Het reisverhaal van Willem van Rubroek, de Vlaamse Marco Polo : 1253-1255./ Ubertinus Devolder, Ronny Ostyn en Paul Vandepitte. Tielt, 1984
Het reisverslag van Willem van Rubrouck is van onschatbare waarde gebleken. Het verhaalt over het Aziatische binnenland en de Mongoolse samenleving in de dertiende eeuw. Wetenschappers raadpleegden het reisverslag regelmatig voor de kennis van het Verre Oosten. Vooral de accurate geografische beschrijvingen en de taalkundige gegevens wijzen op een enorme zin voor detail. De informatie over zowel de Mongolen als de overige volkeren die in Centraal-Azië leefden in de dertiende eeuw zijn belangrijk voor de historische etnografie. Willem van Rubrouck beschrijft hun levenswijze, hun mentaliteit en materiële cultuur, en dit op een ogenblik dat de Mongoolse maatschappij nog niet zo sterk beïnvloed was door de Chinese cultuur.
Het eerste deel van de reis ging vanuit Palestina naar Constantinopel. Daarna trok het reisgezelschap naar de havenstad Soedak en van daaruit reisden ze naar het kamp van Sartak. Deze stuurde hen door naar het kamp van Batoe. Na enkele weken werden ze opnieuw verdergestuurd, dit keer naar Möngke khan. Dit was het zwaarste gedeelte van de tocht, omdat het reisgezelschap regelmatig aan honger en koude leed. Bij het kamp van de grootkhan aangekomen, moesten Willem en zijn reisgenoten meetrekken tot de hoofdstad Karakoroem. Daar hield hij theologische discussies maar werd na enkele ontmoetingen met Möngke toch verplicht om terug te keren naar het Westen. Via het kamp van Batoe reisde Willem vele maanden door Klein-Azië terug naar de Syrische stad Aleppo.
Meer over Willem van Rubroek en zijn reis naar Mongolië: www.willemvanrubrouck.be
Rubroucks tekst in Latijn en Engelse vertaling
|