Ik hoor de vogels vliegen. Een jaar tussen de nomaden in Mongolië./ Louisa Waugh
"De grootste verandering is het geluid - of liever gezegd de stilte. Het geluid waar ik al mijn hele leven aan gewend ben, de televisie, de deurbel, de telefoon - allemaal verdwenen. Het is hier zo stil dat ik de vleugels kan horen van een vogel die over het dak fladdert."
Twee jaar werkte Louisa Waugh als journalist in Ulaanbator, de hoofdstad van Mongolië. Toen besloot ze naar Tsengel te verhuizen, een klein dorpje in het uiterste oosten van dit uitgestrekte land, om Engelse les te geven. Ik hoor de vogels vliegen is het verslag van een jaar te midden van een gemeenschap die probeert een bestaan op te bouwen onder de moeilijkst denkbare omstandigheden. De winter duurt zes maanden en in januari vriest het bijna 50 graden. De dorpelingen, met name de mannen, laven zich aan 'arikh' en lokale goedkope wodka die de illusie wekt van warmte en afleiding. Louisa Waugh schrijft vol mededogen over de bewoners en vol bewondering over het landschap dat even adembenemend mooi als onbarmhartig is.
Waugh schreef dit journalistiek-literaire verslag naar aanleiding van een verblijf in Tsengel, een dorp in het uiterste westen van Mongolie. Na twee jaar in de hoofdstad als lerares Engels en redacteur/journaliste gewerkt te hebben kiest ze voor dit onherbergzame gebied omdat ze gefascineerd is door de steppe en het nomadenleven. In Tsengel kan ze Engelse les geven. Ze woont achtereenvolgens bij twee gezinnen, bouwt vooral met vrouwen goede vriendschappen op en probeert zich zoveel mogelijk aan te passen aan het dagelijks leven. De beschrijving van de dagelijkse activiteiten en gebeurtenissen wordt afgewisseld met informatie over de geschiedenis van Mongolie en de drie bevolkingsgroepen die in Tsengel samenleven, beschrijvingen van de natuur (waarin nog zoveel stilte is dat je de vleugels hoort van overvliegende vogels) en reflecties van de schrijfster over haar eigen positie. Ze beseft dat ze de meest bijzondere tijd van haar leven meemaakt, maar ze heeft ook een groeiend gevoel van eenzaamheid en afstand ten opzichte van de moeilijke leefomstandigheden. Een meeslepend verhaal waarin een redelijk onbekend gebied en volk met mededogen wordt beschreven door een westerse passante.
(Biblion recensie, K. Ghonem-Woets)
Bron: bol.com
|