De laatste 3 blogs staan niet in de juiste volgorde. 'onder de vulkaan' is de recentste. Gisteren was 'opwarmen en afkoelen' en eergisteren 'isla Ometepe'
Mijn conditie zou er de laatste dagen op vooruit zijn moeten gaan. 2 uur op de fiets, heuvels op en af rond een kwart vulkaan. Het wegdek bestaat hier uit cementstenen maar die zijn verbazend goed gelegd. De honden blijven gewoon op straat staan en komen niet achter je hielen aanhollen. De runderen geef ik maar ruim plaats, zeker als het een flinke stier betreft die een wandelingetje maakt. Er staat bovendien nog goed wind, in het terugrijden heb ik flink mogen trappen. Om 12 uur vertrokken we richting haven. Daar zitten we nu nog. De boot van 2u vaart niet uit, dus wachten we op die van 4u. We hebben het 2 dagen zonder internet moeten doen dus halen we nu onze schade in. We slagen er ook in om een kamer aan de kust te boeken, dat is goed want we zullen pas om 5u terug aan land komen en het is weekend.
Er is nog altijd heel veel wind. We besluiten dus toch maar met de auto het eiland te verkennen. Bovendien willen we naar de waterval klimmen en dan moet je deels over een zandweg.
Je kan zelfs twee kilometer met de wagen naar boven rijden. We parkeren de wagen toch wat lager, de weg is niet al te best en klimt flink. Verderop, waar het wandelpad begint is het gelukkig ook frisser onder de bomen. De klim is pittig maar nergens gevaarlijk, gelukkig want Frans is nog maar eens vergeten om zijn wandelsandalen aan te doen en loopt op teensleffers. Hier wordt het ook weer groener als je hoger klimt.
De waterval is hoog. Het is heel duidelijk dat je van hieruit niet verder de vulkaan op kan. We hebben wel zwemgerief bij maar hier kan je eigenlijk alleen douchen. Er komen nog puffende jongeren boven, jong zijn helpt niet altijd.
We eten een beetje beschut aan het strand waar de golven nog flink zijn.
Dan rijden we verder naar ojo de aqua.
Bij het binnenrijden krijgen we een hele uitleg hoe goed het water wel niet is, je komt er minstens 20 jaar jonger uit en kletskoppen krijgen terug haar... dat moet dus wel 3 dollar de man waard zijn (garantie of geld terug doen ze niet aan)
Als we het water daarna zien zijn we al snel overtuigd. Er is een bron en daarnaast hebben ze een groot stenen bassin gemaakt waar het water aan de andere kant terug uitloopt. Fantastisch zwemwater en prima van temperatuur. Bovendien groot genoeg om goed te kunnen zwemmen, heerlijk.
Bij valavond zijn we nog langs een stukje kust gereden langs een zandweg. Hier zie je weer dat de mensen wel elektriciteit hebben maar geen stromend water. Er wordt water gehaald in het meer, een vrouw is er haar haar aan het wassen en je ziet verschillende stenen wastafels in het meer. Het dorp heeft wel een kerk en een school. Paarden zijn hier wel het ideale vervoermiddel. We genieten nog van de zon die de toppen van de bomen een mooie gloed geeft.
Er is nu nog een gast in het hotel, van Brugge nog wel. Straf want we zijn onderweg nog nergens Vlamingen tegen gekomen. Hij is met reizen ook niet aan zijn proefstuk toe.
Het meer was deze ochtend glad. Prima voor een zwembeurt. Verbazend was wel dat er buiten de krater erg veel wind stond.
Zoveel zelfs dat het niet zeker was of de ferry naar Ometepe (blijkbaar het grootste eiland ter wereld in zoet water) zou uitvaren. Eerst ging hij niet, dan zouden we de auto achterlaten en een passagiersboot nemen, en dan, op het laatst moment, konden we toch mee met de auto. Gelukkig zag ik pas toen we bijna aankwamen en het meer ook kalmer was dat ze de oprijpoort gewoon open hadden gelaten.
Het eiland bestaat uit 2 vulkanen. De hoogste ziet er van ver heel gelijkmatig uit maar als je dichter komt zie je pas hoe verweerd het oppervlak is door lava en regenstromen.
Onderweg naar de andere zijde van de vulkaan merk je aan de rust dat je op een eiland zit. 2 kalveren lopen op een drafje alleen over de weg. Een paard staat te grazen op een dorpspleintje...Het meeste verkeer bestaat uit fietsers en brommers. Wij logeren op een finca, dat is een plantage, in dit geval vooral bananen. Het uitzicht is prachtig over het meer en de kleinst vulkaan. Op het terrein liggen ook nog 2000 jaar oude gegraveerde stenen. Reserveren was niet nodig geweest, we zijn de enige gasten. Er is hier anders wel flink geinvesteerd, ze hebben zelfs een congreszaal (niet helemaal afgewerkt).
Ik ben wel blij dat we dit keer bij de originele bewoners logeren. Een zeer vriendelijke man die goed Engels spreekt (eerder zeldzaam).
We genieten van de valavond op het terras. Gelukkig ga ik even naar concepcion kijken. De wolken boven de top stonden net in brand. Het kleine wolkje dat de krater toedekte was pluizig grijs. De wind wilde het steeds wegblazen maar het hield dapper vast aan de top.
Dit zicht alleen maakt de overtocht al tot een succes.
2. Na maanden autorijden zonder problemen zijn we vandaag dus door een paar corrupte politiemannen tegengehouden. We hadden zogezegd over een doorlopende lijn gereden. Eens ze je papieren in handen hebben ben je natuurlijk in hun macht. Frans heeft nog wel wat van de boete afgekregen maar we hebben wel moeten betalen om ons rijbewijs terug in handen te krijgen. Dat drukte de pret vandaag wel. Van de andere kant hadden we dit al in Mexico verwacht, nu verrastte het ons.
Pas laat vertrokken in Leon maar gelukkig zijn de afstanden niet meer groot.
Als je tenminste weet welke richting je uit moet. De richtingaanwijzer is hier wel gekend maar ik denk dat ze er maar eentje van ieder maken. Met de combinatie : kaart, gps, de ene pijl en vooraf op de computer kijken komen we er meestal wel. We hebben de oude route naar Managua gebruikt, die ligt zuidelijker. Er was net nieuw beton gelegd en hier en daar waren ze nog aan het werk. De witte weg loopt eerst door de laagvlakte, links zie je nog af en toe de momobotombo. Later slingert de weg bergop en kan je een machtig uitzicht zien over het lago de Managua en de bergen. In Managua hebben we weer 1 pijl naar Masaya zien staan, gelukkig wist de gps het verder. Niemand raadde ons aan om Managua te bezoeken, we hebben dus alleen een paar grote banen (denk Boomse stwg) gezien en een paar ronde punten met heel kleurrijke beelden.
In Nindiri is er een klein archeologisch museum, een priveverzameling opengehouden door de bejaarde dochter van de verzamelaar.
In Nindiri is er al heel lang menselijke activiteit en er zijn verbazend mooie en onbeschadigde precolumbiaanse stukken gevonden. Vreemd waren de urnen die de vorm hadden van een baarmoeder. Ze hadden ook de grootte van een zwangere buik, de botten moesten erin passen. Masaya is het centrum van de ambachten in Nicaragua maar met een man die naar het hotel wil en alleen denkt aan zwemmen en rusten is er niks aan. We vragen dus ettelijke malen de weg naar de laguna de apoyo. Tegen mijn verwachting in is het een geasfalteerde weg, dat valt dus mee. Eerst stijgt het zachtjes naar de rand van de krater, dan daal je redelijk stijl af naar het grote kratermeer. Er staan zelfs golven op het meer. Ons hotel had ook wel wat meer pijltjes mogen zetten. Het publiek is hier wel oud, mensen komen hier om de kou te ontvluchten en om uit te rusten. Het water is wel heerlijk en de golven prettig. Morgenvroeg moet ik zeker met mijn verrekijker bij de hand gaan ontbijten. Ik heb al twee ijsvogels gezien (kingfishers) en een groepje ander vogels met zachtgele borst met daarboven een blauwe ring en wit aan de kop met daarboven een donker kuifje. De motmot, de nationale vogel met dubbele staart, moet hier ook te zien zijn.
We zijn hier blijven eten maar 1 keer is genoeg, wel lekker maar overdreven duur en het formaat van een voorgerecht. Zeker als je weet dat ze tamales op straat voor minder dan een tiende van de prijs verkopen. Nu is het hier wel heerlijk om buiten te zitten bij het geluid van krekels en de golven van het meer.
Uitslapen doe je hier niet, om 4u30 beginnen de hanen tegen elkaar op te kraaien. Dat maakt wel dat ik om kwart na zes de zonsopgang boven het meer heb gezien. Toen was er al een mevrouw de was aan het doen op een steen in het meer, er werd al gevist en gezwommen. Een soort visarend zat ook al klaar om op zoek te gaan naar ontbijt. Even zag ik een flits van een felrode vogel. Het volgende hotel, na een klein half uurtje langs het meer is groter. Een jong koppel uit costa rica wachtte er om te kanoën. In Costa Rica blijken wel 30 tot 40% mensen uit Nicaragua te werken, zij doen de vuile klusjes. Zij spraken wel goed engels. Bij het ontbijt heb ik ondertussen een paar motmots gezien en ook een soort maki of een boommarter, ik weet het niet. Na het ontbijt zijn we naar de masaya vulkaan gereden, een actief beestje die in 2003 voor het laatst itbarstte maar nog steeds veel gas geeft. Het is 1 van de grootste natuurlijke vervuilers ter wereld. Hij is niet erg hoog, wat er van overblijft, en je mag met de auto tot dicht bij de krater rijden. Het hele gat kregen we nooit te zien, zoveel stom komt eruit. Je mag ook maar even over de rand kijken want de dampen zijn giftig. Gelukkig stond de wind goed en konden we de tweede krater beklimmen. Die is binnenin begroeid. Vanaf de rand had je een goed zicht op het stomende gat en de verre omgeving. Het museum had knappe wandschilderingen van de plaatslijke natuur en een gobed uitzichtpunt op het meer van Masaya dat ook toxisch is. Je zag nog goed de recentste lavastroom. Van daaruit zijn we naar Granada gereden, een koloniale stad aan het grootste binnenmeer van centraal Amerika. De gebouwen rond de plaza zijn statig en mooi gerenoveerd. Bovendien zijn ze in frisse kleuren geschilderd. Naar het meer loopt een toeristische wandelstraat. Het centrum bestaat voor een groot deel uit hotels en restaurants. Op een terrasje werd je wel voortdurend lastig gevallen door straatverkopers. Vandaag waren we denk ik met te weinig toeristen. Er was wel een hele bus Aziaten die vooral schrik hadden van de zon. De casa de cultura was hier in alle geval open en er werd weer muziekles gegeven. In een voormalig klooster was het museum gehuisvest. Blijkbaar is er hier een school van naieve schilders geweest. De werkjes waren heel gedetailleerd maar wel knap. De schilderijtjes dateerden wel allemaal van de jaren 80. Blijkbaar is er geen opvolging. Onder een afdak staan er grote bazalten beelden die op een eiland in het meer zijn gevonden. Ze waren wel verweerd maar toch nog imposant. Verschillende stelden figuren voor met een dierenkop op hun hoofd. Op de terugweg passeerde ik toevallig de academie van Granada. Er was een kinderklasje bezig met schilderen, er werd goed gemengd. Op de binnenkoer zaten een aantal jongeren aan ezels flessen over te tekenen
Na een frans ontbijt (baguette en confituur) ben ik te voet naar de stad getrokken gewapend met een paraplu als zonnescherm. Sutavia waar wij logeren heeft een oude kerk, op het plafond schijnt er een bijzondere zon te staan maar blijkbaar heeft deze parochie een nogal eigenzinnige (of luie) pastoor die zijn kerk niet vaak opendoet. In in casa de cultura wordt er muziekles gegeven op de binnenkoer. Langs de weg zijn er verschillende fietsherstellers die werken vanaf hun driewielerfiets. Er is hier een kleine markt waar er vooral fruit en vis wordt verkocht. De gym, een groot kot met veel toestellen is goed bezet, in een ander lokaal zijn er kinderen aan het dansen (ik vraag me af of het een schoolactiviteit is want er zijn wel # leeftijden door elkaar. In de casa de cultura van Leon was er niet echt veel soeps. Er werd wel spaanse les gegeven. De straatjes zijn hier mooi en heel kleurrijk. Bij de Via Via heb ik een klapke gedaan met een Nederlander die hier al 10 jaar woont en tours organiseert. Stress scheen hij niet te kennen, hij komt hier bijna iedere morgen biljarten. Stijn, de uitbater van de zaak was bijzonder vriendelijk en heeft wel wat meer omhanden met een oud gebouw met daarin een hostel en café-restaurant. Het beste van Leon is wel het dak van de basiliek. Dat is pas gerenoveert en spierwit met vele koepels. Je moet je schoenen uitdoen en je zonnebril opzetten, zo fel is het wit in de zon. Van daaruit heb je ook een zicht op de vele vulkanen ten noorden en ten oosten van de stad. Eigenlijk wilde ik het museum van de revolutie overslaan. Op aanraden van Stijn ging ik toch naar binnen. Een veteraan van de Sandinistische revolutie leidde me rond. Het gebouw is een overheidsgebouw van de gehate dictator Somoza dat in 1979 door de rebellen werd veroverd. Leon speelde een belangrijke rol in de revolutie. Er hangen vooral foto's van martelaren en helden van de revolutie, allemaal in een belabberde staat. Op de binnenkoer zijn er enkele muurschilderingen waarvan ik een foto moet pakken. Ik heb wel moeite om mijn gids te begrijpen maar hij maakt me erg duidelijk wanneer ik mijn toestel moet bovenhalen. Het gebouw zelf heeft wel iets, ooit was het in felle kleuren geschildert maar nu is het verwaarloosd. Hier kan je ook op het dak, dat is wel van golfplaat, ik betrouw het niet echt. Tenslotte verkoopt de gids me nog een video over de gebeurtenissen in 1979, dat is zijn inkomen. Ik hoop dat we niet over de VS terugvliegen met zo'n revolutionaire cd in mijn tas. Ik koop een paar heerlijke bananen als lunch. Daarna ga ik nog langs het museum van legenden en verhalen. Er zijn wel mooie mozaïeken tegen de tuinmuren. Verder zijn er levensgrote figuren in klederdracht, allemaal een beetje krakkemikkig. Het stadstheater heeft enkele bronzen beelden voor de deur staan maar binnen waren er ook renovatiewerken. Langs andere straten ben ik dan toch te voet terug gegaan. Frans was ondertussen naar zee gereden maar is toch maar in het hotel gaan zwemmen. Op de markt had ik een heerlijke ananas gekocht, zo krijg je ze bij ons nooit. De spaghetti in de via via smaakte zoals bij ons en bij de frietjes was er lekkere mayonaise. Het concertje viel wel tegen, na 3 liedjes hadden we ze kans genoeg gegeven. De sfeer is er anders wel in orde, veel jong volk natuurlijk, zowieso veel volk, het draait hier goed.
Zelf was ik nog graag in het noorden gebleven maar Frans dacht er anders over, dus zitten we nu in Leon (of liever er net buiten). Weerom was dit een ideale en mooie rijweg, eerst nog tussen en over heuvels, meer zuidelijk heb je een grote vlakte met onder andere rijstvelden en daara hter liggen een 5tal vulkanen netjes op een rij. De zuidelijkst is de hoogste en is bijna een perfecte kegel. De meest noordelijke is de actiefste, daar zie je rook uit opstijgen. Langs de weg tussen de vulkanen zijn er mudpots, daar zijn we even warme voeten gaan halen. Bij 1 zie je de kraterwand, hij ziet er interessant uit om te beklimmen. Deze keer was het hotel makkelijk te vinden, de straten zijn ook rustig op zondag. Onze hostal wordt uitgebaat door een jong Frans koppel. Als ze terug zijn in Valence voelen ze vooral het verschillende stressniveau. Hun 6jarige dochtertje loopt wel veel liever school in Frankrijk. Hier is alles minder kindvriendelijk, er wordt gewoon les gegeven. Volgens hen subsidieert de regering de scholen onvoldoende omdat ze de bevolking liever dom houden zodat ze weinig weerwerk bieden aan de politiek. Vrienden van hen die in Managua wonen sturen hun lagere schoolkinderen naar een Franse privé school maar betalen 300$per kind per maand. Dan is Nicaragua niet goedkoop meer. Het koppel heeft wel moeite om goed personeel te vinden, blijkbaar zijn de meesten hier liever lui dan moe. Velen krijgen dan ook geld toegestuurd van familieleden uit het buitenland (de harde werkers zijn dus vertrokken) Eindelijk heb ik vanmiddag nog wat kunst kunnen zien, en nog wel hedendaagse ook. De tentoonstellingsruimtes waren ook knap in oude koloniale huizen. Vele werken hingen in openlucht, er was wel schaduw en een afdak voorzien. De temperatuur ligt hier toch constant hoog. De werken waren gemengd van kwaliteit, ook de oude, en het thema revolutie zie je toch regelmatig. Verder sluit er veel aan bij onze Europese stijlen, misschien is het kleurgebruik hier gemiddeld feller. Daarna zijn we een blik gaan werpen in de grootste kathedraal van centraal Amerika. Er was vooral een mooie gerestaureerde kapel met een zilveren altaar en een alziend oog in het plafond. Een paar straten verder is er een ViaVia café. Daar zijn we even een kijkje gaan nemen. Morgenavond is er een concert, we zullen er dan maar gaan eten. Aan de bushalte had ik nog een gesprekje met een vrouw, die wilde graag Chloe haar gegevens voor haar even oude dochter. Op de heenreis was de bus bijna leeg en heel lawaaierig, terug zat de chickenbus afgeladen vol, dat was wringen. Maar vriendelijk zijn ze wel. Vanavond zullen we de Frans-Nicaraguaanse keuken eens uittesten in ons hotel.