Vandaag laat ik Frans liggen en ben ik
voor half zeven de deur uit. De dierenmarkt begint hier vroeg. In de
straten worden er al stalletjes opgesteld voor de grote markt. Langs
de hoofdweg ligt er een enorm overdekt marktgebouw. Aan de overkant
is er geen dier te bespeuren. De dierenmarkt blijkt verhuisd te zijn
naar een volgend dorp. Aan de overdekte markt zijn ze volop aan het
uitladen. Ik koop een wortelsap van de dikste wortels die ik ooit
zag.
Voor de eerste keer zie ik de top van
de twee vulkanen die over Otavalo waken. De hoogste is zelfs een
beetje bepoederd. Als ik terug op het marktplein kom staat er al veel
meer opgesteld. De straten rond het plein worden ook ingenomen door
kraampjes. De meerderheid van de marktkramers zijn 'indigena's'. Ook
in de week lopen hier heel veel vrouwen in traditionele klederdracht.
Frans is om half negen mee op stap. Ook
al is er veel volk in de straat, wij houden het overzicht want we
steken er toch een kop boven uit. Ik koop een halsketting gemaakt van
meloenpitjes en een sjaal. Er is mooi handwerk te vinden maar ook
veel rommel (made in China, denk ik). Er zijn zoveel kramen die
hetzelfde verkopen dat ik me afvraag of er hier geen verkopers zijn
die op een hele dag niks kunnen slijten.
We willen naar een uitzicht boven de
stad maar de weg is versperd, dus rijden we rond het meer. Er is niet
veel te zien. In Peguche waar de meeste weefateliers zijn gaan we de
waterval bekijken. Het is een prettige kleine wandeling. In het dorp
lunchen we met twee voor 4$. Alle ateliers zijn dicht want iedereen
zit nu op de markt.
Om half negen na een taco en een lokaal
gebrouwen bier zijn er nog kramers hun spullen aan het pakken. Die
hebben er een lange dag opzitten.








|