Vandaag laat ik Frans liggen en ben ik
voor half zeven de deur uit. De dierenmarkt begint hier vroeg. In de
straten worden er al stalletjes opgesteld voor de grote markt. Langs
de hoofdweg ligt er een enorm overdekt marktgebouw. Aan de overkant
is er geen dier te bespeuren. De dierenmarkt blijkt verhuisd te zijn
naar een volgend dorp. Aan de overdekte markt zijn ze volop aan het
uitladen. Ik koop een wortelsap van de dikste wortels die ik ooit
zag.
Voor de eerste keer zie ik de top van
de twee vulkanen die over Otavalo waken. De hoogste is zelfs een
beetje bepoederd. Als ik terug op het marktplein kom staat er al veel
meer opgesteld. De straten rond het plein worden ook ingenomen door
kraampjes. De meerderheid van de marktkramers zijn 'indigena's'. Ook
in de week lopen hier heel veel vrouwen in traditionele klederdracht.
Frans is om half negen mee op stap. Ook
al is er veel volk in de straat, wij houden het overzicht want we
steken er toch een kop boven uit. Ik koop een halsketting gemaakt van
meloenpitjes en een sjaal. Er is mooi handwerk te vinden maar ook
veel rommel (made in China, denk ik). Er zijn zoveel kramen die
hetzelfde verkopen dat ik me afvraag of er hier geen verkopers zijn
die op een hele dag niks kunnen slijten.
We willen naar een uitzicht boven de
stad maar de weg is versperd, dus rijden we rond het meer. Er is niet
veel te zien. In Peguche waar de meeste weefateliers zijn gaan we de
waterval bekijken. Het is een prettige kleine wandeling. In het dorp
lunchen we met twee voor 4$. Alle ateliers zijn dicht want iedereen
zit nu op de markt.
Om half negen na een taco en een lokaal
gebrouwen bier zijn er nog kramers hun spullen aan het pakken. Die
hebben er een lange dag opzitten.
Ik zit weeral op hete kolen om in actie
te schieten, en Frans blijft maar slapen! Dan duurt het nog eer we
ontbijt vinden. Er is hier geen espressomachine te bespeuren. De
plaats die ons was aangeraden zit te vol voor de twee man personeel.
We eten bij een bakker en bestellen elders een koffie die we laten
staan. Dan krijg je weer instant heimwee naar Colombia waar je op
iedere hoek van de straat gesneden fruit kan kopen en ze prima
koffiehuizen hebben. Frans zet dan maar een potje koffie op de kamer,
het laatste restje uit Minca.
Gelukkig is het kratermeer van Cuicocha
nog zichtbaar als we aankomen. De tocht rond het meer is uitgesloten
gezien het weerbericht maar we genieten toch van de paar kilometer in
het natuurgebied.
We zitten hier op 3000 meter, je voelt
dat als het steil wordt. In een ander seizoen moet het geweldig zijn
als je zicht hebt op de toppen van de vulkanen. Nu genieten we vooral
van de, voor ons, nieuwe plantengroei. We hadden de afslag naar de
'Intag' vallei gezien. Ze organiseren daar afdalingen met de fiets.
Ik had gelezen dat er op het einde thermische baden zijn. Dat had ik
niet mogen vertellen want Frans, met of zonder zwembroek, is dan niet
te houden. Het werd een rit over steile bergen met heel scherpe
bochten door nevelwoud en jungle. Als beginner moet je hier vooral
niet met een fiets naar beneden gaan sjeezen. 40 kilometers verder
ontmoeten we een oude Amerikaan die hier koffie kweekt. Hij heeft nog
een half uur te rijden op zijn kleine tractor om terug thuis te
komen. Hij raad ons aan dezelfde weg terug te nemen. Vroeger deed je
er daarlangs 4 uur over om hier te komen. Na de lunch kopen we nog
een 'erg duur' pak koffie uit de vallei.
Er zijn werken bezig aan de zwembaden,
de helft is maar open. Frans geniet van het water van meer dan 30
graden. Ik kijk rond bij de rivier.
Op de terugweg is er nog meer mist. In
Otavalo maak ik nog een toertje. De hoofdkerk is niks bijzonders maar
ik vind wel de fruitmarkt. Boven staat er wel een gek gebouw met
vogelkop.
Op 10 minuutjes wandelen van onze
hostel had Frans hier in stijl én in zwembroek kunnen zwemmen.
Om zeven uur beginnen we met een
gevarieerde fruitsla. De Franse eigenaar wil de culinaire reputatie
van zijn geboorteland hoog houden. Om acht uur zijn we onderweg. Men
had ons verteld van de wegenwerken richting Ipiales maar toch valt
het weer tegen als je er in zit. 'Pare Siga', het duurt vaak lang
eer we weer aan het rijden zijn. Ze zijn de weg hier van twee naar
vier rijstroken aan het brengen en daarvoor moeten er heel wat
heuvels afgegraven worden. Een gezonde rit is het ook niet alhoewel
je door een mooi groen landschap rijdt. Frans is goed geïnformeerd
over de grensovergang maar iedere dag schijnt anders te zijn. Wij
doen er lang over om een 'salida' stempel van Colombia in ons
paspoort te krijgen. Het helpt niet dat er veel Venezolanen zonder
paspoort staan aan te schuiven. Na een uur is het gelukt en kunnen we
de brug over rijden naar Ecuador. Daar is de rij gelukkig kort. Bij
het kantoortje om de auto tijdelijk in te voeren zijn we de enigen
maar dat schijnt geen garantie voor snelheid te zijn. Er zijn hier
redelijk wat voorzieningen gemaakt voor de toevloed van Venezolanen.
Er zijn rodekruisposten, douches en afdaken neergepoot.
Tweeënhalf uur heeft het uiteindelijk
geduurd. We zitten nog op schema om voor donker aan te komen. In
Ecuador zijn ze klaar met hun wegenwerken, de afdaling is geweldig,
de weg is bijna leeg. Wat we niet snel tegenkomen is eten. In
colombia proberen er velen wat bij te verdienen door op straat te
koken, hier niet dus. Het eerste restaurant is wel dik in orde. Je
begrijpt niet hoe ze soep, rijst, aardappel, vlees, sla of groenten,
een limonade en nog aardbeien toe kunnen voorschotelen voor 2,5
dollar. Het is nog lekker ook. We houden het niet droog en blijven
afdalen. In Ibarra loopt de Panamerikano door de stad. We zien vooral
auto- en bandenwinkels.
Otavalo ziet er niet meteen
aantrekkelijk uit. We regelen eerst een nieuwe simkaart voor de gsm
en hebben allebei zin in Chinees. Een deel van de menukaart was
Chinees voor ons maar dan Spaans - Chinees. Terug in de hostal
spreekt een 'Antwerpenaar' ons aan. Die heeft op zijn eerste dag in
Ecuador meteen heimwee naar Colombia. Wij hebben het ook een beetje
zitten.
Heel veel bochten later zitten we in
Pasto. Die stad is groter dan ik verwachtte, (500 000 inwoners) omdat
ze toch op vijf uur rijden van Popayan ligt, en er niets van enige
betekenis tussen ligt. De hele rit is de omgeving groen, eerst
tropisch maar daarna verschijnen er cactussen. Als we langs een
V-vormige canyon rijden staan er nog amper bomen. Op een tiental
kilometers na is de weg heel goed. Nu zitten we weer in een
vruchtbare streek.
We logeren in het hotel van een
Fransman die trouwde met een vrouw van Pasto. Naar goede gewoonte
vertrek ik onmiddellijk om de stad te verkennen maar na een kilometer
keer ik terug. Mijn regenjas vraagt om een truitje eronder en de
regen wordt te hevig voor mijn schoeisel. Dan moeten we maar goed
uitrusten voor de rit van morgen met de grensovergang naar Ecuador.
Popayan is een koloniale stad. Het
theater is groen en er is nog één beige gebouw maar al de rest is
wit geschilderd. De universiteit zit in oude gebouwen verspreid over
het stadje. Frans en ik beginnen met de heuvel naast ons logies te
beklimmen, een ruiterbeeld houdt een oogje op de heuvelachtige
omgeving. De meeste straten lijken erg op elkaar, hier en daar zie je
een mooie binnenplaats. De plaza is groot in vergelijking tot het
stadje. Er hangt hier een aangename sfeer. In een cafeetje krijg ik
een heel mooie cappuccino voorgeschoteld. De oude mannen hier
schijnen de koffie ook te waarderen. Het natuurhistorisch museum zou
een heel goede collectie moeten hebben maar is gesloten, de vloer is
helemaal uitgebroken.
We eten een almuerzo en betalen samen
4€. Zo leer je het koken echt af. Op vraag van Frans ga ik op zoek
naar een carwash, dat brengt me in de buurt van de markt. Hier worden
een heleboel verse kruiden verkocht die ik niet herken. Er zijn ook
een heleboel stalletjes waar je alternatieve geneesmiddelen kan
kopen.
De auto krijgt een beurt in de “sala
de bellezza para su vehiculo”. Ze zijn meer dan een uur bezig met
de binnen en de buitenkant (langer dan de kapster in Cartagena, die
na 10 minuten niet meer wist wat te doen). Tijdens het wachten zie ik
het beeld. Deze heer kijkt eens niet verwaand. Hij schijnt te zeggen
: 'ik heb mijn best gedaan maar zie wat ervan gekomen is.'
De auto staat amper in de garage of het
begint te gieten. Lang zal hij niet blinken. Onze gastheer laat ons
de rest van het huis zien. Hij heeft alle kamers anders ingericht.
Deze airbnb is een echte aanrader.
De jonge eigenaar trekt een fles wijn
open voor zijn vier gasten. Daarna kruipen we met zijn zessen in zijn
auto en gaan samen op restaurant. Katherine is een Canadese die hier
voor plastische chirurgie kwam. Het werd haar afgeraden en nu brengt
ze drie weken in Colombia door. Ze ontmoette de andere drie in Cali.
Het werd een gezellige avond. En het blijft hier regenen.
Het regent in Cali. Als het nog maar
druppelt wandel ik naar het centrum. Ik scoor er een paraplu voor nog
geen 4€. Deze is vandaag tenminste al twee keer nat geworden mocht ik
deze ook verliezen. Veel bijzonders is er niet te zien behalve de
obligate kerken en de goedkope winkels die je hier meestal midden in
een grote stad aantreft. En, nee, de kerstversieringen zijn hier niet
overdreven!
Om 12 uur vertrekken we weer
zuidwaarts. Het duurt lang voor we de stad uit zijn. Daarna gaat het
tussen suikerrietvelden door. We kopen een ananas langs de weg.
Halverwege de rit gaan we weer klimmen en begint het spelletje weer
om vrachtwagens voor te steken. We zitten nu in een appartementje, ik
ben maar begonnen met de was. Die hangt gelukkig onder een luifel
want het is weer goed aan het regenen. Ik hoop dat mijn paraplu
morgen binnen kan blijven.
Veel zin had ik niet in Cali. Het zou
een warme drukke stad zijn waar je bovendien op je tellen moet
passen. Ook het binnen rijden van grote steden schrikt me af. Zelfs
met de gps maak je nog makkelijk fouten, zoals vanmiddag, toen we even op
een rijvak voor bussen terecht kwamen en nog wel in de verkeerde
richting.
Aangekomen valt de temperatuur goed mee
en ga ik direct op stap. Ik kom langs het plaatselijke Montmartre.
Verder ligt er een park op een heuvel. Bovenop staat een kerkje met
daarnaast een geweldige boom waar een jongetje aan de luchtwortels
zwiert. Je kan hier kratten huren met een kussentje erin om van de
steile helling naar beneden te glijden.
Een parkje op een zondag in Colombia,
daar is heel wat te zien! Ik koop mijn eerste souvenirtje, een
halsketting van een soort dun macramé aan één van de vele
tafeltjes met handwerk. Daarna loop ik richting centrum langs kleine
oude huizen. Uit eentje klinkt luide salsamuziek, het blijkt een
atelier te zijn. Er staan een koppel heel oude persen. Nu zijn ze
T-shirts aan het zeefdrukken. Een vrouw is bezig een masker uit
papier-maché te maken. De kerels die in Salento met een masker in de
weer waren, verkopen hier postkaarten van de foto's die ze met de
maskers maken.
Op nog geen vijfhonderd vierkante meter
kom ik een groot aantal muurschilderingen tegen. Voor een keer
neem ik mijn gsm om ze op facebook te posten. Op een wandeling van
twee uur heb ik mijn ogen ongelooflijk de kost kunnen geven.
's Avonds gaan we terug naar het parkje
en eten er met uitzicht op de stad. Naast het park staat er een rij
van wel honderd brommers. . Er zijn optredens, bijvoorbeeld
ongelooflijke breakdancers (op de kasseien nog wel). Cali valt best
mee!
Vandaag zitten we om halfacht in de
auto met maar twaalf kilometer voor de boeg naar het vertrek van de
wandeling door de 'valle de Cocora', bekend om zijn soms 60 meter
hoge waxpalmen. Gelukkig hadden we heel veel info via reisblogs. We
zijn de wandeling van 6 uur in omgekeerde richting begonnen zodat we
eerst de palmen zien. In de namiddag komen er dikwijls wolken
opzetten en mis je de uitzichten. In deze richting loopt er bijna
niemand, de vallei is prachtig in het ochtendlicht. We volgen voor
twee uur een breed pad dat onafgebroken een goeie 15% klimt. Boven
een bepaalde hoogte herken ik heel veel plantjes, onkruid en
bodembedekkers die ook bij ons groeien. Daarboven torenen dan wel
enorme varens en bomen met bromelia's. Bij de 'Finca la Montaña
staan er reuze 'vlijtige liesjes'. Dit is ons hoogste punt op 2800
meter. De Finca verkoopt nog geen koffie. We zijn te vroeg. Dan maar
langs het stijle pad naar beneden tot aan de rivier. Van daar kunnen
we nog een eindje klimmen naar het huis van de kolibri's. Op dit stuk
wordt er druk op en af gewandeld. Hier begint het nevelwoud. We
rusten hier uit bij een kop chocoladewater. De vogeltjes komen af op
het suikerwater en laten zich goed fotograferen. Onze klim zit er nu
op. Nu gaat het verder langs de snelle rivier naar beneden. Voor ons
iets minder snel, je voeten neerzetten is precisiewerk. Een vijftal
keer wiebelen we over bruggetjes. De begroeiing is weelderig. Het
laatste stuk wandelen we door weiden. Het blijft opletten waar je je
voeten zet. Voorbij de forellenkweekerij hijsen we ons nog met moeite
naar boven. Vijf en half uur zijn we onderweg geweest met één stop.
We hebben bijna 700 meter geklommen. Het restaurant lonkt.
Ik neem nog maar eens forel maar dit
keer natuur. Frans heeft een fantastische steak. We praten nog met
een groep wandelaars. Het blijkt dat wij het heel goed hebben gedaan,
wij zijn niet verloren gelopen en we zijn de wolken voor geweest door
in omgekeerde richting te stappen.
Op de kamer heb ik net de luiken dicht
gedaan (ramen zijn er niet!), het is hier aan het gieten. Onze timing
was dus ook goed. Weer een schitterende dag in een schitterend land!
Om halfnegen zijn we op weg. Nog geen 5
minuten nadat ik opmerk dat dit een fantastische fietsweg is stopt
het asfalt en wordt het smal en stijl. Deze weg staat in een dunne
lijn op de kaart. Het is deze, of heeeel ver omrijden. We komen het
eerste half uur niemand tegen. De weg stijgt aldoor in de jungle. We
zijn alle twee opgelucht als er een auto uit de andere richting
aankomt. Zeker hier willen we niet rechtsomkeer moeten maken. Op onze
gsm blijft de aankomsttijd dezelfde ook al rijden we maar aan 15 per
uur. Boven op de berg zijn ze balken in een brede traditionele bus
aan het laden. Er komt nog een gewone bus langs, bij ons zouden de
chauffeurs hiervoor bedanken. Na meer dan een uur klimmen gaat het
een uur al hobbelend omlaag, soms is het hier beter, enkele stukken
zijn heel slecht. Hier zijn er meer weiden en er worden ook veel tomaten gekweekt onder plastic afdakjes. Het uitzicht is vaak
prachtig. Na een goeie twee uur zitten we terug op macadam, en nog
wel goeie ook. Na het doorkruisen van een dorp komen we op een
grotere weg die een bergkam volgt met schitterende uitzichten. Hier
wordt er gefietst! We blijven maar dalen tot op de
'koffieautostrade'. Dit is een mooie vierbaansweg met in de
middenberm lelies. We komen om drie uur aan in Salento, net zoals
door google voorspeld was.
Salento is behoorlijk toeristisch. Het
straatje dat naar een kalvarieberg leidt zit vol met souvenirwinkels.
Boven achter het kruis staat er een regenboog. Het is dan ook aan het
zeveren.
We eten 's avonds forel, die wordt hier
overal in de bergen gekweekt. De onze heeft wel meer smaak. Om af te
sluiten drinken we nog een 'club Colobia' bij een haardvuur. Het is
hier fris als het donker is en alles gebeurt in openlucht.
Maar toch was het een mooie dag.
Medellin doorkruisen is niet prettig maar ook niet vreselijk. Het is
een verademing als je daarna weer groen ziet. Het vervolg is om te
beginnen het gewone recept ; een goede tweebaansweg met veel bochten
en camions waar je moeilijk voorbij kan. Voorbij de afslag gaat het
opvallend goed... tot we worden tegengehouden door een vriendelijke
vrouw die ons vertelt dat de weg verder tot 5u is afgesloten. Dus rijden we
16km terug en een heel eind om, tot onder de piramide die je op de
eerste foto ziet. Daar is de weg bovendien in redelijk slechte staat.
Gelukkig is het landschap schitterend. We eten heel lekker op een
kruising van twee wegen (je kan het niet echt een dorp noemen).
Onderweg zien we nog een brug in aanbouw waarvan het middelste stuk
nog ontbreekt. Als we een volgende col overkomen zitten we weer in
koffie- en bananengebied. Rond Andes is het heel mooi. Op het hoogste
plein staat een blauwe kerk en zitten er orchideeën in de oksels van
de bomen. IJsjes worden hier door iedereen graag gegeten.
In Jardin, onze bestemming zie je dan
weer geen koffieplant staan. Het is een vrolijk gekleurde gemeente
die nog niet onder de voet wordt gelopen door toeristen. We doen een
terrasje, ik drink een heerlijke aqua panela met gember en limoen,
Frans laat zich de koffie smaken. Achter ons hotelletje staat een
Christus op een heuvel. Een gehandicapte man legt me uit dat ik
helemaal rond moet lopen en dat het zeker een half uur duurt. Geen
tijd dus om van schoenen te wisselen, het is al half vijf. Stijl
omhoog en naar beneden aan de rand van het dorp, een rivier over, en
nog eens over tot ik het smalle stenen pad zie lopen voorbij een
waterrad. Langs een boze hond en door een paardenwei.
Het water loopt over de stenen, het
regende toen we toekwamen, ik probeer snel te klimmen. Hoger zijn er
minder stenen en meer modder. Daar gaan mijn witte sneekers. Nu ben
ik wel dicht bij mijn doel, dus kan het klimmen over een hoop stenen
en een prikkeldraad er nog wel bij. Gelukkig zie ik wat verder het
beeld staan. Net om 5uur kom ik er aan, de tijd die ik mezelf had
gegeven om niet in het donker terug te moeten. Hier vergeet ik dan
ook wat foto's met mijn gsm te maken, voor de blog gebruikt mijn
camera heel weinig pixels. Naar beneden moet ik me goed concentreren
op het pad. Ik haal dan ook pas opgelucht adem als ik voorbij de
paarden, de hond en het bruggetje ben. Nu kan ik rustig mijn weg
voortzetten.
Mijn schoenen zijn ondertussen gewassen
met zeep, ik ben eens benieuwd hoe ze er droog zullen uitzien. Frans
ligt tussen twee hoeslakens. Een bovenlaken hebben ze hier niet. Rare
gasten die van Jardin of zijn wij raar dat we tussen twee lakens
willen slapen.
Gisteren besloten we om nog één dag
hier te blijven en niet in Medellin te overnachten. Frans heeft nog
wat werk te doen en daarvoor zit je hier prima. Gisteren heb ik al
eens gekeken of ik een wandeling kan maken. Ik waag het erop met 'maps.me'
nadat ik op gpsies een wandeling heb uitgestippeld van zo'n 12 km.
Eerst op asfalt, dan op verharde weg, een stukje over privéterrein,
door een weide, dan steil naar boven over slechte weg, om terug op de
baan te komen. Wat doet die hier, vragen de bewoners zich af,
maar iedereen is vriendelijk. Ik voel me ook zeker met mijn maatje
Ozy. Die maakt een heleboel nieuwe vriendjes. Er worden vooral
groenten gekweekt, soms onder plastic. Ik zag ook hortensias, die
worden beschermd tegen de zon. Het laatste kwart is terug over de
hoofdweg, dan hou ik mijn hart vast voor Ozy. Na tweeënhalf uur
wandelen komen we gelukkig weer veilig thuis.
Elisabeth bereidt ons weer een heel
smakelijke maaltijd. Het ziet er naar uit dat we een flinke bui
krijgen, goed dat ik er mijn kilometers heb opzitten.
De laatste foto's zijn nog uit het museum van Antioquia
Frans zou gaan waterskiën maar we
horen niets van zijn contact hier. Ondertussen erger ik me dat ik
hier niks zit te doen. Om 10 uur vertrekken Elisabeth en ik naar
Medellin. Er komt net zo'n geweldige plaatselijke bus voorbij. Er is
geen plaats meer op de lange houten bank dus ik sta recht, het is
toch maar voor 2km. Op de autobaan hebben we meteen een comfortabele
bus naar de stad. We dalen af en stappen uit bij het metrostation
Caribe. Het is even aanschuiven om kaartjes te kopen maar verder is
dit een uitstekende bovengrondse metro. Elisabeth gaat naar haar
familie en stapt vroeger uit. Ik rij mee tot Berrio, daar is het
Botero park. Ze zijn net een paard zijn poep aan het afkuisen (te
laat voor de foto). Het is wel een grappig plein met al die dikke
beelden.
Ik laat me verleiden door de winkelwandelstraat. Er is een
overaanbod aan schoenenwinkels, vooral sneekers.Het blijkt wel moeilijk om een
vervanging voor mijn teva's te vinden, zoiets verkoopt hier blijkbaar
niet. Uiteindelijk vind ik wel iets dat dienst kan doen, als ik
tenminste niet echt wil gaan klimmen. Nu moet ik mijn andere schoenen
tenminste niet 'verrenneweren'!
Op een plaza met nog een paar Botero's
neem ik de dagschotel, kip curry.
Het museo de arte moderno ligt wat te
ver en de buurt waar ik door moet ziet er niet aantrekkelijk uit dus
neem ik de verhoogde metrolijn. Ik stap uit bij een vernieuwd
stadsgedeelte met enkele grote buildings en een shoppingcentrum. Het
'mam' zit in een knap gebouw maar spijtig genoeg zijn alleen de twee
zalen met de permanente collectie open. De tentoonstelling is niet
bijzonder.
Als ik buiten kom is het donker en
waait het hard. Ik beslis toch om terug uit te stappen bij Berrio en
het museum van Antioquia te bezoeken. Hier is een hele vleugel aan
Botero gewijd.
Je leert hem hier dan ook beter
waarderen. Het is zeker een man met humor, hij hekelt ook regelmatig de
heersende klasse. Voor mij zijn zijn stillevens ook verrassend, hij
is ook een goede tekenaar. Er is heel veel te zien in dit museum, na
4uur vind ik het wel tijd om terug te keren.
Bijna stipt om 5 uur vertrekt de bus.
Als ik weer boven ben is het zo goed als donker.
Frans heeft wat werk kunnen verzetten.
Skiën gaat er blijkbaar niet inzitten.
Een van onze banden is een beetje lek.
Gelukkig moet je hier niet ver om banden te laten herstellen.
Elisabeth rijdt met ons mee zodat ze deze keer de bus niet moet nemen
om boodschappen te doen. Guarne is een rustig stadje, de auto gaat er
op de parking, verder zijn er vooral voetgangers. We kopen zelf ook
fruit en tomaten. Ik heb echt zin in brood met kaas en tomaat.
Elisabeth gaat voor ons een broodje bakken, dat is veel beter dan het
zachte brood van de winkel. 's Middags maak ik een wandeling en krijg
gezelschap van Ozy, hun hond. Ozy is heel enthousiast maar ik ben er
niet gerust in omdat hij roekeloos oversteekt. Ik draai dan maar
terug om een leiband te gaan vragen.
Hij schijnt zich altijd los te wurmen,
dus dat is ook geen oplossing. Ik vertrek maar terug in zijn goede
gezelschap en hoop dat er geen ongeluk gebeurt. Op de zijweg zou ik
wel willen fietsen, met een goede fiets met flink wat versnellingen.
Het wegdek is nieuw, de weg rolt mooi in het landschap. 'Suzanna met
de mooie ogen' is hier de hagewinde van dienst. Wel iets minder
invasief denk ik.
's Avonds, na een beetje plannen,
krijgen we tamales voorgeschoteld dat is rijst gemengd met vlees en
groenten, gekookt in bananenbladeren. Weer heel lekker.
Om halfzeven ben ik al aan het
dauwtrappen in de tuin (dat heb je zonder teva's). Margareta houdt
ons zo lang mogelijk aan het ontbijt. Om halftien weten we te
ontsnappen voor een wandeling. Er staat een pijl naar een 'boutique
hotel' op een weg die amper berijdbaar is. Het is er best knap maar
ook erg duur. Het ligt aan een andere rivier en heeft een prachtig
aangelegde tuin. Op de terugweg zien we nog 'titi's', kleine aapjes.
Dan begeleidt Margareta ons naar een andere plek om te zwemmen
onderaan een waterval. Het zwemmen is wel moeilijk door de sterke
stroming. Er is meer water door de felle regen van vannacht.
We hadden haar al voorbereidt op ons
vertrek, na de lunch. Toen we vertrokken was ze niet meer te zien; we
hadden nagelaten om te zeggen dat haar huis de beste plek was in
Colombia (ze was er een beetje te opvallend naar aan het vissen).
Dus hadden we nog tijd om 'el Peñol'
te beklimmen. 650 trappen hoger heb je een geweldig zicht over het
stuwmeer en de omgeving. Het is wel een hele toeristische bedoening. De laatste foto is een politieauto die de kerstversieringen vervoert.
Net voor donker komen we aan bij Pieter
en Elisabeth. Daar steken ze net een klein kampvuur aan. Er zijn
vrienden op bezoek, hij heeft zijn glasoven aangestoken om een
demonstratie te geven.
Ria, de mama van Pieter verzorgt mijn
moeder in 's Gravenwezel. Ria heeft goed reclame gemaakt voor de bed&breakfast van haar zoon . De twee
moeders zijn nu heel gelukkig dat wij hier logeren. En wij ook, je
hebt hier een mooi uitzicht en Elisabeth kan fantastisch koken. Ze
hebben het huis zelf gebouwd en er met weinig middelen een goed
logies van gemaakt. Ik hoop dat Pieter hier kan doorbreken met zijn
glaskunst. Hij is de enige glasblazer in Colombia, dat zou kunnen
helpen.
Santa Rosa de Osos ligt inderdaad
boven. Eerst rijden we nog tussen groene bulten waar de meeste
bewoners koeien zijn. Daarna begint er een serieuze afdaling. Het
wegdek is goed aan deze kant van de berg. De vallei onder ons is
diep. Beneden ligt Bello, een grote stad. Daar rijden we op een
zesbaans weg om daarna bijna rechtsomkeer te maken naar de andere
kant van de vallei waar we weer omhoog gaan. Het wegdek is zoals het
onze, alleen de begroeiing is wel anders. Op het plateau ziet het er
aangenaam wonen uit. De huizen staan verspreid in de heuvels. We
nemen de afslag naar Guatapé, een stadje aan een stuwmeer dat heel
kleurrijk moet zijn. Frans had daar iets fantastisch gevonden maar ik
had zoal mijn twijfels omdat de eigenares al talloze mails had
gestuurd en er al lange telefoongesprekken waren. Nu blijkt ook nog
dat het 16km voorbij het stadje ligt. De zijweg is wel heel mooi.
Hier worden er massa's groenten geteeld op steile hellingen. Je merkt
dat de bestemming toeristisch is aan de vele stalletjes en
restaurantjes onderweg. We eten met uitzicht op 'el peñol' dat is
een 200 meter hoge alleenstaande rots. We maken maar een kleine
wandeling in Guatapé. Er is juist een optocht voor het vijftig jarig
bestaan van een school. De schilderijtjes met reliëf onderaan de
huizen zijn aandoenlijk. Er is hier veel moeite gedaan om een
toeristische attractie te worden. Maar het resultaat mag er zijn.
Onze 16 kilometer verder zijn gelukkig
ook knap. Ons doel ligt voorbij de bewaakte ingang voor een
elektriciteitscentrale. We moeten Margareta nog eens bellen om het
huis te vinden. Ze staat te zwaaien als we er aankomen. Ze heeft haar
privé brug, haar huis ligt aan de overkant van een snelle rivier.
Het ziet er paradijselijk uit. Een wit huis in een tuin met bloemen
en vijvers naast een rivier vol reuze stenen. In huis is het al
kerst. Margareta is wel het type dat aan haar gasten blijft kleven.
We weten al heel snel dat één nacht hier voldoende is. We maken
samen een langzaam wandelingetje. Gelukkig zien we toch nog kans om
van haar privé-strandje te genieten. De rivier is heerlijk koel en
diep genoeg om te zwemmen. Margareta is 68 en woont hier met haar
dove dochter. Niet moeilijk dat ze graag gasten over de vloer krijgt.
Bovendien was ze vroeger zangeres en een 'publieke persoon', haar zin
voor drama is ze niet kwijt. We krijgen worstjes (lekkere),
aardappelen en sla en als hoofdgerecht haar hele filosofie over de
geopolitiek, de sterren, media.... Niet makkelijk met mijn twee
jaartjes Spaanse les. Ondertussen is het gaan gieten en onweren, de
regen overstemd het geluid van de rivier. Het wordt een avond die we
toch niet snel zullen vergeten. Ik wens haar nog vele gasten toe.
We hebben zeker 6uur rijden voor de
boeg. Om halfnegen zijn we op weg. De omgeving blijft mooi. Een hele
tijd volgen we een brede bruine rivier. Het gaat zachtjes op en af.
Tot we aan de klim beginnen. Daar waar de bergen stijl worden hebben
ook de Colombianen het moeilijk om wegen aan te leggen. Bovendien zie
je dat er af en toe grondverschuivingen zijn. Dit is de hoofdweg van
Cartagena naar Medellin maar hij is zeker minder goed dan die van
Bourg SM naar Tignes. Er zitten ook veel vrachtwagens op die elkaar
willen voorbijsteken. De omgeving is gezond maar we hebben zeker te
veel diesel ingeademd. We steken een koppel trekkers op de fiets
voorbij. Moedige mensen! Het is warm en stijl. Als we in de wolken
komen veranderen de planten. Er zijn heel grote varens en reuze
bladeren. Er is wel heel veel bos verdwenen voor de veeteelt. In de
stadjes waar we nu passeren hebben ze geen geld of geen interesse
voor verf, je ziet veel snelbouwstenen.
Op de weiden hebben de koeien overdekte
paden! Vinden ze hier anders de weg niet naar hun stal, of wil de
boer geen natte koeien melken, kunnen ze niet tegen de zon? Van ver
zie je de witte linten over de heuvels lopen.
Santa Rosa de osos ligt boven, we zien
het van ver liggen. We zitten in het centrum in een klassiek hotel. Je moet hier niet logeren voor het uitzicht zoals je op de foto kan zien. Het is hier fris, dat is te begrijpen want we zitten toch op 2550m
hoogte. We halen hier dus onze truien en schoenen boven, die zijn een
hele tijd werkloos geweest.
In een stadje van een voorschoot groot
staan er wel drie kerken waarvan één wel speciaal is.
Om Cartagena uit te rijden moet je ook
geduld hebben en goeie zenuwen want er wordt hier constant van rijvak
gewisseld, zeker door de vele moto's. Daarna zien we vooral groen. En
dan komen de bordjes 'opgepast voor' : miereneters op de weg,
krokodillen, koeien, luiaards, leguanen en een soort knaagdier.
Spijtig genoeg is alleen de foto van het bord met de koe gelukt.
De weg is vaak dubbel in iedere
richting en OK. Om de haverklap moet je wel tol betalen, dat varieert
van 75ct tot 4€. Er zijn twee wegen naar het zuiden en onze gps
schijnt de verkeerde te hebben gekozen en stuurt ons over een baan
waar er evenveel tol is maar wel om de paar kilometer wegenwerken.
Er wordt hier veel fruit geproduceerd.
Op de weg verkopen ze alles wat van het veld komt. Er is ook een
stadje vol ambachten. In het kleurrijke restaurant waar we lunchen
zijn ze de kerstversiering al aan het ophangen.
Eindelijk komen we terug op de '25'.
Hier rijdt het tenminste. In Sahagun zoeken we een bankautomaat. De
hoofdwegen door de stadjes zijn meestal rommelig en stoffig. Maar als
je hier de zijstraten in rijdt zijn de huizen verzorgd. Het volgende
deel van de weg is afgezoomd met kleine valleitjes met gras met
daartussen allerlei soorten bomen die soms prachtig zijn. Hier graast
het vee allemaal buiten en hebben ze plaats genoeg. De weg zit vaak
onder een koepel van takken.
Planeta Rica is ook vol met moto's en
druk. Gelukkig woont Katherine (airbnb) in een rustigere straat. Zij
komt uit Bogota maar kan hier heel goed aarden alhoewel er hier echt
niks te zien is. Er hangen twee mountainbikes in de living waarmee ze
er in het weekend op uit trekken. Haar man organiseert de
veeverkoop. Zij studeerde voor veearts maar we begrepen niet goed wat
ze nu doet.
's Avonds bestellen we dan maar allebei
een steak van een gelukkig rund. Hij is dun maar erg lekker en voor
4€ per schotel kan je natuurlijk niet klagen. Op de terugweg zijn
er zeker 50 mensen aan het dansen op straat. Ze oefenen voor een
optocht. Er is dus toch nog iets te zien.
Dinsdag : 1 naar expeditiekantoor 2
naar de bank 3 naar verzekering 4 naar het douanekantoor 5 naar de
haven 20km verder
woensdag 1 naar de bank 2 naar het
douanekantoor 3 naar de verzekering 5 naar de haven 6 om halfvier
zitten we in onze vertrouwde ford escape. Probleempje met de motorkap
en bandenspanning opgelost, parking gezocht, van parking moeten
veranderen. Er zijn betere dagen geweest maar we zijn blij morgen te
kunnen vertrekken. En het moet gezegd worden dat iedereen vriendelijk
is, er is alleen veel papier en tijd voor nodig. En je ziet zo weer eens wat anders dan de doorsnee toerist.
Ja Frans heeft zijn bolhoed afgezet
zodat de camera zijn gezicht kon zien!
Foto twee is het douanekantoor, alles
werkt er maar bijzonder traag. Een stempel zetten is hier een soort
kunst, dat wordt uitermate zorgzaam en traag gedaan, misschien is het
hier een vorm van meditatie.
Frans heeft gisteren een boottocht
besteld naar de islas Rosarias. Ik voel me licht maar verder prima.
Na anderhalf uur wachten zijn we eindelijk onderweg. Tussen twee oude
forten varen we het zeegat in (of uit?). De tocht naar het grootste
eiland duurt een goed uur. We worden afgezet bij een vrolijk
geschilderd restaurant met een glijbaan, een zwembadje, en
flamingo's. Wij blijven niet lang want we gaan mee snorkelen naar een
rif. Het is een massasnorkel. Het ziet er grappig uit omdat ze
allemaal in clusters samenhangen. Wij zijn gelukkig maar een groepje
van vier zodat we niet aan een touw moeten vastzitten. De koralen
hier zijn zo dood als een pier maar er zit wel veel vis (tussen al dat vlees).
Als we terugkomen zit de rest al aan tafel. Ik hou het bij witte
rijst. 'Bamos', en we zijn onderweg naar een ander eilandje. Dit is
duidelijk overbevolkt, we hebben niet veel zin om uit te stappen. We
zwemmen toch maar een beetje, als ik terugkom blijken mijn teva's
gestolen te zijn.
We werden onmiddellijk
geviseerd door een paar jonge gasten, als enige buitenlanders op dit
strandje. Na een uur meert de boot terug aan. Wij waren de eerste bij het uitstappen en wisten niet dat we beter aan boord waren gebleven om nog een rondje te varen. Mijn
rugzak zat al in het ruim en ze vertellen ons dat we goed nat gaan
worden. De wind is fors toegenomen en ook de golven. We krijgen
honderden zware douches. Gelukkig is de temperatuur ook als douchewater.
Foto's van de terugtocht met zonsondergang zijn er dus niet. We lopen druipnat en ik bovendien op
blote voeten terug naar ons huis. Ik ben de vegers hier extra
dankbaar. Ik weet niet echt of ik deze tocht zou aanraden. Mijn vader
zou het niet overleefd hebben, die was al ongerust in een roeibootje
in het park van Brasschaat.