Uitgelezen boeken ...en een bijzonder filmpje af en toe. Een lijstje voor mezelf en voor wie wat inspiratie zoekt.
16-07-2012
De voorlezer
De voorlezer./ Bernhard Schlink (Amsterdam, Cossee, 2003, 191 p.)
Ze is prikkelbaar, geheimzinnig en veel ouder dan hij, en ze wordt zijn eerste grote liefde. Ze hoedt wanhopig een geheim. Op een dag is ze spoorloos verdwenen. Jaren later pas ziet hij haar terug in de rechtbank.
De voorlezer is een ongewoon sensueel en krachtig boek, dat even openhartig spreekt over de genietingen van de liefde als over de last van de Duitse geschiedenis.
Een hond - een hond sleurt een jongen mee door de drukke binnenstad van Jeruzalem. De jongen kent de hond niet, hij heeft alleen van hogerhand de opdracht gekregen hem bij de rechtmatige eigenaar terug te bezorgen, al heeft hij geen idee wie dat is. De hond neemt vanaf de kennel het initiatief en behoudt het tot het eind.
Hij ontketent een serie avonturen die de lezer in een adembenemend tempo door dit boek voert, door alle jachtigheid, controverses en onverzoenlijkheden heen waarin we leven.
Een excentrieke kluizenares, drugsverslaafden, straatmuzikanten, potenrammers, vuurvreters en criminelen, maar ook een verlegen jongeman, een doortastend meisje en een liefde die haar beslag krijgt ver buiten Jeruzalem.
David Grossman is er in De stem van Tamar opnieuw in geslaagd een onvergetelijk vrouwenportret te schilderen.
Recensie
"Assaf is een zestienjarige, niet al te populaire, soms wat traag denkende jongen. In zijn vakantie werkt hij bij de gemeente. Hij krijgt opdracht de eigenaar van een loslopende hond te traceren. De hond, Dina, voert hem mee op een adembenemende tocht door Jeruzalem, door wat Grossman noemt 'de stad binnen de stad', de stad van de verloren en drugsverslaafde daklozen, de straatmuzikanten, de onderwereld. Op zoek naar Tamar - maar het zou jammer zijn haar rol in het plot hier prijs te geven. Voor Assaf is het tevens een innerlijke zoektocht naar zijn eigen identiteit.
De Nederlandse titel van het boek, 'De stem van Tamar', legt juist het accent op het meisje. Grossman zelf is al opgehouden met zijn uitgevers in het buitenland over de vertalingen te discussiëren: ,,Ze hebben me verteld dat 'Iemand om mee te rennen' in het Nederlands niet goed klinkt. Maar de stem van Tamar is inderdaad belangrijk in het verhaal. Het heeft me altijd geïntrigeerd hoe iemand te midden van al het lawaai en de vervuiling van de stad, in zo'n vulgaire omgeving, kan staan en toch van binnen uit een heldere, zuivere stem laat klinken.'
Het boek laat ook zien hoe Tamar haar eigen stem vindt, zelfs temidden van die menigte: ,,De ene keer dat ze de aria van Barbarina uit De bruiloft van Figaro durfde te zingen, haar winnende auditiestuk, liepen de mensen halverwege weg of lachten haar in haar gezicht uit, en een paar jongens stonden haar achter haar rug na te doen. Ze zag de mensen zich één voor één losmaken uit het publiek, als druiven van een tros, en elke keer als dat gebeurde ging er een steek door haar hart, was ze beledigd - alsof ze niet goed genoeg voor hen was. Daarna had ze dan een korte discussie met zichzelf (eigenlijk met Idan): of ze zichzelf koste wat kost trouw moest blijven, of dat ze toe moest geven aan de smaak van het publiek - 'het gepeupel', corrigeerde Idan haar.'
Grossman vertolkt opnieuw meesterlijk de wrijving tussen externe wereld en interne beleving -een terugkerend motief in al zijn werk. Hij voegt er dit maal de virtuele wereld van tv en (computer-)spelletjes aan toe. Zo komt Assaf tot de pijnlijke ontdekking -als hij in elkaar wordt geslagen- dat hij de magische krachten mist, waarover hij beschikt als hij dungeons en dragons speelt. En tegen het einde van het boek, als het plot zich al haast heeft ontrafeld, schiet hem door het hoofd: ,,soldaat, dief, ridder, tovenaar. Drie daarvan ben ik al geweest, alleen de ridder ontbreekt nog (en even was hij bezorgd: hij had geen idee hoe hij ooit een ridder kon zijn).'
Door het verhaal van de jongeren zijn bizarre figuren geweven, zoals die van de kluizenares Theodora, die, getrouw aan haar gelofte, nog nooit een voet buiten de deur heeft gezet. Twaalf jaar oud was de kleine Theodora toen ze door haar dorp op het eiland Lyskos naar Jeruzalem werd gestuurd. Dorpshoofd Panorios had daar een gebouw gekocht voor de bedevaartgangers en op zijn sterfbed verordonneerd dat er altijd een non moest wonen, een eilandmeisje, door loting aan te wijzen. Theodora moet haar hele leven in het Jeruzalemse huis doorbrengen, in reinheid. Inmiddels hebben zich in Jeruzalem twee nonnen gemeld die beweren dat zij model hebben gestaan voor Theodora. 'Onzin', weet Grossman. Maar ook zijn maffiose Pesach blijkt zo levensecht te zijn, dat de president van Israël geheel gedesillusioneerd was toen Grossman hem vertelde dat hij hem had verzonnen."
Trouw: Een zuivere stem te midden van lawaai en vuil - door Inez Polak
De erfenis van Eszter./ Sándor Márai (Rainbow Pockets Uitg. Wereldbibliotheek, 2005, 153 p.)
Eszter, de ik-persoon, is eenmaal in haar leven verliefd geweest, op de windbuil Lajos. Maar Lajos, wiens aard bestaat uit liegen en profiteren, beantwoordt haar liefde door haar alles te ontnemen, met haar zuster te trouwen en te verdwijnen. Intussen is haar zuster gestorven Lajos gaf haar op de sterfdag van zijn vrouw nog diens dure ring, maar dat blijkt nu uiteraard een vervalsing te zijn. Eszter wist dat Lajos nog eens zou terugkomen om alles af te maken, om haar het laatste te ontnemen, maar ze kan het als een noodlot niet afwenden. De vrienden en verre oude tante van Eszter kennen Lajos ook, beter nog dan Eszter zelf, maar kunnen haar niet tegenhouden Lajos de toestemming te geven het huis, alles wat ze nog hebben, te verkopen. Eszters gelatenheid en Lajos luchthartige leugen zorgen voor een aanhoudende spanning, die nog eens extra wordt opgefokt door enkele brieven die Lajos op de vooravond van zijn huwelijk naar Eszter stuurde en waarin hij haar zijn eeuwige liefde verklaarde. Aangezien echter Eszters zus de brieven onderschepte de twee zussen konden zo al niet opschieten, haatten elkaar eigenlijk altijd al kan zij, evenals wij, nooit achterhalen of die gevoelens dan toch tenminste eerlijk waren. Wat was het nu: echte liefde of schaamteloos misbruik?
Niet voor de winst. Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft./ Martha Nussbaum (Amsterdam, Ambo, 2011, 213 p.)
In het onderwijs heeft zich in de laatste decennia een stille crisis voorgedaan. Lang werd onderwijs gezien als de plek waar leerlingen kritisch leren denken en gevormd worden tot ontwikkelde en begripvolle burgers. Maar sinds we economische groei boven alles plaatsen, is ook het onderwijs erop gericht economisch nuttige en productieve leerlingen af te leveren.
Recensie 1
De morele, complete mens sluit zich onbewust in om ruimte maken voor de commerciele mens. In zeven hoofdstukken houdt de Amerikaanse hoogleraar een vurig pleidooi voor socratisch onderwijs, voor een opvoeding tot kritisch, goed geinformeerd, onafhankelijk en empathisch, democratisch burgerschap. Dat levert ook economisch voordelen op. Omgang met 'liberal arts' is noodzakelijk. Overal worden de kunsten, de niet-exacte vakken en de geesteswetenschappen wegbezuinigd. De filosoof Rabindranath Tagore in India en John Dewey in Amerika zijn door hun socratische dialogen lichtende voorbeelden. Maar ook tal van experimenten en onderwijshervormers komen aan de orde met voorbeelden en toepassingen. Geen concrete lesmethoden, maar een pleidooi voor een algehele mentaliteitsverandering. Leerlingen dienen te worden uitgedaagd tot competente, kritische burgers in een complexe wereld. De praktische voorbeelden van scholen over de hele wereld maken haar bedoelingen duidelijk. Dit geinspireerde, overtuigende betoog verdient een plaats op iedere studeerkamer van leraar en onderwijsbestuurder.
"Het boek Niet voor de winst begint met een onheilstijding. In tijden van economische terugval, financiële instabiliteit en politieke machtsverschuivingen staat de moderne samenleving anno 2011 voor een grote uitdaging. Het is niet de economische of financiële crisis die de poten vanonder de moderne democratie zaagt, maar wel een crisis in het onderwijs. Nussbaum stelt vast dat de humane wetenschappen moeten inboeten in het onderwijspakket; een tendens die zij betreurt en gevaarlijk acht. De klemtoon ligt steeds vaker op de ontwikkeling van praktische vaardigheden die onmiddellijk economisch te kwantificeren zijn. Met kennis van de Slag bij Hastings of de Boerenkrijg, of van de verzen van Rilke en de schilderkunst van Caravaggio kom je op de fabrieksvloer en de internationale markten en beurzen niet ver. Aldus vallen geschiedenis en kunst in het onderwijs geleidelijk aan uit de boot. Daarmee gaat niet zomaar feitenkennis verloren. Ook belangrijke bronnen die het menselijke karakter kweken lijken te verdwijnen. Als we niet opletten, meent Nussbaum, levert het onderwijs binnenkort geen kritische, creatieve burgers meer af, maar enkel nog machines die hooguit een wisselstuk in de economische keten blijken te zijn.
Dat klinkt misschien wat paniekerig, maar Nussbaum slaagt er doorheen het boek opvallend goed in om een evenwichtige argumentatie op te bouwen en de relatie tussen democratie, kunst en geesteswetenschappen overtuigend weer te geven. Zo krijgt haar onheilspellende claim een grotere overtuigingskracht, alsook door het feit dat Nussbaum kan puren uit haar eigen ervaring in de Amerikaanse academische wereld en uit het ontwikkelingswerk dat ze in India van nabij volgt. Wat maakt een democratie stabiel en weerbaar? Die vraag vormt het eigenlijke, hoewel eerder impliciete, uitgangspunt van Nussbaums pleidooi voor een evenwichtig onderwijs. Een democratie steunt op de empathische vermogens van de burgers. Zonder empathie, geen democratie. In een moderne democratie moeten meningen kunnen verschillen, zonder te botsen. Dat kan enkel wanneer de burgers met elkaar in dialoog kunnen treden met respect voor hun onderlinge verscheidenheid. Een democratie is slechts stabiel voor zover die dialoog vlot verloopt op basis van het inlevingsvermogen en het wederzijdse begrip tussen de dialoogpartners. Om dit mogelijk te maken is het nodig om te begrijpen waar je zelf voor staat, alsook wie de ander is."
Bron: geciteerd uit recensie van Alicja Gescinska op de website van liberales.be (zie daar het volledige artikel)
Recensie 3
Artikel 'Waarschuwing tegen alfavijandige tijdsgeest in onderwijs' op trouw.nl
Citaten uit het boek op
bloggen.be/elselisa (blogpost van 14/06/2012 en 23/04/2012)
De troost van de filosofie./ Alain De Botton (Olympus, 2011, 303 p.)
Kan Socrates ons helpen bij impopulariteit? Of zou Epicurus ons bij geldgebrek en Seneca ons bij frustraties terzijde kunnen staan? De troost van de filosofie levert het overtuigende bewijs dat de grote filosofen beslist niet alleen theoretisch toepasbaar zijn. Een gebroken hart kan geheeld worden met de filosofie van Schopenhauer en moeilijkheden in het menselijk bestaan zijn weliswaar vervelend maar ook een absolute noodzaak, aldus sprak Nietzsche.
Recensie
Hoe oud filosofen ook zijn, wanneer ze ook geleefd mogen hebben, hun betekenis kan blijvend zijn. Aan het thema van 'troost' voor het leven wordt dat hier duidelijk gemaakt. Zes bekende filosofen worden gepresenteerd als denkers die gedachten nagelaten hebben die in diverse wederwaardigheden van het leven waardevol kunnen zijn: Socrates kan troosten in situaties van groeiende impopulariteit; Epicurus als geldzorgen het nastreven van geluk in de weg staan; Seneca is leermeester in het omgaan met verlangens die de werkelijkheid als tegenstreefster ontmoeten; Montaigne wijst een uitweg uit ervaren onmacht door te leren hoe men blokkerende vooroordelen kan overwinnen. Ten slotte nog Schopenhauer en Nietzsche als raadgevers bij liefdesverdriet en zware moeilijkheden, die hun gewicht leggen op mensen die leven willen. 'Troost' is de verbinding tussen deze wijsgeren, die waarmaken wat filosofie wil en moet zijn: liefde tot wijsheid, ware levenswijsheid. De Britse schrijver (1969, bekend van onder meer 'Hoe Proust je leven kan veranderen', 1997) slaagt erin op originele wijze de levensbetekenis van filosofie op aansprekende manier aan te tonen. Een boek dat ook kan functioneren als een inleiding tot de filosofie. Met veel kleine fotootjes; oorspronkelijk verschenen als krantenfeuilleton.
De weg van de hoop./ Stéphane Hessel & Edgar Morin (Amsterdam, Van Gennep, 2011, 59 p.)
Dit pamflet is een aanklacht tegen de 'perverse koers van een blinde politiek die ons naar catastrofen voert'. Het financiële kapitalisme, het economische liberalisme en verschillende vormen van fanatisme brengen de ondergang van de wereld angstwekkend dichtbij. Onze planeet is 'veroordeeld tot de dood of de metamorfose'. Stéphane Hessel (94) en zijn 'strijdmakker' Edgar Morin (90) schudden de wereld wakker en roepen op tot verandering. Helder en duidelijk zetten zij in dit pamflet uiteen wat er volgens hen zou moeten gebeuren: we moeten groeien, maar ook de groei beteugelen, we moeten af van onze oppervlakkige levensstijl, we moeten samenwerken in Europees verband en gezamenlijk regels voor de immigratie opstellen, we moeten de bureaucratie terugdringen en de solidariteit nieuw leven inblazen. Het gaat daarbij niet om een herstel van onze beschaving, maar om het maken van een synthese van het beste uit alle beschavingen. Na de wereldwijde successen van 'Neem het niet!' en 'Doe er wat aan!' is dit opnieuw een helder pleidooi om de huidige problemen in Europa aan te pakken en gezamenlijk een nieuwe 'weg van de hoop' in te slaan.
Neem het niet!/ Stéphane Hessel. (Amsterdam, Van Gennep, 2011, 31 p.)
Beschrijving
De dictatuur van het geld, de behandeling van immigranten in Europa, de situatie in Gaza. Het zijn een paar van de thema's waarover de 93-jarige filosoof Stéphane Hessel in dit opzienbarende pamflet zijn zorgen uitspreekt.
Wie is Stéphane Hessel? Hij werd in 1917 in Berlijn geboren en vluchtte op 15-jarige leeftijd met zijn ouders naar Frankrijk, waar hij filosofie ging studeren. In de oorlog was hij in het verzet actief. Hij overleefde Buchenwald en verkeerde ook daarna nog meermalen in levensgevaar. Na de oorlog werkte hij in 1948 als diplomaat mee aan het opstellen van de Universele Verklaring van de rechten van de Mens. In de jaren zeventig was hij Frankrijks ambassadeur bij de VN.
Wat wil Stéphane Hessel? Hij roept op tot verzet en beoogt een vreedzame opstand. Hij schrijft niet voor waarover je verontwaardigd moet zijn. Iedereen moet zelf op zoek naar thema's die de verontwaardiging rechtvaardigen. De principes en de waarden waar in de twintigste eeuw wereldwijd voor werd gestreden moeten nog steeds met hand en tand verdedigd worden. Juist nu.
Recensie
De reële dreiging dat het fundament onder de sociale verworvenheden wordt ondergraven is aanleiding voor Stephane Hessel (Berlijn 1917; joodse vader, Frans filosoof, als verzetsstrijder gedeporteerd naar Buchenwald, diplomatieke carriere) op te roepen tot verontwaardigd verzet (oorspronkelijke titel: "Indignez-vous!") tegen allerlei vormen van maatschappelijke scheefgroei. Een oproep met luidruchtige en veelzijdige weerklank. Inderdaad, Hessel raakt nogal wat gevoelige snaren. Hij spuwt zijn gal uit over de onbeschaamde macht van het geld, de aanpak van de immigratieproblematiek, de oorlogsmisdaden van Israel, maant de jongere generaties de onverschilligheid af te schudden, stelling te nemen tegen alle verloedering, te streven naar verzoening met culturen die anders zijn. Leidraad bij zijn diatribe is steeds de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die hij in 1948 mee heeft helpen opstellen. Het resultaat is een bewogen, felle oproep tot actief burgerschap, een controversieel pamflet dat de afgelopen maanden in Frankrijk voor veel rumoer zorgde. Menno Gnodde
De blauwe vogel./ Maurice Maeterlinck ('s Gravenhage, Nijgh&Van Ditmar, 1976, 183 p.) (filmeditie, met foto's uit de film 'The bluebird' 20th Century Fox)
(vert. M. Van Nierop en nawoord door D. De Laet)
Op zoek naar geluk - À la recherche du bonheur - Chasing Happiness - 青い鳥を追い求めて
De blauwe vogel is een symbolistisch sprookje, waarin de fee Bérylune de kinderen Mytyl en Tyltyl op pad stuurt om de blauwe vogel te zoeken, want alleen hij kan haar dochtertje weer gezond maken. In het gezelschap van Hond en Kat, en de tot leven gekomen Water en Vuur, Melk, Suiker en Brood komen de kinderen allerlei vreemde plekken terecht. Zoals het Land van de Herinnering, waar ze hun overleden grootouders ontmoeten. Of het Paleis van de Nacht, waar zich de Schrik- en Spookbeelden, de Ziektes en Kwalen van de mensheid ophouden. Of het Rijk van de Toekomst, waar ze de zielen van alle nog ongeboren kinderen aantreffen. Op hun tocht krijgen ze een talisman mee, een diamant die hen helpt de schijn te ontmaskeren en de ware aard van de dingen te zien. Helaas keren ze met lege handen terug. Maar dan blijkt dat ze op hun tocht veel meer hebben gevonden dan ze dachten. Het klinkt allemaal wat zwaarwichtig, en de moraal is duidelijk: wie het geluk zoekt, moet eerst tot inzicht komen en de ware aard van de dingen leren zien.
Pelléas et Mélisande./ Maurice Maeterlinck (Bruxelles, Editions Labor, 1983, 112 p.) (Fr.)
Pelléas et Mélisande vertelt de tragische geschiedenis van een driehoeksrelatie tegen de achtergrond van een symbolistisch sprookje. Golaud, kleinzoon van koning Arkel, verdwaalt tijdens de jacht in het bos en treft daar het schuchtere meisje Mélisande aan. Haar kwetsbaarheid oefent een grote aantrekkingskracht uit op de prins. Nadat Golaud het meisje naar het kasteel van zijn grootvader heeft gebracht, treft Mélisande Golauds halfbroer Pelléas aan. Tussen Pelléas en Mélisande bloeit spoedig een fatale genegenheid, een dodelijke zielsverwantschap op. Golaud krijgt lucht van hun heimelijke ontmoetingen en doodt zijn broer... Mélisande sterft in het kraambed.
Pelléas et Mélisande is een toneelstuk van de Belgische toneelschrijver Maurice Maeterlinck. Het ging op 16 mei 1893 in première in het Théâtre des Bouffes-Parisiens. Het beleefde slechts één opvoering. Maeterlinck was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het symbolisme.
To the end of the land. A novel./ David Grossman (London, Jonathan Cape, 2010, 577 p.)
Ora, a middle-aged mother, is on the verge of celebrating her son Ofer's release from Israeli army service when he returns to the front for a major offensive. In a fit of preemptive grief and magical thinking, she sets out for a hike in the Galilee, leaving no forwarding information for the 'notifiers' who might darken her door with the worst possible news. Recently estranged from her husband Ilan, she drags along an unlikely companion: their former best friend and her former lover Avram, once a brilliant artistic spirit. Avram served in the army alongside Ilan when they were young, but their lives were forever changed one weekend when the two jokingly had Ora draw lots to see which of them would get the few days' leave being offered by their commander - a chance act that sent Avram into Egypt and the Yom Kippur War, where he was brutally tortured as a POW. In the aftermath, a virtual hermit, he refused to keep in touch with the family and has never met the boy. Now, as Ora and Avram sleep out in the hills, ford rivers and cross valleys, avoiding all news from the front, she gives him the gift of Ofer, word by word; she supplies the whole story of her motherhood, a retelling that keeps Ofer very much alive for Ora and for the reader, and opens Avram to human bonds undreamed of in his broken world. Grossman's rich imagining of a family in love and crisis makes for one of the great antiwar novels of our time.
Een vrouw op de vlucht voor een bericht is een groots verhaal over een vrouw, haar twee zoons en hun verschillende vaders. Een roman over vriendschap en ruimdenkendheid, over een grote liefde en een versmade liefde, over ouderschap en over je weg in het leven. Maar het is vooral een ongeëvenaarde roman over de bijna heldhaftige inspanning van een moeder om een gezin in stand te houden in een klein verscheurd land. Grossmans belangrijkste boek tot nu toe.- NRC Handelsblad. Bron: Website David Grossman (Nederlands)
''Mogen je bulten mooi rechtop groeien en je voeten heel sterk worden."
De herders in de Mongoolse Gobi-woestijn zeggen dat tegen elke pasgeborene. Kameel, welteverstaan.
In de documentaire The Story of the Weeping Camel horen we ze het tegen een zeldzaam wit kalf zeggen. Maar de zware, twee dagen lange bevalling en de zorgelijke gezichten van de herders spreken boekdelen. Hier is iets mis. De moeder blijkt het witte kalf, haar eersteling, te verstoten. Telkens als de kleine wil komen drinken wendt de moeder zich af, gromt, of zet het op een hollen. Hoe de kleine ook aandringt, de moeder wil niets van haar weten. Uiteindelijk zet de baby-kameel het op gepaste afstand op een huilen. Haar klaaglijk gehuil gaat door merg en been. De herders zelf blijven opvallend rustig onder het tafereel. De vier generaties nomaden, die hun hele leven niets anders hebben gedaan dan kamelen en schapen hoeden, hebben dit al vaker meegemaakt. Eens op iedere twintig keer verstoot een kamelenmoeder haar jong. Methodisch werken de herders de beproefde remedies af. Eerst wordt geprobeerd de moeder te dwingen haar jong te voeden door de achterpoten aan elkaar te binden. Wat mislukt. Net als de poging het jong de moedermelk in een soort slagroomspuit toe te dienen. Uiteindelijk kan nog maar één man ze helpen: de vioolleraar in het nabijgelegen dorp. De twee broers Dude en Ugna moeten hem halen en hem vertellen dat er behoefte is aan het Hoosh-ritueel. Onder begeleiding van vioolmuziek zal Odgoo, de moeder van de twee jongens, magische woorden in de oren van de kamelen fluisteren om de dieren zo aan elkaar te laten wennen. De ervaring leert dat als de moederkameel huilt, ze haar jong heeft geaccepteerd.'
Het lied van de grotten./ Jean M. Auel (De aardkinderen deel 6) (Utrecht, A.W.Bruna, 2011, 772 p.)
De serie De Aardkinderen vertelt het verhaal van het mysterie van het ontstaan van de mensheid en de harde strijd om in de prehistorie te overleven. Jean Auels boeken hebben al miljoenen lezers meegevoerd naar de boeiende prehistorische wereld van Ayla en haar tijdgenoten. In dit zesde en laatste deel van de serie kunnen haar vele fans eindelijk lezen hoe het afloopt met Ayla, Jondalar en hun dochtertje Jonayla. De saga gaat verder met de opleiding die Ayla geniet tot Zelandoni, een spiritueel leider en genezer. Ze wordt de acoliet van de Zelandoni van de Negende Grot en ze begint aan een reeks intensieve reizen die deel uitmaken van haar heilige training. Maar het dagelijks leven in de prehistorie is zwaar en Ayla worstelt om de juiste balans te vinden tussen haar spirituele roeping en haar taak als jonge moeder van Jonayla. De gevolgen kunnen niet uitblijven en haar relatie met Jondalar komt onder spanning te staan
Het raadsel van Flatey./ Viktor Arnar Ingólfsson (Utrecht, Signature, 2007, 271 p.)
"Lente 1960. Op het kleine eiland Flatey vertrekken drie mannen op zeehondenjacht naar het onbewoonde eilandje Ketilsey. Daar doen ze per toeval een macabere ontdekking van een half vergaan lijk. Het lichaam blijkt van een Deense handschriftdeskundige te zijn. Voor de kleine gemeenschap van Flatey betekent dit een verstoring van hun anders zo rustig leventje dat voornamelijk bestaat uit de zeehondenvangst en het rapen van eiderdons. Vanuit Reykjavik wordt Kjartan als plaatsvervangend districtsbestuurder naar Flatey gestuurd om de plaatselijke burgemeester bij te staan in de zoektocht naar de moordenaar. Al gauw ontdekt Kjartan dat de eilandgemeenschap het zijn zoektocht niet makkelijk zal maken. Het plaatselijke bijgeloof in sagas en legenden, geesten en dromen zijn voor Kjartan een belemmering in het vinden van de dader. Nader onderzoek toont aan dat het mystieke bijgeloof van de eilandbewoners afstamt van het Boek van Flatey waarvan het manuscript zich nog steeds op het eiland bevindt. Laat deze middeleeuwse tekst nu net de schakel zijn tussen de professor en zijn mysterieuze verdwijning. Dan wordt er een tweede lijk gevonden, met op het lichaam een Bloedadelaar gekerft; een symbool uit de sagas en legenden van het Boek van Flatey. De politie staat voor een raadsel..." (...) "De auteur slaagt erin het boek van Flatey als een rode draad in het verhaal te verweven zonder dat het storend is. Wat het helemaal leuk maakt is dat uit het nawoord van de auteur blijkt dat het boek van Flatey nog echt blijkt te bestaan ook. Het is zelfs een van de meest belangrijke middeleeuwse IJslandse geschriften. Nadat je het boek uit hebt wil je niets liever dan je koffers pakken, naar Flatey afreizen en enkele dagen de geur opsnuiven van Het raadsel van Flatey. Ingólfsson smaakt naar meer."
Als een kleine Thaise jongen wordt vermoord, wordt al snel gedacht aan een racistisch motief. Als ook zijn broer verdwijnt en er een pedofiel in de buurt blijkt te wonen, wordt het raadsel voor de IJslandse rechercheurs Erlendur, Elinborg en Oli alleen maar moeilijker. Het dossier van een verdwenen vrouw lijkt daarbij in eerst instantie geen rol te spelen. Boeiend en spannende verteld verhaal, waarbij zowel de angst voor de komst van vreemdelingen binnen de eigen landscultuur een rol speelt alsook de uiteenlopende priveproblemen van de drie politiemensen. Juist die menselijke kant zorgt voor een geloofwaardig verhaal tegen een ook voor ons bekende maatschappelijke achtergrond. De liefhebber van dit genre zal daarom ook in dit deel uit de reeks over de drie hoofdpersonen tot het eind geboeid blijven. Vrij kleine druk.
De engelenmaker./ Stefan Brijs. (Atlas, 2005, 446 p.)
'Soms is wat onmogelijk lijkt, alleen maar moeilijk.'
Op 13 oktober 1984 keert na een afwezigheid van bijna twintig jaar Doktor Victor Hoppe terug naar zijn geboortedorp Wolfheim, vlak bij het drielandenpunt in de buurt van Vaals en Aken. De bekrompen dorpelingen reageren argwanend op zijn komst, zeker als blijkt dat hij drie kinderen van een paar weken oud bij zich heeft: een identieke drieling met een schrikwekkende afwijking. Na enkele bijzondere genezingen wordt de dokter toch aanvaard in het dorp en gestaag groeit zijn populariteit. Zijn kinderen zijn echter zelden te zien en dat voedt de geruchten. Langzaam groeit het besef dat ze alle drie ernstig ziek zijn. Maar er blijkt meer aan de hand, niet alleen met de kinderen, ook met de dokter zelf die, gegijzeld door zijn verleden, een beslissing neemt die hem onsterfelijkheid moet bezorgen.
De engelenmaker is een roman vol geruchten en rumoer, gefluister en geroddel. Een verhaal over geloof en wetenschap, werkelijkheid en verbeelding, macht en onmacht, zin en onzin. Een roman waarin iedereen naar de waarheid op zoek is en uiteindelijk alleen zijn eigen waarheid vindt en gelooft.
één van de persreacties:
'De engelenmaker is een kolkende roman. Carnavalesk, wrang, als was het een plaatje van de schilder James Ensor. (...) Stefan Brijs is er opnieuw in geslaagd sympathie op te roepen voor lelijkerds, mismaakten en slechteriken, kortom, voor foutjes van de natuur. Hij is de meester van het mededogen.' (Daniëlle Serdijn - Het Parool (13-10-2005))
De vioolbouwer van Auschwitz./ Maria Àngels Anglada (De Geus, 2010, 125 p.)
Auschwitz, een mensonwaardig oord, waar niemand meer opkijkt van geweld, lijfstraffen en de dood. De gevangenen, onder wie de joodse Daniel, zijn murw door de ellende waarin ze verkeren. Daniel weet zich in die hel staande te houden door werk als timmerman te verrichten. Dan ontdekt de kampcommandant Daniels ware beroep en hij daagt hem uit: Daniel moet een viool maken met een perfect geluid. Daniel gaat aan de slag, niet wetend wat de gevolgen zijn als hij niet zal slagen.
Lees ook het artikel van de De Standaard(standaard.be) (vrijdag 19 november 2010, Auteur: Marijke Arijs) over dit mooie boekje,
hier alvast een klein stukje eruit citerend:
"Dit aangrijpende verhaal ontleent zijn geloofwaardigheid aan de historische documenten waarmee het in de werkelijkheid is verankerd, maar de meerwaarde zit vooral in de subtiele combinatie van kunst en gruwel, droom en nachtmerrie, schoonheid en verschrikking. Het contrast tussen de gruwelijke omstandigheden en de lieflijke herinneringen van de vioolbouwer wordt messcherp aangezet, zonder pathos, fiorituren of geschmier. Die eenvoud maakt het allemaal nog hartverscheurender. Voor een keertje zijn de superlatieven op het achterplat niet overdreven. Maria Àngels Anglada is een ware ontdekking. De vioolbouwer van Auschwitz is een uitzonderlijk verhaal over het behoud van menselijke waardigheid in onmenselijke omstandigheden. "
Jupiters reizen. Vier jaar om de wereld op een Triumph./ Ted Simon (Arena, 1996, 602 p.)
Vier jaar lang was de Engelsman Ted Simon op zijn motor onderweg. Hij reisde van land naar land, van continent naar continent tot hij uiteindelijk terugkeerde naar zijn huis in Frankrijk. Op fascinerende wijze schrijft hij in Jupiters reizen over de adembenemende landschappen waar hij doorheen rijdt, de intrigerende mensen die hij ontmoet, de kleurrijke culturen en bijzondere tradities, maar ook schrijft hij over de afschrikwekkende armoede en de vaak bizarre omstandigheden waarin hij terechtkomt. Jupitersreizen is een spectaculair reisverhaal van een man die in z'n eentje vier jaar lang op zijn motor de wereld doorkruiste.
NBD|Biblion recensie In oktober '73 vertrekt de journalist Ted Simon per motor voor een wereldreis die uiteindelijk 4 jaar duurt. Hij reist door Afrika, vaart vanuit Mozambique naar Brazilië en rijdt door Zuid- en Midden-Amerika. In Noord-Amerika blijft hij hangen op een afgelegen commune. Na enkele maanden steekt hij per boot over naar Australië om daarna Maleisië en India te verkennen. Vooral daar wordt hij door de mystiek gegrepen en voelt hij dat er meer moet zijn tussen hemel en aarde dan het direct waarneembare. Vanuit India begint hij aan de terugreis. Alhoewel Simon ook vaak ergens wekenlang bivakkeert, vertelt hij vooral over het onderweg zijn; het rijden, de slechte wegen, en het landschap. En ook over de minder plezierige gebeurtenissen zoals motorpech, opgepakt worden door de politie en in het ziekenhuis terecht komen. De zwart-witte foto's zijn middenin het boek bijeengebracht, de dito kaartjes zijn sober maar doelmatig. Simon is een eigenzinnig reiziger en vertelt openhartig, direct en in hoog tempo, slechts hier en daar zich overgevend aan minder geslaagde filosofische beschouwingen. Zo ontstond een lijvig reisverslag dat leest als een avontuurlijk jongensboek. Pocketuitgave, normale druk. (Biblion recensie, Britta Schmidt.)
Ti-Puss./ Ella Maillart (Amsterdam, Atlas, 2000, 214 p.)
Ella Maillart was een van de opmerkelijkste reizigers van de twintigste eeuw. In de jaren veertig bereisde ze India, waar ze in de leer ging bij grote meesters van de hindoefilosofie en leefde als de Indiërs zelf, Wie was de mysterieuze Ti-Puss, die haar daar vergezelde op haar omzwervingen? Naar eigen zeggen had Ella Maillart een gids, een spiegel en een voorbeeld in Ti-Puss, die voor haar een sleutel tot de geheimen van India was en de 'volheid van het moment' belichaamde. Verrassende eigenschappen voor... een tijgerkatje. Ti-Puss is Ella Maillarts persoonlijkste boek. Het is de beschrijving van een reis naar binnen, en Maillart schetste haar spirituele initiatie met een eenvoud die verfrissend zal zijn voor iedereen die benieuwd is naar onbekende gebieden van de geest. Maar bovenal is het een prachtig dierenboek, waarin een onooglijk poesje een hoofdrol krijgt toebedeeld die het ten volle waarmaakt. Bron: Bol.com
Een Afrikaan op Groenland./ Tété-Michel Kpomassie (Veen Uitgevers, 1984, 307p.)
Tete-Michel Kpomassie groeide op in Togo, in het animistische, op de natuur gerichte leven op het vrije veld. Na een ongeluk, waarbij een python betrokken is, raakt hij in een shock. Tijdens zijn herstel vindt hij in de missiewinkel een boek over Groenland. In de volgende jaren stelt hij heel zijn leven, doen en denken in op het grote doel: een reis maken naar Groenland. We volgen zijn confrontatie met voortdurend nieuwe werelden, in Afrika en Europa, en Groenland en delen de verwondering, de aanpassing en de avonturen van Tete-Michel. Hij leeft en werkt in tamelijk verwesterde gemeenschappen, maar het ontroerendste deel is zijn kennismaking met en verblijf bij een geisoleerd levende Inuk. Hier vindt hij sporen terug van een bestaan met grote verwantschap met zijn eigen cultuur. Het wordt zelfs een tweestrijd of hij zal terugkeren naar Togo. Het boeiende, autobiografische boek eindigt met het afscheid van Groenland. Paperback, kleine druk.