor haar is een foto van gruwelen 'een middel om werkelijkheid (of meer werkelijkheid) te geven aan dingen die mensen met een bevoorrecht of in elk geval veilig leven misschien liever zouden negeren'.
'Oorlog rijt, scheurt', schrijft Sontag. 'Oorlog splijt, legt open. Oorlog verschroeit. Oorlog verminkt. Oorlog verwoest.' Dat zie je op de foto's in The Eye of War van Phillip Knightley, oud-correspondent van de Londense Sunday Times. Het is een heel ander boek dan Sontags essay (waarin trouwens geen foto's staan): Knightley laat veelal beroemde oorlogsfoto's zien, van de Krimoorlog tot het recente conflict in Irak, en verzamelde getuigenissen van journalisten. Het boek is ook veel afstandelijker geschreven, er wordt geen 'wij', de lezer, in aangesproken zoals bij Woolf of Sontag. Het gaat bij Knightley over dé oorlogsverslaggever, dé oorlogsfotograaf, dé getuige."
Fragment uit artikel: 'Het blijven verschrikkingen./ Paul Depondt − Volkskrant 29/08/03
Nathan Sid is het verhaal van een jongen die opgroeit tussen twee culturen: het na-oorlogse Nederland waarin hij geboren wordt en het vooroorlogse Indië waarin hij werd verwekt. Tussen zijn familieleden voelt Nathan zich een buitenstaander: zijn vader, ex-KNIL-militair, moeder en stiefzusjes hebben de oorlog in een Japans krijgsgevangenkamp meegemaakt: in hun leed kan hij niet delen. Nathans zusjes zijn bruin, maar hijzelf is wit. Vader Sid lijdt aan een oorlogstrauma en voedt zijn zoon op met harde hand én liniaal. De relatie tussen Nathan en zijn vader is het belangrijkste onderwerp van de novelle. Nathan Sid is een boek over de verhoudingen tussen eerste en tweede generatie Indische Nederlanders en over de moeilijkheden die beide generaties in hun nieuwe vaderland ondervinden. Hiermee raakt het aan actuele themas over afkomst en identiteit, discriminatie en integratie waar hoor ik bij en in welk land hoor ik thuis?
De familie Sid leeft in een repatriantenhuis aan zee, met afgedankte meubelen, Rode Kruis-dekens, Indische mensen, Maleise woorden en Oosterse geuren. Adriaan van Dis (1946) groeide op in eenzelfde huis in Bergen aan Zee, met zijn drie Indische halfzusjes, vader, moeder en enkele andere repatriantenfamilies. Nathan Sid is gebaseerd op Van Dis eigen jeugdherinneringen. De novelle kwam voort uit een kookrubriek in NRC Handelsblad, waarin de auteur schreef over de maaltijden van vroeger: de Hollandse aardappels van zijn moeder versus de Indische rijsttafels van zijn vader. Deze krantencolumns werden tot een boek bewerkt, Nathan Sid werd het best verkochte debuut van 1984.
Tekstfragment (aanvang boek):
Nathan was er nooit geweest, maar wel gemaakt. Zijn zusters waren er geboren, net als zijn vader en veel van zijn ooms en tantes. Indië was overal in huis.
Zijn moeder wapperde het bed schoon met een sprietige sapu lidi en zei bulzak tegen de matras. Je lichaam was een body. Op de met batik afgedekte hutkoffer tegenover zijn bed speelde hij vaak met benen vogels, een opgezette slang, bambu fotolijstjes en Balinese vrouwenbustes die altijd glimlachen in glanshard hout. Nathans vader stond daar zwaaiend in een witte korte broek en de in de oorlog doodgeschoten vader van zijn zusters droeg een plusfour met verband om zijn kuiten, poeties noemde zijn moeder dat. Die andere vader leek op die fotos veel bruiner dan de zijne.
Op de schoorsteen lag een kris, versierd met plakjes Djokja-zilver. In de keuken hingen bolle koekepannen waar alleen Pa Sid mee bakte. Nathans moeder kookte Hollands, uit de torenhoog in elkaar passende aluminium pannetjes die zo heet werden dat je er gauw je vingers aan kon branden. Ze waren gesmolten uit neergestorte oorlogsvliegtuigen. Het Australische Rode Kruis had ze na de oorlog zelf aan zijn moeder gegeven, samen met de grijze dekens. Die vond Nathan ook zo dun. Maar zijn moeder zei dat je er blij mee moest zijn. Na de bevrijding had zij nog maar één broek, één koffer en een vals gebit van het slechte kampeten. Zelfs het tafelzilver moest zij in haar Sumatraanse tuin begraven achterlaten. Als Nathan groot was zou hij het opgraven.
Alleen Pa Sid kon in Holland Indië tot leven geuren. Nathans moeder kookte altijd gezond en at het liefst haar voor eeuwig ingezouten snijbonen. Maar als Pa Sid bakte rook het hele huis naar zoet en zout. Zijn rempèjèh klonterde zo dik al seen gestolde spons en zijn spekkoek telde zoveel dunne laagjes dat je een punt alleen maar dwars kon happen.
s Zomers liet hij de rijst dagen zwellen tot een zoete kleffe pudding. Werd het satéoventje met staalwol opgepoetst, dan kwamen Pa Sids zusters met hun mannen. Tante Pop en tante Zus maakten altijd veel lawaai. Hun gouden armbanden klengelden tegen de houten stoelleuningen en hun rrr-en rolden harder dan Nathan ooit bij zijn vader had gehoord.
Lolita lezen in Teheran. Zeven vrouwen en hun verboden leesclub./ Azar Nafisi (Amsterdam, De Boekerij, 2010, 395 p.)
Azar Nafisi doceerde Engelse literatuur aan de Universiteit van Teheran, maar mocht in haar colleges de westerse klassiekers niet meer behandelen. Samen met haar meest getalenteerde studentes verzon ze een list. Twee jaar lang, elke donderdag, kwamen zeven jonge vrouwen in het geheim bij Azar Nafisi thuis om te praten over de verboden westerse boeken die ze gelezen hadden.
Lolita lezen in Teheran is het onvergetelijke verhaal van deze studentes en hun verboden bijeenkomsten, en van de ervaringen van een moedige vrouw die het vrije woord belangrijker vond dan het verbod van de Iraanse overheid.
Azar Nafisi werkte aan de Universiteit van Teheran totdat ze ontslag nam omdat ze zich niet langer aan de steeds strenger wordende gedragsregels kon houden. Tegenwoordig is ze als professor verbonden aan de Johns Hopkins University. Lolita lezen in Teheran verscheen wereldwijd in vertaling en stond wekenlang hoog in de bestsellerlijst van de New York Times Book Review.
Recensie
Teheran, herfst 1995. Nadat ze ontslag heeft genomen uit haar universitaire betrekking omdat ze niet meer tegen de repressieve maatregelen kan, kiest Azar Nafisi zeven van haar beste en meest gedreven studentes uit. Ze nodigt hen uit om wekelijks bij haar thuis te komen om te praten over literatuur. Met vaak een fotokopie van een boek, het is namelijk niet makkelijk om aan bepaalde boeken te komen (censuur, verkoop van overheidswege stopgezet), bespreken en lezen ze gedurende twee jaar boeken. In het begin zijn de meeste meisjes verlegen en terughoudend, maar al gauw worden de gesprekken openhartiger en gaan over het sociale, culturele en politieke leven onder het hardvochtige islamitische regime, over hun dromen en teleurstellingen. En natuurlijk over de boeken die ze lezen: Lolita, The great Gatsby, Pride en prejudice etc. De literatuur helpt hen te overleven. 'Lolita lezen in Teheran' is een prachtige mix van autobiografie, fictie, sociale geschiedenis en literaire kritiek. 'Nafisi has produced an original work on the relationship between life and literature', schreef Publishers Weekly en dat klopt. Azar Nafisi woont sinds 1997 in de Verenigde Staten, waar ze aan een universiteit is verbonden. Daarnaast schrijft ze artikelen voor diverse kranten en magazines.
- Uw studentes lachen om de vernederende pesterijen die dagelijkse kost zijn. Ze maken grapjes over de straffen die ze krijgen omdat ze 'te verleidelijk in hun appel hapten' of 'te onstuimig op de trappen liepen'. ,,Die lach is een verdedigingsmechanisme. Als je verhalen leest over de voormalige Sovjet-Unie of Oost-Europa merk je ook dat iedereen voortdurend grappen maakt. Het maakte de absurditeit van het leven draaglijker. En het maakte de gezagsdragers minder machtig en heilig. Ik wil laten zien dat we ons niet zomaar lieten breken. We gedroegen ons niet als slachtoffers. We behielden zo goed en zo kwaad als het kon onze individuele waardigheid. Daarom lazen we romans. Een kunstwerk is de hoogste uitdrukking van individuele waardigheid en originaliteit. Daarom dragen die meisjes op de coverfoto hun hoofddoek zo nonchalant, hun haar goed zichtbaar. Daarmee bewijzen ze dat ze niet geworden zijn wat de mollahs van hen wilden maken. Het is een overlevingsstrategie. Het is geen politieke strijd. Het is een existentiële strijd."
- Het allerergste aan het Iraanse regime vindt u niet zozeer de inbreuken op de mensenrechten, maar de willekeur en de gedwongen medeplichtigheid. ,,In Europa en de VS begrijpen de mensen dat maar moeilijk. De grootste angst in totalitaire systemen is dat je nooit weet wat er zal gebeuren. De ene keer loop je ongehinderd met make-up op straat. De volgende keer ga je volgens hun regels onberispelijk gekleed en toch pakken ze je op. Niemand kent nog het verschil tussen schuldig of onschuldig. Iedereen is schuldig. De gedwongen medeplichtigheid is nog veel erger. Iedere keer dat ik die hoofddoek omdeed, voelde ik me een leugenaar. Je moet constant liegen om te overleven. Je moet je kinderen leren liegen tegen de autoriteiten. Stel je voor dat mijn dochtertje op school had verteld welke kleren haar moeder thuis droeg of welke videofilms we bekeken. Hoe kon ik mijn eigen kinderen in zo'n omstandigheden zelfrespect bijbrengen, ik die zo graag wou dat ze niet bang hoefden te zijn voor wie of wat ze waren? Dat begreep Nabokov zo goed: de band tussen slachtoffer en tiran; hoe een slachtoffer onvermijdelijk medeplichtig wordt aan de misdaad."
- Is het daarom dat u sommige radicaal islamitische studenten aan de universiteit van Teheran, zoals Mr. Bhari, zo sympathiek afschildert? ,,Je kunt niet alle islamitische revolutionairen over dezelfde kam scheren. Ze waren erg verschillend. Er zaten er tussen die me haatten en die erg gevaarlijk waren. Maar anderen, zoals Mr. Bhari, wilden me alleen maar overtuigen om hun kant te kiezen. Ik wou dat ik wist wat er van Mr. Bhari geworden is. Hij heeft me door dik en dun verdedigd toen de autoriteiten me aan de deur wilden zetten. Hij was toen mijn enige vriend. Geen enkele collega durfde voor mij in de bres springen."
"Als 3-jarige belandt Brouwers in 1943 samen met zijn zusje, moeder en grootmoeder in het vrouwenkamp Tjideng, in het toenmalig bezette Nederlands-Indië. De gruwelijke gebeurtenissen waarvan hij getuige is, laten bij Brouwers onherstelbare kerven na. Niet alleen raakt zijn relatie met zijn moeder beschadigd (zeker als ze hem 'verraadt' door hem nadien in een kostschool te plaatsen), ook bij alle latere liefdesrelaties lijkt hij 'verkeerd verbonden'.
"Oidipoes schreit. Jawel. Ik zocht naar mijn moeder, naar de mooie vrouw uit de eerste jaren van mijn leven. Die moeder werd gemarteld, kaalgeschoren, gehavend, kapot gemaakt - en toen hield ik op van haar te houden", zo vertelde Brouwers in een interview met Jan Brokken. 'Bezonken rood is een navrante rouwzang, vol zelfhaat en schuldbesef ("Ik sta aan de verkeerde kant, mijn liefde gaat verloren"). Tegelijk gaat dit zo symboolrijke en hecht gecomponeerde boek over een getormenteerde man die de geboorte van zijn dochtertje niet wil meemaken en geen blijf weet met een intussen opspelende verliefdheid. "
"Toen eind januari 1981 Jeroen Brouwers' moeder stierf, had hij haar jarenlang niet meer gezien of gesproken. Hij was boos wegens haar 'verraad', toen ze hem kort na hun aankomst in Nederland in een internaat stopte. Nu wilde hij bij haar dood ,,een verhaal van een bladzij of vijftien'' schrijven. Het werd Bezonken rood, een roman van 130 pagina's, een van de meest prominente in Brouwers' oeuvre. Een roman die diep in de emotie snijdt, over een man met een ,,asociale en paranoïde'' karakterstructuur, die van niemand meer kan of wil houden, nadat hij in het kamp als kind zag hoe zijn moeder tot bloedens toe werd geslagen en tussen de benen geschopt. ,,Vanaf dat moment ben ik verdwaald. Mijn afkeer van het leven en mijn verlangen om er niet meer te zijn.'' Beschaamd was hij, achteraf, omdat hij tot dan toe het leven in het kamp te luchtig had opgevat. Boos was hij, om de 'mildheid' waarmee kampbewoners achteraf hun ervaringen relativeerden."
In Les femmes du sixième étage wordt het leven van een conservatief koppel totaal verstoord door een stel levenslustige Spaanse meiden. Het contrast tussen die twee werelden is dan ook de spil van deze sociale komedie.
Twee levens./ Stefaan Brijs. Amsterdam, Atlas, 2001, 119 p.
Twee levens. Twee huizen. Twee buren.
Eén tijdstip. Kerstavond van het jaar tweeduizend. Tien voor halfacht. Het sneeuwt.
Recensie
Deze novelle is de literaire bewerking van een gebeurtenis die plaats vond op kerstavond 2000 in het Belgische plaatsje Kortstee. Een stroomstoring verbindt in 'de uiterste seconde' de levens met elkaar van een pas getrouwd stel en een weduwe, bewoners van twee naast elkaar gelegen huizen.
Brijs presenteert met het jonge paar de triviale spanningen voor het kerstdiner en met de weduwe de diepe, troosteloosheid die eenzamen met kerst kan overvallen. Muziek speelt in dit drama een veelbetekende rol. In het dubbele perspectief -de laatste minuten van de personages voor de fatale gebeurtenis worden beschreven- blijken het jonge stel en de weduwe elkaars spiegelbeeld, waardoor niet alleen een geslaagde, maar vooral een ontroerende novelle ontstond.
In 1912 komt de Duitse kunstverzamelaar Wilhelm Uhde, die één van de grote ontdekkers is van Picasso, zich in Senlis vestigen om tot rust te komen na het jachtige Parijze leven. Hij neemt er de 48-jarige huishoudster Séraphine in dienst. Wanneer hij bij de plaatselijke notabelen wordt uitgenodigd, wordt zijn aandacht getrokken door een klein schilderij op hout?Tot zijn grote verbazing ontdekt Uhde dat het Séraphine is die dit pareltje gemaakt heeft. Tussen de visionaire kunsthandelaar en de eenvoudige maar getalenteerde huishoudster waar iedereen mee spot, ontstaat er een hechte, zij het wat ongewone band?
Antwerpen, De Bezige Bij, 2012, 190 p., met bibliografie.
Marita de Sterck is een ongeëvenaarde verhalenvertelster die generaties met elkaar verbindt
Roodkapje, Rapunzel, Assepoester, Sneeuwwitje en de Schone Slaapster zijn minder onnozel dan we vermoeden. We denken die verhalen te kennen, maar ze zijn gehavend en verkleuterd tot ons gekomen.
Marita de Sterck heeft oudere versies bewerkt. En plots krijgen de volkssprookjes weer hun oerkracht, hun rauwe energie terug. In Beest in bed omhelst de jongste dochter het smerigste varken, snijden trouwlustige meisjes in eigen vlees, ontdoet de kleindochter zich van haar kleren op vraag van Meneer de Wolf en is er veel meer nodig dan een zedige kus om de Schone Slaapster te laten ontwaken.
De sleutelscènes uit het boek zijn geïllustreerd door Jonas Thys. Vergeet het suikergoed van Disney. Beest in bed roept de vertrutting van de volkscultuur een halt toe.
Recensie
Bundel met negen volkssprookjes, die door de eeuwen heen zodanig werden aangepast, dat ze geschikt werden om aan kinderen te vertellen. In die verkinderlijkte vorm zijn ze ook het meest bekend. In deze verzameling vertelt de bekende Vlaamse kinderboekenschrijfster en antropologe de oude overgeleverde volkssprookjes in hun oorspronkelijke ongekuiste vorm, zoals ze lang geleden tot ons kwamen, inclusief alle agressie, wreedheden, incest en erotische passages. Het gaat om de oorspronkelijke verhalen van Belle en het Beest, Assepoester, Bontepels, Roodkapje, De schone slaapster, De Kikkerkoning, Raponsel, Blauwbaard, en Sneeuwwitje. In het lange nawoord komen de afzonderlijke negen sprookjes aan de orde. Er wordt aandacht besteed aan oorsprong en verschillende varianten. Samenstelster zet zich af tegen censurering en vertrutting door met name Walt Disney. De verhalen zijn geïllustreerd met sfeervolle zwarte linoleumafdrukken met rood accent. De afbeeldingen geven vooral seksueel getinte en gruwelijke scènes weer. Een interessante antropologische studie. Met bronvermelding en bibliografie.
Het arbeidersmilieu in de jaren '30. De film brengt het verhaal van Elisa, de vrouw van Gilles. Gilles werkt in de hoogovens, soms overdag, soms 's nachts. Een hoogoven ligt nooit stil. Elisa zorgt voor de kinderen, doet het huishouden en wacht elke dag op haar Gilles. Victorine, de zus van Elisa, werkt sinds kort in een winkel in de stad. Ze komt vaak bij haar zus langs om met de kinderen te spelen en haar een handje te helpen. Elisa verwacht een kind. Verwarde ideeën spelen plots op in haar hoofd. Gilles en Victorine, Victorine en Gilles Maar nee, da's onmogelijk. Hormonale grillen van een zwangere vrouw. Tot op een dag de ondraaglijke zekerheid duidelijk wordt: Gilles en Victorine hebben wel degelijk iets met elkaar. Dan begint een verwoede, innerlijke strijd; een strijd van moed, ontkenning en stiltes. Om haar verloren liefde terug te winnen, om opnieuw Gilles' vrouw te worden.
Deze online erfgoedbibliotheek vol prachtig geïllustreerde handschriften, kostbare oude drukken en ander historisch materiaal biedt zowel een unieke kijk op ons verleden als inspiratie voor de toekomst.
De oude geschriften en historische documenten die door onze erfgoedbibliotheken zorgvuldig worden bewaard hebben vandaag de dag nog steeds zin en betekenis. Het zijn fascinerende bronnen die een brede groep van mensen in staat stellen om kennis te vergaren of om plezier te beleven aan de verhalen en wetenswaardigheden uit vervlogen tijden.
Deze letterschatten zijn vaak onbekend en dus onbemind. Om een zo breed mogelijk publiek met deze bronnen te laten kennismaken sloegen de Vlaamse Erfgoedbibliotheek en haar zes partnerbibliotheken de handen in elkaar voor de creatie van een nieuw, gebruiksvriendelijk webportaal: Flandrica.be.
Flandrica.be wil iedereen die interesse heeft in cultuur of geschiedenis op een inspirerende en intuïtieve manier kennis laten maken met het vaak onbekende cultureel erfgoed dat in onze bibliotheken ligt. Dat kan op verschillende manieren: via een geïllustreerde themapagina, een tijdbalk of een landkaart.
Wie door de bomen het bos niet ziet, kan aanhaken bij verschillende rondleidingen: Vlamingen in de wereld, Verdwenen plekken of Topstukken. Die wijzen bezoekers de weg langs een tiental documenten die thematisch met elkaar verbonden zijn.
Animal Farm: A Fairy Story by George Orwell - author of 1984 , one of Britain's most popular novels - is a brilliant political satire and a powerful and affecting story of revolutions and idealism, power and corruption. 'All animals are equal. But some animals are more equal than others.' Mr Jones of Manor Farm is so lazy and drunken that one day he forgets to feed his livestock. The ensuing rebellion under the leadership of the pigs Napoleon and Snowball leads to the animals taking over the farm. Vowing to eliminate the terrible inequities of the farmyard, the renamed Animal Farm is organised to benefit all who walk on four legs. But as time passes, the ideals of the rebellion are corrupted, then forgotten. And something new and unexpected emerges... Animal Farm - the history of a revolution that went wrong - is George Orwell's brilliant satire on the corrupting influence of power. Remains our great satire of the darker face of modern history . (Malcolm Bradbury). Animal Farm has seen off all the opposition. It's as valid as today as it was fifty years ago . (Ralph Steadman). George Orwell (Eric Arthur Blair) was an accomplished social, political and literary commentator and essayist known for his non-fiction works The Road to Wigan Pier and Homage to Catalonia . His most famous novels, Animal Farm and 1984 have influenced a generation of twentieth century political satirists and dystopian novelists. Animal Farm received the W. H. Smith and Penguin Books Great Reads of the century award in 1995; this edition of Orwell's seminal novella is introduced by Professor Peter Davidson.
Mindful gelukkig. 7 Bronnen van innerlijke vreugde./ David Dewulf (Tielt, Lannoo, 199p.)
We willen allemaal gelukkig zijn, maar het leven heeft nu eenmaal hoogtes en laagtes. Voor velen lijkt 'gelukkig zijn' een onbereikbare droom. Het is een verlangen naar iets anders geworden, naar iets dat nog moet komen of iets dat we nog moeten krijgen. Geluk is iets geworden dat buiten onszelf ligt. Daardoor wordt de kans op ongenoegen en frustratie alleen maar groter. De buitenwereld kan immers niet altijd aan al je verwachtingen voldoen.
Maar er is goed nieuws. In dit inspirerende boek schenkt David Dewulf je 7 bronnen van innerlijke vreugde, gebaseerd op de principes van mindfulness. Op een heel toegankelijke manier toont hij aan hoe je deze bronnen in je dagelijkse leven kan toepassen en zo vreugde kan ervaren in alle seizoenen van je leven. De vele oefeningen en meditaties helpen je stap voor stap op weg, zodat ook jij je innerlijke vreugde kan ontdekken.
Op zich absoluut een interessant en inspirerend boek, maar het is gewoon boeddhisme in een westers jasje. Misschien toegankelijker voor sommigen op deze manier.
Vriendelijkheid is een kracht die vaak onderschat wordt. Het is een kracht die je hart kan openen en genezen. Het is een kracht die je kan bevrijden en onbewuste conditioneringen die veel leed veroorzaken. Het is een van Boeddha's belangrijkste lessen: metta genaamd, ofwel 'liefdevolle vriendelijkheid', en dat omvat veel meer dan alleen maar aardig zijn, of liefdadigheid. Het is een radicale en realistische levenshouding die mededogen met alle levende wezens ontwikkelt. In dit praktische boek biedt Sharon Salzberg ons een aantal eenvoudige meditatietechnieken waarmee we de helende kracht van liefdevolle vriendelijkheid kunnen ontwikkelen. Eerst leren we deze vriendelijkheid jegens onszelf te ontwikkelen. Vervolgens leren we hoe we onze liefdevolle vriendelijkheid kunnen uitbreiden tot onze vrienden en kennissenkring, en uiteindelijk zelfs tot diegenen die ons leed hebben berokkend.
Recensie
In het boeddhisme is liefdevolle vriendelijkheid een belangrijk begrip. Het geldt als een van de tien volmaaktheden die door Boeddha zelf is onderwezen. Liefdevolle vriendelijkheid of 'metta' is een vorm van liefde zonder eigenbelang. De auteur en spirituele lerares legt uit dat het bij vriendelijkheid gaat om oprecht en met de juiste intentie liefde en mededogen voor jezelf en voor anderen te voelen. De auteur geeft een aantal manieren hoe je de kracht van vriendelijkheid in je leven kunt opnemen en vergroten, jezelf daarin kunt ontwikkelen en kunt praktiseren naar anderen. Met het verwoorden van een aantal eigen ervaringen en visies uit het boeddhisme geeft zij de volmaaktheid een gezicht waardoor een minder ervaren lezer het beter begrijpt. Op een bijbehorende cd staan vier geleide meditaties die kunnen helpen om je bewustzijn voor liefdevolle vriendelijkheid te ontwikkelen. Bevat een inhoudsopgave, korte biografie over de schrijfster en een inleiding.
Teken van leven./ Liza Marklund, De Geus, Breda, 2012, 439 p.
(Oorspr. Zweedse titel: Du galma, du fria)
Op een middag in november wordt een jonge moeder dood gevonden achter een kinderdagverblijf ten zuiden van Stockholm. Ze is het vierde slachtoffer in korte tijd. De kranten beweren dat het gaat om het werk van een seriemoordenaar. Maar misdaadjournaliste Annika Bengtzon heeft daar haar twijfels over en besluit de zaak te onderzoeken.
Ondertussen is haar vriend Thomas met het ministerie van Justitie naar Nairobi gereisd om een conferentie over veiligheid bij te wonen. Tijdens een excursie wordt de hele delegatie ontvoerd. Terwijl Annika haar hoofd bij de zaak in Zweden probeert te houden, wordt de gijzelingszaak steeds gewelddadiger. De eisen van de ontvoerders zijn onredelijk en dreigen ze de gijzelaars één voor één te vermoorden wanneer die niet ingewilligd worden.
Recensie
"Traditiegetrouw beperkt Marklund zich niet tot één verhaallijn. Het hoofdverhaal gaat weliswaar over het gijzelingsdrama, maar op de achtergrond speelt het verhaal van een seriemoordenaar die het op jonge vrouwen voorzien heeft. De vraag is of er werkelijk een seriemoordenaar aan het werk is of dat de jonge vrouwen slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld. Misdaadverslaggeefster Annika Bengtzon bemoeit zich nauwelijks met de zaak omdat haar gedachten bij haar ontvoerde man zijn. Vanuit het standpunt van Annika begrijpelijk, maar voor de lezer is dit verhaal daardoor min of meer overbodig. (...) Naast deze twee grote verhaallijnen roert Marklund ook tal van maatschappelijke zaken aan in kleinere verhaallijnen: asielproblematiek, de geringe ethische moraal van de nieuwe media, valse beeldvorming van moslims en terrorisme in Europa, de uitbuiting van de derde wereld enz. enz. Ook vervlecht zij op knappe wijze het privéleven van haar hoofdpersoon in het verhaal. De barsten in de relatie tussen Annika en Thomas worden steeds groter, ook al zijn zij duizenden kilometers van elkaar verwijderd. Overspel op afstand, van twee kanten."
"Liza Marklund is een vakvrouw en Teken van leven is dan ook een zeer vakkundig geschreven boek over leven en dood, liefde en haat, macht en onmacht. Vlot geschreven, goede plot, spannend, maar minder origineel dan Marklund voor ogen had. Soms ligt de lat gewoon te hoog, zelfs voor een gigant als Marklund."
Rug aan rug./ Julia Franck (Amsterdam, Wereldbibliotheek, 2012, 317 p.)
Ella en haar broertje Thomas groeien op in het huis van hun moeder Käthe, die beeldhouwer is. Ze vluchten in een eigen wereld, maar ze kunnen zich niet verbergen voor de invloeden van de omgeving. Käthe zet zich met hart en ziel in voor de idealen van een nieuw, beter Duitsland. Haar kinderen betalen daarvoor de prijs. Wanneer in 1961 de Muur wordt gebouwd, kan niemand de tragedie meer stoppen.
Oost-Berlijn, eind jaren vijftig. Nadat Käthe als jodin de nazitijd heeft overleefd, kiest ze hoopvol voor het communistische Duitsland. Maar haar onvoorwaardelijke engagement heeft een keerzijde: tegenover haar eigen kinderen is ze afstandelijk en kil. Ze heeft geen oog voor Ella's kwetsbare eenzaamheid en ook niet voor het verlangen naar liefde van Thomas. De kinderen groeien op met alleen elkaar als houvast in het leven, rug aan rug en toch alleen. Terwijl Ella haar toevlucht zoekt in ziekte en af ten toe opstandig is, probeert Thomas zich aan te passen aan de wensen van zijn moeder. Met steeds meer moeite verdraagt hij de vernederingen.
Een roman over de macht van ouders over hun kinderen, van de staat over zijn burgers, van de geschiedenis over mensenlevens.
Legende van de berg Ararat./ Yaşar Kemal. De Geus, 2012, 153 p.
Op een dag stopt er een grijs paard voor het huis van de herder Ahmet. Volgens lokale gebruiken mag hij het paard, na het drie keer weggeleid te hebben, tot zijn eigendom rekenen. Pasja Mahmut Khan denkt hier anders over en gooit Ahmet in de gevangenis. Daar ontmoet hij de dochter van de pasja. Ahmet en Gülbahar worden al snel verliefd, maar hun liefde is gedoemd te mislukken als de pasja erachter komt.
De pasja stelt als voorwaarde voor het huwelijk dat Ahmet de berg Ararat beklimt en daar een vuur ontsteekt. Pas dan mag hij trouwen met Gülbahar.
'Legende van de berg Ararat' van de Turkse schrijver Yaşar Kemal (1923) is hoogstaande literatuur. Wie van mooi geschreven historische verhalen houdt, komt hier ruim aan haar/zijn trekken. Met de legendarische berg Ararat op de achtergrond sleept Kemal de lezer mee in een liefdesverhaal te midden van botsende tradities, machtsspelletjes en volksopstanden.
"Kemal kan in verraderlijke eenvoud tot de kern komen, zoals wanneer hij het gevoel omschrijft van Gulbahar bij de eerste aanblik van Ahmet: 'Alsof ze tegelijk geboren waren...'
Onder het hoge liefdesthema spelen ook religieuze, politieke en sociale verhoudingen een rol, zonder dat ze de feeërieke sfeer verstoren. De schoonheid geeft je juist ruimte om ook na te denken over oude waarden en het verzet daartegen. De legende speelt in een tijd waarin men tot het uiterste ging om bij principes te blijven, die bij sommigen onder druk kwamen te staan. Zo wordt van de pasja, een Osmaan, gezegd dat hij 'een ongelovige' is wanneer hij zich niet bij de traditie neerlegt: 'Die mensen zijn anders dan wij.'
Het liefdesverhaal staat symbool voor een broeiende strijd tussen de macht van de grote Osmanen (die tot 1922 zou duren) en het volk: 'Al eeuwenlang heersten er een ongelooflijke woede en gevoel van verzet. Een stille onbeweeglijke woede...' "
(...)
"Als een magiër wekt Kemal alles tot leven, niet in de laatste plaats de Ararat zelf. 'Nooit spaart de berg het leven van iemand die de top beklimt en daar het vuur wil stelen.' In zijn beeldende vertelling laat hij ons kennismaken met het Armeense volk, van de gracieuze vrouwen 'met hun grote donkere gazelleogen, gekleed in jurken met veel rokken over elkaar en met hun bontgekleurde mutsjes, versierd met gouden en zilveren muntjes', tot en met de mannen met hun 'grote opkrullende snorren'.
Door het hele boek heen speelt de fluit, veelal het lied over de woede van de Ararat. Daar komen de prachtige illustraties van Abidin Dino bij, die op hun beurt de lezer prikkelen om in het sprookje op te gaan.
Gelukkig, zou ik bijna zeggen, ontbreekt hier het geijkte gelukkige einde. De legende laat een zweem van onvervuld verlangen over de berg hangen. Het kost geen enkele moeite om voetstoots aan te nemen dat dat verlangen nog altijd voelbaar is. "
Fragmenten uit de recensie op: volkskrant.nl (HANNA BOUAICHA − 05/05/12)
De kunst van het wachten./ David Nolens (De Bezige Bij Antserpen 2011, 203 p.)
Wat gebeurt er als we buiten het bedrijvige leven gaan staan en de tijd misschien wel de echte, geleefde tijd op ons laten inwerken? Het hoofdpersonage Jack wordt door de zwerver Roman op sleeptouw genomen 'in een beweging van stilstand'. Ze reizen van Brussel naar Kopenhagen, van de Ardennen naar Tanger, met Groenland als mythische droombestemming. De groep metgezellen wordt steeds groter en ontpopt zich als 'een koor van zwijgenden' dat zich heeft bekwaamd in het wachten. Jack gelooft dat het Westen behoefte heeft aan deze 'nieuwe aristocratie', dat zij de antipode vormt van 'de zich altijd voortbewegenden' in een gehaaste economie. De tijdservaring van Jack en de anderen wordt door de auteur getoond in een weerbarstige stijl, die het kauwende en malende van hun bestaan adequaat weergeeft. Uiteindelijk leidt de tocht door de eigen tijd tot een angstige vreugde.
Recensie(s)
Vierde roman van schrijver en sluiswachter (!) David Nolens (1973). Jack, een succesvolle copywriter, moet op een dag een wervende tekst schrijven over de pushup-slip voor mannen. Hij is zijn werk spuugzat, loopt de straat op en geeft de eerste de beste voorbijganger een klap in het gezicht. Zo komt hij in contact met de stateloze zwerver Roman. Jack raakt van hem in de ban, verkoopt alles wat hij heeft en gaat net als Roman leven als een ontwortelde om zich te bekwamen in 'het wachten', in 'een beweging van stilstand'. Ze komen terecht in Kopenhagen (deel 1), waar zich een steeds grotere groep 'wachters' bij hen voegt, zoals illegale asielzoekers, economisch uitgerangeerden en alcoholisten. In Tanger (deel 2) maken zij kennis met de 'slaapdieren', die zich tevreden stellen met zon en gebed, en in Groenland (deel 3) vinden 'de nieuwe aristocraten' hun droombestemming. Prettig lezende filosofische roman over relaties, de ontmaskering van materialisme en schone schijn, en de zoektocht naar authentiek leven, geschreven in een verzorgde, hypnotiserende, beeldende en associatieve stijl. Normale druk.
Die metafoor van het kind is cruciaal, zowel om Jacks werkloosheid als om Nolens' modus operandi te begrijpen. In wezen verwijst hij naar de infantiele scenario's waarmee de prestatiemaatschappij haar actieve burgers ter wille van economische groei als passieve consumenten pampert.
Nolens neemt die metafoor letterlijk, of beter: hij laat Jack hem zo ervaren. Het 'wachten' dat Jack nogal kinderlijk naïef tegenover 'werken' plaatst, leest daardoor als een poging tot onthechting die samenvalt met de poëtische praktijk van Nolens zelf.
Het is in zijn kunst dat het wachten van Jack plaatsvindt, in zijn kunsttaal zonder kunst die vaak een poëtische kromtaal lijkt. Ze staat gekromd naar de taal van de 'belachelijke, zelfs onmenselijke plots' die het westerse werkleven beheersen, maar dan zo waakzaam geformuleerd dat de abstracte werkelijkheid ervan absurd concreet wordt.
De kracht van Nolens' bedachtzaam beeldende stijl is dat hij langzaam iets fundamenteels opdiept in het oppervlakteverhaal van Jacks oneigentijdse levenskeuze om economische en illegale outcasts na te volgen. Dat begint al met de sfinksachtige Roman, die naar eigen zeggen het probleem van de mens wil afhandelen.
De kunst van het wachten lijkt een boek met een bijna meditatieve ondertoon. Wie van ons is in staat zich deze kunst eigen te maken? Wie of wat houdt de moderne mens gevangen? Antwoord: de commercie en de mens zelf. (...) De titel De kunst van het wachten impliceert al dat tijd een belangrijke rol speelt in deze roman. Voor wie geïnteresseerd is in de werking ervan is dit een roman waarbij je je vingers zal aflikken. Deze sterk filosofische ondertoon heeft Nolens prachtig tot zijn recht laten komen. Tegelijkertijd is deze roman te lezen als een aanklacht tegen een steeds sneller draaiende wereld, waarin de verwende moderne mens uit het oog verliest waar het echt om gaat en zichzelf over de kop werkt voor waardeloze luxe. Maar hoe waarschijnlijk is het dat zij die het betreft deze aanklacht daadwerkelijk zullen lezen? Een titel als De kunst van het wachten zal hen niet direct aanspreken. Geheel onterecht overigens. Ze weten niet wat ze missen.
Nolens geeft aan de queeste naar individualiteit een soort andersglobalistische draai: zijn 'nieuwe aristocratie' bestaat uit nietsnutten, land- en leeglopers die zich van hun marktwaarde ontdaan hebben. Hun leven is een kritiek op het liberalisme. Het is 'een misvatting elk gebrek aan engagement als een rottingsproces te beschouwen', stelt Nolens. Ledigheid is het oorkussen van de duivel? Misschien, maar Nolens voegt daaraan toe: 'Het wachten is het oorkussen van de verbeelding.' Terwijl Jack en Roman gelijkgezinden verzamelen en proberen te groeien als individuen, formuleert de schrijver kritiek op de enge definitie van groei waarover we in het nieuws horen: economische groei. 'Waarom moet er groei zijn? (...) Wat is er fout met een groei van nul procent?'
(...)
Het verhaalverloop is grillig, maar blijft u vooral aan de lijn, want Nolens heeft nog een slot in petto waar je enkele dagen op kunt kauwen. Voeg daar nog een handvol poëtische passages aan toe, plus verwijzingen naar Abba en Kuifje die elk een grinnik waard zijn, en je hebt een stevige brok literatuur voor lezers die zich graag uitgedaagd weten.
DE AUTEUR: meer filosoof dan romancier. Zoon van dichter Leonard Nolens.
HET BOEK: roman over 'een leven buiten de consensus', los van maatschappelijke verwachtingen.
ONS OORDEEL: grillig verhaal met poëtische passages en een verrassend slot.
Het wat verlopen pension Miramar wordt geleid door de Griekse Mariana. Op een dag neemt zij de wondermooie Zohra in dienst. Elke pensiongast aanbidt haar, maar Zohra laat zich niet zo eenvoudig strikken. Zij heeft haar dorp verlaten om te ontkomen aan een gearrangeerd huwelijk met een veel oudere man. Wie haar wil hebben, moet haar hart verdienen en haar tevens hoger op de sociale ladder kunnen brengen.Zohra´s betoverende aanwezigheid leidt tot jaloezie, conflicten en zelfs geweld onder de gasten die naar haar hand dingen.
Recensie
Pension Miramar in Alexandrie wordt beheerd door de Griekse weduwe Marianne. Het zijn de jaren zestig in Egypte, de jaren na de revolutie van 1952, die grote sociale veranderingen bracht. In het pension verblijven vijf mannelijke gasten van verschillende leeftijd en status. Ieder heeft een verhaal dat verteld wordt vanuit hun eigen perspectief. Hun maatschappelijke posities, de onderlinge relaties en hun toekomstplannen spelen daarin een grote rol. Zij zijn allen zeer geinteresseerd in het beeldschone dienstmeisje Zohra. Zohra is haar geboortedorp ontvlucht om aan een gedwongen huwelijk met een oudere man te ontsnappen. Zij wil zich ontwikkelen, maar ervaart dat een eenvoudig plattelandsmeisje weinig kansen heeft. De vertelling bevat mooie psychologische beschrijvingen, is indringend en geeft enig inzicht in de samenleving van het toenmalige Egypte. Terecht dat het boek opnieuw is uitgegeven (eerste uitgave 1967). Nobelprijswinnaar Nagieb Mahfouz (1911) publiceerde vele romans, waarvan er ook een aantal in Nederland zijn uitgegeven, zoals de trilogie 'Tussen Twee Paleizen', 'Paleis van Verlangen' en 'De Suikersteeg'. Gebonden, kleine druk.
(Biblion recensie, Trix Westeneng)
Na jarenlange omzwervingen komt Ulysses weer thuis op Ithaca. Maar hoezeer hij ook verlangde naar huiselijke rust en vrede, voor zijn vrouw en kinderen is hij een vreemde geworden. Hij kan niet meer aarden.
In Vrede op Ithaca heeft Sá¡ndor Má¡rai van de mythische figuur Ulysses, zoals Odysseus bij hem heet, een mens van vlees en bloed gemaakt, een man die in het volle leven staat en denkt dat hij heer en meester is over zijn eigen bestaan. Maar de goden hebben anders beslist.
Recensie (F. Hockx)
Een bekend verhaal uit de Griekse mythologie is dat van de zwerftocht van Odysseus en zijn trouw op Ithaca op hem wachtende Penelope. In deze late roman (uit 1952) van de door 'Gloed' postuum bekend geworden Hongaarse schrijver (1900-1989) wordt Odysseus - hier Ulysses - ontdaan van zijn mythologisch karakter. Achtereenvolgens vertellen Penelope en Odysseus' zonen Telemachus en Telegonus (de zoon die Odysseus bij de godin Circe verwekte en die zijn vader doodde) hoe zij tegen Odysseus aankijken. Marai schetst een wereld waarin de macht van de goden tanende is en de mens zijn eigen lot in handen krijgt, maar wat hij eigenlijk wil met het boek blijft onduidelijk. Bij vlagen heel geestig is het wel, zeker als in spreektaal over de goden wordt gesproken ('Wat vond je eigenlijk zo leuk aan die domme gans?' vraagt Penelope haar man, verwijzend naar Helena voor wie hij zich in de Trojaanse oorlog zou hebben gestort). Kennis van de Griekse mythologie is welkom bij het lezen van dit boek, dat anders is dan de eerder vertaalde romans van Marai. Kleine druk.
Fahrenheit 451./ Ray Bradbury (Amsterdam, Ambo, 2003, 159 p. (oorspr. 1953))
Omslagtekst
Fahrenheit 451 is de temperatuur waarbij boekpapier vlam vat. Guy Montag is een brandweerman [sic]* , het is zijn werk om boeken te verbranden omdat die verboden zijn; ze zijn de verderfelijke bron van ongeluk, ideeën en kennis. Montag raakt bevriend met zijn buurmeisje Clarisse, maar wanneer zij op mysterieuze wijze verdwijnt en hij ervan wordt verdacht boeken in huis te bewaren, wordt hij gezien als een gevaarlijke dissident en zal hij moeten vluchten.
*[in het boek spreekt de auteur over een 'brandman']
Biblion recensie (fragment)
Sf-klassieker uit de jaren '60. De televisie heeft het gedrukte woord weggevaagd, boeken worden vernietigd, lezers vervolgd, bibliotheekhouders standrechtelijk geexecuteerd. Dit gebeurt d.m.v. "brandmannen" die geen water spuiten maar vuur (451 Fahrenheit). De hoofdpersoon is zo'n brandman, die langzamerhand toch in de ban van de wijsheid en schoonheid van het boek geraakt. Bron:bol.com
Eigen commentaar
Een verhaal dat bangelijk actueel is in de beschrijving van de mentaliteit van de mensen, het jachtige, oppervlakkige leven, gebrek aan communicatie, brood en spelen-cultuur in de massa-media, muur-grote TV-schermen die een hele 'salon' vullen, ontwijken van eigen verantwoordelijkheid, meelopen met de massa, de allesoverheersende aanwezigheid van reclame, kritiekloos overnemen, niet-nadenken, niet-genieten van de natuur, geen aandacht voor de ander, noch voor het innerlijke zelf, ... Een dun boekje dat je voortdurend confronteert met een maatschappijkritiek die sedert de jaren '50 (wanneer het boek voor het eerst verscheen) nog zeer actueel is.
De voorlezer./ Bernhard Schlink (Amsterdam, Cossee, 2003, 191 p.)
Ze is prikkelbaar, geheimzinnig en veel ouder dan hij, en ze wordt zijn eerste grote liefde. Ze hoedt wanhopig een geheim. Op een dag is ze spoorloos verdwenen. Jaren later pas ziet hij haar terug in de rechtbank.
De voorlezer is een ongewoon sensueel en krachtig boek, dat even openhartig spreekt over de genietingen van de liefde als over de last van de Duitse geschiedenis.
Een hond - een hond sleurt een jongen mee door de drukke binnenstad van Jeruzalem. De jongen kent de hond niet, hij heeft alleen van hogerhand de opdracht gekregen hem bij de rechtmatige eigenaar terug te bezorgen, al heeft hij geen idee wie dat is. De hond neemt vanaf de kennel het initiatief en behoudt het tot het eind.
Hij ontketent een serie avonturen die de lezer in een adembenemend tempo door dit boek voert, door alle jachtigheid, controverses en onverzoenlijkheden heen waarin we leven.
Een excentrieke kluizenares, drugsverslaafden, straatmuzikanten, potenrammers, vuurvreters en criminelen, maar ook een verlegen jongeman, een doortastend meisje en een liefde die haar beslag krijgt ver buiten Jeruzalem.
David Grossman is er in De stem van Tamar opnieuw in geslaagd een onvergetelijk vrouwenportret te schilderen.
Recensie
"Assaf is een zestienjarige, niet al te populaire, soms wat traag denkende jongen. In zijn vakantie werkt hij bij de gemeente. Hij krijgt opdracht de eigenaar van een loslopende hond te traceren. De hond, Dina, voert hem mee op een adembenemende tocht door Jeruzalem, door wat Grossman noemt 'de stad binnen de stad', de stad van de verloren en drugsverslaafde daklozen, de straatmuzikanten, de onderwereld. Op zoek naar Tamar - maar het zou jammer zijn haar rol in het plot hier prijs te geven. Voor Assaf is het tevens een innerlijke zoektocht naar zijn eigen identiteit.
De Nederlandse titel van het boek, 'De stem van Tamar', legt juist het accent op het meisje. Grossman zelf is al opgehouden met zijn uitgevers in het buitenland over de vertalingen te discussiëren: ,,Ze hebben me verteld dat 'Iemand om mee te rennen' in het Nederlands niet goed klinkt. Maar de stem van Tamar is inderdaad belangrijk in het verhaal. Het heeft me altijd geïntrigeerd hoe iemand te midden van al het lawaai en de vervuiling van de stad, in zo'n vulgaire omgeving, kan staan en toch van binnen uit een heldere, zuivere stem laat klinken.'
Het boek laat ook zien hoe Tamar haar eigen stem vindt, zelfs temidden van die menigte: ,,De ene keer dat ze de aria van Barbarina uit De bruiloft van Figaro durfde te zingen, haar winnende auditiestuk, liepen de mensen halverwege weg of lachten haar in haar gezicht uit, en een paar jongens stonden haar achter haar rug na te doen. Ze zag de mensen zich één voor één losmaken uit het publiek, als druiven van een tros, en elke keer als dat gebeurde ging er een steek door haar hart, was ze beledigd - alsof ze niet goed genoeg voor hen was. Daarna had ze dan een korte discussie met zichzelf (eigenlijk met Idan): of ze zichzelf koste wat kost trouw moest blijven, of dat ze toe moest geven aan de smaak van het publiek - 'het gepeupel', corrigeerde Idan haar.'
Grossman vertolkt opnieuw meesterlijk de wrijving tussen externe wereld en interne beleving -een terugkerend motief in al zijn werk. Hij voegt er dit maal de virtuele wereld van tv en (computer-)spelletjes aan toe. Zo komt Assaf tot de pijnlijke ontdekking -als hij in elkaar wordt geslagen- dat hij de magische krachten mist, waarover hij beschikt als hij dungeons en dragons speelt. En tegen het einde van het boek, als het plot zich al haast heeft ontrafeld, schiet hem door het hoofd: ,,soldaat, dief, ridder, tovenaar. Drie daarvan ben ik al geweest, alleen de ridder ontbreekt nog (en even was hij bezorgd: hij had geen idee hoe hij ooit een ridder kon zijn).'
Door het verhaal van de jongeren zijn bizarre figuren geweven, zoals die van de kluizenares Theodora, die, getrouw aan haar gelofte, nog nooit een voet buiten de deur heeft gezet. Twaalf jaar oud was de kleine Theodora toen ze door haar dorp op het eiland Lyskos naar Jeruzalem werd gestuurd. Dorpshoofd Panorios had daar een gebouw gekocht voor de bedevaartgangers en op zijn sterfbed verordonneerd dat er altijd een non moest wonen, een eilandmeisje, door loting aan te wijzen. Theodora moet haar hele leven in het Jeruzalemse huis doorbrengen, in reinheid. Inmiddels hebben zich in Jeruzalem twee nonnen gemeld die beweren dat zij model hebben gestaan voor Theodora. 'Onzin', weet Grossman. Maar ook zijn maffiose Pesach blijkt zo levensecht te zijn, dat de president van Israël geheel gedesillusioneerd was toen Grossman hem vertelde dat hij hem had verzonnen."
Trouw: Een zuivere stem te midden van lawaai en vuil - door Inez Polak
De erfenis van Eszter./ Sándor Márai (Rainbow Pockets Uitg. Wereldbibliotheek, 2005, 153 p.)
Eszter, de ik-persoon, is eenmaal in haar leven verliefd geweest, op de windbuil Lajos. Maar Lajos, wiens aard bestaat uit liegen en profiteren, beantwoordt haar liefde door haar alles te ontnemen, met haar zuster te trouwen en te verdwijnen. Intussen is haar zuster gestorven Lajos gaf haar op de sterfdag van zijn vrouw nog diens dure ring, maar dat blijkt nu uiteraard een vervalsing te zijn. Eszter wist dat Lajos nog eens zou terugkomen om alles af te maken, om haar het laatste te ontnemen, maar ze kan het als een noodlot niet afwenden. De vrienden en verre oude tante van Eszter kennen Lajos ook, beter nog dan Eszter zelf, maar kunnen haar niet tegenhouden Lajos de toestemming te geven het huis, alles wat ze nog hebben, te verkopen. Eszters gelatenheid en Lajos luchthartige leugen zorgen voor een aanhoudende spanning, die nog eens extra wordt opgefokt door enkele brieven die Lajos op de vooravond van zijn huwelijk naar Eszter stuurde en waarin hij haar zijn eeuwige liefde verklaarde. Aangezien echter Eszters zus de brieven onderschepte de twee zussen konden zo al niet opschieten, haatten elkaar eigenlijk altijd al kan zij, evenals wij, nooit achterhalen of die gevoelens dan toch tenminste eerlijk waren. Wat was het nu: echte liefde of schaamteloos misbruik?
Niet voor de winst. Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft./ Martha Nussbaum (Amsterdam, Ambo, 2011, 213 p.)
In het onderwijs heeft zich in de laatste decennia een stille crisis voorgedaan. Lang werd onderwijs gezien als de plek waar leerlingen kritisch leren denken en gevormd worden tot ontwikkelde en begripvolle burgers. Maar sinds we economische groei boven alles plaatsen, is ook het onderwijs erop gericht economisch nuttige en productieve leerlingen af te leveren.
Recensie 1
De morele, complete mens sluit zich onbewust in om ruimte maken voor de commerciele mens. In zeven hoofdstukken houdt de Amerikaanse hoogleraar een vurig pleidooi voor socratisch onderwijs, voor een opvoeding tot kritisch, goed geinformeerd, onafhankelijk en empathisch, democratisch burgerschap. Dat levert ook economisch voordelen op. Omgang met 'liberal arts' is noodzakelijk. Overal worden de kunsten, de niet-exacte vakken en de geesteswetenschappen wegbezuinigd. De filosoof Rabindranath Tagore in India en John Dewey in Amerika zijn door hun socratische dialogen lichtende voorbeelden. Maar ook tal van experimenten en onderwijshervormers komen aan de orde met voorbeelden en toepassingen. Geen concrete lesmethoden, maar een pleidooi voor een algehele mentaliteitsverandering. Leerlingen dienen te worden uitgedaagd tot competente, kritische burgers in een complexe wereld. De praktische voorbeelden van scholen over de hele wereld maken haar bedoelingen duidelijk. Dit geinspireerde, overtuigende betoog verdient een plaats op iedere studeerkamer van leraar en onderwijsbestuurder.
"Het boek Niet voor de winst begint met een onheilstijding. In tijden van economische terugval, financiële instabiliteit en politieke machtsverschuivingen staat de moderne samenleving anno 2011 voor een grote uitdaging. Het is niet de economische of financiële crisis die de poten vanonder de moderne democratie zaagt, maar wel een crisis in het onderwijs. Nussbaum stelt vast dat de humane wetenschappen moeten inboeten in het onderwijspakket; een tendens die zij betreurt en gevaarlijk acht. De klemtoon ligt steeds vaker op de ontwikkeling van praktische vaardigheden die onmiddellijk economisch te kwantificeren zijn. Met kennis van de Slag bij Hastings of de Boerenkrijg, of van de verzen van Rilke en de schilderkunst van Caravaggio kom je op de fabrieksvloer en de internationale markten en beurzen niet ver. Aldus vallen geschiedenis en kunst in het onderwijs geleidelijk aan uit de boot. Daarmee gaat niet zomaar feitenkennis verloren. Ook belangrijke bronnen die het menselijke karakter kweken lijken te verdwijnen. Als we niet opletten, meent Nussbaum, levert het onderwijs binnenkort geen kritische, creatieve burgers meer af, maar enkel nog machines die hooguit een wisselstuk in de economische keten blijken te zijn.
Dat klinkt misschien wat paniekerig, maar Nussbaum slaagt er doorheen het boek opvallend goed in om een evenwichtige argumentatie op te bouwen en de relatie tussen democratie, kunst en geesteswetenschappen overtuigend weer te geven. Zo krijgt haar onheilspellende claim een grotere overtuigingskracht, alsook door het feit dat Nussbaum kan puren uit haar eigen ervaring in de Amerikaanse academische wereld en uit het ontwikkelingswerk dat ze in India van nabij volgt. Wat maakt een democratie stabiel en weerbaar? Die vraag vormt het eigenlijke, hoewel eerder impliciete, uitgangspunt van Nussbaums pleidooi voor een evenwichtig onderwijs. Een democratie steunt op de empathische vermogens van de burgers. Zonder empathie, geen democratie. In een moderne democratie moeten meningen kunnen verschillen, zonder te botsen. Dat kan enkel wanneer de burgers met elkaar in dialoog kunnen treden met respect voor hun onderlinge verscheidenheid. Een democratie is slechts stabiel voor zover die dialoog vlot verloopt op basis van het inlevingsvermogen en het wederzijdse begrip tussen de dialoogpartners. Om dit mogelijk te maken is het nodig om te begrijpen waar je zelf voor staat, alsook wie de ander is."
Bron: geciteerd uit recensie van Alicja Gescinska op de website van liberales.be (zie daar het volledige artikel)
Recensie 3
Artikel 'Waarschuwing tegen alfavijandige tijdsgeest in onderwijs' op trouw.nl
Citaten uit het boek op
bloggen.be/elselisa (blogpost van 14/06/2012 en 23/04/2012)
De troost van de filosofie./ Alain De Botton (Olympus, 2011, 303 p.)
Kan Socrates ons helpen bij impopulariteit? Of zou Epicurus ons bij geldgebrek en Seneca ons bij frustraties terzijde kunnen staan? De troost van de filosofie levert het overtuigende bewijs dat de grote filosofen beslist niet alleen theoretisch toepasbaar zijn. Een gebroken hart kan geheeld worden met de filosofie van Schopenhauer en moeilijkheden in het menselijk bestaan zijn weliswaar vervelend maar ook een absolute noodzaak, aldus sprak Nietzsche.
Recensie
Hoe oud filosofen ook zijn, wanneer ze ook geleefd mogen hebben, hun betekenis kan blijvend zijn. Aan het thema van 'troost' voor het leven wordt dat hier duidelijk gemaakt. Zes bekende filosofen worden gepresenteerd als denkers die gedachten nagelaten hebben die in diverse wederwaardigheden van het leven waardevol kunnen zijn: Socrates kan troosten in situaties van groeiende impopulariteit; Epicurus als geldzorgen het nastreven van geluk in de weg staan; Seneca is leermeester in het omgaan met verlangens die de werkelijkheid als tegenstreefster ontmoeten; Montaigne wijst een uitweg uit ervaren onmacht door te leren hoe men blokkerende vooroordelen kan overwinnen. Ten slotte nog Schopenhauer en Nietzsche als raadgevers bij liefdesverdriet en zware moeilijkheden, die hun gewicht leggen op mensen die leven willen. 'Troost' is de verbinding tussen deze wijsgeren, die waarmaken wat filosofie wil en moet zijn: liefde tot wijsheid, ware levenswijsheid. De Britse schrijver (1969, bekend van onder meer 'Hoe Proust je leven kan veranderen', 1997) slaagt erin op originele wijze de levensbetekenis van filosofie op aansprekende manier aan te tonen. Een boek dat ook kan functioneren als een inleiding tot de filosofie. Met veel kleine fotootjes; oorspronkelijk verschenen als krantenfeuilleton.
De weg van de hoop./ Stéphane Hessel & Edgar Morin (Amsterdam, Van Gennep, 2011, 59 p.)
Dit pamflet is een aanklacht tegen de 'perverse koers van een blinde politiek die ons naar catastrofen voert'. Het financiële kapitalisme, het economische liberalisme en verschillende vormen van fanatisme brengen de ondergang van de wereld angstwekkend dichtbij. Onze planeet is 'veroordeeld tot de dood of de metamorfose'. Stéphane Hessel (94) en zijn 'strijdmakker' Edgar Morin (90) schudden de wereld wakker en roepen op tot verandering. Helder en duidelijk zetten zij in dit pamflet uiteen wat er volgens hen zou moeten gebeuren: we moeten groeien, maar ook de groei beteugelen, we moeten af van onze oppervlakkige levensstijl, we moeten samenwerken in Europees verband en gezamenlijk regels voor de immigratie opstellen, we moeten de bureaucratie terugdringen en de solidariteit nieuw leven inblazen. Het gaat daarbij niet om een herstel van onze beschaving, maar om het maken van een synthese van het beste uit alle beschavingen. Na de wereldwijde successen van 'Neem het niet!' en 'Doe er wat aan!' is dit opnieuw een helder pleidooi om de huidige problemen in Europa aan te pakken en gezamenlijk een nieuwe 'weg van de hoop' in te slaan.
Neem het niet!/ Stéphane Hessel. (Amsterdam, Van Gennep, 2011, 31 p.)
Beschrijving
De dictatuur van het geld, de behandeling van immigranten in Europa, de situatie in Gaza. Het zijn een paar van de thema's waarover de 93-jarige filosoof Stéphane Hessel in dit opzienbarende pamflet zijn zorgen uitspreekt.
Wie is Stéphane Hessel? Hij werd in 1917 in Berlijn geboren en vluchtte op 15-jarige leeftijd met zijn ouders naar Frankrijk, waar hij filosofie ging studeren. In de oorlog was hij in het verzet actief. Hij overleefde Buchenwald en verkeerde ook daarna nog meermalen in levensgevaar. Na de oorlog werkte hij in 1948 als diplomaat mee aan het opstellen van de Universele Verklaring van de rechten van de Mens. In de jaren zeventig was hij Frankrijks ambassadeur bij de VN.
Wat wil Stéphane Hessel? Hij roept op tot verzet en beoogt een vreedzame opstand. Hij schrijft niet voor waarover je verontwaardigd moet zijn. Iedereen moet zelf op zoek naar thema's die de verontwaardiging rechtvaardigen. De principes en de waarden waar in de twintigste eeuw wereldwijd voor werd gestreden moeten nog steeds met hand en tand verdedigd worden. Juist nu.
Recensie
De reële dreiging dat het fundament onder de sociale verworvenheden wordt ondergraven is aanleiding voor Stephane Hessel (Berlijn 1917; joodse vader, Frans filosoof, als verzetsstrijder gedeporteerd naar Buchenwald, diplomatieke carriere) op te roepen tot verontwaardigd verzet (oorspronkelijke titel: "Indignez-vous!") tegen allerlei vormen van maatschappelijke scheefgroei. Een oproep met luidruchtige en veelzijdige weerklank. Inderdaad, Hessel raakt nogal wat gevoelige snaren. Hij spuwt zijn gal uit over de onbeschaamde macht van het geld, de aanpak van de immigratieproblematiek, de oorlogsmisdaden van Israel, maant de jongere generaties de onverschilligheid af te schudden, stelling te nemen tegen alle verloedering, te streven naar verzoening met culturen die anders zijn. Leidraad bij zijn diatribe is steeds de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die hij in 1948 mee heeft helpen opstellen. Het resultaat is een bewogen, felle oproep tot actief burgerschap, een controversieel pamflet dat de afgelopen maanden in Frankrijk voor veel rumoer zorgde. Menno Gnodde
De blauwe vogel./ Maurice Maeterlinck ('s Gravenhage, Nijgh&Van Ditmar, 1976, 183 p.) (filmeditie, met foto's uit de film 'The bluebird' 20th Century Fox)
(vert. M. Van Nierop en nawoord door D. De Laet)
Op zoek naar geluk - À la recherche du bonheur - Chasing Happiness - 青い鳥を追い求めて
De blauwe vogel is een symbolistisch sprookje, waarin de fee Bérylune de kinderen Mytyl en Tyltyl op pad stuurt om de blauwe vogel te zoeken, want alleen hij kan haar dochtertje weer gezond maken. In het gezelschap van Hond en Kat, en de tot leven gekomen Water en Vuur, Melk, Suiker en Brood komen de kinderen allerlei vreemde plekken terecht. Zoals het Land van de Herinnering, waar ze hun overleden grootouders ontmoeten. Of het Paleis van de Nacht, waar zich de Schrik- en Spookbeelden, de Ziektes en Kwalen van de mensheid ophouden. Of het Rijk van de Toekomst, waar ze de zielen van alle nog ongeboren kinderen aantreffen. Op hun tocht krijgen ze een talisman mee, een diamant die hen helpt de schijn te ontmaskeren en de ware aard van de dingen te zien. Helaas keren ze met lege handen terug. Maar dan blijkt dat ze op hun tocht veel meer hebben gevonden dan ze dachten. Het klinkt allemaal wat zwaarwichtig, en de moraal is duidelijk: wie het geluk zoekt, moet eerst tot inzicht komen en de ware aard van de dingen leren zien.
Pelléas et Mélisande./ Maurice Maeterlinck (Bruxelles, Editions Labor, 1983, 112 p.) (Fr.)
Pelléas et Mélisande vertelt de tragische geschiedenis van een driehoeksrelatie tegen de achtergrond van een symbolistisch sprookje. Golaud, kleinzoon van koning Arkel, verdwaalt tijdens de jacht in het bos en treft daar het schuchtere meisje Mélisande aan. Haar kwetsbaarheid oefent een grote aantrekkingskracht uit op de prins. Nadat Golaud het meisje naar het kasteel van zijn grootvader heeft gebracht, treft Mélisande Golauds halfbroer Pelléas aan. Tussen Pelléas en Mélisande bloeit spoedig een fatale genegenheid, een dodelijke zielsverwantschap op. Golaud krijgt lucht van hun heimelijke ontmoetingen en doodt zijn broer... Mélisande sterft in het kraambed.
Pelléas et Mélisande is een toneelstuk van de Belgische toneelschrijver Maurice Maeterlinck. Het ging op 16 mei 1893 in première in het Théâtre des Bouffes-Parisiens. Het beleefde slechts één opvoering. Maeterlinck was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het symbolisme.
To the end of the land. A novel./ David Grossman (London, Jonathan Cape, 2010, 577 p.)
Ora, a middle-aged mother, is on the verge of celebrating her son Ofer's release from Israeli army service when he returns to the front for a major offensive. In a fit of preemptive grief and magical thinking, she sets out for a hike in the Galilee, leaving no forwarding information for the 'notifiers' who might darken her door with the worst possible news. Recently estranged from her husband Ilan, she drags along an unlikely companion: their former best friend and her former lover Avram, once a brilliant artistic spirit. Avram served in the army alongside Ilan when they were young, but their lives were forever changed one weekend when the two jokingly had Ora draw lots to see which of them would get the few days' leave being offered by their commander - a chance act that sent Avram into Egypt and the Yom Kippur War, where he was brutally tortured as a POW. In the aftermath, a virtual hermit, he refused to keep in touch with the family and has never met the boy. Now, as Ora and Avram sleep out in the hills, ford rivers and cross valleys, avoiding all news from the front, she gives him the gift of Ofer, word by word; she supplies the whole story of her motherhood, a retelling that keeps Ofer very much alive for Ora and for the reader, and opens Avram to human bonds undreamed of in his broken world. Grossman's rich imagining of a family in love and crisis makes for one of the great antiwar novels of our time.
Een vrouw op de vlucht voor een bericht is een groots verhaal over een vrouw, haar twee zoons en hun verschillende vaders. Een roman over vriendschap en ruimdenkendheid, over een grote liefde en een versmade liefde, over ouderschap en over je weg in het leven. Maar het is vooral een ongeëvenaarde roman over de bijna heldhaftige inspanning van een moeder om een gezin in stand te houden in een klein verscheurd land. Grossmans belangrijkste boek tot nu toe.- NRC Handelsblad. Bron: Website David Grossman (Nederlands)
''Mogen je bulten mooi rechtop groeien en je voeten heel sterk worden."
De herders in de Mongoolse Gobi-woestijn zeggen dat tegen elke pasgeborene. Kameel, welteverstaan.
In de documentaire The Story of the Weeping Camel horen we ze het tegen een zeldzaam wit kalf zeggen. Maar de zware, twee dagen lange bevalling en de zorgelijke gezichten van de herders spreken boekdelen. Hier is iets mis. De moeder blijkt het witte kalf, haar eersteling, te verstoten. Telkens als de kleine wil komen drinken wendt de moeder zich af, gromt, of zet het op een hollen. Hoe de kleine ook aandringt, de moeder wil niets van haar weten. Uiteindelijk zet de baby-kameel het op gepaste afstand op een huilen. Haar klaaglijk gehuil gaat door merg en been. De herders zelf blijven opvallend rustig onder het tafereel. De vier generaties nomaden, die hun hele leven niets anders hebben gedaan dan kamelen en schapen hoeden, hebben dit al vaker meegemaakt. Eens op iedere twintig keer verstoot een kamelenmoeder haar jong. Methodisch werken de herders de beproefde remedies af. Eerst wordt geprobeerd de moeder te dwingen haar jong te voeden door de achterpoten aan elkaar te binden. Wat mislukt. Net als de poging het jong de moedermelk in een soort slagroomspuit toe te dienen. Uiteindelijk kan nog maar één man ze helpen: de vioolleraar in het nabijgelegen dorp. De twee broers Dude en Ugna moeten hem halen en hem vertellen dat er behoefte is aan het Hoosh-ritueel. Onder begeleiding van vioolmuziek zal Odgoo, de moeder van de twee jongens, magische woorden in de oren van de kamelen fluisteren om de dieren zo aan elkaar te laten wennen. De ervaring leert dat als de moederkameel huilt, ze haar jong heeft geaccepteerd.'
Het lied van de grotten./ Jean M. Auel (De aardkinderen deel 6) (Utrecht, A.W.Bruna, 2011, 772 p.)
De serie De Aardkinderen vertelt het verhaal van het mysterie van het ontstaan van de mensheid en de harde strijd om in de prehistorie te overleven. Jean Auels boeken hebben al miljoenen lezers meegevoerd naar de boeiende prehistorische wereld van Ayla en haar tijdgenoten. In dit zesde en laatste deel van de serie kunnen haar vele fans eindelijk lezen hoe het afloopt met Ayla, Jondalar en hun dochtertje Jonayla. De saga gaat verder met de opleiding die Ayla geniet tot Zelandoni, een spiritueel leider en genezer. Ze wordt de acoliet van de Zelandoni van de Negende Grot en ze begint aan een reeks intensieve reizen die deel uitmaken van haar heilige training. Maar het dagelijks leven in de prehistorie is zwaar en Ayla worstelt om de juiste balans te vinden tussen haar spirituele roeping en haar taak als jonge moeder van Jonayla. De gevolgen kunnen niet uitblijven en haar relatie met Jondalar komt onder spanning te staan
Het raadsel van Flatey./ Viktor Arnar Ingólfsson (Utrecht, Signature, 2007, 271 p.)
"Lente 1960. Op het kleine eiland Flatey vertrekken drie mannen op zeehondenjacht naar het onbewoonde eilandje Ketilsey. Daar doen ze per toeval een macabere ontdekking van een half vergaan lijk. Het lichaam blijkt van een Deense handschriftdeskundige te zijn. Voor de kleine gemeenschap van Flatey betekent dit een verstoring van hun anders zo rustig leventje dat voornamelijk bestaat uit de zeehondenvangst en het rapen van eiderdons. Vanuit Reykjavik wordt Kjartan als plaatsvervangend districtsbestuurder naar Flatey gestuurd om de plaatselijke burgemeester bij te staan in de zoektocht naar de moordenaar. Al gauw ontdekt Kjartan dat de eilandgemeenschap het zijn zoektocht niet makkelijk zal maken. Het plaatselijke bijgeloof in sagas en legenden, geesten en dromen zijn voor Kjartan een belemmering in het vinden van de dader. Nader onderzoek toont aan dat het mystieke bijgeloof van de eilandbewoners afstamt van het Boek van Flatey waarvan het manuscript zich nog steeds op het eiland bevindt. Laat deze middeleeuwse tekst nu net de schakel zijn tussen de professor en zijn mysterieuze verdwijning. Dan wordt er een tweede lijk gevonden, met op het lichaam een Bloedadelaar gekerft; een symbool uit de sagas en legenden van het Boek van Flatey. De politie staat voor een raadsel..." (...) "De auteur slaagt erin het boek van Flatey als een rode draad in het verhaal te verweven zonder dat het storend is. Wat het helemaal leuk maakt is dat uit het nawoord van de auteur blijkt dat het boek van Flatey nog echt blijkt te bestaan ook. Het is zelfs een van de meest belangrijke middeleeuwse IJslandse geschriften. Nadat je het boek uit hebt wil je niets liever dan je koffers pakken, naar Flatey afreizen en enkele dagen de geur opsnuiven van Het raadsel van Flatey. Ingólfsson smaakt naar meer."
Als een kleine Thaise jongen wordt vermoord, wordt al snel gedacht aan een racistisch motief. Als ook zijn broer verdwijnt en er een pedofiel in de buurt blijkt te wonen, wordt het raadsel voor de IJslandse rechercheurs Erlendur, Elinborg en Oli alleen maar moeilijker. Het dossier van een verdwenen vrouw lijkt daarbij in eerst instantie geen rol te spelen. Boeiend en spannende verteld verhaal, waarbij zowel de angst voor de komst van vreemdelingen binnen de eigen landscultuur een rol speelt alsook de uiteenlopende priveproblemen van de drie politiemensen. Juist die menselijke kant zorgt voor een geloofwaardig verhaal tegen een ook voor ons bekende maatschappelijke achtergrond. De liefhebber van dit genre zal daarom ook in dit deel uit de reeks over de drie hoofdpersonen tot het eind geboeid blijven. Vrij kleine druk.
De engelenmaker./ Stefan Brijs. (Atlas, 2005, 446 p.)
'Soms is wat onmogelijk lijkt, alleen maar moeilijk.'
Op 13 oktober 1984 keert na een afwezigheid van bijna twintig jaar Doktor Victor Hoppe terug naar zijn geboortedorp Wolfheim, vlak bij het drielandenpunt in de buurt van Vaals en Aken. De bekrompen dorpelingen reageren argwanend op zijn komst, zeker als blijkt dat hij drie kinderen van een paar weken oud bij zich heeft: een identieke drieling met een schrikwekkende afwijking. Na enkele bijzondere genezingen wordt de dokter toch aanvaard in het dorp en gestaag groeit zijn populariteit. Zijn kinderen zijn echter zelden te zien en dat voedt de geruchten. Langzaam groeit het besef dat ze alle drie ernstig ziek zijn. Maar er blijkt meer aan de hand, niet alleen met de kinderen, ook met de dokter zelf die, gegijzeld door zijn verleden, een beslissing neemt die hem onsterfelijkheid moet bezorgen.
De engelenmaker is een roman vol geruchten en rumoer, gefluister en geroddel. Een verhaal over geloof en wetenschap, werkelijkheid en verbeelding, macht en onmacht, zin en onzin. Een roman waarin iedereen naar de waarheid op zoek is en uiteindelijk alleen zijn eigen waarheid vindt en gelooft.
één van de persreacties:
'De engelenmaker is een kolkende roman. Carnavalesk, wrang, als was het een plaatje van de schilder James Ensor. (...) Stefan Brijs is er opnieuw in geslaagd sympathie op te roepen voor lelijkerds, mismaakten en slechteriken, kortom, voor foutjes van de natuur. Hij is de meester van het mededogen.' (Daniëlle Serdijn - Het Parool (13-10-2005))
De vioolbouwer van Auschwitz./ Maria Àngels Anglada (De Geus, 2010, 125 p.)
Auschwitz, een mensonwaardig oord, waar niemand meer opkijkt van geweld, lijfstraffen en de dood. De gevangenen, onder wie de joodse Daniel, zijn murw door de ellende waarin ze verkeren. Daniel weet zich in die hel staande te houden door werk als timmerman te verrichten. Dan ontdekt de kampcommandant Daniels ware beroep en hij daagt hem uit: Daniel moet een viool maken met een perfect geluid. Daniel gaat aan de slag, niet wetend wat de gevolgen zijn als hij niet zal slagen.
Lees ook het artikel van de De Standaard(standaard.be) (vrijdag 19 november 2010, Auteur: Marijke Arijs) over dit mooie boekje,
hier alvast een klein stukje eruit citerend:
"Dit aangrijpende verhaal ontleent zijn geloofwaardigheid aan de historische documenten waarmee het in de werkelijkheid is verankerd, maar de meerwaarde zit vooral in de subtiele combinatie van kunst en gruwel, droom en nachtmerrie, schoonheid en verschrikking. Het contrast tussen de gruwelijke omstandigheden en de lieflijke herinneringen van de vioolbouwer wordt messcherp aangezet, zonder pathos, fiorituren of geschmier. Die eenvoud maakt het allemaal nog hartverscheurender. Voor een keertje zijn de superlatieven op het achterplat niet overdreven. Maria Àngels Anglada is een ware ontdekking. De vioolbouwer van Auschwitz is een uitzonderlijk verhaal over het behoud van menselijke waardigheid in onmenselijke omstandigheden. "
Jupiters reizen. Vier jaar om de wereld op een Triumph./ Ted Simon (Arena, 1996, 602 p.)
Vier jaar lang was de Engelsman Ted Simon op zijn motor onderweg. Hij reisde van land naar land, van continent naar continent tot hij uiteindelijk terugkeerde naar zijn huis in Frankrijk. Op fascinerende wijze schrijft hij in Jupiters reizen over de adembenemende landschappen waar hij doorheen rijdt, de intrigerende mensen die hij ontmoet, de kleurrijke culturen en bijzondere tradities, maar ook schrijft hij over de afschrikwekkende armoede en de vaak bizarre omstandigheden waarin hij terechtkomt. Jupitersreizen is een spectaculair reisverhaal van een man die in z'n eentje vier jaar lang op zijn motor de wereld doorkruiste.
NBD|Biblion recensie In oktober '73 vertrekt de journalist Ted Simon per motor voor een wereldreis die uiteindelijk 4 jaar duurt. Hij reist door Afrika, vaart vanuit Mozambique naar Brazilië en rijdt door Zuid- en Midden-Amerika. In Noord-Amerika blijft hij hangen op een afgelegen commune. Na enkele maanden steekt hij per boot over naar Australië om daarna Maleisië en India te verkennen. Vooral daar wordt hij door de mystiek gegrepen en voelt hij dat er meer moet zijn tussen hemel en aarde dan het direct waarneembare. Vanuit India begint hij aan de terugreis. Alhoewel Simon ook vaak ergens wekenlang bivakkeert, vertelt hij vooral over het onderweg zijn; het rijden, de slechte wegen, en het landschap. En ook over de minder plezierige gebeurtenissen zoals motorpech, opgepakt worden door de politie en in het ziekenhuis terecht komen. De zwart-witte foto's zijn middenin het boek bijeengebracht, de dito kaartjes zijn sober maar doelmatig. Simon is een eigenzinnig reiziger en vertelt openhartig, direct en in hoog tempo, slechts hier en daar zich overgevend aan minder geslaagde filosofische beschouwingen. Zo ontstond een lijvig reisverslag dat leest als een avontuurlijk jongensboek. Pocketuitgave, normale druk. (Biblion recensie, Britta Schmidt.)
Ti-Puss./ Ella Maillart (Amsterdam, Atlas, 2000, 214 p.)
Ella Maillart was een van de opmerkelijkste reizigers van de twintigste eeuw. In de jaren veertig bereisde ze India, waar ze in de leer ging bij grote meesters van de hindoefilosofie en leefde als de Indiërs zelf, Wie was de mysterieuze Ti-Puss, die haar daar vergezelde op haar omzwervingen? Naar eigen zeggen had Ella Maillart een gids, een spiegel en een voorbeeld in Ti-Puss, die voor haar een sleutel tot de geheimen van India was en de 'volheid van het moment' belichaamde. Verrassende eigenschappen voor... een tijgerkatje. Ti-Puss is Ella Maillarts persoonlijkste boek. Het is de beschrijving van een reis naar binnen, en Maillart schetste haar spirituele initiatie met een eenvoud die verfrissend zal zijn voor iedereen die benieuwd is naar onbekende gebieden van de geest. Maar bovenal is het een prachtig dierenboek, waarin een onooglijk poesje een hoofdrol krijgt toebedeeld die het ten volle waarmaakt. Bron: Bol.com
Een Afrikaan op Groenland./ Tété-Michel Kpomassie (Veen Uitgevers, 1984, 307p.)
Tete-Michel Kpomassie groeide op in Togo, in het animistische, op de natuur gerichte leven op het vrije veld. Na een ongeluk, waarbij een python betrokken is, raakt hij in een shock. Tijdens zijn herstel vindt hij in de missiewinkel een boek over Groenland. In de volgende jaren stelt hij heel zijn leven, doen en denken in op het grote doel: een reis maken naar Groenland. We volgen zijn confrontatie met voortdurend nieuwe werelden, in Afrika en Europa, en Groenland en delen de verwondering, de aanpassing en de avonturen van Tete-Michel. Hij leeft en werkt in tamelijk verwesterde gemeenschappen, maar het ontroerendste deel is zijn kennismaking met en verblijf bij een geisoleerd levende Inuk. Hier vindt hij sporen terug van een bestaan met grote verwantschap met zijn eigen cultuur. Het wordt zelfs een tweestrijd of hij zal terugkeren naar Togo. Het boeiende, autobiografische boek eindigt met het afscheid van Groenland. Paperback, kleine druk.
W.H. Audens familienaam is van IJslandse origine, en dit land heeft hem blijvend gefascineerd. In 1936 reist hij door IJsland met de bevriende dichter en prozaschrijver Louis MacNeice; de bevindingen en belevenissen van dit tweetal zijn vastgelegd in Letters from Iceland, een grillig, origineel en buitengewoon grappig boek met een fascinerende verzameling brieven, gedichten, adviezen voor toeristen, navertelde sagen, citaten uit historische teksten en dagboekfragmenten. Brieven uit IJsland biedt een selectie uit deze Letters en richt zich vooral op de bijdragen hieraan van W.H. Auden. Als een rode draad door alle ongelijksoortige bouwstenen van het boek loopt Audens lange, lichtvoetige gedicht 'Letter tot Lord Byron', een satirische beschouwing over cultuur en over de geneugten en ongemakken van het reizen. Dit gedicht, waaraan Auden gedurende de hele reis met tussenpozen werkt en waarin hij met uitzonderlijk succes Lord Byron heeft nagebootst, is in vier delen in het boek opgenomen. Hieromheen weeft Auden een duizelingwekkend web van teksten waarin zowel aan de dagelijkse realiteit van IJsland en de reis, als aan Audens meer op cultuur en geschiedenis gerichte interesse recht wordt gedaan.
Een vriendschap in Tibet./ Claire Scobie (De Geus, 2007, 284 p.)
Over de unieke, intense band tussen een Westerse journaliste en een Tibetaanse non.
Sommige mensen gaan naar Tibet voor inspiratie, andere voor het avontuur.
Journaliste Claire Scobie vindt beide als ze de Himalaya in trekt op zoek naar een zeldzame rode lelie. De ontmoeting met Ani, een rondtrekkende non, verandert haar leven. Ani, zonder bezittingen maar met een rijk hart, maakt een onuitwisbare indruk op Claire. Zeven keer reist Claire naar het snel veranderende Tibet, waar monniken mobieltjes hebben en de seksindustrie opbloeit. In een maatschappij waar vrije meningsuiting verboden is, reizen Claire en Ani samen, hoewel ze riskeren gearresteerd te worden.
'Zoals altijd sliepen Adam en Eva naast elkaar, zonder elkaar aan te raken, een stichtend maar bedrieglijk beeld van de volmaaktste onschuld.'
In deze scherpe en vooral humoristische roman stelt José Saramago dat god de mens helemaal niet begrijpt, en dat de mens god ook niet begrijpt. Door het verhaal van het Oude Testament opnieuw te vertellen, met in de hoofdrol Kaïn, die uit jaloezie zijn broer Abel vermoordde, vraagt Saramago de lezer: Had god - die alles kan - deze daad niet kunnen tegenhouden? En is god dan niet zelf verantwoordelijk voor de eerste moord in de geschiedenis van de mens? Met Kaïn levert José Saramago opnieuw een polemisch werk af, dat in zijn thuisland net als Het evangelie volgens Jezus Christus voor de nodige ophef zorgde. Kaïn is de laatste roman die José Saramago voor zijn dood in 2010 voltooide.
In deze laatste roman van de in 2010 overleden Portugese Nobelprijswinnaar (1998) is Kain de hoofdpersoon in een verhaal dat het Oude Testament in een gewaagd ander perspectief plaatst. Buiten de Hof van Eden blijkt al volop menselijk bedrijf als Kain daar aan een leven van banneling begint. Hij reist moeiteloos door tijd en ruimte, en is ooggetuige van of deelnemer in een aantal Bijbelse taferelen, zoals de oprichting van de toren van Babel, de beproeving van Job en de bouw van de ark van Noach. In de voor Saramago karakteristieke stijl wordt de lezer soms aangesproken met ironisch-kritische 'terzijdes', maar het meeste commentaar komt toch van Kain zelf, die herhaaldelijk in dialoog treedt met de Heer. En dat commentaar is niet mals. De Heer blijkt allerminst rechtvaardig en redelijk, sluit als een verslaafde dobbelaar dubieuze weddenschappen met satan en heeft in de ogen van Kain een al te flexibel geweten. Deze grijpt dan ook in door aan boord van de ark alle vrouwen te doden en zo een eind te maken aan alle menselijk leven. Een boeiende, prikkelende en verontrustende roman. Gebonden; vrij kleine druk, volle bladspiegel. (NBD|Biblion recensie, Willem Nijssen)
Andere recensie: 'De wraak van Kaïn op het opperwezen' uit de volkskrant.nl
Na jarenlange omzwervingen arriveert Samuel van der Putte in 1730 in Tibet. Wat de Zeeuwse wereldreiziger daar heeft meegemaakt, is niet bekend; er zijn slechts enkele papiersnippers van hem overgeleverd. Op een daarvan schetste hij een gebied ten oosten van Lhasa. Carolijn Visser trok naar Tibet, in de hoop iets van de informatie op deze kaart te ontrafelen. In Lhasa zijn het nu de Chinezen die de scepter zwaaien. Door al hun regels lijkt het gebied waar Van der Putte rondreisde onbereikbaar. Tijdens een boeddhistische ceremonie in de stad ontmoet Visser Dolma, een jonge Tibetaanse die uit ballingschap in India is teruggekeerd. Zij laat zien hoe de Tibetanen hun leven voortzetten in de schaduw van de Chinese bezetting. Via Dolma leidt de reis naar Zuid-India, waar duizenden Tibetaanse monniken in een verzengende hitte eeuwenoude teksten bestuderen, langs een gevluchte Tibetaan in Kathmandu, die de opkomst van Nepalese maoïsten vreest. Iedereen droomt van hoe Tibet zou kunnen zijn.
Blauwvos. Novelle uit IJsland/ Sjón (De Geus, 2003, 127 p.) Van de tekstschrijver van Björk
Een zwakbegaafd meisje wordt gevonden aan boord van een vrachtschip dat in 1868 voor de kust van Reykjavik strandt. Ze is zwanger. Niemand weet wie ze is of waar ze vandaan komt. De wat wereldvreemde plantkundige Fridrik B. Fridjonsson ontfermt zich over haar. Er ontstaat een tedere relatie tussen hem en het meisje, waardoor ze zich buiten de gemeenschap plaatsen. De dominee ontzegt haar de toegang tot de kerk omdat zwakbegaafden de dienst verstoren. Fridrik zint op wraak. Als de dominee, die een fervent jager is, op de sneeuwvlakten achter een slimme blauwvos aan zit, lijkt die wraak zich te voltrekken.
Blauwvos is een wonderschoon staaltje van literaire kunst. ( ) De dichter Sjøn gaat als prozaschrijver net zo zorgvuldig met de taal om als in zijn poëzie. In dit magisch-realistische verhaal laat hij veel aan de verbeeldingskracht van de lezer over en gebruik daartoe een minimum aan woorden. Dat moeten dan wel de juiste zijn. En dat zijn ze. Die precisie geeft zijn novelle een kristal heldere schoonheid die je zelden tegenkomt. Marcel Otten in De Telegraaf
In een nieuwbouwwijk in de IJslandse hoofdstad Reykjavik wordt een menselijk bot gevonden. Het bot is afkomstig uit een nabij gelegen bouwput en hoort bij een lijk dat er al tientallen jaren schijnt te liggen. Rechercheur Erlendur en zijn collega's weten met hulp van archeologen en de stadsgeoloog de restanten van een menselijk lichaam vrij te leggen, dat misschien wel levend werd begraven. Een spannende zoektocht brengt de politie in de richting van vroegere bewoners van de buurt, waardoor een aantal gruwelijke feiten en gebeurtenissen komen bovendrijven - en dat terwijl Erlandurs dochter Eva Lind in een ziekenhuis om haar leven vecht! Na 'Noorderveen'* is dit de tweede, uitstekend vertaalde policier van deze IJslandse auteur. Met zijn filosoferende, gescheiden rechercheur met persoonlijke problemen past hij zeker in het rijtje van Scandinavische auteurs als Stieg Larsson, Henning Mankell, Karin Fossum en Liza Marklund. Dat misdaad in de ge?soleerde IJslandse samenleving een heel bijzonder karakter heeft, maakt het lezen van deze roman heel aantrekkelijk!
Een super spannend boek. Een échte aanrader!!! Verslááávend. Als je eraan begint, maak tijd om zonder al te veel hindernissen te kunnen blijven meespannen. Eerder ook al onder de indruk van 'Het koningsboek'.
Lois Pryce deed waar veel mensen van dromen: ze zegt haar baan op en gaat reizen. Ze besluit op haar motor van de meest noordelijke punt van Alaska tot de meest zuidelijke plek van Zuid-Amerika te rijden. Alleen en slechts gewapend met de Spaanse woorden voor voorzichtig en kaas. Misschien was Lois te weinig voorbereid, maar ze smachtte naar avontuur en wilde op ongewone plekken vertoeven, met ongewoon eten, ongewone smaken en onbekende talen. Ze kreeg wat ze wilde, en meer een verbazingwekkend avontuur waarin ze beren tegenkomt, smeergeld betaalt aan de grenzen in Centraal-Amerika, overnacht in een Mexicaans bordeel en een motorongeluk krijgt in de wildernis van Patagonië.
In de pers
Een vermakelijk boek Marie Claire
Een boeiend en erg humoristisch reisverslag van een vrouw met lef Chicklit.nl
Een persoonlijk boek vol spannende belevenissen. Een chick met pit AD
Haar schrijfstijl is luchtig, zit boordevol humor en leest lekker weg. Haar doorzettingsvermogen, de onafhankelijkheid en het lef dat Lois tentoonspreidt, dwongen bij mij bewondering en respect af. Lois Pryce weet hoe ze een goed verhaal moet vertellen en dat doet ze dan ook Vrouw.nl
In de eerste zin citeert ze Zen and the Art of Motorcycle Maintenance en dan ben ik eigenlijk al meteen verliefd. Vervolgens neemt ze je mee in ademloos gerebbel, helemaal van Anchorage naar Ushuaia. Al die tijd blijft het leuk! Promotor
Bomvol hilarische verhalen van een dame die onverbloemd verslag doet van haar avonturen Salt magazine
Voor liefhebbers van motorboeken: Lois onderweg is de vrouwelijke tegenhanger van Jupiters reizen. Lois Pryce is net als Ted Simon lekker eigenwijs en trekt haar eigen plan Wegener huis-aan-huiskranten
Heerlijk om te lezen. Een schitterend boek, niet alleen voor verstokte motorrijders, maar zeker ook voor mensen die houden van een vermakelijk boek over reizen in het algemeen Hiking-site.nl
Een verrassend aardig boek. De vrouwelijke invalshoek van Lois Pryce laat het verslag uitstijgen boven de kwalificatie meer van hetzelfde NBD/Biblion
101 Reykjavik is een ontspoorde komedie waarin Hlyn Björn zich bewust werkloos door het leven sleept met slechte satelliettelevisie en internet als geestelijke hoogtepunten. Zijn karakter grenst aan het onuitstaanbare maar vertoont ook vertederende trekjes. Met eigengereid gedrag rekent Hlyn genadeloos af met de burgerlijkheid van onze 'pauze in de dood'. Wanneer de warmbloedige Spaanse Lollo bij hem en zijn moeder intrekt, blijken zij meer te delen dan een passie voor flamenco. Hlyn zit klem in de driehoeksverhouding die ontstaat en zoekt naar een manier om zijn persoonlijke variant van het aloude zijn-of-niet-zijn-dilemma te overwinnen. Helgasons taaltrippende krachttoer werd internationaal met stormachtige kritieken ontvangen als een meesterlijk protret van de huidige zap-generatie. Iceland: Twelve Points
Persoonlijke mening: absoluut absurd! Soms hilarisch, maar overwegend pervers en grof. Grote stukken slechts diagonaal gelezen en zelfs niet helemaal uitgelezen. Kon het uiteindelijk niet meer opbrengen;o) Misschien 'n beetje à la Brusselmans (daar kan ik zelfs geen 3 zinnen van lezen).
Na een beroerte raakt een amateuractrice en de moeder van de schrijver haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is. Al in zijn recent verschenen essaybundel Schermutseling (3de druk) schreef Tom Lanoye over haar. Maar hij was nog lang niet klaar met zijn verhaal. Pas in Sprakeloos maakt hij de hele balans op. Die van zijn kleurrijke jeugd, van zijn worsteling met de liefde, van zijn conflicten met de kleine moederdiva, en ten slotte: van de strijd die zij, bron van leven en moedertaal, manmoedig voert, en waarin ze reddeloos en redeloos ten onder gaat - en de blijvende woede en pijn die dat oplevert.
In 1917 maakte Vaslav Nijinski op dramatische wijze een einde aan zijn fabelachtige carrière als danser en choreograaf. Hij keerde zich af van de werkelijkheid en hield dit vol tot zijn dood in 1950. Tijdens de eerste fase van zijn geestesziekte hield Nijinski een dagboek bij dat zijn intiemste bekentenissen bevat. Het toont ons de lijdensweg van een genie dat - evenals Nietzsche en Van Gogh - de grens van zijn creatieve visionaire vermogens heeft overschreden en ten onder gaat in de wereld van de onwerkelijkheid. Nijinski's Dagboek, bewerkt en uitgegeven door zijn vrouw Romola, getuigt van zijn hartstochtelijke liefde voor het leven en voor zijn medemensen. In bewogen visioenen is hij op zoek naar zijn creativiteit, naar God en naar zichzelf. Het succes van de roman Vaslav van Arthur Japin, waarin Nijinski de centrale figuur is, maakt dit Dagboek opnieuw actueel. Vaslav Nijinski werd in 1889 geboren in Kiev. Van 1909-1913 vierde hij triomfen in West-Europa met de Ballets Russes onder leiding van Sergej Diaghilev. Door zijn huwelijk met Romola kwam er een einde aan zijn met glamour en intriges omgeven relatie met Diaghilev.
Het reisverhaal van Willem van Rubroek, de Vlaamse Marco Polo : 1253-1255./ Ubertinus Devolder, Ronny Ostyn en Paul Vandepitte. Tielt, 1984
Het reisverslag van Willem van Rubrouck is van onschatbare waarde gebleken. Het verhaalt over het Aziatische binnenland en de Mongoolse samenleving in de dertiende eeuw. Wetenschappers raadpleegden het reisverslag regelmatig voor de kennis van het Verre Oosten. Vooral de accurate geografische beschrijvingen en de taalkundige gegevens wijzen op een enorme zin voor detail. De informatie over zowel de Mongolen als de overige volkeren die in Centraal-Azië leefden in de dertiende eeuw zijn belangrijk voor de historische etnografie. Willem van Rubrouck beschrijft hun levenswijze, hun mentaliteit en materiële cultuur, en dit op een ogenblik dat de Mongoolse maatschappij nog niet zo sterk beïnvloed was door de Chinese cultuur.
Het eerste deel van de reis ging vanuit Palestina naar Constantinopel. Daarna trok het reisgezelschap naar de havenstad Soedak en van daaruit reisden ze naar het kamp van Sartak. Deze stuurde hen door naar het kamp van Batoe. Na enkele weken werden ze opnieuw verdergestuurd, dit keer naar Möngke khan. Dit was het zwaarste gedeelte van de tocht, omdat het reisgezelschap regelmatig aan honger en koude leed. Bij het kamp van de grootkhan aangekomen, moesten Willem en zijn reisgenoten meetrekken tot de hoofdstad Karakoroem. Daar hield hij theologische discussies maar werd na enkele ontmoetingen met Möngke toch verplicht om terug te keren naar het Westen. Via het kamp van Batoe reisde Willem vele maanden door Klein-Azië terug naar de Syrische stad Aleppo.
Weg naar Frankrijk. Reisverhalen en impressies./ Bart Plouvier
Na dit boek gelezen te hebben, vertrek je zo! Zalig en zeer plastisch geschreven.
Bart Plouvier is een fervent reiziger en een begenadigd chroniqueur. Wanneer hij zijn lyrische pijlen op la douce France richt, zijn meest geliefde reisbestemming, ontstaan er verhalen die zeldzaam authentiek en sfeervol zijn. Bij deze reisverhalen beperkt Plouvier zich niet tot een beschrijving van de streken en landschappen die hij bezoekt, maar geeft hij ook in zijn observaties op verbluffende wijze blijk van een grondige kennis van de menselijke psyche. Hij zet de Fransen die zijn pad kruisen op een fijnzinnige en trefzekere manier neer. Zoals Van Gogh het zonlicht in zijn schilderijen ving, zo vangt Bart Plouvier in woorden de typische ziel van elke streek: de Elzas, Bretagne, Normandië. Elke streek heeft een eigenheid die door Plouviers pen tot leven wordt geroepen. De Franse keuken speelt een voorname rol in zijn proza. Geen wonder. Als oud-kok en restaurateur weet hij als geen ander de geneugten van het leven te appreciëren en te bezingen.
Op het hoogtepunt van zijn roem staakt de legendarische balletdanser Vaslav Nijinski zijn optreden, richt zich tot zijn publiek en zegt: Nu is het kleine paardje moe.' De rest van zijn leven, nog 31 jaren, brengt hij door zonder te dansen en zonder te spreken. De eerste echte superster die de wereld heeft gekend, een abrupt einde aan zijn carrière. Hij neemt afscheid van de werkelijkheid en leeft verder in zijn eigen fantasie. Hoe komt iemand tot zon beslissing en wat betekent dit voor de mensen om hem heen, zijn voormalige geliefde, zijn vrouw en dochtertje, en hun bedienden?
Drie ooggetuigen vertellen elk vanuit een volstrekt ander perspectief wat er zich voor, tijdens en na die noodlottige dag, 19 januari 1919, heeft afgespeeld: zijn echtgenote Romola, die als een tijgerin heeft gevochten om hem, de God van de dans, te veroveren. De legendarische Sergej Diaghilev, die alles in het werk heeft gesteld om Vaslav te vernietigen nadat deze hem als minnaar had afgewezen. En Vaslavs bediende, die uit de dramatische beslissing van zijn meester de moed put om ook zijn eigen leven radicaal om te gooien. Te midden van de puinhopen van de Eerste Wereldoorlog hoopte Nijinski de mensheid te kunnen bekeren tot de liefde. Als hij merkt dat hij niet gehoord wordt, zelfs niet door hen die van hem houden, sluit hij zich van de wereld af. Een daad van waanzin of van wijsheid?
Lissabon werd rond het jaar 716 veroverd door de Arabieren, die het hele Iberisch schiereiland in handen wilden krijgen. Met korte onderbrekingen zouden zij de stad tot 1147 in bezit houden. In dat jaar veroverde de eerste koning van Portugal, Alfonso Henriques, Lissabon met steun van Noord-Europese kruisvaarders die op doortocht waren naar het Heilig Land. Dat de christelijke strijders Alfonso hielpen, wordt door de historici algemeen aanvaard. Naar verluidt onderbraken ze hun reis vooral vanwege de beloning die hun in het vooruitzicht was gesteld: na de inname van Lissabon zouden ze de stad mogen plunderen. De corrector Raimundo Silva moet het manuscript van een historische verhandeling over deze episode redigeren. Uit ergernis over een paar onjuistheden in de tekst en ook omdat hij zich als corrector verveelt, doet hij iets ongehoords: aan de zin waarin gezegd wordt dat de kruisvaarders de Portugezen hielpen voegt hij het woordje 'niet' toe. De geschiedvervalsing wordt kort daarop ontdekt. Omdat het boek dan al gedrukt is, moet een toegevoegd erratum uitkomst brengen. Dat Silva niet ontslagen wordt, dankt hij aan zijn verder vlekkeloze staat van dienst. Wel krijgt hij een supervisor, Maria Sara, toegewezen, die voortaan zijn werk moet controleren. Spoedig blijkt dat Silva's daad ingrijpende gevolgen voor hem heeft. Maria Sara is geïntrigeerd door zijn verdraaiing van de feiten en spoort hem aan een geschiedenis van het beleg van Lissabon te schrijven waarin de kruisvaarders Alfonso niet te hulp kwamen. Silva gaat welgemutst aan het werk: voor het eerst in zijn leven is hij niet afhankelijk van andermans tekst. Met behulp van een anonieme verteller volgt Saramago de bevlogen corrector bij het schrijven van zijn boek. Hij wisselt daarbij Silva's overpeinzingen af met de passages die deze ondertussen op papier zet. De lezer wordt hierdoor deelgenoot van de problemen die Silva ondervindt bij de invulling van zijn personages én bij de prikkelende vraag hoe Lissabon in te nemen zonder de hulp van de kruisvaarders. Als halverwege het verhaal blijkt dat Silva en Maria Sara iets voor elkaar beginnen te voelen, keert het tij ten goede. De passages waarin Saramago met veel tederheid hun eerste fysieke toenaderingspogingen beschrijft behoren tot de hoogtepunten van het boek. Het verband tussen deze ontluikende liefde en het christelijke beleg van Lissabon is duidelijk. In beide gevallen moeten de betrokkenen barrières slechten om nader tot elkaar te komen en een gezamenlijke toekomst op te bouwen.
Madame Agnese./ Milena Agus (De Geus, 2009, 152p.)
Madame Agnese is een kleine geschiedenis over passie en magie een literaire novelle, die aan de prachtige zuidoostkust van Sardinië speelt.
In de buurt van Villasimius woont de vrijgevige madame Agnese, eigenaresse van een eenvoudig hotel aan zee. Ze zou rijk kunnen zijn als ze haar grond verkocht, maar vakantiedorpen aan de kust is het laatste wat ze wil. Geld vindt ze niet belangrijk geluk wel, maar juist daar wringt het. Zelfs de magie, waarin ze heilig gelooft, lijkt haar hierbij in de steek te laten. Madames voorliefde voor magie slaat over op het jonge meisje dat dit komische, ironische, maar soms ook verdrietige verhaal vertelt. Bij madame kan ze even vergeten dat haar goklustige vader is verdwenen en haar moeder daardoor het bed niet meer uit komt. Bij haar geniet ze van het verlaten witte kiezelstrand, de geurige mediterrane macchia, de hemelsblauwe zee, waarin ze om het hardst zwemmen en terug in madames hotel van haar zelfgebakken brood, overheerlijke frittata en verrukkelijke amandelkoekjes.
"Wie zich aangetrokken voelt door islamitisch extremisme, hoeft geen schurk te zijn. Kerim, de held uit de nieuwe roman van Sherko Fatah, heeft sympathieke trekken. Hij is oplettend, serieus en gevoelig. Schoonheid raakt hem evenzeer als het leed van dieren. Toch gaat hij in de fout. Hoe kan dat?
Fatah (1964), de in Duitsland geboren zoon van een Koerdische immigrant, reisde voor We gaan als het donker wordt naar het land van zijn vader. In de bergen van Noord-Irak ervaart hij het licht, de lange schaduwen, het stof, de stilte. Het zijn impressies die spanning in zich dragen, want de stilte is nooit vredig, maar altijd bedrieglijk en bedreigend. De mensen verstoppen zich, in hun huizen, hun bergen, ze leven in constante angst. Angst voor Saddam Hoessein, in het boek niet bij naam genoemd. Een van zijn grootste misdaden was de gifgasaanval op de stad Halabja, in 1988, die Kerim vanuit de verte ziet.
Steeds is er een oorlog, Kerim groeit ermee op en went er toch niet aan. Hoe onbegrijpelijk en verraderlijk die oorlog is, toont Fatah in indringende scènes. Zo ontwaart de jongen Kerim op een mooie dag een helikopter. Die pikt een groepje boerenvrouwen op en Kerim wil mee, hij zwaait. Wat is hij blij als de helikopter terugkomt. Maar dan gaat het luik open. De vrouwen vallen eruit. Gedaan is het met hun leven, en met de onschuld van het zomerse landschap.
De terreur is overal en Kerim leert snel dat hij er niet over mag praten. Ook niet over de hond die een hand uitbraakte, een hand met een beringde vinger. Kerims ouders willen hem de waarheid niet vertellen, maar de lezer concludeert dat de hond de hand van een lijk heeft afgebeten, een lijk dat op straat lag een bomaanslag. Zo blijft Fatah dicht bij het perspectief van het verschrikte kind. En later bij dat van de gedesoriënteerde jongeman. Intieme emoties als angst en droefheid drukt hij voortreffelijk uit, terwijl hij toch afstand tot zijn hoofdpersoon houdt. En die houdt weer afstand tot anderen.
Al snel vervreemdt hij van zijn ouders, die hem niet helpen, die in de zaak opgaan, een eethuis aan de weg. Ook van zichzelf vervreemdt hij. Kerim heeft een hekel aan zijn lichaam, dat dik en onhandig is. De door de oorlog opgewekte haat zet zich vast als zelfhaat en als een oosterse Dostojevski laat Fatah zijn held steeds dingen doen waar hij zich schuldig over voelt. Het verraad van een oom is zijn eerste zonde. Gigantisch is daarom de behoefte aan verlossing. Bij de jihadstrijders, die de inmiddels 16-jarige ontvoeren, vindt Kerim wat hij zoekt. Een charismatische leraar brengt hem zelfrespect bij en tegelijk de onderwerping aan een hogere macht. Kerim vermagert, hij verzoent zich met zijn lijf en met zichzelf. Maar niet voor lang, want ook hier laadt hij schuld op zich. Pas in de laatste hoofdstukken onthult de auteur ons de misdaden waaraan Kerim heeft meegedaan. Hij is dan al in Duitsland. Maar dat vrije land bevrijdt hem niet. Juist in Germania bespringt het verleden hem en nu is hij echt een slachtoffer, met alle tragiek van dien.
De hoofdstukken tussen Kerims jeugd in Koerdistan en zijn vroege dood in Duitsland kan ik overslaan. Ze gaan over een gevaarlijke vlucht naar Europa en ook de schrijver had ze weg kunnen laten. Want meer dan avontuur hebben zij niet te bieden, terwijl Kerims innerlijke strijd, zie het begin van het boek, zie het eind, zoveel interessanter is.
De jonge migrant in Berlijn heeft het geweld afgezworen, maar zijn gelovigheid groeit. Vergeleken met de oppervlakkigheid van de Duitsers om hem heen klinken de woorden van de leraar diepzinniger dan ooit. Kerims probleem is: hij weet dat geloof (lees: islam) en geweld met elkaar zijn verstrengeld. Een fatale verstrengeling.
Grimmig schetst Fatah in die Berlijnse hoofdstukken de subcultuur van immigranten uit de Arabische wereld. Ze doen aan straatroof en afpersing, de ontwortelde jongens in Fatahs boek, en hun door hun wandaden gevoede verlangen naar zuiverheid drijft hen in de armen van radicale leiders. De details van het daar weer uit voortvloeiende geweld bespaart Fatah ons net zo min als die van het geweld in Irak, toen Kerim nog een jihadstrijder was. In één terugblik bewerkt hij op een computer de beelden van het doden van dorpsbewoners. Keer op keer zagen ze Mukhtar de rij geboeide, neergeknielde mensen aflopen, telkens opnieuw greep hij er een van achteren onder de kin, trok het hoofd omhoog en sneed de keel door. Ze bewerkten de geluiden eronder: van de ontzetting, het gorgelende kokhalzen van de stervenden, het borrelen en fluiten van hun adem die in bloed verstikte.
Niet alleen de computers die deze strijders gebruiken zijn modern. Ook de vervreemding die hen tot hun daden aanzet maakt hen eigentijds. Zowel in het verre Irak als in het nabije Duitsland. Dat versterkt de toch al zo sterke dreiging die van Fatahs proza uitgaat. Hier kun je niet omheen."
Verhalen uit de godenwereld van de Edda./Henk van Kerkwijk
In 30 verhalen worden de belevenissen van de Noorse goden, reuzen, dwergen, elfen, kabouters en andere 'vreemde' wezens beschreven, vanaf de schepping tot aan de ondergang van de wereld. Hun vrijpartijen, ruzies en feesten worden boeiend weergegeven. Duidelijke verhaalstructuur. De tekst is niet gemakkelijk door een overvloed aan Noorse namen (worden in een woordenlijst achter in het boek verklaard), karakters en ingewikkelde verhoudingen. Soms lijken de personages wel op mensen met al hun (on)hebbelijkheden. Er zit een goede karakterontwikkeling bij de hoofdfiguren. Getitelde hoofdstukken, overzichtelijke bladspiegel. Zeven sprookjesachtige zwart-wit tekeningen vullen de tekst aan en geven de sfeer goed weer. In rode en groene tinten uitgevoerde omslagtekening van de godin Freya op haar zwijn. Belettering in de kleuren rood-wit-groen. Geschikt voor jong en oud vanaf ca. 12 jaar. - O. Middelink-Zwanikken.
Berlijn - Moskou. Een voetreis./ Wolfgang Büscher (Atlas, 2004, 222p.)
Wolfgang Büscher is te voet van Berlijn naar Moskou gelopen. In zijn eentje, bijna drie maanden lang. Hartje zomer is hij de Oder over gestoken, aan de Russische grens heeft hij najaarsstormen meegemaakt en vlak voor Moskou de eerste sneeuw. Büscher leert mensen en plaatsen kennen, hij vertelt over een Poolse gravin die een van de meest geheimzinnige figuren uit de Tweede Wereldoorlog was; over de smokkelaarsters met wie hij de Wit-Russische grens oversteekt; over de Siberische yogi die hij in Minsk ontmoet; over een Russische vriend, die hij naar de verboden Tsjernobylj-zone begeleidt; over een priester uit Smolensk die hem naar een mysterieus woud met rode toverbomen stuurt; over merkwaardige ontmoetingen vlak voor Moskou, en over een nachtelijke strijd. Natuurlijk stuit hij ook op spookbeelden van de recente geschiedenis. Berlijn-Moskou is een avontuurlijke reis, een kleurrijk, levendig en prachtig verhaal over dit voor velen onbekende gedeelte van Europa.
NBD|Biblion recensie Wolfgang Buscher reisde voornamelijk te voet van Berlijn naar Moskou. Zijn tocht duurde 82 dagen en verliep in primitieve omstandigheden. Helaas vermeldt hij niet in welk (recent) jaar alles plaatsvond*. Buscher beschrijft wat hij zag en meemaakte in die andere wereld: marginale figuren, dorpen zonder verharde wegen, paden die doodlopen in een wei, paarden op de snelweg, eten dat gelijkt op concentratiekamprantsoenen, herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog en de Stalintijd (o.a. het bos van Katyn, waar in 1940 duizenden Polen gruwelijk vermoord werden door de Russen). Hij noteert mentaliteitsverschillen en dingen zoals het verschil in spreektempo tussen Wit-Rusland (traag) en Rusland (snel). Na een onzeker zwerverbestaan volgt in Moskou het omgekeerde: verwenning door een zekere Aleksandr, rijk en machtig, met een limousine die op een aparte rijstrook mag rijden. Het verslag leest als een roman, mits je de geschiedenis kent. Twee dingen ontbreken: een woordenlijstje, want niet elke lezer weet wat soljanka, oblast, igoemen, vostotsjnik en andere Russische begrippen inhouden en een routekaart, want vele plekjes vind je in geen enkele atlas. Doordat er ook geen enkele foto instaat, heeft het boekje een monotoon uitzicht.
Japan, 1868. Hana is nog maar zeventien wanneer haar echtgenoot het leger in gaat en zij alleen achterblijft. Al snel wordt haar huis geplunderd door vijandige soldaten en moet ze vluchten voor haar leven. Ze vindt uiteindelijk onderdak in de Yoshiwara, de Stad Zonder Nacht. In die beruchte rosse buurt van Tokio, waar drieduizend courtisanes leven, moet ook zij haar lichaam te koop aanbieden om het hoofd boven water te kunnen houden. Daar ontmoet ze Yozo, een avonturier en briljant zwaardvechter die zich als ontsnapt krijgsgevangene schuilhoudt voor de autoriteiten. Nergens kan dat beter dan in de Yoshiwara. Al snel bloeit er een voorzichtige liefde op tussen Hana en Yozo. Maar beiden verbergen een geheim dat zo verschrikkelijk is dat het hun leven in gevaar kan brengen... De courtisane en de samoerai is gebaseerd op waargebeurde historische gebeurtenissen en vermengt feiten en fictie, spanning en sensualiteit in een episch verhaal over liefde in tijden van oorlog.
De kleine Vratislav Lipka is allesbehalve een gelukskind. Zijn moeder stierf bij zijn geboorte. In het dorp gaan geruchten over wie zijn vader is, en de gewelddadige oom bij wie de jongen opgroeit, leidt een duister leven. Toch is hij liever bij zijn oom in Zelary - en bij de slimme en brutale Helenka met haar geit - dan ver weg in het kindertehuis bij de nonnen. Het leven in Zelary is voor niemand gemakkelijk. En toch zijn ze allemaal verknocht aan deze uithoek in de Moravische bergen: Juliska en Pavel, Zuzanka en Marek, Zena en Jirinka, dokter Benícek, de goedmoedige Joza, en hoe ze verder mogen heten. En Lucka niet te vergeten, vroedvrouw, kruidenvrouw en de onbetwiste autoriteit. Zij doet wat geen enkele andere vrouw durft in het van traditie en bijgeloof vergeven dorp - ze gaat bij de mannen in Látal's kroeg zitten, drinkt hun slivovitsj en als er klappen vallen, springt ze er resoluut tussen.
recensie In Zelary, een dorp in een uithoek van de Moravische bergen in Tsjechie leeft een bonte stoet merkwaardige figuren. De sterkste is Lucka, vroedvrouw, kruidenmeesteres en kroegloopster, die zelfs de taaiste mannen van het dorp de baas is. De zwakste lijkt de kleine moederloze Vratislav Lipka, wiens vader onbekend is en die opgroeit bij een gewelddadige oom. Toch is hij liever bij deze verschrikkelijke man dan in het tehuis bij de nonnen, waaruit hij wegloopt. De wereld in Zelary is vreemd en rauw, maar toch tekent de Tsjechische schrijfster, die zelf lang in een afgelegen gebied woonde, met veel mededogen een gevoelig portret van de bewoners. Deze roman is geschreven in een soepele, beeldende taal en borduurt verder op het eerder verschenen 'De man uit Zelary'*, dat in Tsjechie een succes werd en ook is verfilmd. Kleine druk.
De legende van Sigurd en Gudrùn./ J.R.R. Tolkien, bezorgd door Christopher Tolkien
Na De kinderen van Húrin maakte zoon Christopher opnieuw een nooit eerder gepubliceerd verhaal van zijn vader klaar voor publicatie. De legende van Sigurd and Gudrún is een mythische vertelling gebaseerd op de Noorse legendes over Sigurd de Völsung en De val van de Niflungs, die door Tolkien in modern Engels werd herverteld. Tolkien schreef het verhaal nog voor De Hobbit en In de ban van de ring het licht zagen. Het bevat alle elementen die hij ook in zijn latere werk zou verwerken: de ring, de draak, de helden en heroïek. Tolkien is gedurende zijn hele leven blijven schaven aan dit verhaal, dat gezien kan worden als de voorloper van In de ban van de ring.
NBD|Biblion recensie De titel verwijst naar twee nauw verbonden epische gedichten uit de oudere Edda (Oud-Noors), die in modern Engels herverteld, in het Nederlands vertaald zijn opgenomen, samen ruim vijfhonderd achtregelige allitererende strofen tellend. Het eerste is het 'Het lied van de Volsungen' waarin wordt verteld hoe held Sigur de draak Fafnir versloeg, de schat die hij bewaakte stal, Walkure Brynhild wekte en naar het hof van de Nibelungen trok, waar hij werd vermoord. Het tweede 'De legende van Gudrun' vertelt hoe het Gudrun, die van Sigurd hield, verging na zijn dood en gedwongen werd te trouwen met Attila de Hun. De hervertelde poezie uit +/- 1932 verschijnt postuum in de nalatenschap van de hoogleraar Angelsaksisch en docent Oud-Noors (1892-1973) die romans schreef over de strijd tussen goed en kwaad in middeleeuwse sfeer. Degelijk bezorgd door zijn zoon, met zeer uitgebreide informatie en goed vertaald, sluiten de gedichten beter aan bij de sfeer van oud-Noorse poezie, dan Tolkiens werk. Daarom en om de specialistische extra informatie alleen voor de toegewijde Tolkienfan. Kleine druk.
(NBD|Biblion recensie, Drs. Madelon de Swart) Bron: bol.com
Mongolië van dinosaurusspoor tot snelle paarden./ Ferdie van der Walle (1997, 111 p.)
Mongolië spreekt tot de verbeelding van velen, het is een ver en exotisch land. Het exotische ontleent het aan een rijke historie, waarin de veroveringstochten van Genghis Khan centraal staan. Sinds Genghis Khan is de traditionele leefwijze van de Mongolen, met uitzondering van die in de steden, nauwelijks veranderd. Ongeveer de helft van de bevolking leeft in ronde tenten, de gers, en trekt daarmee door het land. Mongolië is een uitgestrekt maar dun bevolkt land. Het omvat uitgebreide steppen in het oosten, bergen bedekt met eeuwige sneeuw en gletsjers in het westen, uitgestrekte bossen en grote zoetwatermeren in het noorden en een alles overheersende woestijn in het zuiden. Naast de gevarieerde fauna die het land rijk is vindt men in de Gobi Woestijn de versteende resten van de 7O miljoen jaar geleden uitgestorven dinosaurussen nog gewoon aan de oppervlakte.
Dit is een bundeling van artikelen over het huidige Mongolië. Het grootste gedeelte bestaat uit nogal oppervlakkige impressies van de auteur die drie jaar in de Mongoolse hoofdstad Ulanbaatar woonde en werkte en diverse reizen naar de buitengebieden maakte. Het laatste hoofdstuk bevat praktische informatie voor de reiziger. De auteur heeft veel gezien van Mongolië, maar hij weet dit niet overtuigend op papier te zetten. Zowel stijl als inhoud van de artikelen stellen teleur en het boek kan dan ook niet tippen aan b.v. Carolijn Visser's reisverslag van Mongolië of aan de Lonely Planet 'Mongolia' reisgids. Er is echter nog niet zo heel veel geschreven over dit immense land en in dat opzicht vult dit boek een gat in de markt. De opgenomen kleurenfoto's zijn prachtig. In principe geschikt voor een breed publiek. (Biblion recensie, I. d'Hooghe.)
Project: Iceland. Music / Art / Fashion. Project: Iceland is the first showcase of contemporary Icelandic art, fashion and musical talent and gives significant insight into this outstanding creative community through photography and interviews with key figures. Amongst others it showcases the work of critically acclaimed artists such as Hrafnhildur Arnardóttir aka Shoplifter, who created the stunning hair sculptures for Björk's 'Medúlla' album, as well as the performance artists The Icelandic Love Corporation and the beautiful and haunting art of Riceboy Sleeps. Also included is exclusive fashion photography featuring the work of the award-winning designer Steinunn Sigurd, rock'n'roll label 'Dead' and the up-and-coming designers Eygló, Helicopter and Starkiller. The music section contains lively photography of well known bands such as Sigur Rós, Múm, GusGus, and Trabant as well as many others who define the Icelandic music scene. This eclectic mix is reflected in the audio CD which features 16 tracks from many of the bands.
Edited and written by photographer and stylist Charlie Strand, Project: Iceland is a unique testament to contemporary Icelandic creativity.
Tango met geit vertelt het tragikomische levensverhaal van twee broers die in een beschermd milieu opgroeien, waardoor ze het echte leven niet aankunnen. In hun met pastelkleurige impressionisten volgehangen ouderlijk huis, waar overal Mozart klinkt, zelfs op de WC, is er geen plaats voor de harde buitenwereld. Wanneer de broers daar onvermijdelijk toch mee geconfronteerd worden loopt het mis. Alleen het luisterend oor van een geit kan dan nog troost bieden.
Al Galidi presenteert met 'Ik ben er nog' zijn derde bundel columns. De verhalen zijn weer bijzonder veelzijdig. De ene column gaat over de vijanden van de Nederlandse vrouw, een ander over democratie zonder snor. Alledaagse observaties van iemand die ietwat verbaasd Nederland bekijkt worden afgewisseld met columns die meer een statement maken. Steeds worden ze gekenmerkt door een verassende invalshoek. Humor voert de boventoon, maar harde woorden worden niet gemeden.
NBD|Biblion recensie Deze derde bundel columns bevat evenals de vorige twee een grote verscheidenheid aan onderwerpen. De columns gaan onder meer over vreemde Nederlandse gewoonten, curieuze voorvallen, regels voor asielzoekers, gehoorzaamheid, vrouwen, seks en porno, honden, enz. Galidi observeert, interpreteert en schrijft op. Zijn onbekendheid met bepaalde woorden leidt soms tot hilarische toestanden. Ernstige onderwerpen belicht hij vaak speels en lichtvoetig, maar hij laat niet na de scherpe kanten te tonen. Al Galidi, geboren in Zuid-Irak, vroeg in 1998 in Nederland asiel aan. Inmiddels is hij een uitgeproducedeerde asielzoeker. De titel 'Ik ben er nog' is echter veelzeggend. In de korte tijd dat hij in Nederland is heeft hij zich de taal goed eigen gemaakt en vervolgens al veel gepubliceerd. Naast zijn columns met onder andere de bundel 'Dagboek van een ezel', publiceerde hij gedichten en enkele boeken, waaronder 'Mijn opa, de president en de andere dieren' uit 2004.
Als je doel Ihtaka is en je vertrekt daarheen, dan hoop ik dat je tocht lang zal zijn, en vol nieuwe kennis, vol avontuur.
Vrees geen Laistrigonen en Kyclopen, of een woedende Poseidon; je zult ze niet tegenkomen op je weg, als je gedachten verheven zijn, en emotie je lichaam en geest niet verlaat. Laistrigonen en Kyclopen, en de razende Poseidon zul je niet tegenkomen op je weg, als je ze al niet meedroeg in je ziel, en je ziel ze niet voor je voeten werpt.
Ik hoop dat je tocht lang mag zijn, de zomerochtenden talrijk zijn, en dat het zien van de eerste havens je een ongekende vreugde geeft. Ga naar de warenhuizen van Fenicië, neem er het beste uit mee. Ga naar de steden van Egypte, en leer van een volk dat ons zoveel te leren heeft.
Verlies Ithaka niet uit het oog; daar aankomen was je doel. Maar haast je stappen niet; het is beter dat je tocht duurt en duurt en je schip pas ankert bij Ithaka, wanneer je rijk geworden bent van wat je op je weg hebt geleerd.
Verwacht niet dat Ithaka je meer rijkdom geeft. Ithaka gaf je een prachtige reis; zonder Ithaka zou je nooit vertrokken zijn. Het gaf je alles al, meer geven kan het niet.
En mocht je vinden dat Ithaka arm is, denk dan niet dat het je bedroog. Want je bent een wijze geworden, hebt intens geleefd, en dat is de betekenis van Ithaka.
Konstantinos Kavafis (1863-1933) uit De Zahir van Paulo Coelho.
Flaptekst: In de zomer van 1907 eindigt een geologische expeditie in een ramp. Twee van de drie deelnemers verdwijnen op raadselachtige wijze in de Askja-krater, diep in het onherbergzame IJslandse binnenland. Volgens het overgebleven expeditielid vonden zij hun graf in het vulkaanmeer dat zij per boot wilden verkennen. Een jaar later is er een nieuwe expeditie naar de Askja - 'de knoop van IJsland' - onderweg. Ina von Münster is de verloofde van Walther von Treben, een van de verdwenen geologen. Zij wordt vergezeld door Hans Otten, een jonge collega van Von Treben. Beiden brengen hun eigen zorgen en verwachtingen mee naar IJsland. De nerveuze en labiele Ina moet tijdens deze reis naar de dood het verlies van haar geliefde zien te verwerken. Op haar hebben de leegte en de dramatische kracht van het IJslandse landschap een heel andere uitwerking dan op haar reisgenoot. De gevoelige Otten, die geboren en getogen is op een Oost-Fries eiland, levert zijn eigen gevecht met de spoken uit het verleden. Daarnaast drijven zijn ambities hem voort. Onderweg ontwikkelt er zich tussen hem en Ina een bijzonder contact, dat alleen onder deze extreme omstandigheden kon ontstaan. Nadat de gids hen in de Askja heeft achtergelaten, moet Ina de feiten onder ogen durven zien. Het wordt tijd dat er knopen worden doorgehakt. Door de aankomst van de man die de eerste expeditie overleefde, krijgt het verhaal een geheel nieuwe wending.
De knoop van IJsland is een meeslepend historische roman over twee mensen die in een barre omgeving met zichzelf in het reine proberen te komen. Tevens geeft de roman een indringend beeld van IJsland, een land dat zowel op romantische als minder romantische geesten een grote invloed heeft.
Als antropoloog en reisauteur is Gerrit Jan Zwier gespecialiseerd in noordelijke gebieden. Zowel over Lapland als IJsland schreef hij reisboeken.
Ik zie ik zie. De Aarsman Collectie.Uitgeverij Podium, Amsterdam, 2009
Fotograaf Hans Aarsman (1951) bespreekt iedere week in de Volkskrant een opvallende persfoto. In deze bundel zijn 42 columns opgenomen die verschenen tussen 2005 en 2008. De gekozen foto is het resultaat van een langdurige selectie van duizenden beelden die in een week op de krantenredactie binnenstromen. Aarsman selecteerde foto's die vragen opriepen. Vragen over het lot of het gedrag van de geportretteerden of over de werkwijze van de fotograaf. In zijn beschouwingen filosofeert hij al kijkend en interpreterend de gebeurtenissen van voor en na het fotomoment bij elkaar. Het zou waar kunnen zijn, of niet waar, dat doet er niet toe. Kijken, details niet over het hoofd zien. Daar gaat het om. Wat is er van het kuikentje geworden dat Poetin voorzichtig in het kommetje van zijn handen hield op een landbouwshow? Waarom worden er juist plastic varens gebruikt op het gazon van het Witte Huis om de camera's aan het oog te ontrekken. En verraadt de blik van een hospik niet, dat hij ondanks zijn reanimatiepogingen, de zwaargewonde militair al heeft opgegeven? Slow watching in de hectische beeldcultuur als in slow food tussen de magnetronmaaltijden. Vergelijkbaar met foto-overpeinzingen van Rudy Kousbroek.* Eerder verscheen een soortgelijke bundel 'De Aarsman collectie.**
Zilverig licht. Het noordelijk gevoel 2./ Gerrit Jan Zwier
Flaptekst: Wie indrukwekkende natuurlandschappen wil ervaren, reist graag naar het noorden. Gerrit Jan Zwier omschrijft de hang naar ruimte en eenzaamheid als `het noordelijk gevoel'. Ongetwijfeld gaat het om een romantisch sentiment. In Zilverig licht verkent hij de kuststreken van Spitsbergen, Noord-Noorwegen, IJsland en het Ierse Donegal. Spitsbergen is niet alleen rijk aan spectaculaire dieren - ijsberen, walrussen - maar ook aan bijzondere verhalen over poolreizigers en avonturiers. Op de buitenste eilandjes van de Lofoten volgt Zwier het spoor van de beroemde Noorse trollentekenaar Theodor Kittelsen, die daar grootse natuurindrukken wilde opdoen. Hetzelfde geldt voor de jonge Adriaan Roland Holst, de latere `prins der dichters', die in Donegal het mythische Ierland hoopte te vinden. Het onbekende Deurgebergte in Oost-IJsland is het decor voor een vermakelijk verslag van een voettocht, met Zwier in de rol van reisleider. Het afgelegen Pasvik in het noordoosten van Noorwegen, het domein van bruine beren en Laplanduilen, is weer zo'n gebied dat de fantasie van vele noordvaarders zal prikkelen.
De jonge Eliska, die als arts in een ziekenhuis werkt, wordt gezocht door de gestapo. De verzetsgroep waarvoor zij hand- en spandiensten verrichtte, is opgerold. Er is maar één manier om het vege lijf te redden, en dat is een nieuwe identiteit verwerven door te trouwen met een van haar patiënten. Deze Joza, een eenvoudige boswachter, neemt haar mee naar het afgelegen bergdorp Zelary, waar de tijd is stil blijven staan. Aanvankelijk is de stadse Eliska ongelukkig en vertwijfeld door wat haar overkomt, maar toch verzoent zij zich met haar lot en gaat ze het harde bestaan ver van de grote stad waarderen. Joza draagt haar op handen, en langzaam ontwikkelt de verhouding tussen hen beiden zich tot een diepe liefde.
NBD|Biblion recensie De naam van deze Tsjechische schrijfster is een pseudoniem voor Vera Hofmanova. Ze debuteerde in 2001, ruim 80 jaar oud. Haar debuut was een openbaring. Deze roman is haar tweede publicatie. Hij handelt over een liefdesrelatie tussen een jonge vrouwelijke arts, die in het verzet zit, en een wat oudere patient, die ze had opgeknapt. Om haar leven veilig te stellen trouwen ze met elkaar en trekken ze zich terug naar zijn dorp in een verlaten berggebied. Dit schijnhuwelijk ontwikkelt zich echter tot een ware liefde. Het verhaal wordt laconiek verteld, zonder sentimentaliteit, maar weet toch door de intensiteit van het gegeven te roeren. De stijl van Legatova is fris door de levendige korte dialogen en filmisch door de snel wisselende perspectieven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze roman succesvol is verfilmd, met als titel de (fictieve) naam van het bergdorpje Zelary (regie Ondrej Trojan, 2003). Kleine druk. (NBD|Biblion recensie, Drs. K. Mercks)
Een héél ander kaliber boek met IJsland in de hoofdrol:
Het koningsboek, van de auteur Arnaldur Indridason
De jonge IJslandse student Valdemar komt in 1955 in Kopenhagen aan en ontmoet er een IJslander die er al jaren aan de universiteit doceert. Ze delen een passie voor Oudijslandse manuscripten. De professor betrekt Valdemar bij zijn zoektocht naar het Koningsboek, een deel van de Edda, waaraan het IJslandse volk zijn identiteit ontleent. Op hun spannende tocht door Europa gaan ze het waardevolle manuscript achterna, dat in de Tweede Wereldoorlog gestolen is. Zelfs Nobelprijswinnaar Halldor Laxness duikt op en er vallen enkele lijken... Ik-verteller Valdemar neemt ons op zijn avontuur met de professor peinzend mee naar het verleden. De rasvertelling is om van te smullen: bijzondere details en spitse dialogen houden de lezer in de ban. In gestaag escalerende spanning worden we deelgenoot in de angsten, twijfels en passies van de personages. Wie personages verwacht als Erlendur, Sigurdur Oli en Elinborg uit eerder bekroond werk van de auteur, die van origine historicus is, komt bedrogen uit, maar zal toch gecharmeerd raken door de overtuigingskracht van deze factionthriller. Kleine druk.
Een 't(h)riller' in de letterlijke zin, althans ik zat bijna voortdúrend op het puntje van de zetel ;o) Buitengewoon meeslepend, spannend, vol historische hartstocht, ...
'De zon fonkelde in het ijs. Het water kabbelde in kleine golfjes heen en weer tussen de ijsbergen en de bruine stenen op de oever. Haar hart ging tekeer, bonsde in haar hals. Zou je van schoonheid een hartaanval kunnen krijgen? Minutenlang stond ze stokstijf en keek alleen maar. Hoe bestaat het dat een landschap van ijs de adrenalinestroom zo op gang kan brengen, vroeg ze zich af.' (Dans om de vulkaan./ Erika Veld)
Wanneer de veertigjarige Femke in een fotozaak een oproep ziet hangen waarin een plaats wordt aangeboden in een zomerexpeditie naar IJsland, besluit ze te reageren. Een reis van vier weken volgt, samen met vijf fotografen die ze niet kent. De schoonheid van het stille en pure IJsland betovert Femke, evenals de gids van de expeditie, Baldur, een man met het uiterlijk van een Viking. Een mythische wolfshond lijkt tussenpersoon als er een heimelijke relatie tussen Femke en Baldur ontstaat. Ze raakt in een kolkende maalstroom van gevoelens en gebeurtenissen die zowel verbonden lijken te zijn met het verleden van IJsland als met het fascinerende landschap. Blijft het bij een uitstapje in een wereld die haar vreemd is of heeft de expeditie haar leven voor altijd veranderd?
"De auteur James Levine ontdekt in de rosse buurt van Mumbai in een van de "kooien" een jonge vrouw die in een notitieboekje schrijft. Hij spreekt haar aan en zij vertelt hem over haar leven. Dit inspireerde Levine tot het boek "Het blauwe schriftje". James Levine schrijft over het jonge Indische meisje Batuk, over hoe ze opgroeide in een arm boerengezin en later uit gebrek aan geld aan een van de vele bordelen in Mumbai wordt verkocht. Op dat moment is ze slechts negen jaar oud. De onschuldige negenjarige wordt net als een willekeurig stuk vee geveild. In het (zogenaamde) weeshuis leert ze het klappen van de zweep kennen: de gruwelijke wetten kennen waaraan straatkinderen worden onderworpen. In haar "nest" (ander woord voor "kooi", waarin de vrouwen hun "werkzaamheden" moeten uitoefenen) moet ze gemiddeld tien mannen per dag "bedienen" en moet ze ter beschikking staan van een rijke maar meedogenloze puber, die ingewijdt moet worden in de omgang met vrouwen. Al die tijd vlucht Batuk zich in haar eigen wereld. Door gelukkige omstandigheden leert ze lezen en schrijven en een eigen pen samen met het blauwe notitieboekje vormen al snel haar belangrijkste bezit. Ze schrijft gedichten en verhalen en vrolijkt hiermee niet alleen zichzelf op maar ook haar medeslachtoffers. Het schrijven maakt haar leven draaglijker, maar soms weet ze de realiteit en haar eigen fantasie niet meer uit elkaar te houden. Zo is er een scene waar ze in een hotelsuite haar "werk" moest doen. Op de muur staat een levensgrote afbeelding van een tijger. Na een tijdje krijgt ze het idee dat deze tijger haar beschermt en voor haar opkomt. Ze spreekt zelfs met deze tijger. "Het blauwe schriftje" is een tamelijk treurig verhaal, maar Batuks korte sprookjes bieden hieraan een tegengewicht. Soms aangrijpend, soms vrolijk. Een wereld hoe die is en een wereld, hoe die volgens het meisje had moeten zijn. Levine laat in zijn boek zien dat deze werelden naast elkaar kunnen bestaan en het op die manier de mensen mogelijk maakt om in de meest wrede omstandigheden te overleven."
Het verhaal over een boekenverslindende rat trok mijn nieuwsgierigheid aan: 'Firmin', van Sam Savage. Persoonlijk vond ik het boek kwalitatief niet hoogstaand terwijl de kritieken zo vol lofuitingen waren...
Firmin wordt geboren in de donkere kelder van een rommelige boekhandel in Boston, een ontmoetingsplaats voor auteurs en verwoede lezers. Al snel blijkt dit ratje zich te onderscheiden van zijn broertjes en zusjes: hij is een groot boekenliefhebber. Sterker nog, hij verslindt ze. Een geletterde rat is echter zeldzaam en Firmin zoekt een zielsverwant in boekhandelaar Norman Shine en in Jerry Magoon, een verstokte, mislukte schrijver, maar voor Firmin een held. Nu Firmin in de boekwinkel zijn onverzadigbare honger naar literatuur probeert te stillen aan de hand van onder andere Oliver Twist, Alice in Wonderland, Don Quichot en Lolita worden zijn emoties steeds menselijker en leert hij tegelijkertijd de barre buitenwereld kennen
Ik hoor de vogels vliegen. Een jaar tussen de nomaden in Mongolië./ Louisa Waugh
"De grootste verandering is het geluid - of liever gezegd de stilte. Het geluid waar ik al mijn hele leven aan gewend ben, de televisie, de deurbel, de telefoon - allemaal verdwenen. Het is hier zo stil dat ik de vleugels kan horen van een vogel die over het dak fladdert."
Twee jaar werkte Louisa Waugh als journalist in Ulaanbator, de hoofdstad van Mongolië. Toen besloot ze naar Tsengel te verhuizen, een klein dorpje in het uiterste oosten van dit uitgestrekte land, om Engelse les te geven. Ik hoor de vogels vliegen is het verslag van een jaar te midden van een gemeenschap die probeert een bestaan op te bouwen onder de moeilijkst denkbare omstandigheden. De winter duurt zes maanden en in januari vriest het bijna 50 graden. De dorpelingen, met name de mannen, laven zich aan 'arikh' en lokale goedkope wodka die de illusie wekt van warmte en afleiding. Louisa Waugh schrijft vol mededogen over de bewoners en vol bewondering over het landschap dat even adembenemend mooi als onbarmhartig is.
Waugh schreef dit journalistiek-literaire verslag naar aanleiding van een verblijf in Tsengel, een dorp in het uiterste westen van Mongolie. Na twee jaar in de hoofdstad als lerares Engels en redacteur/journaliste gewerkt te hebben kiest ze voor dit onherbergzame gebied omdat ze gefascineerd is door de steppe en het nomadenleven. In Tsengel kan ze Engelse les geven. Ze woont achtereenvolgens bij twee gezinnen, bouwt vooral met vrouwen goede vriendschappen op en probeert zich zoveel mogelijk aan te passen aan het dagelijks leven. De beschrijving van de dagelijkse activiteiten en gebeurtenissen wordt afgewisseld met informatie over de geschiedenis van Mongolie en de drie bevolkingsgroepen die in Tsengel samenleven, beschrijvingen van de natuur (waarin nog zoveel stilte is dat je de vleugels hoort van overvliegende vogels) en reflecties van de schrijfster over haar eigen positie. Ze beseft dat ze de meest bijzondere tijd van haar leven meemaakt, maar ze heeft ook een groeiend gevoel van eenzaamheid en afstand ten opzichte van de moeilijke leefomstandigheden. Een meeslepend verhaal waarin een redelijk onbekend gebied en volk met mededogen wordt beschreven door een westerse passante.
The Movable Book of Letterforms Designed and Constructed by Kevin Steele Master of Fine Arts program Henry Radford Hope School of Fine Arts Indiana University, Bloomington, IN 2009
'Want zowel droom als werkelijkheid kan men maar beter niet al te serieus nemen'.
Dit is een centrale zin in dit boek en over dit boek. Speelt het zich nu af in Servie of in de Mongoolse hoofdstad Oelan Bator? De hoofdpersoon krijgt een brief van een vriend, die zelfmoord heeft gepleegd (of is dat ook niet waar?) met de opdracht om naar Mongolie te gaan. Daar logeert hij in hotel Djengis Khan, ontmoet een protestantse bisschop uit Nederland en een - tot leven gewekte - dode man, die een betoog over de tijd houdt. Hij loopt over het plafond, bezoekt een bordeel achter een viswinkel, drinkt thee met een van de meisjes, ontmoet zijn nooit geziene eerste liefde. Tussendoor reflecteert de schrijver over zijn behoefte om te schrijven, over deze wereld, die volgens hem zo onleefbaar is omdat wij mensen elkaar nooit met rust laten... Fantastische, absurde gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op. Spiegels, films, alcohol, het speelt allemaal een rol in deze roman, waarin droom en werkelijkheid elkaar afwisselen. Eerste vertaling van werk van de vooraanstaande en veelbekroonde Servische schrijver (1953). Paperback; kleine druk.
Yukari Hayashi: The Tibetan Book of the Dead (dvd)
Deel 1: Een Levensweg Deel 2: De Grote Bevrijding Met commentaar van Leonard Cohen
Het Tibetaanse Dodenboek is een mysterieus geschrift dat in de achtste eeuw werd geschreven door de Indiase boeddhistische leraar Padmasambavha. Eeuwenlang lag dit boek begraven in de Himalaya totdat het in de vijftiende eeuw herontdekt werd. Deel 1 van deze pakkende documentaire beschrijft de reis van de ziel van een overleden man vanaf het moment van overlijden tot en met zijn wedergeboorte, 49 dagen later. In deel 2 volgen we een oude Tibetaanse monnik en zijn leerling nadat zij de begrafenis van een dorpsgenoot hebben bijgewoond. De monnik fungeert als gids voor de ziel van de man die nu aan zijn grootste reis begint. De boodschap van de film is dat de dood niet alleen een bron hoeft te zijn van angst en verdriet, maar ook van vreugde en bevrijding. Op fascinerende wijze in beeld gebracht door Ishu Patel. 2x 46 minuten, Nederlands ondertiteld
Initiatieverhaal waarin een oude jager een twaalfjarig, ontspoord jongetje inwijdt in de geheimen van de natuur en het leven
De zwijgzame Erken woont in een primitief Kazachs dorp samen met zijn moeder, de plaatselijke uitdagende schoonheid. Als een wolvenjager van de steppe arriveert en de nacht met zijn moeder doorbrengt, reageert Erken boos en gekwetst. Hij steelt het paard en wapen van de jager en richt vernielingen aan in de dorpswinkel. Om de jongen voor een gevangenisstraf te behoeden, neemt de jager hem mee op een tocht door de ruige bergen. Tijdens de reis leert de jongen de wetten van de natuur te respecteren. De jager helpt hem zijn innerlijke kilte, zijn 'koude adem', te verdrijven, en zijn plaats in de Kazachse wereld te vinden.
'Anshi' is geregisseerd door Serik Aprimov, die hiermee terugkeert naar de plaats waar hij is opgegroeid: de Kazachse steppen. Aprimov behandelt in 'Anshi', net als in zijn vorige film 'Tri Brata' uit 2000, de botsing tussen eeuwenoude tradities en moderne gebruiken. Aprimov vertegenwoordigt samen met de regisseurs Amir Karakoelov en Darezjan Omirbajev ('The Killer') de Kazachse New Wave. In 2000 was hij 'Filmmaker in Focus' tijdens het International Film Festival Rotterdam, waar zijn gehele oeuvre te zien was. 'Anshi' won tijdens het Locarno International Filmfestival 2004 de C.I.C.A.E./Arte Award en de Netpac Award. Daarnaast werd 'Anshi' genomineerd voor een Gouden Luipaard.
'Een schitterend gebrek' van Arthur Japin ademloos uitgelezen...
In zijn memoires vermeldt Casanova terloops dat Lucia een van de weinige vrouwen is die hij ooit onrecht heeft aangedaan. Maar hoe? Wat is er werkelijk gebeurd? Waarom deed Lucia afstand van haar geluk? Een schitterend gebrek is haar verhaal, het verslag van een uitzonderlijk leven. Het begint wanneer Lucia, vele jaren later, Casanova in een Amsterdams bordeel bij toeval tegen het lijf loopt. Hij heeft er geen weet van dat zij het is omdat ze haar door de pokken mismaakte gezicht onder een sluier verbergt, en hij probeert haar te veroveren op de van hem bekende wijze. Voor Lucia is de schokkende confrontatie aanleiding tot een reconstructie: haar jeugd in de Veneto, haar kortstondige maar heftige liefde voor Casanova, de verwoestende ziekte die haar trof, haar vlucht naar Amsterdam en haar werk als hoer. Langzaam wordt duidelijk dat haar verdwijning geen verraad was maar een daad van liefde. Ten slotte verricht zij de truc die hem verlost van zijn herinnering aan haar en die haarzelf bevrijdt van haar verleden.
Fort Europa. Hooglied van versplintering./ Tom Lanoye
Flaptekst: Steeds meer Europeanen wantrouwen 'Brussel' en zijn bureaucratie. Ze verlangen terug naar hun land van weleer, met overzichtelijke grenzen en vertrouwde structuren. Zo valt Europa kibbelend uiteen. Tegelijk bouwt het eensgezind een muur om zich heen, die gelukzoekers en vluchtelingen moet buitenhouden. Over die tweespalt schreef Tom Lanoye een novelle. Wie zijn toch die bewoners van dat fort? Waarom bouwen ze het? En wat verdeelt hen, terwijl ze zich net proberen te verenigen?
Recensie: Hoe verder met Europa? Dat is een vraag die centraal staat in deze veelstemmige novelle (flap: 'stemmenballet'). Enerzijds is er de geschiedenis, zijn er de verworvenheden, de tegenstellingen, is er Belgie als slachtoffer, zijn er de kathedralen, het christendom, zijn er de 'vernietigde joden', is er de filsofie van Schopenhauer (die niet erg wordt uitgelegd...). Anderzijds is er de stambiologie en de 'Nieuwe Mens', is er de falende ondernemer. En ten slotte zijn er drie hoeren met als toekomstbeeld een vrouw met Chinese voetjes. Zo wordt er in deze vaak luid klinkende teksten gefantaseerd, gespeculeerd, in tegenstellingen gebrainstormd, meer levensecht dan men wel eens geneigd is te denken. Hoewel er af en toe interessante 'doorzichten' en 'inzichten' zijn, blijft het geheel toch nogal in kreten steken. (Biblion recensie, Drs. K. de Jong Ozn.)
Ben jij een algemene verzamelaar of een specialist? Hoe deel jij je boeken in? Ben je bang om onder een lawine boeken terecht te komen? Een boekenkast vol geesten gaat over onze eigen verzamelwoede en over andere verzamelaars, over de liefde voor en verleidingen van boeken. Onze boekenkast toont ons wie wij zijn, en is niets minder dan een plaats waar het labyrint van onze diepste gevoelens een plek krijgt.
NBD|Biblion recensie Altijd een heerlijk onderwerp: de liefde voor het boek, het verzamelen van boeken, de bibliofielen en bibliomanen, het indelen van de boekenkasten, dagboeken, de bibliotheek, lezen en herlezen, hoe leest men?, het problematische formaat van kunstboeken, het zoeken naar en vinden van boeken, zeldzame boeken, bestaande en fictieve personages, de wereld van het boek en het boek ten opzichte van de wereld, verdwenen boeken, de geschiedenis van een boek, door vroegere bezitters geannoteerde boeken etc. Menigvuldig zijn de onderwerpen die de vanzelfsprekend zeer Frans georienteerde Jacques Bonnet in dit alleraardigste boekenboekje aansnijdt. Hij is, zeg maar, de Martin Ros van Frankrijk. En hij kan prettig schrijven, lees maar: (na een passage over lijstjes van auteurs die men nog wil lezen gaat hij verder met) 'Maar wie lijstjes zegt, zegt reeks. Ik ben geen verzamelaar en ook geen bibliofiel, maar ik lijd aan een hardnekkige kwaal: ik kan niet tegen incomplete series.' En dan gaat hij heerlijk verder met titels noemen, veel titels en jaartallen en namen in dit boekje en beschrijft hij de zoektocht naar het enige nog ontbrekende boek uit een serie. Voor boekengekken, dit amusante boekenboek.
De eenzaamheid van de priemgetallen./ Paolo Giordano
De eenzaamheid van de priemgetallen is het aangrijpende verhaal van een bijzondere vriendschap dat de lezer vanaf de eerste pagina in zijn greep houdt, en een grandioos debuut waarmee Paolo Giordano blijk geeft van een scherp inzicht in de complexe menselijke psyche. Het boek krijgt louter positieve recensies en is populair onder lezers. Sinds De eenzaamheid van de priemgetallen op 8 januari van dit jaar verscheen zijn er 55.000 exemplaren van verkocht.
De zevenjarige Alice moet van haar vader elke dag tegen haar zin naar skiles. Op een mistige ochtend zondert zij zich af van haar skiklasje en besluit ze de afdaling alleen te maken, maar ze komt ten val en raakt voor de rest van haar leven verlamd aan een been. Mattia is de helft van een tweeling. Hij is hyperintelligent, zijn zusje Michela is zwakbegaafd. Als de tweeling wordt uitgenodigd voor een verjaardagspartijtje schaamt Mattia zich bij voorbaat voor het gedrag van Michela en hij besluit om haar op een bank in het park achter te laten met de opdracht dat ze daar op hem moet wachten. Als hij terugkomt is zijn zusje verdwenen en zij wordt nooit meer gevonden. Op de middelbare school kruisen de levens van Alice en Mattia elkaar en er ontstaat een merkwaardige vriendschap. Ze voelen zich vanaf de dag van hun ontmoeting verbonden, maar merken al snel hoe moeilijk het is om wezenlijk contact met elkaar te krijgen. De eenzaamheid van de priemgetallen is het aangrijpende verhaal van een bijzondere vriendschap dat de lezer vanaf de eerste pagina in zijn greep houdt, en een grandioos debuut waarmee Paolo Giordano blijk geeft van een scherp inzicht in de complexe menselijke psyche.
Tijdens een hectische nacht in het centrum van Uppsala is Sebastian Holmberg vermoord. Er is een verdachte met een motief: Marcus zou Sebastian hebben gedood omdat die zijn vriendin heeft afgepikt. Maar volgens inspecteur Ann Lindell is Marcus niet tot zon daad in staat. Zonder dat Ann Lindell dit weet, is er een tweede verdachte, uit een geheel andere hoek. Ali heeft zijn neef Mehrdad in de relnacht bij de vermoorde jongen gezien en verdenkt hem. Mehrdad ontkent. Hij vraagt Ali de echte dader op te sporen en besluit vervolgens deze dader te chanteren.
Susan Sontags inmiddels klassiek geworden Over fotografie is een baanbrekend onderzoek naar de rol van beelden in onze media-cultuur. Het handelt over de bedoelde en onbedoelde effecten van fotografie. Sontag, destijds winnaar van de National Book Critics' Circle Award for Criticism, weet het moderne leven zo scherpzinnig te vangen dat kritische vragen niet uitblijven.
NBD|Biblion recensie Susan Sontag (1933-2004), schrijfster van romans, korte verhalen, opstellen en essays en tevens cineaste, werd vooral bekend door haar bundel bekroonde essays 'On Photography' die in 1973 een internationale bestseller werd. De - ook in de uitmuntende vertaling opgenomen - essays bevatten een kritisch onderzoek naar de wezenskenmerken van de thans alomtegenwoordige foto als beeld en verbeelding, naar de waarde ervan als document en informatiedrager en beschouwingen over de verhouding tot kunst, kennis en zelfervaring. Naast de behandeling van velerlei maatschappelijke en politieke fenomenen worden verhelderende analyses gegeven van het werk van vele vooraanstaande fotografen. De beeldende stijl maakt foto's overbodig. Een bloemlezing van citaten besluit deze paperbacketeditie. Sinds 1973 vaak herdrukt en nog steeds van importantie. Verplichte kost voor fotografen en kunstenaars.
De ongelooflijke lotgevallen van een arme geluksvogel
Ik ben gearresteerd. Voor het winnen van een spelprogramma. Ze kwamen me gisteren halen, toen zelfs de zwerfhonden lagen te slapen. Ze beukten mijn deur in, sloegen me in de boeien en sleurden me mee naar een jeep met een rood zwaailicht. Er was geen tumult. Niemand kwam zijn hut uit. De enige die iets riep toen ik werd gearresteerd, was de oude uil in de tamarinde. Arrestaties zijn in Dharavi net zo gewoon als zakkenrollers in de trein. Er gaat geen dag voorbij zonder dat een of andere ongelukkige plaatsgenoot naar het politiebureau wordt afgevoerd. Sommigen worden wild schreeuwend en zich verzettend meegesleurd door de agenten. En anderen gaan rustig mee. Degenen die de politie verwachten, er misschien zelfs op wachten. Voor hen is de komst van de jeep met het rode zwaailicht zelfs een opluchting. Achteraf gezien had ik misschien moeten schreeuwen en trappen. Had ik moeten zeggen dat ik onschuldig was, had ik herrie moeten schoppen en de buren moeten alarmeren. Niet dat dat iets zou hebben geholpen. Zelfs als het me was gelukt een paar bewoners wakker te maken, zou niemand een vinger hebben uitgestoken om me te helpen. Mijn buren zouden met slaperige ogen het tafereel hebben gadegeslagen en een afgezaagde opmerking hebben gemaakt als: 'Daar gaat er weer een.' Dan zouden ze hebben gegaapt en weer naar bed zijn gegaan. Mijn vertrek uit de grootste sloppenwijk van Azië zou geen enkele invloed op hun levens hebben gehad. 's Ochtends zou dezelfde rij bij het water staan te wachten en zou dezelfde dagelijkse strijd zijn begonnen de trein van halfacht te halen. Ze zouden niet eens de moeite doen te achterhalen waarom ik was gearresteerd. Nu ik erover nadenk, realiseer ik me dat ik me dat niet eens afvroeg toen die twee agenten mijn hut binnenstormden. Als je hele bestaan zelf 'illegaal' is, als je in armoede in een stedelijk niemandsland woont waar je moet knokken voor een vierkante centimeter ruimte en zelfs in de rij moet staan om te kunnen poepen, heeft een arrestatie iets onontkoombaars. Je wordt geconditioneerd te denken dat er op een dag iemand verschijnt met een dagvaarding met jouw naam erop, dat er uiteindelijk een jeep met een rood zwaailicht voor jou komt. Er zullen mensen zijn die zeggen dat ik dit over mezelf heb afgeroepen. Door aan die spelshow mee te doen. Die zullen met hun vinger naar me zwaaien en me eraan helpen herinneren dat de ouderen in Dharavi zeggen dat je nooit over de lijn mag stappen die de armen van de rijken scheidt. Want waarom doet een straatarme ober mee aan een kennisquiz? De hersenen zijn geen orgaan dat wij mogen gebruiken. Wij horen alleen onze handen en voeten te gebruiken. Konden ze maar zien hoe ik die vragen heb beantwoord. Dan zouden ze na mijn optreden met respect naar me hebben gekeken.
Wat is het centrale idee achter De ongelooflijke lotgevallen van een arme geluksvogel?
"De ongelooflijke lotgevallen van een arme geluksvogel heeft twee, met elkaar verbonden, verhaallijnen. Het is het levensverhaal van een weeskind dat op straat leeft, genaamd Ram Mohammed Thomas en het is het verhaal van het reilen en zeilen bij een televisiequiz genaamd Wie wint een biljoen. Ik heb zelf met meerdere quizen meegedaan, en ik was nieuwsgierig naar de ideeënvorming en het psychologische proces dat zich in het hoofd van een deelnemer afspeelt. Zoals een van de personages in het boek al zegt: 'Een quiz is niet zozeer een kennistest maar meer een test van het geheugen'. Onze herinneringen worden geproduceerd door verschillende factoren: onze ervaring, onze dromen en wensen en niet alleen maar door wat er ons geleerd wordt op school. Ik ben altijd onder de indruk geweest van de kennis en wijsheid die het gewone volk bezit. Ik herinner me een nieuwsitem, zo'n tien jaar geleden, over hoe straatkinderen in een Indiase stad zelf een gratis mobiel internet-netwerk hadden opgezet. Dus ik heb deze twee thema's naast elkaar geplaatst: een televisieshow en een deelnemer die nooit formeel onderwijs heeft gehad en die 'straat-wijsheid' heeft in plaats van 'boeken-wijsheid'. En er is ook nog een onderliggende boodschap: minacht of onderschat nooit iemand puur vanwege de omstandigheden waarin hij zich bevindt. "
Bron: Uit een interview met de auteur.Het boek is heruitgegeven en verfilmd onder de controversiële titel Slumdog Milllionaire. De film heb ik (nog) niet gezien en ik denk dat ik hier blij om ben...
Zo begint de thriller die ik gisterenavond in één ruk heb uitgelezen: Tot de woede is geluwd./ Asa Larsson
Recensie: VrouwenThrillers.nl (Diana) op 2 mei 2009: "Het verhaal begint op negen oktober bij de zeventienjarige Wilma Persson en de bijna twee jaar oudere Simon Kyrö. Twee jongelui, gefascineerd door een vliegtuigwrak dat zich op de bodem van het Vittangimeer bevindt middenin een langgerekt, uitgestorven gebied. We beleven de laatste minuten door hun ogen en weten gelijk dat hun sterven geen ongeluk is. Met deze introductie is het spanningsveld neergelegd als een sneeuwdeken dit doet over de Zweedse ongerepte natuur. Hiermee weet de auteur de lezer meteen te boeien en zeker als blijkt dat ook na haar dood Wilma nog steeds aanwezig is.
Een half jaar later, op zestien april om precies te zijn, wordt haar lichaam gevonden door een oudere man. Wilma kijkt van bovenaf mee en laat zich zo nu en dan zien in een droom. De dromen worden opgepikt door openbaar aanklager Rebecka Martinsson en zij probeert te ontcijferen hoe de vork in de steel zit. Vooralsnog duidt alles op een noodlottig ongeval en daardoor komt maar langzaam het besef dat er meer aan de hand is. Uit het autopsie-onderzoek blijkt dat Wilma niet is gestorven in de rivier waarin ze is gevonden en wordt de herkomst van de schuurdeur achterhaald die over het wak is gelegd waar de jonge duikers het water in zijn gegaan. Ook in de familie van Wilma is het een en ander aan de hand. Er zijn nog veel meer details die niet meteen duidelijk zijn. Ook het vliegtuigwrak heeft een achterliggende geschiedenis die wordt ontrafelt. Want dat er veel verborgen ligt in de ijzige diepte is duidelijk."
Het lelietheater speelt zich af in de jaren 19711974, de periode waarin de Culturele Revolutie haar hoogtepunt beleefde.
In een zeer eigen en lyrische stijl beschrijft Lulu Wang deze turbulente wereld gezien vanuit Lian, een meisje van twaalf, dertien jaar. Vol verbazing beziet Lian het gedrag van de volwassenen om haar heen. Onder hen bevinden zich niet alleen verklikkers en opportunisten, sadisten en machtswellustelingen, maar ook mensen die zichzelf opofferen en mensen die hun integriteit niet verliezen.
Het lelietheater is tevens het hartverscheurende verslag van een onmogelijke vriendschap tussen twee meisjes uit verschillende kasten.
Lian behoort tot de eerste kaste; haar ouders zijn intellectuelen, en om die reden verbannen naar strafkampen. Nadat bij Lian een huidziekte is geconstateerd krijgt ze toestemming om zich bij haar moeder te voegen.
In het kamp weet ze zich omringd door de crème de la crème van de Chinese intellectuelen. Ze krijgt onder meer les van de beroemde professor Qin; haar lessen vertelt ze door aan de kikkers en krekels in een achter het kamp gelegen meer, dat ze tot lelietheater heeft omgedoopt.
Kim behoort tot de derde kaste: haar ouders zijn straatarm en wonen in de modderhuisbuurt van Peking. Ondanks Maos verheffing van de laagste kasten is Kim de verschoppelinge op de school van Lian; ze wordt tot op het bot vernederd door haar klasgenoten. Op het moment dat Lian de brug naar de vriendschap heeft geslagen, verdwijnt Kim van school om op een verschrikkelijke manier wraak te nemen
"Jose, een saaie ambtenaar op het z.g. Algemeen Archief van de Burgerlijke Stand, verzamelt krantenknipsels van beroemde mensen. Op een dag gaat zijn aandacht per toeval uit naar de geboorte-akte van een onbekende vrouw. Jose heeft een doel in zijn leven gevonden. Hij wil een reconstructie van het leven van deze vrouw maken. De weleer makke ambtenaar lapt nu alle regels aan zijn laars. Leugen, inbraak, werkverzuim, vervalsing van officiele documenten: het doel heiligt de middelen. Zijn nieuwsgierigheid wordt een ware obsessie. Zijn speurtocht is een verzetsdaad. Na een uitputtende speurtocht ontdekt Jose dat de onbekende vrouw zelfmoord heeft gepleegd. Jose is een ander mens geworden. De Portugese schrijver (1922, winnaar van de Nobelprijs 1998) heeft een intrigerende en prachtige roman geschreven die ons de meest donkere en negatieve kanten van de hedendaagse maatschappij laat zien: eenzaamheid, anonimiteit en volgzaamheid. Een juweeltje. Uitstekende en verzorgde vertaling naar het Nederlands. Kleine, compacte druk."
"Haya Tedeschi zoekt al jarenlang en schijnbaar tevergeefs naar haar zoon Antonio, die voortkwam uit een korte ontmoeting met een SS-officier tegen het einde van de oorlog. Haar zoon was een van de vier miljoen kinderen die bij hun ouders werden weggeroofd voor het Lebensbornproject van de nazis. In tegenstelling tot haar familie wil Haya weten wat er werkelijk is gebeurd, en niet langer haar ogen sluiten voor de gepleegde wandaden. Ze verzamelt haar leven lang documenten en stelt met grote zorgvuldigheid een collage samen, die niet alleen over de Tweede Wereldoorlog verhaalt, maar ook over de lotgevallen van enkele individuen.
De hele twintigste eeuw passeert in het boek: de Eerste Wereldoorlog met de massale veldslagen aan de Isonzo/Soca, de opkomst van het Italiaanse fascisme, en de Tweede Wereldoorlog, waarin de familie Tedeschi korte tijd naar Albanië wordt gedeporteerd, de Duitse bezetting van Noord-Italië in 1943 en 1944 en het Lebensbornproject, tot aan de huidige tijd, waarin de overlevenden van de familie gevangenen zijn van het verleden, waarin gerechtigheid uitblijft en de nabestaanden, van zowel slachtoffers als daders, nogmaals gestraft worden, dit keer met een verschroeiend schuldbesef.
De tekst maakt door de bijtende ironie grote themas bespreekbaar en vertelt het verhaal van de zwijgende meerderheid, van mensen die niets horen of zien en die niet over de rand heen durven kijken. Zonneschijn heeft geen heroïsche hoofdpersonen, geen van hen verandert de wereld de roman bestaat slechts uit het verhaal van al deze individuen, uit kleine verhalen.
In Zonneschijn gaat Drndić niet in op de banaliteit van het kwaad, maar onderzoekt ze waarom mensen aangezet worden tot misdaden, en hoe mensen rustig kunnen slapen terwijl de geschiedenis onder hun handen verandert."
Zonneschijn was de naam van een euthanasiecentrum in Oostenrijk. Daar begon SS-er Kurt Frank zijn dodelijke carrière die via Treblinka naar een doodsfabriek vlakbij Triëst en Görz zou leiden. In Görz, nu Gorica, drie-landenpunt en vier-talenpunt, maakte hij een 22-jarig meisje, Haya, zwanger. Frank verdween en het zoontje werd april ¿45 ontvoerd. Op hoge leeftijd krijgt Haya, van herkomst Italiaans en joods, na 62 jaar te horen dat haar kind elders is opgegroeid als een van de honderdduizenden kinderen betrokken bij het rassenexperiment Lebensborn. Ook hij hoort nu pas dat hij niet als Hans, maar als Antonio geboren is. Het leidmotief van deze documentaire roman is: achter elke naam schuilt een verhaal. Het wordt geïllustreerd door een lijst met de namen van 9000 joden die uit Italië gedeporteerd zijn. Haya maakt van haar leven een kaartenbak, met o.m. profielen van een groot aantal nazi-daders. Een indrukwekkend boek, deze roman van de Kroatische schrijfster (1946): elke leven erin is inderdaad één verhaal uit vele. Gebonden; kleine druk, volle bladspiegel. - J.F. Vogelaar
"Tenslotte is Zonneschijn een aanklacht. Er zit veel ingehouden verontwaardiging in over de hypocrisie van het Rode Kruis in het zogenaamd neutrale Zwitserland, over de Kerk die verloren of gestolen Joodse kinderen liet dopen en zelfs na de oorlog verstopte voor de ouders of over de nagenoeg onbekende maar s werelds grootste archieven over WOII in het Duitse Bad Arolsen, die helaas niet zomaar toegankelijk zijn. Als het mysterie van de verdwenen zoon bijna is opgelost, schrijft Drndić: ( ) waarom zouden we onderzoek doen, het leven gaat voort, je moet naar de toekomst kijken, houden mensen zichzelf voor, zeggen ze tegen anderen, tegen ons, overal wordt zo gesproken, thuis, op school, vanaf de bühne, zo praten ouders, vrienden en politici; zo praten priesters, de kerk als geheel. Dat kan natuurlijk tellen als uitspraak in het streng katholieke Kroatië, dat nog steeds niet in het reine is met zn 20ste eeuwse geschiedenis. Maar misschien geldt dat ook wel voor de rest van Europa."
"Een historische thriller voor de liefhebbers van Eco's 'In de naam van de roos'. Het is 11 september 1683. In Europa dreigt een nieuwe grote oorlog: de Turken belegeren Wenen. Angst voor de Moslims houdt christelijk Europa in haar greep. Tien gasten uit verschillende Europese landen logeren in herberg De Schildknaap in Rome. Als een oude heer in de herberg om het leven komt, vermoedelijk ten gevolge van de pest, moeten alle gasten in quarantaine. Maar het blijft niet bij dit ene sterfgeval. Gaat het hier werkelijk om gevallen van de gevreesde zwarte dood, of is er sprake van moordaanslagen? Een van de gasten, Atto Melanie, een geheim agent van de koning van Frankrijk, zoekt de zaak tot op de bodem uit en doet wereldschokkende ervaringen. 'Imprimatur' is een van het begin tot het eind spannend, goed geschreven raamvertelling, gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen en vol levendige details over muziek, receptuur en kleding uit die tijd. De plot van de roman betreft een historische onthulling die de auteurs na jarenlang archiefonderzoek voor het eerst aan de openbaarheid prijsgeven."
"In het voorjaar van 2002 was 'Imprimatur' van Rita Monaldi en Francesco Sorti korte tijd een bestseller in eigen land. De Italiaanse uitgeverij Mondadori kon de thriller over een moord in het zeventiende-eeuwse Europa twee keer herdrukken. Tot het Vaticaan zich ermee bemoeide. Omdat de auteurs in het boek onthulden dat paus Innocentius XI de protestantse, Nederlandse koning Willem III financierde, zette het Vaticaan de uitgeverij, eigendom van Berlusconi, onder druk de verkoop te staken. Ook andere uitgevers durfden zich daarna niet meer aan het boek te wagen.
Ondertussen werd 'Imprimatur' een wereldwijde hit. Vertaald in twintig talen, verschenen in 45 landen, gingen meer dan 250.000 exemplaren van het vuistdikke boek over de toonbank. Ook in Nederland en Vlaanderen was het debuut van Monaldi & Sorti een enorm succes."
El secreto de sus ojos./ Juan José Campanella - Argentinië/Spanje - 2009 - 127 min
Ricardo Darín, Soledad Villamil, Javier Godino, Guillermo Francella,
"In deze nieuwste Argentijns-Spaanse productie van regisseur Juan José Campanella, bekend van El hijo de la novia, speelt Ricardo Darín de rol van Benjamin Esposito, een voormalig gerechtelijk ambtenaar. Ook na zijn pensioen blijft hij in de ban van een gruwelijke onopgeloste misdaad van 25 jaar geleden. Door zijn memoires te schrijven hoopt hij daar alsnog komaf mee te maken. Hij deelt zijn intenties met rechter Irene Menéndez, destijds zijn directe superieur, waar hij reeds lang verliefd op is. De magie is er nog altijd. Maar ook de onmacht om daar iets mee te doen. In uitvoerige flashbacks krijgen we flarden te zien van de gruwelijke misdaad. Benjamin is vastbesloten om de zaak te heropenen. Tegelijkertijd wordt een beeld gegeven van een tijdperk: Argentinië ten tijde van de militaire juntas en de gerechtelijke corruptie die aan deze periode voorafging. De film behelst zowel een liefdesverhaal, een heerlijke comedy, een politiek kritisch pamflet als een thriller en biedt meer dan twee uur lang boeiende en onderhoudende cinema."
'Ik hoop dat we allemaal klaar zijn om de wereld der verschijnselen te verlaten en die van het verhevene binnen te gaan?'' Met deze woorden opent Julian Morrow, docent Grieks, steevast zijn colleges voor een select groepje van vijf. De verborgen geschiedenis begint wanneer Richard Papen, de verteller, in het elitaire clubje wordt opgenomen.
,,Echte schoonheid is altijd schokkend,'' zegt Julian wanneer hij het heeft over Euripides' tragedie Bacchae . Daarin proberen gewone stervelingen zichzelf voor even te verliezen in een soort religieuze extase, die gekenmerkt wordt door dans, razernij, visioenen en - af en toe - doodslag. Henry, de onuitgesproken leider van de groep, wil het oeroude Griekse ritueel uitvoeren. Het loopt grondig fout en een buitenstaander wordt gedood.
Dat De verborgen geschiedenis zo'n onweerstaanbare, hypnotiserende roman is, heeft veel te maken met de schitterende vertelstem van Richard Papen. Hij wil zich presenteren als de alwetende buitenstaander, maar maakt zijn handen vuiler dan hem lief is. Samen met hem raak je gecharmeerd door deze wereldvreemde, excentrieke studenten. Tartt zorgt ervoor dat je veel meer sympathiseert met de immorele Henry, Camilla, Charles en Francis dan met hun tweede dodelijke slachtoffer, Bunny. Die is ook lid van het clubje, maar dreigt uit de biecht te klappen na het uit de hand gelopen ritueel.
De verborgen geschiedenis is veel meer dan een spannende thriller. Het is geen whodunit, want op de beginbladzijden weet je al wie Bunny heeft vermoord. Eigenlijk is dit een verhaal over schuld en boete. Tartt schreef een moderne Griekse tragedie, die zich hier en daar vermomt als een sociale satire - vooral tijdens de begrafenis van Bunny - of als een campusroman.
De verborgen geschiedenis was meteen een immens succes. Bret Easton Ellis - een medestudent van Tartt - wordt vaak aangehaald als vergelijkingspunt. Op ideologisch vlak zijn er raakvlakken - ook Tartts personages zijn vergeefs op zoek naar authentieke ervaringen - maar stilistisch refereert Tartt veeleer aan de Victoriaanse romans waar ze als kind zoveel van hield, luidens haar autobiografische essay Sleepytown: A Southern Gothic Childhood, With Codeine . Er zijn ook gelijkenissen in toon met Evelyn Waughs Terug naar Brideshead , nog zo'n verhaal over gecorrumpeerde jeugd.
Donna Tartt werd een literaire ster die - zo vertelde een Nederlandse fotograaf me ooit - overal haar kapster meetroont zodat ze er op elke foto even onberispelijk uitziet. Over Tartt, die niet veel vrijgeeft over haar privéleven, circuleren de wildste geruchten. Maar de vraag of ze net zo'n zuipschuit was als de studenten uit haar boek, doet er eigenlijk weinig toe. De verborgen geschiedenis is een roman waar ik me bij een eerste lectuur niet kon van losrukken, ook al was ik met vakantie op de feeërieke Noorse Lofoten, en bij herlezing overtuigt hij me nóg meer. Je spurt niet jachtig naar de spannende ontknoping, maar geniet des te meer van de prachtige sfeerschepping, de onweerstaanbare personages en Tartts lucide proza.
Nadat Alfgrim als baby door zijn moeder is verlaten, wordt hij opgevoed door twee oude mensen, die hij gemakshalve zijn opa en oma noemt. Hun uit turf opgetrokken boerderijtje, de Hellinghut, is voor de jongen de volmaakte wereld. Hij groeit op in een omgeving waar 'gratis pension was voor iedereen die onderdak wou hebben' en waar de geur van stokvis, turf en walvisvet zich vermengt met die van spruitend gras, varens, paard en koe. Met tegenzin gaat Alfgrim naar school. De nieuwe wereld laat hem koud. Hij droomt ervan visser te worden zoals zijn opa. En hij wil zingen zoals zijn grote voorbeeld Gard Holm. Alfgrim is niet uit op roem, zijn doel is enkel 'de zuivere toon' te halen. Uiteindelijk ontkomt hij er niet aan een keuze te maken tussen de ideale wereld van de Hellinghut en een nieuw leven in een veranderende maatschappij.
Recensie van NRC 'Blijf toch binnnen het draaihekje' door Kester Freriks
"Laxness (1902-1998) is de enige IJslandse schrijver die de Nobelprijs kreeg. Aanvankelijk was zijn werk sociaal geëngageerd, maar in de tweede helft van de jaren vijftig koos hij voor een meer abstracte vorm van literatuur. Het visconcert uit 1957 is daarvan een voorbeeld. De oorspronkelijke titel luidt Brekkukotsannáll, dat letterlijk vertaald `Kroniek van Hellinghut' betekent. In 1965 verscheen de eerste Nederlandse vertaling onder de titel Het visconcert, die is gehandhaafd in de nieuwe vertaling door Marcel Otten.
De roman zit vol symbolen. De kleine boerderij en de pastorale omgeving vormen voor Alfgrim het paradijs. Nergens betreurt hij de afwezigheid van zijn moeder. Een ander opvallend symbool is het draaihekje dat voor de hoeve is geplaatst. Dit hek geeft kleine Alfgrim toegang tot de buitenwereld. Het omgekeerde geldt ook: wanneer Alfgrim zich terug wil trekken, gaat hij opnieuw door het draaihek. Dan komt hij weer terecht in de veilige beschutting van Hellinghut.
Tegenover de pastorale sfeer van de boerderij plaatst Laxness de al even symbolisch geladen Winkel (met hoofdletter) van Gudmunsen. De man achter de toonbank is de spreekwoordelijke kruidenier, uitsluitend geïnteresseerd in geldelijk gewin. Hier komt de aanvankelijk onschuldige Alfgrim in aanraking met aardse zaken. Dit betekent een keerpunt in zijn gedachten. Halverwege de roman komt hij tot het inzicht dat zijn gelukzalige staat eindig is. Er staat: `Tot die dag was de wereld waarin ik leefde groot genoeg en ik verlangde niet naar een andere wereld. Ik had alles. Alles was op zijn eigen manier volmaakt in mijn ogen.' Achter deze treffende zinnen schuilt een grote tragiek. Niet voor niets schrijft Laxness: `Tot die dag...'.
Niet alleen de kennismaking met kruidenier Gudmunsen markeert een omslag in Alfgrims gedachten, ook de ontmoeting met Gard Holm. Hij is de `meesterzanger' van IJsland, wereldberoemd geworden met zowel het landelijke repertoire als met het lied Erlkönig van Schubert. Holm is hartstochtelijk op zoek naar `de zuivere toon'. Voor de gevoelige jongen vertegenwoordigt hij het hogere, de kunst, het geestelijke. De gesprekken tussen Holm en zijn pupil behoren tot de mooiste bladzijden van het boek. Holm is vergelijkbaar met IJslandse volksdichters die in ander werk een rol spelen, zoals in Paradisarheimt (Het herwonnen paradijs) waarvan een Duitse vertaling bestaat. Otten bereidt nu een Nederlandse vertaling voor. De kleine boeren met wie Alfgrim zich omringt, zijn vergelijkbaar met de armelui die Laxness eerder zo prachtig heeft beschreven in Onafhankelijke mensen (Sjálfstaett folk).
Het visconcert is een roman met een hoog poëtisch gehalte. Laxness vertelt traag en zonder spanningslijnen. Alfgrim raakt gegrepen door een taoïstische levensfilosofie, hiertoe gedreven door een wereldvreemde vrouw. Pas echt dynamisch wordt het boek aan het slot, wanneer blijkt dat de beroemde zanger Holm niet zo kunstzinnig is als Alfgrim altijd heeft gedacht. Net als de kruidenier is hij op jacht naar financieel voordeel. Deze ontmaskering van Holm komt hard aan voor Alfgrim.
Van een `visconcert' in de letterlijke betekenis is geen sprake. De titel is ontleend aan het volgende, raadselachtige vers: `Vissen hebben fraaie stemmen/ Je vindt ze altijd op de heide/ 't Schapenpad waar ooien zwemmen/ Is de zee met haar grazige weide.' Schapen en vissen, land en zee vloeien moeiteloos in elkaar over. De enige die zingt is Holm. De fascinatie van Alfgrim voor vissen komt voort uit zijn verlangen weg te zijn. Hij gaat met tegenzin naar school en verliest zich het liefst in de natuur. Weer een ander symbool is de klok die de woonkamer van de boerderij domineert. Alfgrim hoort erin een telkens terugkerend refrein: `eeuwig, eeu-wig'. In Alfgrims jeugd is de tijd weggevallen.
Uiteindelijk moet de paradijselijke wereld van Alfgrim aan scherven. Zijn jeugd is voorbij, zo rond zijn achttiende moet hij de grote wereld in. Hij gaat zijn slechte voorbeelden als de kruidenier en de zanger achterna in het verlangen naar materiële zaken. Het slotbeeld van de roman is fraai: hij scheept zich in en laat zijn pleegouders achter. Na het afscheid ziet hij ze teruglopen naar de boerderij, elkaars hand vasthoudend `als kinderen'. Ook dat is weer een reuzengroot symbool. Het kind dat Alfgrim eens was, is in de moderne maatschappij zijn geestelijke idealen kwijtgeraakt. Alleen zijn pleegouders blijven trouw aan het immateriële. Al raakt de maatschappij gecorrumpeerd, de boerderij Hellinghut zal blijven wat die aan het begin van de roman was, gezien door de ogen van Alfgrim: `In de tijd dat ik op de wereld kwam, was de hut overbevolkt met lui die je heden ten dage vluchtelingen zou noemen, mensen die hun land ontvlucht waren, die met tranen in hun hart huis en haard hadden verlaten.'
Uiteindelijk komt de geëngageerde Laxness aan het slot weer aan bod. Maar hij heeft het de lezer niet makkelijk gemaakt. Het visconcert is mooi als poëtisch proza, maar voor een roman is de abstractie te groot. Soms zou je willen dat de auteur harder was omgesprongen met zijn hoofdpersoon; dat die minder ijl zou zijn en meer van vlees en bloed."
Onafhankelijke mensen is een moderne IJslandse saga van ongewone kracht en schoonheid, waarin de bevolking van het noordelijke eiland wakker wordt geschud door de grootse beloftes van de twintigste eeuw. Tegen de stroom in probeert de schapenboer Bjart van het Zomerhuis zijn zelfstandigheid te handhaven. Na achttien jaar in dienst van een lokale rentmeester te hebben gewerkt, wil hij niets liever dan zijn eigen kudde schapen hoeden. Alles zet hij daarvoor op het spel, zelfs zijn eigen bestaan en dat van zijn naasten. Slechts één persoon ontziet hij, zijn stiefdochter Asta.
NBD|Biblion recensie Van de meer dan 60 boeken, die de in Nederland vrijwel onbekende IJslandse Nobelprijswinnaar (1902-1998) schreef, is dit grandioze epos een van de hoogtepunten. Marcel Otten, die eerder o.m. de Edda vertaalde, heeft dit meesterwerk van nagenoeg 600 pagina's op vloeiende en toegankelijke wijze vertaald. De roman draait vooral om schapen: zal het de achterdochtige IJslandse keuterboer Bjart lukken om telkens opnieuw genoeg schapen te verwerven? Bjart heeft zich opgewerkt van knecht tot eigenaar van een eigen bedrijf 'Het zomerhuis'. Met oude sagen en ballades en ten koste van zijn twee echtgenotes en een groot aantal kinderen poogt hij tegen de stroom in zijn onafhankelijkheid te behouden. Bjart is een van die geharde, weinig onderdanige IJslanders die met veel gevoel voor eigen verantwoordelijkheid en verzen en verhalen hun grootste kapitaal verzilveren: hun onafhankelijkheid. Laxness brengt in een krachtige, beeldende taal een fascinerende, bijna archaische wereld tot leven, waarin bovennatuurlijke krachten, wantrouwen en relativerende humor het leven beheersen. Mooi uitgegeven wereldliteratuur. Kleine druk.
Ik (Ali). Günter Wallraff als Turkse arbeider in Duitse bedrijven. (Amsterdam, Van Gennep, 1985)
Na tien jaar aarzelen durfde hij het eindelijk aan. Met eenvoudige middelen vermomd (gekleurde contactlenzen en een zwarte pruik), betrad Günter Wallraff als de Turkse arbeider Ali de Duitse arbeidsmarkt. Ali werkte in de bouw, bij de hoogovens van Thyssen, als chauffeur van een koppelbaas, als proefpersoon op een geneesmiddelen-laboratorium, bij McDonalds, op een boerderij. Hij ging op straat staan met een draaiorgeltje, hij bezocht cafés en bijeenkomsten van CDU en CSU, waar hij van Strauss, als vertegenwoordiger van de grijze Wolven een handtekening loskreeg. Hij veroorzaakte blikschade in het verkeer, informeerde naar de mogelijkheden van begraven en cremeren, en probeerde zich tot christen te laten dopen. Wallraffs lange aarzeling bleek niet ongerechtvaardigd te zijn geweest. Hij werd opgelicht, beledigd, genegeerd, bestolen en bedreigd. Voor een hongerloon zijn gezondheid op het spel zetten: dat was nog het beste wat hij als Turk bereiken kon.
Günter Wallraff (1942) ondernam al eerder spectaculaire acties, waarover hij tal van boeken schreef die ook in Nederland grote aandacht trokken, zoals t gewone kapitalisme, ongewenste reportages, Verslaggever van BILD en Beeld van BILD.. Zijn verslagen vormen inmiddels een genre op zichzelf. Zijn doorzettingsvermogen, tegen alle persoonlijke risicos en eindeloze processen in, is onvoorstelbaar.
En blijkbaar blijft Günter Wallraff nog steeds erg actief! Lees het artikel in de Standaard online (dd 05/03/2010): Ik wil het altijd zelf doorleven'.
Na 'De schaduw van de wind' aanvankelijk een beetje tegengevallen, maar na een 150-tal pagina's uiteindelijk terug op dreef gekomen...
Het spel van de engel is een labyrintisch verhaal vol intriges, verraad, vriendschap en tragedie, maar ook een verhaal over de gevaarlijke kunst van het schrijven en de macht van woorden.
Meeslepend, verslavend, sidderend en bevend bijna in één ruk uitgelezen: De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafón! Zàààààààààààààaaaaaaaaaaaalig!
In het oude centrum van Barcelona ligt het Kerkhof der Vergeten Boeken. Hoofdpersoon Daniel Sempere wordt door zijn vader, weduwnaar en boekhandelaar, meegenomen naar deze geheimzinnige, verborgen wereld van verhalen. Vanaf dat moment neemt Daniels leven een wending die hij niet had kunnen voorzien. Hij mag een boek uitzoeken en kiest De schaduw van de wind, geschreven door een zekere Julián Carax. Het boek laat hem niet meer los, ook al schudt de wereld tijdens het grauwe Franco-regime om hem heen op zijn grondvesten. Hij wil alles weten over het boek en de schrijver. En merkwaardigerwijs lijken alle mensen die hij ontmoet, ook de vrouwen op wie hij verliefd wordt, deel uit te maken van het grote spel waarvan het boek het middelpunt vormt.
Het is de laatste week van november 1327 in een welvarende abdij in het noorden van Italië. Broeder William Baskerville, een geleerde franciscaner monnik uit Engeland, komt als speciaal gezant van de keizer met een delicate diplomatieke opdracht naar Italië. Hij moet een ontmoeting organiseren tussen de van ketterij verdachte franciscanen en afgevaardigden van de paus.
Al spoedig ontwikkelt zijn verblijf in de abdij zich echter tot een tijd vol apocalyptische verschrikkingen: zeven dagen en nachten zijn William en zijn metgezel Adson getuige van de wonderbaarlijkste en voor een abdij hoogst zonderlinge gebeurtenissen. Er worden zeven geheimzinnige misdaden gepleegd, die de muren van de ontoegankelijke, labyrintvormige bibliotheek met bloed besmeuren. Angstige geruchten gaan door de abdij; niet alleen de abt heeft iets te verbergen, overal worden sporen uitgewist. William, een voormalig inquisiteur, wordt door de onderzoekskoorts bevangen. De ontmaskering van de moordenaar gaat hem veel meer in beslag nemen dan de strijd tussen de keizer en de paus. Hij verzamelt aanwijzingen en ontcijfert manuscripten in geheimtaal. Steeds dieper dringt hij door tot de geheimen van de abdij.
Het valt niet mee deze roman te benoemen. Is het een middeleeuwse kroniek, een detective, een ideologische sleutelroman of een allegorie? Wie één oog dichtknijpt en in het boek kijkt als in een ver verwijderde spiegel, zal in ieder geval gemakkelijk de monnikskappen en kardinaalsmijters uit de dagen van William verwarren met de moderne tekens van macht.
Umberto Eco werd in 1932 in Alessandria (Piemonte) geboren. Hij is hoogleraar semiotiek aan de universiteit van Bologna en een van de grootste schrijvers van onze tijd. Eco is beroemd geworden door zijn grote romans De naam van de roos, De slinger van Foucault, Het eiland van de vorige dag, Baudolino en De mysterieuze vlam van koningin Loana.
Ontzettend spannend. Geboeid door de onderzoeksgeest van de hoofdfiguur en z'n helper. Boeiend met de historische achtergrond van de ketterijen en inquisitie. Soms wel zeer uitvoerig beschreven en veel Latijnse zinnen (die op het einde van het boek vertaald worden, dat had ik veel te laat gezien). Enige hersengymnastiek noodzakelijk ;o)
Overpeinzingen van een eenzaam wandelaar./ Jean-Jacques Rousseau
In Overpeinzingen van een eenzame wandelaar, het laatste en beroemdste van Jean-Jacques Rousseaus autobiografische geschriften, blikt hij terug op zijn leven, op zijn problemen in de liefde, zijn streven naar eerlijkheid en de onmogelijkheid om die te bereiken, zijn strijd met Verlichtingsfilosofen als Diderot, Grimm en d'Alembert, die oorspronkelijk zijn vrienden waren. Uiteraard speelt ook de natuur een belangrijke rol.
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) is een van de invloedrijkste denkers uit de geschiedenis en heeft als geen ander geschreven over de positie van de mens ingeklemd tussen natuur en beschaving.
'De overpeinzingen' van J.J. Rousseau zijn eigenlijk een vervolg op zijn 'Bekentenissen' (Confessions) waarin hij zichzelf als een psychiater-avant-la-lettre doorlicht en analyseert. Daarnaast vinden we ook hier een zelfverdediging tegen de hele wereld die hen beschuldigt en achtervolgt. Naast de introspectieve analyse staat dit boek vol lofliederen op de natuur; ook hierin is hij zijn tijd voor.
Afghanistan, bekend van de bestseller 'De vliegeraar' staat opnieuw centraal in deze indrukwekkende roman. Mariam, een bastaarddochter van een rijke man in Herat, wordt op 15-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan een dertig jaar oudere, gewelddadige schoenenleverancier in Kabul die voornamelijk een vrouw zoekt die hem opnieuw een zoon zal baren. Jaren later krijgt de 14-jarige Laila, als enige gered na een bombardement, als nieuwe 'hoofdechtgenote' deze taak. De beide vrouwen krijgen na aanvankelijke strijd een band, die Mariam echter, onder het bewind van de Taliban, noodlottig wordt. Alles speelt zich af tegen de achtergrond van de (burger)oorlogen, het communistisch bewind, de miljoenen mensen die naar o.a. Pakistan en Iran vluchtten, de bemoeienis van o.m.Amerika, de Taliban, kortom de laatste dertig woelige, politiek wisselende jaren (tot aan 2003). Hosseini was in 2006 afgezant van de de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN. Hij schreef in heldere taal een prachtige roman die ontroert en -hopelijk terecht- een beetje hoop laat gloren. Vrij kleine druk, paperback.
Streven naar succes, zoals zelfhulpgidsen en managementgoeroes aanraden, is levensgevaarlijk! Je bereikt het ultieme doel toch nooit, en dat leidt tot ontevredenheid, frustratie, gevoelens van onbehagen en minderwaardigheid, kortom: stress. En een burn-out is nog het minste wat stress met je lichaam doet. Dit unieke en baanbrekende boek biedt een totaal nieuw perspectief: streef naar minder succes, in plaats van meer. Dat is makkelijker, rustiger en veel verstandiger. Niet alleen voorkom je stress en verbeter je je humeur, je zult ook beter functioneren, meer waardering krijgen van je omgeving en beter slapen. Durf je het niet te geloven? Zit je ingebakken arbeidsmoraal je in de weg? Weet je niet hoe het moet? Lees vandaag nog dit boek!
NBD|Biblion recensie:
Een brochureachtige uitgave in de reeks onthaastingsliteratuur ('slow on!') die vanuit Amerika naar Europa overwaait. Het boek is geschreven door een arts die duidelijk het licht heeft gezien. Onthaasten is in dit geval te lezen als minder presteren. Gesproken wordt dan ook van de 'minderpresteerder'. De kern van het verhaal is dat die ook gelukkig kan zijn... De in blauwe letter gezette tekst is gelardeerd met wijsheden - als illustratie in een paginagrote lamp gezet: 'Presteren is een verslaving.' 'Controle is een illusie.' 'Goed genoeg is goed genoeg.' 'Als iets de moeite waard is om te doen, is het de moeite waard om het maar half te doen.' En: 'Ook lelijke mensen hebben fijne seks.' Dat u het maar weet! Een oproep tot middelmatigheid, uitgekauwd in een tiental korte hoofdstukjes, met als hoofdmoot vele leefregels voor de minderpresteerder. Acht 'blanco bladzijden' besluiten deze uitgave.
Geen inspecteur Wallander en geen Ystad in deze nieuwe misdaadroman van Mankell. Maar daarom niet getreurd, de hoofdpersoon in dit op zichzelf staande verhaal, Stefan Lindman, is zeker ook een interessante persoonlijkheid. Lindman is een 37-jarige politieman, die net gehoord heeft dat hij kanker aan zijn tong heeft, met ziekteverlof is en wacht op zijn chemokuur. In een krant leest hij over zijn voormalige collega Herbert Molin, vermoord teruggevonden in zijn afgelegen huis in de bossen in Harjedalen (noord-centraal Zweden, waar Mankell opgroeide). Lindman, die afleiding zoekt van zijn ziekte en komende chemokuur, gaat op onderzoek uit. Er zijn weinig sporen, wel bloedige voetstappen in Molins huiskamer die lijken alsof er een tango is gedanst. De moord blijkt te maken te hebben met oude en nieuwe nazi activiteiten. Een uitstekende psychologische misdaadroman, een echte Mankell, doordrenkt van noordelijke melancholie, met een mooie raadselachtige moord, veel aandacht voor het priveleven van de hoofdpersoon, het motief, de plot en de andere personages, en een sfeervolle, Zweedse achtergrond. Topklasse. Bekroond met de Mystery Ink's Gumshoe award for Best European Crime Novel 2004. Zie ook: www.inspector-wallander.org. Kleine druk.
Ana, de dochter van politieke vluchtelingen uit Argentinie, is opgegroeid in Parijs en heeft haar Argentijnse roots bewust naar de achtergrond verdrongen. De enige link met haar vaderland is haar passie voor de tango. Op een dag ontmoet ze Luis die een film wil maken over de ontstaansgeschiedenis van de tango, gebaseerd op het leven van hun (over)grootouders. Hierdoor gedreven raakt Ana gefascineerd door het verleden van haar familie en uiteindelijk ook door Argentinie anno 2001. Tegen deze achtergrond krijgt de lezer een beeld van de klassentegenstellingen in de Argentijnse samenleving aan het begin en het eind van de 20e eeuw, de 'vuile oorlog' in de jaren '70 en de financiele crisis van 2001. Elsa Osorio brak in 2000 door met de roman 'Luz'. Haar stijl doet denken aan Isabel Allende: meeslepende familiesaga's met veel personages en gezichtspunten. Hierdoor kost het moeite om erin te komen, maar de doorzetter wordt beloond, al had het verhaal aan kracht gewonnen als de schrijver minder had uitgeweid over (de begindagen van) de tango (in het Spaans heet het boek dan ook De tangohemel). Kleine druk.
'Boeken om naar te kijken' zet kunst- en erfgoedbibliotheken in het zonnetje
Boeken om naar te kijken biedt het publiek de kans kennis te maken met 20 kunst- en erfgoedbibliotheken uit Gent. Veelal unieke plekken met verrassende collecties. Soms zijn ze niet toegankelijk voor het brede publiek. In de centrale tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten worden alle bibliotheken voorgesteld via tien bijzondere stukken gekozen door de curatoren Gert Dooreman en Gerda Dendooven. Een niet te missen evenement voor elke liefhebber van mooie boeken.
Tentoonstelling: Gentse Boekerijen (21 maart - 21 juni 2009) in het Museum voor Schone Kunsten, Citadelpark, B-9000 Gent. Open van dinsdag t.e.m. zondag, van 10u00 tot 18u00. Gratis toegankelijk. Curatoren zijn de boekenmakers Gerda Dendooven en Gert Dooreman. Zij bezochten twintig 'Gentse Boekerijen' en kozen uit deze collecties de getoonde exemplaren. De curatoren selecteerden de tentoongestelde werken door in alle 'boekerijen' op zoek te gaan naar 'bijzondere' publicaties in alle betekenissen van het woord. Gevaarlijke, grappige, of beschadigde, gezeefdrukte, handgeschilderde boeken, exemplaren met prenten of gravures, hele kleine boekjes of juist hele grote, verbrande of verboden boeken, sommige met privé-aantekeningen, maar allemaal visueel en grafisch sterk. De curatoren beperkten zich evenmin tot boeken alleen. Jaargangen van tijdschriften of losse tijdschriftnummers, indrukwekkend omwille van hun vorm ofinhoud kwamen ook in aanmerking. Kortom, deze tentoonstelling bestaat uit de meest vreemdsoortige publicaties die de curatoren in de 'boekerijen' aantroffen. Daarnaast toont 'Gentse Boekerijen' ook bibliotheekcuriosa, rariteiten of specifieke zaken die iets met bibliotheken te maken hebben.
Parcours langs de Gentse kunst- en erfgoedbibliothekenvan21 tot 29 maart 2009. Elke instelling zal de eigen collectie toelichten en een deel van haar specifieke bezit tentoonstellen. Op de verschillende locaties is het zelfs mogelijk een kijkje te nemen achter de schermen en zo te grasduinen in de wereld van het kunstige boek. Gedurende een hele week wordt Gent een netwerk van bibliotheken en een web van kunstboeken. Ontdek de bibliotheken en hun collectie aan de hand van de gratis brochure met plattegrond. Verkrijgbaar in het MSK en de deelnemend instellingen. Alle bibliotheken zijn gratis toegankelijk.
Ooit genoten van zijn boek 't bolleke... In de Gentse bibliotheek haalde men oude boeken uit het magazijn en zette Cyriel in de kijker... ElsElisa greep enkele van deze boeken mee...
Zonet uitgelezen: Stemmingen (1929) Nog aan het lezen in: Dierenliefde (1928) Nog wachtend in mijn boekenrek: De twee pony's (s.d.)
Enkele links: Cyriel Buysse Genootschap Literair Gent over Cyriel Buysse Bibliotheek Gent 2009 Feestjaar in Nevele: 150 jaar Cyriel Buysse In 2009 is het 150 geleden dat schrijver Cyriel Buysse geboren werd. In zijn geboortedorp Nevele laten ze dat niet zomaar voorbij gaan. Dit jaar worden allerlei activiteiten georganiseerd om de schrijver in de bloemetjes te zetten. Je kan dit jaar in Nevele terecht voor Buysse-wandelingen, lezingen, tentoonstellingen, koetsentochten, een bloementapijt, een historische maaltijd en veel meer. Er verschijnen ook enkele nieuwe publicaties naar aanleiding van het feestjaar en er komt een actueel kunstwerk dat de schrijver moet symboliseren op de Markt in Nevele.
Uitgelezen: De Spaanse strijkstok./ Andromeda Romano
De Spaanse strijkstok is het verhaal van de cellist Feliu Delargo, wiens leven en carrière samenvalt met de afbrokkeling van Spanje, ooit een wereldmacht met een rijke historie, nu - in de eerste helft van de twintigste eeuw - een land dat in brokstukken uiteenvalt.
Feliu is een groot cellotalent van eenvoudige komaf. Hij mag komen wonen en werken aan het Spaanse hof, alwaar hij bevriend raakt met de beroemde en excentrieke pianist Justo Al-Cerraz. Samen zullen ze artistieke hoogtepunten en persoonlijke dieptepunten beleven, verbonden door hun liefde voor muziek, verdeeld door de Spaanse Burgeroorlog. Maar wanneer de burgeroorlog overgaat in de Tweede Wereldoorlog, zal hun gemeenschappelijke liefde voor de jonge violiste Aviva hen dwingen tot een laatste, gevaarlijke, samenwerking.
De Spaanse strijkstok is een roman waarin de harde werkelijkheid het decor vormt voor het verhaal van Delargo. Hitler en Franco, Federico Garcia Lorca en Varian Fry, koningin Ena en koning Alfonso, allen verschijnen op het toneel. Picasso schildert Guernica en de anarchisten bombarderen het Liceu in Barcelona. Echter dwars door alle oorlogen en geweld klinkt de muziek, even verscheurend als ontroerend.
Op de klanken van Bach en Beethoven wordt de lezer meegesleurd naar het Spanje van voor de Tweede Wereldoorlog, naar paleizen en concertzalen, naar Madrid en Barcelona. De Spaanse strijkstok is een roman die begint als een adagio en eindigt in een presto maestoso.
NBD|Biblion recensie:
Dit is de eerste roman van de in Alaska woonachtige reisjournaliste Andromeda Romano. Het is het levensverhaal van de Catalaanse cellist Feliu delargo, waarvoor de schrijfster het levensverhaal van de wereldberoemde cellist Pablo Casals als uitgangspunt heeft genomen. Ook het personage Justo Al-Cerraz - Delargo's vaste muzikale partner - is losje gebaseerd op een beroemd musicus: de pianist Isaac Albeniz. De roman speelt zich af in een roerige periode van de Spaanse geschiedenis: 1892-1940. Het is de tijd waarin Spanje na het verlies van zijn laatste koloniën (1898) een culturele opbloei doormaakte, maar ook de tijd waarin de politieke instabiliteit ten slotte uitmondde in de Burgeroorlog (1936-1939). Veel van de hoofdrolspelers uit deze woelige periode kruisen het pad van Delargo: Manuel de Falla, Picasso, Garcia Lorca en zelfs Franco. Het hoeft dus niet te verbazen dat een van de belangrijkste thema's de verhouding tussen politiek en muziek is. Daarnaast is er veel aandacht voor de muziek zelf. En zoals het betaamt in een breed opgezette, licht verteerbare roman als deze ontbreekt ook het thema van de onmogelijke liefde hier niet. Kleine druk.
Indringende roman over een geroofde baby in Argentinië
Wanneer Luz op haar twintigste een baby krijgt, weet ze het zeker: haar moeder, waar ze zo slecht mee kan opschieten, is haar echte moeder niet. Kleine vingerwijzingen uit het verleden brengen haar ertoe een speurtocht aan te vangen, beginnende bij de 'grootmoeders van de Plaza de Mayo'. Zo komt ze er tot haar verbijstering achter dat haar vader, Carlos Squirru, nog in Spanje moet leven. Ze spoort hem op in Madrid en daar vertelt ze hem het verhaal van Liliana, van Mirjam en de Bruut, van Eduardo en Mariana, van Dolorez en van de baby Luz. Een zeer indringend verhaal, dat op spannende wijze wordt verteld. De belangrijkste verhalen gaan over Miriam, een meisje uit de provincie dat in de luxe prostitutie terecht kwam en met een militair, de Bruut, gaat samenwonen, over Eduardo, de man die Luz als vader heeft opgevoed tot haar zevende levensjaar, over Dolorez, een oude vriendin van Eduardo, wiens broer met zijn toenmalige hoogzwangere verloofde tot de vermisten behoort en wiens baby ook vermist is, en uiteindelijk het verhaal van Luz zelf.De verhalen, die door elkaar worden verteld, ontrafelen langzaam maar zeker een drama, niet alleen dat van Luz, maar ook dat van Mirjam en Eduardo. Hoewel we het einde al weten, blijft het verhaal zich in spanning opbouwen, juist omdat ze de karakters van de hoofdpersonen zo goed weet uit te bouwen.Terwijl Luz vertelt, geven zowel Luz als Carlos commentaar, wat het verhaal nog dramatischer maakt, omdat Luz in het begin kwaad op Carlos is: waarom heeft hij haar nooit gezocht? En ook Carlos kan zich kwaad maken over mensen die Luz' geschiedenis hebben bepaald. Maar Luz verdedigt Mirjam en Eduardo. Niet iedereen was door en door slecht en zij heeft echt van hen gehouden.Dit is niet alleen het verhaal van Luz. Het is het verhaal van Argentijnen die wakker werden geschud door verhalen over de slechtheid van hun helden, de militairen die de communisten dachten te verdrijven. Het is het verhaal van een verscheurd land dat leefde in angst en terreur. Het is het verhaal van baby's die door de militairen werden gekaapt en nu worden opgespoord door de 'grootmoeders'.De Argentijnse schrijfster, die sinds 1994 in Madrid woont, heeft speciaal voor een kind gekozen dat niet gezocht werd: 'een kind zonder stem'; er was geen familie, geen grootmoeder of ouders die dachten dat ze nog in leven was, dus die niet naar het kind op zoek gingen. De meeste 'vermiste kinderen' worden opgespoord door familie en komen terecht bij organisaties zoals de 'grootmoeders van de Plaza de Mayo'. Maar hoeveel kinderen zullen er nog zijn die van niets weten?Elsa Osorio heeft al een fors aantal publicaties op haar naam staan. Zowel boeken, film- en tv-scenario's als diverse artikelen. Dit boek kwam in 1998 in Barcelona uit onder de titel "A veinte años, Luz". Dit zo grote Argentijnse verdriet heeft ze op een zeer boeiende manier weten neer te zetten in een mooi, spannend boek. Niet alleen de grootmoeders zullen hun kleinkinderen niet vergeten, ook de lezers van dit boek zullen er even bij moeten stilstaan hoe een rampzalig verleden nog door kan werken in onze huidige maatschappij.
De vliegeraar van Kabul is een teder en tegelijkertijd ongekend spannend boek over lotsverbondenheid en de prijs van leugens en verraad. Het is het sprankelende debuut van Khaled Hosseini, in Afghanistan opgegroeid en in 1980 geëmigreerd naar de Verenigde Staten.
'Een onvergetelijk verhaal dat je nog jaren bijblijft. Het bevat alle grote thema's van de literatuur en het leven: liefde, eer, schuld en verlossing.' Isabel Allende
Inhoud: Amir en Hassan zijn gevoed door dezelfde min en groeien samen op in de hoofdstad van Afghanistan. Als blijk van hun verbondenheid kerft Amir hun namen in een granaatappelboom: Amir en Hassan, de sultans van Kabul. Maar sultans zijn ze alleen in hun fantasie, want Amir hoort tot de bevoorrechte bevolkingsgroep en Hassan en zijn vader zijn arme Hazaren, in dienst van Amirs vader. Bij de jaarlijkse vliegerwedstrijd in Kabul is Amir de vliegeraar, degene die het touw van de vlieger in handen heeft. Hassan is zijn hulpje, de vliegervanger. Voor jou doe ik alles! roept Hassan hem toe voordat hij wegrent om de vallende vlieger uit de lucht op te vangen. Die grenzeloze loyaliteit is niet wederzijds. Wanneer er iets vreselijks gebeurt met Hassan verraadt hij zijn trouwe metgezel. Na de Russische inval vluchten Amir en zijn vader naar de Verenigde Staten. Amir bouwt er een nieuw bestaan op, maar hij slaagt er niet in Hassan te vergeten. De ontdekking van een schokkend familiegeheim voert hem uiteindelijk terug naar Afghanistan, dat inmiddels door de Taliban is bezet. Daar wordt Amir geconfronteerd met spoken uit zijn verleden. Zijn voornemen om zijn oude schuld jegens Hassan in te lossen sleept hem tegen wil en dank mee in een huiveringwekkend avontuur.
Auteursinformatie: Khaled Hosseini is geboren en getogen in Kabul, als zoon van een diplomaat wiens gezin in 1980 na de Russische inval naar de Verenigde Staten emigreerde. Hij is nu werkzaam als arts in noord-Californië. Hosseini publiceerde diverse korte verhalen, die werden genomineerd voor de Pushcart Prize. De vliegeraar van Kabul is zijn eerste roman, die meteen zijn internationale doorbraak inluidde.
"Mijn hart is vandaag alweer enige keren gestorven, het is ook alweer opgestaan. Ik neem van minuut tot minuut afscheid en voel me los van al het uiterlijke. Ik snijd de touwen door die me nog gebonden houden, ik haal alles binnenboord, waarmee ik meen de reis te moeten aanvaarden. Ik zit nu aan een stille gracht, m'n benen hangen neer langs de stenen wallekant en ik vraag me af of m'n hart niet eens zo vermoeid en versleten zal zijn, dat het niet meer als een vrije vogel zal gaan waar het wil."
"Ik weet dat zij die haten, daar hun gegronde redenen voor hebben. Maar waarom zouden we steeds weer de gemakkelijkste en de goedkoopste weg moeten kiezen? Ik heb daar zo sterk ervaren hoe iedere atoom haat, aan deze wereld toegevoegd, haar onherbergzamer maakt dan zij al is."
"Zoals die barak daar soms 's nachts lag onder die maan, gemaakt uit zilver en uit eeuwigheid: als een stukje speelgoed, ontgleden aan Gods verstrooide hand"
"Ondanks alles is dit leven mooi en zinrijk."
Fragmenten uit Het denkende hart van de barak. Brieven van Etty Hillesum. Een boek met brieven die Etty Hillesum, inwoonster van Westerbork, barak 41, in de jaren 1942 en 1943 schreef aan vrienden en kennissen. Westerbork was een doorgangskamp, het laatste station in Nederland voor de deportatie van de joden naar Polen. Zij was een onvermoeibare vrouw met een zeer grote menslievendheid en een zéér sterke mentale kracht. Vanuit een zeer scherp observatievermogen beschrijft zij het beklemmende bestaan van een tot ondergang gedoemde gemeenschap van uiteenlopende sociale groepen en individuen in sobere bewoordingen. Het is bijna niet te vatten hoe zij haar zin voor het leven en geloof in de mens blijft behouden ondanks de uiterst mensonwaardige levensomstandigheden in het kamp. Een boek met dagboekaantekeningen van Etty Hillesum dat ik vroeger heb gelezen, heeft mij indertijd ook erg aangegrepen. En steeds weer die positief ingestelde visie... ondanks alles... krachtig (het doet mij ook denken aan een ander sterk boek: Een verblindende afwezigheid van licht./ Tahar Ben Jelloun)
Ook opmerkelijk, een bewaarde briefkaart dat ze op 07-09-1943 uit de trein gegooid heeft en dat blijkbaar door boeren gevonden werd en op 15-09-1943 op de post gedaan... Wonderlijk!
Als de schilderes Eva Magnus en haar dochtertje Emma langs een rivier wandelen en het lichaam van een man in het water aantreffen, krijgt het leven van de alleenstaande moeder een tragische wending. Want alle sporen van deze moord en die op de prostituee Maja, enkele dagen eerder, leiden naar Eva. De manier waarop ze geprobeerd heeft haar geldzorgen te verlichten, dreigt haar leven te verwoesten.
Sedert 1974 schrijft de Noorse auteur (1954) gedichten en verhalen. Een internationale doorbraak kwam met deze debuut-misdaadroman, met rechercheur Sejer in de hoofdrol. Hij is van middelbare leeftijd, een rechtlijnig type met sociale inslag. Het verhaal speelt in een klein stadje ergens in het Zuid-Noorse Vestvold. Daar leeft de gescheiden en weinig succesvolle kunstenares Eva. Een verrassende ontmoeting met haar nu als prostituee werkende jeugdvriendin Maja heeft verstrekkende gevolgen voor haar. Wat weet zij van de moord op Maja en de arbeider Egil? Wat heeft Eva te zoeken in het zomerhuisje aan de rand van de Hardangervidda? Hoe kan zij opeens haar rekeningen betalen? Rechercheur Sejer legt verbindingen, waardoor het tot een onverwachte en zeer tragische ontknoping komt. In dit goed gecomponeerde verhaal wordt in heldere taal de spanning opgebouwd die de lezer in de greep houdt! Er zijn echter ook zwakheden in opbouw en uitwerking van de karakters. Inmiddels heeft de schrijfster meer greep op het genre gekregen en behoort ze tot de bekende vrouwelijke Noorse misdaadauteurs.
Net uitgelezen: deel 7 van de manga-strip-reeks "Boeddha" van Osamu Tezuka. Nu uitkijken naar de komst van deel 8 in de bib.
Deze strip gaat over het leven en lijden van Boeddha, helder maar soms sterk uitvergroot en simplistisch. Tezuka brengt het verhaal met veel humor, menselijke emoties en grappige anachronismen. Serieuze en grappige momenten wisselen elkaar af. Ook in de tekenstijl worden realistisch getekende scènes (prachtige natuurbeelden) gevolgd door heel karikaturale en cartooneske momenten. Knap getekend en meeslepend! Elk deel beslaat zon 400 bladzijden, maar je vliegt werkelijk door het boek heen. Het is ongelofelijk vlot verteld. Alle figuren (en het zijn er heel wat) zijn vrij goed uitgewerkt en zijn stuk voor stuk interessant. Daarnaast acteren ze schitterend; bijna letterlijk;o) Ze 'acteren' in de strip en de striptekenaar verschijnt ook heel af en toe in beeld.
EE
Boeddha
Boeddha --op historische leest geschoeide literaire fantasy in stripvorm met een bijzonder sterke spirituele lading, gepresenteerd op graphic novel-formaat, dus in boekvorm.
Alle leven is heilig, zo luidde het levensmotto van de manga-meester Osamu Tezuka (1928-1989), de ongekroonde peetvadervan de Japanse graphic novel. In Japan geniet Tezuka al decennialang een status - hoewel de verschillen in oeuvre groot zijn - die overeenkomt met die van Walt Disney in de V.S.
In de kern vertelt Tezuka in het achtdelige Boeddha het verhaal van de jonge Siddhartha, wiens spirituele pad hem transformeerde tot Boeddha. Daartoe schiep Tezuka met zijn onovertroffen fantasie en de voor hem zo typische mengeling van weemoed en sarcasme, traan en glimlach, een uitgebreide castaan handelende personages.
Tijdens hun queeste door de grote boze wereld ontdekken ze dat alles met alles te maken heeft en niets rechtlijnig verloopt. Eén ding hebben ze tijdens hun individuele avonturen gemeen, allemaal getuigen ze van verzet tegen bestaande cultuurpatronen, tegen religieuze en politieke onderdrukking, en andere uitwassen van de menselijke natuur.
Een rij auto´s staat te wachten voor een rood stoplicht. Als het licht eindelijk op groen springt, trekt de eerste auto niet op, tot groeiend ongenoegen van de automobilisten erachter. Als ze het portier opentrekken, treffen ze een wanhopige bestuurder aan, die alleen maar kan uitbrengen dat hij van het ene moment op het andere blind is geworden.
NBD|Biblion recensie:
Een heel land wordt opeens getroffen door een besmettelijke blindheid. De blinden worden allemaal bijeengebracht in een oud gebouw. Ze worden daar streng bewaakt door leger en regering, maar op den duur worden ook dezen blind. Degeneratie zet in en de wereld verandert in een zelfzuchtige strijd op leven en dood, in een hel. Op het eind kunnen de blinden weer zien. Saramago (1922, Nobelprijs 1998) is een van de belangrijkste hedendaagse schrijvers van Portugal. De stijl is zakelijk, helder en onpartijdig: een essay in romanvorm over de wreedheid en de slechtheid van de mens, in een prachtige vertaling. Het is een roman die op voortreffelijke en pijnlijke wijze laat zien hoe de mens onder bepaalde omstandigheden kan degenereren tot een egoistisch monster. Angstaanjagend om te lezen hoe de mens zo dubbelblind kan zijn. Gebonden; vrij kleine druk.
Het is een verschrikkelijk, afschrikwekkend, verhaal. Ik wou het boek vroeger al lezen, maar het kwam er nooit van. Onlangs heb ik gezien dat het boek verfilmd is en de film momenteel in de cinema's loopt. Het lezen van het verhaal geeft al genoeg wrede beelden in m'n hoofd zodat ik ze niet nog eens op een scherm hoef te zien. Een klein lichtpuntje toch, 1 moedige vrouw, een ziende vrouw tussen de blinden... letterlijk (en figuurlijk). Rondom haar vormt zich een groepje dat menswaardig probeert te blijven. Het zijn de ogen die het verschil tussen goed en kwaad zien en als noodzakelijke voorwaarde dient voor het goede. Een boek met een grote symbolische geladenheid. Het leest als een spannende thriller en ik heb hem in één stuk door uitgelezen op een namidag en avond! Nochthans was het af en toe wennen aan de schrijfstijl. Veel zinnen zonder punten, gescheiden door komma's. Sommige passages beetje overbodig of te uitweidend.
De onnozele hals vertelt de geschiedenis van het goede en eerlijke jongetje Gribouille in een slechte wereld. Hij zou geheel ten onder zijn gegaan zonder de hulp van de goede feeën, die hem in zijn drang om de wereld te verbeteren zo goed mogelijk terzijde staan. Met de hulp van bloemen uit het feeënrijk brengt hij weer liefde in de harten van de mensen, maar dat is niet genoeg. Gribouille moet grotere offers brengen om de wereld te redden.
NBD|Biblion recensie:
De Franse schrijfster George Sand (1804-1876) koos, na een aantal romans die gebaseerd waren op haar veelbewogen liefdesleven, vanaf 1840 voor een soort tendensroman waarin solidariteit tussen de klassen, feminisme, landverdeling en pacifisme centraal stonden. Veel van die laatste romans doen nu enigszins gedateerd aan, maar waar ze diezelfde thematiek verpakte in een sprookje als 'De onnozele hals' boeit ze nog steeds. De jeugdige hoofdpersoon Gribouille die in naiviteit en wijsheid het midden houdt tussen Candide van Voltaire en Le Petit Prince van Antoine de Saint-Exupery, raakt verwikkeld in een strijd tussen de Hommelkoning en de Feeenkoningin die het Kwade en het Goede symboliseren. Na veel wederwaardigheden waaruit evenzovele wijze lessen werden getrokken zal hij zich als een soort Jezus opofferen om voor het mensdom een universele en blijvende vrede te veroveren. Het verhaal is door de poetische, beeldende stijl nog heel aandoenlijk, al zal de boodschap heden ten dage als iets te idealistisch of zelfs naief worden ervaren. Met veel kleine zwartwitillustraties. Gebonden uitgave op pocketformaat; kleine druk.
Boeddhisme voor beginners omvat de meest fundamentele vragen en onderwerpen die opkomen bij de hedendaagse westerling, voor wie met deze traditie van praktische spiritualiteit kennis maakt. Menselijkheid en een helder taalgebruik zijn de kenmerken van dit boek. Het geeft een beeld van de boeddhistische benadering van fundamentele kwesties en voorbeelden uit het dagelijks leven. Kunchab Publications
De ontsproten Picasso. Reizen door kunst en tijd./ Bianca Stigter
Arie Storm schreef onderstaande recensie over De onstproten Picasso.
Kan die mooie Maria niet eens een stapje opzij doen? over: Bianca Stigter, De ontsproten Picasso. Reizen door kunst en tijd
"Bianca Stigter kende ik al van haar stukken in NRC Handelsblad. En van onder meer haar boek De bezette stad. Plattegrond van Amsterdam 1940-1945. Er is nu een nieuw boek van haar: De ontsproten Picasso. Verschillende stukken die erin staan, verschenen eerder in de NRC. Maar alles is nu in chronologische volgorde en een nieuwe context geplaatst. De ontsproten Picasso begint met een stuk over Venusbeeldjes uit de prehistorie en eindigt met een beschouwing over - inderdaad - Picasso.
Binnen de afzonderlijke essays reist Stigter ook weer door de tijd. Van de landschappen zoals ze door Constable (1776-1837) zijn geschilderd, gaan we naar diezelfde landschappen zoals die nu in Engeland te vinden zijn; van de in de eerste eeuw van onze jaartelling spelende gruwelfilm The Passion of the Christ van Mel Gibson trekken we naar de Middeleeuwen van Huizinga en zijn Herfsttij; en van een portret uit 1433 reizen we nog verder terug, we staan even stil bij schedels die zo'n 10.000 jaar geleden misschien als kunstobjecten werden beschouwd. Je wordt in elk stuk wel op de een of andere manier geprikkeld of uitgedaagd.
Ja, wat een leuk boek is dit, De ontsproten Picasso! Leuk is een woord dat je misschien niet meteen wilt plakken op een boek waarin gereisd wordt door kunst en tijd. Maar het is niet anders, ik heb ervan genoten.
Bianca Stigter is een geweldige gids, overal, niet alleen in het museum, maar ook in de natuur, in de bioscoop en op het internet. Opgewekt wijst ze ons op de boeiende en mooie zaken die daar te vinden zijn.
Ze zou ons nog wel meer willen laten zien.
In een stuk over hoofd- en bijzaken op middeleeuwse miniaturen, getiteld 'Madeliefjes en engelen', bekent ze dat het haar soms hindert dat de meeste voorstellingen religieus zijn: 'Kan Maria in haar blauwe mantel - van het mooiste blauw, dat wel - niet eens een stapje opzij doen, kunnen al die heiligen in hun wijde gewaden niet voor een keer met de achtergrond genoegen nemen? Nu benemen ze het zicht op de Vlaamse werkelijkheid, waar de miniaturisten zulke veelbelovende glimpen van tonen.'
Dit is een voorbeeld van een prikkelende gedachte. Je hoort namelijk wel eens zeggen dat religie, wat je er verder ook van vindt, toch in elk geval prachtige kunst heeft opgeleverd. Maar dat is eenvoudigweg niet waar. Hoeveel prachtiger was alles uit het verleden geweest zónder die vermaledijde religie! Religie is een remmende factor geweest. Zonder religie hadden we pas echt goed kunnen kijken.
Gelukkig is er desondanks toch het nodige moois ontstaan. En Bianca Stigter schrijft daar schitterend over. Zoals bijvoorbeeld in een stuk over Jan van Eyk. Ze merkt over hem op dat hij schildert alsof 'goud goud is'. Dat vind ik al mooi geformuleerd, maar daar laat ze nog mooier meteen op volgen: 'Het is verf.' En dan komt er weer zo'n treffende, puntige gedachte: 'Van Eyk was niet de eerste die olieverf gebruikte, maar wel een van de eersten. Hij was ook meteen een van de besten, en eigenlijk is hij dat nog steeds. Dat feit zet kunst meteen apart van alle andere dingen waar mensen goed in kunnen zijn. Het is alsof er na Jaap Eden nooit meer iemand sneller geschaatst heeft.'
Inderdaad: hoezo vooruitgang in de kunst?
't Is meteen ook een ontroerend idee. Jan van Eyk staat in bepaalde opzichten dichter bij ons dan sportlui uit het verleden. Wat hij heeft gemaakt, is niet alleen in relatieve zin knap, maar tevens in absolute zin. In bepaalde opzichten is de kwaliteit van de kunst in onze tijd misschien zelfs wel veel lager aan te slaan. In elk geval valt die negatieve ontwikkeling, vind ik, in de literaire kunst aan te wijzen.
Maar laat ik nu niet alsnog gaan somberen. Dat verdient Bianca Stigter niet. Want haar boek lezen is als een duik nemen in een doos gevuld met bonbons. En door die slimme opbouw - waardoor je dóór blijft reizen in de tijd - en daarnaast door het feit dat er heel veel slimme gedachten in staan, word je uiteindelijk toch niet misselijk. Je wordt door dit boek juist kwiek en alert. Op een heerlijke manier zet het je aan tot kijken, genieten én denken."
(Deze recensie stond eerder - enigszins ingekort - in NRC Handelsblad van 18-4-2008)
Geciteerd uit: Website Uitgeverij Contact (volg de link achter de foto nnar de bron)
Een beklijvend boek. Met hoopvolle verhalen maar toch eerder verontrustend, gemengde gevoelens oproepend tegenover (de?) Islam - moslims - en godsdiensten in 't algemeen.
Het juryrapport van 'Bob den Uyl Prijs' over De Koranroute van Rudi Rotthier:
"In december 2001, drie maanden na 11 september, ging Rudi Rotthier voor het Vlaamse dagblad De Morgen op pad om de stemming te peilen in diverse islamitische staten in Afrika, het Midden Oosten en Azië. In De koranroute bereist Rudi Rotthier gedurende dertien maanden een lange reeks moslimlanden. Talloze ontmoetingen met uiteenlopende gesprekspartners leiden tot de conclusie dat de islamitische wereld zich in een staat van crisis bevindt. Rotthier schreef een uiterst actueel, toegankelijk, bij vlagen ontroerend maar toch vooral verontrustend boek.
De jury is zeer gecharmeerd van de wijze waarop de auteur personen en situaties in de door hem bezochte landen onbevangen tegemoet treedt, namelijk zonder vooropgezet doel, en ontvankelijk is voor alle mogelijke indrukken. Rotthiers stijl is zuiver, onopgesmukt en in al zijn eenvoud zeer doeltreffend.
Hij ontmoet extremistische sheiks in Egypte, tot op het bot verveelde rijkeluiszoontjes in Saoedi-Arabië en gefrusteerde feministische studentes in Iran. Haast sluipenderwijs, aan de hand van Þjnzinnige maar soms ook schokkende observaties, bekruipt de lezer het onbehaaglijke gevoel dat de huidige spanningen tussen moslims en de westerse wereld onoplosbaar zijn. Nergens ergert Rotthier de lezer door vooringenomenheid, integendeel, gaandeweg krijg je bewondering voor zijn inlevingsvermogen.
Toch voelt de lezer hoe de auteur naarmate het boek vordert zijn geduld begint te verliezen. Zijn aanvankelijke sympathie met de onderdrukte Palestijnen maakt tot zijn eigen verbazing langzaam plaats voor begrip voor de Israëlische opstelling. Ergernis, ontroering, verbazing en plezier wisselen elkaar in snel tempo af bij het lezen van De koranroute, dat ondanks de grote omvang geen moment verveelt. Sterker nog, de reis had nog best mogen voortduren. We hadden Rotthier graag doorgestuurd richting Afghanistan, Turkije en Pakistan."
"Amerikaanse roman over een Victoriaans gezin en hun spoken."
Wie en waarom?
Er zijn weinig romans die de lezer na het uitlezen van het verhaal laat zitten met zoveel vragen. De Amerikaanse schrijver Arthur Phillips blijft gefascineerd door de vraag 'waar of niet waar'.
Deze keer neemt Phillips ons mee naar hartje Victoriaanse tijd, in Londen. Daar woont Constance, ooit een meisje dat werkte in een boekhandel, maar nu is getrouwd met Joseph Barton, een wetenschapper. Ze heeft een groot huis dat ze heeft kunnen volproppen met alles wat ze maar wilde. Maar is ze gelukkig? Blijkbaar niet. De gezondheid van haar vierjarig dochtertje Angelica baart haar zoveel zorgen dat ze al die jaren haar kind aan haar bed heeft gehouden, in de nachten dat het kind al lang in de kinderkamer had moeten slapen.
Het verhaal vangt aan met het decreet van Joseph dat Angelica eindelijk naar haar eigen kinderkamer moet verhuizen. Volgens de Victoriaanse regels kan Constance zich niet verzetten, tenslotte is Joseph de heer en meester van het huis. Maar ze verzet zich op haar manier, want zodra Angelica - die er zelf overigens geen problemen mee heeft eindelijk alleen te kunnen slapen - is verhuist, begint Constance vreemde dingen te zien, te horen en te ruiken. Zodat ze nu elke nacht in de kinderkamer doorbrengt, tot frustratie van haar man, die graag een vrouw in zijn bed wil zien.
Constance raakt er steeds vaster van overtuigd dat er spoken rondwaren in het huis die het voorzien hebben op Angelica. Wanneer ze Anne Montague ontmoet, een expert in het geesten verdrijven, begint ze ook te vermoeden dat haar man er de hand in heeft.
Maar spookt het nu wel of niet in het huis? Deze vraag wordt min of meer beantwoord wanneer in het volgende deel van het verhaal Anne Montague aan het woord komt over de gebeurtenissen. Als uitgerangeerde actrice probeert ze nu de dames van goede huizen te helpen met haar spiritistische gaven.
In het volgende deel moeten we ons de vraag stellen in hoeverre Joseph zo'n bullebak van een man was. Want dan komt hij zelf aan het woord met zijn versie over de gebeurtenissen. Houdt hij zijn zonden voor zich? Is het niet waar dat hij zijn dochtertje 's nachts bezoekt met snode plannen? In hoeverre eist hij van Constance dat zij haar taak als echtgenote vervult?
Tenslotte krijgen we ook nog Angelica aan het woord, die verklaart dat ze veel te jong was om alle gebeurtenissen in de juiste perspectieven te zien. Aan wie verklaart ze dit alles en waarom?
En zo is 'Angelica' een roman geworden, waar Arthur Phillips zich fantastisch in heeft kunnen uitleven op het verdoezelen van de waarheid. Want die is er eenvoudig gezegd niet. De gebeurtenissen worden door ieder persoon anders gezien en geïnterpreteerd, zodat er voor de lezer niets anders op zit dan de persoon te geloven die hem het beste ligt.
Arthur Phillips heeft zo zijn best gedaan om de Victoriaanse tijd tot leven te brengen in vooral de dialogen, dat dit er soms wel dik bovenop ligt. Maar dat is hem vergeven, want 'Angelica' is een spannnend psychologisch verhaal geworden, waar alleen maar één ding aan mankeert: hoe en waarom is Joseph Barton verdwenen?
ARTHUR PHILLIPS - ANGELICA (Angelica, vert. Servaas Goddijn), De Geus, 2007
Wat is echt en wat niet? Hoewel de boeken van J.M. Coetzee wat betreft onderwerp sterk van elkaar verschillen is dit een vraag die in zijn werken terug blijft komen.
Paul Rayment wordt op de fiets geschept door een auto en verliest zijn onderbeen en knie. Het verlies van zijn zelfstandigheid en van een 'normaal' uiterlijk vallen Paul zwaar. Hij is een langzame man geworden. Toch probeert de teruggetrokken, licht excentrieke zestiger zijn ongeluk te relativeren:
Natuurlijk is hij geen speciaal geval. Elke dag zijn er mensen die ledematen of het gebruik ervan verliezen. De geschiedenis wemelt van de eenarmige zeelieden en aan een rolstoel gekluisterde uitvinders: net als van blinde dichters en krankzinnige koningen.
Maar het mag niet baten. Hij is niet alleen zijn bewegingsvrijheid, maar ook zijn veerkracht kwijt:
Welnu, eerst zijn de ledematen krachteloos geworden, nu wordt ook zijn geest krachteloos. Zijn geest kan elk moment omvallen.
U beslist mee welk gedicht bekroond wordt met de 'Herman de Coninckprijs'! Een vakjury heeft vijf bundels van Vlaamse auteurs genomineerd die het afgelopen jaar verschenen zijn: 'Het huis augustus' van Guido De Bruyn, 'Omdat' van Roger M.J. de Neef, 'Iets' van Mark Insingel, 'Buitenland' van Miriam Van hee en 'Met de plezierboot mee' van Mark van Tongele. Elke dag leest Lisbeth Imbo, het nieuwe Terzakegezicht, één gedicht uit deze bundels. De acteur Warre Borgmans leidt het gedicht in en vertelt wat hem vooral getroffen heeft. Tot vrijdagnacht kan de kijker stemmen op canvas.be. Het winnende gedicht wordt op 31 januari als Gedichtendagposter gratis verspreid via de erkende boekhandel. De 'Herman de Coninckprijs' is een initiatief van Boek.be met de steun van de Provincie Antwerpen en de medewerking van Canvas, Radio 1 en De Standaaard. Uitzending: 'De 5 beste gedichten' van 21 t/m 25 januari aansluitend op Terzake en in de nachtlus.
van auteur Ross King is een spannend historisch verhaal:
over de geniale Brunelleschi, de ongelooflijke constructie van de befaamde koepel van Firenze, prachtig gesitueerd in de tijdsgeest van het 15de-eeuwse Firenze, de ontwikkelingen in de Renaissance, sociaal-maatschappelijk, politiek, stukje ingenieurs- en architectuurgeschiedenis. Ook een beetje het verhaal van de gewone metselaar, van houtsnijders, van de steenbakkers, het langzame proces van het steenbakken, de precieuze vormgeving van deze bakstenen, het delicate kappen en transporteren van marmerblokken... En ja, toch ook over enkele blunders van Brunelleschi (maar wie niet waagt niet wint) KNAP!
Inhoud Ross King vertelt in De koepel van Brunelleschi het verhaal van de getalenteerde goudsmid Filippo Brunelleschi, de ontwerper en bouwer van de koepel van de Santa Maria del Fiore, de kathedraal in Florence die al meer dan een eeuw in aanbouw was. Glashelder zet Ross King de technische problemen uiteen waarvoor de bouwers stonden, en vertelt hij over het dagelijks leven in het turbulente vijftiende-eeuwse Florence, waar de nieuwe wereld geboren werd te midden van pestepidemieën, oorlogen en politieke twisten. Maar bovenal is dit de geschiedenis van de briljante en eigenzinnige Filippo Brunelleschi, van zijn wedijver met mededingers, zijn ambitie en vindingrijkheid.
De koepel van de Dom in Florence is een legendarische icoon in de architectuurgeschiedenis. De maat, de verfijning, de elegantie en de vernuftigheid van het ontwerp blijven tot op de dag van vandaag bouwkundigen én kunstliefhebbers verbazen en bekoren. De schepper was Filippo Brunelleschi, een goudsmid met lef en visie die van de koepel zijn levenswerk maakte. (...) Wij zien de Renaissance als een periode van verfijning, de bakermat van de Hoge Kunst. Het tijdvak werd echter geteisterd door oorlogen, ziektes, stormen en, zoals uit het boek van Ross blijkt, kinnesinne tussen kunstenaars onderling. Brunelleschi was bijvoorbeeld in een constante strijd verwikkeld met Lorenzo Ghiberti, een collega-goudsmid die de beroemde Paradijsdeuren van het Baptisterium tegenover de Dom ontwierp. (...) Voor Ross is de competentiestrijd tussen Brunelleschi en Ghiberti een dankbare rode draad naast de feitelijke constructie van de koepel. Het is zeer interessant welke vooruitstrevende technieken Brunelleschi bedacht om te voorkomen dat voor de bouw van de hoge koepel een enorme houten stut-stellage hoefde te worden gemaakt. (...) Boven alles verhaalt 'De koepel van Brunelleschi' echter over de architectonische en technische vondsten van de kunstenaar. Hij is de eerste die een wiskundig bepaald perspectief op het platte vlak neerzette, hij verzon listige metselverbanden om de bakstenen koepel zo op te kunnen metselen dat deze niet in zou storten halverwege de bouw. Normaal gesproken blijft de constructie van een koepel stabiel, doordat de krachten van de naar binnen hellende delen in de top worden opgevangen. Maar voordat die top is bereikt moet het metselwerk ook overeind blijven. Normaal gesproken gebeurde dit met een houten stellage in de vorm van de koepel, waarop het metselwerk tijdens de bouw kon leunen, maar daarvoor was de koepel zowel te groot als te hoog. Met een ingenieus visgraatverband in het metselwerk en banden die op strategische plekken rond de koepel werden aangebracht wist Brunelleschi het probleem op te lossen.
Ross beschrijft dit alles tot in detail. Zo in detail zelfs, dat je soms flink je aandacht bij de tekst moet houden om de logica te snappen. Deze doorwrochte delen worden afgewisseld met meer anekdotische stukken over Brunelleschi's eigenaardigheden en beschrijvingen van de cultuur van de tijd. Zo is 'De koepel van Brunelleschi' deels een biografie van de koepel van de Dom, deels een biografie van Brunelleschi, deels een schelmenroman, deels een tijdsbeeld van Florence tussen grofweg 1400 en 1450 en deels een technisch handboek van constructietechnieken uit die tijd. Waar nodig springt Ross naar voorvallen uit het verre verleden (bijvoorbeeld de Grieken en Romeinen) of de toekomst, die relevant zijn voor gebeurtenissen rond de bouw van de koepel. Dit maakt van het boek een levendige historische roman.
The green mile, oorspronkelijk een boek van Stephen King (dewelke ik niet heb gelezen), is een prachtige film en wil ik hier eens onder de aandacht brengen. Zeer indrukwekkend, ontroerend, met gevoel voor humor, poëtisch, met aandacht voor menselijkheid, over innerlijke kracht, ... ook hard, over vooroordelen, vooringenomenheid, ... (groot zwak punt: overdrijving in tonen van bovennatuurlijk krachten van één van de gevangenen) Genomineerd voor 4 Oscars, o.a. voor 'Beste film'. Met in de hoofdrol Tom Hanks. Van de maker van 'The Shawshank Redemption", een veel beklijvender film, naar ik mij meen te herinneren.
Waarover gaat de film?
"Paul Edgecomb (Tom Hanks) is hoofdbewaarder van een gevangenis, waar alleen ter dood veroordeelde criminelen zitten. Zij lopen spreekwoordelijk hun laatste mijl over het groene linoleum, The Green Mile, naar de elektrische stoel. De nieuwe gevangene die wordt binnengebracht, John Coffey (Michael Clarke Duncan), is een enorm grote, zwarte man, die terechtstaat wegens verkrachting van en moord op twee jonge meisjes. Al gauw blijkt dat deze beer van een vent een zacht en vriendelijk karakter heeft. Als zich een aantal wonderlijke gebeurtenissen voordoet in de cel, begint Paul te twijfelen aan de schuld van John. Prachtig acteerwerk zorgt ervoor dat zelfs de grootste misdadiger iets humaans over zich krijgt. Tom Hanks schittert en ook Michael Clark Duncan staat zowel letterlijk als figuurlijk zijn mannetje."
In het weekeinde van 29 en 30 september 2007 vindt in Den Haag het poëziefestival Dichter aan huis plaats. Twee weken later op 13 en 14 oktober vindt het festival plaats in Gent. Tijdens het festival dragen 40 Nederlandse en Vlaamse dichters vijf keer per dag voor uit eigen werk in 40 Haagse en Gentse woonkamers en ateliers. De lezingen beginnen op het hele uur, de eerste om 13.00 uur, de laatste om 17.00 uur. De dichters lezen ongeveer 20 tot 25 minuten voor. Daarna is er gelegenheid om met de dichter van gedachten te wisselen. Elke bijeenkomst duurt maximaal 45 minuten waarna het publiek de gelegenheid heeft naar een volgende locatie te reizen. Zo gevarieerd als de locaties zijn, zo divers zijn ook de dichters; van hofjeswoning tot stadspaleis, van rap tot hermetische poëzie.
van Alain De Botton over de invloed van architectuur op de mens...
"Al eeuwen beweren de ideologen van diverse tradities, zoals het stoïcisme, christendom of boeddhisme, dat uiterlijk vertoon en materieel welzijn geen (authentiek) geluk opleveren. De nieuwe ster aan het filosofische firmament Alain de Botton gaat met De architectuur van het geluk radicaal tegen dat idee in. Niet dat de Botton opeens glamour, luxe en de Nacht van Exclusief gaat propageren. Wel lanceert hij de vrij onfilosofische, maar herkenbare idee dat een estethische, genietbare leefomgeving een structureel positieve impact op ons gemoed én leven kan hebben. De Botton etaleert, zoals gebruikelijk, zijn diepmenselijke inzichten aan de hand van licht verteerbare maar erg leuke anekdotes, dit keer over architectuur en de menselijke creativiteit. (...)"
Augusta's huis./ Majgull Axelsson Ooit was Augusta's huis de woning waar Augusta moeilijke, maar ook gelukkige jaren beleefde met haar man Isak. Een eeuw later is het huis nog altijd familiebezit en wordt het gebruikt als vakantiehuis. En soms ook als toevluchtsoord. Bijvoorbeeld door kleindochter Alice. Zij trekt zich in het huis terug om na te denken over het verzoek van haar jeugdvriend Kristian, die na tientallen jaren wil horen wat er van hun kind geworden is. Ook het zestienjarige 'achterachterkleinkind' Angelica vindt tijdelijk onderdak in Augusta's huis. Zij is op de vlucht voor haar stiefvader.
Axelsson vertelt in Augusta's huis niet alleen de levensverhalen van enkele vrouwen, maar schreef tegelijkertijd een kroniek van een eeuw sociale geschiedenis.
A university in Venezuela is using a novel method to take books into remote communities and encourage people to read. As James Ingham reports, the scheme is proving a great success.
Het huis was leeg en verlaten. De kou drong door tot in alle hoeken en gaten. In de badkuip had zich een dun vlies ijs gevormd. Zij had een blauwige tint gekregen. Zoals daar lag, vond hij haar net een princes. Een ijsprinces.
(Flaptekst "IJsprinces"./ Camilla Läckberg)
Héél mooi en vlot geschreven. Zoooo spannend dat je bijna niet anders kunt dan het zo vlug mogelijk uitlezen... Spannend tot de laatste minuut!
Aangrijpend en huiveringwekkend hoogstandje
Soms wekt de omslag van een boek een moeilijk definieerbare nieuwsgierigheid op. Je wordt aangetrokken tot iets en wilt naarstig op zoek gaan naar het waarom. Niet alleen oogt IJsprinses mysterieus, Camilla Läckberg (1974) heeft ook nog eens voor een benijdenswaardige inhoud gezorgd. De Zweedse schrijfster heeft in eigen land een ongekend succes behaald door een half miljoen boeken te verkopen. Ze werd in 2005 niet voor niets tot auteur van het jaar gekozen. De nog jonge ster laat zich leiden door haar verbluffend sterke fingerspitzengefühl.
IJsprinses speelt zich af in een kleine plaats aan de Zweedse westkust. Wanneer op een koude winterdag de klusjesman het afgelegen huis van Alexandra Carlgrens betreedt, krijgt hij de schrik van zijn leven. De vrouw ligt met doorgesneden polsen in bad en alles wijst in de richting van zelfmoord. Erica Falck is toevallig ter plekke. De oud-klasgenote en tevens jeugdvriendin van Alexandra start samen met Patrick Hedstrom van de politie een onderzoek. De patholoog-anatoom doet niet veel later een paar opmerkelijke ontdekkingen. Zo is het slachtoffer een slaapmiddel toegediend, zijn de snijwonden in de slagaders op minutieuze wijze aangebracht en blijkt dat Alexandra drie maanden zwanger was. Alles wijst nu in de richting van moord. Er lijkt een verband te bestaan met de verdwijning van een zoon uit een heel ander gezin. Alleen was dat een zaak die zich ergens in een grijs verleden afspeelde. Als vervolgens een vriend van Alexandra dood in zijn woning wordt aangetroffen zijn de kaarten opnieuw geschud. Maar ook nu weer blijft de vraag of er sprake is van moord of zelfmoord.
De thriller is met veel bezieling geschreven. Elk hoofdstuk is een aangrijpend en huiveringwekkend hoogstandje. De klasse van het verhaal is dat het geen moment verzwakt. Steeds weer komen er nieuwe feiten op tafel die je een stapje verder door de mysterieuze doolhof leiden. De meest vreemde onthullingen volgen elkaar in een jachtig tempo op. Niets is wat het lijkt en alles pakt nog beter uit dan de meest hoopvolle verwachtingen. Het decor wordt gevormd door een kil en afgelegen Zweeds stadje. Je proeft de winterse sfeer en maakt zelf deel uit van een kleine gemeenschap. Erica Falck en haar zus worden heel mooi als twee uitersten geschetst. Erica heeft verantwoordelijkheidsgevoel en is rechtvaardig. Haar zus is daarentegen onzeker en lijkt de grip op haar eigen leven totaal te zijn verloren. Erica stelt alles in het werk tot haar zus door te dringen. Je krijgt het idee dat de schrijfster zichzelf in Erica heeft verloren, wat tot gevolg heeft dat ze het karakter erg realistisch omschrijft. IJsprinses mag zich zonder twijfel meten met de beste speurdersromans. Rest slechts een piepklein minpuntje en dat is de reden waarom de hoofdverdachte zo gemakkelijk in hechtenis wordt genomen. Wijzigingen van tv-programmas kun je ook in een vroeger stadium controleren. Het is de schrijfster vergeven.
Läckberg schrijft ingenieus, wat kortweg inhoudt dat ze alle clichés vermijdt en een onbetwistbaar antwoord heeft op elk complex vraagstuk. We gaan nog veel van dit talent horen!
Hoe sterk is de relatie tussen een moeder en haar drie pleegdochters als blijkt dat de moeder ook een kind van zichzelf heeft? 'Een van mijn zussen heeft het leven gestolen dat voor mij bestemd was. Ik wil weten wie.' Zo denkt de gehandicapte Desirée, die al een leven lang op bed ligt. Als baby is Desirée begin jaren vijftig door haar moeder, die vroeg weduwe was geworden, in een inrichting geplaatst. Daarna heeft de moeder drie pleegdochters opgevoed zonder hen te vertellen dat ze ook een dochter van zichzelf heeft: Desirée. Als Desirée het leven van haar 'zussen' binnendringt, wordt het evenwicht tussen de vrouwen ernstig verstoord.
Recensie Biblion
G. Brandorff
De in 1947 geboren Zweedse schrijfster won met deze succesvolle roman in 1997 de Zweedse 'Augustpris'. In het centrum van de roman staat de volledig verlamde en aan een verpleeghuisbed in Vadstena gekluisterde Desirée. Zij blijkt in staat op magische wijze vrijelijk reizen door tijd en ruimte te kunnen ondernemen. Zó 'bespeelt' zij op mysterieuze wijze het leven van de pleegzussen Birgitta, Margareta en Christina, die alle drie tragische levensverhalen met zich mee zeulen. Het is ook niet aan hen bekend dat Desirée de dochter van hun pleegmoeder 'tante Ellen' is. De lijvige roman ademt somberheid, echter ook vaak humor en ironie, en doet denken aan de thematiek van 'het getergde kind' bij de Noorse schrijver Wassmo. Het leven van de 4 zussen wordt bepaald door het feit dat geen van hen ooit de belangrijkste was geweest.. In verrassende wisselingen van perspectief, ruimte en tijd schildert de auteur een fascinerende en spanningsvolle generatieroman, waarin zij de magische literaire mogelijkheden goed weet te benutten en tevens een kritisch beeld schept van de Zweedse welvaartsmaatschapppij.
De vrouw in het Götakanaal./ Maj Sjöwall & Per Wahlöö
Op de achtste juli, s middags even na drie uur, werd het lijk opgevist. Het was nog in vrij goede staat en kon niet lang in het water gelegen hebben.
Kortnieuws: Bij toeval vist een baggermolen in de sluis van het Götakanaal het lijk op van een jonge vrouw. Niemand kent haar, en erger nog, niemand lijkt haar te missen. Ze wordt alvast door niemand als vermist opgegeven. Een onoplosbare zaak? De politie tast in het duister, maar inspecteur Martin Beck geeft het niet op.
De vrouw in het Götakanaal is het eerste boek uit de wereldvermaarde tiendelige thrillerreeks rond inspecteur Martin Beck uit Stockholm. Enkele dagen geleden met veel spanning uitgelezen. Ook al had ik aanvankelijk wat voorbehoud om een boek dat geschreven werd in de zestiger jaren te beginnen lezen, en in het begin eventjes te veel details in het verhaal, maar algauw kon ik er niet onderuit: ik moest en zou zo gauw mogelijk de ontknoping te weten komen.
En ja, het speurwerk is best spannend om te volgen, vooral als je er bij stilstaat hoe evident sommige zaken vandaag de dag zijn geworden als een snel telefoontje via de gsm of DNA-onderzoek en toen niet tot de mogelijkheden behoorde
Sjöwall, Maj (Stockholm 25 sept. 1935) en Per Wahlöö (Göteborg 5 aug. 1926 Malmö 22 juni 1975), Zweeds schrijverspaar, kreeg grote bekendheid met een serie van tien politieromans met als centrale figuur commissaris Martin Beck en zijn collega's, geschreven in 19651975. De serie, via de Verenigde Staten internationaal bekend geworden, is geconcipieerd als één lange roman en bedoeld als aanklacht tegen de Zweedse welvaartsmaatschappij en tegen het rechtssyteem, waarin de mens volgens de auteurs wordt weggedrukt, zodat hem om zich te doen gelden geen andere keus dan het geweld overblijft. De maatschappij, en met name de politie als machtsapparaat, wordt gezien als de werkelijke misdadiger. Wahlöö had reeds eerder zelfstandig romans en misdaadverhalen geschreven met eveneens maatschappijkritische aspecten, zoals bijv. De moord op de 31ste verdieping (Ned. vert. 1976).
Het Zweedse schrijversechtpaar Maj Sjöwall en Per Wahlöö wordt zonder twijfel gezien als de grondleggers van de Skandinavische, maatschappij-kritische misdaadroman. Sjöwall & Wahlöö hebben met hun politieromans met Martin Beck in de hoofdrol een groot internationaal lezerspubliek weten te veroveren. Vele hedendaagse schrijvers beschouwen hen als een groot voorbeeld.
The lover. Marguerite Duras a seductive masterpiece of cinematic grace and beauty
"The burst of Chopin under a sky lit up with brilliancies...There wasn't a breath of wind and the music spread all over the dark boat, like a heavenly injunction whose import was unknown, like an order from God whose meaning was inscrutable...and afterwards, she wept because she thought of the man from Cholon and suddenly she wasn't sure she hadn't loved him with a love she hadn't seen because it had lost itself in the affair like water in sand and she rediscovered it only now, through this moment of music flung across the sea."
'Set against the backdrop of French colonial Vietnam, with all the faith and fervor of its native text, The Lover reveals the intimacies and intricacies of a clandestine romance between a pubescent girl from a financially strapped French family and a much older and much wealthier Chinese man. Overlaid with softly indulgent narration by the nonpareil Jeanne Moreau, a provocative Jane March stars in the role of the young Marguerite, with Tony Leung as her refined but reticent paramour.'
'The year is 1929, and a nameless girl, whom we must presume to be the author in the bloom of her youth, is traveling by ferry across the Mekong Delta, on return from a holiday at her family home in the village of Sadec, to her boarding school in Saigon. Self-aware and oozing with nubile allure, this woman-child is at once both tenderly naïve and wise beyond her years. Most telling is the way in which she is dressed, and an evocative passage from the pages of the novel that describes it is brought to life by the microcosmic eye of cinematographer Robert Fraisse'
23 april is een symbolische datum voor de wereldliteratuur. Op deze dag in de geschiedenis (en in hetzelfde jaar 1616), stierven Cervantes, Shakespeare en Inca Garcilaso de la Vega. Het is tevens de geboortedag van bekende auteurs zoals Maurice Druon, K. Laxness, Vladimir Nabokov, Josep Pla en Manuel Mejía Vallejo.
Wat als het leven zich voordoet als een verhaal, een roman of zelfs een opera? Of als een verhaal werkelijkheid wordt terwijl het verteld wordt? Wat als drie verhalen (of meer) verweven geraken in één enkel boek? Als zelfs de 'ware' geschiedenis een handje wordt geholpen en alles steunt op een bijna-werkelijkheid? Wat als de hoofdfiguren Mozart, Casanova en librettist Da Ponte zijn? Als alles draait rond de opvoering van de opera Don Giovanni te Praag in 1787? Wat als het verhaal van de opera 'echt' wordt in het boek en alle intriges en liefdeshistories, heldendaden en hypotheses verweven worden tot één enkel nieuw verhaal? Dan kunnen we alleen maar gespannen doorlezen tot het boek uit is en ons hijgend in een zetel ten ruste leggen bij het aanhoren van dit dramma giocoso van Mozart. Het is schrijver Hanns-Josef Ortheil die in zijn boek 'De nacht van Don Giovanni' de intriges uit de opera zo hanteert dat het verhaal levend wordt in de dagen voor de première te Praag. Op een weergaloos geslepen manier wordt Casanova Don Giovanni en omgekeerd. Het boek is wat nukkig in het begin maar langzamerhand laat het zich lezen als een trein. De laatste pagina's vliegen je door de vingers terwijl onderwerpen als de Venetiaanse keuken en het orkestleven uit de klassieke periode de revue passeren. Wie graag de muziek van Mozarts opera's hoort, moet zeker dit boek eens ter hand nemen. Alles is fictie maar wordt haarfijn in de tijd en op de karakters van deze ooit levende personages geschreven. In één woord: een meesterwerk.
Inés, vrouw van mijn hart is een grote liefdesroman in een historische setting. Met haar nieuwe boek keert Isabel Allende terug naar haar oude thematiek: een krachtige vrouw die een bepalende rol heeft in de geschiedenis. Allende heeft zich grondig verdiept in de geschiedenis van Zuid-Amerika en Chili. Twee historische figuren die daarbij een beslissende rol hebben gespeeld, zijn haar hoofdpersonen, Pedro de Valdivia (stadhouder van Pizarro) en zijn minnares Inés Suárez. Allende laat Inés zelf vertellen vanuit haar herinnering, want zij overleefde haar drie mannen, hun intriges en machtstrijd, de veldslagen en hongersnoden, en zij schrijft nu haar belevenissen op voor de dochter van haar laatste echtgenoot.
Een moedige, hartstochtelijke en onverzettelijke vrouw is de Inés van Allende, en zo moet ze in werkelijkheid geweest zijn als zij de huiveringwekkende avonturen van de conquistadores heeft kunnen doorstaan. Zij kon overleven omdat zij de mannen in haar omgeving altijd zodanig wist te sturen, dat zij haar zelfstandigheid kon behouden Zij beleefde drie verschillende vormen van liefde, alle met een grote intensiteit. Met haar eerste echtgenoot in Spanje ervaart zij als jong meisje onbekommerd de lichamelijke liefde, sensueel en genotvol. Een passievolle liefde beleeft zij met Pedro de Valdivia, haar minnaar in Zuid-Amerika, de harde en roemzoekende veroveraar, krijger en heerser. En als laatste, Rodrigo de Quiroga, de zachtmoedige conquistador aan Pedros zijde, met hem deelt ze een tedere, begripvolle liefde.
De roman bevat romantiek en heroïsche passages, maar Allende heeft de ogen niet gesloten voor de duistere kanten van de conquista en voor de gewelddadigheden waarmee de verovering van Chili gepaard ging.
Isabel Allende schreef speciaal voor haar Nederlandse lezers een brief over hoe haar nieuwe roman Inés, vrouw van mijn hart tot stand is gekomen. Zij vertelde daarover het volgende:
`Mijn Nederlandse uitgever vroeg mij hoe Inés, vrouw van mijn hart tot stand is gekomen. In boeken over de verovering van Chili kwam ik een enkele keer de naam Inés Suárez tegen. Ik raakte geïnteresseerd en ontdekte iets waar de meeste historici allemaal mannen aan voorbij zijn gegaan. Het bleek dat Inés de enige Spaanse vrouw was onder de honderdtien dappere en wrede Spaanse soldaten die in 1540 Chili veroverden. Ze was een verleidelijke weduwe, een genezeres en een wichelroedeloopster: ze wist waar water was te vinden in de dorre bodem. Dankzij deze laatste gave wist ze het leven te redden van de Spaanse soldaten en dat van meer dan duizend indianen en vele dieren in de Atacama, de droogste woestijn ter wereld. Met het zwaard in de hand vocht Inés tegen de woeste Mapuche-krijgers, ze stichtte steden en verdedigde die, ze bouwde hospitalen en kerken. In later jaren werd ze de rijkste en invloedrijkste landbezitster van Chili. Maar niets van dit alles deed ze om het goud of om de glorie. Ze deed het uit liefde: ze was de minnares van kapitein Pedro de Valvidia, de conquistador van Chili, een nobel man die, helaas voor Inés, reeds was getrouwd. Zijn vrouw was in Spanje achtergebleven toen hij afreisde naar de Nieuwe Wereld, op zoek naar zijn lot. Inés ontmoette hem in Peru en zij bracht hem geluk, maar toen Valvidia haar bedroog, keerde zijn lot zich tegen hem en stond hem een wrede dood te wachten. Inés overleefde hem en leefde nog dertig jaar in intense liefde met een andere man, Rodrigo de Quiroga.
De geschiedenis van Inés Suárez heb ik uitgebreid bestudeerd. Daardoor was het niet moeilijk om dit verhaal te schrijven want ik voelde Inés binnen in me, ik kon haar stem horen. Ik begrijp heel goed hoe ze dacht en voelde. Er is heel veel geschreven over de mannelijke conquistadors van Chili, maar heel weinig over Inés, dus had ik alle vrijheid om haar te verbeelden. Er bestaan geen portretten van haar, op een groot schilderij in een museum in Santiago na, maar dat is een paar eeuwen na haar dood geschilderd. Er bestaat alleen een heel terloopse beschrijving van haar lange, kastanjebruine haar en haar knappe gezicht. Haar karakter was meteen al duidelijk want haar vastbeslotenheid, moed, doorzettingsvermogen, visie en intelligentie spreken vanzelf uit haar levensverhaal. Mijn boeken zijn allemaal opgebouwd rond sterke vrouwen, maar ik denk dat Inés de sterkste van hen allen is: ze is een vrouw die echt heeft bestaan en die een opmerkelijk leven heeft geleid in een fascinerende en woeste tijd. Alle historische feiten in deze roman kloppen. Ik vond het historisch onderzoek naar Inés en het schrijven van dit boek geweldig. Ik hoop dat iedereen van het verhaal zal genieten.
"Mijn naam is Inés Suárez, ik ben inwoonster van Santiago de Extremadura, in het koninkrijk Chili. We leven in het jaar onzes Heren 1580. Ik weet niet precies in welk jaar ik ben geboren, maar volgens mijn moeder was het na de hongersnood en de verschrikkelijke pestepidemie die Spanje na de dood van Filips de Schone heeft geteisterd. Ik geloof niet dat de dood van de koning de pest heeft veroorzaakt, zoals veel mensen zeiden toen ze de rouwstoet voorbij zagen komen, die een bittere amandelgeur verspreidde die dagenlang bleef hangen, maar helemaal zeker weet je dat soort dingen nooit. Koningin Johanna, die nog jong en mooi was, sjouwde meer dan twee jaar Castilië rond met de doodskist, die ze van tijd tot tijd openmaakte om de lippen van haar echtgenoot te kussen, in de hoop dat die uit de dood zou opstaan. Ondanks alle smeersels waarmee ze Filips hadden gebalsemd, stonk de Schone behoorlijk. Al toen ik op de wereld kwam, hielden ze de ongelukkige vorstin, die volkomen geschift was, samen met het lijk van haar echtgenoot vast in het paleis van Tordecillas, wat betekent dat ik nu minstens zeventig winters achter de rug heb en dat ik voor Kerstmis dit jaar moet sterven. Ik zou kunnen zeggen dat een zigeunerin me op de oever van de Jerte de datum van mijn dood heeft aangekondigd, maar dat zou zon leugen zijn die je wel vaker tegenkomt in boeken, en die voor waar worden aangenomen omdat ze nu eenmaal zwart op wit staan. De zigeunerin heeft me een lang leven voorspeld, dat was alles, maar dat doen ze altijd in ruil voor een muntstuk. Mijn hart is verward, en dat is een aankondiging van mijn nabije einde. Ik heb altijd geweten dat ik als oude vrouw zou sterven, in vrede en in mijn bed, net als alle vrouwen in mijn familie, vandaar dat ik het gevaar nooit heb geschuwd, want niemand haast zich immers naar de andere wereld vóór het vastgestelde tijdstip. U zult van ouderdom sterven, señoray, en niet aan iets anders, placht Catalina me gerust te stellen in het zoetklinkende Spaans van Peru, als mijn hart zo op hol sloeg in mijn borst dat ik op de grond viel. Ik ben vergeten hoe Catalinas naam in het Quetchua luidde en het is te laat om het haar nog te vragen, want ze is jaren geleden al begraven in de patio van mijn huis, maar ik heb het volste vertrouwen in de precisie en de juistheid van haar voorspellingen. Catalina kwam bij mij in dienst toen ik nog in de oude stad Cuzco woonde, die parel van de Incas, in de tijd van Francisco Pizarro, een heetgebakerde bastaard die, naar men beweerde, in Spanje varkenshoeder was geweest en het tot markies-gouverneur van Peru bracht, en die uiteindelijk ten onder is gegaan aan zijn eerzucht en aan allerlei vormen van verraad. Dat is de ironie van deze Nieuwe Wereld, van Las Américas, daar wordt niet alles gedicteerd door traditie, daar is alles anders: heiligen, zondaars, blanken, negers, mulatten, indianen, mestiezen, edelen en knechten, iedereen kan in de ketens worden geslagen, gebrandmerkt, en de volgende dag door stom geluk ineens worden aangesteld in een hoge positie. Ik heb meer dan veertig jaar in de Nieuwe Wereld geleefd en ik ben nog steeds niet gewend aan de wanorde die er heerst, hoewel ik er wel bij heb gevaren, want als ik in mijn geboortedorp was gebleven, was ik nu een arm oud vrouwtje, blind van het kantklossen bij het licht van een kaars. Daar zou ik Inés zijn, de naaister uit de straat bij het aquaduct. Hier ben ik doña Inés Suárez, een vooraanstaande dame, een van de conquistadores, een van de stichters van het koninkrijk Chili, de weduwe van de weledelachtbare gouverneur don Rodrigo de Quiroga."
Citaat uit Inés, vrouw van mijn hart, pp. 11-12. van Isabel Allende
Nog in de ban van Tahar Ben Jelloun! Alweer een boek van hem uitgelezen. Elke vrije minuut onderweg op de tram... en de laatste hoofdstukken gisterenavond thuis:
"Een gebroken man"
Op subtiele manier beschrijft de bekende Marokkaanse auteur Ben Jelloun hoe de individuele mens moet zwichten voor het corrupte systeem. De hoofdpersoon Mourad werkt als civiel ingenieur, maar verdient niet genoeg om de studiekosten en de dokter voor zijn kinderen te betalen. Koste wat kost probeert hij zijn eerlijkheid te bewaren. Een enkele misstap wordt hem echter fataal. Het verhaal wordt verteld door de hoofdpersoon, geheel in stijl met de vorige boeken van de schrijver. De magische elementen, die kenmerkend zijn voor zijn werk, worden alleen op het laatst gebruikt, om de persoonsverandering van Mourad te verwoorden. (...) De roman is opgedragen aan Pramoedya Ananta Toer. Tahar Ben Jelloun woont al vele jaren in Frankrijk en won in 1987 de Prix de Goncourt.
Kindje, je bent groot geworden en je bent veranderd. Waar je ook gaat, je bent de dochter van je ouders en het kind van dit dorp. Je kunt vreemde talen en landen leren kennen, maar je geboorteplaats, de aarde die je heeft opgenomen, het dak dat je beschut heeft, de mensen die van je hielden, de handen die je vastpakten om je de borst te geven, de wind die je s zomers wat verkoeling bracht, de boom die je schaduw gaf, die zullen jou nooit vergeten, waar je ook bent. Dit is jouw land, dit is zijn gezicht. Denk niet dat je je ervan los kunt maken omdat je gaat studeren. Je wortels blijven altijd hier, ze wachten op je, zij zijn het die voor je zullen getuigen op de dag van het laatste oordeel.
Hoed je voor uiterlijke schijn, voor beelden en weerspiegelingen in het water. Dat gaat allemaal voorbij. Het enige wat overblijft, ergens in een hoekje van je hart, is de grond waar je het levenslicht hebt aanschouwd. Wij behoren God toe en keren tot God terug. En God, dat is ook de grond, wij behoren dit land toe, deze heuvel, deze bergen, en daar zullen we weer naar terugkeren. Ga, meisjelief, leef, studeer, lees, leer rekenen en leer de zeeën, leer de beweging van de sterren, ga op zoek naar kennis, zelfs als die aan de andere kant van dit werelddeel ligt, maar vergeet nooit waar je vandaan komt en spreek nooit kwaad van je geboorteplaats. Heb liefde en eerbied voor je geboorteland als voor je ouders. Wat je ook doet, al ga je naar het einde van de wereld, nooit zal het je lukken om die plek te verplaatsen, hem mooier of milder te maken dan hij is. Zoals je weet heb ik nooit leren lezen en schrijven, je moeder ook niet. Jij bent het eerste meisje van de stam dat naar school is gegaan, en niet zomaar een school: die van de christenen. Maar noch je moeder, noch ik zijn leeg. Wij kennen andere dingen die ze je op school niet leren. Onze handen bijvoorbeeld hebben meer kennis dan ons hoofd; onze voeten kennen plaatsen die in geen enkel boek beschreven staan; onze huid bevat de herinnering aan zoveel zon en regen; we hebben genoeg aan onze zintuigen om oud van nieuw te onderscheiden. Onze school is de natuur en datgene wat onze voorouders ons hebben doorgegeven in de loop van hun verblijf hier op deze aarde, in dit dorp dat tussen twee bergen ligt ingeklemd. En ten slotte mijn laatste raad: pas op voor vrouwen die de lijnen in je hand willen lezen. Ga nu in alle rust, zonder om te zien. Je hebt mijn zegen!
Ik was vijftien en doodsbenauwd toen we teruggingen naar ons dorp. We werden opgewacht door mijn grootmoeder, neven en buren. ( ) Mijn moeder huilde in de armen van de vrouwen. Ik stond erbij te kijken als een buitenstaander. Ik vergoot geen traan; ik keek eens naar de jongens van mijn leeftijd, probeerde ogen te ontdekken waarvan ik kon dromen. Die dag ontdekte ik de onverschilligheid. Ik was niet in het dorp en hoorde geen enkele stem. Ik zweefde of zat op een vliegend tapijt boven de hoofden die even hol en kaal waren als het dal. Maar die hoofden hadden zelfs geen herinneringen waarmee ze de winternachten konden doorkomen. ( ) Als mensen het woord tot me richtten deed ik of ik hen niet begreep en beantwoordde hun poging met stommetje spelen en soms met de glimlach van iemand die overal lak aan heeft en met zijn hart ver weg is van deze grijze stoffigheid, deze treurige, lege gezichten. Als ze aandrongen zei ik iets onbenulligs in het Frans. Ik was ver weg en wenste hen nog verder van mij vandaan. ( ) (Uit: Met neergeslagen ogen. Tahar Ben Jelloun)
We kwamen vroeg in de ochtend in Parijs aan. De lucht was grijs, de straten waren kennelijk ook grijs geverfd, de mensen liepen vastberaden door, keken naar de grond en hadden donkere kleren aan. De muren waren zwart of grijs. Het was koud. Ik wreef mijn ogen uit om alles goed in me op te nemen. ( ) Ik keek naar de muren en gezichten die van eenzelfde treurigheid vervuld waren. Ik telde de ramen van de hoge huizen. Ik raakte de tel kwijt. Er waren te veel ramen, te veel huizen op elkaar. Het was zo hoog dat mijn ogen zich verloren in de wolken. Ik werd duizelig. Tientallen vragen schoten door mijn hoofd. Ze kwamen en gingen, vol geheimzinnigheid en ongeduld. ( ) Tijdens de reis had mijn vader geen woord gezegd. We waren twee keer gestopt om langs de weg wat te eten. Mijn moeder sprak ook niet. Ik voelde dat deze reis een vlucht was. We gingen zo ver mogelijk van ons dorp weg. ( )
Ik was opstandig. Ik praatte alleen met mijn ouders. Mijn taal was het Berbers en ik begreep niet dat er een ander dialect gebruikt werd om met elkaar te praten. Zoals alle kinderen dacht ik dat mijn moedertaal universeel was. Ik was opstandig en zelfs agressief omdat de mensen me geen antwoord gaven als ik tegen hen sprak. ( )
Toch was ik niet verwend of lastig. Maar ik werd bestormd door nieuwigheden en ik wilde begrijpen. Ik had het gevoel dat ik van de ene dag op de andere doofstom was geworden, door mijn ouders losgelaten en vergeten in een stad waar iedereen me de rug toekeerde, waar niemand me aankeek of me aansprak. Misschien was ik doorschijnend, onzichtbaar, misschien maakte mijn donkere huidkleur dat ze me niet konden onderscheiden van de bomen. Ik bleef uren naast een boom staan. Iedereen liep gewoon door. Ik was een boom, of liever gezegd een heester, vanwege mijn kleine en magere gestalte. Ik kon dienst doen als vogelverschrikker. Maar korenvelden waren er nauwelijks en vogels nog minder. Duiven waren er wel, maar die waren zo slap en stompzinnig dat ze hun stam te schande maakten! ( ) (Uit: Met neergeslagen ogen. Tahar Ben Jelloun)
Donderdag even beginnen lezen op de tram, gisterenavond thuis ingenesteld in de zetel ... gretig terug.
Ben Jelloun is een meester-verhalenverteller; schrijft heel dichterlijk en schept een magische sfeer waar ik bijzonder van hou. Ik slaag er niet in te ontsnappen uit zijn woorden vooralleer het boek uit is. Gevolg: laat in m'n bed en nog een lang nazinderende magische gewaarwording van de wereld rondom mij...
Met neergeslagen ogen vertelt het verhaal van een meisje dat opgroeit in een arm dorp in het Atlas-gebergte. Haar vader werkt in Parijs en na een dramatische familiegebeurtenis laat hij zijn gezin overkomen. In Parijs ontdekt het meisje een nieuwe wereld die haar zowel angst inboezemt als fascineert.
Op de eerste bladzijde lezen we:
Het verhaal van de geheime schat die meer dan honderd jaar geleden door de overgrootvader in de bergen was verborgen, is waar. En van alle kleine meisjes van de stam was zij het die door de uitgestoken vinger van de oude man werd aangewezen. Niemand wist waarom. Ze was als alle andere meisjes van haar leeftijd, niet te braaf en niet te wild, maar ze had onmetelijke ogen waarin een zacht wisselend licht school. Met die grote ogen zal je dingen zien die je niet leuk vindt, had haar grootvader gezegd, dingen die je afwijst in je ziel, maar je zult de wijsheid en de wilskracht hebben om niets te zeggen, om de mensen te laten volharden in leugen, verraad en ongeluk; je zult de aarde hen laten verzwelgen en je zult de enige zijn die weet waarom de mensen hun eigen graf delven. Je zult ook prachtige dingen zien: weiden waarin iedere boom een spiegel is die zich richt op de zon en die licht, bloemen en vruchten geeft. Je zult het daglicht zien gloren, eerst in je ogen, daarna over de bergen en rivieren. Je ogen zullen de plaats zijn waar iedere doorgebrachte nacht een stukje van je dromen zal achterlaten, waar het ene verhaal overgaat in het andere, waar het morgenlicht het alfabet van het geheim heeft neergelegd. Dat is geen voorrecht, het is nu eenmaal zo. Mijn geweten en het lot hebben je uitgekozen. Mijn hand ging in de richting van jouw ogen en ik zag in de verte een lichtflits als een schaterlach, als een weldoende bliksemstraal die uit de hemel neerkwam en mijn gebaar goedkeurde. ( )
Laat nu je ogen in mijn handen rusten; leg je handen op mijn borst; zie deze as die met gloeiende sintels is bezaaid; hierin ligt het geheim; zoals je ziet is er sprake van een schat die andere handen hebben begraven onder de veertigste olijfboom ten westen van het graf van de heilige van onze stam; die schat komt toe aan de kleindochter van onze voorvader.
Voorlezende meisjes op de dijk van Oostende. Een mooie foto van Michiel Hendryckx. (klik op de foto voor een uitvergroting) Gevonden op zijn blog bij De Standaard: Boeketje Michiel
Jeugdboekenweek is het grootste kinderboekenfestival van Vlaanderen. Veertien dagen lang zetten scholen, bibliotheken, boekhandels en culturele centra de mooiste boeken in de kijker.
Jaarlijks heeft Jeugdboekenweek een ander thema. Jeugdboekenweek 2007 heeft als thema: Avontuur!
Nieuwe interessante site met boekeninfo gevonden. Vooral veel boeken over Arabische cultuur of van Arabische schrijvers. Je kan er boeken vinden over de Islam, kookboeken, kinderboeken, mystiek, reizen, maatschappelijk, taal, literatuur, geschiedenis. Arabische schrijvers die mij alvast heel erg hebben aangesproken zijn: Tahar Ben Jelloun, Kader Abdollah, Al Galidi. Van deze laatste nog niet echt iets gelezen, maar wel eens gaan luisteren naar hemzelf. Hij is een Irakese asielzoeker met zéér veel gevoel voor humor en zelfrelativering. Hm, ok, binnenkort eens gauw een paar boeken van gaan halen (Mijn opa de president en andere dieren, Blanke Nederlanders doen dat wel, ...)
Een geestig ontroerend liefdevol romantisch poëtisch speels verrassend fijnzinnig prentenboek heel creatieve fijne combinatie van tekst, typografie en tekeningen voor adolescenten en ouder
Poëzie en stilte "Gedichtendag 2007 staat in het teken van stilte en eenvoud. In drukke en lawaaierige tijden, waarin snelheid en zappen de norm zijn, vraagt Poetry International aandacht voor rust en concentratie; voor de stilte die onlosmakelijk verbonden is met het gedicht: de stilte die nodig is om klank en betekenis te waarderen; de stilte in het wit tussen de regels en de onvermijdelijke stilte wanneer de betekenis van het gedicht onzegbaar is."
Net voor kerstdag snel uitgelezen en de daad bij het woord gevoegd: een weekje Rosita achterna... :
Thuis in Rome (Rosita Steenbeek)
Voor mij is Rome het oude centrum, de smalle straatjes in de warme kleuren, alle schakeringen oranje, rood zelfs, geel van zand tot goud. Hier is Rome als een huis, de steegjes zijn gangen, en op drie minuten afstand liggen de twee mooiste pleinen van de stad, misschien wel van de wereld. De Piazza della Rotonda met het best bewaarde monument, het Pantheon, en de Piazza Navona. Dat zijn mijn leeszalen, mijn koffiekamers, mijn salons waar ik mensen ontvang.
In Thuis in Rome vertelt Rosita Steenbeek over haar liefde voor de eeuwige stad, waar ze sinds 1985 een groot deel van het jaar woont. Ze komt op plekken die de gewone reiziger niet kent en vertelt over haar kleurrijke vrienden en kennissen, onder wie geestelijken, archeologen, kunstenaars en dieven. Ze gaat naar de discotheken die zijn uitgehakt in de vuilnisbelt van keizer Augustus, vertelt over haar ervaringen in het Geheim Archief van het Vaticaan, krijgt een persoonlijke rondleiding door Neros Domus Aurea, ziet hoe de zon verduistert boven Rome en beleeft er het begin van het Jubeljaar en het aanbreken van het nieuwe millennium. Met Rosita Steenbeek dringt de lezer door tot de vele lagen van Rome.
Voor iedereen wens ik een hartverwarmend nieuw jaar vol te ontdekken mogelijkheden, onverwachte deugddoende ontmoetingen, aha-erlebnissen, luie dagen, vriendschap, genegenheid, fijne vakanties, arbeidsvreugde, een goede gezondheid, levenslust, zelfvertrouwen, hoop voor de toekomst, rode zonsondergangen, kinderplezier, verdraagzaamheid, creatieve inspiratie, heerlijk geurende koffie met een zoet croissantje op zondagmorgen, lekker eten, zwoele zeewind, iemand die je rug krabt op plekjes waar je zelf niet bij kunt, oorstrelende muziekjes, allesverslindend leesplezier, vlinders in je buik, welgemeende complimentjes, mooie herinneringen, ... en dat wat je stilletjes hoopt...
Andalus. Het Moorse heden en verleden van Spanje. (Auteur: Jason Webster)
De wereld van vandaag lijkt in de greep te zijn van een confrontatie tussen het Westen en de islam: de aanslagen in New York, de oorlog in Irak en de bomaanslagen in Madrid zijn er voorbeelden van.
Maar ooit leefden christenen, joden en moren vreedzaam samen op het Iberisch schiereiland, Al-Andalus. De islamitische overheersing begon in 711 en eindigde acht eeuwen later met de val van Granada. Van dit verleden zijn de sporen diep in de Spaanse samenleving te vinden, niet alleen in wereldberoemde gebouwen als het Alhambra en de moskee van Cordoba, maar ook in de paella, de sinaasappelen en zelfs het woord 'Olé', een verbastering van het Arabische woord 'Wallah', 'bij Allah'. Verleden en heden zijn zoals zo vaak nauw met elkaar verbonden.
Jason Webster ontmoet Zine, een twintigjarige Marokkaanse illegaal, en een 21ste-eeuwse Moor, die ooit naar de overkant van de Middellandse Zee werd gelokt met de belofte van een baan, maar al jarenlang een soort slavenarbeider is op fruitkwekerijen. Samen met hem reist Webster door Spanje, op zoek naar de vergeten resten van de moorse beschaving - een beschaving die niet alleen in Spanje maar in heel Europa van grote invloed is geweest.
Sebastian, student Kunstgeschiedenis, snakt naar roem en wil een grote monografie op zijn naam hebben staan. Het ideale onderwerp daarvoor is de altijd met een donkere bril getooide beeldend kunstenaar Kaminski. Deze schilder, ontdekt en geprezen door Matisse en Picasso, raakte pas wereldberoemd nadat op een Newyorkse Pop-Arttentoonstelling Claes Oldenburg zijn schilderij van een nieuwe titel had voorzien: Painted by a blind man. Tegenwoordig leeft de oude Kaminski teruggetrokken in een bergdorpje, door zijn dochter afgeschermd van de buitenwereld. De obsessieve snoever Sebastian weet op listige wijze tot de kunstenaar door te dringen en voert hem dagenlang in zijn auto mee op weg naar diens doodgewaande grote liefde van vroeger. Hij hoopt veel uit Kaminski los te kunnen krijgen, maar al snel blijken de kaarten anders geschud. Wie speelt er een spel met wie? Bron: Querido
Een mooi geschreven boek en vlot leesbaar. Heb me bijwijlen doodgeërgerd aan de ongelooflijk antipatieke arrogante streverige oppervlakkige hoofdpersoon, maar door zijn vastberadenheid, doortastendheid, stoutmoedigheid verkrijgt ie wel wat ie wil. Kan nu eenmaal niet goed tegen arrogantie, maar 't boek was wel de moeite om te blijven lezen... en het verhaal brengt op het einde een ommekeer teweeg in het hoofdpersonnage. Uiteindelijk ziet ie de zinloosheid in van zijn oppervlakkig bestaan en zijn oorspronkelijke streberige opzet.
"Een geschiedenis van Het Verboden Boek is (...) een geschiedenis van de moraal: het geeft ons een goed inzicht in hoe men door de eeuwen heen tegen bepaalde zaken als vrijheid van meningsuiting, godsdienst en sexualiteit aankeek, of hoe men begrippen als subversief, obsceen of amoreel interpreteerde.
Het is soms een treurige, soms een lachwekkende geschiedenis: Simon Vestdijk verstopte zijn boek in een kippenhok, , Erich Kästner moest toezien hoe zijn werk in vlammen opging, Robert Musil is zijn manuscripten tijdens de publieke boekverbranding kwijtgeraakt, enkele Amerikaanse bibliotheken verboden het dagboek van Anne Frank omdat ze te expliciet over menstruatie schreef, en Salman Rushdie werd jarenlang met de dood bedreigd." (bron:www.xs4all.nl/~jikje/Verbod/inleiding.html)
Ook Dante's Goddelijke komedie kwam op de zogenaamde index terecht:
Klik op de afbeelding om de link naar de site te volgen.
Stefan Bollmann. Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk.
Afbeeldingen van lezende vrouwen hebben een bijzondere schoonheid, charme en expressiviteit. Waarom lezen ze en in welke lectuur zijn ze verdiept? Stefan Bollmann onderzoekt het in dit boek. En passant vernemen we iets over de kunstenaar, de context en het tijdperk waarin het werk tot stand kwam. Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk, omdat ze op die manier kennis en ervaringen hebben opgedaan (en dat waarschijnlijk nog altijd doen) die oorspronkelijk niet voor hen bestemd waren. Van Michelangelos reusachtige lezende sibille, Vermeers brieflezende meisje en Münters uitdagend lezende vrouw tot Eve Arnolds beroemde foto van Marilyn Monroe die verdiept is in Ulysses... De doeken en fotos in dit boek zijn van oude meesters en universele kunstenaars, van vroege fotografen en tekenaars van de klare lijn, van nog te ontdekken schilderessen of opnieuw te leren kennen hofschilders. Het boek wordt ingeleid door Kristien Hemmerechts, die een intrigerende driehoeksverhouding blootlegt tussen man, vrouw en boek.
Bron: volg de link via de foto
(Nog niet gelezen, maar wel op m'n verlanglijstje)
Tahar Ben Jelloun. Een verblindende afwezigheid van licht
Op basis van een ware gebeurtenis schreef Tahar Ben Jelloun deze roman. Na een mislukte staatsgreep (10 juli 1971) tegen de Marokkaanse koning Hassan II belanden 58 lagere militairen in de gevangenis. Wat niemand weet is dat ze na twee jaar worden overgebracht naar een geheim strafkamp ergens in de woestijn. Eenzaam opgesloten in kleine donkere ondergrondse celle zijn ze tot een langzame dood veroordeeld. De gevangen geven zich echter niet zomaar gewonnen. In de duisteris proberen ze hun wrede bestaan te verlichten door elkaar verhalen te vertellen. Salim is na achttien jaar een van de weinige overlevenden. Hij is in leven gebleven door alle gevoelens van haat en wraak uit zijn geest te bannen.
Tekstfragment
'Er zal een dag komen dat ik zonder haat zal zijn, dat ik eindelijk vrij zal zijn en alles zal vertellen wat ik heb moeten doorstaan. Ik zal het opschrijven, of laten opschrijven door iemand anders, niet om me te wreken, maar om de buitenwereld te laten weten wat er is gebeurd, om een stuk toe te voegen aan het dossier van onze geschiedenis. Maar nu probeer ik te praten, tegen mezelf te praten om te voorkomen dat ik in slaap val en een gemakkelijke prooi word voor de schorpioenen. Ik praat, spring wat op en neer, stoot af en toe zachtjes met mijn hoofd tegen de muur, ik meen te weten waar mijn schorpioen zich heeft verschanst. Hij moet tussen de derde en vierde steen zitten, in de spleet waardoor water naar binnen loopt als het hard regent. Dat weet ik door mijn scherpe gehoor.'
Griet staat in de keuken van haar ouders groente te snijden en rangschikt naar gewoonte de groente op kleur. Er komen een man en vrouw de keuken binnen en de man is onmiddellijk gefascineerd door de kleurschakering die Griet op de schaal gemaakt heeft. Zij weet niet dat deze onbewuste handeling van haar van invloed zijn op de tijd die gaat komen. De man en vrouw blijken de schilder Johannes Vermeer en zijn vrouw te zijn. Griet moet bij hen als dienstmeid gaan werken. Griet komt onder leiding van Tanneke te staan en deze vertelt haar dat ze het atelier van Vermeer moet schoonhouden, maar niets mag daar verplaatst worden. Griet is erg onder de indruk van de schilderkunst van Vermeer. Af en toe ontmoet ze hem maar er wordt zelden een woord gewisseld tussen hen. Vermeer is een langzame werker, zeer tegen de zin van zijn inwonend schoonmoeder in. Er zijn veel kinderen die gevoed moeten worden en ze leven van de opbrengst van de schilderijen.
Griet raakt langzamerhand ingeburgerd en maakt af en toe een gesprekje met Vermeer. Zij voelt haarfijn aan wat aan een schilderij ontbreekt en welke kleuren goed zijn. Vermeer geniet van haar belangstelling en enthousiasme en vraagt haar steeds vaker haar mening en om hem te helpen. Zij maakt verf voor hem. Zijn schoonmoeder staat het oogluikend toe omdat Vermeer zo sneller kan schilderen hoewel het zeer ongewoon is dat een dienstmeid en werkgever op vertrouwelijke voet met elkaar omgaan.
Er is een man die veel schilderijen van Vermeer afneemt, deze laat zijn oog op Griet vallen. Griet voelt hoe gevaarlijk deze man is en ontloopt hem zo veel mogelijk. Toch krijgt hij het voor elkaar dat er een schilderij van haar gemaakt wordt voor zijn prive collectie. Griet voelt zich erg vernederd en Vermeer is ongelukkig met deze opdracht omdat hij Griet zeer is gaan waarderen en respecteren. Griet heeft een liefde voor Vermeer opgevat maar weet dat dit niet kan. Zij is zich constant bewust van haar plaats in dit gezin. Als Vermeer haar op gegeven moment vraagt de paarlen oorbellen van zijn vrouw in te doen weet zij dat dit niet kan, een dienstmeid afgebeeld met parels. Vermeer, gedreven naar perfectie als hij is, dringt aan en tenslotte doet zij de parels in. De vrouw van Vermeer, onwetend van het schilderij, voelt dat er iets is tussen haar man en Griet, hoewel er nooit iets onbetamelijks voorvalt, maar de wederzijdse aantrekkingskracht is groot. Als zij het schilderij ziet van Griet met de parels weet ze dit ook. Griet moet het huis verlaten.
Een prachtig boek, wat een mooi beeld geeft van Delft in de 17e eeuw en de werkwijze van de schilder Vermeer. Wat ik erg goed vond is de beschrijving van het maken van de verf en hoe de lichtval geregeld werd. Ook de beschrijving van de gang van zaken in een huishouding wordt duidelijk weergegeven. Erg prettig is ook dat de foto van het schilderij op de cover van het boek staat. Bij de beschrijvingen van het maken van het schilderij kan je daar af en toe naar kijken om te weten waar over geschreven wordt. Al bij al een zeer aangenaam boek om te lezen.
Uitgever Sirene, ISBN 9058312186 Verschijningsdatum 11/2002 Bindwijze Paperback Aantal pagina's 247 blz.
De in 1849 aan de rotskust van Amalfie geboren Francesca Montosi was een van de eerste en succesvolste pastamaaksters. Reeds als zevenjarig meisje, nog aan de hand van grootvader, oefende ze het ritme van het gelijkmatig pletten van het deeg met blote voeten op de houten vloer.
Later, als half Napels bij haar pasta bestelt, adopteert ze een wees, Nunziata, die de eigenlijke pastakoningin van Napels zal worden. Deze Nunziata maakte de opkomst van mechanische pasta-machines mee, die honderden mensen werkeloos maakten. Ze beleeft de eenwording van Italië onder Garribaldi en de vele grote economische depressies aan het begin van de vorige eeuw.
Het boek is in feite een geschiedschrijving van Italië, het is een zinnelijke roman waarin de geuren en kleuren van de Italiaanse keuken van elke pagina afspringen en het is bovendien een literair boek. Het was een van de boeken in de eindronde van de Premio Strega, vergelijkbaar met onze AKO-literatuurprijs
Languedoc, 1209: buiten het stadje Béziers, waar de gehele bevolking is uitgemoord, loopt een klein meisje met een bebloed jurkje verloren rond. Ze wordt Jeanne genoemd en liefdevol opgenomen door vrouwe Esclarmonde die haar als een dochter opvoedt, volgens de levenswijze der katharen. Op haar dertiende begaat zij een wandaad en wordt ze naar Montségur gestuurd, waar ze strenger onderricht krijgt.
Ondertussen maakt de Inquisitie jacht op de katharen, met totale uitroeiing als doel. Jeanne raakt betrokken bij het verzet en strijdt voor vrijheid, samen met haar grote liefde William, de echtgenoot van haar beste vriendin. Uiteindelijk wordt ook het fort Montségur langdurig belegerd en wordt van Jeanne een offer verwacht om de erfenis van de katharen, de legendarische schat, veilig te stellen. Eenzaam en berooid zwerft ze vervolgens door het land, terwijl de inquisiteurs jacht maken op Jeanne en het geheim van Montségur.
Nergens speelt voedsel zo'n belangrijke rol als in Frankrijk. Goed eten, en de joie de vivre die daarbij hoort, bindt het Franse volk. Mort Rosenblum neemt de lezer mee op een culinaire reis door het land van meer dan 300 verschillende kazen, truffeljagers, chef-koks en legendarische wijnen. Hij geeft lyrische beschrijvingen van de zondagslunch en van de vissers in Brest. Maar ook belicht hij de keerzijde van de Franse obsessie met eten, zoals de oorlog tegen McDonald's en de strijd om de grote wijnhuizen in de Bordeaux.
Uit de pers: 'Een heerlijk boek. [...] Een heerlijk inzichtelijk boek over de gecompliceerdheid van de Fransen... een echt Frans banket.' Paul Theroux
'Iets tussen een culinaire reisgids en een beschouwing over het moderne Frankrijk in. Dit boek is hartverwarmend op ieder niveau.' Library
'Een vrolijke buiteling door het hart, de mythe, de ziel en de onderbuik van het land van Bon Appétit, een eeuw na Escoffier. Meer alstublieft.' The New York Times Magazine
Beeldende kunst en onze hersenen ((nog)niet uitgelezen)
Hardop kijken. Een inleiding tot de kunstbeschouwing ./ Ad de Visser (!!!)
De alchemist ./ Paul Coelho
Tapas en trappers. Op twee wielen door Spanje./ Polly Evans (!!!) humoristisch, eigenaardige anekdotes uit Spanjes geschiedenis, cultuur en gewoontes, over wielersport,
La cucina ./ Lily Prior
Niet storen ./ Jill Mansell (leuk luchtig )
De Da Vinci code ./ Dan Brown (!!!) Ongelooflijk spannend en meeslepend. Zo goed als aan één stuk door gelezen
Beau Berry ./ Rudi Wester
Een gans op zn Frans en andere culinaire avonturen ./ Mort Rosenblum (!!!) Zoals de titel doet vermoeden vooral over de Franse eetcultuur. En de nefaste invloed van de overregulering door de Europese Gemeenschap op de kwaliteit van ons -en in casu het 'authenieke' Franse- voedsel. Stemt tot nadenken.
Roerige tijden in Buenos Aires ./ Miranda France Het verboden dakterras. Verhalen uit mijn jeugd in de harem./ Fatima Mernissi (!!!) Het blote oog. Reisverhalen ./ Desmond Morris
Een niet bij name bekende vrouw. Herinneringen aan een Spaanse jeugd./ Lucia Graves (!!!) (dochter van Robert Graves, Engels dichter; haar verhaal van haar leven in Spanje en vooral op Mallorca, de Spanjaarden, hun leef- en denkwijze, het landschap, naoorlogse Spanje en diens invloed op de mensen. Een mooi persoonlijk en liefdevol relaas.) De maangodin ./ Elizabeth Hand (hm, mindere kwaliteit, wel intrigerend; godinnencultus in fantasy-kleedje en vleugje thriller. Te 'gekunsteld in m'n ogen)
Het geheim van Montségur./ Sophy Burnham (!!!) (historische roman over de Katharen en hun vervolging. Zeer mooi verhaal, historisch en spiritueel)
Herberg der armen./ Tahar Ben Jelloun (!!!!!) (Bevreemdend, wreedaardig, onthutsend, poëtisch, teder, magisch, erotisch, )
De minnaar ./ Marguerite Duras
Kroniek van een aangekondigde dood ./ Gabriel García Márquez
De rode letter ./ Nathaniel Hawthorne
Volgens Maria Magdalena ./ Marianne Fredriksson (!)
Abelard en Heloïse
De ontembare vrouw als archetype in mythe en verhalen./ Clarissa Pinkola Estés (!!!!!) George Sand. Een leven in liefde en rebellie./ Daphne Schmelzer (!!!)
Decamerone./ Bocaccio (!!!)
Rue Tatin. Wonen en koken in Normandië ./ Susan Loomis Kunstobjecten. Essays over extase en schaamteloosheid/ Jeanette Winterson (!!!) Met een open hart ./ Yasmin Verschure
De pastakoningin ./ Maria Orsini Natale (!) Het zesde zintuig ./ Fredriksson (!!!)
Boek der vragen./ Pablo Neruda (!!)
Denken als Leonardo da Vinci./ Michael J. Gelb (!!!)
De hond./ Ekman
Weg van de natuur. Leidraad voor natuurbeleving en natuurbeschouwing./ Eef Arnolds (!!) Reiki. Een praktische cursus in het werken met de universele levenskracht: oefeningen ter versterking van gezondheid, zelfvertrouwen en creativiteit ./ Judith Hilswicht Eeuwenoude bomen.Bomen die 1000 jaar leven ./ Anna Lewington (niet uitgelezen, prachtige fotos van ongelooflijk mooie eeuwenoude bomen) Auguste Rodin./ De mammoetjagers./ Jean Auel Het dal der beloften./ Jean Auel Een vuurplaats in steen./ Jean Auel De stam van de holebeer./ Jean Auel Brandend geduld./ Antonio Skármeta De truffelminnaar./ Gustaf Sobin (!!!) Spion in Tibet./ Sydney Wignall De kunst van het reizen./ Alain De Botton Hoe Proust je leven kan veranderen./ Alain De Botton Troubadour in Zuid-Frankrijk./ W.S. Merwin Duizend dagen in Venetië. Een recept voor romantiek ./ Marlena De Blasi (!!!) Camille Claudel./ Anne Delbée (!!!) De mensen die weggingen./ Nicci French (!) De wereld van Sofie./ Jostein Gaardner Leonardo da Vinci./... Het huis met de geesten./ Isabelle Allende De passie van Artemisia./ Susan Vreeland (!!!) Ik beken ik heb geleefd./ Pablo Neruda (!!!) Brief over het geluk./ Epicurus Abrikozen langs de Nijl./ Colette Rossant (!!!) De troost van de filosofie./ Alain De Botton (!!!) Italië. Reisimpressies./ Herman Hesse De nachtwandelaar./ Marianne Fredriksson Herinnering aan mijn Chili./ Isabelle Allende (!!!) De schreeuw van Katelijne./ Maria Jacques De geheime wereld van James Ensor./ John Gheeraert
De ongelooflijke maar droevige geschiedenis van de onschuldige erendira en haar harteloze grootmoeder./ Gabriel García Márquez Zen en de kunst van het motoronderhoud./ Robert M. Pirsig Meisje met de parel./ Tracey Chevalier (!!!!!) De oude Goya./ Julia Blackburn (!!!) Arthur van Avalon Het licht van de lagune./ Hanns-Josef Ortheil De nacht van Don Giovanni./ Hanns-Josef Ortheil (!!!) Mijn geheime leven./ Paul Theroux Het testament van een troubadour./ James Cowan (!) De duivel draagt het licht./ Karin Fossum (psychologische thriller) (!) De indiase bruid./ Karin Fossum (psychologische thriller) (!) Alleen met mezelf./ Bob Vansant De kracht van het alleen zijn./ Storr Wie de wolf vreest./ Karin Fossum Frisse lucht./ Paul Theroux (nog niet uitgelezen) Afrodite. Liefdesverhalen en andere zinnenprikkels./Isabel Allende De lessen van Don Juan./ Carlos Castaneda
Dansend naar extase. Beweging als spirituele oefening./ Gabrielle Roth (!!!) Dans het leven. Een helende reis voor de ongetemde ziel./ Gabrielle Roth (!) Reis door het rijk der zinnen. Een cultuurgeschiedenis van onze zintuigen./ Diane Ackerman (!!!) (Zalig zinnenstrelend) Een barbaar in Tibet./ Michel Peissel Een verblindende afwezigheid van licht./ Tahar Ben Jelloun (!!!!!) Spijkerschrift. Notities van Aga Akbar./ Kader Abdolah (!!!!) Zoeken naar Eileen./ Leon De Winter Cleese over het leven. Life and how to survive it./ Robin Skynner en John Cleese (!!!!!) Alles heeft zin./ Els De Schepper (!!!) De praktijk van het genieten./ W. Van Craen De bandietenkoningin./ Mala Sen Nevelen van Avalon./ Marion Zimmer Bradley (!!!) Vrouwe van Avalon./ Marion Zimmer Bradley Zoon van haar vader./ Tahar Ben Jelloun (!!!) Vriendelijkheid en helder inzicht. De geneeskracht van wijsheid./ De Dalai Lama De zeven spirituele wetten van succes./ Deepak Chopra Levenskunst./ bloemlezing door Peter van der Roest Het licht in jezelf. Over meditatie en vrijheid./ Krishnamurti Hoe overleef ik mijn familie./ John Cleese (!!!!!) Mijn reizen rond de wereld./ Nawal El Saadawi (met: Reis naar India en De andere kant van de wereld) De man die naar paarden luistert./ Monty Roberts (!!!) Een uitzonderlijk man! Proeven van liefde./ Alain De Botton Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft./ Werner Holzwarth en Wolf Erlbruch (Een mooi prentenboekje omwille van hilarisch effect van de klanknabootsingen...hihihi, meest effect indien met veel inlevingsvermogen en intonatie voorgelezen
-Abre los ojos -American Beauty (met Kevin Spacey)(!!!!!!) -Artemisia (!!!) -Atanarjuat -Black cat, white cat -Breakfast at Tiffany's (met Audrey Hepburrn)(!!!) -Camille Claudel (!!!) -Chocolat (met Juliette Binoche)(!!!) -Central do Brasil -Cinema Paradiso -City of angels -Con agua y chocolate (of: Rode rozen en ttortillas)(!!!!!) -Dancer in the dark (Björk) -Der Himmel über Berlin (hm, niet zo zeker meer, wel bewerking 'City of angels' gezien; zie hoger) -Dersu Uzala -Die Salzmänner von Tibet -Een tijd voor dronken paarden -Eyes wide shut Naar index
-Festen -Finding Forrester -Forest Gump (met Tom Hanks) -Frida -Fucking Amal -Funny face (met Audrey Hepburn)(!!!!!) -Gadjo dilo (Tony Gatlif) -Hable con ella (Pedro Almodovar) -Himalaya -Historias minimas -Huit femmes -Il piu bel giorno della mia vita -Jenseits der Stille -Jeux d'enfants Naar index
-Kandahar -Kundun -La colline aux mille enfants -La promesse -La vie est un miracle (Emir Kusturica)(!!!!!!) -La vie rêvée des anges -La vita e bella -Le fabuleux destin dAmélie Poulain (!!!!!!) -Les glaneurs et la glaneuse -Le peuple migrateur (!!!) -Les silences du palais -Licht -Lord of the rings (deel 1) -Lucia y el sexo -Luna papa (!!!!!) -Magonia -Meet Joe Black -Merlijn -Microcosmos (!!!) -Moulin rouge -Nobody knows (Hirokazu Kore-eda)(!!!) -Notting Hill Naar index
-Pane e tulipani -Pay it forward -Piedras -Rabbit-proof fence -Roman Holiday (met Audrey Hepburn)(!!!) -Romeo and Juliette -Rosetta -Rosie -Spirited away -Swing (Tony Gatlif) -The cook, the thief, his wife and her lover -The cup -The face (John Cleese of Desmond Morris?)) -The goddess of 1967 -The Magdalene Sisters -The kid (Charlie Chaplin) -The matrix -The motorcycle diaries -The name of the rose (!!!) (Naar het boek van Umberto Eco) -The sixth sense -The suit -The Tulse Luper suitcases -The virgin suicides -Thirteen -Three funerals and a wedding -THX 1138 -Tibet -Time of the gypsies (!!!!!) -Todo sobre mi madre (Pedro Almodovar) Naar index
-Underground -Une hirondelle a fait le printemps (!!!!!!) -Vengo (Tony Gatlif) -Village of dreams -Whalerider (!!!!!) -While you were sleeping -Who the hell is Juliette -...
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.
"In deze nieuwste Argentijns-Spaanse productie van regisseur Juan José Campanella, bekend van El hijo de la novia, speelt Ricardo Darín de rol van Benjamin Esposito, een voormalig gerechtelijk ambtenaar. Ook na zijn pensioen blijft hij in de ban van een gruwelijke onopgeloste misdaad van 25 jaar geleden. Door zijn memoires te schrijven hoopt hij daar alsnog komaf mee te maken. Hij deelt zijn intenties met rechter Irene Menéndez, destijds zijn directe superieur, waar hij reeds lang verliefd op is. De magie is er nog altijd. Maar ook de onmacht om daar iets mee te doen. In uitvoerige flashbacks krijgen we flarden te zien van de gruwelijke misdaad. Benjamin is vastbesloten om de zaak te heropenen.
Tegelijkertijd wordt een beeld gegeven van een tijdperk: Argentinië ten tijde van de militaire juntas en de gerechtelijke corruptie die aan deze periode voorafging.
De film behelst zowel een liefdesverhaal, een heerlijke comedy, een politiek kritisch pamflet als een thriller en biedt meer dan twee uur lang boeiende en onderhoudende cinema."
Oscar 2010 voor Beste Buitenlandse film
Bron: studioskoop
Meer weten?
digg.be
demorgen.be