Kindje, je bent groot geworden en je bent veranderd. Waar je ook gaat, je bent de dochter van je ouders en het kind van dit dorp. Je kunt vreemde talen en landen leren kennen, maar je geboorteplaats, de aarde die je heeft opgenomen, het dak dat je beschut heeft, de mensen die van je hielden, de handen die je vastpakten om je de borst te geven, de wind die je s zomers wat verkoeling bracht, de boom die je schaduw gaf, die zullen jou nooit vergeten, waar je ook bent. Dit is jouw land, dit is zijn gezicht. Denk niet dat je je ervan los kunt maken omdat je gaat studeren. Je wortels blijven altijd hier, ze wachten op je, zij zijn het die voor je zullen getuigen op de dag van het laatste oordeel.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hoed je voor uiterlijke schijn, voor beelden en weerspiegelingen in het water. Dat gaat allemaal voorbij. Het enige wat overblijft, ergens in een hoekje van je hart, is de grond waar je het levenslicht hebt aanschouwd. Wij behoren God toe en keren tot God terug. En God, dat is ook de grond, wij behoren dit land toe, deze heuvel, deze bergen, en daar zullen we weer naar terugkeren. Ga, meisjelief, leef, studeer, lees, leer rekenen en leer de zeeën, leer de beweging van de sterren, ga op zoek naar kennis, zelfs als die aan de andere kant van dit werelddeel ligt, maar vergeet nooit waar je vandaan komt en spreek nooit kwaad van je geboorteplaats. Heb liefde en eerbied voor je geboorteland als voor je ouders. Wat je ook doet, al ga je naar het einde van de wereld, nooit zal het je lukken om die plek te verplaatsen, hem mooier of milder te maken dan hij is. Zoals je weet heb ik nooit leren lezen en schrijven, je moeder ook niet. Jij bent het eerste meisje van de stam dat naar school is gegaan, en niet zomaar een school: die van de christenen. Maar noch je moeder, noch ik zijn leeg. Wij kennen andere dingen die ze je op school niet leren. Onze handen bijvoorbeeld hebben meer kennis dan ons hoofd; onze voeten kennen plaatsen die in geen enkel boek beschreven staan; onze huid bevat de herinnering aan zoveel zon en regen; we hebben genoeg aan onze zintuigen om oud van nieuw te onderscheiden. Onze school is de natuur en datgene wat onze voorouders ons hebben doorgegeven in de loop van hun verblijf hier op deze aarde, in dit dorp dat tussen twee bergen ligt ingeklemd. En ten slotte mijn laatste raad: pas op voor vrouwen die de lijnen in je hand willen lezen. Ga nu in alle rust, zonder om te zien. Je hebt mijn zegen!