De
straat van Maghelaan is de moeite. Spijtig dat we ook 's nachts
verder varen. 's avonds is er een vraag naar een bepaalde bloedgroep
voor een noodgeval. De volgende morgen doe ik om halfzeven de
gordijnen open en zitten we tussen besneeuwde bergen. De gps geeft aan dat we de 'avenue van de gletsjers' net voorbij zijn. Daar zouden
we om zeven uur langs komen. Indien we nog met een heel zieke patiënt
zitten, varen we wel erg traag. De route is schitterend maar ik ben
toch 'pissed off' omdat we de gletsjers niet zagen. We komen drie uur
te vroeg aan in Ushuaïa maar er is geen ambulance te zien. Ik
begrijp nog altijd niet waarom we de gletsjers niet gezien hebben als er op het
eerste gezicht toch geen haast bij was. We krijgen ook geen uitleg.
Ushuaïa
zelf maakt veel goed. Gisteren heeft het er heel de dag geregend, en
gesneeuwd (ik schat vanaf vierhonderd meter). We zouden onmiddellijk
na aankomst om 12 uur op wandeling vertrekken, nu verkennen we eerst
het stadje. De winkelstraat is hier goed voorzien van sport- trekking
materiaal. Teneinde de straat ligt de vroegere gevangenis die nu
dienst doet als museum. Er is hier behoorlijk wat dwangarbeid
geleverd door de gevangenen die onder andere een deel van de weg
hebben aangelegd. Gelukkig ben ik een vrije vrouw want ik zou niet in
zo'n cel passen. Natuurlijk waren er ook weer schaalmodellen van
schepen te bewonderen en oude kaarten. Er was ook een filmpje te zien
van de eerste vliegenier in deze streek.
Na
een vroege lunch kunnen we de bus op voor onze 'trekking'. Ik stel er
me niet veel bij voor. Een drietal mensen haakt al af nog voor we
vertrekken. Iedereen op sportschoenen krijgt een paar rubber laarzen
aangemeten. We zijn met bijna 30 man en vier begeleiders. Al snel
vraag ik me af waarom we ons niet opsplitsen in kleinere groepen. Het
terrein is héééél nat, je kan niet gewoon doorstappen. De groep
is dan ook langgerekt. De vier jongens zijn niet overbodig. Na de
zompige vallei met beverdammen gaan we door het bos omhoog. Het gaat
zelfs goed omhoog. Ondertussen begint het een beetje te sneeuwen. Het
bos is heel vochtig, de bomen hebben kleine blaadjes. Er staan nog
twee kleine watervallen op het menu. Als we boven de bomen uit komen
hoop ik dat we nog verder zullen klimmen tot de vlakke vallei
daarboven. Uiteindelijk ben ik ook wel blij met de uitzichten die we
op de terugweg hebben. Niet alleen de zon is tevoorschijn gekomen
maar ook de besneeuwde toppen. De groep schijnt er meteen meer vaart
in te zetten. Ik hang nu achteraan om rustig te genieten en foto's te
maken. Ik heb bewondering voor de zeventigers die allemaal flink
hebben doorgezet en niet zonder moeite de zeven kilometer op moeilijk
terrein hebben gelopen. Frans heeft kletsnatte voeten, mijn
bergschoenen hebben me droog gehouden.
Op
het terrein van de chalet is er een dorp met hondenhokken waar een
twintigtal husky's wonen, prachtige en heel lieve dieren. Sommigen
hebben nog een beetje bloed van honden die op Antartica waanzinnig
koude temperaturen hebben overleefd. Toen ze verbannen werden van dit
continent hebben ze niet lang overleefd.
Terug
in het stadje probeer ik nog een paar foto's te schieten van mijn
favoriete berg daar ; de Olivia, geflankeerd door de zeven broers.
Tijd om een andere uitstap te maken is er niet meer. Ushuaïa ligt in
een omgeving om langer dan één dag van te genieten. We hadden er
gelukkig één mooie.








|